Diese Präsentation wurde erfolgreich gemeldet.
Die SlideShare-Präsentation wird heruntergeladen. ×

Nieuw organiseren in oude organisaties: uitdaging voor programmamanagers

Anzeige
Anzeige
Anzeige
Anzeige
Anzeige
Anzeige
Anzeige
Anzeige
Anzeige
Anzeige
Anzeige
Anzeige
Wird geladen in …3
×

Hier ansehen

1 von 21 Anzeige

Nieuw organiseren in oude organisaties: uitdaging voor programmamanagers

Herunterladen, um offline zu lesen

Programmamanagers introduceren een andere vorm van organiseren in omgevingen die daar vaak niet op zijn ingericht. Het ideaal van flexibiliteit, gebruik van menselijke talent, omgevingsgerichtheid en innovatie loopt stuk op de bureaucratie. Of lopen de programmamanagers vast op hun eigen defensiviteit. wij-zij denken en gebrek aan politieke vaardigheden?

Programmamanagers introduceren een andere vorm van organiseren in omgevingen die daar vaak niet op zijn ingericht. Het ideaal van flexibiliteit, gebruik van menselijke talent, omgevingsgerichtheid en innovatie loopt stuk op de bureaucratie. Of lopen de programmamanagers vast op hun eigen defensiviteit. wij-zij denken en gebrek aan politieke vaardigheden?

Anzeige
Anzeige

Weitere Verwandte Inhalte

Diashows für Sie (20)

Ähnlich wie Nieuw organiseren in oude organisaties: uitdaging voor programmamanagers (20)

