SlideShare a Scribd company logo
1 of 61
Download to read offline
Cijfers en feiten van het familiebedrijf
10 jaar onderzoek onder familiebedrijven
Voor eventuele fouten of onvolkomenheden in deze
publicatie kunnen auteur en uitgever niet aansprakelijk
worden gesteld.

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of
openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie,
microfilm of op enige andere wijze, zonder voorafgaande
toestemming van de uitgever.

Eerste druk, april 2002
Tweede druk, maart 2005
Derde druk, februari 2008

BDO is een op naam van Stichting BDO te Amsterdam geregistreerd merk.


CampsObers is een op naam van BDO CampsObers Holding B.V. te Eind-
hoven geregistreerd merk.


In deze publicatie worden BDO en BDO CampsObers gebruikt ter aandui-
ding van de organisatie die onder de merknaam ‘BDO’ actief is op het
gebied van de zakelijke dienstverlening (accountancy, belastingadvies en
consultancy).


BDO CampsObers Accountants & Adviseurs is een op naam van BDO
CampsObers Holding B.V. te Eindhoven geregistreerde handelsnaam en
wordt gebruikt ter aanduiding van een aantal met elkaar in een groep
verbonden rechtspersonen, die ieder afzonderlijk onder de merknaam
‘BDO’ actief zijn op een bepaald terrein van de zakelijke dienstverlening
(accountancy, belastingadvies en consultancy).


© 2008 BDO CampsObers Accountants & Adviseurs
ISBN 978-90-73412-89-7
Cijfers en feiten
van het familiebedrijf
10 jaar onderzoek onder familiebedrijven

Door Dr. R. H. (Roberto) Flören
Inhoudsopgave
               Voorwoord ......................................................................................................... 7
               Inleiding ................................................................................................................ 8


               Deel 1          .....................................................................................................................    9
Hoofdstuk 1    Wat is een familiebedrijf? ................................................................                                             10
Hoofdstuk 2    De kracht van het familiebedrijf .................................................                                                      12
Hoofdstuk 3    Aantal familiebedrijven en economisch belang ...........                                                                                14
Hoofdstuk 4    Kenmerken bedrijf ..................................................................................                                    16
Hoofdstuk 5    Kenmerken familie .................................................................................                                     18
Hoofdstuk 6    Kenmerken eigendom .........................................................................                                            20
Hoofdstuk 7    Sterkten van familiebedrijven ......................................................                                                    22
Hoofdstuk 8    Zwakten van familiebedrijven ......................................................                                                     24


               Deel 2           ..................................................................................................................     27
Hoofdstuk 9    De bivalentie van het familiebedrijf .......................................                                                            28
Bivalentie 1   De ondernemer .........................................................................................                                 30
Bivalentie 2   Strategie en cultuur ................................................................................                                   32
Bivalentie 3   Personeelsbeleid .....................................................................................                                  34
Bivalentie 4   Opvolging (1) ...............................................................................................                           36
Bivalentie 4   Opvolging (2) ...............................................................................................                           38
Bivalentie 5   Communicatie .............................................................................................                              40
Bivalentie 6   Balans tussen bedrijf en familie .................................................                                                      42
Bivalentie 7   Financiën .........................................................................................................                     44
Bivalentie 8   Eigendom ........................................................................................................                       46
Bivalentie 9   Corporate governance ..........................................................................                                         48


               Deel 3           ..................................................................................................................     51
Hoofdstuk 10 Fiscale knelpunten                                  .................................................................................     52

               Aanbevelingen ............................................................................................                              54
               Literatuur .........................................................................................................                    56
               Dankwoord .....................................................................................................                         58
               Over BDO CampsObers Accountants & Adviseurs .....                                                                                       59
Inhoudsopgave figuren
            Deel 1          ...............................................................................................................................................................................................................................    9
Figuur 1    Oude en nieuwe definitie van het familiebedrijf ...................................................................................................................                                                                                11
Figuur 2    Concentrische cirkels van het familiebedrijf ..............................................................................................................................                                                                       11
Figuur 3    Driecirkelmodel van het familiebedrijf ............................................................................................................................... ............                                                               13
Figuur 4    Driedimensionaal ontwikkelingsmodel van het familiebedrijf ..................................................................................                                                                                                     13
Figuur 5    Aantal familiebedrijven in Nederland ..............................................................................................................................................                                                               15
Figuur 6    Kenmerken die wijzen op een hoge graad van familiebedrijven binnen de bedrijfstak ...................                                                                                                                                             15
Figuur 7    Het belang van familiebedrijven voor de Nederlandse economie ........................................................................                                                                                                             15
Figuur 8    Vergelijking van omzetgroei bij familiebedrijven en niet-familiebedrijven ten
            tijde van economische groei ............................................................................................................................... ......................................                                                15
Figuur 9    Vergelijking historie familiebedrijven en niet-familiebedrijven ..............................................................................                                                                                                    17
Figuur 10   Aantal jaren dat directeur de leiding in handen heeft ......................................................................................................                                                                                      17
Figuur 11   Voorkeur voor familiebedrijven bij samenwerkingsverbanden met buitenlandse partners ...........                                                                                                                                                   17
Figuur 12   Generatie familie aan de leiding van het familiebedrijf ..................................................................................................                                                                                        19
Figuur 13   Activiteiten van de meewerkende partner in het familiebedrijf ..............................................................................                                                                                                      19
Figuur 14   Rollen van de meewerkende partner in het familiebedrijf ...........................................................................................                                                                                               19
Figuur 15   Betrokkenheid kinderen bij het familiebedrijf ........................................................................................................................                                                                            19
Figuur 16   Aantal aandeelhouders bij familiebedrijven .............................................................................................................................                                                                          21
Figuur 17   Beleid van familiebedrijven met betrekking tot verkoop van aandelen ..........................................................                                                                                                                    21
Figuur 18   Ondernemingsvorm van het familiebedrijf ..................................................................................................................................                                                                        21


