4. Inhoud 3
SECTORSTUDIE KUNSTSTOFINDUSTRIE
Voorwoord 5 5. Kunststofgrondstofleveranciers en
distributie 47
Samenvatting en conclusies 6 5.1 Branchebeschrijving kunststofgrondstof-
leveranciers 47
1. Inleiding 9 5.2 Strategie en prioriteitsstelling kunststof-
grondstofleveranciers 48
Deel I De Kunststofindustrie 6. Kunststofindustrie: toelevering bouw 53
6.1 Branchebeschrijving toeleveranciers
2. De kunststofindustrie in kaart 12 bouw 53
2.1 De productieketen 12 6.2 Strategie en prioriteitsstelling
2.2 Brancheafbakening 13 toeleveranciers bouw 55
2.3 Ondernemingen en banen 15
2.4 Ontwikkeling productie, omzet en afzet 16 7. Kunststofindustrie: verpakkingen 60
2.5 Kunststofprijzen 19 7.1 Branchebeschrijving verpakkingen 60
2.6 Branchefinanciën 22 7.2 Strategie en prioriteitsstelling
toeleveranciers verpakkingsindustrie 63
3. Branche in beweging 25
3.1 Bijzonderheden van de branche 25 8. Kunststofindustrie: consumenten-
3.2 Trends en ontwikkelingen kunststof- producten 67
industrie 26 8.1 Branchebeschrijving consumenten-
3.3 Omgevingsfactoren 28 producten 67
3.4 Marktverhoudingen en concurrentie 28 8.2 Strategie en prioriteitsstelling
3.5 Vooruitzichten 32 consumentenproducten 68
9. Kunststofindustrie: industriële
Deel II Enquêteresultaten en deelmarkten toelevering 72
9.1 Branchebeschrijving industriële
Belangrijkste bevindingen enquête kunststof- toelevering 72
industrie 36 9.2 Strategie en prioriteitsstelling
industriële toelevering 74
4. Bedrijfsvoering kunststofindustrie 38
4.1 Enquête kunststofindustrie 38 10. OEM’ers en toeleveranciers 77
4.2 Strategie en prioriteitstelling kunststof-
industrie 39
4.2.1 Klantgerichtheid kunststofindustrie 40
4.2.2 Samenwerking kunststofindustrie 42
4.2.3 Toekomstverwachtingen kunststof-
industrie 44
5. 4
SECTORSTUDIE KUNSTSTOFINDUSTRIE
Bijlagen Bijlage 6: Overige enquêteresultaten toe-
Bijlage 1: Gesprekspartners 80 leveranciers verpakkingsindustrie 90
Bijlage 2: Geraadpleegde bronnen 81 Bijlage 7: Overige enquêteresultaten
Bijlage 3: Verantwoording enquête 83 consumentenproducten 95
Bijlage 4: Overige enquêteresultaten kunststof- Bijlage 8: Overige enquêteresultaten
grondstofleveranciers en distributie 84 industriële toelevering 99
Bijlage 5: Overige enquêteresultaten Bijlage 9: Overige enquêteresultaten OEM’ers
toeleveranciers bouw 86 en toeleveranciers 105
Reeds eerder in de reeks ING Sectorstudies zijn verschenen:
■ Voedings- en genotmiddelenindustrie, ■ Bouwmaterialen, november 2003
november 2005 ■ Touroperators en reisbureaus, oktober 2003
■ Themastudie De waarde van flexibiliteit, ■ Aanbieders facilitaire diensten,
oktober 2005 september 2003
■ Televisie, oktober 2005 ■ Advocatuur en notariaat, juli 2003
■ Groothandel AGF, september 2005 ■ Farmaceutische groothandel en apotheken,
■ Handel in medische hulpmiddelen, juni 2003
augustus 2005 ■ Ritplanning, juni 2003
■ Flexmarkt, juni 2005 ■ Hotellerie, mei 2003
■ Charitas, mei 2005 ■ Transport & logistiek “Strategisch op weg naar
■ Themastudie Succesvol produceren in een beter rendement”, maart 2003
Nederland, februari 2005 ■ Bouw, februari 2003
■ Autoretail, februari 2005 ■ Chemie, december 2002
■ Elektrotechnische groothandel, januari 2005 ■ Woninginrichting, november 2002
■ Themastudie woninginrichting (van aanbod- ■ Fysieke distributie, november 2002
naar vraagketen), december 2004 ■ Woningcorporaties, oktober 2002
■ Gemeenten, november 2004 ■ Mode, oktober 2002
■ Incassobureaus en gerechtsdeurwaarders- ■ Verpakkingsindustrie, september 2002
kantoren, november 2004 ■ Transport & logistiek 2002, juli 2002
■ Pensioenfondsen, november 2004 ■ Koeriers, expres- en pakketdiensten, juli 2002
■ Melkveehouderij, september 2004 ■ Metaalproducten- en machine-industrie,
■ Financiële bemiddeling, juni 2004 juni 2002
■ Sierteeltgroothandel, juni 2004 ■ Accountancy, mei 2002
■ Onderwijs, februari 2004 ■ Leisure deelmarkten, januari 2002
■ Levensmiddelendistributie groot- en detail- ■ Grafimedia, januari 2002
handel, februari 2004 ■ Tank Bulk vervoer, oktober 2001
■ Internationale groupage, januari 2004 ■ Geconditioneerd vervoer, juni 2001
6. Voorwoord 5
SECTORSTUDIE KUNSTSTOFINDUSTRIE
De kunststofindustrie is een jonge industrietak Wij danken alle geïnterviewde ondernemers uit de
die altijd een sterke groei heeft laten zien en nog kunststofindustrie en met name Jaitske Feenstra,
steeds nieuwe markten ontgint. Ook op het punt secretaris PVT, Karen Gribling, hoofdredacteur
van innovatie scoort de bedrijfstak sterk. Groei Kunststof en Rubber en Gert-Jan Braam en Daan
is echter niet vanzelfsprekend. Al helemaal niet Rodenrijs van VNU Exhibitions die geholpen heb-
in het huidige economisch zwakke getij en de ben bij de totstandkoming van de sectorstudie en
hevige internationale concurrentie. Hoe kunststof- de opzet en verwerking van de enquête.
bedrijven hierop moeten inspelen, is niet simpel
te beantwoorden en een eenduidig antwoord is De Sectorstudie Kunststofindustrie is een onder-
ook niet te geven. Oplossingsrichtingen moeten zoek voor, maar met recht ook een onderzoek
passen bij het bedrijf en hangen dus af van bij- door de kunststofindustrie. Kunststofondernemers
voorbeeld de markt waarin de onderneming zich hebben in grote getale gereageerd op de enquête
begeeft, de mogelijkheden van het bedrijf en de en in persoonlijke gesprekken zijn waardevolle
koers die het kiest. suggesties en visies gegeven voor het onderzoek.
Het volgen van een doordachte strategie is door- Wij spreken de wens uit dat deze studie van de
slaggevend voor het succes van het bedrijf. Het kunststofindustrie een inspiratiebron vormt voor
vormt de toetssteen voor investeringen, markt- de keuzes waar u als ondernemer voor staat.
benadering, personeelsselectie, etc. Bovendien is ING Bank en de samenwerkende brancheorganisa-
samenwerken - het benutten van elkaars kracht ties denken daarbij graag met u mee!
c.q. specialisme - van grote waarde voor de gehele
kunststofindustrie. Zoals uit deze studie blijkt,
valt op dit punt nog wel wat te winnen. Wij wensen u veel leesplezier.
