Thesis Risicomanagement en brandveilig ondernemen.
1. Risicomanagement en brandveilig ondernemen
in casu bedrijven met logiesfunctie
The Hague University A.W. Maranus
Thesis Master Risicomanagement
Leergang 2010-2011 De doelstelling van deze thesis is een bijdrage leveren aan
de discussie om risicobenadering (onderdeel van de
Kandidaatnummer 67090534 nieuwe doctrine brandveiligheid) praktisch toepasbaar te
maken en daadwerkelijk te integreren in bestaand beleid
20december 2011 bij bedrijven met een logiesfunctie.
“De kans op het winnen van de loterij
De meerwaarde van de uitkomsten van het onderzoek is
wint is 1 op 10 miljoen. De kans op een
dat brandveilig ondernemen als beleid kan worden
brand is 1 op 1000.”
opgenomen en dat er waarde kan worden gecreëerd
http://www.watdoejijbijbrand.nl/
voor bedrijven met logiesfunctie en voor de brandweer
van Nederland, beide met het oog gericht op continuïteit.
Google Hits; brand in logiesbedrijf 1390 resultaten
(20 december 2011)
Google Hits; hotel in brand 748.000.000resultaten
(20 december 2011)
2. (blanco pagina)
Risicomanagement en Brandveilig ondernemen
2
Brandveilig ondernemen als waardecreatie voor bedrijven met
logiesfunctie
3. Risicomanagement en Brandveilig ondernemen
Voorwoord
De masterthesis is het eindproduct van de opleiding master in risicomanagement aan de
Haagse Hoge School in de periode 2009-2011. Met de oplevering van de thesis wordt een
periode van twee jaar intensief studeren afgesloten.
Om intrinsiek gemotiveerd deze masterthesis vorm te geven is gekozen om onderwerpen te
kiezen die mij persoonlijk boeien en die praktisch toepasbaar zijn. De onderwerpen van de
masterthesis zijn risicomanagement en brandveilig ondernemen. Deze titel is de paraplu waar
de subonderwerpen van de masterthesis onder vallen. De bedrijven met logiesfunctie is de
praktijksituatie waarbij de theorie inzichtelijk wordt gemaakt, geanalyseerd en beoordeeld.
Het blijkt dat de 'human factor' een van de meest kritische factoren is in het geheel. De
'human factor' ligt in lijn van mijn persoonlijke benadering van risicomanagement, waarmee
de masterthesis enthousiast is vormgegeven.
Veel leesplezier toegewenst.
"Saepe stilum vertas"1
Brandveilig ondernemen als waardecreatie voor bedrijven met
logiesfunctie
1 "Schrap en verbeter veel als gij schrijft." Horatius Romeins dichter (65 v.C. - 8 v.C.)
3
4. (blanco pagina)
Risicomanagement en Brandveilig ondernemen
4
Brandveilig ondernemen als waardecreatie voor bedrijven met
logiesfunctie
5. Risicomanagement en Brandveilig ondernemen
Inhoudsopgave
Voorwoord ....................................................................................................................................................3
Managementsamenvatting......................................................................................................................6
Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 1.1 - Inleiding, bedrijfskader en projectkader....................................................................8
Hoofdstuk 1.2 - Opdracht, doel van het onderzoek en de onderzoeksverantwoording ...........12
Hoofdstuk 1.3 - Methodologie.................................................................................................................20
Hoofdstuk 1.4 - Optiek en kritische risico- en succesfactoren ..........................................................28
Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 2.1 - Literatuuronderzoek nut en noodzaak van brandveilig ondernemen ...............34
Hoofdstuk 2.2 - Literatuuronderzoek ten aanzien van risicomanagement....................................43
Hoofdstuk 2.3 – Literatuuronderzoek ten aanzien van brandveilig ondernemen ........................49
Hoofdstuk 2.4 - Literatuuronderzoek ten aanzien van implementatie RM en BVO......................60
Hoofdstuk 3
Hoofdstuk 3.1 - Criteria risicomanagement (RM), brandveilig ondernemen (BVO), de
implementatie van RM en BVO en het conceptueel model (tabel criteria) ................................65
Hoofdstuk 3.2 - Hypothesen relatie RM, BVO en de implementatie van RM en BVO..................67
Hoofdstuk 4
Hoofdstuk 4.1 - Resultaten onderzoek huidige situatie ......................................................................70
Hoofdstuk 4.2 - Resultaten veldonderzoek ...........................................................................................74
Hoofdstuk 5
Hoofdstuk 5.1 - Triangulatie en analyse huidige situatie en veldonderzoek..................................78
Hoofdstuk 5.2 - Tabel criteria en toetsing hypothesen en conceptueel model en de
beschrijving van de gewenste situatie..................................................................................................81
Hoofdstuk 6
Hoofdstuk 6.1 - Conclusies en aanbevelingen ....................................................................................87
Hoofdstuk 6.2 - Ontwerpbeleid risicomanagement en brandveilig ondernemen.......................90
Brandveilig ondernemen als waardecreatie voor bedrijven met
Bijlagen
Bijlage Scope thesislandschap .............................................................................................................100
Bijlage Huidige situatie van de brandweer Nederland ...................................................................101
Bijlage Begrippenlijst................................................................................................................................108
Bijlage Vink & thinklijst thesis...................................................................................................................111
Bijlage Risicoanalyse onderzoeksontwerp..........................................................................................112
Bijlage Vergelijking op hoofdlijnen tussen ASNZS 4360, ISO 31000 en COSO...............................114
Bijlage Hoofdlijnen van de gehouden interviews .............................................................................118
Bijlage Literatuur en andere informatiebronnen ...............................................................................132
Bijlage Lijst met bijschriften van figuren in de tekst ...........................................................................136
Bijlage Lijst met bijschriften van tabellen in de tekst.........................................................................137
Bijlage Safehotels checklist / hotelsterren checklijst (management, building, systems)...........138
Bijlage Persoonlijke reflectie op risicomanagementrollen...............................................................152
logiesfunctie
5
6. Risicomanagement en Brandveilig ondernemen
Managementsamenvatting
Het thesisonderwerp heeft betrekking op de Strategische Reis van de brandweer. De nieuwe
risicobenadering wordt binnen de brandweer als voorwaarde genomen om te kunnen
ontwikkelen, van het huidige model naar een continuïteitsconcept. De opleiding ‘Master in
Risicomanagement’ aan de Haagse Hogeschool hanteert een bedrijfskundige benadering
van risicomanagement voor bedrijven op mastersniveau.
Door het wegnemen van risicobronnen worden onder andere imagoschade en
continuïteitsproblemen bij brand voorkomen en verminderd. Balans is van belang tussen de
harde en zachte kant van risicomanagement binnen brandveilig ondernemen. De
maatregelen vanuit de risicobeheersing behelzen maatregelen op het gebied van risico's
van het gebouw (techniek), het gebruik (gedrag) en de organisatie. Bij het nemen van
beheersingsmaatregelen moet in gedachten worden gehouden dat deze maatregelen
bewust omzeild of terzijde kunnen worden geschoven. Een vangnet is dan noodzakelijk. De
brandweer gaat hierbij als vangnet voor het redden van mensen en niet over
brandveiligheid.
Als de ondernemer lang genoeg wacht, wordt risicomanagement vanzelf crisismanagement.
Ondernemers vervullen hun werkzaamheden in kwadrant 3 en 4 van de Eisenhowermatrix.
Deze matrix, ook wel Eisenhower-schema genoemd, is een model dat zich laat typeren door
de beroemde uitspraak van Eisenhower: “Urgente zaken zijn zelden belangrijk en belangrijke
zaken zijn zelden urgent.” De essentie van de matrix is dat de prioriteiten goed moeten
worden vastgesteld, anders wordt van crisis naar crisis gewerkt zonder progressie. Als zaken
maar lang genoeg blijven liggen, worden ze vanzelf urgent en belangrijk en moeten ze
alsnog worden opgepakt. De kunst is de prioriteiten te stellen en de werkzaamheden te
verdelen over kwadrant 1 en 2. Het gaat erom alles zo te organiseren dat het merendeel zich
bevindt in het tweede kwadrant, want daar vindt het echte werk plaats en worden
uiteindelijk de kwaliteit van het werk en de resultaten bepaald. Het is van cruciaal belang om
duidelijk te maken dat de ondernemer prioriteit moet geven aan risicomanagement om
crisismanagement te voorkomen.
Crisisbeheersing Risicobeheersing
Urgent Niet urgent
Brandveilig ondernemen als waardecreatie voor bedrijven met
Belangrijk (1) (2)
Niet belangrijk (3) (4)
Geen tijd, geen geld voor
Ondernemen
risicomanagement en brandveilig
zonder RM en BVO
ondernemen; ondernemen gaat
voor….
Figuur 1 Eisenhowermatrix en projectieconclusies vanuit optiek thesis
De toegevoegde waarde van de beheersing van de risico’s wordt gevonden in verbetering
van de efficiency en de kwaliteit en in een beter imago bij aandeelhouders en klanten.
Risicomanagement is geen garantie tegen faillissement, omdat volledige beheersing een
mythe is. Bovendien leidt maximaal operationeel risicomanagement niet tot maximale
toegevoegde waarde, maar tot een auditexplosie, die meer kost dan oplevert. Goed
logiesfunctie
risicomanagement leidt tot bewust risico nemen in verhouding tot de
ondernemingsdoelstellingen, zodat risico’s de organisatie niet overkomen, maar een keuze
zijn.
6
7. Risicomanagement en Brandveilig ondernemen
Aanbevelingen
De thesis beschrijft een aantal algemene en specifieke aanbevelingen. De algemene
aanbevelingen zijn: 1. Rendement door kennismanagement, 2. Publiek als bron, 3.
Permanente aandacht voor veiligheid. De specifieke aanbevelingen zijn: 4. Crisisbeheersing
als vangnet, 5. Risicobeheersing door risicomanagement, 6. Borging brandveiligheid door
brandveilig ondernemen.
De eerste aanbeveling betreft het rendement van kennismanagement. Het NIFV zou de
regie moeten gaan voeren over kennismanagement aangaande (brand)veiligheid. Het
rendement van kennismanagement wordt groter als de budgetten worden gebundeld.