            Deel 2         ............................................................................................................................... ..............................................................................................     27
Figuur 19   Bivalenties van het familiebedrijf ........................................................................................................................................................                                                       29
Figuur 20   Externe barrières voor familiebedrijven ........................................................................................................................................                                                                  29
Figuur 21   Enkele karakteristieken van de directeur in het familiebedrijf .................................................................................                                                                                                  31
Figuur 22   Werkgelegenheid voor familieleden in familiebedrijven ...............................................................................................                                                                                             35
Figuur 23   Opvolgingsalternatieven bij familiebedrijven ..........................................................................................................................                                                                           37
Figuur 24   De OASE van het familiebedrijf ............................................................................................................................... ..............................                                                     37
Figuur 25   Het regelen van de opvolging in familiebedrijven ...............................................................................................................                                                                                  37
Figuur 26   Voorbereiding van het opvolgingsproces in familiebedrijven ...................................................................................                                                                                                    37
Figuur 27   Redenen voor directeuren voor uitstel opvolging volgens de opvolger ...........................................................                                                                                                                   39
Figuur 28   Twijfels bij opvolgers in familiebedrijven ....................................................................................................................................                                                                   39
Figuur 29   Personen waarmee de directeur over vermogensplanning en erfgoed heeft gesproken ...................                                                                                                                                               41
Figuur 30   Meest voorkomende spanningen tussen bedrijfs- en familiebelangen in het familiebedrijf ........                                                                                                                                                   43
Figuur 31   Invloed van familiebelangen op bedrijfsbeslissingen .......................................................................................................                                                                                       43
Figuur 32   Financiën en het familiebedrijf ..............................................................................................................................................................                                                    45

                                                                                                                                                                                                                                                                   5
Figuur 33 Belang belastingbesparing en familieverhouding .................................................................................................................                                          45
Figuur 34 Overdracht vermogen door de directeur ............................................................................................................................... ........                            45
Figuur 35 Overdrachtswaarde ten opzichte van de reële waarde van de aandelen bij agrarische
          en niet-agrarische familiebedrijven ...................................................................................................................................................                   47
Figuur 36 Opvolging in eigendom bij familiebedrijven .............................................................................................................................                                  47
Figuur 37 Vergelijking aanwezigheid commissaris bij familiebedrijven en niet-familiebedrijven
          naar aantal werknemers ................................................................................................................................................................................   49
Figuur 38 Rolvervulling van de commissaris bij het familiebedrijf .................................................................................................                                                 49




6
Voorwoord
I
In Nederland wordt steeds duidelijker dat familiebedrij-
ven een grote bijdrage leveren aan de economische
ontwikkeling. Bedrijven die soms al vele eeuwen lang
                                                              laat oppakken van de opvolgingsproblematiek is een
                                                              kwalijke zaak. Ook onvoldoende transparantie, waardoor
                                                              een waas van geheimzinnigheid ontstaat, belet een
hun artikelen produceren en verkopen. Ze zijn uitge-          positief imago. Zeker in de huidige arbeidsmarkt een
groeid tot gerenommeerde bedrijven die zijn overge-           belangrijk nadeel. Maar ook de overheid maakt het niet
gaan van de ene naar de andere generatie. Veel families       altijd gemakkelijk voor familiebedrijven. De onderne-
hebben kans gezien om internationaal opererende               ming in familieverband wordt soms onevenredig zwaar
bedrijven op te bouwen. Met succes hebben zij gebruik         belast, waardoor families soms niet meer in staat zijn
weten te maken van de inherente krachten en de                om het bedrijf voort te zetten. De aanbevelingen rich-
betrokkenheid van de families en te laveren tussen de         ting overheid aan het eind van deze uitgave onder-
eisen van goed ondernemerschap en de belangen en              streep ik dan ook van harte.
emoties van familieleden.
                                                              Uit het bovenstaande moge duidelijk zijn, dat ik
Hoewel familiebedrijven, zo laat dit naslagwerk ook           verheugd ben dat BDO Accountants & Adviseurs
zien, van groot economisch belang zijn, is er toch relatief   opdracht heeft gegeven aan Universiteit Nyenrode om
weinig gestructureerde informatie beschikbaar. En als         dit naslagwerk op te stellen. Het bevat concrete gege-
familiebedrijven halen we bij lange na niet ons ‘fair         vens en nuttige aanbevelingen. Als voorzitter van
share’. De meeste ruimte in de media wordt besteed            FBNed, de Vereniging Familiebedrijven Nederland,
aan de beursgenoteerde en grote internationale onder-         spreekt een dergelijk onderzoeksresultaat mij zeer aan.
nemingen. Daarom is deze compacte uitgave met veel            FBNed streeft er naar dat Nederlandse familiebedrijven
zinvolle informatie over familiebedrijven een nuttig          hun kennis en ervaringen uitwisselen om zo hun onder-
naslagwerk. Iedereen die betrokken is bij het familie-        nemingen te versterken. Maar ook het bijdragen aan een
bedrijf en er meer over wil weten zou deze gegevens bij       beter imago van het familiebedrijf als belangrijke en
de hand moeten hebben.                                        stabiele ondernemingsvorm is een doelstelling van onze
                                                              vereniging. Dit naslagwerk is niet alleen voor onze leden
Het is van belang om de kracht en de sterke aspecten          interessant maar voor alle ondernemers, opvolgers en
van het familiebedrijf overzichtelijk in kaart gebracht te    andere betrokkenen bij het familiebedrijf. 6
zien en te onderkennen. Op deze wijze kunnen bedrij-
ven, maar ook dienstverleners, de overheid en de              drs. P. J. J. M. Swinkels
media, deze kanten van het familiebedrijf beter belich-       voorzitter Raad van Bestuur Bavaria N.V.
ten en waar nodig stimuleren. Daarnaast worden ook            voorzitter FBNed, Vereniging Familiebedrijven Nederland
aanbevelingen gedaan om het familiebedrijf nog sterker
te maken. Deels moeten families, betrokken bij hun            april 2002
bedrijf, de hand in eigen boezem steken. Het niet of te