In opdracht van Marktmanagement Industrie Economisch Bureau ING
van ING Bank en in samenwerking met de Adriaan Bellaart
Vereniging van Kunststofleveranciers (VvKL) en
de ProducentenVereniging Thermoplasten (PVT) ING Marktmanagement Bedrijven & Instellingen
heeft het Economisch Bureau ING een studie David Kemps
verricht en een enquête uitgezet. De studie biedt Michel van Nieuwland
inzicht in de huidige trends en ontwikkelingen en
de knelpunten op het gebied van samenwerking en Vereniging van KunststofLeveranciers (VvKL)
innovatie binnen de kunststofindustrie. Paul Evers (voorzitter)
ProducentenVereniging Thermoplasten (PVT)
Sjoerd Spaanjaars (voorzitter)
7. 6 Samenvatting en conclusies
SECTORSTUDIE KUNSTSTOFINDUSTRIE
De kunststofindustrie Margedruk terugkerend thema
De kunststofindustrie valt in drie delen uiteen, De laatste jaren hebben de kunststofgrondstof-
namelijk de leveranciers van kunststofgrondstof- prijzen een voornamelijk opwaartse trend laten
fen, de kunststofverwerkers en -bewerkers en ten zien. De kunststofgrondstofleveranciers zijn
slotte de groep ondernemingen die zich bezig- redelijk in staat geweest de hogere kosten door te
houdt met recycling. De ruim duizend onderne- berekenen aan de kunststofverwerkende en
mingen die de bedrijfstak telt, genereren bijna 41 -bewerkende industrie. Zij zijn er echter op
duizend banen en een omzet van ca. € 5,7 miljard. hun beurt slechts mondjesmaat in geslaagd de
Hoewel de kunststofindustrie met uitzondering hogere verbruiksprijzen door te berekenen aan
van de kunststofgrondstofleveranciers een typische hun afnemers. Overcapaciteit in combinatie met
MKB bedrijfstak is, valt de bedrijfsomvang een geringe mate van onderscheidend vermo-
vergeleken met bijvoorbeeld de metaalsector in gen worden als belangrijkste oorzaken van deze
positieve zin mee. Bovendien zijn er geen aan- margedruk genoemd.
wijzingen die op een consolidatieslag duiden. De
kunststofverwerkers en -bewerkers kunnen in vier Branche in beweging
verschillende afzetsegmenten worden onderver- Hoewel de trends in de kunststofindustrie sterk
deeld, namelijk toeleveranciers aan de bouw, toe- samenhangen met de afzetmarkt waarop de bedrij-
leveranciers aan de verpakkingsindustrie, produc- ven zich richten, valt in zijn algemeenheid een
tenten van consumentenproducten en industriële trend van internationalisering van productiepro-
toeleveranciers. cessen en afzetmarkten op te merken. Bovendien
ondergaat het materiaal van deze jonge bedrijfstak
Sterke handelspositie voortdurend veranderingen, evenals de productie-
De kunststofindustrie is sterk internationaal technieken (innovatie). Hoewel een meerderheid
georiënteerd; gemiddeld wordt ongeveer 65% van van de kunststofindustrie primair capaciteitsleve-
de productie afgezet in het buitenland. Duitsland, rancier is, waarbij uiteraard een zeker kwaliteits-
België, Frankrijk en het VK zijn de belangrijkste niveau als minimale randvoorwaarde beschouwd
handelspartners. Nederland heeft een handels- wordt, proberen verwerkers en bewerkers een
overschot in kunststoffen: er wordt meer geëxpor- groter deel van de keten naar zich toe te trekken
teerd dan geïmporteerd. Hoewel in de discussie en aanvullende taken voor afnemers te verrichten.
rondom de margedruk regelmatig wordt gewezen Meer op macroniveau ten slotte krijgt een nieuwe
op import vanuit lagelonenlanden, valt dat voor- wereldorde vorm, waarin het Midden-Oosten hof-
alsnog niet statistisch te onderbouwen, omdat leverancier van grondstoffen wordt, Azië en delen
de export naar zulke landen de afgelopen jaren van Oost-Europa productiecapaciteit leveren en
veel sterker is gegroeid dan de import daarvan- de westerse ontwikkelde landen zich toeleggen op
daan. Impliciet betekent dit dat de Nederlandse ontwerpen en het vermarkten van de producten.
kunststofindustrie sterk concurrerende producten
maakt.
8. 7
SECTORSTUDIE KUNSTSTOFINDUSTRIE
Kunststofindustrie meer gericht op processen dan op ingeschakeld als leveranciers van capaciteit,
klanten omdat andere schakels in de keten die activiteiten
Een onder de kunststofondernemers uitgezette juist afstoten. Belangrijk daarbij lijkt te zijn dat
enquête wijst uit dat bedrijven in de kunststof- de productiebedrijven kwaliteit leveren tegen een
industrie de hoogste prioriteit geven aan proces- scherpe prijs. De toeleveranciers voldoen hieraan
sen en producten gevolgd door klanten en de en proberen hun positie te versterken door addi-
markt. Het vergroten van de efficiëntie en kos- tionele diensten zoals logistiek, assemblage en
tenreductie verdienen prioriteit, hetgeen het beeld voorraadbeheer aan te bieden. Het optimaliseren
bevestigt dat de kunststofindustrie vooral ‘inward van processen lijkt daarbij een juiste prioriteit-
looking’ en technologisch georiënteerd is. Daaruit stelling; in feite is dat hetgeen waar afnemers om
voortvloeiend wordt de geringe mate van onder- vragen en kan dus worden geïnterpreteerd als een
scheidend vermogen verklaard. zeer markt- en klantconforme bedrijfsvoering.
Samenwerking blijft moeizaam Duidelijke strategische propositie
Een tweede punt dat door de enquête is onder- En toch is een kanttekening op zijn plaats.
zocht en bevestigd is dat er weinig wordt samen- Immers, de economie internationaliseert in hoog
gewerkt met branchegenoten. Belangrijkste tempo, daarin gefaciliteerd door alsmaar snellere
obstakel is wantrouwen en onwil om informatie en betere technologieën en steeds lagere transport-
met concurrenten te delen. Omdat beide redenen kosten. De bedrijfseconomische ratio verschuift
wegvallen bij samenwerking met derden, komt steeds meer naar kostenefficiëntie. Binnen dit
dat veel vaker voor. Daarbij zijn vooral de keten- veranderend ondernemersklimaat zullen ook
partners belangrijk; met afnemers en opdracht- ondernemers in de kunststofindustrie zich moe-
gevers en in mindere mate ook met grondstof- en ten beraden op hun toekomstige rol in de keten.
machine leveranciers wordt regelmatig de samen- Immers, leveranciers van productiecapaciteit
werking gezocht. zullen voldoende additionele waarde moeten
creëren voor hun afnemers en opdrachtgevers
Veranderingen zijn nodig, paniek niet om hun prijzen te rechtvaardigen, want productie
Beide facetten zijn niet nieuw en de kunststof- kan ook elders worden uitbesteed. Zeker grote
industrie wordt al jaren gemaand daarin verande- series of producten met een langere levenscyclus
ring te brengen. Samenwerking lost veel klein- komen hiervoor in aanmerking, waarmee een stuk
schaligheidsproblemen op, terwijl klantgericht- behoefte aan capaciteit uit Nederland verdwijnt.
heid als de noodzakelijke voorwaarde voor het De kunststofindustrie zou er dus goed aan doen
voortbestaan van de kunststofonderneming werd klantenbinding te bewerkstelligen en marktgerichte
beschouwd. Toch konden beide aspecten gewoon toegevoegde waarde voor de afnemer en voor de
bestaan zonder dat de kunststofindustrie ingrij- integrale keten te creëren. Het bepalen van de
pend veranderde of in grote problemen terecht- strategische koers ter versterking of überhaupt
kwam. Een nadere blik op de productieketen leert behoud van een bepaalde positie in de keten, is
dat de kunststofverwerkers en -bewerkers worden in de huidige economische context onontbeer-
9. 8
SECTORSTUDIE KUNSTSTOFINDUSTRIE
lijk. Doorgaan op dezelfde weg zonder duidelijke naar strategische partners en een toename van
strategische keuzes - schaalvergroting, samenwer- het aandeel complexe producten leiden allemaal
king, nichespeler, specialiseren - zal een groot tot een grotere toegevoegde waarde voor keten
deel van de huidige toeleveranciers in zeer zwaar en klant. Gezien de veranderingen in het onder-
weer terecht doen komen. Positief is daarbij dat nemersklimaat geeft dat uitzicht op een meer
een aantal enquêteresultaten duidt op verandering houdbare toekomst dan wanneer alleen wordt vast-
in die richting: het aanbieden van additionele gehouden aan het verbeteren van de efficiëntie
diensten, de reeds bestaande mate van samenwer- van het productieproces.
king met opdrachtgevers, de verwachte zoektocht
10. 1 Inleiding 9
SECTORSTUDIE KUNSTSTOFINDUSTRIE
De kunststofindustrie is een jonge dynamische Het rapport bestaat uit twee delen. In het eerste
bedrijfstak. De toepassingsmogelijkheden van deel wordt de kunststofindustrie in kaart gebracht
kunststof nemen voortdurend toe; niet alleen ver- en op basis van bestaande bronnen de stand van
vangt kunststof bestaande materialen zoals hout zaken weergegeven. Zo wordt ondermeer ingegaan
en glas, ook worden compleet nieuwe toepas- op de ontwikkelingen in het productievolume,
singsgebieden toegevoegd. Deze technologische de sectorstructuur en de exportprestaties. Verder
ontwikkeling geeft de kunststofindustrie een fors komen de branchefinanciën en een aantal bij-
groeipotentieel. zonderheden van de branche aan bod. Dit deel
wordt afgesloten met de belangrijkste trends in
Mede vanwege dit potentieel krijgt de sector veel de kunststofindustrie, de marktverhoudingen in
aandacht. Naast bedrijfstakanalyses die ondermeer de bedrijfstak en de economische vooruitzichten.
