GlH1&2klas5

Harold Brockbernd
Harold BrockberndEerstegraads docent aardijkskunde bij Gemeentelijk Gymnasium Hilversum en beeldend kunstenaar
Globalisering H1 & 2
De links en animaties zijn actief in de
leesweergave
https://www.youtube.com/watch?v=fvgG-pxlobk
4 aspecten van belang:
 ligging
 bevolkingskenmerken
 gebiedskenmerken
 interne en externe relaties
Vormen van geografisch beeld
BEVOLKINGSKENMERKEN
Een geografisch beeld van de bevolkingskenmerken
Een geografisch beeld van de wereld op
grond van bevolkingskenmerken
De wereld indelen in gebieden met soortgelijke
kenmerken (regio’s). Je kunt regionaliseren op grond van:
• verschillende bevolkingskenmerken:
• demografisch
• cultureel
• economisch
• politiek.
• Indelingscriteria per kenmerk: Op grond van meetbare
criteria per kenmerk ontstaan categorieën van landen;
regio’s.
een voorbeeld van categoriseren van landen met betrekking
tot het (bevolkings)kenmerk economie, is de wereld indelen in
rijke en arme regio’s op grond van BNP/inwoner.
Waarom?
• Vaststellen overeenkomsten en verschillen
• Aan kunnen geven van een ontwikkeling in de
tijd
• Een ruimtelijke beeld creëren van punt 1 en 2
• De wereld indelen
DEMOGRAFISCHE KENMERKEN
regio’s op grond van : bevolkingsomvang, groei of daling van
bevolkingsaantal, positie in het demografische transitiemodel
• Bevolkingsontwikkeling mondiaal filmpje
mondiale bevolkingsgroei tot 2100
Daling sterfte cijfer (hogere levensverwachting)
gekoppeld aan welvaart
Link
Demografisch transitiemodel B111
Demografisch transitiemodel
• Trend bevolkingsgroei/afname
• In fasen gekoppeld aan sociaal culturele
kenmerken/ontwikkeling.
• Economische verwijzing van de fasen:
• fase 1 agrarisch-ambachtelijke fase
• fase 2 proletarische fase
• fase 3 moderne fase
• fase 4 postindustriële fase
Verschillende bevolkingsdiagrammen passend
bij fasen in het transitiemodel
Vraag: beschrijf de vorm
van de diagram van fase 1
van het transitiemodel
Naarmate het
ontwikkelingspeil van een
land stijgt neemt eerst de
groene druk af (dus ook
afname demografische druk).
Uiteindelijk zorgt een
toenemende vergrijzing weer
voor toename van
demografische druk.
Hoe verandert demografische
druk bij een groeiend
ontwikkelingspeil
De demografische druk (DD): verhouding aantal actieven en niet-actieven in
een bevolking
Niet-actieven (A + C)
• Jongeren 0-19 jaar
groene druk = A : B x 100%
• Ouderen vanaf 65 jaar
grijze druk = C : B x 100%
Productieve leeftijdsgroep (B)
• 20-64 jaar
DD= (A+C) : B x 100%
Regel: Bij ontwikkeling van een land neemt eerst
de groene druk af en stijgt later de grijze druk.
Beeld demografische druk
Beeld bevolkingsontwikkeling
Ongelijke bevolkingsontwikkeling in de wereld
VERDELING BEVOLKING; STAD EN
PLATTELAND
Urbanisatie graad en snelheid
Urbanisatie in de wereld:
een groeiende urbane bevolking
Klik hier
Volgens de VN zal in 2030 60% van de wereldbevolking in steden leven. Het
grootste deel van de groei komt voor rekening van groei van megasteden in de
periferie. Hiërarchie naar aantal inwoners GAPMINDER INKOMEN % URBANE BEVOLKING Mumbai NOS
De grootste groei van steden vindt plaats in de (semi)periferie.
De wereldsteden in het centrum groeien veel trager.
Megasteden groeien snel door:
a. hoge natuurlijke groei
b. hoog vestigingsoverschot
c. uitbreiding van de stad over omgeving
Urbanisatiegraad/tempo periferie
urbanisatie graad tempo
centrum hoog laag
periferie laag hoog
Periferie:
• Ruraal urbane migratie
• Snel groeiende steden
• Ontstaan krottenwijken door
snelle toestroom van arme
plattelanders
urbanisatiegraad:
• Het percentage van de
totale bevolking in een
regio/land dat in de
stedelijke gebieden
woont.
urbanisatietempo:
• De jaarlijkse groei van
de stedelijke bevolking.
CULTURELE KENMERKEN
Cultuurgebieden ontstaan als gevolg van indeling op grond van culturele
kenmerken
Cultuurgebieden
Een volk is een groep mensen met dezelfde culturele indentiteit, die lange tijd samen
leeft. Bepalend voor cultuur zijn de cultuur elementen of kenmerken. De belangrijkste
cultuurelementen zijn taal en religie bepalen in hoge mate culturele identiteit.
Cultuurgebieden zijn regio’s met gemeenschappelijke cultuurkenmerken.
Ruimtelijke proces van verspreiding
van cultuurelementen
Losstaande eilandjes
van modernisering
door relocatie
Geleidelijke,
gelijkmatige
verspreiding naar
alle kanten; als een
vlek.
Lopend vuurtje
verspreiding door
netwerken
Verspreiding
door directe
contacten
Het sociale proces van acceptatie; de
acceptatiecurve
Ook veel gebruikt in marketingonderzoek
voor inzicht in koopgedrag bij introductie
van nieuwe producten.
• Product life cycle
• Acceptatie en verkoop van nieuwe producten
Sociale diffusie: de verspreiding van
een cultuurelement in de samenleving
• Door communicatierevolutie versnelling proces
• Pagina 17
Diffusie van ideeën met tegengestelde
effecten
• Acculturatie: acceptatie en overname
• Verbrokkeling: afwijzing en conflict
ECONOMISCHE EN POLITIEKE
BEVOLKINGSKENMERKEN
Big Mac als koopkracht indicator
Spreiding gemiddeld inkomen
grafiek
• 80% verdient 50% van het
NI
• 20% verdient de overige
50%
• Algemeen: hoe armer een
land, des te meer zal de
curve naar de rechter
benedenhoek verschuiven.
• Filmpje Lorentzcurve
Kenmerk: verdeling van samenstelling beroepsbevolking
• Aandeel in landbouw betere indicator dan industrie of
diensten
• In ontwikkelingslanden vaak geen cijfers en/of zeer
onbetrouwbare cijfers.
• Onbetrouwbaarheid voor de tertiaire sector komt in
ontwikkelingslanden door de informele sector
Regel: bij hoger ontwikkelingsniveau zullen er relatief steeds minder mensen in de landbouw
werken.
VERKLAAR!
Kenmerk: inkomen
indicatoren zeggen niets over:
• Verschillen in koopkracht binnen
regio’/landen
• Spreiding welvaart in een regio of
land
Economische kenmerken/indicatoren
• Nationaal inkomen
• Bruto Binnenlands Product (BBP)
• Bruto Nationaal Product (BNP)
Regio’s op grond van
inkomenskenmerken:
• centrum
• semi periferie
• periferie
Indelen op basis van politieke kenmerken
Democratisch gehalte
• Meetbaar via index voor
democratie (VN)
Corruptie; verweving toplaag
• Zeer nadelig voor de economie
Mensenrechten
Beeld van regio’s op grond van politieke kenmerken
Vier regio’s nader bekeken
De cultuurgebieden: Europa/Azie, Oost-
Azie, Afrika (de Islamitische wereld,
Afrika zuidelijk van de Sahara), Latijns-
Amerika
MACROREGIO’S
Europa, Afrika (Islamitisch Afrika, Afrika zuidelijk van de Sahara), Oost-
Azie, Latijns-Amerika
China, Noord-Europa en Afrika nog invoegen
Bevolking China
LATIJNS-AMERIKA
Cultuur
• Koloniale erfenis
• Invloed hegemoniale staten Portugal en
Spanje
• Verdrag Tordesillas 1494
• Rooms katholiek
• Etnische vermenging Europeanen, inheemsen
en slaven
Bevolking Latijns Amerika
Omvang
Spreiding
Politieke kenmerken
• Vroege onafhankelijkheid
• Vele politieke omwentelingen: (Militaire)
Dictaturen, socialistische invloeden vanuit Cuba
• Na jaren tachtig democratisering
Sociaal economische kenmerken
Contrasten tussen landen
Contrasten binnen landen
Hoe is de lorentzcurve van Latijns
Amerika?
• Grote contrasten
tussen arm en rijk.
• Een steeds kleiner
deel van de
bevolking bezit een
toenemend deel
van het Nationaal
inkomen.
• De curve wordt
naar de rechter
bebedenhoek
getrokken.
DE WERELD, SYSTEEM VAN LANDEN
EN RELATIES
De koloniale periode
• tot 1850 Handelskolonialisme
(handelskapitalisme). Hegemoniale staten
dwingen handel af en vestigen handelsposten.
• Vestigingskolonisatie: migratie van Europeanen
in gebruikname grond overzeese gebieden. Geen
primair economisch motief.
• Exploitatiekolonialisme na industriële revolutie.
Kernlanden op zoek naar grondstoffen. Volledige
overheersing en exploitatie van landen (vooral in
Azië en Afrika) door de kernlanden; imperialisme
Latijns Amerika:
handelskolonialisme. Spanje
en Portugal hegemoniale
staten.
Noord Amerika:
vestigingskolonialisme
Azië: eerst
handelskolonialisme, later
expoitatiekolonialisme.
Nederland, maar later vooral
Groot-Britannie hegemoniale
staten.
Afrika: exploitatiekolonialisme
door meerdere Europese
landen.
Wereldeconomie 17e, 18een 19e eeuw
Het koloniale systeem is de basis van
globalisering en de huidige rolverdeling in
de wereld.
Het ontstaan van een mondiale rolverdeling van
kernlanden en kolonien /periferie. Het ontstaan
van een mondiaal economisch systeem.
De oude rolverdeling wordt voortgezet in een
nieuw jasje. De nieuwe o onafhankelijke staten
doen weer zaken met MNO’s uit de moederlanden.
Globalisering zet door met de huidige centrum
periferieverdeling en mondiale arbeidsverdeling als
resultaat.
Na dekolonisatie, versnippering van de koloniale
gebieden. De vele nieuw ontstane staten keren zich
in eerste instantie af van het moederland en de
oude rolverdeling. Globalisering stagneert tijdelijk.
Het Centrum-Periferiemodel
Verdeling Centrum
periferie op grond van:
• Omvang economie
• Rol binnen
economisch systeem:
dominant of
afhankelijk
De verdeling tref je aan
op verschillende
schaalniveaus
Rolverdeling in de wereld
Het ontstaan van een internationale
arbeidsverdeling/productieketen
Low tech industrie
High tech industrie
Diensten
centrum-semiperiferie-periferie
stroomversnelling globalisering
STUWENDE FACTOREN:
• einde koude oorlog tussen de eerste en de
tweede wereld; voorheen verdeling wereld in
invloedsferen
• val muur 1989; vrij verkeer tussen oost en
west
• Opening chinese economie jaren 90; SEZ’s
• liberalisering: open grenzen voor goederen,
mensen en kapitaal
Uitschuiving en herverdeling
arbeidsmarkt
Wat is het verband tussen bron A en B?
A B
Vorming van de triade; het mondiale
centrum
Verschuiving binnen de triade: global
shift.
De Amerikaanse en de
Aziatische poot van de
triade vormen de Pacific
Rim. Dit is het snelst
groeiende deel van de
wereldeconomie
TOENEMENDE ECONOMISCHE
SAMENHANG
GlH1&2klas5
Invloedsferen, belangenverstrengeling
en tegenstelling
80% van handel binnen of tussen de
drie kernregio’s
Figuur W5 Export van macroregio’s naar bestemming (2009), blz 83
• De omvang van de hokjes weerspiegelt de omvang van de export
• EU grootste omvang; veel handel EU landen onderling
• Veel onderlinge handel binnen de macroregio geldt ook voor de andere regio’s
• aandeel in wereldhandel van Duitsland, VK en Nederland is 16% mondiaal
• Waaraan zie je of een land bij centrum of periferie hoort?
harmonieuze relatie
Vervlechting en afhankelijkheid:
samen succes, samen crisis
Toenemende vervlechting en
dynamiek in de wereldeconomie
• mondiaal steeds meer uitwisseling van
grondstoffen, eind/half producten, energie
• conjunctuurschommelingen worden in het
hele systeem gevoeld (zowel succes als crisis)
• MNO’s verplaatsen steeds hun vestigingen
met als gevolg steeds verschuivende
handelsstromen
• toenemende afhankelijkheid
Enkele verklarende principes met
