5. situatie Israël:
waren niet onderschikkend
aan Gods gerechtigheid
..zij volgden niet de weg
van geloof..
..een weerspannig en
tegensprekend volk.. Romeinen 10:3,16,21
6. het woord van God is
niet uitgevallen Rom.9:6
++
God – Vader van Israël:
is barmhartig
Romeinen 9:16
8. Ik zeg dan: -verstoot
God Zijn volk niet?
Moge dat niet
gebeuren!
Romeinen 11:1a
9. Want ook Ik ben Israëliet,
uit het nageslacht van Abraham,
van de stam Benjamin
Romeinen 11:1b
Paulus beroept zich op
zijn afkomst naar het vlees
- eenmalig
10. Tenach (OT) biedt uitzicht
voor Israël:
Want Jahweh zal Zijn volk niet verlaten
omwille van Zijn grote Naam, want Jahweh
behaagt het jullie tot Zijn volk te maken
1 Samuël 12:22
11. Want Jahweh zal Zijn volk niet begeven
Hij zal Zijn lotdeel niet verlaten
Psalm 94:14
12. God kende vooraf het gedrag
van Zijn volk. Daarmee ging
Hij het verbond met hen aan.
niet -verstoot God Zijn volk
dat Hij tevoren -kende
Romeinen 11:2
14. 7000 overgebleven die…..
zo is ook in deze era een rest geworden
overeenkomstig uitkiezing van genade
Romeinen 11:5
Waar kijkt Paulus naar?
15. indien het nu in genade is,
is het niet langer uit werken
anders is de genade niet langer genade
indien het nu uit werken is,
is het niet langer genade
anders is het werk niet langer werk
Romeinen 11:6
dit schrijft Paulus
in verband met Israël!