wijzen op het hoog innovatieve karakter, het MKB In het tweede deel staan de enquête-uitkomsten
karakter en de sterke internationale oriëntatie van centraal. In hoofdstuk 4 worden de enquêteresul-
de branche, bestaat er ook de nodige consultancy taten betreffende samenwerking en strategische
en beleidsmatige aandacht voor de kunststof- focus voor de gehele kunststofindustrie gepresen-
industrie. Die laatste wijst dikwijls op het belang teerd. Vervolgens komen in de daarop volgende
van samenwerken om bepaalde knelpunten op te hoofdstukken de uitkomsten per marktsegment
lossen, terwijl ook een grotere marktgerichtheid aan bod en passeren achtereenvolgens de grond-
regelmatig wordt aanbevolen. Hoewel theoretisch stofleveranciers, de toeleveranciers aan de bouw,
beide argumenten valide zijn, heeft de sector zelf de toeleveranciers aan de verpakkingsindustrie,
tot op heden geweigerd in die richting te bewegen de producenten van consumentenproducten en
zonder dat de problemen daarbij onoverkomelijk de industriële toeleveranciers de revue over het
grote vormen aannemen. onderwerp strategie en prioriteitstelling. In elk
hoofdstuk wordt eerst een korte typering van het
In deze studie wordt met behulp van een enquête marktsegment gegeven. In hoofdstuk 10 wordt
vastgesteld of de kunststofindustrie inderdaad zo kort ingegaan op de verschillen tussen prioriteiten
naar binnen gericht is als menigeen beweert en en strategie van pure toeleveranciers en OEM’ers.
of er inderdaad zo weinig wordt samengewerkt. Dit deel wordt in hoofdstuk 11 afgesloten met
Bovendien is onderzocht wat nu de belangrijkste een conclusie omtrent samenwerking, strategie en
redenen of drijfveren zijn voor ondernemers prioriteiten in de kunststofindustrie.
om niet samen te werken en is gevraagd naar de
belangrijkste onderwerpen die bij klantencontac-
ten aan de orde komen. Daarnaast wordt aan de
hand van dezelfde enquêteresultaten geanalyseerd
welke strategie de kunststofondernemers volgen
en hoe zij denken over de nabije toekomst. De
enquête is gehouden onder de leden van PVT,
VvKL en NRK alsook een aantal niet-aangesloten
kunststofverwerkers, -bewerkers en grondstof-
leveranciers in Nederland.
13. 12 De kunststofindustrie in kaart 2
SECTORSTUDIE KUNSTSTOFINDUSTRIE
In dit hoofdstuk wordt de stand van zaken in eigenschappen hebben. De twee hoofdsoorten
de kunststofindustrie beschreven. Eerst wordt in kunststof zijn thermoharders waaraan slechts
ingegaan op de productieketen, zodat de kunst- eenmaal vorm kan worden gegeven en die worden
stofindustrie in het juiste perspectief kan worden vermengd met (vloei)stoffen om vervolgens uit te
geplaatst. Vervolgens wordt nader op de kunst- harden, en thermoplasten die smelten bij verhit-
stofindustrie ingezoomd en een cijfermatig beeld ting en meerdere keren gevormd kunnen worden.
ervan geschetst: naast structuurgegevens omtrent
aantal vestigingen en banen, maakt een analyse De kunststofverwerkende industrie produceert
van productiegegevens, omzet, prijsontwikke- er allerhande eindproducten en halffabrikaten
ling en handelspositie de ontwikkelingen in de van. Bij kunststofverwerking, zoals spuitgieten
bedrijfstak inzichtelijk. of extruderen, worden de granulaatkorrels ver-
werkt tot eindproducten of halffabrikaten, terwijl
sprake is van kunststofbewerking als bijvoorbeeld
De kunststofindustrie
kunststofplaten worden vervormd (thermovormen,
Omzet: € 5,7 miljard;
boren, frezen, e.d.). De totale afzetmarkten van
Aantal bedrijven: 1.010; ■
de branche vallen grofweg in vier segmenten 2
in
Aantal banen: 40.700 (wv 7.000 in de
te delen, zonder overlapping geheel uit te slui-
kunststofgrondstoffen).
ten. Zo’n 30% van de afzet wordt geleverd aan
de bouw, die daarmee de grootste afnemer van
de branche is. Daarnaast worden verpakkingen,
2.1 De productieketen consumentenproducten en producten voor andere
industrieën (B2B of industriële toelevering)
Om meer inzicht te krijgen in de branche, is het geproduceerd (ieder 20%). Binnen dit laatste seg-
nuttig de productieketen te schetsen (figuur 2.1). ment zijn de kunststofindustrie zelf, de automo-
De kunststofketen begint bij olie. Olie wordt bielindustrie en de elektronica-industrie belang-
geraffineerd tot nafta ■,
1
dat vervolgens in een rijke subsegmenten.
kraker wordt omgezet tot olefynen, zoals etheen
en propeen. Deze worden omgevormd (polyme- In hoeveelheden uitgedrukt wordt in West-Europa
riseren) tot polyolefynen (polyetheen (PE), poly- 37% van alle kunststof verwerkt tot verpakkings-
propeen (PP), PVC, etc.), die de belangrijkste materiaal, 20% tot consumentenproducten en 19%
kunststofgrondstoffen zijn, die aan de verwer- tot bouwmaterialen ■ . De overige 24% betreft
3
kende industrie worden aangeleverd in de vorm industriële toeleveringen.
van granulaatkorrels of poeders. Er bestaan vele
soorten polymeren, die elk eigen kenmerken en
■
1
Uit raffinage ontstaat 70% diesel en stookolie, 20% nafta en 10% overige producten. In totaal wordt ongeveer 4% van de
gewonnen olie omgezet in kunststoffen.
■
2
Schattingen van de NRK. Van de in Nederland geproduceerde kunststofproducten wordt eenderde in Nederland afgezet.
Daarvan wordt 48% aan de industrie geleverd, 34% aan de bouw, 11% aan de verpakkingsindustrie en 8% betreft consumen-
tengoederen (productiewaarde, input-outputtabellen, CBS).
■
3
Cijfers van Plastics Europe, www.plasticseurope.org (2003).
14. 13
SECTORSTUDIE KUNSTSTOFINDUSTRIE
Figuur 2.1 Product-stroomdiagram kunststoffen (en chemische industrie)
Olie en gas Mineralen
Nafta, andere producten Kunstmest,
Biociden,
Bestrijdingsmiddelen,
Olefynen (etheen, propeen), Brandstoffen
andere derivaten Chemicaliën,
Aromaten,
Farmaceutische grondstoffen,
Kunststoffen etc.
polymeren, synthetische rubber
(primaire vorm)
Bouw- Coatings,
materialen lijmen
Cosmetica,
Verpakkings- Industriële Geneesmiddelen,
middelen toelevering (B2B) Landbouwchemicaliën,
Wasmiddelen,
Materialen,
Brandstoffen/energie,
Automotive, etc.
Consumenten Medische apparatuur,
producten Machines, apparaten,
Elektronica.
Bron: Economisch Bureau ING
NB: zie voor een compleet productstroom diagram van de chemie de “Sectorstudie chemie”, Economisch Bureau ING (december 2002).
2.2 Brancheafbakening werkers en -bewerkers, de leveranciers van de
kunststofgrondstoffen en additieven en ten slotte
De kunststofindustrie is een gevarieerde bedrijfs- recyclers (figuur 2.2). Daarnaast ontstaan steeds
tak, die een breed scala aan producten levert meer mengvormen met andere materialen (com-
aan een groot aantal marktsegmenten. Een drie- posieten). Deze composieten zouden feitelijk als
tal segmenten valt te onderscheiden binnen de aparte producttak opgenomen moeten worden,
kunststofindustrie, namelijk de kunststofver- maar vanwege gebrek aan data is deze cijfermatig
15. 14
SECTORSTUDIE KUNSTSTOFINDUSTRIE
Figuur 2.2 Samenstelling kunststofindustrie
Kunststofverwerkers
en
kunststofbewerkers
Recycling
Leveranciers
van kunststof-
grondstoffen en
additieven
Bron: NRK, Bewerking Economisch Bureau ING
buiten beschouwing ■
4
gelaten. De totale markt- de kunststofindustrie worden gerekend, behoort
omzet van de kunststofindustrie wordt geschat op 90% tot deze groep, waarbinnen de kunststof-
ca. € 5,7 miljard. verwerking meer bedrijven telt dan de bewerking.
