Bruikbaar bij de paragraaf 7.3 van nectar voor de eerste of tweede klas Havo/vwo. Of voor andere biologiemethoden waarbij dieper wordt ingegaan op de functie van voedingstoffen. Specifiek; beschermende, energetische en bouwstoffen.
3. Brandstoffen
• Energierijke stoffen
– Voornaamste groepen zijn koolhydraten (suikers)
en vetten
(Als je lichaam geen suikers of vetten heeft zal deze
ook eiwitten gaan verbranden)
• Vet: Beschermt en isoleert organen, is een belangrijke
bouwstof van lichaamscellen en bevat veel energie.
• Koolhydraten: Voornamelijk als energiebron kan ook
worden opgeslagen.
4. Brandstoffen
• Verbranding: het proces waarbij cellen energie
vrijmaken uit energierijke brandstoffen
(Verbranding vindt niet plaats in je maag of darmen het gebeurt
op celniveau overal in je lichaam)
6. Brandstoffen
• Energiewaarden;
– (kilo)Joule [kJ] of (kilo)Calorie [kcal]
• Joule is de officiële maat voor energie
• Calorie is ouderwets maar wordt vaak nog op etiketten
van voeding gebruikt
8. Brandstoffen
• Nadelen van brandstoffen
– Teveel vet: (> 80gr. )
• Cholesterol; gemaakt door lever en via je voeding
• Kan leiden tot bloedvatvernauwing waardoor een te hoge
bloeddruk ontstaat
• Ophoping in belangrijke
bloedvaten
(bv. Kransslagader)
kan leiden tot gevaarlijke
infarcten.
(Hartinfarct of
herseninfarct)
9. Brandstoffen
– Teveel koolhydraten: (> 250gr. )
• Suikers zijn ook voeding voor bacteriën in je mond deze
eten suiker en produceren zuur
• Zuur leidt tot tandbederf (cariës)
Gevolgen van aantasting tandglazuur door zuur
12. Bouwstoffen
• Benodigde bouwstoffen in percentages
– 65% Water; Zit in al je cellen en is belangrijk
onderdeel van allerlei vloeistoffen (bloed,
spijsverteringssappen en urine etc.)
– 15% Eiwitten; Zit in bijvoorbeeld spierweefsel (dus in
vlees), enzymen zijn ook eiwitten
– 4% Mineralen; Calcium (kalk) en fosfor zit onder
andere in je botten, ijzer zit in je bloed etc. (hebben
ook een beschermende functie)
– 12 % Vetten; naast energie zeer belangrijk als
bouwstof van cellen. Met name als isolatiemateriaal
en celmembraan
16. Beschermende stoffen
• Beschermende stoffen;
– Voornaamste groepen zijn vitaminen en mineralen
• Vitaminen
– Worden aangeduid met een letter (A tot en met F, H, K, M, P
en U) én soms een toegevoegd cijfer/letter. (B12 / Bh)
» Alle vitamines hebben ook een eigen naam
C bijvoorbeeld is ascorbinezuur
» Uitgebreide tabel op wikipedia.org
• Mineralen
– Belangrijke stoffen voor processen
» Calcium is bijvoorbeeld betrokken bij werking zenuwen
en spieren
17. Beschermende Stoffen
• Nadelen
– Gebrekziektes zijn een gevolg van ene te lage
inname van (beschermende) voedingsstoffen
• ADH: Aanbevolven dagelijkse hoeveelheid die wordt
weergegeven op etiketten en geeft aan hoeveel je op
een dag van een bepaalde voedingsstof mag hebben
– Als je gevarieerd eet en genoeg groente (volgens de schijf van
vijf) gaat dit bijna vanzelf.
18. • Gebrekziektes door te weinig voedingsstoffen
zijn bijvoorbeeld:
– Vitaminen
• Door tekort vitamine A: Nachtblindheid
• Door tekort vitamine D (gebrek aan zonlicht): Engelse
ziekte
– Andere voedingsstoffen
• Gebrek aan eiwitten: Oedeem buik