Concertgebouw de Doelen is in de jaren zestig gebouwd
door de gebroeders Evert en Herman Kraaijvanger en R. Fledderus. Sinds de opening van het gebouw in 1966 hebben veel verbouwingen plaatsgevonden om het gebouw te laten voldoen aan nieuwe wensen en eisen.
Dit boekje laat de geschiedenis van concertgebouw de
Doelen zien vanaf het moment dat het idee ontstond een
concertgebouw te bouwen in Rotterdam tot de dag dat het concertgebouw een rijksmonument is geworden en er een nieuwe ontwerpopgave ligt.
5. Voorwoord
Concertgebouw de Doelen is in de jaren zestig gebouwd
door de gebroeders Kraaijvanger en R. Fledderus. Sinds de
opening van het gebouw in 1966 zijn er echter veel verbouwingen geweest om met de tijd mee te gaan en om
het gebouw te laten voldoen aan nieuwe wensen en eisen.
Dit boekje laat de geschiedenis van concertgebouw de
Doelen zien vanaf het moment dat het idee ontstond een
concertgebouw te bouwen in Rotterdam tot de dag van
vandaag waarbij het concertgebouw een rijksmonument
is geworden en er een nieuwe ontwerpopgave is voor de
aanpassing van een deel van het gebouw.
kraaijvanger
5
7. 1. De Doelen
De naam Doelen komt van oorsprong van schutterijen en
gildes. De eerste Doelen binnen de Rotterdamse stadsmuren was er om schutters gelegenheid te geven tot oefenen en werd gebouwd in de veertiende eeuw: de St. Joris
Doele.
In 1622 veranderde de St. Joris Doele aan de Coolvest door
de komst van een sociëteitsgebouw, geschikt voor terechtzittingen en het geven van concerten. In 1826 werd dit sociëteitsgebouw in gebruik genomen door sociëteit de Harmonie, een vereniging waar men kon genieten van toneel
en muziekuitvoeringen. Om een geschikte zaal te creëren
verrees in 1844 een nieuw gebouw op het oude Doelen
terrein: de Groote Doelenzaal, naar het ontwerp van stadsarchitect W.N. Rose. De sociëteit is vanaf dat moment het
boegbeeld van de Rotterdamse cultuur.
In 1940 wordt Rotterdam gebombardeerd waarbij de nieuwe Doelenzaal van sociëteit de Harmonie onherstelbaar
wordt verwoest. Na dit bombardement volgt een zoektocht naar een nieuwe concertzaal met gelijke allure.
kraaijvanger
7
9. Inititatief
Een dag na het bombardement van 14 mei 1940 begint in
Rotterdam het ruimen van het puin. Op 18 mei 1940 geeft
het gemeentebestuur Rotterdam opdracht aan toenmalig
stadsarchitect W.G. Witteveen om een wederopbouwplan
te ontwerpen. Om dit plan te realiseren, werd alle grond
onteigend en werden verwoestte panden gesloopt
om een nieuw stratennetwerk aan te leggen. Het plan
Witteveen bestond uit het herstel van het oude centrum
in historiserende stijl. Een plan met veel kritiek: Niet
vernieuwend, ouderwets en niet gericht op de stad van
de toekomst. Na het vertrek van Witteveen wegens ziekte
door te hoge werkdruk, wordt hij opgevolgd door Cornelis
van Traa, die begint met de herziening van het plan.
Het Basisplan van Van Traa wordt aangenomen in 1946 en
legt de nadruk op een zakelijk centrum gecombineerd met
culturele levendigheid en een bruisend uitgaansleven. Van
Traa wilde dat er een muziek- en cultureelcentrum zou
komen rond een plein, als onderdeel van de route tussen
de lijnbaan en het station.