                                                                                                                        7
Inleiding
H
Hoewel de aandacht in de media en in de politiek vaak
uitgaat naar grote ondernemingen als trekkers van de
nationale economie, is voor de groei van welvaart en
                                                             familiebedrijven zo te ondersteunen dat mede op basis
                                                             daarvan de continuïteit van deze ondernemingen beter
                                                             gewaarborgd kan worden. Om dat goed te kunnen doen
werkgelegenheid een ander segment van groter belang:         is inzicht in het reilen en zeilen van deze groep bedrij-
dat van de middelgrote bedrijven. Enerzijds weten deze       ven onmisbaar.
bedrijven in tijden van economische voorspoed hun
activiteiten snel uit te breiden, anderzijds leggen ze een   Sinds 1993 brengen wij, in samenwerking met Universi-
grote mate van aanpassingsvermogen aan de dag in             teit Nyenrode, de specifieke kenmerken van Neder-
tijden dat de conjunctuur minder florissant is.               landse familiebedrijven systematisch in kaart door een
                                                             jaarlijks onderzoek. Naast algemene karakteristieken
Deze flexibiliteit doet zich bij uitstek voor bij een         zijn daarbij in de loop van de afgelopen tien jaar
belangrijke categorie in dit segment, namelijk het fami-     diverse specifieke onderwerpen aan bod gekomen,
liebedrijf. Ondernemingen in handen van een familie,         bijvoorbeeld: de rol van de partner van de directeur,
die met veel inzet, vakmanschap en een diepgewor-            de overgang naar een nieuwe generatie, strategische
telde verbondenheid worden gedreven. In het midden-          planning, erfgoedstrategie, groei van het bedrijf,
segment van het Nederlandse bedrijfsleven bestaat            communicatie en internationalisatie van het familie-
maar liefst 60 procent van de ondernemingen uit derge-       bedrijf.
lijke familiebedrijven.
                                                             Op basis van dit jarenlange onderzoek presenteren wij
Familiebedrijven zijn bijzonder. Veelal wordt van gene-      u in deze jubileumuitgave een uniek overzicht van alle
ratie op generatie met hart en ziel gebouwd aan het          nationaal en internationaal relevante cijfers en feiten
levenswerk van diezelfde generaties. Vaak met dezelfde       over het familiebedrijf. Namens al onze accountants en
problemen als die bij andere bedrijven. Maar even zo         adviseurs wens ik u veel nut en genoegen toe bij het
vaak met specifieke uitdagingen, bijvoorbeeld op het          raadplegen ervan. 6
vlak van directie-opvolging, overdracht van eigendom of
financiering.                                                 A. P. H. (Ton) Rutgrink RA
                                                             voorzitter Raad van Bestuur BDO Accountants & Adviseurs
BDO Accountants & Adviseurs is in haar branche markt-
leider voor het Nederlandse middenbedrijf. Wij               april 2002
beschouwen het daarom als een belangrijke taak om




8
Deel 1
Hoofdstuk 1 6 Wat is een familiebedrijf?


                                                                      Hoofdstuk 1

                                             Wat is een familiebedrijf?
                                                         Een derde generatie familie-ondernemer:
                                           ‘Nee meneer, wij zijn geen familiebedrijf. Wij opereren internationaal’.




E
Er zijn net zo veel definities van familiebedrijven als dat er
onderzoekers zijn. Een zorgvuldige definitie van het familie-
bedrijf is dan ook van groot belang. In Nederland wordt
                                                                                 lijk. Zij menen dat er verschillende graden van familiebe-
                                                                                 drijven zijn en illustreren dit met drie concentrische schillen
                                                                                 (u Figuur 2). Hierdoor ontstaan een ruime, een reële en een
voornamelijk een door Flören afgeleide definitie van de                           krappe definitie van het familiebedrijf.
London Business School gebruikt (u Figuur 1). Volgens deze
definitie is 83% van alle bedrijven een familiebedrijf. Voor                      Voor Nederland betekent dit dat de buitenste schil de
juridisch en fiscaal gebruik is deze definitie juist, maar                         ruime Flören-definitie voorstelt: 83% van alle bedrijven is
gezien de hoogte van het percentage kan men zich afvragen                        een familiebedrijf. Echter alle startende bedrijven en alle
of de resultaten op basis van deze definitie daadwerkelijk                        bedrijven met één directeur-grootaandeelhouder zonder
weergeven hetgeen met familiebedrijf bedoeld wordt. Bijna                        enige betrokkenheid van andere familieleden vallen even-
alle bedrijven zijn dan een familiebedrijf.                                      eens hieronder. Bij deze bedrijven zijn de typische familie-
                                                                                 bedrijfkenmerken nauwelijks aanwezig. De binnenste schil
Een mogelijkheid is om aan de ondernemers zelf te vragen                         is een (te) krappe definitie van het familiebedrijf. In Neder-
of hun bedrijf een familiebedrijf is. Slechts 59% van de                         land heeft Hulshoff een variant hiervan gedefinieerd. In de
ondernemers vindt zelf dat zij een familiebedrijf zijn,                          binnenste schil is een bedrijf alleen een familiebedrijf als
terwijl volgens Thomassen bij bedrijven waar een opvol-                          ten minste de tweede generatie al is bereikt en een meer-
ging heeft plaatsgevonden 93% van de opvolgers hun                               derheid van het management uit familieleden bestaat,
bedrijf als een familiebedrijf beschouwt. Helaas is zelf-                        terwijl de familie ook een meerderheid van de aandelen
evaluatie niet het beste criterium voor het formuleren van                       bezit. In Nederland is dit ongeveer 22% van alle bedrijven.
een definitie. Veel ondernemers karakteriseren zichzelf en
hun bedrijf niet als familie-ondernemer en familiebedrijf,                       De middelste schil vertegenwoordigt die familiebedrijven
terwijl veel van de unieke sterkten en problemen van                             waar bedrijfsbelangen, familiebelangen en eigendoms-
familiebedrijven ook voor deze ondernemers en hun                                belangen elkaar daadwerkelijk beïnvloeden. De nieuwe,
bedrijven gelden. Toch mag het duidelijk zijn dat de                             reële definitie die is geïntroduceerd in het proefschrift van
oorspronkelijke definitie te ruim is.                                             Flören vertegenwoordigt familiebedrijven in de middelste
                                                                                 schil (u Figuur 1). Deze bedrijven bestaan veelal langer of
Een parallel met Amerikaans onderzoek is behulpzaam.                             er werken meer familieleden of de familie heeft invloed op
Volgens Shanker en Astrachan is 21 tot 92% van alle bedrij-                      belangrijke strategische besluiten. In Nederland voldoet
ven een familiebedrijf. Door de bandbreedte is dit een                           55% van alle bedrijven aan de criteria van de middelste
niet-werkzame statistiek. Toch is hun onderbouwing dege-                         schil. De middelste schil benadert het beste wat een

10
Hoofdstuk 1 6 Wat is een familiebedrijf?


familiebedrijf zo kenmerkend maakt. Het is gewenst dat                                    In deze uitgave is het helaas nog niet mogelijk om alle
onderzoekers in vervolgonderzoek gebruik maken van deze                                   cijfers op de nieuwe definitie te baseren, daar een aantal
nieuwe definitie. Een bijkomend voordeel is dat deze                                       gegevens afkomstig is uit onderzoeksbestanden waarbij
definitie redelijk gemakkelijk meetbaar is in een vragen-                                  essentiële informatie ontbreekt die noodzakelijk is voor de
lijst.                                                                                    toepassing van de nieuwe definitie. 6