betrekking tot de toegenomen interactie
• Verkleining van relatieve afstanden = tijd
ruimte compressie door verbeterde
transporttechniek
• Verbeterde informatie- en communicatie
technologie; de elektronische snelweg
• verbetering van relatieve ligging door
Infrastructuur en netwerken..de wereld is
dichterbij!
• Complementariteit……?
Verklaring voor interactie tussen
landen; Ullman’s interactietheorie
Voordat vervoer of interactie van goederen, kapitaal, personen (migratie) of energie
tot stand komt moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:
goede fysieke infrastructuur, transporttechniek
Bijvoorbeeld: een land licht dichterbij maar hoort niet tot het eigen handelsblok
Verzin zelf nog enkele voorbeelden van complementariteit, tussenliggende
mogelijkheden en transporteerbaarheid.
GlH1&2klas5
TIJD RUIMTE COMPRESSIE
Tijd ruimte compressie
Global village
Transport
revolutie
Communicatie
revolutie
Verkleining
relatieve
afstanden
Relatief
krimpende
wereld
internet via
mobiel
Goederentransport revolutie
Belangrijkste ontwikkeling in
het goederen vervoer?
Standaardisering: stukgoed
vervoer per container.
Efficiënte belading door
standaardmaten; teu, twenty
feet equivalent unit.
Organisatie van transportnetwerken
volgens hub and spokes systeem
POLITIEKE GLOBALISERING
De invloed van nationale overheden
Overheden bepalen de spelregels voor ondernemingen. De
aantrekkelijkheid van een land voor bedrijven, wordt bepaald
door drie politieke factoren.
De mate van bemoeienis met
het bedrijfsleven
Politieke onrust schrikt
investeerders af.
Een goed functionerende vrije
markt economie wordt door
economen als ideaal gezien.
De mate waarin een overheid
een goed vestigingsklimaat
bevordert/stimuleert
Opleidingsniveau (scholing),
infrastructuur, faciliteiten
(SEZ’s/EPZ’s),
belastingmaatregelen.
De stabiliteit van de regering
Invloeden op mondiaal schaalniveau
• Organisaties gericht op groei en liberalisering van de
wereldeconomie: Wereldbank,
Wereldhandelsorganisatie WTO. (NGO’s)
• Invloed multi nationale ondernemingen
• Handelsblokken: gericht op het bevoordelen van
deelnemende landen
• G7 conferenties
• actualiteit: Trans-Atlantisch Vrijhandels- en
Investeringsverdrag (TTIP)
Handelsblokken, samenwerking
Politieke globalisering en
tegenbeweging
• Anders globalisten zijn tegen Global Governance
• Zij vrezen dat de macht over de wereld in handen komt
van een steeds kleinere groep beslissers.
• Deze elitaire groep van beslissers, liberaliseert (minder
regels), laat economische motieven prevaleren
• Deze beslissers verdienen ten koste van leefomgeving,
duurzaamheid en kansen van het grootste deel van de
wereldbevolking.
• Tegenbewegingen streven naar lokalisering
Culturele globalisering en
tegenbeweging
• DNW VPRO; De verovering van de wereld . Een inleiding over globalisering. 0-25
min. http://www.vpro.nl/buitenland/speel.WO_VPRO_032820.html
• DNW VPRO; De tempel. Fundamentalisme als reactie op globalisering. 0-25 min.
http://www.vpro.nl/speel.WO_VPRO_032824.html
Vragen:
Is wereldcultuur hetzelfde als Amerikanisering?
Is vrije markt economie hetzelfde als democratie?
Kun je democratie exporteren
Is fundamentalisme een bijproduct van globalisering?
Standaardisering van normen, waarden, cultuur: Amerikanisering
TOENAME VAN DE RUIMTELIJKE
VERSCHILLEN TUSSEN GEBIEDEN ALS
GEVOLG VAN GLOBALISERING
Industrialisatie en ontwikkeling in
periferie
• MNO’s zoeken naar de kostenvoordeel in productiekosten
• Vanaf jr. 60/70 uitschuiving van laagwaardige
arbeidsintensieve industrie en outsourcing
• Zie voorwaarden voor interactie Ullmann
• Ontwikkeling in landen die optimale voorwaarden bieden
– Veel arbeiders voor simpel werk, laag kennisniveau, lage lonen,
soepele regels
• De Aziatische tijgers: de eerste generatie NIC’s
(Singapore, Zuid-Korea, Taiwan)
• De babytijgers: de tweede generatie NIC’s
(o.a. Thailand, Vietnam, Turkije, Mexico)
• Ontwikkeling volgens het vliegende ganzen model
Welke modellen verklaren de ontwikkeling in verschillende
snelheden van bijvoorbeeld Zuidoost-Azië?
Het model van de
Vliegende Ganzen
• Complementariteit
• Tussenliggende mogelijkheden
• Transporteerbaarheid
Het model van Ullmann
De globalisering leidt tot ? grotere sociale – en
regionale ongelijkheid
Ontwikkeling in verschillende snelheden
Economische ontwikkeling volgens het model van
de Vliegende Ganzen
In eerste instantie eenvoudige
gebruiksgoederen met inzet van
laagschoolde arbeid. Vervolgens
door ontwikkeling overschakeling
naar complexere producten met
inzet van hoger kennisniveau.
Wanneer de vestiging in een
bepaald land voor een bepaalde
industrie te weinig voordeel
oplevert, doordat in een land
door toenemend
ontwikkelingspeil het
vestigingsklimaat verandert, dan
verschuift die industrie naar een
land.
Spread effecten
• overdracht kennis
• investeringen
• aanleg infrastructuur
Backwash effecten
• Arbeidsmigratie
• Braindrain
• weghalen grondstoffen
• uitputting bodem
• milieuverontreiniging
Toename ongelijkheid
• Ruilvoetverslechtering
• Fragmentarische
modernisering
Ongelijke relaties
• Afhankelijkheid arme landen
• Dominantie kernlanden
Ontwikkelingsmogelijkheden
• Importsubstitutie
• Uitschuiving
• Outsourcing
Interactie tussen centrum en
periferie
Kennis en kapitaal
Grondstoffen
en energie
Fragmentarische modernisering
GlH1&2klas5
Opdracht: ruimtelijke gevolgen van
globalisering
Fast world - slow world
Stelling: ‘globalisering
leidt tot eenheid en
verbrokkeling’
Verdedig deze stelling.
Gebruik ook de begrippen
spread- en backwash-
effecten
Globalisering leidt tot eenheid en verbrokkeling
Verbrokkeling
• Op mondiaal niveau
– spread en backwash tussen centrum en
periferie
– brain drain; betere opleidingen en
kansen in de kernlanden
– uitstroom van energie en grondstoffen
van periferie naar het centrum
– spread van ontwikkelingsmogelijkheden
via het mondiale stedelijke netwerk.
• Op nationaal niveau
– Perifeer platteland profiteert niet van
spreadeffecten
– In perifere regio’s wel backwasheffecten
: uitstroom van natuurlijke
hulpbronnen, kapitaal en
arbeidskrachten
– Spreadeffecten alleen dichtbij (grote)
steden; fragmentarische modernisering
Eenheid
• Mondiaal
– Uitwisseling van kennis
– Wereldeconomie:
afhankelijkheid/samenhang
– Diffusie van cultuur
– global village
• Nationaal
– Steden als motoren voor modernisering
– Buitenlandse investeringen stimuleren de
ontwikkeling van perifere landen
Conclusie
• Door backwash in achtergebleven neemt de regionale
ongelijkheid verder toe
• Spread veroorzaakt slechts fragmentarische modernisering
• Er ontstaan werelden van verschillende snelheden
• Fast world – slow world
• De fast world is “connected” en ondervind de mogelijkheden
van de global economy. Hier vindt steeds sterkere
vervlechting plaats dus meer eenheid….steeds sneller
• De slow world blijft achter en raakt afgesneden van de global
economie
• Er is sprake van verbrokkeling
Fragmentarische
modernisering
Regionale
ongelijkheid
Fast world
Slow world
Twee werelden, twee snelheden
Eenheid,
vervlechting
GlH1&2klas5
Veranderende productieprocessen door
globalisering; standaardisering
• Wereldwijde toename van de
vraag naar producten leidt tot
massaproductie
• Massaproductie leidt tot
veranderende organisatie van het
productieproces (vanaf jr. 20
Fordisme)
• Door veranderende
consumptiebehoefte
(individualisering van de vraag,
snellere trends/mode/lifestyle)
vanaf de 80ger jaren; introductie
van een nieuw
bedrijfsmodel(Toyotisme).
Fordisme
• Vanaf jaren 20
massaproductie aan een
lopende band.
• Inzet van veel arbeid
(routinematige
handelingen) later
geautomatiseerd.
• Het gehele
productieproces vindt
plaats op één locatie.
• Alle eindproducten gelijk;
geen keuze consument
Uitleg product life cycle
• Ieder product heeft een bepaalde levensduur
• Ieder product doorloopt de fasen van introduction
tot decline.
• Bijvoorbeeld de tablet zit in de growthfase. De
typemachine is al geruime tijd voorbij het einde
van de levenscyclus.
• Door het internet en massamedia veranderd het
consumptiegedrag
• Snellere wisselingen in de vraag naar steeds
nieuwere producten; de levenscyclus van
producten wordt steeds korter.
• Als een product niet meer winstgevend (als de
vraag afneemt) is, dan kan een bedrijf een totaal
nieuw product ontwikkelen maar ook kan de
levenscyclus van een bestaand product worden
verlengd door een kleine aanpassing op het
originele ontwerp. Bijvoorbeeld Iphone
• Bedrijven creëren ook zelf behoefte door reclame,
marketing, introductie nieuwe producten of
aangepaste producten via films, sponsoring
• Wereldwijd proces
• Life style, imago, doet vraag toenemen
• Voorbeeld; mode artikelen
• Toename wereldwijde productie en handel,
toename verbruik grondstoffen/energie.
Toyotisme/toyotisering;
• Bewustwording van de consument,
minder interesse in massaproducten,
individualisering van de vraag.
• Costumizing: producten worden
geassembleerd op bestelling, naar
de smaak van de klant.
• Just in time principe: alle onderdelen
komen getimed aan in de
hoofdvestiging om direct te worden
verwerkt.
• De meeste producten worden vanaf
de jaren negentig op deze manier
geproduceerd.
• Onderdelen/halffabricaten worden
geleverd door meerdere
toeleverende bedrijven of
vestigingen op locaties verspreid over
de wereld.
• Communicatie en betrouwbaar
transport is bij deze manier van
ondernemen zeer belangrijk
• Toename mondiale uitwisseling
goederen, kapitaal, kennis
Het verband tussen Toyotisering en de kortere
levenscyclus producten;
• Toyotisering maakt snellere
afstemming op vraag en
behoefte mogelijk
• snellere opeenvolging van
vernieuwingen/verbeteringen
• Verkorting van de levensduur
van producten is makkelijker
op te vangen door kleine
aanpassingen in de
productielijn
• Mogelijkheden voor meer
winst voor ondernemingen
• Meer productie/handel
• Mondiaal meer interactie
Opdracht:Lees nog eens aandachtig het stuk
“Fordisme en Toyotisme” op blz 97
De nieuwste vorm van standaardisering is
Ikeanisering.
a. Bedenk waarin het concept van toyotisering
op Ikeanisering zou kunnen lijken
b. Bedenk wat de verschillen zijn
c. Op elke wijze draag Ikeanisering bij aan
mondialisering
a. Costumizing: verschillende onderdelen die de klant naar smaak kan laten variëren.
Lage prijzen door massaproductie.
Onderdelen gemaakt op verschillende locaties in lagelonenlanden.
Inspelen op mode/trend; producten hebben een korte levenscyclus.
b. Bij Toyata vond de assemblage centraal plaats in Japan. Bij Ikea: Geen assemblage. Producten worden door de
klanten in de winkels over de hele wereld, uit onderdelen samengesteld en thuis in elkaar gezet.
De producten zijn en heten in ieder land hetzelfde.
Toyotisering gaat over een manier van produceren van één eindproduct. Ikeanisering is verdergaand. Het betref