Hoewel het aantal grondstofleveranciers relatief
Het segment van kunststofverwerkers en -bewer- klein is, zijn deze bedrijven over het algemeen
kers is veruit het grootst in aantallen bedrijven een stuk groter.
(tabel 2.1). Van de ruim 1.000 bedrijven die tot
Tabel 2.1 Statistische branche-indeling kunststofindustrie en aantal bedrijven, januari 2005
SBI Subbranche Aantal bedrijven Aantal banen
2416 Kunststof grondstoffenindustrie 90 10.400
2470 Synthetische en kunstmatige vezelindustrie 20
252 Kunststofverwerkende industrie 900 30.300
Kunststofrecycling 30
Totaal kunststofindustrie 1.040 40.700
Bron: CBS, bewerking Economisch Bureau ING
■
4
Een deel van de composieten is opgenomen in de cijfers van kunststoffen, namelijk wanneer kunststof als belangrijkste compo-
nent wordt beschouwd. De rest is opgedeeld over andere materialen, zoals metaal, hout en glas.
16. 15
SECTORSTUDIE KUNSTSTOFINDUSTRIE
Figuur 2.3 Bedrijven naar grootteklasse werknemers, januari 2005
Kunststofindustrie
Metaalproducten- en machineindustrie
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
<5 5-9 10-19 20-49 50-99 >100
Bron: CBS, bewerking economisch Bureau ING
2.3 Ondernemingen en banen ste segmenten respectievelijk 6% (50 - 99 werk-
nemers) en 4% (>100 werknemers) van de bedrij-
In totaal telt de kunststofindustrie zo’n 1.040 ven omvatten. Bij deze cijfers moet echter worden
ondernemingen, waarvan zo’n 90% tot de bedacht dat de kunststofindustrie relatief weinig
kunststofverwerkende en -bewerkende industrie bedrijven telt (1.040), terwijl de metaalproducten-
behoort. Hierbinnen kan ongeveer 18% ■
5
tot en machine-industrie ruim 7.500 ondernemingen
de bewerkers worden gerekend. Een kleine 100 omvat; in de kunststofindustrie weegt een kleiner
bedrijven houden zich voornamelijk bezig met aantal grotere bedrijven dus relatief zwaarder
kunststofgrondstoffen. Schommelingen van het mee. Bovendien is de kunststofindustrie veel
aantal bedrijven treffen vooral de kunststofver- meer internationaal georiënteerd.
werkende industrie: in 1998 werden bijna 1.000
ondernemingen tot deze subbranche gerekend De kunststofindustrie in Nederland omvat in 2004
tegenover zo’n 825 bedrijven in 2001. ongeveer 40.700 banen. De laatste jaren is dit
aantal teruggelopen, niet in de laatste plaats van-
De kunststofindustrie is een typische MKB wege de forse concurrentie en de inzet van kapi-
bedrijfstak. Ongeveer 35% van de ondernemingen taal in plaats van arbeid. In topjaar 2000 kende
telt minder dan 5 werknemers, terwijl 9% 100 de branche nog 43 duizend banen. Het verlies van
werknemers of meer in dienst heeft (figuur 2.3). banen is overigens een industriebrede ontwikke-
Het segment tussen de 50 en de 100 werknemers ling, waarbij de kunststofindustrie relatief minder
omvat eveneens 9% van de ondernemingen. Toch banen kwijtraakt dan de gehele industrie in ons
valt de kleinschaligheid van de kunststofindustrie land. Tussen 2000 en 2004 is de banengroei -2,6%
mee ten opzichte van bijvoorbeeld de metaal- in de totale industrie, tegenover -1,9% in de kunst-
producten- en machine-industrie. Binnen deze stofindustrie. Het aandeel banen in de kunststof-
branche heeft 40% van alle ondernemingen min- industrie neemt in genoemde jaren toe tot ca.
der dan 5 werknemers in dienst, terwijl de groot- 4,6% van de totale industriële werk gelegenheid.
■
5
Aandeel bewerkers is afgeleid uit de enquête (deel II).
17. 16
SECTORSTUDIE KUNSTSTOFINDUSTRIE
Figuur 2.4 Ontwikkeling productie, omzet en afzetprijs kunststofverwerkende industrie ■ , 1e kwartaal 1996 tot en
*
met tweede kwartaal 2005 (% j-o-j)
15%
10%
5%
0%
-5%
-10%
Q1 96 Q1 97 Q1 98 Q1 99 Q1 00 Q1 01 Q1 02 Q1 03 Q1 04 Q1 05
Productie Omzet Prijs
Bron: CBS, bewerking Economisch Bureau ING
■
*
Cijfers inclusief rubberverwerkende industrie.
2.4 Ontwikkeling productie, omzet en afzet De omzetgroei vertoont tot halverwege 1999 een
vergelijkbaar beeld. De opleving vanaf de tweede
De productiegroei van de rubber- en kunststof- helft van dat jaar gaat echter niet gepaard met
verwerkende industrie is behoorlijk volatiel, een aantrekkende productiegroei. Hoewel ook de
ondanks dat de afzet over verschillende branches omzetgroei sterk afneemt, blijft deze toch posi-
is verspreid (figuur 2.4). Als toeleverende indu- tief; gemiddeld tussen 2001 en 2004 wordt een
strie beweegt de sector mee met de afnemers, omzetgroei van 2,5% gerealiseerd.
hetgeen door voorraadeffecten wordt versterkt. Ten slotte de ontwikkeling in de afzetprijzen.
Tussen 1996 en 2000 realiseert de kunststofver- Hierin zit tussen 1996 en 2000 nauwelijks bewe-
werkende industrie een gemiddelde productiegroei ging om eind 2000 behoorlijk op te lopen. Een
van 4,1% per jaar; in de periode tussen 2001 en vergelijkbare prijsstijging is eind 2004 waarneem-
2004 zwakt de groei af tot gemiddeld 0,6% per baar. Feitelijk zijn er maar twee periodes waarin
jaar. Cumulatief ligt het productieniveau in 2004 de prijzen licht dalen: de eerste helft van 2002 en
ruim 24% hoger dan in 1996. Binnen genoemde die van 2004.
periode waren vooral 1997 en 1998 jaren met
hoge productiegroei; in de jaren daarna worden Binnenlandse afzet
die cijfers niet meer geëvenaard. Tegenvallende Een deel van de zwakke productiegroei aan het
vraag als gevolg van een teruglopende conjunc- begin van de 21e eeuw is te verklaren door de
tuur en vooral de sterk afkoelende export zijn teleurstellende afzetgroei in het buitenland, in de
hieraan debet. industriële toelevering en de bouw (tabel 2.2). De
18. 17
SECTORSTUDIE KUNSTSTOFINDUSTRIE
Tabel 2.2 Afzetontwikkeling naar belangrijkste binnenlandse afzetmarkten en het buitenland ■
*
(% per jaar),
aandeel in totale brancheafzet, 2003 (in %)
1996-2000 2001-2003 1996-2003 Aandeel in afzet
Bouw 5,9 -0,8 3,4 11,8
Verpakkingen 4,6 1,4 3,4 3,8
Consumentenproducten 2,9 3,3 3,1 2,4
Industriële toelevering 4,9 -1,0 2,7 16,0
Automotive 11,0 -1,3 6,4 2,0
Elektronica 0,3 -3,9 -1,3 2,0
Agri 6,4 4,6 5,8 0,3
Medisch 2,5 10,4 5,5 1,1
Kunststof en chemie 2,3 0,4 1,6 5,0
Export 4,5 -0,9 2,4 66,0
Bron: CBS (input-outputtabellen), bewerking Economisch Bureau ING
■
*
NB: de export is niet toe te delen aan de verschillende afzetgroepen.
afkoeling van de Europese economie heeft tot een genomen, kenden in Nederland de toeleveringen
verkleining van het totale handelsvolume geleid aan de automotive de hoogste jaarlijkse groei,
en aan die tendens zijn ook de kunststoffen niet gevolgd door agrarische en medische toepassin-
ontkomen. Gemiddeld daalt de buitenlandse afzet gen. Leveringen aan de elektronica-industrie zijn
met 0,9% tussen 2001 en 2003. In Nederland is gekrompen.