Als tweede aanbeveling is gesteld dat het publiek als bron gezien moet worden. Bedrijven en
de wetenschap zien dikwijls het publiek over het hoofd als het gaat om innovatie. Veel
voorbeelden tonen aan dat er een enorme potentie sluimert onder de mensen. Oplossingen
zullen meer gericht moeten zijn en beter en breder moeten worden gedragen. Richt een
afdeling publieksourcing op binnen het NIFV, om invulling te geven aan de ontwikkeling van
nieuwe toepassingen.
De derde aanbeveling pleit voor permanente aandacht voor veiligheid. De onderzoeksraad
heeft gaandeweg geleerd dat, door tal van oorzaken, veiligheid niet de aandacht krijgt die
zij verdient. Richt binnen het NIFV ook een afdeling (integrale) risicobeheersing op. Deze kan
vorm geven aan risicobeheersing door het in kaart brengen en het geven van advies
omtrent het (laten) wegnemen van bronnen van structurele onveiligheid.
De vierde aanbeveling betreft het vangnet crisisbeheersing door crisismanagement.
Crisismanagement omvat methodieken om noodsituaties te kunnen voorspellen, beoordelen,
analyseren en voorkomen. Een stap voorafgaand aan het crisismanagement is om technisch
en menselijk falen te voorkomen. Ondernemers en brandweer fungeren als vangnet als
risico’s zich manifesteren. Bedrijven met logiesfunctie (zonder verplichte brandmeldcentrale)
moeten zich hierop voorbereiden door de implementatie van brandveilig ondernemen. De
brandweer fungeert als adviseur en moet horizontaal inspecteren.
De vijfde aanbeveling betreft het maatschappelijk rendement en risicodifferentiatie als
risicobenaderingsvormen. Deze kunnen praktisch toepasbaar worden gemaakt door het
Brandveilig ondernemen als waardecreatie voor bedrijven met
laten nemen van de eigen verantwoordelijkheid van ondernemers. Bedrijven met
logiesfunctie (zonder verplichte brandmeldcentrale) moeten risicomanagement
implementeren (zie volgend hoofdstuk) en vervolgens mitigerende maatregelen nemen op
het gebied van techniek, gedrag en organisatie. Dit wordt beloond door de verzekeraars.
Effectieve waarde kan gecreëerd worden door het leggen van prioriteit waar het risico het
hoogst is, en de perceptie het laagst.
De zesde aanbeveling betreft de borging van brandveiligheid. Veel adviseurs, coaches en
goeroes koppelen (organisatie)verandering anno 2011 (nog steeds) alleen aan
gedragsverandering van mensen, buiten de context van technologie en organisatie.
Hiermee creëren ze een aparte, op zichzelf staande en te simpel en te positief voorgestelde
gedragswereld; gedragsverandering als selffulfilling prophecy. ‘Gedragsanalyses die
losgekoppeld zijn van het technologie- en organisatiedeel kunnen nooit de echte
werkelijkheid van een verandering raken. Verkeerde of incomplete adviezen over
gedragsverandering werpen dan eerder blokkades op dan dat ze positief bijdragen.’
Brancheorganisaties en alle bedrijven met logiesfunctie moeten de daarvoor opgestelde
logiesfunctie
Europese normen gaan hanteren om de brandveiligheid cyclisch te borgen; zie bijlage
safehotels checklist / hotelsterren checklist (management, building, systems).
7
8. Risicomanagement en Brandveilig ondernemen
Hoofdstuk 1.1 - Inleiding, aanleiding, bedrijfskader en projectkader
Hoofdstuk 1.1 Opzet onderzoek: Inleiding, aanleiding,
Fase 1 opzet
(Fase 1.1 ) onderzoek
bedrijfskader en projectkader
Hoofdstuk 1 omvat achtereenvolgens de inleiding, de aanleiding, de resultaten en de opzet
van de thesis. Vervolgens worden het bedrijfs- en projectkader omschreven.
Inleiding
Per hoofdstuk wordt het volgende beschreven:
onderwerpen en volgorde
• H1 - Opzet van het onderzoek
• H2 - Literatuuronderzoek
• H3 - Conceptueel model en hypothesen
• H4 - Empirie
• H5 - Analyse
• H6 - Conclusies en aanbevelingen
Teneinde het overzicht te behouden in alle elementen wordt elk hoofdstuk opgedeeld in
maximaal vier subhoofdstukken. Resultaten per hoofdstuk:
Hoofdstuk 1 In dit hoofdstuk wordt de opzet van het onderzoek beschreven. Met de
beschrijving van de opzet wordt onder andere het doel van het
onderzoek, bedrijfskader en het projectkader beschreven. Een apart
subhoofdstuk wordt gewijd aan de methodologie. Als laatste wordt in
hoofdstuk 1 de optiek vanuit de context van het onderzoek en de
kritische risico- en succesfactoren (kansen en bedreigingen)
beschreven.
Hoofdstuk 2 In dit hoofdstuk worden de resultaten van het literatuuronderzoek
beschreven. Als eerste wordt de nut en noodzaak van brandveilig
ondernemen beschreven. Daarna volgt de beschrijving van de
resultaten van het literatuuronderzoek ten aanzien van
risicomanagement en brandveilig ondernemen. Het hoofdstuk wordt
afgesloten met het resultaat van het literatuuronderozek naar de
implementatie van risicomanagement en brandveilig ondernemen.
Hoofdstuk 3 In dit hoofdstuk wordt het conceptueel model en de hypthesen
beschreven. Achtereenvolgens wordt in eerste subhoofdstuk de criteria
van risicomanagement (RM), van brandveilig ondernemen (BVO) en de Brandveilig ondernemen als waardecreatie voor bedrijven met
implementatie hiervan beschreven. Vervolgens wordt het conceptueel
model en de hypothese opgesteld.
Hoofdstuk 4 Dit hoofdstuk beschrijft de empirie met als eerste hoofdstuk de resultaten
van het onderzoek naar de huidige situatie. Vervolgens een
subhoofdstuk met de resultaten van het veldonderzoek.
Hoofdstuk 5 In dit hoofdstuk worden de analyses van zowel de huidige situatie als het
veldonderzoek beschreven. Vervolgens wordt de opgestelde tabel van
de criteria ingevuld. Wat volgt is een beschrijving van de gewenste
situatie. Als laatste worden zowel de hypothese als het conceptueel
model getoetst.
Hoofdstuk 6 In dit hoofdstuk worden de conclusies en aanbevelingen beschreven.
De thesis wordt afgesloten met het ontwerpbeleid voor
risicomanagement en brandveilig ondernemen
logiesfunctie
8
9. Risicomanagement en Brandveilig ondernemen
Aanleiding
Als beleidsmedewerker bij de brandweer, gedetacheerd in Tholen, zet je wet- en regelgeving
om naar beleid. Met name inzicht in de achterliggende strategische en visionaire
vraagstukken blijkt als meerwaarde van doorslaggevend belang bij de opstelling van
tactisch en operationeel beleid. De opleiding master in risicomanagement versterkt en
ontwikkelt het strategisch en visionair denken. Met name de Strategische Reis van de
brandweer is een ontwikkeling die met enthousiasme wordt gevolgd. Door het organiseren
van een zogenaamde ‘risk excellence day’ heb ik in het kader van de opleiding de visie van
de brandweer voorgelegd aan ongeveer zestig risicomanagers. Het is voor mij persoonlijk en
voor brandweer en bedrijven van meerwaarde om mijn enthousiasme voor de Strategische
Reis te gebruiken bij de opstelling van het onderzoek naar brandveilig ondernemen.
Bedrijfskundig risicomanagement en de Strategische Reis versterken elkaar en creëren
waarde voor bedrijven.
De gewenste resultaten van de thesis
Met deze thesis worden de volgende resultaten gehaald. In plaats van afwachten tot (een
deel van) de bedrijven de eigen verantwoordelijkheid neemt, wordt een actieve bijdrage
geleverd om het continuïteitsconcept voor de brandweer te bewerkstelligen. De
risicomanagement benadering van het creëren van kansen geeft een meerwaarde, in dit
geval voor bedrijven met een logiesfunctie, bij het beleid van brandveilig ondernemen als
waardecreatie. Door maatschappelijke ontwikkelingen met een terugtredende overheid en
een meereizende burger ten aanzien van veiligheid biedt het gekozen onderwerp juist veel
kansen.
Doelgroepen thesis
De thesis bedient de volgende doelgroepen:
• bedrijven met logiesfunctie (thesis als startdocument)
• Brandweer Nederland (thesis als discussiedocument)
• geïnteresseerden in strategisch vertaalde bedrijfskundige vraagstukken
• geïnteresseerden in het ombuigen van fysieke bedreigingen in kansen.
Bedrijfskader van het onderzoek ‘Ontwikkelingen bij de brandweer’2
De brandweer heeft de afgelopen jaren te maken gekregen met veel veranderingen op
diverse gebieden. Vakinhoudelijke ontwikkelingen, toenemende kwaliteitseisen, complexere
Brandveilig ondernemen als waardecreatie voor bedrijven met
maatschappij en hogere eisen ten aanzien van de wet- en regelgeving. Dat alles gaat
gepaard met toenemende kosten, krimpende begrotingen en een steeds meer knellende
financiering.
De brandweer heeft de laatste jaren veel geïnvesteerd om de organisatie te verbeteren. De
lijst met knelpunten neemt echter niet af. Doorgaan met verbeteren zal uiteindelijk leiden tot
een onbetaalbare brandweer. De grenzen van het verbeteren van de brandweer zijn
bereikt, vandaar dat in opdracht van de Raad van Regionaal Commandanten (RRC) het
project ‘Strategische Reis Brandweer’ is gestart.
logiesfunctie
2 Someren T.C.R. van (Ynnovate), De Strategische Reis als basis voor de vernieuwingen voor de brandweer van
overmorgen, Arnhem: pagina 44
9
10. Risicomanagement en Brandveilig ondernemen
Figuur 2 Ontwikkelingen van de brandweer
De voorkeursoptie: het Continuïteitsconcept als stip op de horizon
Nadrukkelijk is niet gekozen voor ‘continuïteitsdienst of continuïteitsorganisatie’, omdat
daarmee verwarring zou kunnen ontstaan. Duidelijk is immers dat er geen sprake zal kunnen
zijn van één organisatie, maar van een netwerk van organisaties, waarvan de brandweer
deel uit zal maken. Zo kan uit het Continuïteitsconcept gedestilleerd worden dat het gaat om
grote nadruk op proactief denken en handelen. Voor een uitgebreidere toelichting van de
‘Strategische Reis Brandweer’ zie bijlage.
