2. Mijn hart klopt in mijn keel, en ik kan me
even niet bewegen. Daar zit hij. Daar zit
Danny. Ik knipper even met mijn ogen en
knijp in mijn arm, om me ervan te
vergewissen dat ik niet droom, dat dit
geen hallucinatie is. Dan dringt het pas
echt tot me door, en begin ik te panikeren.
Wat moet ik nu doen? Naar hem toe
lopen? Of wachten tot hij mij ziet? Ik doe
een aarzelend stapje naar voren, en stap
per ongeluk op een takje, dat met een
knakkend geluid breekt.
3. Danny kijkt geschrokken op. Ik besef me
dat hij me misschien niet meteen herkent,
door mijn korte haar, maar dan worden
zijn ogen groot en staat hij op. “Lynn?”
zegt hij verbijsterd.
Ik knik, maar bedenk dan dat hij dat
waarschijnlijk niet kan zien in het donker.
“Ja,” zeg ik, met schorre stem, en ik loop
naar hem toe. Even kijken we elkaar aan,
te verbaasd om wat te zeggen. “Ik – eh – ik
dacht dat je de stad uit was?” vraag ik
ongemakkelijk.
4. “Nee,” zegt Danny en hij schudt zijn hoofd.
“Robert is de stad uit, ik wilde niet mee.
Hoe weet jij dat trouwens?”
Ik kijk naar mijn voeten. “Van Mariska –
m’n moeder. Ze werd gebeld door haar
baas, en die vertelde het.”
Danny knikt. “Oké.” Even is het stil, maar
dan zegt hij: “Kom je zitten? Als je wilt
tenminste,” voegt hij er gauw aan toe.
5. Ik knik. “Ja. Graag.” Ik loop naar het bankje
toe en ga naast Danny zitten. Op dat
moment, als ik zijn warmte voel, spoelt er
een golf van liefde door mijn heen.
“Danny, het spijt me zo erg, ik had het
nooit moeten uitmaken,” begin ik. Ik besef
dat ik aan het ratelen ben, maar het kan
me niets schelen. Als ik het er nu niet
allemaal uitgooi, doe ik het misschien wel
nooit.
6. “Sinds die middag in het park voel ik me
vreselijk, en er is geen moment geweest
dat ik je niet miste. En toen zei Tirza
vanmiddag dat als ik echt van je hou, ik
het nooit uit had moeten maken, en ik
besefte dat ze gelijk heeft. Ik ben zo’n
idioot geweest! Ik hou van je, Danny, en
het spijt me zo ontzettend.” De tranen
stromen inmiddels over mijn wangen en ik
moet even stoppen met praten om op
adem te komen.
7. Ik kijk opzij en zie dat ook bij Danny de
tranen in zijn ogen staan. “Ik wilde je geen
pijn doen, Danny. Ik dacht dat ’t het beste
was. Nu snap ik ook niet meer hoe ik daar
bij kwam, maar ik kan het niet meer
terugdraaien, hoe graag ik dat ook zou
willen. Kun je me vergeven? Alsjeblieft?”
Ik merk dat ik zit te trillen, en ik leg mijn
handen in mijn schoot, zodat Danny het
niet kan zien. Ondertussen blijf ik hem
aankijken, wachtend op zijn antwoord.
8. “Je hebt me echt pijn gedaan, Lynn,” zegt
Danny, en ik hoor dat zijn stem ook een
beetje schor en hees is. “En om zo’n
stomme reden. Ik snap nog steeds niet
waarom je die scharrel tussen jouw
moeder en mijn broer zo belangrijk vond.”
Ik schud mijn hoofd. “Ik nu ook niet meer,”
zeg ik, terwijl ik moeite doe om niet in
snikken uit te barsten.
9. “Ik heb heel lang gedacht dat het gewoon
een smoes was, dat je eigenlijk gewoon
niet meer verliefd op me was,” zegt Danny
somber.
Ik hap naar adem. “Hoe kon je dat nou
denken? Natuurlijk was ik nog wel verliefd
op je! O, Danny, het spijt me zo… Ik heb je
nooit verdriet willen doen.” Ik zie hoeveel
moeite Danny moet doen om niet ook te
gaan huilen, en op dat moment haat ik
mezelf. Waarom heb ik hem zo veel pijn
gedaan? Waarom?