standaardisering van productgroepen; woninginrichting, eten (Ikea Food), huizenbouw, verzekeringen.
Toyota besteedde de productie van onderdelen uit aan verschillende bedrijven. Bij IKEA is het hele
productieproces van grondstof tot verkoop grotendeels in eigen bezit
c. Cultureel
1. Westerse manier van wonen
2. Nadruk op het individu
3. Bevordert consumentisme: goederen vervullen niet een basisbehoefte maar verschaffen de eigenaar prestige (imago, life-
style)
4. Fast world
Economisch
1. Multinational: het productieproces is mondiaal georganiseerd
2. Wereldwijde transacties: goederen, kapitaal
3. korte levenscyclus producten; toename vraag
IKEANISERING
• De doe het zelf burger. Individueel
maar wereldwijd dezelfde keuzes.
• Life style filosofie
• De zelf samen te stellen
geprefabriceerde samenleving,
gefaciliteerd door één onderneming.
• Alle producten geproduceerd in lage
lonen landen
• Stel je eigen keuken samen (alle
onderdelen van Ikea)
• Stel je eigen huis samen in een Ikea
wijk
http://tegenlicht.vpro.nl/nieuws/201
2/april/Strand-East.html
• Vormgeving en filosofie mondiaal
geëxporteerd
• Hoofdvestigingen in
De nieuwste vorm van
standaardisering
Delft en Leiden
Verhoging economische potentie door clustervorming:
wijncluster in California
• Overheden steunen vorming clusters vanwege de
economische potentie. Voor de hele omgeving.
• Het geheel is meer dan de som der delen;
schaalvoordelen/agglomeraratievoordelen
• concentratie van soortgelijke en elkaar aanvullende
ondersteunende bedrijvigheid
• Meerdere bedrijven van dezelfde tak bij elkaar
vergroot de aantrekkelijkheid voor klanten
• Levert voordelen op voor de bedrijven; het trekt
diensten aan waarvan deze bedrijven gebruik maken
• Clusters ontstaan vaak in of bij steden. Daar zijn al:
• onderzoeksinstellingen
• facilitaire bedrijven
• beroepsopleidingen
• infrastructuur
• ondersteunende diensten; banken, overheden, design
Voorbeelden Nederland
• brainports
• greenports:
bijvoorbeeld agrocluster
Lingewaard (Betuwe),
Foodvaley
(Wageningen)
TTIP
TTIP/TTP
• Tegenhanger van TTIP
voor landen rond Stille
Oceaan
• Het is een opsteker vlak
voor het begin van de
jaarvergadering van het IMF
en de Wereldbank: de VS,
Japan, Peru en nog negen
landen bereikten maandag
een vrijhandelsakkoord, het
zogenoemde Trans-Pacific
Partnership (TPP).
• Door: Peter de Waard 5
oktober 2015, 22:22
• De landen, waaronder naast
de VS, Japan en Peru ook
Canada, Australië, Nieuw-
Zeeland, Mexico, Vietnam en
Chili, zijn goed voor 40 procent
van het wereld-bbp. China
doet niet mee, maar de deur
staat in de toekomst open, zo
benadrukten de twaalf landen.
Tegenlicht: TTIP het recht van de
sterkste
Documentaire over de huidige methodes voor
instandhouding van de afhankelijkheidsrelaties
tussen arme en rijke landen. Het ISDS verdrag
vormt het belangrijkste onderdeel van het TTIP
verdrag. Over dat verdrag gaat het in deze
aflevering.
http://tegenlicht.vpro.nl/afleveringen/2015-
2016/ttip.html
Korte uitleg Ttip (11min.)
https://www.youtube.com/watch?t=4&v=hLP0CzpP
1XQ
Tegenlicht
• Het nieuwe Europa http://www.npo.nl/vpro-
tegenlicht/06-03-2016/VPWON_1246114
• Cyberjihad http://www.npo.nl/vpro-tegenlicht/10-04-
2016/VPWON_1246112
• DNW VPRO; De tempel. Fundamentalisme als reactie
op globalisering. 0-25 min.
http://www.vpro.nl/speel.WO_VPRO_032824.html
• De toekomst van Europa
http://www.npo.nl/tegenlicht/20-09-
2010/VPRO_1142251
• Schuld http://www.npo.nl/tegenlicht/05-12-
2011/VPWON_1158974
INZOOMEN: PRESENTATIES
Midden Europa (Tsjechië, Duitsland), Brazilië en Egypte
Opdracht
• Vier onderwerpen, vier presentaties
• Inzoomen op Tsjechië, Duitsland, Brazilië,
Egypte.
• Opdracht voor vier werkgroepen.
• Tsjechië: http://www.npo.nl/in-europa/29-06-
2011/VPWON_1152490 Geert Mak In Europa,
vanaf 21min.
• Duitsland: Wirtschaftswunder
https://www.youtube.com/watch?v=y-jwKVVJjpk
43 min.
Duitsland Geert Mak In Europa, RAF 35 min.:
http://www.npo.nl/in-europa/08-07-
2011/VPWON_1152497
De val van de muur 29 min.:
https://www.youtube.com/watch?v=kljU9ZhzgdI
Tsjechië transitieland
Tsjechië is een transitieland
Tempo van economische ontwikkeling
van mondiale regio’s verschilt:
• Eerst westerse landen
• Toen Oost-Azië vanaf 1945
• Daarna Oost-Europa vanaf 1989
• Transitielanden; vooral de B(R)IC(S)-
landen, maar ook o.a. Tsjechië
• Landen die snel opklimmen van
periferie tot semi-periferie
• Afrika is een geval apart
ongelijke ontwikkeling;
• landen met groot aandeel in
landbouw liggen achter
• Grondstoffen brengen
economische ontwikkeling in
sommige landen.
2012
 1945-1989 CSSR Tsjocho-Slowaakse
Sovjet Republiek, deel van het
oostblok, communistisch
• bureaucratie en corruptie
remmen economische
ontwikkeling
• Geen burgerlijke vrijheden
• Planeconomie
 1989 Val van de muur,
Democratisering.
• Opening van de grenzen
• ontwikkeling van een
vrijemarkteconomie
 1993 Tsjechië en Slowakije aparte
staten
• 1999 NAVO
• 2004 EU
Tsjechoslowakije -Tsjechië
Planeconomie, vrije markteconomie
communistische plan-
economie
• Productiemiddelen van de staat
(genationaliseerd)
• Aanbod en vraag bepaald door de
overheid
• Productie volgens vaste quota
vastgelegd in vijfjarenplannen
• Geen concurrentie
• Geen winstdoelstelling
• vastgestelde prijzen
• gegarandeerde werkgelegenheid
westerse kapitalistische
vrijemarkteconomie
• Private onderneming in handen
van particulieren of
investeerders(NV’s en BV’s)
• Geen inmenging overheden (in
theorie wordt gestreefd naar vrije
handel)
• Marktmechanisme, vraag en
aanbod bepalen de prijs (prijs
past zich aan)
• Concurrentie om een
marktaandeel
Video Tsjechië: http://www.npo.nl/in-europa/29-06-2011/VPWON_1152490 Geert
Mak In Europa, vanaf 21min.
Verloop BNP
Ertsgebergte
Most
Oostenrijk
Polen
Slowakije
Duitsland
Duitsland
Praag primate city
Praag primate city dankzij:
• Bevolking 12 milj. inwoners
• agglomeratievoordelen
• regeringsstad
• Industrie en dienstenstad
• nationale hoofdstad
• cultureel erfgoed
• centrale ligging in Midden-
Europa
Andere middelgrote steden
Steden > 250.000
Brno - 384.277
Ostrava - 302.456
Steden > 100.000
Pilsen - 169.688
Liberec - 102.247
Olomouc - 100.043
Tsjechië tot de val van de muur in 1989
• Land van mijnbouw en industrie
• Oude mijnbouwgebieden bij het
Ertsgebergte (bij Most)
• Industriegebieden in het
noordwesten (chemische industrie
bij Most) en rond Praag (,
vliegtuigbouw, vrachtwagens,
auto’s ) waren spil van de economie
• Van oudsher sterke metaalindustrie
in het zuidoosten (wapen industrie
, treinen) bv. bij Ostrava Speciale rol
binnen het Oostblok
• delfstoffen, Ertsgebergte
• goede landverbindingen naar
het oosten
Splitsing
Op regionaal schaalniveau:
• Praag blijft de hoofdstad
• Veranderingen in relatieve ligging door afscheiding Slowakije
• Voormalige centrumgebieden afgezakt tot periferie
Bruinkool winning, dagbouw. Bij Most
tegen het ertsgebergte in het
Noordwesten. De bruinkoolwinning is nu
verleden tijd. De groeves worden
recreatie/natuur gebieden, zie fig 3.7
boek.
Staalcomplex in Ostrava. Tsjechisch staal
bleef het goed doen tot ver in de 90ger
jaren. Door de crisis liep de productie
echter terug.
Voor energie richt Tsjechië zich nu op
kernenergie
Na buitenlandse investering is de staal
weer helemaal terug, zij het afgeslankt en
gemoderniseerd
De oude industriegebieden
• Ertsgebergte was economische
motor
• (bruin)kolenmijnbouw (Noord
Bohemen en Ostrava)
• verzuring, verdroging,
luchtvervuiling,
landschapsbederf
• uitputting
• Achteruitgang zware industrie
– werkloosheid
– vertrekoverschot
– toename regionale
ongelijkheid
Na 1993 sterke en snelle groei van de economie van
Tsjechië
Sterke punten Tsjechië
• gunstige geografische ligging met name
t.o.v. Duitsland
• industriële traditie/bestaande industriële
infrastructuur
• technische geschoolde arbeidsmarkt
• relatief lage loonkosten
• vanaf 1998 actief stimuleringsbeleid voor
zwakke regio’s door instellen van SEZ’s;
belasting maatregelen, geen invoerheffing
grondstoffen
• Na toetreding EU (2003) verbetering
infrastructuur door structuurhulp.
http://www.worldwidebase.com/science/tsjec
hie.shtml
Belangen werden genomen in
bestaande Tsjechische bedrijven.Nu
veel DBI’s (direct buitenlandse
investeringen).
Electronica, diensten
90ger jaren; private bedrijven, DBI’s
• Privatisering van oude
staatsbedrijven; burgers mogen
aandelen kopen in de bedrijven
• Ontwikkeling van de dienstensector
met name in en rond Praag
• Directe Buitenlandse Investeringen
o Verdubbeling in 1998
o met name uit Duitsland
o Renault Frankrijk
o groot belang auto-industrie (grootste
Europa; 1mlj. auto’s per jaar)
• Investeringen van Aziatische landen
in electronica:
o LCD Apple schermen, consumenten
electronica
o toegang tot West-Europese afzetmarkt
• Sterke exportgerichtheid
o Nadeel: afhankelijk van het buitenland.
Kwetsbaar voor veranderingen in
wereldeconomie
Economie 2013
Landbouw 2,6%
Industrie 37,4%
Diensten 60%
Snelle ontwikkeling door cumulatieve
causatie
Cumulatieve causatie: investeringen en vestiging van bedrijven en uitbreiding van
diensten, verhoogt de aantrekkelijkheid voor andere bedrijven die zich vervolgens
ook in het gebied vestigen, wat op zijn beurt het gebied nog aantrekkelijker maakt.
Zowel spread- als backwasheffecten treden op.
Na toetreding EU structuurhulp
• Cohesiebeleid; gericht op verkleinen verschillen binnen de EU
• Structuurfondsen
– steun voor infrastructurele projecten
– een extra boost voor de economie
– Transporteerbaarheid (Ullman)
Het netwerk van snelwegen in Tsjechië
GlH1&2klas5
EGYPTE
GlH1&2klas5
GlH1&2klas5
Egypte
Reisadvies?
Toerisme en Suezkanaal
Egypte: toerisme
Cairo
• Primate city
Bevolkingsgroei (82 milj inw.) vs econ.
groei
• Hoge inflatie (geldontwaarding)
• Koopkrachtdaling
• Hoge bev. dichtheid ( 82 /km2 versus
landopp, 1600/km2)
Demografische Transitie
HERHALING
Onderwerp hoofdstuk 3: regionale toepassing
van de theorie over globalisering
• Welvaart en sociaal economische ontwikkeling
• Globalisering en sociale en ruimrelijke
ongelijkheid
• Vier landen met specifieke
ontwikkelingskenmerken als voorbeeld
Hoofdvraag: welke relatie is er tussen globalisering en economische
ontwikkeling van een land en de ruimtelijke en maatschappelijke ongelijkheid
binnen een land
Landen:
• Tsjechie, transitieland vanuit communisme naar een (bijna)centrumland
• Duitsland, een centrumland
• Brazilie, een transitieland vanuit periferie opgeklommen naar de
semiperiferie, BRICS land
• Egypte, een perifeer land
• OPDRACHT:
• Lees de hoofd en deelvragen en beantwoord ze per tweetal. Schrijf je
antwoorden op een papiertje.
• Je mag het boek en je aantekeningen gebruiken
• 15 minuten
Zonder mensen
Aarde
• Life after people
• https://nrch.nl/53bz
• Factchecker
https://www.youtube.com/watch?v=GyEUyqfr
ScU
1 von 135