Het concert- en congresgebouw de Doelen wordt
ontworpen op de door van Traa bepaalde locatie. Gelegen
aan het schouwburgplein, met aan de oostzijde de
Karel Doormansstraat en het Lijnbaankwartier, aan de
noordzijde de Kruiskade met het hertenkamp en aan de
westzijde het Kruisplein dat later een verkeersplein werd.
kraaijvanger
9
10. Na de eerste ideeën over een modern cultureel leven in
Rotterdam in de vorm van een muziektempel, wordt de
Rotterdamse Kunststichting (RKS) opgericht. Zij proberen
om naast een theater ook een nieuwe muziekzaal te laten
bouwen.
De zaal was belangrijk vanwege de status die het met
zich mee zou brengen, want kijkend naar kleinere steden
zoals Zurich, Stockholm en Helsingborg met bijzondere
muziekzalen, stak Rotterdam sober af. Naast de zoektocht
naar een mooie zaal die status met zich mee zou brengen
was het tevens een zoektocht naar een thuis. Een thuis
voor het Rotterdams Philharmonisch Orkest (RPhO) dat
sinds het bombardement op de grote Doelenzaal doelloos
rondzwierf tussen de verschillende bestaande theaters en
podia.
In 1946 werd daarom de Studiecommissie Muziekcentrum
in leven geroepen om in samenwerking met architect
R. Fledderus, op dat moment hoofdarchitect onderC.
Van Traa, verschillende belangen af te wegen en een
programma van eisen voor een muziekcentrum samen te
stellen.
Situatie van het Rotterdams Rockefeller Center ontwerp
10
Concertgebouw de Doelen
Plattegrond
11. Rotterdams Rockefeller Center
Rein Fledderus werd opgedragen een schematische opzet
en een kostenraming voor een cultuurtempel te maken,
met als doel inzicht te geven in de mogelijkheden van het
bouwterrein en de mogelijkheden voor culturele functies
en extra functies die de exploitatie positief beïnvloeden.
Zijn eerste ontwerp voor de muziektempel zou naast
meerdere concertzalen ook ruimte bieden aan andere
functies zoals bioscopen, een theater, winkels en kantoren.
Dit Rotterdams Rockefeller Center, opgebouwd uit een
commercieel en een cultureel deel verbonden door een
passage, zou 28 miljoen gulden kosten en werd daarom
afgewezen: Het was te duur en te grootschalig.
In een tweede versie wordt het commerciële gedeelte
weggelaten en ligt de focus op een concertzaal. Met daarin
de fundamentele gedachte dat de zalen puur ontworpen
worden voor de muziek die er in wordt gespeeld.
Doorsnede
‘We maken dus geen zalen, die ook voor bokswedstrijden
of bloemententoonstellingen gebruikt kunnen worden.’
kraaijvanger
11
13. 5e ontwerpvoorstel
In het 5e ontwerp wordt uitgegaan van de Gewandhaus
zaal; geen balkon langs de zijwanden en het podium
omgeven door een holle wand. Door de stoelen te plaatsen
in een waaiervorm wordt een ideale balans gevonden
tussen akoestiek en zicht. Men komt binnen in de centraal
gelegen hal met garderobe, die via een mooie traphal naar
de grote foyer leidt.
Gevelaanzicht Schouwburgplein
Voor dit project begroot Fledderus een bedrag van 9,7
miljoen. Om dit bedrag te verlagen werd een begroting
gemaakt voor slechts één grote zaal en één kleine zaal die
samen een foyer gebruiken, wat uitkwam op 5,8 miljoen
gulden. Na verkleining van de fietsenkelder en een
kleinere grote zaal voor 1200 man komt men uit op 3,4
miljoen gulden.
Deze minimale variant is echter niet wenselijk omdat de
concertzaal te klein is en allure mist.
kraaijvanger
13
15. 9e ontwerpvoorstel
De negende en voorlaatste ontwerpvariant is een ontwerp
met twee concertzalen. Een grote voor 3000 man en een
kleine voor 800. De belangrijkste uitgangspunten voor dit
onwerp waren eenvoud en toegankelijkheid.