Koppeling met het thesisonderwerp
Op dit moment is er onvoldoende kennis van continuïteitsbarrières die kunnen worden
weergegeven. Er is dus grote behoefte aan wetenschappelijke kennisontwikkeling. Verder
kan het element ‘maatschappelijk rendement’ als leidraad dienen. Andere elementen die Brandveilig ondernemen als waardecreatie voor bedrijven met
ontwikkeld moeten worden zijn: zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid.
Projectkader
De brandweer gaat de komende jaren de brandveiligheid vergroten door fundamenteel te
vernieuwen in plaats van te verbeteren. De nadruk komt minder op de brandbestrijding te
liggen, maar meer op het voorkomen van branden. Onder de noemer ‘Brandveilig Leven’
gaat de brandweer activiteiten ontplooien om ervoor te zorgen dat burgers en bedrijven
een hoog ontwikkeld brandveiligheidbewustzijn krijgen. De brandweer gaat dit niet alleen
doen, maar vormt een netwerkorganisatie die samen met (nieuwe) partners de doelen gaat
realiseren. Daarbij kan worden gedacht aan woningcorporaties en verzekerings-
maatschappijen, die belang hebben bij brandveilig wonen. Woningen worden voorzien van
rookmelders en woningsprinklers. Het meubilair, de elektrische apparatuur en installaties
worden brandveilig uitgevoerd. Daardoor bestaat een reële kans dat de brandweer minder
in actie hoeft te komen om mensen uit brandende panden te redden. De volgende
uitspraak uit de beschrijving van de Strategische Reis vormt de basis voor de thesis:3
logiesfunctie
3 Someren T.C.R. van (Ynnovate), De Strategische Reis als basis voor de vernieuwingen voor de brandweer van over
morgen, Arnhem: pagina 20
10
11. Risicomanagement en Brandveilig ondernemen
Kennisinstituten en de brandweer zullen samenwerken om fundamenteel onderzoek te doen
naar continuïteitsrisico’s en hoe deze proactief kunnen worden voorkomen.
De situatie waarin de brandweer is beland na de vele veranderingen en ontwikkelingen van
de afgelopen jaren, zowel vakinhoudelijk als organisatorisch, én de waslijst aan lopende en
nog komende ontwikkelingen is in het bedrijfsleven een bekend fenomeen. Het markeert het
moment waarop een sprong zou moeten worden gemaakt naar een nieuw bedrijfsmodel.
Dit bedrijfsmodel is alleen mogelijk als burgers en bedrijven de eigen verantwoordelijkheid
nemen voor brandveiligheid. Niet alleen de wettelijke verantwoordelijkheid maar ook de
principiële verantwoordelijkheid naar klanten, medewerkers en medeburgers. Het
maatschappelijk verantwoord ondernemen stopt niet met het kiezen van verantwoorde
producten of een verantwoord productieproces. Een ondernemer heeft een eigen
verantwoordelijkheid bij het brandveilig ondernemen, ongeacht het gewenste
‘continuïteitsconcept’ van de brandweer.
Samenvatting
De basis voor de thesis vormt het gedachtegoed van de Strategische Reis van de
brandweer. Het toekomstige continuïteitsconcept van de brandweer en de continuïteit van
bedrijven vormen het fundament van de thesis. De brandweer gaat van het verbeteren van
de repressie naar het vernieuwende bedrijfsmodel door meer, betere en structurele
aandacht aan proactie en preventie van brand.
Brandveilig ondernemen als waardecreatie voor bedrijven met
logiesfunctie
11
12. Risicomanagement en Brandveilig ondernemen
Hoofdstuk 1.2 - Opdracht, doel van het onderzoek en de onderzoeksverantwoording
Hoofdstuk 1.2 Fase 1 opzet Opzet onderzoek: De opdracht, doel van het
(Fase 1.2) onderzoek onderzoek en de onderzoeksverantwoording
In dit hoofdstuk wordt de opdracht, de probleemstelling en de motivatie voor de opdracht
beschreven. Vervolgens komen het doel van het onderzoek en de randvoorwaarden aan de
orde. De vraagstelling en deelvragen worden daarna behandeld. In het volgende
deelhoofdstuk wordt aandacht besteed aan de uitkomsten van het onderzoek en aan het
onderzoeksmodel in relatie tot de deelvragen. Vervolgens wordt de hoofdstukindeling
gerelateerd aan de fasen en het onderzoeksmodel als hart van het onderzoek. Na het
onderzoeksmodel worden de strategie en de onderbouwing van de strategie behandeld.
Daarna volgt een deel over het vooronderzoek en de literatuuronderzoek. Als laatste wordt
de motivatie en de wijze van begeleiding en intervisie behandeld.
De opdracht
De stip aan de horizon van de brandweer (vanuit de Strategische Reis Brandweer) is de
ontwikkeling naar het continuïteitsconcept. Deze ontwikkeling moet leiden naar een
organisatie die vooral in proactieve en preventieve zin zorg draagt voor het borgen van de
continuïteit van het maatschappelijk leven. Deze visie kan pas worden gerealiseerd als de
maatschappij (burgers en bedrijven) de nieuwe inzichten ten aanzien van de eigen
verantwoordelijkheid voor brandveiligheid hebben genomen.
Op het gebied van de risicobeheersing blijft de brandweer in grote lijnen op dezelfde velden
actief. Het betreft dan adviestaken op het gebied van risicoprofielen en industriële veiligheid
(brandrisico’s zijn verwerkt in de nieuwe doctrine brandveiligheid). Er gaan echter nieuwe
principes en uitgangspunten gelden. Deze principes zijn maatschappelijk rendement,
risicobewustzijn, risicobenadering en risicoacceptatie, zelfredzaamheid en eigen
verantwoordelijkheid. Welke nieuwe mogelijkheden biedt de nieuwe visie van de brandweer
voor risicomanagement (risicomanagers) van bedrijven?
Op basis van bovenstaande vraag, wordt de onderzoeksopdracht geformuleerd. De
opdracht luidt als volgt:
Onderzoek hoe de risicobenadering als onderdeel van de nieuwe doctrine brandveiligheid Brandveilig ondernemen als waardecreatie voor bedrijven met
praktisch toepasbaar kan worden gemaakt voor bedrijven met een logiesfunctie.
De opdracht is tot stand gekomen op 10 november 2010 met dr. Ir. Ricardo Weewer, Lector
brandweerkunde en René Hagen, Lector brandpreventie van het Nederlands instituut van
fysieke veiligheid (NIFV). Bij de opdrachtbepaling werden de volgende punten als uitkomsten
van de strategische reis als uitgangspunt genomen:4
• onbewuste keuzes omtrent restrisico’s van bedrijven
• effecten van brand groter dan men weet (faillissementen)
• faalkans bouwkundige voorzieningen groter dan sprinklers? (brandonderzoek)
• foutief beeld: brandweer blust het wel, echter de brandweer kan niet alles!
• schade door brand € 715 miljoen op jaarbasis
• wat in de preventie wordt nagelaten kan niet worden goedgemaakt met repressie.
logiesfunctie
4
Prof. dr. Someren T.C.R. van (Ynnovate), De Strategische Reis als basis voor de vernieuwingen voor de brandweer
van overmorgen, Arnhem: http://www.nvbr.nl
12
13. Risicomanagement en Brandveilig ondernemen
Probleemstelling
Wat: mensen worden niet wakker (gemaakt) bij brand tijdens een verblijf in een bedrijf met
logiesfunctie zonder brandmeldcentrale. Uit Onderzoek Fatale Woningbranden, door het
NIFV in mei 2009, blijkt dat na korte tijd (5 minuten) de mensen overleden zijn als gevolg van
de inademing van rook door de brand. De aanrijdtijd van de brandweer bedraagt 8
minuten voor bedrijven met logiesfunctie.5
Wie: bedrijven met logiesfunctie zonder verplichte brandmeldcentrale.
Waar: Nederlandse bedrijven met logiesfunctie; in verband met de huidige Nederlandse
wetgeving is het een specifiek Nederlands probleem.
Bouwwerken met logiesfunctie
Bedrijven met logiesfunctie
Bouwwerken met logiesfunctie zonder vereiste bewaking conform NEN
2535
Bedrijven met logiesfunctie zonder vereiste bewaking conform NEN 2535
Bedrijven met logiesfunctie zonder vereiste brandmeldcentrale
Figuur 3 Filtering bedrijven met logiesfunctie, geografisch afgebakend
Volgens het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken, artikel 2.2.1 eerste lid (besluit 26 juli 2008)
van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is bepaald dat voor
bepaalde bedrijven met logiesfunctie geen bewaking NEN2535 (brandmeldcentrale) is
vereist. Voor sommige categorieën bedrijven met logiesfunctie kan dus geen
brandmeldcentrale worden geëist. Dit is een probleem omdat blijkt dat mensen niet wakker
worden bij brand. Slapende mensen zullen stikken door de rook, bewijst het verleden. Het is
dus noodzakelijk om bij slapende mensen functionerende rookmelders in gebruik te hebben,
die zijn aangesloten op een meldsysteem.
Brandveilig ondernemen als waardecreatie voor bedrijven met
Motivatie voor de opdracht
Op het gebied van de traditionele brandpreventie is een vernieuwingsslag voor de hand
liggend. De huidige bouwregelgeving is gebaseerd op effectreductie en niet op verkleining
van de kans op brand. Dit werkt door in de toepassing van gelijkwaardigheid, die nu vooral
wordt gebruikt om effect te bereiken (prestatie-eisen).
Nieuwe bouwontwerpen, bouwmaterialen en bouwwijzen kunnen daardoor vaak moeilijk
worden ingepast. Door het toepassen van engineering of de toepassing van de
risicobenadering kan gelijkwaardigheid ook leiden tot het stellen van minder eisen.
Daarnaast blijkt in de praktijk dat 80% van de gebouwen uiteindelijk niet wordt opgeleverd
zoals de bedoeling was. Blijkbaar is het voor aannemers en bouwbedrijven moeilijk om de
vereiste bouwkundige preventiemaatregelen goed uit te voeren. Dit leidt tot een roep om
meer toezicht en handhaving.