de bouwproductie sinds de eeuwwisseling in toe-
nemende mate onder druk komen staan, hetgeen Buitenlandse afzet
zich heeft vertaald in minder vraag naar (o.a. Het exportbelang van de kunststofindustrie is
kunststof) bouwmaterialen. Binnen de industriële vooral eind jaren ‘80 sterk toegenomen. In 1987
toelevering zijn wat kanttekeningen op hun plaats. werd slechts 51% in het buitenland afgezet; begin
Zo kromp de afzet aan de elektronica-industrie jaren ‘90 wordt het aandeel tot 60% vergroot en
en de automotive, terwijl de afzet voor medische sinds 1996 schommelt het exportaandeel zo rond
toepassingen juist versnelde en ook de afzet aan de 64% à 65%. De totale waarde van de export
de agrarische industrie fors groeide in de periode van kunststof, rubber en aanverwante artikelen
tussen 2001 en 2003. Ook de afzetgroei van bedraagt in 2004 € 11,2 miljard ■ . Gemiddeld
6
consumentenproducten versnelde, terwijl de ver- groeit de export sinds 1996 met 4% per jaar. De
pakkingsindustrie een groeivertraging vertoonde import van deze productgroepen beloopt in 2004
maar positief bleef. Over de gehele periode € 4,9 miljard en is sinds 1996 jaarlijks met 1,7%
■
6
Inclusief alle export die niet direct via de kunststofindustrie verloopt, zoals bijvoorbeeld als onderdeel van andere export-
goederen, en de wederuitvoer. Dus niet alleen de export van de kunststofindustrie.
19. 18
SECTORSTUDIE KUNSTSTOFINDUSTRIE
Tabel 2.3 Handelsrelaties kunststof aantal landen met Nederland (primair, artikelen en verwerkt), 2004
Invoerwaarde Toename Uitvoerwaarde Toename
(€ 1.000) sinds ‘96 (%) (€ 1.000) sinds ‘96 (%)
Duitsland 1.650.493 32,3 2.577.723 39,1
België/Luxemburg ■
*
1.043.351 7,6 1.299.148 13,1
Frankrijk 433.951 22,9 1.098.119 34,7
Verenigd Koninkrijk 373.252 -17,4 1.075.682 21,3
Totaal Oost-Europa 53.974 22,8 588.580 274,4
Polen 12.731 11,0 191.348 288,5
Hongarije 9.228 8,2 70.855 208,7
Tsjechië 17.431 89,1 118.613 295,0
Verenigde Staten 475.015 9,7 281.726 110,6
Totaal Azië 319.725 55,3 835.875 87,2
China 29.440 141,6 165.811 384,6
Totaal Afrika 7.696 44,3 180.263 66,1
Totaal 4.976.437 18,8 11.190.139 48,8
Bron: CBS, bewerking economisch Bureau ING
■
*
Aandeel Luxemburg bedraagt slechts 1% (import) en 3,5% (export) van dit subtotaal.
toegenomen. De export is dus sneller gegroeid (beide 10%). Ondanks de lagere aandelen heeft
dan de import, hetgeen duidt op een sterke con- Nederland met al deze landen uitgezonderd de VS
currentiepositie. De handelsbalans, gedefinieerd een positief handelsoverschot. De invoer vanuit
als het exportoverschot ten opzichte van de totale de Oost-Europese en een aantal Aziatische lan-
kunststofhandel ■,
7
is gestaag opgelopen van 28% den (China en India) is weliswaar toegenomen,
in 1996 tot 38% in 2004. maar de absolute waarde blijft vooralsnog gering.
Bovendien blijft met deze landen de handels balans
De belangrijkste handelspartners wat betreft de positief (tabel 2.3); voor alle opgenomen gebie-
invoer zijn Duitsland (33%), België (21%) en de den is de export ernaartoe harder gegroeid dan
Verenigde Staten (10%), gezamenlijk goed voor de import ervandaan. Uitzondering hierop betreft
bijna tweederde van de totale kunststofimport. Afrika. Hoewel in deelsegmenten de (prijs)druk
Aangaande de uitvoer is de situatie meer divers: door lagelonenimport zeker kan zijn toegenomen,
Duitsland is de belangrijkste bestemming (23%), vormen deze opkomende markten branchebreed
gevolgd door België (11%), Frankrijk en het VK dus eerder een kans dan een bedreiging.
■
7
De netto uitgaande kunststofproducten (export minus import) gedeeld door de totale handelsstroom (export plus import) kan
worden beschouwd als een indicator voor het internationale concurrentievermogen.
20. 19
SECTORSTUDIE KUNSTSTOFINDUSTRIE
Box 2.1 Kunststofgebruik in de wereld
Het totale gebruik van kunststof in Nederland bedraagt ongeveer 1,7 miljoen ton (2002), wat neerkomt op
ongeveer 109 kilo per Nederlander. Daarmee is ons land een boven-gemiddelde consument; in West-Europa
ligt het consumptieniveau op 39,7 miljoen ton kunststof, hetgeen neerkomt op zo’n 99 kilo per inwoner. Het
verbruik ligt het hoogst in België, maar ook in Duitsland en Italië wordt per inwoner meer kunststof verbruikt.
Binnen het Europa van 15 consumeren de Grieken het minste kunststof per persoon. Het niveau ligt in Oost-
Europa beduidend lager, evenals in Azië. Wereldwijd verbruikt een mens jaarlijks 28 kilo kunststof. Hoewel er
altijd grote verschillen in het verbruik zullen blijven bestaan (voorkeur, cultuurverschillen), betekent het lage
consumptieniveau in veel ontwikkelingslanden volop groeimogelijkheden voor de kunststofindustrie.
Tabel B1 Kunststofconsumptie (verbruik) per capita aantal landen en regio’s, 2002
Land Cons/cap Gebied Cons/cap.
België 201 West-Europa 99
Duitsland 132 Oost-Europa 20
Italië 122 VK 67
Nederland 109 VS 104
Spanje 86 Japan 85
Frankrijk 76 Azië (ex Japan) 15
Griekenland 47 Wereld 28
Bron: Plastics Europe, Kunststof & Rubber, United Nations, bewerking Economisch Bureau ING
2.5 Kunststofprijzen Producenten van grondstoffen voor de kunst-
stofverwerkende industrie zijn afhankelijk van
Grondstofprijzen spelen een belangrijke rol in de nafta prijs omgerekend in lokale valuta. De
de kunststofindustrie. Daarbij hebben producen- prijs van nafta wordt niet zozeer bepaald door
ten van kunststofgrondstoffen te maken met de olievoorraden en -winning, als wel door raffinage-
ruwe olie en nafta, terwijl hun output doorwerkt capaciteit. De operationele capaciteit schiet tekort
op de verwerkers en bewerkers verderop in de nu de totale vraag zo hoog is, hetgeen zich ver-
keten (figuur 2.5). Afhankelijk van het type pro- taalt in hoge prijzen. De producenten van kunst-
duct maakt grondstof 35% tot 70% van de totale stofgrondstoffen proberen de hogere kostprijs
kostprijs uit bij verwerkers. Schommelingen in door te berekenen aan hun afnemers (verwerkers),
kunststofgrondstofprijzen, de laatste tijd frequent maar ook bij hen staan de marges onder druk.
en voornamelijk opwaarts, hebben daardoor een De marge wordt o.a. beperkt door concurrerende
grote invloed op de kostprijs. importen. De belangrijkste trends bij de kunst-
21. 20
SECTORSTUDIE KUNSTSTOFINDUSTRIE
Figuur 2.5 Prijs-invloedsfactoren kunststofproducten
Ketenschakel Prijsbepalende elementen
Grondstofproducenten/-leveranciers ■ Olie-/naftaprijs
■ Wisselkoers t.o.v. $
■ Raffinagecapaciteit
■ Vraag naar oliederivaten
Verbruikers van kunststofgrondstoffen ■ Krakercapaciteit
(verwerkers, bewerkers) ■ Marge van producenten
■ Beschikbare voorraad
■ Seizoen
■ Conjunctuur in verschillende landen
■ Verwachtingen omtrent prijs en vraag
Bron: VvKL, Economisch Bureau ING
stofproducenten zijn een voortgaande consolidatie kunststofconsumerende wereld. Daarnaast hebben
en herstructurering om kostenefficiëntie in inter- het voorraadniveau en de verwachtingen van de
nationale markten te kunnen bieden. Geografische kunststofindustrie over de af te zetten hoeveel-
herschikking lijkt gaande waarbij het Midden- heden invloed op de vraag. Het samenspel van al
Oosten de belangrijkste leverancier van kunst- deze factoren bepaalt tevens de maximale marge
stofgrondstoffen zal worden. De concurrentie tus- van de producenten. De facto betekent dit voor
sen kunststofproducenten zal zich meer en meer verwerkers en bewerkers forse schommelingen
toespitsen op de betrouwbaarheid van levering, aan de inkoopkant, terwijl zij aan de verkoop-
gegarandeerd door de beschikbaarheid over vol- kant veelal werken met stabiele prijzen. Immers,
doende feedstock (nafta), kapitaal en technologie met de afnemers worden prijscondities overeen-
(kostenefficiënte productie). gekomen voor een bepaalde periode. In bepaalde
gevallen worden bandbreedtes opgenomen of
In tegenstelling tot de grondstofproducenten zijn clausules om exorbitante grondstofprijsstijgingen
de kunststofverwerkers en -bewerkers relatief op te vangen. Desondanks komt een groot deel
kleinschalig en moeten de kunststofgrondstof- van de prijsschommeling dus op het bordje van
prijzen dus als een gegeven beschouwen. De de verwerkers en bewerkers terecht. De inmiddels
prijs van kunststofgrondstoffen wordt bepaald opgestarte termijnhandel maakt het ondervangen
door de kostprijs van de producenten en vervol- van de prijsschommelingen mogelijk, maar in
gens door de krakercapaciteit en de vraag naar hoeverre dit nu de oplossing is voor de gemiddel-
krakerproducten. Deze vraag hangt af van het de verwerker, zal de toekomst moeten uitwijzen.
