4. Klassieke Nederlandse model
Kostprijsgedreven: bij de boer en in de winkel
op basis van hoog kennisniveau met hoge opbrengsten
Intensivering daar waar bedrijven te weinig grond
hebben
Ook gebaseerd op geimporteerd veevoer
Zeer lastig om dit te veranderen naar een systeem
gebaseerd op waarde-creatie, beleving.
6. Technologie is vaak arbeidsbesparend
Verhoogt arbeidsproductiviteit
Houdt inkomen in stand
Maar vraagt om grotere schaal:
● Meer hectares voor zelfde bedrijfstype
● Of producties die meer arbeid per ha vragen
(zoals tuinbouw in plaats van akkerbouw,
biologisch in plaats van gangbaar)
Of om een andere activiteit erbij (akkerbouw met
kippen; multifunctioneel)
7. Technologie is veelal hogere vaste kosten
Aantrekkelijk om over grotere productie te
verdelen
Grote bedrijven hebben ook andere
schaalvoordelen:
● Andere vaste kosten kunnen gedeeld (de accountant is
voor 200 ha niet veel duurder dan voor 50 ha)
● Er kan in de huidige arbeidsmarkt een scheiding
optreden tussen dure management-arbeid en
goedkopere (geimporteerde) uitvoerende arbeid
● Bulk-toeslagen: ook ketenpartijen willen op
transactiekosten besparen – is even duur om 1000 ton
aan te kopen dan 100 ton.
Grotere bedrijven kunnen (financieel) ook
kwetsbaarder zijn
8. Kortom: schaalvergroting is de norm
Ook in Flevoland
Waar tussen ca 1950 en 1990 steeds grotere
bedrijven zijn uitgegeven (en hoe groot zou
Domeinen ze nu uitgeven ??)
Zodat intensivering in de oudere NOP eerder is
opgetreden dan in het jonge Z. Flevoland
Tijd voor wat cijfers uit de landbouwtelling:
● (exclusief bedrijven > 500 ha)
● (en de landbouwtelling is niet perfect)
10. En is elders in Europa al meer geconcentreerd
0
20
40
60
80
100
120
0 20 40 60 80 100 120
percentagestandaardoutput
percentage bedrijven
France
Germany
UK
Spain
Italy
Poland
Sweden
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
0 5 10 15 20 25
percentagestandaardoutput
percentage bedrijven
France
Poland
Romania
11. Aantal bedrijven daalt in alle gemeenten
0
500
1000
1500
2000
2500
3000
1971
1972
1973
1974
1975
1976
1977
1978
1979
1980
1981
1982
1983
1984
1985
1986
1987
1988
1989
1990
1991
1992
1993
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Aantalbedrijven
Jaar
Aantal bedrijven in Flevoland per gemeente en bedrijfstype Alle bedrijven
Almere
Zeewolde
Lelystad
Dronten
Noordoostpold
er
Urk
Bron: CBS bewerking LEI
14. Structuur-analyse voor Flevoland
Bouwplan relatief intensief (aandeel hakvruchten en
groentegewassen relatief hoog)
Sterkere afname aantal akkerbouwbedrijven dan in N.
en Z.W. akkerbouwgebied tussen 2005 en 2015 (20%)
Opbrengsten akkerbouw beter dan in Nederland als
geheel (en hoogste grondprijzen), saldo vergelijkbaar.
Omzet per bedrijf in alle sectoren aanzienlijk
toegenomen (50% tussen 2005 en 2015)
Opvolgingsbereidheid groter dan in rest van het land
Relatief meer verbreding dan NL als geheel (met name
energie, korte ketens, huisverkoop) >> 60% bedrijven
minder dan 10% en 5 % bedrijven meer dan 50% omzet
Biologisch belangrijk (9% bedrijven t.o.v. 2% in NL)
15. Schaalvergroting is voor Flevolandse
ondernemers niet altijd makkelijk:
Er is een uniek generatie- / cohort-effect: velen zitten
tegelijkertijd in een periode van uitbreiden
Er stroomt geld het gebied in:
● Van mensen die ook in Flevoland willen boeren (en
elders zijn uitgekocht)
● Van projectontwikkelaars rond Almere (e.d. ??)
● Van ondernemers (beleggers ?) aan de randen van
de polders
Qua verkaveling (perceelsomvang) is structuur prima
Maar bedrijfsstructuur-problematiek gaat op die van het
oude land lijken en afname aantal boeren gaat door.