Men kan zich afvragen of bouwkundige brandpreventiemaatregelen inmiddels niet een
grotere faalkans hebben dan (zoals altijd wordt aangenomen) installatietechnische
maatregelen, en of installaties zoals sprinklers niet uiteindelijk veel meer rendement
logiesfunctie
5 Aanrijdtijden brandweer volgens Leidraad repressieve basisbrandweerzorg, versie 6.2 18 augustus 2006.
13
14. Risicomanagement en Brandveilig ondernemen
opleveren. Op het gebied van risicobeheersing liggen er dus ook kansen voor vernieuwing.
(Bron: Visie op brandveiligheid, Ministerie van Vrom, april 2009)
Doel van het onderzoek
Onder het doel verstaat de onderzoeker een nuttig, realistisch en binnen de tijd haalbaar,
eenduidig en informatierijk doel. Het doel van het onderzoek luidt als volgt:
Aanbevelingen doen om risicomanagement (het onderdeel risicobenadering van de
nieuwe doctrine brandveiligheid) en het brandveilig ondernemen praktisch toepasbaar te
maken en te implementeren bij bedrijven met logiesfunctie zonder verplichte
brandmeldcentrale binnen de gemeente Tholen.
Randvoorwaarden
Randvoorwaarden voor het behalen van de doelstellingen:
- de doelstelling behalen zoals geformuleerd is het meest belangrijk.
- het onderzoek moet voor eind december 2011 zijn afgerond. De vink & thinklijst zoals
opgenomen in de bijlage zal tijdens het gehele proces worden gebruikt.
- het onderzoeksproces is dynamisch en de processen verlopen iteratief. Het kwalitatieve
eindresultaat is belangrijker dan een vast onderzoek en het proces.
- persoonlijk enthousiasme en commitment bij het onderwerp en onderzoek zijn noodzakelijk.
- draagvlak voor het onderzoek en het onderzoeksproces van de werkgever moet worden
geborgd door geregelde en open communicatie.
- draagvlak voor het onderzoek en het onderzoeksproces van de klankbordgroepleden moet
worden geborgd door geregelde en open communicatie, onder andere via feedback.
- een 80% kwalitatief eindresultaat met een 100% bruikbaarheid geniet de voorkeur boven
een 100% resultaat en een 20% bruikbaarheid.
- het geografisch onderzoeksgebied is Tholen, omdat de onderzoeker op Tholen werkt.
Vraagstelling
Onder de vraagstelling verstaat de onderzoeker binnen dit onderzoek een nuttige,
realistische en binnen de tijd haalbare, eenduidige en informatierijke aanpak. De
vraagstelling van het onderzoek luidt als volgt:
Brandveilig ondernemen als waardecreatie voor bedrijven met
Hoe kan risicomanagement praktisch toepasbaar worden gemaakt en geïmplementeerd bij
bedrijven met logiesfunctie zonder verplichte brandmeldcentrale binnen de gemeente
Tholen en tot welk effect (risicobeheersingsniveau) leidt dit?
Als de thesis wordt opgeleverd moet aan de doelstelling zijn voldaan. Het tweede deel van
de doelstelling geeft aan hoe dat moet gebeuren. Dit is de reden dat dit tweede deel de
basis vormt voor de vraagstellingen.
logiesfunctie
14
15. Risicomanagement en Brandveilig ondernemen
Theorie (hoofdstuk 2 en 3)
Deelvragen begripsvorming
1. Wat is de relevante formele basis, wat zijn de kaders en wat betekent dit voor de
bedrijven met logiesfunctie?
2. Wat is brandveiligheid en wat is het belang van brandveiligheid voor de bedrijven
met logiesfunctie?
Deelvragen risicomanagement
3. Wat is risicomanagement en op welke wijze biedt risicomanagement meerwaarde bij
ondernemen in het kader van brandveiligheid? (‘best practice’)
4. Welke relevante risicomanagementmodellen zijn er en welk model biedt de
ondernemer toegevoegde waarde in het kader van brandveilig ondernemen?
Deelvragen brandveilig ondernemen
5. Welke wijze van risicomanagement binnen ondernemen biedt de beste basis voor het
brandveilig ondernemen?
6. Wat is brandveilig ondernemen en op welke wijze kan dit het beste vormgegeven
worden? (‘best practice’)
Deelvragen implementatie risicomanagement en brandveilig ondernemen
7. Wat is de risicobenadering en op welke wijze kan de risicobenadering praktisch
toepasbaar worden gemaakt? (‘best practice’)
8. Wat is de nieuwe doctrine brandveiligheid en wat is de meerwaarde hiervan?
Deelvragen relatie risicomanagement, brandveilig ondernemen en de implementatie
(hoofdstuk 3)
9. Hoe kan de relatie tussen risicomanagement en brandveilig ondernemen, de
implementatie en het effect op de risicobeheersing worden gemeten?
10. Wat is de relatie tussen risicomanagement en brandveilig ondernemen, de
implementatie en het effect op de risicobeheersing?
Empirisch (hoofdstuk 4)
Deelvraag risicomanagement in de praktijk
11. Wat is de huidige situatie aangaande risicomanagement van bedrijven met
logiesfunctie zonder verplichte brandmeldcentrale binnen de gemeente Tholen?
Deelvraag brandveilig ondernemen in de praktijk
12. Wat is de huidige situatie aangaande brandveilig ondernemen van bedrijven met
logiesfunctie zonder verplichte brandmeldcentrale binnen de gemeente Tholen?
Deelvraag implementatie risicomanagement en brandveilig ondernemen in de praktijk
Brandveilig ondernemen als waardecreatie voor bedrijven met
13. Wat is de huidige situatie aangaande de implementatie van risicomanagement en
brandveilig ondernemen van bedrijven met logiesfunctie zonder verplichte
brandmeldcentrale binnen de gemeente Tholen?
Deelvraag risicobeheersing in de praktijk
14. Wat is de huidige situatie aangaande risicobeheersing van bedrijven met
logiesfunctie zonder verplichte brandmeldcentrale binnen de gemeente Tholen?
Implementatie risicobeheersing (hoofdstuk 6)
Deelvraag conclusies en aanbevelingen
15. Wat zijn de conclusies en aanbevelingen om risicomanagement praktisch toepasbaar
te maken en te implementeren bij bedrijven met logiesfunctie zonder verplichte
brandmeldcentrale binnen de gemeente Tholen en tot welk effect leidt dit?
Randvoorwaarden aan onderzoeksvragen
De onderzoeksvragen zijn richtinggevend en geen vast gegeven; voortschrijdend inzicht
biedt de mogelijke noodzaak tot aanpassing van het onderzoek en daarmee de fasen en
logiesfunctie
eventueel de onderzoeksvragen. Het proces is iteratief.
15
16. Risicomanagement en Brandveilig ondernemen
Brainstorm vormgeving thesis
Om een compleet beeld te krijgen aangaande relevante onderwerpen van de thesis is een
brainstormsessie georganiseerd. De brainstormsessie is met een aantal inhoudelijk- en
procesdeskundigen gehouden. Het resultaat wordt afgebeeld in de onderstaande figuur
Figuur 4 Mindmap brainstorm6 thesis
De oorsprong van het onderzoek is bedrijfskundig risicomanagement en de strategische reis
van de brandweer. De gebieden vanuit de segmenten worden onderzocht op basis van de
nader te bepalen optiek (zie hoofdstuk 4). Het onderzoek legt de nadruk op de
Figuur 5 Brainstorm vormgeving thesis
Uitkomsten van het onderzoek en het onderzoeksproces
De uitkomsten van het onderzoek leiden tot een ontwerp implementatieplan ten aanzien
van beleid voor brandveilig ondernemen in bedrijven met logiesfunctie. Belangrijk is te
vermelden dat het onderzoek en het onderzoeksproces dynamische processen zijn. Mogelijk
wordt het onderzoek scherper uitgevoerd dan gesteld in dit onderzoeksontwerp. Uiteraard
wordt het onderzoek en het onderzoeksproces verantwoord, indien is afgeweken van een
eerder plan.
Het onderzoeksmodel en onderzoeksvragen
Brandveilig ondernemen als waardecreatie voor bedrijven met
Het onderzoek wordt verdeeld in verschillende fasen. Binnen iedere fase vinden weer
deelonderzoeken plaats. De vraagstelling en de daaruit gedestilleerde onderliggende
vragen zijn weggezet in de verschillende fasen. De output van de ene fase is de input voor
de volgende. De fasen en de onderzoeksvragen zijn iteratief. Pas bij de afronding van het
onderzoek zijn de resultaten definitief.
Opzet thesis
De opzet van het onderzoek wordt vormgegeven vanuit de doelstelling rondom het
onderzoeksmodel. Dit model is het hart van het onderzoek en borgt het behalen van de
doelstelling.
logiesfunctie
6
Vos, K. de, (2006) Brainstormen 50.000 Ideeën per dag, Amsterdam: Pearson Education Benelux.
16
17. Risicomanagement en Brandveilig ondernemen
Tabel 1 Inzicht in de resultaten per hoofdstuk
Hoofdstuk 1.1 Opzet onderzoek: inleiding, bedrijfskader en projectkader
Fase 1 Opzet onderzoek
(Fase 1.1 )
Hoofdstuk 1.2 Opzet onderzoek: opdracht, doel van het onderzoek en
(Fase 1.2) onderzoeksverantwoording
Hoofdstuk 1.3 Opzet onderzoek: methodologie
(Fase 1.3)
Hoofdstuk 1.4 Optiek vanuit de context van het onderzoek en kritische risico- en
(Fase 1.4) succesfactoren (kansen en bedreigingen)
Fase 2 Literatuuronderzoek
Hoofdstuk 2.1 Literatuuronderzoek, begripsvorming en nut en noodzaak brandveilig
(Fase 2.1) ondernemen
Hoofdstuk 2.2 Literatuuronderzoek ten aanzien van risicomanagement
(Fase 2.2)
Hoofdstuk 2.3 Literatuuronderzoek ten aanzien van brandveilig ondernemen
(Fase 2.3)
Hoofdstuk 2.4 Literatuuronderzoek ten aanzien van implementatie risicomanagement
(Fase 2.4) en brandveilig ondernemen
model en hypothesen
Fase 3 Conceptueel
Hoofdstuk 3.1 Criteria risicomanagement (RM), brandveilig ondernemen (BVO) de
(Fase 3.1) implementatie van RM en BVO en het conceptueel model (tabel
criteria)
Hoofdstuk 3.2 Hypothesen ten aanzien van de relatie risicomanagement (RM),
(Fase 3.2) brandveilig ondernemen (BVO) en de implementatie van RM en BVO
Fase 4 Empirie
Hoofdstuk 4.1 Resultaten onderzoek huidige situatie
(Fase 4.1)
Brandveilig ondernemen als waardecreatie voor bedrijven met
Hoofdstuk 4.2 Resultaten veldonderzoek
(Fase 4.2)
Hoofdstuk 5.1 Triangulatie en analyse van de huidige situatie en het veldonderzoek
Analyse
Fase 5
(Fase 5.1)
Hoofdstuk 5.2 Invullen van tabelcriteria, toetsing van de hypothesen en het
(Fase 5.2) conceptueel model en beschrijving van de gewenste situatie
aanbevelingen en impl.