Situatie
Plattegrond 1e verdieping | Doorsnede
kraaijvanger
15
17. 2. Het ontwerp
Na een lang voortraject besluit het college van B&W tot
bouwen en geeft op 25 juni 1955 de opdracht aan de
architecten R.Fledderus en de gebroeders Kraaijvanger.
Fledderus omdat hij sinds 1947 betrokken was bij de
plannen van een muziektempel en de Kraaijvangers
omdat ze een groot aantal wederopbouw projecten op
hun naam hadden staan en ‘in het bijzonder de heer H.M.
Kraaijvanger, als uitvoerend kunstenaar en regelmatig
bezoeker van belangrijke concerten in den lande en
daarbuiten, bij uistek kennis heeft van het muziekleven en
dat hij het concertpubliek, vooral het Rotterdamse, kent’.
Bovendien maakte hij tijdens de oorlog deel uit van de
commissie ter rapportering over het vraagstuk muziek- en
toneelzalen, trad hij in 1946 toe tot het bestuur van RKS
en was hij voorzitter van het Rotterdam Philharmonisch
Orkest.
De belangrijkste uitgangspunten voor het project zijn:
1
goede zaalakoestiek
2
het concert als evenement
3
vrijmoedige, eenvoudige architectuur zonder
modische vormgeving
4
een tweede functie ter bevordering van de
gebouwexploitatie
Het eerste punt heeft geresulteerd in de bijzondere
zaalvorm die als groen silhouet boven een 12 meter
hoge horizontale plint uitsteekt. Om de akoestiek te
onderzoeken werden verschillende studiereizen gemaakt
naar The Royal Festival hall in Londen, de Liederhalle in
Stuttgart, de opera van Keulen en het concertgebouw van
Vaticaanstad.
Op 27 februari 1958 wordt er gedebatteerd over het
ontwerp. Gevraagd wordt de solistenkamers te verplaatsen,
het restaurant te verkleinen en te zoeken naar een grotere
continuiteit van de foyers. Er wordt gekozen om de
concertzalen los te projecteren en het gebouw krijgt een
‘sobere en waardige vormgeving en materialisatie’.
kraaijvanger
17
24. Om het ideale ontwerp te creëren werden verschillende modelstudies en schema´s gemaakt, waaronder een schaalmodel 1:10 van de grote zaal ten behoeve van akoestisch onderzoek.
24
Concertgebouw de Doelen
29. Bouwfase
Vanaf 1955 werd aan het ontwerp van het concertgebouw
gewerkt en in 1962 kon gestart worden met de bouw
ervan. De eerste paal werd geslagen door Eduard Flipse,
dirigent van het Rotterdams Philharmonisch orkest. Het
was een feestelijke gebeurtenis omdat na al die jaren
eindelijk een nieuwe Doelenzaal herrijst. De bouw loopt
echter aanzienlijke vertraging op door de strenge winter
in 1962-1963 waarin het drie maanden achter elkaar vriest,
gevolgd door financiële problemen.
In de bouwfase was de dakopbouw van de grote zaal het
ingewikkeldste. Om de dakspanten aan te brengen werden
eerst de wanden gebouwd en vervolgens de spanten aan
elkaar gelast en geplaatst. Pas op het einde werden de
omliggende foyers en de zaalvloer zelf gestort.
Tijdens de bouw werd het begrootte bedrag van 14,5
miljoen gulden ruimschoots overschreden en het totaal
bedrag kwam uit op 28 miljoen gulden, veelal gefinancierd
door de Gemeente Rotterdam in de vorm van een lening.
kraaijvanger
29
31. Oplevering
In 1965 wordt het eerste proefconcert in de Grote Zaal
gehouden en in mei 1966 wordt het concertgebouw officieel
geopend. De meeste bezoekers zijn laaiend enthousiast en
met name de akoestiek is een groot succes. Leo Hanekroot
beschrijft in het ‘Vrije volk’, dat plechtigheden van het
openingsconcert plaatsmaakten voor een feest: ‘Het feest
van dwalen door foyers, fantastische akoestiek en de
helderheid en eenvoud van het gebouw.’