10. “Weet je dat ik elke dag sinds die middag
je het uitmaakte hier naar het park ben
gekomen? Ik bleef hopen dat ik je hier
tegen zou komen, en dat we alles weer
goed zouden maken. Maar na een poosje
heb ik dat maar opgegeven… Dit is
eigenlijk de eerste keer in een paar weken
dat ik hier weer ben…” zegt Danny
peinzend.
Mijn hart doet zeer als ik dat hoor en ik
knijp mijn ogen dicht. Wat heb ik hem
aangedaan…
11. “En jij?” vraagt hij. “Ben jij hier nog
geweest?”
Ik schud mijn hoofd. “Dit is de eerste keer
dat ik hier weer ben. Ik durfde niet, ik
dacht dat het te veel pijn zou doen. En ik
woon ook niet meer zo dichtbij. Nadat ik
thuis was gekomen na… na onze
ontmoeting hier, heb ik mijn spullen
gepakt en ben ik weer bij m’n tante gaan
wonen.”
“O,” zegt Danny. “En je moeder?”
12. “Die woont nu ook weer bij ons. Nadat ze
er achter was gekomen dat ze zwanger
was is ze terug gekomen.”
“Wacht, wat zei je? Zwanger?!” zegt Danny
verbaasd.
Ik kijk hem fronsend aan. “Ja, zwanger. Van
Robert… Wist je dat niet?”
Danny schudt zijn hoofd. “Nee! Vandaar
dat die schoft zo snel vertrokken is. Hij
krijgt een kind…”
13. “Niet meer. Mariska heeft het laten
weghalen,” zeg ik.
“Jeetje… Wat is er allemaal wel niet
gebeurd sinds de laatste keer dat we
elkaar zagen?” vraagt Danny met grote
ogen.
Ik grimas. “Best wel veel,” zeg ik, en ik
vertel hem alles over wat er gebeurd is
sinds de middag dat ik het met hem
uitmaakte.
14. “Wow,” zegt Danny als ik klaar ben. “Dat is
inderdaad best veel. Jeetje, wat heb je ’t
moeilijk gehad…”
Ik knik, maar ik ga er verder niet op in. Ik
wil niet dat hij uit medelijden weer wat
met me wil beginnen. “En hoe is het met
jou?”
Danny haalt zijn schouders op. “Wel oké,
denk ik. Sinds die middag heb ik niet
zoveel meer meegemaakt. Ik ben ook
haast niet ’t huis uit geweest. En nu woon
ik er dus alleen, sinds Robert vertrokken
is.”
15. “Mag dat eigenlijk wel?” vraag ik
fronsend.
“Geen idee. Maar ik ga het niet navragen.”
“Dat lijkt me inderdaad niet zo’n slim
idee,” zeg ik met een lach.
Danny kijkt me aan. “Het is echt fijn om je
weer te zien, Lynn. Ik heb je gemist.”
“Ik jou ook,” antwoord ik, en mijn hart
begint weer harder te kloppen. Zou hij me
nog terug willen na wat ik hem heb
aangedaan?
16. Ik besef dat ik het initiatief zal moeten
nemen, dat is wel zo eerlijk, en
waarschijnlijk zal Danny het toch niet
doen, of durven.
“Eh,” begin ik. Hoe moet ik het vragen? Ik
moet het er gewoon uitgooien, besluit ik
na enig wikken en wegen. “Kun je me nog
een kans geven?” vraag ik, en ik kijk hem
vol spanning aan. Wat zal zijn antwoord
zijn?
Danny zegt niks, maar slaat in plaats
daarvan zijn arm om me heen.
17. “Hoeveel pijn je me ook hebt gedaan, ik
hou nog steeds van je, en ik weet dat het
nooit je bedoeling is geweest om mij een
gebroken hart te bezorgen. Je had het
toen gewoon ontzettend moeilijk, en dat is
ook niet zo raar, met de ellende die je
allemaal beleefd hebt. Dus ja, natuurlijk
wil ik je nog een kans geven! Ik hou van je,
mafkees!” Danny grijnst, al is het met
tranen in zijn ogen. Ook op mijn gezicht
begint zich een enorme glimlach te
vormen. Die grijns hoef ik nu niet meer te
missen.
18. Ik klim snel bij Danny op schoot, en druk
mijn lippen op de zijne. Vurig zoent hij
terug, en al snel vergeet ik alles om ons
heen. Een golf van warmte spoelt door
me heen, een warmte die ik al een hele
poos niet meer gevoeld heb.
Het is de warmte van intens geluk.