Fase 6 Conclusies,
Hoofdstuk 6.1 Conclusies en aanbevelingen
(Fase 6.1)
Hoofdstuk 6.2 Ontwerpbeleid risicomanagement en brandveilig ondernemen
(Fase 6.2)
logiesfunctie
Onderzoeksmodel
Het onderzoeksmodel is als hart van het onderzoek is hieronder in fasen weergegeven.
17
18. Fase 1 Opzet Fase 2 Literatuuronderzoek Fase 3 Conceptueel model en Fase 4 Empirie Fase 5 Analyse Fase 6 Conclusies,
onderzoek hypothesen aanbevelingen en impl.
Figuur 6 onderzoeksmodel
Inleiding, Literatuuronderzoek; Resultaten onderzoek
bedrijfskader begripsvorming, nut en Criteria huidige situatie
projectkader noodzaak risicomanagement (RM), Triangulatie en
brandveilig ondernemen analyse van
(BVO) de implementatie de huidige Conclusies en
Opdracht, Literatuuronderzoek; Resultaten aanbevelingen
Management samenvatting
van RM en BVO situatie en het
doel en veldonderzoek
risicomanagement (RM) veldonderzoek
verantwoording
onderzoek
Ontwerpbeleid
Literatuuronderzoek; Conceptueel model Operationele indicatoren RM en BVO
Methodologie, Invullen van tabel criteria
theorie, in the brandveilig ondernemen
box en out of the (BVO)
box Toetsing van de hypothesen en het
Hypothesen conceptueel model en beschrijving van Herzien het
de gewenste situatie ontwerpbeleid
Optiekvorming Literatuuronderzoek;
van het implementatie RM en
onderzoek BVO
KLANKBORDGROEP & intervisie
Figuur 6 onderzoeksmodel
18
19. bedrijfskundig risicomanagement & strategische reis brandweer
Vooronderzoek
Het vooronderzoek moet duidelijkheid geven over het onderzoeksontwerp. Daarnaast
verschaft het duidelijkheid over het object van het onderzoek en de omgeving van het
object. Het onderzoeksontwerp is daarbij het fundament. Piano, piano, si va lontano: tijd
investeren in bewust gerichte acties bespaart uiteindelijk tijd en levert meer resultaat op.
Literatuuronderzoek
Gedurende het onderzoek wordt gebruik gemaakt van literatuur. Deze betreft wet- en
regelgeving, wetenschappelijke literatuur, business practice artikelen, publieke internetsites
en boeken. Uiteraard wordt door middel van bronverwijzing duidelijk gemaakt wat de
oorsprong is van de betreffende informatie. In de bijlagen staat de literatuurlijst vermeld.
Uiteraard worden door onderzoek meerdere bronnen gebruikt, de thesis verwijst hiernaar.
Voorbereiding Verzamelen Terug- Aanvullende
Ontwerpen van onderzoeksproject
Eindrapport / onderzoeksverslag
onderzoek onderzoeks- koppeling verzameling
materiaal materiaal
Onderzoeks- Verslag- werkmateriaal Concept-
optiek legging en versies
eerste analyse
Figuur 7 Activiteitenplan voor onderzoek als onderdeel van de planning7
Begeleiding en intervisie vanuit de klankbordgroep
De klankbordgroep is dusdanig samengesteld dat vanuit diverse invalshoeken feedback
Brandveilig ondernemen als waardecreatie voor bedrijven met
wordt gegeven op de thesis. Met name wordt gebruik gemaakt van de betreffende
professionele invalshoek voor een optimaal resultaat, zonder overigens de klankbordgroep te
veel te belasten.
Mr. V. Gangadin MFA MBA MCE can. MITM
ing J.M. Nap, MBA MIM Ph.D candidate, focus: Structuur
Gerard van Os bc focus: vergunningverlening en handhaving bij het brandveilig
ondernemen.
drs. G. van Leeuwen, focus: human factor, de mensfactor in het brandveilig ondernemen.
drs. J. de Groot MBA, focus: meerwaarde / waardecreatie voor bedrijven met logiesfunctie.
G.P Noordergraaf BBA RRM, focus: de rol van de verzekeraars bij het brandveilig
ondernemen.
Ir Johan Borsten, intervisie als medestudent master risicomanagement
Ard Rougoor RA, intervisie als medestudent master risicomanagement
Eduard Rijnja, tekstuele controle en opmaak
logiesfunctie
7
Verschuren, P.J.M., & Doorewaard, H. (2007). Het ontwerpen van een onderzoek. Utrecht: Lemma, pagina 257
19
20. Risicomanagement en Brandveilig ondernemen
Hoofdstuk 1.3 Methodologie
Hoofdstuk 1.3 Fase 1 opzet Opzet onderzoek: methodologie
(Fase 1.3) onderzoek
Het onderzoek wordt onderbouwd op basis van wetenschappelijke literatuur en artikelen.
Daarnaast wordt gebruik gemaakt van relevante business-practice artikelen en
veldonderzoek. Robson definieert het onderzoek als volgt: ‘A strategy for doing research
which involves an emperical investigation of a particular phenomenon within its real life
context using multiple sources of evidence’.8
Methodologie
Het onderzoeksontwerp maakt de verbinding tussen te verzamelen empirische data en de
invulling van de onderzoeksvragen, om uiteindelijk conclusies te kunnen trekken.9 Deze
invulling van het onderzoeksontwerp helpt om de validiteit en de betrouwbaarheid te
borgen. De theorie wordt gecombineerd met veldonderzoek. Er zijn in de literatuur
verschillende strategieën van onderzoek te vinden en uitvoerig beschreven. In het boek van
Verschuren & Doorewaard, (2007)10 gaat het om:
• Survey
• Experiment
• Casestudy
• Gefundeerde theoriebenadering
• Bureauonderzoek.
In eerste instantie is gekozen voor een casestudy; methodologisch bestaat de combinatie
tussen casestudy en theoretisch onderzoek niet. Theoretische inzichten worden aangevuld
met veldonderzoek en methodologisch verwerkt door gebruik te maken van de Grounded
Theory.11
Grounded Theory
De oorsprong van Grounded Theory kan teruggevonden worden in een beweging bekend
als ‘symbolic interactionism’ van wie het origineel ligt in de werken van Chales Cooley (1864-
1929) en George Herbert Mead (1863-1931). In tegenstelling tot wat er gedacht wordt, is
‘Grounded Theory research’ niet alleen theoretisch. Het vereist een begrip van gerelateerde
theorieën en wetenschappelijke soorten methoden om de theoretische gevoeligheid te
versterken. Met ‘theory’ wordt bedoeld: ‘…a set of relationships that offers a plausible
Brandveilig ondernemen als waardecreatie voor bedrijven met
explanation of the phenomenon under study’12 ‘Grounded Theory process’:
• the identification of an area of interest and data collection
• interpreting the data and further data collection
• theoretical sampling
• concept and category development.
De thesis is op basis van de principes van ‘Grounded Theory’ vormgegeven. Dit is een
combinatie van de deductieve- en inductieve methode, om te komen tot een nieuw
theoretisch concept. De theorie wordt gegenereerd aan de hand van de verzamelde
gegevens, voorspellingen hieruit worden aan verdere waarnemingen getoetst.
8 Saunders, M., Lewis, P. and Thornhill, A., (2003), Research methods for business students. 3rd edition, Prentice Hall,
Finantopical Times, blz 93
9 Yin, R.K., (2003) Case study research, design and methods, thousand oaks, sage publications, blz 20.
10
Verschuren, P.J.M. & Doorewaard, H. (2007). Het ontwerpen van een onderzoek. Utrecht: Lemma pagina 161
11 Goulding, C., (1999), Grounded Theory: some reflections on paradigm, procedures and misconceptions, University
of Wolverhampton.
logiesfunctie
12 Goulding, C., (1999), Grounded Theory: some reflections on paradigm, procedures and misconceptions, University
of Wolverhampton, blz 7
20
21. Risicomanagement en Brandveilig ondernemen
Brandveilig ondernemen als waardecreatie voor bedrijven met
Figuur 8 Grounded Theory as building prices (Goulding, 2002)
logiesfunctie
21
22. Risicomanagement en Brandveilig ondernemen
Literatuuronderzoek;
In het kader van het literatuuronderzoek zijn diverse nationale en internationale bronnen
onderzocht. De relevante bronnen zijn verder bestudeert en uitgewerkt in hoofdstuk 2. Het
literatuuronderzoek levert een bijdrage aan het beantwoorden van de deelvragen. De te
hanteren bronnen behelzen onder andere wetenschappelijke literatuur en artikelen,
geschreven rapporten, verslagen en interviews. De geschreven rapporten en verslagen zijn
met een speciaal doel en voor een bepaalde doelgroep opgesteld. Bij het analyseren van
de gegevens moet hiermee rekening worden gehouden.
Figuur 9 Mindmap gebieden thesis op basis van eerder genoemde brainstorm13
Het literatuuronderzoek omvat de volgende gebieden:
- brandveiligheid - ‘best practice’ - risicomanagement - ondernemen
- doctrine brandveiligheid & modellen - brandveilig
brandveiligheid (project NUT) - risicobenadering ondernemen
- praktisch - risicobeheersing - verantwoord
toepasbare ondernemen
brandveiligheid
Onderzoeksbronnen
De onderzoeksbronnen zijn de volgende:
• bibliotheken van de universiteiten Erasmus en van Amsterdam
• relevante en vigerende wet- en regelgeving.