       Figuur 1      Oude en nieuwe definitie van het familiebedrijf

       Oude definitie (Flören, 1993)                                                      Nieuwe definitie (Flören, 2002)
       Een bedrijf is een familiebedrijf als het aan minstens één van de volgende         Een bedrijf is een familiebedrijf als het aan minstens twee van de volgende
       drie criteria voldoet:                                                             drie criteria voldoet:
          meer dan 50% van de aandelen of certificaten is in handen van één familie;         meer dan 50% van de eigendom is in handen van één familie;
          één familie is in staat aanzienlijke invloed uit te oefenen;                       één familie heeft beslissende invloed op de bedrijfsstrategie of op
          een belangrijk aantal leden van de ondernemingsleiding is afkomstig uit één        opvolgingsbeslissingen;
          familie.                                                                           een meerderheid of ten minste twee leden van de ondernemingsleiding zijn
                                                                                             afkomstig uit één familie.

                                                                                          Echter indien het bedrijf minder dan tien jaar geleden is opgericht, dient in het
                                                                                          bedrijf ten minste één familielid van de directeur werkzaam te zijn of eigendom
                                                                                          te hebben.



       Figuur 2       Concentrische cirkels van het familiebedrijf
       Naar: Shanker en Astrachan (1996)




                                                                       Weinig directe betrokkenheid

                                                                           Enige betrokkenheid

                                                                            Veel betrokkenheid
                                • Toezicht op    • Oprichter/             • Familie direct betrokken            • Juridische        • Plannen om
                                  strategische     Nazaat leidt           • Meerdere generaties                   controle over       in familie
                                   keuze           het bedrijf                      22%                           eigendom            te houden

                                                                       • Meer dan 1 managementpositie
                                                                                    55%


                                                                                    83%




                                                                                                                                                                                 11
Hoofdstuk 2 6 De kracht van het familiebedrijf


                                                                         Hoofdstuk 2

                                            De kracht van het familiebedrijf
            Mw. J. van den Boer: ‘Professionaliteit en kwaliteit staan voorop. Zes à zeven jaar geleden stond het familiebedrijf voor kneuterig, tuttig.
                                                         Die tijd is gelukkig voorbij.’ (Forum, maart 1999)




A
Al vele generaties lang zijn families in staat geweest om
zakelijk zeer succesvol te zijn. De bezieling van deze onder-
nemende families bepaalt in grote mate de concurrentie-
                                                                                    langen en eigendomsbelangen (u Figuur 3). In niet-familiebe-
                                                                                    drijven zijn deze in essentie onverenigbare systemen onaf-
                                                                                    hankelijk van elkaar. In het familiebedrijf overlappen ze
positie van het Nederlandse bedrijfsleven. Toch pleitten                            elkaar niet alleen, maar zijn ze ook nog eens onderling
economen en bedrijfskundigen tot het midden van de jaren                            afhankelijk. De combinatie van rationaliteit, emoties, finan-
tachtig voor een snelle afschaffing van het familiebedrijf.                          ciële onafhankelijkheid en ondernemersgeest bepalen de
De emotionaliteit behorend bij het ondernemerschap in                               unieke positie van het familiebedrijf.
familiebedrijven stond volgens hen goede, rationele
besluitvorming in de weg. Zij vonden het zaak voor ieder                            De verstrengeling van de verschillende belangen kan
familiebedrijf om zo snel mogelijk ‘professioneel manage-                           echter ook leiden tot problemen. Zo kunnen de belangen
ment’ in te schakelen en de familie-invloeden te beperken.                          van het bedrijf en de familie conflicteren of kan verwarring
                                                                                    ontstaan doordat betrokkenen zich onvoldoende bewust
Tegenwoordig is echter wel gebleken dat deze zienswijze                             zijn van hun verschillende rollen of onduidelijk zijn welke
totaal voorbij gaat aan de kracht van het familiebedrijf, zijn                      belangen zij vertegenwoordigen. In deze situaties kunnen
unieke karakter, de motivatie van ondernemers en hun                                conflicten ontstaan en kan de kracht van het familiebedrijf
familie en belangrijker nog: de werkelijkheid. Deze werke-                          tevens zijn ondergang betekenen.
lijkheid is dat er zeer veel florerende familiebedrijven in
Nederland zijn, variërend van een klein familiebedrijf, waar                        Het driecirkelmodel geeft een goede indruk van de weder-
vader en zoon gezamenlijk een bakkerij hebben, tot neven                            zijdse beïnvloeding van verschillende belangen. Het doet
en nichten die een groot detailhandelconcern leiden. Niet                           echter geen recht aan de verschillende fasen die bedrijven,
alleen in Nederland is meer dan 55% van de bedrijven een                            families en aandeelhouders doorlopen. Families kunnen
familiebedrijf, maar over de gehele wereld nemen familie-                           bijvoorbeeld worden onderscheiden in de fase van een
bedrijven een dominante positie in. Voorts behoort meer                             jonge bedrijfsfamilie tot een familie waarin opvolging plaats
dan een vijfde van alle Nederlandse familiebedrijven met                            gaat vinden. Gersick et.al. hebben daarom het driedimen-
50 werknemers of meer tot de tien grootste bedrijven in de                          sionale ontwikkelingsmodel gepresenteerd (u Figuur 4). Zij
wereld in hun specifieke bedrijfstak, terwijl meer dan een                           onderscheiden drie verschillende soorten familiebedrijven:
kwart tot de tien grootste binnen Europa behoort.                                   6 individuele directeur-grootaandeelhouder,
                                                                                    6 samenwerking tussen broers en zussen, en
De kracht van het familiebedrijf wordt bepaald door de                              6 een neven-en-nichten-consortium.
wederzijdse beïnvloeding van bedrijfsbelangen, familiebe-

12
Hoofdstuk 2 6 De kracht van het familiebedrijf


Alle drie de soorten behoren tot het familiebedrijf, toch                                           het familiebedrijf met een individuele directeur-grootaan-
hebben ze ieder ook specifieke kenmerken en uitdagingen.                                             deelhouder kwetsbaar kan zijn door de afhankelijkheid van
Zo zal de verdeling van de eigendom en de communicatie                                              de ondernemer. 6
lastiger zijn bij een neven-en-nichten-consortium, terwijl


