SlideShare ist ein Scribd-Unternehmen logo
1 von 2
Het persoonlijk voornaamwoord
met nadruk
Chapitre 2, classe 2
Het persoonlijk voornaamwoord met nadruk
Persoonlijk
voornaamwoord
 Je
 Tu
 Il
 Elle
 Nous
 Vous
 Ils
 Elles
Persoonlijk
voornaamwoord met
nadruk
 Moi – ik
 Toi - jij
 Lui - hij
 Elle - haar
 Nous - wij
 Vous – jullie/uw
 Eux - hen
 Elles - hen
Wanneer gebruik je dit?
De naam zegt het al, als je ergens nadruk
op wilt leggen.
Ook na de woorden et en c’est, na
voorzetsels en als antwoord op een vraag.
Julie et moi
C’est moi!
Moi, j’ai soif

Weitere ähnliche Inhalte

Mehr von defonteinfrans

Le passé composé avec avoir
Le passé composé avec avoirLe passé composé avec avoir
Le passé composé avec avoirdefonteinfrans
 
La négation – de ontkenning
La négation – de ontkenningLa négation – de ontkenning
La négation – de ontkenningdefonteinfrans
 
Het bijvoeglijk naamwoord – l’adjectif
Het bijvoeglijk naamwoord – l’adjectifHet bijvoeglijk naamwoord – l’adjectif
Het bijvoeglijk naamwoord – l’adjectifdefonteinfrans
 
De kloktijden – quelle heure est il
De kloktijden – quelle heure est ilDe kloktijden – quelle heure est il
De kloktijden – quelle heure est ildefonteinfrans
 
Les articles de lidwoorden
Les articles   de lidwoordenLes articles   de lidwoorden
Les articles de lidwoordendefonteinfrans
 

Mehr von defonteinfrans (6)

Le passé composé avec avoir
Le passé composé avec avoirLe passé composé avec avoir
Le passé composé avec avoir
 
La négation – de ontkenning
La négation – de ontkenningLa négation – de ontkenning
La négation – de ontkenning
 
Het bijvoeglijk naamwoord – l’adjectif
Het bijvoeglijk naamwoord – l’adjectifHet bijvoeglijk naamwoord – l’adjectif
Het bijvoeglijk naamwoord – l’adjectif
 
De kloktijden – quelle heure est il
De kloktijden – quelle heure est ilDe kloktijden – quelle heure est il
De kloktijden – quelle heure est il
 
Meervoud maken
Meervoud makenMeervoud maken
Meervoud maken
 
Les articles de lidwoorden
Les articles   de lidwoordenLes articles   de lidwoorden
Les articles de lidwoorden
 

Het persoonlijk voornaamwoord met nadruk

  • 1. Het persoonlijk voornaamwoord met nadruk Chapitre 2, classe 2
  • 2. Het persoonlijk voornaamwoord met nadruk Persoonlijk voornaamwoord  Je  Tu  Il  Elle  Nous  Vous  Ils  Elles Persoonlijk voornaamwoord met nadruk  Moi – ik  Toi - jij  Lui - hij  Elle - haar  Nous - wij  Vous – jullie/uw  Eux - hen  Elles - hen Wanneer gebruik je dit? De naam zegt het al, als je ergens nadruk op wilt leggen. Ook na de woorden et en c’est, na voorzetsels en als antwoord op een vraag. Julie et moi C’est moi! Moi, j’ai soif