Recomendados

Leefomgeving rivieren en kust von
Leefomgeving rivieren en kustLeefomgeving rivieren en kust
Leefomgeving rivieren en kustHarold Brockbernd
2.8K views97 Folien
AS Level Physical Geography - Atmosphere and Weather von
AS Level Physical Geography - Atmosphere and WeatherAS Level Physical Geography - Atmosphere and Weather
AS Level Physical Geography - Atmosphere and WeatherArm Punyathorn
15.9K views108 Folien
CAMBRIDGE AS GEOGRAPHY REVISION: ATMOSPHERE AND WEATHER - 2.3 WEATHER PROCESS... von
CAMBRIDGE AS GEOGRAPHY REVISION: ATMOSPHERE AND WEATHER - 2.3 WEATHER PROCESS...CAMBRIDGE AS GEOGRAPHY REVISION: ATMOSPHERE AND WEATHER - 2.3 WEATHER PROCESS...
CAMBRIDGE AS GEOGRAPHY REVISION: ATMOSPHERE AND WEATHER - 2.3 WEATHER PROCESS...George Dumitrache
6.8K views20 Folien
A2 Human Geography - Economic transition von
A2 Human Geography - Economic transitionA2 Human Geography - Economic transition
A2 Human Geography - Economic transitionnazeema khan
778 views68 Folien
CAMBRIDGE AS GEOGRAPHY REVISION: SETTLEMENTS - 6.1 CHANGES IN RURAL SETTLEMENTS von
CAMBRIDGE AS GEOGRAPHY REVISION: SETTLEMENTS - 6.1 CHANGES IN RURAL SETTLEMENTSCAMBRIDGE AS GEOGRAPHY REVISION: SETTLEMENTS - 6.1 CHANGES IN RURAL SETTLEMENTS
CAMBRIDGE AS GEOGRAPHY REVISION: SETTLEMENTS - 6.1 CHANGES IN RURAL SETTLEMENTSGeorge Dumitrache
5.3K views16 Folien
GEOGRAPHY IGCSE: TROPICAL RAINFORESTS. DEFORESTATION ON THE AMAZON von
GEOGRAPHY IGCSE: TROPICAL RAINFORESTS. DEFORESTATION ON THE AMAZONGEOGRAPHY IGCSE: TROPICAL RAINFORESTS. DEFORESTATION ON THE AMAZON
GEOGRAPHY IGCSE: TROPICAL RAINFORESTS. DEFORESTATION ON THE AMAZONGeorge Dumitrache
5.4K views36 Folien

Más contenido relacionado

Was ist angesagt?

Havo h5 von
Havo h5 Havo h5
Havo h5 jvmensch
2.8K views33 Folien
AICE Geography Settlement Dynamics Project von
AICE Geography Settlement Dynamics ProjectAICE Geography Settlement Dynamics Project
AICE Geography Settlement Dynamics ProjectOrion_Moore
9K views20 Folien
Geography AS Level full revision notes von
Geography AS Level full revision notesGeography AS Level full revision notes
Geography AS Level full revision notesBrittany Farrant
128.4K views301 Folien
A2 CAMBRIDGE GEOGRAPHY: GLOBAL INTERDEPENDENCE - TRADE FLOWS AND TRADING PATT... von
A2 CAMBRIDGE GEOGRAPHY: GLOBAL INTERDEPENDENCE - TRADE FLOWS AND TRADING PATT...A2 CAMBRIDGE GEOGRAPHY: GLOBAL INTERDEPENDENCE - TRADE FLOWS AND TRADING PATT...
A2 CAMBRIDGE GEOGRAPHY: GLOBAL INTERDEPENDENCE - TRADE FLOWS AND TRADING PATT...George Dumitrache
6K views36 Folien
GEOGRAPHY IGCSE: FACTORS INFLUENCING DEVELOPMENT von
GEOGRAPHY IGCSE: FACTORS INFLUENCING DEVELOPMENTGEOGRAPHY IGCSE: FACTORS INFLUENCING DEVELOPMENT
GEOGRAPHY IGCSE: FACTORS INFLUENCING DEVELOPMENTGeorge Dumitrache
827 views17 Folien
PWV and PE Regions von
PWV and PE RegionsPWV and PE Regions
PWV and PE RegionsJohn Lanser
5.7K views14 Folien

Was ist angesagt?(20)

Havo h5 von jvmensch
Havo h5 Havo h5
Havo h5
jvmensch2.8K views
AICE Geography Settlement Dynamics Project von Orion_Moore
AICE Geography Settlement Dynamics ProjectAICE Geography Settlement Dynamics Project
AICE Geography Settlement Dynamics Project
Orion_Moore9K views
Geography AS Level full revision notes von Brittany Farrant
Geography AS Level full revision notesGeography AS Level full revision notes
Geography AS Level full revision notes
Brittany Farrant128.4K views
A2 CAMBRIDGE GEOGRAPHY: GLOBAL INTERDEPENDENCE - TRADE FLOWS AND TRADING PATT... von George Dumitrache
A2 CAMBRIDGE GEOGRAPHY: GLOBAL INTERDEPENDENCE - TRADE FLOWS AND TRADING PATT...A2 CAMBRIDGE GEOGRAPHY: GLOBAL INTERDEPENDENCE - TRADE FLOWS AND TRADING PATT...
A2 CAMBRIDGE GEOGRAPHY: GLOBAL INTERDEPENDENCE - TRADE FLOWS AND TRADING PATT...
GEOGRAPHY IGCSE: FACTORS INFLUENCING DEVELOPMENT von George Dumitrache
GEOGRAPHY IGCSE: FACTORS INFLUENCING DEVELOPMENTGEOGRAPHY IGCSE: FACTORS INFLUENCING DEVELOPMENT
GEOGRAPHY IGCSE: FACTORS INFLUENCING DEVELOPMENT
George Dumitrache827 views
PWV and PE Regions von John Lanser
PWV and PE RegionsPWV and PE Regions
PWV and PE Regions
John Lanser5.7K views
13.1 Global Interdependence: Trade flows and trading patterns von George Dumitrache
13.1 Global Interdependence: Trade flows and trading patterns13.1 Global Interdependence: Trade flows and trading patterns
13.1 Global Interdependence: Trade flows and trading patterns
George Dumitrache1.1K views
Capital Markets In Zambia von manojkvv
Capital Markets In ZambiaCapital Markets In Zambia
Capital Markets In Zambia
manojkvv3.1K views
CAMBRIDGE AS GEOGRAPHY REVISION: ATMOSPHERE AND WEATHER - 2.1 LOCAL ENERGY BU... von George Dumitrache
CAMBRIDGE AS GEOGRAPHY REVISION: ATMOSPHERE AND WEATHER - 2.1 LOCAL ENERGY BU...CAMBRIDGE AS GEOGRAPHY REVISION: ATMOSPHERE AND WEATHER - 2.1 LOCAL ENERGY BU...
CAMBRIDGE AS GEOGRAPHY REVISION: ATMOSPHERE AND WEATHER - 2.1 LOCAL ENERGY BU...
George Dumitrache18.2K views
CAMBRIDGE AS GEOGRAPHY REVISION: ATMOSPHERE AND WEATHER - 2.4 THE HUMAN IMPACT von George Dumitrache
CAMBRIDGE AS GEOGRAPHY REVISION: ATMOSPHERE AND WEATHER - 2.4 THE HUMAN IMPACTCAMBRIDGE AS GEOGRAPHY REVISION: ATMOSPHERE AND WEATHER - 2.4 THE HUMAN IMPACT
CAMBRIDGE AS GEOGRAPHY REVISION: ATMOSPHERE AND WEATHER - 2.4 THE HUMAN IMPACT
George Dumitrache5.1K views
AS GEOGRAPHY REVISION - MIGRATION - 5.3 INTERNATIONAL MIGRATION von George Dumitrache
AS GEOGRAPHY REVISION - MIGRATION - 5.3 INTERNATIONAL MIGRATIONAS GEOGRAPHY REVISION - MIGRATION - 5.3 INTERNATIONAL MIGRATION
AS GEOGRAPHY REVISION - MIGRATION - 5.3 INTERNATIONAL MIGRATION
George Dumitrache1.3K views
CAMBRIDGE AS GEOGRAPHY REVISION: ROCKS AND WEATHERING - 3.2 WEATHERING AND ROCKS von George Dumitrache
CAMBRIDGE AS GEOGRAPHY REVISION: ROCKS AND WEATHERING - 3.2 WEATHERING AND ROCKSCAMBRIDGE AS GEOGRAPHY REVISION: ROCKS AND WEATHERING - 3.2 WEATHERING AND ROCKS
CAMBRIDGE AS GEOGRAPHY REVISION: ROCKS AND WEATHERING - 3.2 WEATHERING AND ROCKS
George Dumitrache7.3K views
Global interdependence - A level Human Geography - Trade and Debt von nazeema khan
Global interdependence  - A level Human Geography - Trade and Debt Global interdependence  - A level Human Geography - Trade and Debt
Global interdependence - A level Human Geography - Trade and Debt
nazeema khan2K views
Tariff restriction ppt von Sami Swati
Tariff restriction pptTariff restriction ppt
Tariff restriction ppt
Sami Swati4K views
AS Level Physical Geography - Rocks and Weathering von Arm Punyathorn
AS Level Physical Geography - Rocks and WeatheringAS Level Physical Geography - Rocks and Weathering
AS Level Physical Geography - Rocks and Weathering
Arm Punyathorn10.8K views