       Figuur 3        Driecirkelmodel van het familiebedrijf
       Bron: Davis en Tagiuri (1989)




                                        Eigendom


                 Familie                                              Bedrijf




                                       Figuur 4        Driedimensionaal ontwikkelingsmodel van het familiebedrijf
                                                                                    smodel
                                       Naar: Gersick et al (1997)
                                                                                                   Bedrijfs-as
                                                                                        Volwassenheid
                                                                                        Volwassenheid
                                                                                             ss    i



                                                                                             Expansie/
                                                                                    Professionalisering                                   Kinderen treden toe tot het bedrijf


                                                                                                                                                                                Samenwerken generaties
                                                                                                                 Man/Vrouw als partners




                                                                                                   Start
                                                                                                                                                                                                            Opvolging



                                                                    Directeur-grootaandeelhouder                                                                                                                         Familie-as

                                                        Broers en zussen als partners

                                       Neven-en-nichten-consortium
                                       Neven-en-nichten-consortium
                                                         o


                                            Eigendoms-as



                                                                                                                                                                                                                                                    13
Hoofdstuk 3 6 Aantal familiebedrijven en economisch belang


                                                                        Hoofdstuk 3

                      Aantal familiebedrijven en economisch belang
                                                                           Ondernemer:
                   ‘Als er zo veel familiebedrijven zijn, waarom weten er dan zo weinig adviseurs wat er daadwerkelijk speelt in ons bedrijf?’




E
Een schatting van het aantal familiebedrijven in Nederland
is uiteraard afhankelijk van de eerder geschetste discussie
over de definitie van het familiebedrijf. Het aantal familie-
                                                                                   Belangrijke kenmerken die wijzen op een hoge graad van
                                                                                   familiebedrijven binnen de bedrijfstak staan in u Figuur 6
                                                                                   vermeld. Voorbeelden van zulke bedrijfstakken zijn onder
bedrijven met werknemers kan dan ook variëren van 76.000                           meer de horeca, voedingsindustrie, metaal- en elektrobe-
tot 289.000. In dit hoofdstuk wordt uitgegaan van de                               drijven, installatiebedrijven, garagebedrijven, schilders- en
middelste schil, waarbij de nieuwe definitie van het fami-                          transportbedrijven. Maar ook in een branche als de infor-
liebedrijf gehanteerd wordt.                                                       matietechnologie en onder reclame- en communicatiebu-
                                                                                   reaus zijn al veel familiebedrijven succesvol.
Uit u Figuur 5 blijkt dan dat 55% van alle bedrijven in Neder-
land een familiebedrijf is, hetgeen neerkomt op ruim                               Het is moeilijk om precies te berekenen welk gedeelte van
194.000 familiebedrijven in Nederland. Opvallend hierbij is                        de werkgelegenheid familiebedrijven voor hun rekening
dat ook onder de grote bedrijven, met meer dan 100 werk-                           nemen. Flören heeft in 1998 op basis van de oude definitie
nemers nog circa 45% een familiebedrijf is. Het is van be-                         berekend dat familiebedrijven ruim 40% van de private
lang dit te onderkennen, omdat veel mensen familiebedrij-                          werkgelegenheid verzorgen (u Figuur 7). Dit is een voorzich-
ven verwarren met bedrijven in het midden- en kleinbe-                             tige schatting, daar MKB-Nederland stelt dat het midden-
drijf. Het percentage familiebedrijven in het kleinbedrijf                         en kleinbedrijf alleen al 60% van de werkgelegenheid
is lager vergeleken met het middenbedrijf.                                         levert. Indien deze berekeningswijze wordt gevolgd, neemt
                                                                                   het familiebedrijf waarschijnlijk 50% van de private werkge-
In de berekeningen in deze uitgave is de agrarische sector                         legenheid voor zijn rekening. Volgens de Europese
niet inbegrepen, tenzij dit uitdrukkelijk vermeld staat. Uit                       Commissie herbergt het familiebedrijf het grootste poten-
onderzoek van Flören (2002) blijkt dat 96% van alle land- en                       tieel voor banencreatie en banenbehoud.
tuinbouwbedrijven een familiebedrijf is. Hierbij is echter
geen onderscheid gemaakt in grootte van het bedrijf geba-                          De bepaling van het aandeel dat familiebedrijven in het
seerd op het aantal werknemers. Inclusief de agrarische                            Bruto Nationaal Product hebben is nog lastiger. Flören
sector betekent dit dat meer dan 55% van alle Nederlandse                          heeft in 1998 berekend dat familiebedrijven verantwoorde-
bedrijven een familiebedrijf is.                                                   lijk zijn voor 54% van de Toegevoegde Waarde (bruto,
                                                                                   basisprijzen). Dit lijkt aan de hoge kant gezien de voor de
Familiebedrijven kunnen in alle branches worden gevon-                             berekening noodzakelijke aannames. In u Figuur 7 staat de
den. Uit het voorbeeld van de land- en tuinbouw blijkt wel                         meest waarschijnlijke bandbreedte waarin het aandeel van
dat familiebedrijven dominanter zijn in bepaalde branches.                         familiebedrijven zich begeeft.

14
Hoofdstuk 3 6 Aantal familiebedrijven en economisch belang


Belangrijker nog dan de daadwerkelijke percentages is de                             malisatie. Uit onderzoek van Flören in 1994 blijkt dat fami-
stabiliserende rol die familiebedrijven hebben voor de                               liebedrijven in Nederland dan ook minder hard groeien
Nederlandse economie. Voor veel familiebedrijven blijkt                              dan niet-familiebedrijven (u Figuur 8). Echter in perioden van
het streven naar continuïteit en het vinden van een                                  recessie zijn familiebedrijven veel stabieler dan niet-fami-
gezonde balans tussen bedrijfs- en familiebelangen                                   liebedrijven en zijn familiebedrijven minder snel geneigd
belangrijker te zijn dan het streven naar groei of winstmaxi-                        om personeel te ontslaan. 6


Figuur 5        Aantal familiebedrijven in Nederland                                     Figuur 7          Het belang van fa
                                                                                                                          familiebedrijven voor de Nederlandse economie
Bron aantal bedrijven: CBS (2000)                                                        Bron: Flören (2002)

                                                                                                            %
Aantal                          Aantal         Percentage         Aantal
werknemers                      bedrijven      familiebedrijven   familiebedrijven                                                                                                       53,9
                                                                                                   60