Er was echter ook kritiek op het nieuwe concertgebouw.
Het gebouw was veel te duur uitgevallen en volgens
bouwkunde studenten was de Doelen niet noemenswaardig
genoeg om op de architectuurlijst van Rotterdam te
worden geplaatst voor het tijdschrift Architectural Design.
Keurmeester Kenneth Frampton beschrijft de Doelen
uitvoerig. Hij mist de relatie tussen het gebouw en de stad.
Ondanks de logische ligging is het gebouw niet in staat
het plein af te sluiten. Tegelijkertijd is er een onbepaald
gat tussen het gebouw en het Weena, het zogenoemde
Hertenkamp. Doordat rond het gebouw te veel ruimte is,
verdwijnt de representatie naar de stad en de connectie
met het plein en de stad.
Andere kritiek komt vanuit een van de orkestspelers in een
interview ter ere van het 25-jarige bestaan van de Doelen;
‘De Doelen, prachtig, de zalen, alles. Maar hoewel voor
de orkestleden in de Doelen heel veel kan, is het niet ons
eigen gebouw geworden’. Pieter Gouderjaan, Hoornist.
kraaijvanger
31
37. 3. Transformaties
Sinds de bouw van de Doelen zijn er verschillende
aanpassingen gedaan aan het gebouw. In 1970 worden
de bijzondere akoestische, zwevende plafondkaatsers
verwijderd en verkocht als brandhout omdat ze niet zo
effectief waren als verwacht.
Een tweede ingreep is het bouwen van een entresol in de
expositiezaal en de verbouwing van kantoren in 1971. Vier
jaar later worden de entrees gewijzigd en aanpassingen
gedaan aan de kelder en het natuursteen in de Grote Zaal.
Er zijn kleine en grote verbouwingen geweest waarbij
sommige delen van het gebouw, waaronder de kantoren
zelfs meer dan eens zijn aangepast om met de tijd mee
te gaan. Andere delen zijn onveranderd gebleven door
gebrek aan flexibiliteit van het gebouw of door de goede
werking ervan.
kraaijvanger
37
38. Nieuwe schil gezien vanaf het Schouwburgplein
38
Concertgebouw de Doelen
Foyer met grote glaspartij
Principe doorsnede met passage
39. Ontwerpvoorstel nieuwe gevel - 1984
Een van de verbouwingen betrof een uitbreiding van
concertgebouw de Doelen. In het Rotterdams Nieuwsblad
schrijft een journalist op 7-2-1984 het volgende:
‘Het schouwburgplein gaat veranderen, er komt een
nieuwe schouwburg maar wat doe je dan met de Doelen?
Stedenbouwkundig wordt het Rotterdams concertgebouw
een moeilijk geval. Door de randen van het plein te voorzien
van hoge wanden valt de laagbouw van De Doelen in het
niet, tenzij het gebouw meer body wordt gegeven. Voor
dit inpakken van de Doelen bestaan al twee functies, het
conservatorium dat zich graag aan het Schouwburgplein
wil vestigen en de uitbreiding van de Doelen zelf in de
vorm van een congrescentrum.’
Het ontwerp van Kraaijvanger architecten werd gemaakt
in opdracht van Huub van Dael, voormalig directeur
van De Doelen, die de congresfunctie wilde uitbreiden
en versterken. Een congreszaal vraagt namelijk andere
akoestiek en vormgeving dan een concertzaal. Het
ontwerpvoorstel bestond uit een schil om het gebouw
heen met tussen de bestaande bouw en de uitbouw een
passage zodat de bestaande gevel behouden kon blijven.