Destacado

Bevolking en ruimte h1 von
Bevolking en ruimte h1Bevolking en ruimte h1
Bevolking en ruimte h1Boris Berlijn
922 views17 Folien
Afrika; Aardrijkskunde periode 1, PA jaar 1 von
Afrika; Aardrijkskunde periode 1, PA jaar 1Afrika; Aardrijkskunde periode 1, PA jaar 1
Afrika; Aardrijkskunde periode 1, PA jaar 1yvettemarije
2.1K views11 Folien
Academic Technology von
Academic TechnologyAcademic Technology
Academic TechnologyKabren Levinson
381 views22 Folien
Ak presentatie nm von
Ak presentatie nmAk presentatie nm
Ak presentatie nmkoenschotman
779 views6 Folien
H1+bevolking+nederland+1 hv+par+7 8 von
H1+bevolking+nederland+1 hv+par+7 8H1+bevolking+nederland+1 hv+par+7 8
H1+bevolking+nederland+1 hv+par+7 8MStegeman
1K views25 Folien
H4+cultuur+nederland+1 hv+par+7 8 von
H4+cultuur+nederland+1 hv+par+7 8H4+cultuur+nederland+1 hv+par+7 8
H4+cultuur+nederland+1 hv+par+7 8MStegeman
1.3K views23 Folien

Destacado(9)

Afrika; Aardrijkskunde periode 1, PA jaar 1 von yvettemarije
Afrika; Aardrijkskunde periode 1, PA jaar 1Afrika; Aardrijkskunde periode 1, PA jaar 1
Afrika; Aardrijkskunde periode 1, PA jaar 1
yvettemarije2.1K views
H1+bevolking+nederland+1 hv+par+7 8 von MStegeman
H1+bevolking+nederland+1 hv+par+7 8H1+bevolking+nederland+1 hv+par+7 8
H1+bevolking+nederland+1 hv+par+7 8
MStegeman1K views
H4+cultuur+nederland+1 hv+par+7 8 von MStegeman
H4+cultuur+nederland+1 hv+par+7 8H4+cultuur+nederland+1 hv+par+7 8
H4+cultuur+nederland+1 hv+par+7 8
MStegeman1.3K views
1 ha hfd+3_cultuur_compleet.pptx !!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!... von koenschotman
1 ha hfd+3_cultuur_compleet.pptx !!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!...1 ha hfd+3_cultuur_compleet.pptx !!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!...
1 ha hfd+3_cultuur_compleet.pptx !!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!...
koenschotman1.8K views
1 ha3+powerpoint+h3+cultuur+mjn (2) von koenschotman
1 ha3+powerpoint+h3+cultuur+mjn (2)1 ha3+powerpoint+h3+cultuur+mjn (2)
1 ha3+powerpoint+h3+cultuur+mjn (2)
koenschotman2.9K views

Similar a GlH1&2klas5

GlH4 Amerikaanse steden klas5 von
GlH4 Amerikaanse steden klas5GlH4 Amerikaanse steden klas5
GlH4 Amerikaanse steden klas5Harold Brockbernd
2.9K views48 Folien
Pascal Debruyne - Stedelijk opbouwwerk. Van emancipatie tot depolitisering en... von
Pascal Debruyne - Stedelijk opbouwwerk. Van emancipatie tot depolitisering en...Pascal Debruyne - Stedelijk opbouwwerk. Van emancipatie tot depolitisering en...
Pascal Debruyne - Stedelijk opbouwwerk. Van emancipatie tot depolitisering en...Oikos
913 views29 Folien
Travel_rapport 2_sociodemo von
Travel_rapport 2_sociodemoTravel_rapport 2_sociodemo
Travel_rapport 2_sociodemoCasper Burgering
317 views34 Folien
sessie 39 ppt superdiversiteit von
sessie 39 ppt superdiversiteitsessie 39 ppt superdiversiteit
sessie 39 ppt superdiversiteitVereniging Vlaamse Jeugddiensten
1.3K views33 Folien
VSW2009 - Ontgrenzing. een tijdsdiagnose F. Lammertyn (KUL) von
VSW2009 - Ontgrenzing.  een tijdsdiagnose   F. Lammertyn (KUL)VSW2009 - Ontgrenzing.  een tijdsdiagnose   F. Lammertyn (KUL)
VSW2009 - Ontgrenzing. een tijdsdiagnose F. Lammertyn (KUL)beweging.net
465 views36 Folien
Regionale Geografie von
Regionale GeografieRegionale Geografie
Regionale GeografieRené Vermeulen
474 views20 Folien

Similar a GlH1&2klas5(17)

Pascal Debruyne - Stedelijk opbouwwerk. Van emancipatie tot depolitisering en... von Oikos
Pascal Debruyne - Stedelijk opbouwwerk. Van emancipatie tot depolitisering en...Pascal Debruyne - Stedelijk opbouwwerk. Van emancipatie tot depolitisering en...
Pascal Debruyne - Stedelijk opbouwwerk. Van emancipatie tot depolitisering en...
Oikos 913 views
VSW2009 - Ontgrenzing. een tijdsdiagnose F. Lammertyn (KUL) von beweging.net
VSW2009 - Ontgrenzing.  een tijdsdiagnose   F. Lammertyn (KUL)VSW2009 - Ontgrenzing.  een tijdsdiagnose   F. Lammertyn (KUL)
VSW2009 - Ontgrenzing. een tijdsdiagnose F. Lammertyn (KUL)
beweging.net465 views
duurzaamheid29juni von Trendbureau
duurzaamheid29juniduurzaamheid29juni
duurzaamheid29juni
Trendbureau172 views
Whitepaper Natalie De Neef Dialogische communicatie In De Multiculturele Sam... von nataliedeneef
Whitepaper Natalie De Neef  Dialogische communicatie In De Multiculturele Sam...Whitepaper Natalie De Neef  Dialogische communicatie In De Multiculturele Sam...
Whitepaper Natalie De Neef Dialogische communicatie In De Multiculturele Sam...
nataliedeneef3.4K views
De warme band met de klant von guest9748fb9
De warme band met de klantDe warme band met de klant
De warme band met de klant
guest9748fb9205 views
Wat is er aan de hand...? von hwelters
Wat is er aan de hand...?Wat is er aan de hand...?
Wat is er aan de hand...?
hwelters352 views
presentatie Zuid limburg in (on)balans 07-01-2012 von hwelters
presentatie Zuid limburg in (on)balans 07-01-2012presentatie Zuid limburg in (on)balans 07-01-2012
presentatie Zuid limburg in (on)balans 07-01-2012
hwelters317 views
Bevolking en ruimte h1 de geo von Boris Berlijn
Bevolking en ruimte h1 de geoBevolking en ruimte h1 de geo
Bevolking en ruimte h1 de geo
Boris Berlijn3.1K views
PVDA Conferentie Nationalisme 2010 von pvdabelgie
PVDA Conferentie Nationalisme 2010PVDA Conferentie Nationalisme 2010
PVDA Conferentie Nationalisme 2010
pvdabelgie308 views

Más de Harold Brockbernd

Wonen in nederland hoofdstuk 3 von
Wonen in nederland hoofdstuk 3Wonen in nederland hoofdstuk 3
Wonen in nederland hoofdstuk 3Harold Brockbernd
2.2K views99 Folien
IJsland excursie ppt von
IJsland excursie pptIJsland excursie ppt
IJsland excursie pptHarold Brockbernd
1K views79 Folien
Zuidoost azie in beeld H3 von
Zuidoost azie in beeld H3Zuidoost azie in beeld H3
Zuidoost azie in beeld H3Harold Brockbernd
1.6K views41 Folien
Zuidoost azie in beeld von
Zuidoost azie in beeldZuidoost azie in beeld
Zuidoost azie in beeldHarold Brockbernd
13.1K views83 Folien
Systeem aarde hoofdstuk 3 klas5 von
Systeem aarde hoofdstuk 3 klas5Systeem aarde hoofdstuk 3 klas5
Systeem aarde hoofdstuk 3 klas5Harold Brockbernd
6.3K views53 Folien
Armrijk klas4 von
Armrijk klas4Armrijk klas4
Armrijk klas4Harold Brockbernd
3.3K views91 Folien