                                                                                                                                         Meest waarschijnlijke bandbreedte
   1-9                               285.000           55%             156.800
                                                                                                   50
   10 - 99                            57.100           60%              34.300                                       42,6

                                                                                                   40
   100 of meer                         6.700           45%                3.000

                                                                                                   30




                                                                                                                                                                                                Familiebedrijven
   Totaal                            348.800           55%             194.100
                                                                                                   20

                                                                                                                                                                                                                                  Indicator
                                                                                                   10
                                                                                                                                                                                                                   Toeg
Figuur 6 Kenmerken die wijzen op een hoge graad van familiebedrijven                                                                                                                                               (bru evoegd
binnen de bedrijfstak                                                                                0                         Priv                                                                                    to, b e wa
                                                                                                                                    a                                                                                       asis arde
Bron: Flören en Wijers (1996)                                                                                                  wer te                                                                                           prijz
                                                                                                                                   kge                                                                                                en)
                                                                                                                                       leg     enh
                                                                                                                                                                             eid
   Gecombineerde eigenaar-manager-rol
   Dienstverlening
   Ondernemerscultuur
   Rijk aan liquide middelen
                                                                                     Figuur 8 Vergelijking van omzetgroei bij familiebedrijven en
   Niche in de markt of specifieke kennis
                                                                                     niet-familiebedrijven ten tijde van economische groei
   Toelevering/distributie
                                                                                     Bron: Flören (1999)

                                                                                                                                        Omzetgroei                                          Omzetgroei
                                                                                                                                        5% of hoger                                        lager dan 5%


                                                                                               51%             49%                                                                 61%      39%




                                                                                              Familiebedrijven                                                               Niet-familiebedrijven


                                                                                                                                                                                                                                              15
Hoofdstuk 4 6 Kenmerken bedrijf


                                                               Hoofdstuk 4

                                                Kenmerken bedrijf
                                                                  NRC (1996):
                                    ‘Familiebedrijven vormen de ruggengraat van de Nederlandse economie’.




E
Er bestaan kenmerkende verschillen tussen familiebedrij-
ven en niet-familiebedrijven. Het eerste dat opvalt is dat
familiebedrijven een veel langere historie hebben dan
                                                                        Ook op het gebied van internationalisatie blijkt het lang
                                                                        aanblijven van de directeur voordelen te hebben. Voor de
                                                                        grotere familiebedrijven (met minimaal 50 werknemers)
niet-familiebedrijven (u Figuur 9). Vooral in het midden- en            geldt dat ruim 60% exporteert. Voor meer dan de helft van
kleinbedrijf bestaan de familiebedrijven veel langer dan de             deze exporterende familiebedrijven wordt de meerderheid
niet-familiebedrijven. Zo bestaat 61% van alle familiebe-               van hun omzet door export bepaald. Als Nederlandse fami-
drijven met minimaal tien werknemers al langer dan 30 jaar,             liebedrijven een samenwerkingsverband aangaan met
terwijl slechts 37% van alle niet-familiebedrijven meer dan             buitenlandse bedrijven hebben zij een voorkeur voor fami-
30 jaar geleden is opgericht.                                           liebedrijven (u Figuur 11). Belangrijke redenen van de voor-
                                                                        keur voor samenwerking met familiebedrijven zijn:
Ook het management van een familiebedrijf blijft veel                   6 mogelijkheid om snel beslissingen te nemen;
langer aan dan dat van niet-familiebedrijven. Gemiddeld                 6 continuïteit in samenwerking;
blijft een directeur van een niet-familiebedrijf ongeveer               6 betrokkenheid en ervaring directeur.
zeven jaar in functie, terwijl bij familiebedrijven dit gemid-
delde boven de 20 jaar ligt. Uit u Figuur 10 blijkt verder dat bij      Er zijn echter ook beperkingen aan het lang aanblijven van
30% van alle familiebedrijven de algemeen directeur ten                 de directeur. De directeuren kunnen ‘vastroesten’ in hun
minste 20 jaar in functie is, terwijl dit slechts bij 5% van de         functie. Na vele jaren kunnen de creativiteit en de daad-
niet-familiebedrijven voorkomt.                                         kracht afnemen en kan de directeur meer gericht zijn op
                                                                        financiële zekerheid en minder bereid zijn om te investe-
Het lang aanblijven van de directeur van een familiebedrijf             ren in zowel tijd, geld als energie. Ook wordt de doorstro-
creëert de mogelijkheid voor het langetermijnperspectief                ming van nieuw talent beperkt. Tevens blijkt nog dat het
waar familiebedrijven om bekend staan. Bij investeringsbe-              management van familiebedrijven minder vaak deelneemt
slissingen kan soms een termijn van een gehele generatie                aan trainingen en opleidingen dan collega’s van niet-fami-
mogelijk zijn, terwijl hun beursgenoteerde collega’s per                liebedrijven, terwijl ze hier juist de mogelijkheid zouden
kwartaal hun resultaten moeten publiceren en verdedigen.                kunnen krijgen om nieuwe, innovatieve ideeën en creativi-
Daar familiebedrijven niet op de kortetermijnaandeelhou-                teit op te doen. 6
derswaarde hoeven te sturen, kunnen zij zich richten op
langetermijnwinstgevendheid en continuïteit. Dit verklaart
voor een deel de concurrentiekracht van familiebedrijven.


16
Hoofdstuk 4 6 Kenmerken bedrijf


Figuur 9       Vergelijking historie familiebedrijven en niet-familiebedrijven
Bron: Flören (1993 en 1994)


10 tot 100 werknemers                           Opgericht na                       Opgericht voor                    Minstens 100 werknemers             Opgericht na   Opgericht voor
                                                   1973                                1973                                                                 1973            1973

                                                                                                                               24%                               38%
        40%            60%                                        65%               35%                                                 76%                               62%



        Familiebedrijven                                  Niet-familiebedrijven                                              Familiebedrijven                 Niet-familiebedrijven



          Figuur 10           Aantal jaren dat directeur de leiding in handen heeft
          Bron: Flören (1993 en 1994)

                                   %



                          50                                                                                                                    32
                                                                    38                              36
                          40
                                                                                                                    27
                                                                                        26                                     22

                          30
                                           24
                                                 Niet-familiebedrijven




                                                                                                                                                     5
                          20                                                                                                                                                Jaren
                                                 Familiebedrijven




                          10
                                                                                                                                     20+
                                                                                                           13
                              0                                                6
                                   0


                                          Figuur 11                      Voorkeur voor familiebedrijven bij samenwerkingsverbanden met buitenlandse partners
                                          Bron: Flören (2001)
                                                                                                         Voorkeur          Geen
                                                                                                                         voorkeur

                                                                           18%                                  28%

                                                                         82%                                             72%



                                                       Familiebedrijven                                    Niet-familiebedrijven
                                                                                                                                                                                                17
Hoofdstuk 5 6 Kenmerken familie


                                                                  Hoofdstuk 5

                                                  Kenmerken familie
                                                      Meewerkende partner in het familiebedrijf:
                                  ‘Mijn man staat als directeur continu op het podium, maar ik ben zijn souffleur’.