Tevens werden in het ontwerpvoorstel de foyers aangepast
en deels verplaatst naar het Schouwburgplein. Nadelen
van dit ontwerp waren het verdwijnen van de schijngevel
en het silhouet van de dakopbouwen, de hoge kosten en
er werd getwijfeld aan het functioneren van de passage.
Daarom is dit uitbreidingsplan niet uitgevoerd.
kraaijvanger
39
41. Begane grond - 1989
Na 4 jaar onderzoek en het aflassen van het uitbreidingsplan, werd besloten kleine ingrepen uit te voeren om meer
openheid naar het plein en een sterkere connectie met het
winkelgebied de Lijnbaan te realiseren.
Door de gevel naar voren te plaatsen verdween de
schaduw van het overstek en ontstond er meer ruimte op
de begane grond. De indeling van de begane grond werd
veranderd waarbij naast de kassa, winkel en het café van
de Doelen ook ruimte ontstond voor andere winkels en
een restaurant. Ook de luifel werd in 1989 vervangen door
een nieuwe grotere variant, voorzien van een plexiglas
lichtkap. Nadeel van deze ingrepen was dat het overstek
verdween en daarmee ook deels de sterke horizontaliteit
van het gebouw.
kraaijvanger
41
42. Gevelbeeld na de aanpassingen in 1989
42
Concertgebouw de Doelen
44. Na de verbouwing lagen de uitbreidingsplannen
stil, tot in 1992 uitbreiding opeens hard nodig is. De
capaciteitsbehoefte van het centrum neemt toe, onder
andere vanwege een groeiend aantal concerten in De
Doelen.
Nieuwe ontwerpen passeren de revue, variërend van een
toren in het binnenhof tot een congreszaal op het dak met
kantoren aan de zijkanten. Alle plannen lopen stuk, tot
men in contact komt met BOAG en Hoogstad architecten.
Zij bouwen naast de Doelen, op het hertenkamp en het
Kruisplein een nieuw gebouw. In overeenstemming met
de Doelen wordt besloten om de Doelen uit te breiden met
een congresfunctie gecombineerd met een conservatorium,
ontworpen door Hoogstad.
In 1994 wordt Jan Hoogstad gevraagd een Masterplan te
maken om de doelen aan de oost- en westzijde uit te breiden.
Dit onderzoek resulteerde in een masterplan dat voorzag
in de versmalling van zowel de Karel Doormanstraat als
het Kruisplein, zodat nieuwe bouwlocaties ontstonden, in Situatie met aanbouw (oranje)
een strategie waarbij het dak van De Doelen zou worden
beschouwd als een podium dat plaats zou kunnen bieden
aan nieuwe volumes.
44
Concertgebouw de Doelen
Maquette van ontwerp Hoogstad
45. Uitbreiding Hoogstad - 1996
Het ontwerp van Hoogstad bevindt zich tussen het Westin
hotel en de Doelen en beslaat een groot deel van de gevel
aan het Kruisplein. Ook op de Doelen wordt gebouwd;
een congreszaal op de hoek van het kruisplein en het
schouwburgplein en aan de expeditiestraat. In die straat
wordt een nieuwe lift geplaatst en een opbouw voor
kantoren.
De wederopbouw commissie streefde naar het behoud
van de Doelen als vrijstaand gebouw in Rotterdam.
Als compromis werd besloten één hoek in tact te laten
en de gehele gevel te behouden. Zo loopt tussen het
conservatorium en de Doelen de originele schijngevel,
functionerend als scheidingswand. De nieuw ontworpen
gevels van Hoogstad, opgebouwd in baksteen, vormen een
contrast met de marmeren gevel van het concertgebouw.
Zowel in kleur als in vorm; het conservatorium is geel
en bestaat uit een wand met perforaties. De Doelen
daarentegen, is wit en de gehele wand functioneert als
opening. Dit volgt uit een basis concept van hoogstad
waarin de 3 verschillende functies, concertgebouw, congres
en conservatorium, een verschil in intimiteit en openheid
hebben.