GlH1&2klas5

  • 1. Globalisering H1 & 2 De links en animaties zijn actief in de leesweergave https://www.youtube.com/watch?v=fvgG-pxlobk
  • 2. 4 aspecten van belang:  ligging  bevolkingskenmerken  gebiedskenmerken  interne en externe relaties Vormen van geografisch beeld
  • 3. BEVOLKINGSKENMERKEN Een geografisch beeld van de bevolkingskenmerken
  • 4. Een geografisch beeld van de wereld op grond van bevolkingskenmerken De wereld indelen in gebieden met soortgelijke kenmerken (regio’s). Je kunt regionaliseren op grond van: • verschillende bevolkingskenmerken: • demografisch • cultureel • economisch • politiek. • Indelingscriteria per kenmerk: Op grond van meetbare criteria per kenmerk ontstaan categorieën van landen; regio’s. een voorbeeld van categoriseren van landen met betrekking tot het (bevolkings)kenmerk economie, is de wereld indelen in rijke en arme regio’s op grond van BNP/inwoner.
  • 5. Waarom? • Vaststellen overeenkomsten en verschillen • Aan kunnen geven van een ontwikkeling in de tijd • Een ruimtelijke beeld creëren van punt 1 en 2 • De wereld indelen
  • 6. DEMOGRAFISCHE KENMERKEN regio’s op grond van : bevolkingsomvang, groei of daling van bevolkingsaantal, positie in het demografische transitiemodel
  • 7. • Bevolkingsontwikkeling mondiaal filmpje mondiale bevolkingsgroei tot 2100
  • 8. Daling sterfte cijfer (hogere levensverwachting) gekoppeld aan welvaart Link
  • 10. Demografisch transitiemodel • Trend bevolkingsgroei/afname • In fasen gekoppeld aan sociaal culturele kenmerken/ontwikkeling. • Economische verwijzing van de fasen: • fase 1 agrarisch-ambachtelijke fase • fase 2 proletarische fase • fase 3 moderne fase • fase 4 postindustriële fase
  • 11. Verschillende bevolkingsdiagrammen passend bij fasen in het transitiemodel Vraag: beschrijf de vorm van de diagram van fase 1 van het transitiemodel Naarmate het ontwikkelingspeil van een land stijgt neemt eerst de groene druk af (dus ook afname demografische druk). Uiteindelijk zorgt een toenemende vergrijzing weer voor toename van demografische druk. Hoe verandert demografische druk bij een groeiend ontwikkelingspeil
  • 12. De demografische druk (DD): verhouding aantal actieven en niet-actieven in een bevolking Niet-actieven (A + C) • Jongeren 0-19 jaar groene druk = A : B x 100% • Ouderen vanaf 65 jaar grijze druk = C : B x 100% Productieve leeftijdsgroep (B) • 20-64 jaar DD= (A+C) : B x 100% Regel: Bij ontwikkeling van een land neemt eerst de groene druk af en stijgt later de grijze druk. Beeld demografische druk
  • 14. VERDELING BEVOLKING; STAD EN PLATTELAND Urbanisatie graad en snelheid
  • 15. Urbanisatie in de wereld: een groeiende urbane bevolking Klik hier
  • 16. Volgens de VN zal in 2030 60% van de wereldbevolking in steden leven. Het grootste deel van de groei komt voor rekening van groei van megasteden in de periferie. Hiërarchie naar aantal inwoners GAPMINDER INKOMEN % URBANE BEVOLKING Mumbai NOS De grootste groei van steden vindt plaats in de (semi)periferie. De wereldsteden in het centrum groeien veel trager. Megasteden groeien snel door: a. hoge natuurlijke groei b. hoog vestigingsoverschot c. uitbreiding van de stad over omgeving
  • 17. Urbanisatiegraad/tempo periferie urbanisatie graad tempo centrum hoog laag periferie laag hoog Periferie: • Ruraal urbane migratie • Snel groeiende steden • Ontstaan krottenwijken door snelle toestroom van arme plattelanders
  • 18. urbanisatiegraad: • Het percentage van de totale bevolking in een regio/land dat in de stedelijke gebieden woont. urbanisatietempo: • De jaarlijkse groei van de stedelijke bevolking.
  • 19. CULTURELE KENMERKEN Cultuurgebieden ontstaan als gevolg van indeling op grond van culturele kenmerken
  • 20. Cultuurgebieden Een volk is een groep mensen met dezelfde culturele indentiteit, die lange tijd samen leeft. Bepalend voor cultuur zijn de cultuur elementen of kenmerken. De belangrijkste cultuurelementen zijn taal en religie bepalen in hoge mate culturele identiteit. Cultuurgebieden zijn regio’s met gemeenschappelijke cultuurkenmerken.
  • 21. Ruimtelijke proces van verspreiding van cultuurelementen Losstaande eilandjes van modernisering door relocatie Geleidelijke, gelijkmatige verspreiding naar alle kanten; als een vlek. Lopend vuurtje verspreiding door netwerken Verspreiding door directe contacten
  • 22. Het sociale proces van acceptatie; de acceptatiecurve Ook veel gebruikt in marketingonderzoek voor inzicht in koopgedrag bij introductie van nieuwe producten. • Product life cycle • Acceptatie en verkoop van nieuwe producten Sociale diffusie: de verspreiding van een cultuurelement in de samenleving • Door communicatierevolutie versnelling proces • Pagina 17
  • 23. Diffusie van ideeën met tegengestelde effecten • Acculturatie: acceptatie en overname • Verbrokkeling: afwijzing en conflict
  • 25. Big Mac als koopkracht indicator
  • 26. Spreiding gemiddeld inkomen grafiek • 80% verdient 50% van het NI • 20% verdient de overige 50% • Algemeen: hoe armer een land, des te meer zal de curve naar de rechter benedenhoek verschuiven. • Filmpje Lorentzcurve
  • 27. Kenmerk: verdeling van samenstelling beroepsbevolking • Aandeel in landbouw betere indicator dan industrie of diensten • In ontwikkelingslanden vaak geen cijfers en/of zeer onbetrouwbare cijfers. • Onbetrouwbaarheid voor de tertiaire sector komt in ontwikkelingslanden door de informele sector Regel: bij hoger ontwikkelingsniveau zullen er relatief steeds minder mensen in de landbouw werken. VERKLAAR!
  • 28. Kenmerk: inkomen indicatoren zeggen niets over: • Verschillen in koopkracht binnen regio’/landen • Spreiding welvaart in een regio of land Economische kenmerken/indicatoren • Nationaal inkomen • Bruto Binnenlands Product (BBP) • Bruto Nationaal Product (BNP) Regio’s op grond van inkomenskenmerken: • centrum • semi periferie • periferie
  • 29. Indelen op basis van politieke kenmerken Democratisch gehalte • Meetbaar via index voor democratie (VN) Corruptie; verweving toplaag • Zeer nadelig voor de economie Mensenrechten
  • 30. Beeld van regio’s op grond van politieke kenmerken
  • 31. Vier regio’s nader bekeken De cultuurgebieden: Europa/Azie, Oost- Azie, Afrika (de Islamitische wereld, Afrika zuidelijk van de Sahara), Latijns- Amerika
  • 32. MACROREGIO’S Europa, Afrika (Islamitisch Afrika, Afrika zuidelijk van de Sahara), Oost- Azie, Latijns-Amerika
  • 33. China, Noord-Europa en Afrika nog invoegen
  • 36. Cultuur • Koloniale erfenis • Invloed hegemoniale staten Portugal en Spanje • Verdrag Tordesillas 1494 • Rooms katholiek • Etnische vermenging Europeanen, inheemsen en slaven
  • 38. Politieke kenmerken • Vroege onafhankelijkheid • Vele politieke omwentelingen: (Militaire) Dictaturen, socialistische invloeden vanuit Cuba • Na jaren tachtig democratisering
  • 39. Sociaal economische kenmerken Contrasten tussen landen Contrasten binnen landen
  • 40. Hoe is de lorentzcurve van Latijns Amerika? • Grote contrasten tussen arm en rijk. • Een steeds kleiner deel van de bevolking bezit een toenemend deel van het Nationaal inkomen. • De curve wordt naar de rechter bebedenhoek getrokken.
  • 41. DE WERELD, SYSTEEM VAN LANDEN EN RELATIES
  • 42. De koloniale periode • tot 1850 Handelskolonialisme (handelskapitalisme). Hegemoniale staten dwingen handel af en vestigen handelsposten. • Vestigingskolonisatie: migratie van Europeanen in gebruikname grond overzeese gebieden. Geen primair economisch motief. • Exploitatiekolonialisme na industriële revolutie. Kernlanden op zoek naar grondstoffen. Volledige overheersing en exploitatie van landen (vooral in Azië en Afrika) door de kernlanden; imperialisme
  • 43. Latijns Amerika: handelskolonialisme. Spanje en Portugal hegemoniale staten. Noord Amerika: vestigingskolonialisme Azië: eerst handelskolonialisme, later expoitatiekolonialisme. Nederland, maar later vooral Groot-Britannie hegemoniale staten. Afrika: exploitatiekolonialisme door meerdere Europese landen.
  • 45. Het koloniale systeem is de basis van globalisering en de huidige rolverdeling in de wereld. Het ontstaan van een mondiale rolverdeling van kernlanden en kolonien /periferie. Het ontstaan van een mondiaal economisch systeem. De oude rolverdeling wordt voortgezet in een nieuw jasje. De nieuwe o onafhankelijke staten doen weer zaken met MNO’s uit de moederlanden. Globalisering zet door met de huidige centrum periferieverdeling en mondiale arbeidsverdeling als resultaat. Na dekolonisatie, versnippering van de koloniale gebieden. De vele nieuw ontstane staten keren zich in eerste instantie af van het moederland en de oude rolverdeling. Globalisering stagneert tijdelijk.
  • 46. Het Centrum-Periferiemodel Verdeling Centrum periferie op grond van: • Omvang economie • Rol binnen economisch systeem: dominant of afhankelijk De verdeling tref je aan op verschillende schaalniveaus
  • 48. Het ontstaan van een internationale arbeidsverdeling/productieketen Low tech industrie High tech industrie Diensten
  • 50. stroomversnelling globalisering STUWENDE FACTOREN: • einde koude oorlog tussen de eerste en de tweede wereld; voorheen verdeling wereld in invloedsferen • val muur 1989; vrij verkeer tussen oost en west • Opening chinese economie jaren 90; SEZ’s • liberalisering: open grenzen voor goederen, mensen en kapitaal
  • 51. Uitschuiving en herverdeling arbeidsmarkt Wat is het verband tussen bron A en B? A B
  • 52. Vorming van de triade; het mondiale centrum
  • 53. Verschuiving binnen de triade: global shift. De Amerikaanse en de Aziatische poot van de triade vormen de Pacific Rim. Dit is het snelst groeiende deel van de wereldeconomie
  • 57. 80% van handel binnen of tussen de drie kernregio’s
  • 58. Figuur W5 Export van macroregio’s naar bestemming (2009), blz 83 • De omvang van de hokjes weerspiegelt de omvang van de export • EU grootste omvang; veel handel EU landen onderling • Veel onderlinge handel binnen de macroregio geldt ook voor de andere regio’s • aandeel in wereldhandel van Duitsland, VK en Nederland is 16% mondiaal • Waaraan zie je of een land bij centrum of periferie hoort?
  • 61. Toenemende vervlechting en dynamiek in de wereldeconomie • mondiaal steeds meer uitwisseling van grondstoffen, eind/half producten, energie • conjunctuurschommelingen worden in het hele systeem gevoeld (zowel succes als crisis) • MNO’s verplaatsen steeds hun vestigingen met als gevolg steeds verschuivende handelsstromen • toenemende afhankelijkheid
  • 62. Enkele verklarende principes met betrekking tot de toegenomen interactie • Verkleining van relatieve afstanden = tijd ruimte compressie door verbeterde transporttechniek • Verbeterde informatie- en communicatie technologie; de elektronische snelweg • verbetering van relatieve ligging door Infrastructuur en netwerken..de wereld is dichterbij! • Complementariteit……?
  • 63. Verklaring voor interactie tussen landen; Ullman’s interactietheorie Voordat vervoer of interactie van goederen, kapitaal, personen (migratie) of energie tot stand komt moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan: goede fysieke infrastructuur, transporttechniek Bijvoorbeeld: een land licht dichterbij maar hoort niet tot het eigen handelsblok Verzin zelf nog enkele voorbeelden van complementariteit, tussenliggende mogelijkheden en transporteerbaarheid.
  • 66. Tijd ruimte compressie Global village Transport revolutie Communicatie revolutie Verkleining relatieve afstanden Relatief krimpende wereld internet via mobiel
  • 67. Goederentransport revolutie Belangrijkste ontwikkeling in het goederen vervoer? Standaardisering: stukgoed vervoer per container. Efficiënte belading door standaardmaten; teu, twenty feet equivalent unit.
  • 70. De invloed van nationale overheden Overheden bepalen de spelregels voor ondernemingen. De aantrekkelijkheid van een land voor bedrijven, wordt bepaald door drie politieke factoren. De mate van bemoeienis met het bedrijfsleven Politieke onrust schrikt investeerders af. Een goed functionerende vrije markt economie wordt door economen als ideaal gezien. De mate waarin een overheid een goed vestigingsklimaat bevordert/stimuleert Opleidingsniveau (scholing), infrastructuur, faciliteiten (SEZ’s/EPZ’s), belastingmaatregelen. De stabiliteit van de regering
  • 71. Invloeden op mondiaal schaalniveau • Organisaties gericht op groei en liberalisering van de wereldeconomie: Wereldbank, Wereldhandelsorganisatie WTO. (NGO’s) • Invloed multi nationale ondernemingen • Handelsblokken: gericht op het bevoordelen van deelnemende landen • G7 conferenties • actualiteit: Trans-Atlantisch Vrijhandels- en Investeringsverdrag (TTIP)
  • 73. Politieke globalisering en tegenbeweging • Anders globalisten zijn tegen Global Governance • Zij vrezen dat de macht over de wereld in handen komt van een steeds kleinere groep beslissers. • Deze elitaire groep van beslissers, liberaliseert (minder regels), laat economische motieven prevaleren • Deze beslissers verdienen ten koste van leefomgeving, duurzaamheid en kansen van het grootste deel van de wereldbevolking. • Tegenbewegingen streven naar lokalisering
  • 74. Culturele globalisering en tegenbeweging • DNW VPRO; De verovering van de wereld . Een inleiding over globalisering. 0-25 min. http://www.vpro.nl/buitenland/speel.WO_VPRO_032820.html • DNW VPRO; De tempel. Fundamentalisme als reactie op globalisering. 0-25 min. http://www.vpro.nl/speel.WO_VPRO_032824.html Vragen: Is wereldcultuur hetzelfde als Amerikanisering? Is vrije markt economie hetzelfde als democratie? Kun je democratie exporteren Is fundamentalisme een bijproduct van globalisering? Standaardisering van normen, waarden, cultuur: Amerikanisering
  • 75. TOENAME VAN DE RUIMTELIJKE VERSCHILLEN TUSSEN GEBIEDEN ALS GEVOLG VAN GLOBALISERING
  • 76. Industrialisatie en ontwikkeling in periferie • MNO’s zoeken naar de kostenvoordeel in productiekosten • Vanaf jr. 60/70 uitschuiving van laagwaardige arbeidsintensieve industrie en outsourcing • Zie voorwaarden voor interactie Ullmann • Ontwikkeling in landen die optimale voorwaarden bieden – Veel arbeiders voor simpel werk, laag kennisniveau, lage lonen, soepele regels • De Aziatische tijgers: de eerste generatie NIC’s (Singapore, Zuid-Korea, Taiwan) • De babytijgers: de tweede generatie NIC’s (o.a. Thailand, Vietnam, Turkije, Mexico) • Ontwikkeling volgens het vliegende ganzen model
  • 77. Welke modellen verklaren de ontwikkeling in verschillende snelheden van bijvoorbeeld Zuidoost-Azië? Het model van de Vliegende Ganzen • Complementariteit • Tussenliggende mogelijkheden • Transporteerbaarheid Het model van Ullmann De globalisering leidt tot ? grotere sociale – en regionale ongelijkheid Ontwikkeling in verschillende snelheden
  • 78. Economische ontwikkeling volgens het model van de Vliegende Ganzen In eerste instantie eenvoudige gebruiksgoederen met inzet van laagschoolde arbeid. Vervolgens door ontwikkeling overschakeling naar complexere producten met inzet van hoger kennisniveau. Wanneer de vestiging in een bepaald land voor een bepaalde industrie te weinig voordeel oplevert, doordat in een land door toenemend ontwikkelingspeil het vestigingsklimaat verandert, dan verschuift die industrie naar een land.
  • 79. Spread effecten • overdracht kennis • investeringen • aanleg infrastructuur Backwash effecten • Arbeidsmigratie • Braindrain • weghalen grondstoffen • uitputting bodem • milieuverontreiniging Toename ongelijkheid • Ruilvoetverslechtering • Fragmentarische modernisering Ongelijke relaties • Afhankelijkheid arme landen • Dominantie kernlanden Ontwikkelingsmogelijkheden • Importsubstitutie • Uitschuiving • Outsourcing Interactie tussen centrum en periferie Kennis en kapitaal Grondstoffen en energie
  • 82. Opdracht: ruimtelijke gevolgen van globalisering Fast world - slow world Stelling: ‘globalisering leidt tot eenheid en verbrokkeling’ Verdedig deze stelling. Gebruik ook de begrippen spread- en backwash- effecten