D
De banden van de familie met het bedrijf kenmerken het
familiebedrijf. De diepe affectie van de familie voor het
bedrijf vertaalt zich op natuurlijke wijze in betrokkenheid
                                                                            wensen van de partner. Bij 81% van familiebedrijven met een
                                                                            meewerkende partner is de stem van deze partner (enigs-
                                                                            zins) doorslaggevend bij belangrijke beslissingen. Tevens
en toewijding. Deze toewijding geldt voor al de familiele-                  blijkt de partner een belangrijke raadgever en vertrouweling
den die een belang hebben bij het succes van het bedrijf.                   te zijn voor de directeur in het familiebedrijf (u Figuur 14). Bij
Uiteindelijk zorgt het enthousiasme van de familie voor                     belangrijke besluiten dient dan ook terdege rekening te
extra betrokkenheid en loyaliteit bij het personeel.                        worden gehouden met de mening van de partner.

De lange relatie tussen familie en bedrijf komt telkens naar                Ook de kinderen zijn volop bij het familiebedrijf betrok-
voren. In u Figuur 12 is te zien dat ongeveer 60% van alle fami-            ken. Bij meer dan 30% van alle familiebedrijven zijn één
liebedrijven al minstens geleid wordt door de tweede                        of meer kinderen werkzaam binnen het bedrijf (u Figuur 15).
generatie. De vierde of latere generatie heeft de leiding in                Als alleen die families worden beschouwd die kinderen
5% van de familiebedrijven. Voorzover bekend is Konink-                     hebben die oud genoeg zijn om te werken, blijkt dat bij
lijke Klokkengieterij Petit & Fritsen B.V. het oudste familie-              70% van alle familiebedrijven een of meer kinderen werk-
bedrijf in Nederland, waarbij sinds 1660 leiding en eigen-                  zaam zijn binnen het bedrijf. Kinderen in een familiebedrijf
dom in handen van dezelfde familie zijn gebleven.                           hebben de unieke mogelijkheid een uitdagende en ver-
                                                                            rijkende carrière voor zichzelf op te bouwen. De familie is
Dat bij familiebedrijven de familie een belangrijke rol                     voor deze kinderen een opleidingsomgeving voor onder-
speelt, komt ook door de betrokkenheid van andere gezins-                   nemerschap. Echter het toetreden tot het bedrijf, met
en familieleden in het bedrijf. De rol van de levenspartner                 name in managementfuncties, kan ook problemen en
bij familiebedrijven bijvoorbeeld is een belangrijke en                     twijfels veroorzaken. Kinderen kunnen twijfelen of zij wel
verschilt duidelijk met die bij niet-familiebedrijven. Zo                   geaccepteerd worden en voldoende eigen onafhankelijk-
werken de partners van directeuren van familiebedrijven                     heid krijgen.
veel vaker mee bij het bedrijf (63%) dan partners van direc-
teuren van niet-familiebedrijven (25%). De partner vervult                  De interactie tussen familie en bedrijf blijkt ook nog uit het
een diversiteit aan activiteiten voor het familiebedrijf                    feit dat bij meer dan een derde van de familiebedrijven
(u Figuur 13), maar een meerderheid verzorgt in ieder geval de              ook andere familieleden in dienst zijn. Voorts woont meer
administratie. Doordat de partner in het familiebedrijf veel                dan de helft van de families die de leiding hebben over
vaker meewerkt, zal bij de besluitvorming ook terdege reke-                 een familiebedrijf in de nabije omgeving van het bedrijf,
ning moeten worden gehouden met de invloed en de                            minder dan 1 kilometer. 6

18
Hoofdstuk 5 6 Kenmerken familie


      Figuur 12       Generatie familie aan de leiding van het familiebedrijf                            Figuur 14                 Rollen van de meewerkende partner in het familiebedrijf
      Bron: Flören (1993 en 1994) Noot: Door afronding kunnen totalen afwijken van 100%                  Bron: Flören (1995)

                                                                                                                %
                                             Geen familielid
               Latere generatie
         Derde generatie                                         Eerste generatie
                                            2%                                                           100
                                     5%
                                                                                                          90                                                                                                                    71
                           15%                                40%                                                   81
                                                                                                          80                                    76
                                                                                                                                                                                                          58
                                          37%                                                             70
                                                                                                                                                                                            51
                                                                                                          60




                                                                                                                                                                                                                        (Zeer) mee oneens
                                                                                                          50                                                     39
                                   Tweede generatie
                                                                                                          40                                                                26
                                                                                                                                                                                  20             19
                                                                                                                                                                                                                13
                                                                                                          30




                                                                                                                         (Zeer) mee eens
                                                                                                                                                                                                                                            Rollen
                                                                                                          20
                                                                                                                                                            8
                                                                                                                                           7                                                                            Bind
                                                                                                          10
                                                                                                                                                                                           Bem
                                                                                                                                                                                                         Leid
                                                                                                                                                                                                                er v    voo midde
Figuur 13         Activiteiten van de meewerkende partner in het familiebedrijf                            0                                                                Adv                  idde              an d r het g l
                                                                                                                                                           Ver                   iseu                 laar               e fa       e
                                                                                                                                       Raa                      trou                   r                   bij c              mili zin
Bron: Flören (1995) Noot: Meerdere antwoorden mogelijk                                                                                          dge                   wel                                        onfl             e
                                                                                                                                                    v er                 ing                                          icte
        %                                                                                                                                                                                                                  n


             68
 70                                                                                                                Figuur 15                         Betrokkenheid kinderen bij het familiebedrijf
 60                                                                                                                Bron: Flören (1995)


 50                   46                         38
                              39       38                                                                              Kinderen   Kinderen werken                                             Kinderen
 40                                                                                                                     te jong     in het bedrijf                                          werken elders
                                                         23      22       20
                                                                                   12
                                                                                                                     om te werken
 30                                                                                       Activiteiten
 20                                                                                                                                                         31%                                        33%
                                                                                                                                           54%                                                                         67%
 10
                                                                      In       Verk Market                                                                  15%
                                                                                   oop     ing
                                                   Soci Public koop
  0                              Fina Person           ale a         rela
                                                                          tion
              Adm Secret             ncië
                                          le
                                                 eels
                                                      be
                                                             ctivi
                                                                   teite s
                  i           a
              corr nistrati riële on zaken leid                         n
                                                                                                                                               Alle kinderen                                       Kinderen oud genoeg
                  espo e/              ders
                        nden                 teun
                             tie                  ing




                                                                                                                                                                                                                                                 19
Hoofdstuk 6 6 Kenmerken eigendom


                                                                        Hoofdstuk 6

                                                   Kenmerken eigendom
                                                                           Ondernemer:
                                   ‘Ik groei liever minder snel, dan dat iemand ook maar één aandeel van ons bedrijf krijgt’.