Bouw
Gevel Kruisplein
Om massaliteit te vermijden werd gezocht naar een manier
om het gebouw op het Maaiveld te laten aansluiten.
Gekozen werd voor een portaal en een arcade die een
tussenmaat vormt tussen de stedelijke omgeving en
het interieur. In tegenstelling tot de doelen is repetitie
vermeden, zodat individuele plekken van het interieur
herkenbaar zijn in de gevel.
kraaijvanger
45
47. Interieur - 2009
Na de uitbouw die opgeleverd werd in 2000 bleef het
rustig rond De Doelen. Het gebouw functioneert zowel
als concert- als congresgebouw goed en wordt in 2006
benoemd tot monument van de wederopbouw. De
status gemeentemonument, creëert een uitdaging voor
het integreren van oude waarden met modern comfort,
zonder aantasting van de originele staat.
In 2006 worden kleine aanpassingen gedaan aan het
interieur van de dienstruimten, solistenkamers en de
artiestenfoyer door SOAP ateliers.
In 2008 gaat Kraaijvanger Urbis de echte discussie aan en
wordt de Grote Zaal gerenoveerd op basis van originele
tekeningen. De opdracht hierbij was ‘de Grote zaal van
de Doelen op een integrale wijze geschikt maken voor
dynamisch gebruik voor de komende tientallen jaren
zonder verlies van akoestiek, herkenbaarheid en karakter.’
Alle ingrepen die zijn gedaan hebben betrekking op de
architectonische, functionele, akoestische en technische
verbeteringen. Naast aanpassingen van het interieur en
meubilair van de Grote Zaal vormde ook de installaties een
groot onderdeel van de renovatie.
Niet alleen de Grote Zaal (2.000 stoelen) is gerenoveerd
maar ook de entree zone en de foyers zijn aangepakt. Deze
grote en diverse semi openbare ontmoetingsgebieden
stralen nu de sfeer uit van een toegankelijk, uitnodigend
en actueel Cultuurhuis. Een nieuw verlichtingsplan voor de
gevels, entrees, foyers en de Grote Zaal maken het mogelijk
om voor verschillende orkest- en publieksbezettingen
bijpassende sferen te creëren.
kraaijvanger
47
49. 4. Rijksmonument
Vanaf 1 januari 2014 is concertgebouw de Doelen een
Nederlands rijksmonument. Met deze beschermingsstatus
is de cultuurhistorische waarde van het gebouw door
de overheid erkent en moet deze beschermd worden en
behouden blijven. Dit heeft tot gevolg dat er strengere
eisen zijn voor het aanbrengen van veranderingen aan
het gebouw om het aan hedendaagse functionaliteit en
comfort te laten voldoen. Hierbij mag de uitstraling van
het gebouw niet negatief beïnvloed worden.
kraaijvanger
49
51. 5. Huidige ontwerpogave
Eind 2013 is opdracht gegeven voor renovatie van de plint
van de Doelen aan het Schouwburgplein. Op dit moment
heeft de plint een rommelige indruk van buitenaf en is er
geen relatie tussen de entree zone van het concertgebouw
en de omgeving. Kraaijvanger architecten heeft een nieuw
ontwerp gemaakt waarin de plint van de Doelen deels
wordt terug gebracht in de oorspronkelijke staat en de
entree zone meer openheid krijgt zodat een betere relatie
ontstaat tussen het gebouw en de omgeving.
Voor het nieuwe ontwerp van de plint van de Doelen heeft
Kraaijvanger een aantal doelen en ambities opgesteld die
zij willen realiseren:
1
2
3
4
Verbeteren van logistiek en efficiency
Nieuwe dynamiek in de plint door toevoeging
hoogwaardige horeca
De dynamiek van de plint aanpassen aan de
stedenbouwkundige ambities
Horeca ondersteund congresfuncties en biedt een
stedelijke verblijfsplek
kraaijvanger
51