• algemene documentatie
Brandveilig ondernemen als waardecreatie voor bedrijven met
• interviews met deskundigen en informanten
• de klankbordleden als expert in hun vakgebied
• relevante scripties
• vakliteratuur / business-practice artikelen.
Betrouwbaarheid en validiteit
Als definitie van betrouwbaarheid is genomen: de mate waarin men erop kan vertrouwen
dat de onderzochte bronnen waar en relevant zijn.14 Een belangrijke voorwaarde van het
onderzoek is dat de informatiebronnen worden geverifieerd. Om dit te borgen wordt gebruik
gemaakt van betrouwbare bronnen. In de thesis wordt verwezen van welke informatiebron
gebruik is gemaakt.
Als definitie voor validiteit wordt ernaar gekeken of de onderzoeksresultaten en het te meten
verschijnsel met elkaar overeenkomen. De validiteit is of men meet wat men zou moeten
meten.15 De waargenomen resultaten worden met elkaar vergeleken, geduid en getoetst.
logiesfunctie
13 Vos, K. de, (2006) Brainstormen 50.000 Ideeën per dag, Amsterdam: Pearson Education Benelux.
14 Verschuren, P.J.M. & Doorewaard, H. (2007). Het ontwerpen van een onderzoek. Utrecht: Lemma, pagina 139
15 Verschuren, P.J.M. & Doorewaard, H. (2007). Het ontwerpen van een onderzoek. Utrecht: Lemma pagina 139
22
23. Risicomanagement en Brandveilig ondernemen
Binnen het onderzoek wordt gebruik gemaakt van triangulatie. Het klankbordgroeplid
methodologie geeft feedback over de betrouwbaarheid en validiteit.
Interne validiteit16 is de mate waarin variabelen in een wetenschappelijk onderzoek
een causale relatie met elkaar hebben en waarbij in het algemeen
onderzoeksresultaten niet aan zogenaamde onderzoeksartefacten moeten worden
toegeschreven. De resultaten van de thesis worden intern gevalideerd en zijn
daarmee geldig voor de onderzochte doelgroep.
Externe validiteit17 betekent in hoeverre de resultaten van een bepaald onderzoek of
een test te generaliseren zijn. Als bepaalde resultaten extern valide zijn, wil dit zeggen
dat de resultaten te generaliseren zijn en dus voor een grotere groep dan slechts de
testdoelgroep zullen gelden. De resultaten van deze thesis zijn pas na aanvullend
onderzoek ook van toepassing op vergelijkbare doelgroepen in Nederland.
Scope en timeframe
Als definitie van de scope is genomen het gebied dat wordt besproken en behandeld
aangaande het thesis onderwerp. Een cruciaal onderdeel van de gehele thesis is de
afbakening. Deze zorgt ervoor dat binnen de timeframe het doel wordt gehaald. De scope
zorgt ervoor dat er afgebakend kan worden. Het betreft een bepaalde algemene richting
van de thesis. De afbakening bakent de scope af met ‘piketpalen’.
Als definitie van de timeframe is genomen een bepaalde periode waarin de thesis is
geschreven en moet zijn afgerond. Een belangrijke voorwaarde van het onderzoek is dat het
onderzoek voor de ‘deadline’ moet zijn afgerond. Daarnaast moet de afbakening in relatie
tot de timeframe ervoor zorgen dat er diepgaand onderzoek plaats kan vinden in de
betreffende periode om een kwalitatief goed product op te leveren. De afbakening is onder
andere gebaseerd op de timeframe mei 2011 tot december 2011.
Triangulatie
De triangulatie metafoor is afkomstig uit de militaire strategie die gebruik maakt van
meerdere referentiepunten om de exacte positie van een object te lokaliseren.
“Triangulation is broadly defined by Denzin (1978: 291) as the combination of methodologies
in the study of the same phenomenon.”18 Binnen de wetenschap is het gebruik van
triangulatie als eerste door Campbell en Fiske in 1959 omschreven. Zij ontwikkelden het idee
Brandveilig ondernemen als waardecreatie voor bedrijven met
van ‘multiple operationism’. De argumentatie was om in het validatieproces meer dan een
methode te gebruiken teneinde er zeker van te zijn dat de varianten de resultaten
bevestigen. ‘Thus, different measures of the same construct were shown to yield similar
results’.19 Trianguleren biedt de onderzoeker meerdere voordelen:
• de onderzoeker kan meer zekerheid krijgen over de resultaten
• het kan alternatieve manieren van onderzoek stimuleren
• het kan helpen om afwijkende resultaten te ontdekken en te beschrijven
• het verrijkt het resultaat door andere en ander soort resultaten te bereiken
• het integreert theorieën en synchroniseert deze
• het is een test ten aanzien van verschillende theorieën en methoden.
16
Cronbach, L. J., Meehl, P. E. (1955). Construct Validity in Psychological Tests. Psychological Bulletin, 52, 281-302.
17
Mook, D. G. (2001). Psychological Research. The Ideas Behind the Methods, New York: W. W. Norton & Company,
Inc.
logiesfunctie
18
Todd, D., Jick, (2006) Mixing qualitative and Quantitative Methods: Triangulation in action, blz 602
http://www.jstor.org/
19
Todd, D., Jick, (2006) Mixing qualitative and Quantitative Methods: Triangulation in action,blz 607
http://www.jstor.org/
23
24. Risicomanagement en Brandveilig ondernemen
Methoden- en bronnentriangulatie
Het kwalitatieve onderzoek verseist methoden- en bronnentriangulatie om de
waarnemingsresultaten te kunnen vergelijken en te duiden. De diepgang van de ‘research
cases’ wordt bereikt door te werken met verschillende vormen van data-generering.
De methodentriangulatie wordt geborgd door gebruik te maken van diverse methoden,
individuele interviews en inhoudsanalyse van audiovisueel en tekstueel materiaal.
De bronnentriangulatie wordt geborgd door gebruik te maken van inhoudelijk deskundigen,
informanten, vakliteratuur, scripties, universitaire bibliotheken en wet- en regelgeving.
personen
media
personen
werkelijkheid
Situatie
Voorwerpen documenten
processen
literatuur
Figuur 10 Objecten van onderzoek en de bronnen van informatie20
Stipulatie21
In het onderzoek zijn niet zonder meer de definities uit de literatuur overgenomen. Stipulatie
heeft twee doelen:
1. duidelijkheid verkrijgen ten aanzien van ‘de werkelijkheid’ die onder de definitie valt
2. aansluiting vinden bij de doel- en vraagstelling van het onderzoek.
De volgende punten vormen de basis bij het stipuleren van de definities:
- in dit onderzoek verstaat de onderzoeker onder bedrijven met logiesfunctie zonder
verplichte brandmeldcentrale het volgende: op basis van wet- en regelgeving kan
geen brandmeldcentrale worden geëist terwijl de ondernemer verantwoordelijk is
voor een bedrijf of organisatie, waar al dan niet tegen betaling, overnacht wordt
door klanten of gebruikers van het betreffende pand, waarvoor de ondernemer
verantwoordelijk is.
- in dit onderzoek verstaat de onderzoeker onder risicobenadering: op basis van een
risicoafweging de risico’s identificeren, analyseren en mitigeren in het kader van het
Brandveilig ondernemen als waardecreatie voor bedrijven met
nemen van de eigen verantwoordelijkheid voor brandveiligheid.
- in dit onderzoek verstaat de onderzoeker onder de functie van brandmeldcentrale:
een brandalarmsysteem om een akoestisch en/of optisch signaal te kunnen
voortbrengen teneinde de bewoners c.q. gebruikers van het bouwwerk of het
personeel in het bouwwerk te waarschuwen, dat er sprake is van een noodsituatie en
dat mogelijkerwijs tot evacuatie moet worden overgegaan.
Veldonderzoek
De casus wordt vormgegeven in een ‘real-life’22 context, het veldonderzoek moet daarom
goed worden opgezet. Er is geen controle over de aangeleverde verzamelde gegevens,
zodat een methode moet worden opgezet om de ‘real-life’ context te borgen. De
onderzoeker maakt geen deel uit van de organisatie, zodat de onderzoeker ook niet
dagelijks aanwezig is in het te onderzoeken veld. De moeilijkheid is dan ook betrouwbaarheid
te krijgen over de informatie, teneinde de vraagstelling uit de thesis te beantwoorden. Tijdens
het interview moeten de juiste vragen worden gesteld om de correcte gegevens te vinden.
logiesfunctie
20
Verschuren, P.J.M. & Doorewaard, H. (2007). Het ontwerpen van een onderzoek. Utrecht: Lemma, pagina 215
21
Verschuren, P.J.M. & Doorewaard, H. (2007). Het ontwerpen van een onderzoek. Utrecht: Lemma, pagina 136
22 Yin, R.K., (2003) Case study research, design and methods, thousand oaks, sage publications, blz 72.
24
25. Risicomanagement en Brandveilig ondernemen
De interviews worden semigestructureerd vorm gegeven, in de vorm van open vragen. Dit
type interview staat de onderzoeker toe om de volgorde en toepasbaarheid van de vragen
te wijzigen naar gelang de context van de situatie. Indien nodig kunnen vragen worden
weggelaten of kan nadere uitleg worden gevraagd.23 Uiteraard wordt de informatie
geselecteerd op validiteit en bruikbaarheid.
Risicoanalyse en maatregelen om de risico’s te beperken
De risico’s voor het onderzoek zijn vooral gelegen in het feit dat de onderzoeksopdrachten te
weinig zijn afgebakend en onvoldoende scherp zijn gesteld. Daardoor is het niet mogelijk om
binnen de gestelde tijd het onderzoek af te ronden. Op advies van een van de
klankbordgroepleden is bij de opstelling van het onderzoeksontwerp gebruik gemaakt van
een vink & thinklijst (zie bijlage). Met name haalbaarheid, uitvoerbaarheid, tijdspanne en
scherpe vraagstellingen zijn een aantal kritische succesfactoren, die vooraf zijn beoordeeld
om te bepalen of het onderzoek binnen de tijd kan worden afgerond. De MAPE structuur
ondersteunt de borging van de risicoanalyse in termen van prestatie-indicatoren.
Vanwege de noodzaak om het overzicht te behouden is de volledige risicoanalyse van het
onderzoeksontwerp niet in dit hoofdstuk opgenomen maar in de bijlage.