seizoen (bouw) en de conjunctuur elders in de
22. 21
SECTORSTUDIE KUNSTSTOFINDUSTRIE
Figuur 2.6 Prijsontwikkeling aantal belangrijke kunststofgrondstoffen, 1990-2005 (kunststoffen in
dollarcent per lbs, olie in dollar per vat)
Bron: Thomson Financial Datastream
De ontwikkeling van de grondstofprijzen beweegt ontbreken, geeft de ontwikkeling van afzetprijzen
mee met de olieprijs (Bren), maar kent door versus verbruiksprijzen toch een indruk. Hoewel
bovengenoemde aspecten toch ook een eigen de branche er sinds de tweede helft van 2004 in
dynamiek, die per product verschilt (figuur 2.6). slaagt hogere afzetprijzen in rekening te bren-
De laatste jaren zijn grondstoffen sterk in prijs gen, blijft de gerealiseerde toename achter bij de
gestegen. De prijs van olie lag in januari 2000 stijging van de verbruiksprijzen (figuur 2.7). Ten
maar liefst 72% lager dan in januari 2005. De opzichte van een jaar eerder liggen in augustus
stijging van de koers van de euro ten opzichte van 2005 de verbruiksprijzen in de kunststofverwer-
de dollar heeft deze toename slechts deels gecom- kende industrie bijna 13% hoger, terwijl de afzet-
penseerd. De prijsstijging van PVC bedroeg in prijzen slechts met 4,9% zijn toegenomen. De
deze zelfde periode daarentegen maar 27%, ter- marges staan dan ook stevig onder druk in vrijwel
wijl die van PP ruim 86% beliep. HDPE en LDPE de hele sector en hoewel de verbruiksprijzen in
kenden een prijsstijging van 38%. de zomer wat zijn gedaald, volgden de afzetprij-
zen diezelfde ontwikkeling. De reden dat prijs-
Hoewel precieze gegevens over de margeontwik- stijgingen niet doorberekend kunnen worden zijn
keling van de kunststofverwerkende industrie de geringe mate van onderscheidend vermogen in
23. 22
SECTORSTUDIE KUNSTSTOFINDUSTRIE
Figuur 2.7 Ontwikkeling afzet- en verbruiksprijzen kunststofverwerkende industrie ■ , 2001-2005
*
(% jaar op jaar, prijzen van 2000)
Bron: CBS, bewerking Economisch Bureau ING
■
*
Inclusief rubberverwerkende industrie
combinatie met overcapaciteit. Daarnaast wordt wellicht moeilijk herkenbaar zullen zijn, geeft het
gewezen op factoren als de kleinschaligheid van toch een aardige indruk van de financiële gesteld-
de branche vis-à-vis de afnemers. Ten slotte moet heid van de branche in zijn totaliteit.
worden opgemerkt dat bij ondernemingen die
relatief veel toegevoegde waarde creëren, het aan- De gemiddelde resultatenrekening laat een rede-
deel grondstoffen in de kostprijs lager ligt, waar- lijk stabiel beeld zien in de jaren 2001 tot 2003
door zij minder gevoelig zijn voor prijsschom- (tabel 2.4). De kostprijs van de omzet volgt de
melingen. Immers, het creëren van toegevoegde stijging van de netto-omzet, zodat de brutomarge
waarde impliceert natuurlijk onderscheidend ver- op peil blijft. Wel nemen de afschrijvingen licht
mogen en daarmee een unieke propositie, waar- toe, hetgeen ook zou kunnen duiden op terug-
door het bedrijf minder makkelijk inwisselbaar lopende inkomsten uit investeringspremies. Het
wordt voor afnemers. bedrijfsresultaat voor belastingen schommelt
rondom de 3,5% van de netto-omzet.
2.6 Branchefinanciën
Wat betreft de gemiddelde balans voor de onder-
Hoewel door de grote diversiteit aan bedrijven handen industrietak, zijn aan de activazijde wei-
binnen de rubber- en kunststofverwerkende indu- nig grote veranderingen zichtbaar, al nemen de
strie een gemiddelde balans en resultatenrekening kortlopende vorderingen af in de loop der tijd
24. 23
SECTORSTUDIE KUNSTSTOFINDUSTRIE
Tabel 2.4 Gemiddelde resultatenrekening rubber- en kunststofverwerkende industrie, 2001-2003
(in % van de netto-omzet)
Resultatenrekening 2001-03 2003
Netto-omzet 100 100
Kostprijs van de omzet 67,7 67,8
Brutowinst 32,3 32,2
Personeelskosten 22,1 21,9
Afschrijvingen minus investeringspremies 5,8 6,5
Overige bedrijfskosten, inclusief bijzondere baten/lasten 0,8 0,6
Bedrijfsresultaat 3,6 3,2
Bron; CBS, bewerking Economisch Bureau ING
NB: Betreft SBI 25.
Tabel 2.5 Gemiddelde balans rubber- en kunststofverwerkende industrie, 2001-2003 (in % van het balanstotaal)
Activa Passiva
2001-03 2003 2001-03 2003
Vaste activa ■
*
35,4 36,8 Eigen vermogen 37,3 39,5
Deelnemingen 12,0 12,3 Voorzieningen 4,4 4,4
Langlopende vorderingen ■
**
9,2 9,7 Langlopende schulden 24,1 25,7
Voorraden 12,3 12,1 Kortlopende schulden 34,2 30,4
Kortlopende vorderingen ■
**
26,1 23,7
Liquide middelen 5,0 5,3
Totaal activa 100 100 Totaal passiva 100 100
Bron; CBS, bewerking Economisch Bureau ING
NB: Betreft SBI 25.
■
*
Betreft zowel materiële als immateriële vaste activa;
■ Vorderingen inclusief beleggingen.
**
(tabel 2.5). Aan de passivakant lijkt er tussen teleurstellende economische ontwikkeling in deze
2001 en 2003 sprake te zijn van een verschui- jaren noopt zeker industriële bedrijven tot het
ving van korte naar meer lange financieringen. aanhouden van een grotere buffer. De hogere sol-
Bovendien neemt het aandeel van het eigen vabiliteit gaat ten koste van de rentabiliteit op het
vermogen toe, van gemiddeld zo’n 35% van het eigen vermogen (tabel 2.6).
balanstotaal in 2001 tot bijna 40% in 2003. De
25. 24
SECTORSTUDIE KUNSTSTOFINDUSTRIE
Tabel 2.6 Financiële ratio’s rubber- en kunststofverwerkende industrie, 2001-2003
Ratio 2003 2001-03 Opmerking
Solvabiliteit 39,5% 37,3% Eigen Vermogen / Totaal Vermogen
Rentabiliteit EV 5,8% 6,5% Nettowinst / Eigen Vermogen
Omloopsnelheid vermogen 1,00 0,98 Omzet / Totaal Vermogen
Current ratio 1,35 1,27 Vlottende activa / vlottende passiva
Quick ratio 0,95 0,91 Vlottende activa excl. voorraden / vlottende passiva
Interest coverage 2,35 2,43 Winst voor belasting + betaalde rente/betaalde rente
Bron: CBS, bewerking Economisch Bureau ING
NB: Betreft SBI 25.