Anzeige

Nieuw organiseren in oude organisaties: uitdaging voor programmamanagers

  1. 1. Nieuwe principes van organiseren Huibert de Man, 6 oktober 2014 Strategisch Onderzoek en Advies, Geldrop Bijdrage aan module 6 Strategisch Programmamanagement
  2. 2. De toekomst volgens Jo Bos… "… wordt duidelijk dat de organisatie van de toekomst gekenmerkt zal worden door andere kwaliteiten dan die, welke in het verleden belangrijk waren. De toekomst is aan de flexibele netwerk-organisaties, gestuurd door waarden, passie, samenwerking, heldere doelen, vertrouwen en verbinding. Het werken in programma’s (en projecten), sluit daar bij uitstek bij aan. Wij zijn er dan ook van overtuigd, dat voor de organisatie van de toekomst de competenties die samenhangen met (project- en) programmamanagement behoren tot de kritieke succesfactoren."
  3. 3. Relevantie  Programmamanagement nieuwe vorm van organiseren  Jo Bos: past in nieuwe organisatievormen  Context: bestaande organisaties, gebaseerd op ‘oude’ principes (bureaucratie, beheersing etc.)  Worsteling van programmamanagers  Programmatisch creëren past moeilijk  Conflict tussen waarden en principes  Moeite met macht, belangen en strategisch gedrag.
  4. 4. Kernvragen  Wat bedoelen we met ‘nieuwe organisatievormen’ Nieuw in vergelijking waarmee? Wat is/was ‘oud organiseren’?  Wat zijn redenen om anders te organiseren?  Wat zijn belangrijke kenmerken/principes van nieuw organiseren? Tot welke vormen leiden die?  Hoe komt organisatorische vernieuwing tot stand? Wat staat haar in de weg?
  5. 5. ''Nieuw” in managementboeken  Innovatie 3.0 (Henk Volberda)  Organisatorische innovatie (Ard-Pieter de Man)  Nieuwerwets Organiseren (Hans de Bruijn)  Lean Management, bijv. Lean voor de overheid (Bert Teeuwen)  Procesmanagement (Hugo Hendriks)  Kwaliteitsmanagement met Six Sigma (diverse boeken)  Rijnlands organiseren (Jaap Peters)  Batenmanagement (Michiel van der Molen)  Netwerkmanagement (Hans de Bruijn)
  6. 6. Elementen van ‘nieuw’  Procesgericht organiseren met teams; ondersteund door ICT  Platte organisaties: minder lagen, kleinere eenheden  Kostenreductie + flexibiliteit  Minder management, minder staf  Participatie, zelfsturing, resultaatverantwoordelijkheid  Omgevingsgerichtheid: ketens, samenwerking, netwerken, virtualisering  Continue innovatie en verandering.
  7. 7. ‘Oud’ = de (machine)bureaucratie  Organisatie ingericht als machine: kunstmatig systeem  Voor alles een plaats en alles op zijn plaats  Beheersen van onzekerheden door planning en afscherming  Grote rol ingenieurs en managers  Idealistisch: we kunnen organisatie maken volgens onze ideeën en idealen  Gesloten systeem: buitensluiten omgeving  Standaardisatie van werkprocessen  Scheiding tussen planning en uitvoering (denken en doen)  Technische opvatting over management  Functionele structuren  Afstand van de markt  Processen over grenzen van afdelingen heen  Lange hiërarchieën en ontwikkelde interne arbeidsmarkten.
  8. 8. Anders kijken: Morgan (1985) Beeld Wat is de organisatie? Waar gaat management om? Machine Een soort raderwerk Beheersing Organisme Een geheel van delen in omgeving Aanpassing Brein Een informatiever-werkend systeem Informatie-verwerking Politiek systeem Groepen in onderlinge strijd Mensen op één lijn krijgen
  9. 9. Uitdagingen (Child, 2005)  Mondialisering (globalization)  Nieuwe technologieën (ICT)  Kenniseconomie (en eigenschappen kenniswerker)  Extreme concurrentie (hypercompetition)  Groeiende nadruk op verantwoording (accountability) 9
  10. 10. Eisen aan organisatie(s)  Mondiale efficiency en lokaal aanpassingsvermogen  Continue innovatie (snelheid!)  Kennisontwikkeling en –behoud  Werkklimaat voor hoger opgeleiden: intrinsieke motivatie, zingeving  Life-long learning, employability  Concurrentie op kosten én flexibiliteit & innovatie!  Transparantie en betrekken stakeholders 10
  11. 11. Andere beelden!  Omgeving centraal: ‘organisme’  Oog voor spontane processen en zelforganisatie: ‘brein’  Omgaan met machtsproblematiek in en tussen organisaties: ‘politiek systeem’  Grenzen van beheers- en maakbaarheid verdisconteren  Niet over ‘organisaties’ maar over ‘organiseren’ denken  Begrip ‘management’ wordt problematisch.
  12. 12. Dominant toekomstbeeld Van… Naar… Goal-directed Vision-directed Price-focussed Value-focussed Product quality mindset Total quality mindset Product driven Customer driven Shareholder focussed Stakeholder focussed Finance oriented Speed oriented Efficient Innovative Hierarchical Flat (samenwerken, vertrouwen) Functional Cross-functional Rigid Flexible Domestic Global Vertically integrated Networked Blauw is genoemd in visie Jo Bos
  13. 13. Spanningen in toekomstbeeld  Economisch-technische rationaliteit vs zingeving  Beheersbaarheid versus leervermogen en ontwikkeling  Omgevingsgerichtheid versus behoefte aan veiligheid en eigen cultuur  Afrekencultuur versus vertrouwen  Klanten tevredenstellen versus medewerkers koesteren  Vereenvoudiging versus omgaan met complexiteit.
  14. 14. Jullie ideaalbeeld…  In vier groepen van 4 of 5 mensen  Uitwisselen  Elementen van goed organiseren  Waarom juist deze?  Verhouding met gangbare praktijk?  Ordenen en vastleggen (flipovervel)  Plenaire bespreking
  15. 15. Nieuw organiseren: utopie  Het nieuwe is een perfecte wereld (utopie)  Idealistisch mensbeeld: hete slechte is uitgebannen  Statisch: gewenste eindtoestand  Ontworpen vanuit ideeën  Gesloten: immuun voor externe invloeden
  16. 16. Utopische elementen nieuw organiseren De utopie Verdrongen werkelijkheid Heldere doelen Ambiguïteit, ruilhandel, leerprocessen Vertrouwen en samenwerking Wantrouwen en conflict Openheid transparantie Noodzaak geheimhouding en back-stage gedrag Intrinsieke motivatie en passie Rol van dwang, straf en beloning Inspirerende en verbindende leiders De duistere kant van leiderschap Flexibiliteit De behoefte aan zekerheid Maakbaarheid Eigen dynamiek van processen
  17. 17. Veranderen: wij-zij perspectief Wij Zij Willen het goede Willen status-quo handhaven Weten waar het heen gaat Hebben geen helder toekomstbeeld Zijn helder, transparant en eerlijk Opereren vanuit verborgen agenda’s Handelen vanuit het algemeen belang Handelen vanuit deelbelangen Zijn dus de kracht achter verandering Vormen de kracht tegen verandering
  18. 18. Gevangen in theories-in-use  Het nieuwe organisatiedenken is vooral ‘espoused theory’ (Argyris)  een manier van praten en denken  Expliciete denkbeelden  Waarvan we vinden dat ze moeten worden toegepast (normatief)  Waarvan we willen geloven dat we er zelf naar handelen…  Het oude programma (hiërarchie, beheersing etc.) stuurt ons handelen aan  Is snel en efficiënt  Verankerd in procedures, managementtechnieken en reflexen  Beschermt tegen verrassingen  Institutioneel, juridisch verankerd  Past bij een aantal primaire drijfveren (macht, eigenbelang)
  19. 19. Hoe beter?  Vermijd utopieën + wij-zij denken  Niet optimaliseren maar balanceren (omgaan met spanningen)  Gebruik managementhypes als inspiratie, niet als oplossing  Begrijp de dynamiek, vecht niet tegen het systeem  Ontwerp en verander geen organisaties, maar organiseer  Organiseren is een werkwoord  Organisaties zijn geen dingen met eigenschappen  Er zijn geen definitieve oplossingen en niemand kan die eigenhandig invoeren  Stel niet als voorwaarde wat uitkomst is  Doelen zijn het resultaat van handelen  Helderheid begint met ambiguïteit, samenwerking met verschillen  Accepteer macht en belangen als motor van organiseren, ontwikkel uw politieke vaardigheden
  20. 20. En de programmamanager?  De programmamanager draagt bij aan een andere manier van organiseren (netwerk, horizontaal, verbinding, passie, vertrouwen e.d.) door  Te begrijpen dat ook het eigen handelen nog steeds door heel andere organisatieprincipes wordt aangestuurd en tevens door andere drijfveren dan samenwerking en gemeenschappelijke doelen  Te accepteren dat dit zeker voor lijnmanagers en bestuurders geldt  En binnen deze context elementen van nieuw organiseren te bevorderen  Daartoe de eigen politieke en sociale vaardigheden te vergroten en zo de eigen bijdrage op de agenda te krijgen en te houden  Zonder het slachtoffer te worden van wij-zij denken en defensieve patronen.
  21. 21. Een beetje wijsheid tot slot… “Het is de kracht van wijzen is dat ze niet proberen grootse dingen te doen. Dat maakt hen groot. “ Lao Zi “Men moet menselijke handelingen niet bespotten, niet betreuren, niet veroordelen, doch begrijpen.” Spinoza “Act as if what you do makes a difference. It does.” William James Huibert de Man consult@huibertdeman.nl

Hinweis der Redaktion

  • Leading Change, lecture 3

×