MAPE structuur ten aanzien van prestatie-indicatoren thesis
Het MAPE-model is ontwikkeld door Bouckaert en Auwers (1999). Het is een beheermodel dat
uitgaat van een indeling in vier soorten prestatie-indicatoren. Deze zijn afkomstig uit de vier
fasen van het transformatieproces; van input via proces naar output en uiteindelijk naar
outcome. Onder middelen wordt de input verstaan die benodigd is voor het opstarten en
uitvoeren van een proces. Indicatoren die de hoeveelheid middelen meten, richten zich
vooral op zuinigheid en inputkwaliteit en -kwantiteit. Activiteiten of processen slaan op de
handelingen die een organisatie uitvoert om bepaalde resultaten te halen. Indicatoren die
hieraan worden gekoppeld, kunnen de kwaliteit of kwantiteit van de activiteiten zijn. De
prestaties, of de output, verwijzen naar de producten of diensten die het rechtstreekse
gevolg zijn van een activiteit.
Prestaties worden geleverd om bepaalde effecten teweeg te brengen. Indicatoren die zich
hierop richten kunnen de outputkwaliteit of outputkwantiteit zijn. Effecten of outcomes zijn de
gevolgen van de geleverde prestaties. De bedoeling is om situatieveranderingen in een
beleidsveld te realiseren bij bepaalde doelgroepen of fenomenen.
Brandveilig ondernemen als waardecreatie voor bedrijven met
logiesfunctie
Figuur 11 MAPE structuur van Bouckaert en Auwers (1999, p17)
23Robson, C., (1993), Real world research. A research for and practitioner-researchers. Oxford, Blakwell Publishers, blz
231
25
26. Risicomanagement en Brandveilig ondernemen
Verhoudingsindicatoren24
Aan de hand van combinaties van deze indicatoren kunnen uitspraken worden gedaan
over de prestaties van de organisatie (van de thesis). Dit zijn de zogenaamde
verhoudingsindicatoren (Bouckaert en Auwers, 1999). In het MAPE-model komen vijf
verhoudingsindicatoren voor:
1. zuinigheid, input / input
2. efficiëntie, input / output
3. effectiviteit, output / outcome
4. kosteneffectiviteit, input / outcome
5. doelbereiking, outcome / outcome
In een later stadium hebben Bouckaert, Van Dooren en Sterck (2003) hier nog een
zesde verhoudingsindicator aan toegevoegd:
6. productiviteit, output / input.
Thesisstructuur in relatie tot de Demingcirkel en de MAPE-structuur
Kwaliteitsmanagement is een cyclisch en systematisch proces. Deming heeft in de jaren vijftig
een model ontwikkeld dat uitgaat van continue verbetering en bewaking van kwaliteit. Het
oneindige cyclische proces illustreert het streven naar een constante kwaliteit. Het model
gaat uit van vier soorten activiteiten die elkaar in cyclisch verband blijven opvolgen. Dit
wordt ook wel de PDCA-cyclus (Plan, Do, Check, Act) genoemd. De thesis is een start van
het brandveilig ondernemen en zal cyclisch verbeterd moeten worden. Daarnaast wordt de
thesis cyclisch doorlopen om de kwaliteit te borgen.
Figuur 12 Demingcirkel25 gecombineerd met de MAPE structuur Brandveilig ondernemen als waardecreatie voor bedrijven met
1. Plan, plannen: het vaststellen van de doelstellingen en processen die nodig zijn om
resultaten te bereiken die in overeenstemming zijn met de eisen van klanten en het beleid
van de organisatie.
A. zuinigheid input / input: de thesis is afgebakend tot een haalbare proportie.
2. Do, uitvoeren: het uitvoeren van de processen. De processen worden efficiënt en effectief
uitgevoerd, conform de MAPE-structuur.
B. efficiëntie input / output: het schrijven van de thesis wordt doelmatig ingericht.
C. effectiviteit output / outcome: het schrijven van de thesis is doelgericht.
3. Check, evalueren: het bewaken en meten van de processen en de producten ten
opzichte van de optiek, doelstellingen en eisen voor het product alsmede het rapporteren
van de resultaten.
D. kosteneffectiviteit input / outcome: vraagstellingen van de thesis zijn beantwoord.
E. doelbereiking outcome / outcome: doelstelling van de thesis is bereikt.
logiesfunctie
Bouckaert G., T. Auwers (1999c), Prestaties meten in de overheid, Overheidsmanagement nr. 5, Die Keure, Brugge
24
25
Deming, W. Edwards (1986). Out of the Crisis. MIT Press.// Masaaki Imai (2002), Kaizen - het stap voor stap bezig zijn
met het verbeteren van een product op dienst. De filosofie achter het Japanse succes. Deventer, Kluwer.
26
27. Risicomanagement en Brandveilig ondernemen
4. Act, bijstellen: maatregelen treffen om de procesprestaties continu te verbeteren.
F. productiviteit output / input: het uiteindelijke resultaat voor logiesbedrijven. Het
(ontwerp)beleid als resultaat van de thesis zal op basis van de input cyclisch moeten
worden bijgesteld.
Brandveilig ondernemen als waardecreatie voor bedrijven met
logiesfunctie
27
28. Risicomanagement en Brandveilig ondernemen
Hoofdstuk 1.4 Optiek en kritische risico- en succesfactoren
Hoofdstuk 1.4 Fase 1 opzet Optiek vanuit de context van het onderzoek
(Fase 1.4) onderzoek en kritische risico- en succesfactoren (kansen
en bedreigingen)
Een cruciaal onderdeel in dit hoofdstuk is de afbakening, om te komen tot haalbare
proporties in de tijd en diepgang van het onderzoek. Hiervoor worden conventionele
afbakening en het rafelen en rasteren gebruikt. In dit hoofdstuk komt mede de optiek tot
stand. De optiek van het onderzoek, zoals beschreven, bepaalt hoe het gebied of de scope
wordt benaderd. Aan de optiek zijn de kritische succesfactoren gekoppeld.
Afbakening van de opdracht (outside-in methodiek)
Zoals reeds in het vorige hoofdstuk vermeld is de afbakening een cruciaal onderdeel. De
afbakening zorgt ervoor dat binnen de timeframe het doel wordt gehaald. De scope zorgt
ervoor dat er afgebakend kan worden. Het betreft een bepaalde algemene richting van de
thesis. De afbakening bakent de scope af met ‘piketpalen’. De optiek, zoals in dit hoofdstuk
beschreven, bepaalt hoe het gebied of scope wordt benaderd.
Onderstaande figuur geeft de oorsprong van de thesis in perspectief weer.
Brandveilig ondernemen als waardecreatie voor bedrijven met
Figuur 13 Boomdiagram afbakening thesisontwerp26
De vragen hoe de risicobenadering in het buitenland wordt toegepast en welke voordelen
en effecten dat oplevert, valt buiten de scope van dit onderzoek. Reden is dat Nederland
specifieke omstandigheden kent ten aanzien van wet- en regelgeving en daarnaast is de
cultuur anders dan in het buitenland. Dus ‘best practices’ in het buitenland zijn niet zonder
meer van toepassing op Nederland. Verder is er onvoldoende tijd om hieraan voldoende
aandacht te besteden.
De vraag hoe risicobenadering in maatschappelijk ondernemen wordt ingepast, waarbij ook
de economische kant wordt meegenomen, valt eveneens buiten dit onderzoek. De
afbreukrisico’s worden wel genoemd maar de economische aspecten worden niet
logiesfunctie
26 Verschuren, P.J.M. & Doorewaard, H. (2007). Het ontwerpen van een onderzoek. Utrecht: Lemma, pagina 137
28
29. Risicomanagement en Brandveilig ondernemen
geanalyseerd. De continuïteitsrisico’s zijn wel meegenomen in het onderzoek. De benadering
vindt plaats op basis van het voorkomen van gewonden en doden bij brand. Het
uitgangspunt hierbij: wat in de preventie wordt nagelaten, kan niet worden goedgemaakt
met repressie.
Rafelen en rasteren (inside-out methodiek)
Met het oog op de haalbaarheid en validiteit van het onderzoek wordt de doelstelling door
middel van rafelen en rasteren in perspectief geplaatst, zie onderstaande figuur. Dit resultaat
is tot stand gekomen na een brainstormsessie met brandweercollega’s. In de figuur is het
MAPE-model van Bouckaert en Auwers (1999) verwerkt. Dit model maakt de validatie en
haalbaarheid van het onderzoek inzichtelijk.
Bedrijven met logiesfunctie zonder verplichte brandmeldcentrale
Intern Extern
bedrijfsstructuur Formele basis klanten
en kaders
bedrijfscultuur maatschappij
Risico-
ondernemen benadering verzekeraars
Praktisch
risicomanagement brandweer
toepasbaar
Brandveilig ondernemen als waardecreatie voor bedrijven met
Brandveilig
ondernemen risicomanagement
onder-
nemen voor
brandveilig bedrijven Risicomanagement-
ondernemen met logies- modellen
functie
zonder
Brandveiligheid & verplichte Brandveiligheid & RM
BVO brandmeld-
centrale
Figuur 14 Rafelen en rasteren thesisontwerp27
logiesfunctie
27
Verschuren, P.J.M. & Doorewaard, H. (2007). Het ontwerpen van een onderzoek. Utrecht: Lemma, pagina 140
29
30. Risicomanagement en Brandveilig ondernemen
Uitgangspunten doctrine brandveilig ondernemen vanuit optiek brandweer28
De brandweer is er voor het redden van mensen en het voorkomen van onbeheersbare
situaties bij brand. De brandweer moet helder communiceren, wat wel en wat niet van de
dienst kan worden verwacht. De primaire verantwoordelijkheid voor brandveiligheid ligt bij
de eigenaar/gebruiker van een gebouw. De nieuwe doctrine brandveiligheid moet de
afnemers van de diensten van de brandweer meer bewust maken van de
brandveiligheidsrisico’s. Alarmopvolging bij de gebouwfuncties, waarvoor straks geen
doormelding meer wordt vereist, moet door de eigenaar/gebruiker zelf ter hand worden
genomen. Ofwel: de interne hulpverleningsorganisatie moet op orde zijn.