26. 3 Branche in beweging 25
SECTORSTUDIE KUNSTSTOFINDUSTRIE
In dit hoofdstuk wordt nader ingezoomd op ■ Licht: kunststof weegt weinig, waardoor bij-
ontwikkelingen in de branche die medebepalend voorbeeld transportkosten minder zijn, het
zullen zijn voor de toekomst. Eerst wordt kort makkelijk hanteerbaar is en geschikt voor
ingegaan op een aantal bijzondere kenmerken van verpakkingen en in auto’s;
de kunststofindustrie. Vervolgens komt in para- ■ Veilig/hygiënisch: door het gladde oppervlak
graaf 3.2 een aantal belangrijke trends en ontwik- is kunststof hygiënisch en makkelijk schoon te
kelingen aan bod gevolgd in paragraaf 3.3 door houden;
een beknopt overzicht van omgevingsfactoren. ■ Duurzaam: kunststof gaat lang mee, omdat het
In de volgende paragraaf wordt ingegaan op de niet verroest, verrot of breekbaar is;
markt- en concurrentieverhoudingen in de kunst- ■ Kostenefficiënt: kunststof is relatief goedkoop,
stofindustrie. Deze factoren leiden ten slotte in zeker als de integrale kosten (dus inclusief
paragraaf 3.5 tot een economisch perspectief. transport en onderhoud) worden bekeken;
■ Veelzijdigheid: met kunststof kunnen eigen-
3.1 Bijzonderheden van de branche schappen gecombineerd worden, waarvoor
De kunststofindustrie wordt gekenmerkt door vroeger meerdere materialen nodig waren (iso-
een aantal merkwaardigheden, vooral betrekking latie, lichtdoorlatend, sterk en onderhoudsvrij);
hebbende op het materiaal kunststof. Achtereen- ■ Milieuvriendelijk/recyclebaar: kunststof is
volgens komen de eigenschappen van kunststof, recyclebaar en helpt bovendien mee aan min-
het imago van kunststof en kunststofinnovatie aan der milieuvervuiling (grondbedekking in de
de orde. landbouw vermindert gifgebruik, auto’s wor-
den lichter en energiezuiniger, huizen beter
Eigenschappen kunststof geïsoleerd).
Kunststof is een relatief jong materiaal. Rond Kunststof was een vervangingsmateriaal bij uit-
1850 wordt celluloid ontdekt en pas begin 20e stek. Veel nadelen van traditioneel materiaal
eeuw (1908) ontdekt een Belg, Leo Hendrik kunnen met kunststoftoepassingen worden onder-
Baekeland, het bakeliet. Dat blijkt het startsein vangen, zodat de opmars van kunststof ten koste
voor de ontwikkeling van een hele industrie- van bijvoorbeeld hout, metaal en glas zeker ver-
tak. Juist door deze relatief lage leeftijd van der zal gaan. Inmiddels is het echter een materiaal
het materiaal, vinden op materiaalgebied nog geworden dat geheel nieuwe toepassingen moge-
volop ontwikkelingen plaats en worden steeds lijk maakt, zoals toepassingen in de lucht- en
nieuwe materialen en combinaties ontwikkeld. ruimtevaart, mobiele telefonie en sport.
Het toepassingsgebied van kunststof breidt zich
nog altijd verder uit. Kunststof, in feite bestaan Imago
verschillende soorten kunststof naast elkaar met Een ietwat tegenstrijdig punt betreft het imago
ieder andere eigenschappen, heeft bepaalde voor- van kunststof onder het grote publiek. Plastic
delen boven andere, traditionele materialen. De wordt nog altijd snel geassocieerd met zwerf-
belangrijkste zijn: afval, weggooiartikelen en ‘goedkoop’. Een vaak
■ Vormbaarheid: kunststof is in vrijwel alle gehoorde verklaring hiervoor is onwetendheid;
vormen te vormen; mensen hebben geen idee in hoeveel artikelen
27. 26
SECTORSTUDIE KUNSTSTOFINDUSTRIE
en producten kunststof een essentieel onderdeel innovatief wordt aangemerkt, zal een grotere of
is. Ook de associatie die mensen bij het woord wellicht andere inspanning geleverd moeten wor-
plastic hebben, is negatief; kunststof daarentegen den. Nog teveel blijven kunststofbedrijven hangen
wordt vaak gehanteerd voor meer hoogwaardige in technische vernieuwingen zonder daarbij oog te
toepassingen. houden voor de markt. Ook is de inspanning meer
gericht op procesvernieuwing (efficiëntie) dan op
Het imago van kunststoffen bij het grote publiek productvernieuwing: concurreren op kosten lijkt
is weliswaar verbeterd, maar blijft nog altijd ach- (op deze schaal) een doodlopende weg voor veel
ter bij andere materialen. In 2004 heeft 73% van bedrijven. De kunststofindustrie kan (moet!) meer
de Nederlandse burgers een positieve waardering profiteren van de mogelijkheden die het materiaal
voor kunststoffen; dat is ruim hoger dan de 55% op zichzelf te bieden heeft.
uit 2002, maar blijft sterk achter bij de 95% die
glas ten deel valt. Vooral de bijdrage van kunst- 3.2 Trends en ontwikkelingen kunststof-
stof aan de kwaliteit van het dagelijks leven wordt industrie
positief gewaardeerd, waarbij als eerste bouw-
materialen, keukengerei, verpakkingen en auto- Een aantal branche-interne ontwikkelingen speelt
onderdelen worden genoemd. De positief ervaren een rol in de toekomstige ontwikkeling van de
sterkte en bestendigheid van kunststof doen ech- industrietak. Daarnaast hebben ontwikkelingen in
ter niets af aan de associatie met milieuschade, de verschillende afzetmarkten een grote invloed.
slechte afbreekbaarheid en zwerfvuil. Daarnaast Waar dit laatste in deel twee naar voren komt,
worden de mogelijkheden voor recycling en her- volgt hier een aantal algemeen geldende trends
gebruik van kunststoffen laag ingeschat. Een die in de kunststofindustrie spelen.
extra inspanning van de gehele industrietak om de
toepassingen, het hergebruik en de voordelen van Internationalisering
kunststof duidelijker over het voetlicht te bren- Hoewel de kunststofindustrie al zeer internatio-
gen, lijkt absoluut noodzakelijk. naal georiënteerd is (export), zal dit verder toene-
men. De globalisering van de economie noodzaakt
Innovatie daartoe, zeker naarmate de internationale concur-
Hoewel tegenwoordig publiekelijk de term inno- rentiedruk toeneemt en ook het afnemersbestand
vatie veelvuldig wordt gebezigd, is het voor de internationaliseert. Productieketens krijgen steeds
kunststofindustrie van wezenlijk belang. Als toe- meer de vorm van een aaneenschakeling van
leverende procesindustrie zal in Nederland toege- specialisten, waarbij aan alle toeleveranciers hoge
voegde waarde gecreëerd moeten worden om niet eisen worden gesteld. Door de hoge vlucht van
te worden weggeconcurreerd door gelijkwaardige communicatietechnologie en alsmaar lagere trans-
producten uit lagelonenlanden. Vernieuwende, portkosten worden afstanden kleiner en zullen
hoogwaardige, op de klant gerichte producten afnemers niet meer automatisch toeleveranciers
bieden een uitweg uit de prijsconcurrentie. En vlakbij selecteren.
hoewel keer op keer de kunststofindustrie als
onderdeel van de chemische industrie als zeer
28. 27
SECTORSTUDIE KUNSTSTOFINDUSTRIE
Materiaalinnovatie en technologische vernieuwing Voorwaartse integratie en maatwerk
De combinatie van kunststofeigenschappen met Kunststofverwerkers en -bewerkers trachten een
die van andere materialen is zeer zeker een groei- groter deel van de toeleveringsketen naar zich toe
markt in ontwikkeling. Voor composieten zoals te trekken, om meer toegevoegde waarde te leve-
deze combinatiematerialen worden genoemd, wor- ren en een grotere klantenbinding te bewerkstel-
den dan ook steeds meer toepassingen gevonden. ligen. Daarbij worden taken als voorraadbeheer,
In feite worden meerdere materialen in laagjes assemblage en logistiek overgenomen van de
op elkaar in een product verwerkt, waarbij ieder afnemer of de tussenliggende groothandel.
laagje zijn eigen functie heeft. Een ander terrein Deze trend sluit aan op de trend van het bieden
van materiaalinnovatie betreft de biopolymeren, van totaaloplossingen en concepten aan de
waarbij producten uit hernieuwbare grondstoffen afnemers in plaats van alleen maar producten.