  • 83. Globalisering leidt tot eenheid en verbrokkeling Verbrokkeling • Op mondiaal niveau – spread en backwash tussen centrum en periferie – brain drain; betere opleidingen en kansen in de kernlanden – uitstroom van energie en grondstoffen van periferie naar het centrum – spread van ontwikkelingsmogelijkheden via het mondiale stedelijke netwerk. • Op nationaal niveau – Perifeer platteland profiteert niet van spreadeffecten – In perifere regio’s wel backwasheffecten : uitstroom van natuurlijke hulpbronnen, kapitaal en arbeidskrachten – Spreadeffecten alleen dichtbij (grote) steden; fragmentarische modernisering Eenheid • Mondiaal – Uitwisseling van kennis – Wereldeconomie: afhankelijkheid/samenhang – Diffusie van cultuur – global village • Nationaal – Steden als motoren voor modernisering – Buitenlandse investeringen stimuleren de ontwikkeling van perifere landen
  • 84. Conclusie • Door backwash in achtergebleven neemt de regionale ongelijkheid verder toe • Spread veroorzaakt slechts fragmentarische modernisering • Er ontstaan werelden van verschillende snelheden • Fast world – slow world • De fast world is “connected” en ondervind de mogelijkheden van de global economy. Hier vindt steeds sterkere vervlechting plaats dus meer eenheid….steeds sneller • De slow world blijft achter en raakt afgesneden van de global economie • Er is sprake van verbrokkeling
  • 87. Veranderende productieprocessen door globalisering; standaardisering • Wereldwijde toename van de vraag naar producten leidt tot massaproductie • Massaproductie leidt tot veranderende organisatie van het productieproces (vanaf jr. 20 Fordisme) • Door veranderende consumptiebehoefte (individualisering van de vraag, snellere trends/mode/lifestyle) vanaf de 80ger jaren; introductie van een nieuw bedrijfsmodel(Toyotisme).
  • 88. Fordisme • Vanaf jaren 20 massaproductie aan een lopende band. • Inzet van veel arbeid (routinematige handelingen) later geautomatiseerd. • Het gehele productieproces vindt plaats op één locatie. • Alle eindproducten gelijk; geen keuze consument
  • 89. Uitleg product life cycle • Ieder product heeft een bepaalde levensduur • Ieder product doorloopt de fasen van introduction tot decline. • Bijvoorbeeld de tablet zit in de growthfase. De typemachine is al geruime tijd voorbij het einde van de levenscyclus. • Door het internet en massamedia veranderd het consumptiegedrag • Snellere wisselingen in de vraag naar steeds nieuwere producten; de levenscyclus van producten wordt steeds korter. • Als een product niet meer winstgevend (als de vraag afneemt) is, dan kan een bedrijf een totaal nieuw product ontwikkelen maar ook kan de levenscyclus van een bestaand product worden verlengd door een kleine aanpassing op het originele ontwerp. Bijvoorbeeld Iphone • Bedrijven creëren ook zelf behoefte door reclame, marketing, introductie nieuwe producten of aangepaste producten via films, sponsoring • Wereldwijd proces • Life style, imago, doet vraag toenemen • Voorbeeld; mode artikelen • Toename wereldwijde productie en handel, toename verbruik grondstoffen/energie.
  • 90. Toyotisme/toyotisering; • Bewustwording van de consument, minder interesse in massaproducten, individualisering van de vraag. • Costumizing: producten worden geassembleerd op bestelling, naar de smaak van de klant. • Just in time principe: alle onderdelen komen getimed aan in de hoofdvestiging om direct te worden verwerkt. • De meeste producten worden vanaf de jaren negentig op deze manier geproduceerd. • Onderdelen/halffabricaten worden geleverd door meerdere toeleverende bedrijven of vestigingen op locaties verspreid over de wereld. • Communicatie en betrouwbaar transport is bij deze manier van ondernemen zeer belangrijk • Toename mondiale uitwisseling goederen, kapitaal, kennis
  • 91. Het verband tussen Toyotisering en de kortere levenscyclus producten; • Toyotisering maakt snellere afstemming op vraag en behoefte mogelijk • snellere opeenvolging van vernieuwingen/verbeteringen • Verkorting van de levensduur van producten is makkelijker op te vangen door kleine aanpassingen in de productielijn • Mogelijkheden voor meer winst voor ondernemingen • Meer productie/handel • Mondiaal meer interactie
  • 92. Opdracht:Lees nog eens aandachtig het stuk “Fordisme en Toyotisme” op blz 97 De nieuwste vorm van standaardisering is Ikeanisering. a. Bedenk waarin het concept van toyotisering op Ikeanisering zou kunnen lijken b. Bedenk wat de verschillen zijn c. Op elke wijze draag Ikeanisering bij aan mondialisering
  • 93. a. Costumizing: verschillende onderdelen die de klant naar smaak kan laten variëren. Lage prijzen door massaproductie. Onderdelen gemaakt op verschillende locaties in lagelonenlanden. Inspelen op mode/trend; producten hebben een korte levenscyclus. b. Bij Toyata vond de assemblage centraal plaats in Japan. Bij Ikea: Geen assemblage. Producten worden door de klanten in de winkels over de hele wereld, uit onderdelen samengesteld en thuis in elkaar gezet. De producten zijn en heten in ieder land hetzelfde. Toyotisering gaat over een manier van produceren van één eindproduct. Ikeanisering is verdergaand. Het betref standaardisering van productgroepen; woninginrichting, eten (Ikea Food), huizenbouw, verzekeringen. Toyota besteedde de productie van onderdelen uit aan verschillende bedrijven. Bij IKEA is het hele productieproces van grondstof tot verkoop grotendeels in eigen bezit c. Cultureel 1. Westerse manier van wonen 2. Nadruk op het individu 3. Bevordert consumentisme: goederen vervullen niet een basisbehoefte maar verschaffen de eigenaar prestige (imago, life- style) 4. Fast world Economisch 1. Multinational: het productieproces is mondiaal georganiseerd 2. Wereldwijde transacties: goederen, kapitaal 3. korte levenscyclus producten; toename vraag
  • 94. IKEANISERING • De doe het zelf burger. Individueel maar wereldwijd dezelfde keuzes. • Life style filosofie • De zelf samen te stellen geprefabriceerde samenleving, gefaciliteerd door één onderneming. • Alle producten geproduceerd in lage lonen landen • Stel je eigen keuken samen (alle onderdelen van Ikea) • Stel je eigen huis samen in een Ikea wijk http://tegenlicht.vpro.nl/nieuws/201 2/april/Strand-East.html • Vormgeving en filosofie mondiaal geëxporteerd • Hoofdvestigingen in De nieuwste vorm van standaardisering Delft en Leiden
  • 95. Verhoging economische potentie door clustervorming: wijncluster in California • Overheden steunen vorming clusters vanwege de economische potentie. Voor de hele omgeving. • Het geheel is meer dan de som der delen; schaalvoordelen/agglomeraratievoordelen • concentratie van soortgelijke en elkaar aanvullende ondersteunende bedrijvigheid • Meerdere bedrijven van dezelfde tak bij elkaar vergroot de aantrekkelijkheid voor klanten • Levert voordelen op voor de bedrijven; het trekt diensten aan waarvan deze bedrijven gebruik maken • Clusters ontstaan vaak in of bij steden. Daar zijn al: • onderzoeksinstellingen • facilitaire bedrijven • beroepsopleidingen • infrastructuur • ondersteunende diensten; banken, overheden, design
  • 96. Voorbeelden Nederland • brainports • greenports: bijvoorbeeld agrocluster Lingewaard (Betuwe), Foodvaley (Wageningen)
  • 97. TTIP
  • 98. TTIP/TTP • Tegenhanger van TTIP voor landen rond Stille Oceaan • Het is een opsteker vlak voor het begin van de jaarvergadering van het IMF en de Wereldbank: de VS, Japan, Peru en nog negen landen bereikten maandag een vrijhandelsakkoord, het zogenoemde Trans-Pacific Partnership (TPP). • Door: Peter de Waard 5 oktober 2015, 22:22 • De landen, waaronder naast de VS, Japan en Peru ook Canada, Australië, Nieuw- Zeeland, Mexico, Vietnam en Chili, zijn goed voor 40 procent van het wereld-bbp. China doet niet mee, maar de deur staat in de toekomst open, zo benadrukten de twaalf landen.
  • 99. Tegenlicht: TTIP het recht van de sterkste Documentaire over de huidige methodes voor instandhouding van de afhankelijkheidsrelaties tussen arme en rijke landen. Het ISDS verdrag vormt het belangrijkste onderdeel van het TTIP verdrag. Over dat verdrag gaat het in deze aflevering. http://tegenlicht.vpro.nl/afleveringen/2015- 2016/ttip.html Korte uitleg Ttip (11min.) https://www.youtube.com/watch?t=4&v=hLP0CzpP 1XQ
  • 100. Tegenlicht • Het nieuwe Europa http://www.npo.nl/vpro- tegenlicht/06-03-2016/VPWON_1246114 • Cyberjihad http://www.npo.nl/vpro-tegenlicht/10-04- 2016/VPWON_1246112 • DNW VPRO; De tempel. Fundamentalisme als reactie op globalisering. 0-25 min. http://www.vpro.nl/speel.WO_VPRO_032824.html • De toekomst van Europa http://www.npo.nl/tegenlicht/20-09- 2010/VPRO_1142251 • Schuld http://www.npo.nl/tegenlicht/05-12- 2011/VPWON_1158974
  • 101. INZOOMEN: PRESENTATIES Midden Europa (Tsjechië, Duitsland), Brazilië en Egypte
  • 102. Opdracht • Vier onderwerpen, vier presentaties • Inzoomen op Tsjechië, Duitsland, Brazilië, Egypte. • Opdracht voor vier werkgroepen.
  • 103. • Tsjechië: http://www.npo.nl/in-europa/29-06- 2011/VPWON_1152490 Geert Mak In Europa, vanaf 21min. • Duitsland: Wirtschaftswunder https://www.youtube.com/watch?v=y-jwKVVJjpk 43 min. Duitsland Geert Mak In Europa, RAF 35 min.: http://www.npo.nl/in-europa/08-07- 2011/VPWON_1152497 De val van de muur 29 min.: https://www.youtube.com/watch?v=kljU9ZhzgdI
  • 105. Tsjechië is een transitieland Tempo van economische ontwikkeling van mondiale regio’s verschilt: • Eerst westerse landen • Toen Oost-Azië vanaf 1945 • Daarna Oost-Europa vanaf 1989 • Transitielanden; vooral de B(R)IC(S)- landen, maar ook o.a. Tsjechië • Landen die snel opklimmen van periferie tot semi-periferie • Afrika is een geval apart ongelijke ontwikkeling; • landen met groot aandeel in landbouw liggen achter • Grondstoffen brengen economische ontwikkeling in sommige landen. 2012
  • 106.  1945-1989 CSSR Tsjocho-Slowaakse Sovjet Republiek, deel van het oostblok, communistisch • bureaucratie en corruptie remmen economische ontwikkeling • Geen burgerlijke vrijheden • Planeconomie  1989 Val van de muur, Democratisering. • Opening van de grenzen • ontwikkeling van een vrijemarkteconomie  1993 Tsjechië en Slowakije aparte staten • 1999 NAVO • 2004 EU Tsjechoslowakije -Tsjechië
  • 107. Planeconomie, vrije markteconomie communistische plan- economie • Productiemiddelen van de staat (genationaliseerd) • Aanbod en vraag bepaald door de overheid • Productie volgens vaste quota vastgelegd in vijfjarenplannen • Geen concurrentie • Geen winstdoelstelling • vastgestelde prijzen • gegarandeerde werkgelegenheid westerse kapitalistische vrijemarkteconomie • Private onderneming in handen van particulieren of investeerders(NV’s en BV’s) • Geen inmenging overheden (in theorie wordt gestreefd naar vrije handel) • Marktmechanisme, vraag en aanbod bepalen de prijs (prijs past zich aan) • Concurrentie om een marktaandeel Video Tsjechië: http://www.npo.nl/in-europa/29-06-2011/VPWON_1152490 Geert Mak In Europa, vanaf 21min.
  • 110. Praag primate city Praag primate city dankzij: • Bevolking 12 milj. inwoners • agglomeratievoordelen • regeringsstad • Industrie en dienstenstad • nationale hoofdstad • cultureel erfgoed • centrale ligging in Midden- Europa Andere middelgrote steden Steden > 250.000 Brno - 384.277 Ostrava - 302.456 Steden > 100.000 Pilsen - 169.688 Liberec - 102.247 Olomouc - 100.043
  • 111. Tsjechië tot de val van de muur in 1989 • Land van mijnbouw en industrie • Oude mijnbouwgebieden bij het Ertsgebergte (bij Most) • Industriegebieden in het noordwesten (chemische industrie bij Most) en rond Praag (, vliegtuigbouw, vrachtwagens, auto’s ) waren spil van de economie • Van oudsher sterke metaalindustrie in het zuidoosten (wapen industrie , treinen) bv. bij Ostrava Speciale rol binnen het Oostblok • delfstoffen, Ertsgebergte • goede landverbindingen naar het oosten
  • 112. Splitsing Op regionaal schaalniveau: • Praag blijft de hoofdstad • Veranderingen in relatieve ligging door afscheiding Slowakije • Voormalige centrumgebieden afgezakt tot periferie
  • 113. Bruinkool winning, dagbouw. Bij Most tegen het ertsgebergte in het Noordwesten. De bruinkoolwinning is nu verleden tijd. De groeves worden recreatie/natuur gebieden, zie fig 3.7 boek. Staalcomplex in Ostrava. Tsjechisch staal bleef het goed doen tot ver in de 90ger jaren. Door de crisis liep de productie echter terug. Voor energie richt Tsjechië zich nu op kernenergie Na buitenlandse investering is de staal weer helemaal terug, zij het afgeslankt en gemoderniseerd
  • 114. De oude industriegebieden • Ertsgebergte was economische motor • (bruin)kolenmijnbouw (Noord Bohemen en Ostrava) • verzuring, verdroging, luchtvervuiling, landschapsbederf • uitputting • Achteruitgang zware industrie – werkloosheid – vertrekoverschot – toename regionale ongelijkheid
  • 115. Na 1993 sterke en snelle groei van de economie van Tsjechië Sterke punten Tsjechië • gunstige geografische ligging met name t.o.v. Duitsland • industriële traditie/bestaande industriële infrastructuur • technische geschoolde arbeidsmarkt • relatief lage loonkosten • vanaf 1998 actief stimuleringsbeleid voor zwakke regio’s door instellen van SEZ’s; belasting maatregelen, geen invoerheffing grondstoffen • Na toetreding EU (2003) verbetering infrastructuur door structuurhulp. http://www.worldwidebase.com/science/tsjec hie.shtml
  • 116. Belangen werden genomen in bestaande Tsjechische bedrijven.Nu veel DBI’s (direct buitenlandse investeringen). Electronica, diensten
  • 117. 90ger jaren; private bedrijven, DBI’s • Privatisering van oude staatsbedrijven; burgers mogen aandelen kopen in de bedrijven • Ontwikkeling van de dienstensector met name in en rond Praag • Directe Buitenlandse Investeringen o Verdubbeling in 1998 o met name uit Duitsland o Renault Frankrijk o groot belang auto-industrie (grootste Europa; 1mlj. auto’s per jaar) • Investeringen van Aziatische landen in electronica: o LCD Apple schermen, consumenten electronica o toegang tot West-Europese afzetmarkt • Sterke exportgerichtheid o Nadeel: afhankelijk van het buitenland. Kwetsbaar voor veranderingen in wereldeconomie Economie 2013 Landbouw 2,6% Industrie 37,4% Diensten 60%
  • 118. Snelle ontwikkeling door cumulatieve causatie Cumulatieve causatie: investeringen en vestiging van bedrijven en uitbreiding van diensten, verhoogt de aantrekkelijkheid voor andere bedrijven die zich vervolgens ook in het gebied vestigen, wat op zijn beurt het gebied nog aantrekkelijker maakt. Zowel spread- als backwasheffecten treden op.
  • 119. Na toetreding EU structuurhulp • Cohesiebeleid; gericht op verkleinen verschillen binnen de EU • Structuurfondsen – steun voor infrastructurele projecten – een extra boost voor de economie – Transporteerbaarheid (Ullman) Het netwerk van snelwegen in Tsjechië
  • 121. EGYPTE
  • 124. Egypte
  • 129. Bevolkingsgroei (82 milj inw.) vs econ. groei • Hoge inflatie (geldontwaarding) • Koopkrachtdaling • Hoge bev. dichtheid ( 82 /km2 versus landopp, 1600/km2)
  • 132. Onderwerp hoofdstuk 3: regionale toepassing van de theorie over globalisering • Welvaart en sociaal economische ontwikkeling • Globalisering en sociale en ruimrelijke ongelijkheid • Vier landen met specifieke ontwikkelingskenmerken als voorbeeld
  • 133. Hoofdvraag: welke relatie is er tussen globalisering en economische ontwikkeling van een land en de ruimtelijke en maatschappelijke ongelijkheid binnen een land Landen: • Tsjechie, transitieland vanuit communisme naar een (bijna)centrumland • Duitsland, een centrumland • Brazilie, een transitieland vanuit periferie opgeklommen naar de semiperiferie, BRICS land • Egypte, een perifeer land • OPDRACHT: • Lees de hoofd en deelvragen en beantwoord ze per tweetal. Schrijf je antwoorden op een papiertje. • Je mag het boek en je aantekeningen gebruiken • 15 minuten
  • 135. • Life after people • https://nrch.nl/53bz • Factchecker https://www.youtube.com/watch?v=GyEUyqfr ScU