Figuur 15 Strategische Reis Brandweer; doctrine brandveiligheid, afwegingskader
Conform de Strategische Reis gaat het erom dat ondernemers bewuste, gewogen keuzes Brandveilig ondernemen als waardecreatie voor bedrijven met
maken over de veiligheid van de burgers. Op basis van het op de volgende pagina
getoonde model uit de ‘Strategische Reis Brandweer’ wordt invulling gegeven aan de
risicobenadering van de brandweer.
In volgorde van links naar rechts worden risico’s in tijd, ruimte en bevolkingssamenstelling
(risicogroepen) gedefinieerd. Na analyse van deze risico’s kan de brandweer oplossingen
bepalen, die voor dat specifieke doel tot een maximaal maatschappelijk rendement leiden.
Daarbij kwantificeert zij doelen en restrisico’s, het doel van interventies (repressie),
verantwoordelijkheden van de overheid, het bedrijfsleven en de burger zelf. Daarna stelt het
bestuur het maatschappelijk acceptabele risico vast.29
logiesfunctie
28
www.nvbr.nl datum raadplegen 15 augustus 2011
Someren T.C.R. van (Ynnovate), De Strategische Reis als basis voor de vernieuwingen voor de brandweer van over
29
morgen, Arnhem: http://www.nvbr.nl pagina 71
30
31. Risicomanagement en Brandveilig ondernemen
eigen verantwoor-
delijkheid en
zelfredzaamheid
tijd
acceptabel tijd Landelijke
steunpunten
risico
risico geografisch specialisaties
gebied
Doel kwan- geografisch lokale
tificeren gebied basiszorg
demo-
grafisch
demo- Basismodulen
grafisch brandweer-
zorg
Figuur 16 Schema: risicobenadering volgens de Strategische Reis30
Kennisinstituten en brandweer zullen samenwerken om fundamenteel onderzoek te doen
naar continuïteitsrisico’s en hoe deze proactief kunnen worden voorkomen. Deze thesis is een
stap in de goede richting door een van de continuïteitsrisico’s van bedrijven te onderzoeken.
Daarbij wordt duidelijk dat verantwoordelijkheden en het nemen van verantwoordelijkheid
ten aanzien van verantwoord en veilig (brand)ondernemen de peilers zijn bij deze thesis.
Citaat van D. Jongeneel, Commandant brandweer Texel: “Ondernemers moeten veiligheid
en preventie weer gaan zien als integraal onderdeel van hun bedrijfsvoering en naar hun
klanten uitstralen dat ze een veilige verblijfsomgeving bieden.”31
Achtergrond van de optiek
De nadruk ligt op het voorkomen van branden, het verkorten van de ontdekkingstijd en het
creëren van betere vluchtomstandigheden. Door snellere ontdekking is vluchten mogelijk en
wordt de brandweer ook sneller gealarmeerd, waarmee kostbare tijd wordt gewonnen om
Brandveilig ondernemen als waardecreatie voor bedrijven met
de schade te beperken. Tijd, die nu vooral wordt benaderd in de vorm van de snelheid
waarmee de brandweer na de melding ter plaatse is. Dit kan alleen worden bereikt door
burgers en gebruikers of eigenaren van bedrijfspanden zelf.
Doel is om het bewustzijn voor brandveiligheid scherp te krijgen bij de verantwoordelijken in
alle fasen van het bouw- en gebruiksproces. Denk aan ontwerpers, bouwers en
beheerders/gebruikers van een bouwwerk. Daarnaast is er specifieke aandacht voor
verminderd zelfredzamen, mensen die voor hun veiligheid afhankelijk zijn van anderen.
Dit onderzoek gaat over de verantwoordelijkheid van bedrijven met logiesfunctie waarin
wettelijk geen brandmeldcentrale kan worden geëist. Dit is een probleem omdat mensen die
slapen niet wakker worden van een eventuele brand. Voordat actie ondernomen kan
worden zijn slapende mensen al gestikt door de gassen in de rook. De brandmeldcentrale
vormt de basis voor verdere, vooraf te nemen maatregelen, zoals aanduiding van de
vluchtroute, kleine blusmiddelen, brand- en rookcompartimentering. Als de mensen niet
gewaarschuwd worden voor rook hebben deze maatregelen geen waarde. De vraag is of
logiesfunctie
30NVBR: De organisatie in 2015, &3.3, De brandweer over morgen, Schaarsbergen 2010, blz 67-72
31Someren T.C.R. van (Ynnovate), De Strategische Reis als basis voor de vernieuwingen voor de brandweer van
overmorgen, Arnhem: http://www.nvbr.nl pagina 76
31
32. Risicomanagement en Brandveilig ondernemen
de verstikkende werking van rook en de dodelijke gevolgen voldoende wordt beseft door
ondernemers en klanten van bedrijven met logiesfunctie.
Mensen die slapen worden niet wakker van rook veroorzaakt door brand.
Ondernemers van bedrijven met logiesfunctie hebben een
(ondernemers)verantwoordelijkheid ten opzichte van hun klanten om op een
verantwoorde manier (brand)veilig te ondernemen.
Optiek
In dit onderzoek wordt onder optiek de beschouwingswijze verstaan. De optiek wordt
gebruikt bij de bepaling van de invalshoek in relatie tot de huidige en gewenste situatie. De
basis voor de optiek vormt de doelstelling. De optiek luidt als volgt:
Waarde creëren voor bedrijven met logiesfunctie zonder verplichte brandmeldcentrale
binnen de gemeente Tholen; risicomanagement door brandveilig ondernemen praktisch
toepasbaar maken.
Brandveilig ondernemen als waardecreatie voor bedrijven met
Figuur 17 Optiek in relatie tot scope, afbakening en timeframe van het onderzoek
Kritische succesfactoren32
Een kritische succesfactor (KSF) is een kenmerk van een organisatie. Hij is essentieel voor de
levensvatbaarheid en het succes van die organisatie. Dat kan zowel positief als negatief zijn.
Het gaat er om dat iets zo belangrijk is, dat we er extra aandacht aan moeten besteden.
In het volgende overzicht worden de onderwerpen en de kritische succesfactoren benoemd.
logiesfunctie
32 Robert S. Kaplan, David Norton (1997) Op de kop met balanced scorecard
32
33. Risicomanagement en Brandveilig ondernemen
Onderwerpen Kritische succesfactoren
Risicomanagement / Risicomanagement en risicomanagement-
Risicomanagementmodellen modellen bieden inzicht in de risico´s ten
aanzien van de continuïteit van het bedrijf
qua brandveiligheid.
Ondernemen / Brandveilig ondernemen De basis voor de structuur in het brandveilig
ondernemen vormen gangbare strategische
tools.
Doctrine brandveiligheid / De nieuwe doctrine brandveiligheid maakt
Risicobenadering de afnemers van de diensten van de
brandweer meer bewust van de
brandveiligheidsrisico’s .
Formele basis en kaders De formele basis en kaders bieden voldoende
fundament voor het brandveilig ondernemen.
Brandveiligheid / Praktisch toepasbaar Bij brandveilig ondernemen neemt de
maken brandveiligheid ondernemer de verantwoordelijkheid voor zijn
klanten ten aanzien van de brandveiligheid
door het bewust maken van de brandrisico’s
en onveilig gedrag.
Inzicht in de huidige en gewenste situatie Maatschappelijk rendement en
ten aanzien van brandveilig ondernemen risicodifferentiatie als risicobenaderings-
voor bedrijven met logiesfunctie te Tholen. vormen kunnen praktisch toepasbaar worden
gemaakt door het laten nemen van eigen
verantwoordelijkheid van ondernemers bij de
toepassing van het ‘knoppenmodel als
risicobeheersingstool’.
Samenvatting
Risicobenadering houdt in dat wat in de preventie wordt nagelaten niet kan worden
goedgemaakt met repressie. De kosten van repressie zijn onevenredig groot met het
rendement van preventie. De nieuwe doctrine brandveiligheid maakt de afnemers van de
diensten van de brandweer meer bewust van de brandveiligheidsrisico’s. Het ondernemen
vanuit de optiek risicomanagement (de risicobenadering binnen de nieuwe doctrine
brandveiligheid) onderscheidt drie elementen die bepalend zijn als meerwaarde
beïnvloedingsfactor:
Brandveilig ondernemen als waardecreatie voor bedrijven met
• maatschappelijk rendement
• risicodifferentiatie
• eigen verantwoordelijkheid klant en ondernemer.
logiesfunctie
33
34. Risicomanagement en Brandveilig ondernemen
Hoofdstuk 2.1 Literatuuronderzoek ten aanzien van de begripsvorming en nut en noodzaak
van brandveilig ondernemen
Hoofdstuk 2.1 Literatuuronderzoek ten aanzien van de
Fase 2 Literatuur-
(Fase 2.1) onderzoek
begripsvorming en nut en noodzaak van
brandveilig ondernemen
In dit hoofdstuk wordt het nut en de noodzaak beschreven van risicomanagement en
brandveilig ondernemen, met name aan de hand van een overzicht van de formele basis en
de kaders. Het ondernemen vanuit de risicobenadering binnen de nieuwe doctrine
brandveiligheid onderscheidt drie elementen die bepalend zijn als meerwaarde
beïnvloedingsfactor:
• maatschappelijk rendement
• risicodifferentiatie
• eigen verantwoordelijkheid klant en ondernemer.
Onderlegger voor dit hoofdstuk is het rapport ‘Nodeloze uitrukken terugdringen’ (NUT), (23
mei 2011) en onderzoek naar de consequenties van het voorstel herziening doormelding in
het Bouwbesluit 2012.
De volgende deelvragen aangaande begripsvorming worden in dit hoofdstuk behandeld:
1. Wat zijn de relevante formele basis en de kaders en wat betekent dit voor de
bedrijven met logiesfunctie?
2. Wat is brandveiligheid en wat is het belang van brandveiligheid voor de bedrijven
met logiesfunctie?
Formele basis en kaders
Het gaat hier om de beschrijving van nut en noodzaak van brandveilig ondernemen als
waardecreatie voor bedrijven met logiesfunctie. Bij de beschrijving van dit hoofdstuk zijn
diverse formele basis en de kaders van toepassing, zie daarvoor de volgende figuur.
Brandveilig ondernemen als waardecreatie voor bedrijven met
Figuur 18 Formele basis en kaders33
logiesfunctie
33
Maranus, A.W., (2011) Scriptie bedrijfskundig risicomanagement & Strategische Reis Brandweer.
34