Tekst die hoort bij de slides van de inleiding van Han Nichting voor het congres Trends voor Trainers, 14 januari 2011. http://www.trendsvoortrainers.nl
67. Goede trainers zeiden mij: “Waarom zit de doelgroep hier niet aan tafel en hoe zou het zijn als we mensen uit de doelgroep vragen aan te schuiven, zodat ik in staat ben goed aan te sluiten bij de behoefte van doelgroep”
68. En zeiden: “Ik krijg nu ineens een idee, het heeft niets te maken met je oorspronkelijke vraag, maar ik wil het wel graag aan je voorleggen”
69. De hele goede trainers namen meer tijd voor onderzoek, keken vooral wat er al goed ging, bouwden daarop verder en kwamen toen pas met een afgewogen voorstel. En dat was niet perse een training
70.
71. Ik ben per definitie verantwoordelijk voor de resultaten en performance van mijn eenheid/organisatie en dat dat vraagstuk gezien en begrepen wordt
80. Aanbod moet helder en transparant zijn, met duidelijke doelen en in mijn taal
81. Laat zien dat je precies weet met welke deelnemers je aan de slag gaat en hoe zij hun rol in de organisatie kunnen optimaliseren
82. Het aanbod gaat vergezeld van eisen en randvoorwaarden; ja aan de klant stel je ook eisen
83. Ik hou op met geloven in een goede afloop, wil meer garanties
84. Ik moet kunnen zien waar de verbetering zichtbaar/meetbaar zal zijn
85. In een beperkt aantal gevallen (het verwerven van de basisvaardigheden) kan ik nog akkoord gaan met standaardproducten, maar dan moet er erg veel oefenen en doen in zitten
86. Ik wil dat er geen tijd verdaan wordt met kennisoverdracht, daar zijn de nieuwe technologieën goed voor
87. Die nieuwe technologieën werden door enkele partijen ook ingezet voor aftappen van de doelgroep en het op gang brengen van een leerproces
88. Ik wil recht doen aan de reeds opgebouwde kennis en ervaringen van de doelgroep, wil ik dat de doelgroep de eigen werksituatie als leersituatie neemt. Ik wil dat de doelgroep verantwoordelijkheid kan nemen voor haar eigen leerproces
89.
90.
91. De leervraag was dynamisch te noemen en zou zich in de loop van het traject nader uitkristalliseren
92. Iedereen heeft een rol en verantwoordelijkheid in ontwerp, realisatie en effect
98. De leerregisseur onderzoekt op een waarderende manier wat er in het team aan leervraagstukken ligt, de werkpraktijk staat daarin centraal
99. Vervolgens wordt gekoppeld aan een prangende vraag een leeractiviteit geprogrammeerd, soms doet de leerregisseur het zelf, soms wordt er iemand ingehuurd. Er wordt dus stapsgewijs geleerd
100. De medewerkers zijn betrokken bij de voorbereiding van een leeractiviteit en nemen daarmee mede verantwoordelijkheid voor het eigen leerproces
103. Uiteindelijk doel is dat het team zelfstandig in staat is haar leefbehoeften te formuleren en in leeracties om te zetten
104. De leerregisseur combineert de rollen van adviseur (richting opdrachtgever), procesbegeleider (meetings begeleiden), ontwerper (van leerinterventies), trainer (vooral gericht op interactie, het team helpen reflecteren) en verbinder (weten wie je waarop kunt inzetten, met gebruikmaking van interne docenten)
115. Kies uitsluitend voor de inzet van training als oorzaak van het prestatieprobleem een competentietekort is
116. Maak gebruik van de diepergaande inzichten die bijvoorbeeld het breinonderzoek ons biedt en doorschouw de gevolgen voor leerstrategieën ons brengt