in synthetische opstelling worden vervaardigd. Op Door nauwere samenwerking met de klant kan
deze plaats moeten ook de functionele polymeren maatwerk worden geleverd, waarbij aan de klant
worden genoemd. Deze worden door een externe geen kunststofonderdeel wordt geleverd, maar
impuls zoals magnetisme, elektriciteit of lichtval een oplossing voor diens behoefte. Beide vergen
geactiveerd tot bijvoorbeeld oplichten, verkleu- overigens forse aanpassingen in de manier van
ren of uitzetten. Functionele kunststoffen komen werken en bedrijfsvoering.
momenteel al voor in displays en leds. Een laatste
goed voorbeeld zijn intelligente en actieve ver- Veel kunststofverwerkers en -bewerkers leveren
pakkingen. De term ‘intelligente verpakkingen’ echter onderdelen of halffabrikaten puur op aan-
wordt gehanteerd voor verpakkingen die de ver- vraag en specificatie van de klant. Zij zijn zuivere
bruiker informeren wanneer een product een ver- toeleveranciers zonder ‘eigen’ producten. In veel
andering heeft ondergaan, bijvoorbeeld kunststof- gevallen beperkt hun toegevoegde waarde zich
verpakkingen met Tijd Temperatuur Indicatoren tot het leveren van productiecapaciteit. Binnen
(TTI). Actieve verpakkingen worden speciaal zo’n productportfolio is het lastig om additionele
ontworpen om rechtstreeks invloed te kunnen uit- waarde te creëren, waardoor margeverbetering
oefenen op het verpakte product. Zij beïnvloeden eigenlijk alleen middels efficiëntievergroting
bijvoorbeeld de organoleptische eigenschappen mogelijk is. In een zich internationaliserende
- het uiterlijk, de smaak en de geur - van een vers- keten is weinig plaats voor dit type toeleveran-
product. ciers; in Nederland zullen dan ook slechts een
klein aantal grote superefficiënte leveranciers van
Naast materiaalvernieuwing staat ook de techno- productiecapaciteit over blijven (schaalvergro-
logische ontwikkeling in de kunststofindustrie ting). Voor kleinere spelers is ruimte als zij zich
niet stil. Voortdurend worden nieuwe machines richten op flexibiliteit, snelheid en kleine series.
en technieken op de markt gebracht, al dan niet Er lijkt namelijk ook een tendens gaande waarbij
in samenwerking met de kunststofverwerkers of OEM’ers zich meer en meer richten op product-
-bewerkers tot stand gekomen. Bij deze vernieu- ontwikkeling en marketing, terwijl ze de produc-
wing spelen naast efficiëntie, snelheid, accuratesse tie juist uitbesteden aan efficiënte verwerkers
en seriegrootte, ook energiebesparingen een rol. en bewerkers, zeker wanneer het kleinere series
29. 28
SECTORSTUDIE KUNSTSTOFINDUSTRIE
betreft of series frequent wijzigen. Voor veel van blijven bestaan, feitelijk dus kop-staart-bedrijven.
de toeleveranciers is het te laat om nu nog een Ontwerp en verkoop vinden plaats nabij de afzet-
strategie van productontwikkeling in te zetten, markt en de (volume)productie in Oost-Europa
zodat de focus primair zou moeten worden gelegd of Azië. Binnen dit bestek zullen daarnaast spe-
op het vervolmaken van het productieproces. Ook cialisten ontstaan die zich daadwerkelijk onder-
zou een deel van de toeleveranciers zich kunnen scheiden van concurrenten, zoals bijvoorbeeld
richten op een strategie om zich te ontwikkelen technisch hoogwaardige producten en systemen,
tot system suppliers die klantspecifieke systemen kleine series (maatwerk) met een stuk toegevoeg-
assembleren en toeleveringsketens integreren in de waarde door verticale integratie.
opdracht van grote eindopdrachtgevers. De ver-
liezers zijn die kunststofbedrijven die geen duide- 3.3 Omgevingsfactoren
lijke keus maken.
Een belangrijk facet waar zo ongeveer iedere
Geografische herverdeling ondernemer mee te maken heeft, is de wet- en
China vervult een belangrijke en groeiende rol op regelgeving. Aangezien een uitputtend overzicht
het wereldkunststoffentoneel. Daar wordt enorm van alle wetten, regels en verplichten waaraan
geïnvesteerd in productiecapaciteit, waardoor op ondernemers in de kunststof moeten voldoen
middellange termijn de verhoudingen drastisch weinig zinvol is in het kader van dit rapport,
zullen veranderen. Op korte termijn is vooral wordt hier volstaan met de belangrijkste wet- en
een prijseffect merkbaar (aanzuigende werking regelgeving die voor de gehele branche geldt
op vooral grondstoffen), maar op middellange (tabel 3.1).
termijn zullen steeds vaker de grote, niet tijds-
kritische series uit China komen. Daarbij concur- 3.4 Marktverhoudingen en concurrentie
reert China vooralsnog alleen op prijs, waardoor
het land een imago heeft opgebouwd van mindere De concurrentieverhoudingen binnen de kunst-
kwaliteit en slechte producten. De tweede kwes- stofindustrie worden bepaald door de vijf krachten
tie is welke rol het Midden-Oosten voor zichzelf die Michael Porter heeft benoemd (figuur 3.1):
ziet weggelegd. Immers, de aanwezigheid van 1. toeleveranciers;
grondstoffen biedt een sterke concurrentiefactor. 2. toetreders;
Bovendien is de kennis en technologie aldaar 3. substituten;
voorhanden. Logischerwijs zal het Midden-Oosten 4. afnemers; en
de hoofdleverancier van grondstoffen worden en 5. onderlinge concurrentie.
zullen China, India en ook de Oost-Europese lan-
den de productiecapaciteit leveren. Het overige Onderlinge concurrentie
deel van de keten, namelijk klantspecifiek ont- Het onderscheid tussen toeleveranciers en
werp en natuurlijk de uiteindelijke verkoop zal OEM’ers (Original Equipment Manufacturers,
verspreid over de verschillende afzetmarkten door ofwel fabrikanten van eindproducten), termen
hoogwaardige (specialistische) bedrijven gebeu- afkomstig uit de metaalindustrie, is ook rele-
ren. Deze laatste categorie zal ook in Nederland vant voor de kunststofindustrie. Toeleveranciers
30. 29
SECTORSTUDIE KUNSTSTOFINDUSTRIE
Tabel 3.1 Overzicht belangrijkste wet- en regelgeving kunststofindustrie
Wet- en regelgeving Toelichting Relevantie
Meerjarenafspraken Middels convenanten heeft de industrie met de Investeren in energiezuinige proces-
energie-efficiency overheid afspraken gemaakt over energie-ef- sen en machines; hierin wordt een
ficiency te bevorderen. Waar de MJA 1 vooral proactieve houding van ondernemers
gericht is geweest op bedrijfsinterne processen, verwacht.
heeft MJA 2 meer een ketenbenadering van de
productie.
Arbo Arbeidsomstandigheden aangaande veiligheid Ondernemer moet voldoen aan voor-
en gezondheid (werkplek, werktempo, werkdruk, schriften en heeft een soort zorgplicht
etc.); ziekteverzuim en terugkeer naar het werk jegens zijn personeel.
na ziekteverzuim.
Milieu Convenant Intentieverklaring uitvoering milieu- In de IMT is per thema en per stof
beleid rubber- en kunststofverwerkende industrie. aangegeven welke kwantitatieve
Onderdeel van dit convenant is de Integrale vermindering van milieubelasting de
MilieuTaakstelling (IMT) bedrijfstak in het jaar 2010 wil berei-
ken. Naast deze emissiereductie zijn
ook voor een aantal thema’s (verwij-
dering, verstoring en milieuzorg) kwa-
litatieve doelstellingen afgesproken.
Vanwege de grote diversiteit binnen
de bedrijfstak wordt uitgegaan van
een twee-sporenaanpak:
1) ca. 100 bedrijven die de grootste
bijdrage leveren aan de milieube-
lasting door de sector stellen een
BedrijfsMilieuPlan (BMP) op;
2) de overige rubber- en kunststofver-
werkende bedrijven volgen het stan-
daardpakketspoor, een standaardpak-
ket van acties en maatregelen.
Stoffenbeleid (REACH, Registratie en evaluatie van de effecten van stof- Naar verwachting zullen producenten
SOMS) fen staan centraal in het stoffenbeleid. Beter en van bepaalde stoffen de kosten van
vooral completer inzicht in welke stoffen welke deze handelingen doorberekenen aan
effecten hebben de doelstelling. REACH (nog in hun afnemers.
ontwerp) is de Europese invulling van dit risico-
inventariserend beleid.
Bron: verschillende websites en organisaties, bewerking Economisch Bureau ING