16. Het agrocluster in provincie Flevoland
Aandeel agrocluster in totale economie Flevoland ligt
op 15% (Nederland: 8%), zowel
● toegevoegde waarde 1,6 miljard euro
● Werkgelegenheid 20.000 arbeidsjaren
Akkerbouwcluster is belangrijkste deelcluster (47%)
4000 personen werkzaam in voedings- en
genotmiddelenindustrie in Flevoland
Er zal ook de komende jaren (na de crisis) weer
grond aan de sector onttrokken worden voor andere
ruimteijke ontwikkelingen (natuur, infrastructuur,
woningbouw, bedrijventerreinen)
17. Onzekere factoren (en dus kansen ?)
De rol van provinciaal beleid (nieuwe functies nodig voor
overtollige bedrijfsgebouwen, maar ook breedband ict)
De bedrijfsopvolgings-problematiek van
kapitaalintensieve bedrijven (en de rol van de fiscus)
De concurrentiepositie en daarmee de prijsdruk (bieten
na quotering / in biobased, aardappelen en uien);
mondiale vraag naar bloembollen neemt toe
Groei biologische landbouw
GLB na 2020
Bodemdaling ook in relatie tot klimaatsverandering
Bodemgezondheid in relatie tot productkwaliteit
● Doen we genoeg aan de economie daarvan ?
19. From current CAP to the future
• Towards capping income support per
farmer based on real income needs ?
• Disaster relief (safety-net?) and incentives
risk management
Domain A
Food security
Risk management
Income support
• Towards payments for greening based on
sustainability schemes industry or regional
government: contractual relationships
(include antibiotics, animal welfare etc.) in
addition to regulation. Start food policy
Domain B
Greening
Climate change
Public health
• Foster innovation and competitiveness
(EIP, advisory service, producer
organisations, investment aid)
• Relocate industries where needed
• Promote socio dynamics rural area
Domain C
Liveable rural area
Innovation
Employment
20. Bodemgezondheid en -vruchtbaarheid
Opvallend veel aandacht voor bij akkerbouwers: zie
Veldleeuwerik, onderzoeksfondsen Productschap / BO-Akk
Geen Bodemrichtlijn maar wel in GLB (de rotatie-eis)
Angst voor onherstelbaarheid? (tipping point)
Waarom kan de boer daar zelf niet voor zorgen, als meest
belanghebbende ??
● Niet goed meetbaar (ICT?) of beïnvloedbaar?
● Nu belangrijker dan toekomst (ondanks lage rente)?
● Zetten grondruil, hoge huurprijzen en te kleine
bedrijfsomvang aan tot te intensief gebruik ?
● Wordt belang van verwerkers, handelshuizen,
waterschap e.d. verwaarloosd ?
● Wordt het niet eens tijd voor economisch
onderzoek op dit punt?
20
21. Onzekere factoren (en dus kansen ?)
Duurzaamheid en communicatie naar keten /
consument:
● Vermoedelijk levert Flevoland (per kg) de meest
duurzame producten, maar we durven dat niet aan
de retail of consument voor te rekenen >> gemiste
kans tot toegevoegde waarde?
ICT: nog meer papier dan apps, we moeten niet achter
gaan lopen bij data-uitwisseling en precisielandbouw.
22. Disruptive ICT Trends:
Mobile/Cloud Computing – smart phones, wearables,
incl. sensors
Internet of Things – everything gets connected in the
internet (virtualisation, M2M, autonomous devices)
Location-based monitoring - satellite and remote sensing
technology, geo information, drones, etc.
Social media - Facebook, Twitter, Wiki, etc.
Big Data - Web of Data, Linked Open Data, Big data
algorithms
High Potential for unprecedented innovations!
everywhere
anything
anywhere
everybody
23. Drones, Big Data and 23
IoT in Smart Farming
cloud-based event
and data
management
smart sensing
& monitoring
smart analysis
& planning
smart control
24. Virtual Box
Location A Location B
Location
& State
update
Location &
State
update Location
& State
update
IoT in Agri-Food Supply Chains
24Drones, Big Data and
25. IoT and the consumer
25Drones, Big Data and Agriculture
Source: Hisense.com
Smart Farming
Smart Logistics
tracking/& tracing
Domotics Health Fitness/Well-being
28. Conclusies
Agrarische sector in Flevoland is relatief sterk en gezond
(blijft grosso modo ook zo)
Wel kwetsbaar op onderdelen (hoge kostenstructuur)
dus aandacht voor risicomanagement
Schaalvergroting en intensivering gaan door
Aandacht voor bodem
Precisielandbouw is kansrijk (‘Flevoland als wereldwijd
centrum voor preciesielandbouw’)
Kansen voor biobased economy in hogere segmenten
waardeketen via (kleinschalige) bioraffinage ?
En voor be- en verwerking op eigen erf met korte ketens
GLB (na2020) en overtollige bedrijfsgebouwen helpen
29. Marktgericht en klantgericht
Flevolandse landbouw is zeer marktgericht en economie
speelt een grote rol in bedrijfsvoering en
structuurontwikkeling
Door (langzaam) wegvallen GLB en toename ICT
(“dikkere contracten”) gaat dat nog toenemen
Naast dat dominante model zijn er kansen om meer te
richten op de klant/consument – samen met de huidige
ketenpartijen of meer rechtsstreeks (korte ketens,
eventueel via e-commerce)