Hinweis der Redaktion

  1. Welcome to the antropocene
  2. Geografische beeldvorming; zie vaardigheden
  3. Filmpje met uitleg transitiemodel
  4. fase 1: bevolking wordt niet oud dus relatief jong naar een punt toelopend en laag, stabiele situatie dus granaatvorm, hoog geboortecijfer maar ook zuigelingen sterft dus smal
  5. Demografische kenmerken; DD= 100 (A+C) / B
  6. Dus
  7. klik op de kaart voor een interactief overzicht van de groeiende urbane bevolking
  8. Filmpje Hans Rosling Gapminder
  9. Regels: - de urbanisatiegraad stijgt en het –tempo daalt bij een toenemend ontwikkelingspeil.
  10. Definitie cultuur: alle (im-)materiële door de menselijke geest voortgebrachte elementen, zoals taal, religie gewoonten, waarden en normen, kunst en technologie
  11. De acceptatiecurve is ook een veelgebruikt in de marketing. Het verloop van acceptatie van producten komt overeen met het verloop van acceptatie van ideeën. Pagina 17
  12. uitleg youtube animatie
  13. schooltv 0,54 min
  14. Regel: Bij hoger ontwikkelingspeil stijgt het BNP / BBP; Het aandeel van de beroepsbevolking werkzaam in de landbouw is een goede indicator. Laag ontwikkelingspeil: zelfvoorzienende landbouw.
  15. Economisch ontwikkelingspeil belangrijk kenmerk van geografisch beeld.
  16. Index voor democratie is een eenheid waarvan de waarde ligt tussen 0 en 10.
  17. Binnenlanden lage bevolkingsdichtheid. Hogere bevolkingsdichtheid vooral langs de kusten in de steden. Drie opvallende steden Rio, Sao Paolo, Mexico City.
  18. klik voor toevoeging “rijke landen”
  19. In verleden twee invloedsferen (VS USSR), Nu VS leidend in de triade, leider G7 (Hegemonie), toekomst multipolaire machtsverdeling? Steeds meer samenwerking binnen het zuiden
  20. Omvang van de hokjes
  21. Wat kun je concluderen tav. Turkije?
  22. relatieve afstanden worden kleiner!
  23. Goede infrastructuur verbetert de relatieve ligging. Nieuwste vormen van communicatie infrastructuur glasvezel, 4G netwerk
  24. link naar verdieping ttip website Europa nu
  25. lokalisering
  26. Comparatief kostenvoordeel
  27. Toon model zonder uitleg en ga naar opdracht volgende dia.
  28. Ruimtelijke verschillen
  29. wat hebben deze cartoons met elkaar te maken?
  30. ‘Fordisme’ en ‘Toyotisering’; Figuur: productie van jeans door Cooper
  31. Bedenk zelf voorbeelden van producten met een verkorte product life cycle.
  32. Costumizing = aanpassing van de productie (omvang en kwaliteit) op de wensen van de afzetmarkt
  33. Toyotisering bij voorkeur in stedelijke gebieden; = aanpassing van de productie (omvang en kwaliteit) op de wensen van de afzetmarkt
  34. Clustervorming; cluster: ruimtelijke concentratie van onderling verbonden soortgelijke bedrijvigheid; schema: wijncluster in California
  35. Kernregio’s, groeilanden en achterblijvers. BRICS: Brazilië, Rusland, India, China en South Africa
  36. Tsjechië in Europa
  37. Transitieland
  38. Circa 10 miljoen inwoners, betrekkelijk gelijkmatig verspreid over het land
  39. Industrieland Tsjechië
  40. Verschuivingen binnen Tsjechië
  41. Mijnbouwcrisis en overheidssteun
  42. Pluspunten economie
  43. Tara vrachtwagens overgenomen door deawoo, Skoda personenwagens, Tatung consumentenelectronica (Taiwanees), Foxconn LCd scherm ao voor Apple Chinees
  44. Privatisering en DBI. Kwetsbaarheid van exporteconomie.
  45. export