D
De meeste familiebedrijven hebben slechts een beperkt
aantal aandeelhouders. Ruim 80% van alle familiebedrijven
heeft maximaal twee aandeelhouders (u Figuur 16). Opvallend
                                                                                  lenbeurs opgezet om koop en verkoop binnen de familie te
                                                                                  faciliteren.

is dat bij minder dan de helft van alle familiebedrijven                          De voorkeur van familiebedrijven om de aandelen in eigen
slechts één aandeelhouder is. Bijna 40% van de partners                           bezit te houden, komt onder meer voort uit het feit dat
van directeuren van familiebedrijven heeft aandelen in het                        veel families er moeite mee hebben om inzicht te moeten
bedrijf. Bijna 60% van de aandelen-bezittende partners                            geven in de financiële situatie van het bedrijf en dat ande-
heeft zelfs minstens de helft van de aandelen. Omdat in                           ren vervolgens ook inspraak krijgen in de bedrijfsvoering.
80% van de gevallen familiebedrijven slechts 1 of 2 aan-                          Zo blijkt dat slechts 36% van de exporterende familiebe-
deelhouders hebben, welke aandeelhouders derhalve                                 drijven bereid is om samen te werken met buitenlandse
grote aandelenpakketten bezitten, is het voor de overheid                         partners als dit zal betekenen dat de aandelen (gedeelte-
van belang om terdege rekening te houden met de eigena-                           lijk) moeten worden afgestaan.
renbelangen. In die situaties daarentegen, waar de eigen-
dom verdeeld is over meerdere personen, met name bij                              Als ondernemingsvorm kiezen familiebedrijven vaak voor
samenwerkingsverbanden tussen broers en zussen en bij                             de B.V. (u Figuur 18). Kenmerkend voor het familiebedrijf is
neven-en-nichten-consortia, dient door dienstverleners en                         dat de N.V. minder populair is vergeleken met niet-familie-
families zelf ruim aandacht te worden geschonken aan de                           bedrijven. Van alle familiebedrijven met minimaal 100 werk-
eigendomsverhoudingen en de gevolgen daarvan.                                     nemers heeft 7% voor de N.V. gekozen, terwijl 37% van de
                                                                                  grote niet-familiebedrijven de N.V. als ondernemingsvorm
Het is niet verbazingwekkend dat het veelal de leidingge-                         heeft.
vende familie is die de meerderheid van de aandelen van
het familiebedrijf bezit. Bij 90% van alle familiebedrijven                       Slechts 29% van de directeur-eigenaren van de besloten
bezit één familie meer dan 50% van de aandelen of certifi-                         vennootschappen heeft de aandelen gecertificeerd. Certifi-
caten. Hetzelfde percentage geldt ook voor de grote fami-                         cering is een instrument om de eigendom van en de
liebedrijven met minimaal 100 werknemers. Bij bijna een                           zeggenschap in een onderneming te splitsen. Toch wil bijna
derde van alle familiebedrijven is verkoop van aandelen                           een derde van de ondernemers die niet heeft gecertifi-
buiten de familie onbespreekbaar, terwijl bij eventuele                           ceerd dat, indien zij (onverwachts) overlijden, de niet in
verkoop van een aandelenpakket ook nog een kwart de                               het bedrijf werkende kinderen worden uitgesloten van
familie de eerste keus geeft (u Figuur 17). Bij enkele zeer grote                 zeggenschap over het bedrijf. Certificering is voor deze
familiebedrijven heeft de familie zelfs een interne aande-                        directeuren het overwegen waard. 6

20
Hoofdstuk 6 6 Kenmerken eigendom


Figuur 16       Aantal aandeelhouders bij familiebedrijven                                                   Figuur 17       Beleid van familiebedrijven met betrekking tot verkoop van aandelen
Bron: Flören (1993 en 1994) Noot: Door afronding kunnen totalen afwijken van 100%                            Bron: Flören (1993 en 1994) Noot: Minimaal 10 werknemers



                        2                        3
                                                                                                                     Geen specifiek beleid           Geen verkoop buiten familie
                                                         meer dan 3
                                                                       1
                                               11%
                      33%                                 9%                                                                         45%                        31%


                                               48%
                                                                                                                                                          24%


                                                                                                                                        Familie heeft eerste keus




                                                              Figuur 18             Ondernemingsvorm van het familiebedrijf
                                                              Bron: Flören (1993 en 1994) Noot: Minimaal 10 werknemers



                                                                                                 N.V.
                                                                           V.o.f.     Eenmanszaak                    B.V.

                                                                                                   1%
                                                                                      13%       7%


                                                                                                                 79%




                                                                                                                                                                                                     21
Hoofdstuk 7 6 Sterkten van familiebedrijven


                                                                           Hoofdstuk 7

                                              Sterkten van familiebedrijven
                                                                              Dr. A. Heijn:
                                 ‘Sterk punt van het familiebedrijf is de grote betrokkenheid bij de zaak’. (FamilieBedrijf, juni 1994)




H
Het doorslaggevende kenmerk dat de meeste familiebe-
drijven onderscheidt van andere bedrijven is de unieke
sfeer. Een sfeer die een ieder het gevoel geeft dat hij
                                                                                      relatie tot de kinderen van de oprichter die bij het bedrijf
                                                                                      gaan werken. Tijdens hun jeugd leren de kinderen dikwijls
                                                                                      gaandeweg meer over het bedrijf, aangestoken door het
ergens deel van uitmaakt en dat er een dieper gemeen-                                 enthousiasme van de ondernemer. Op het moment dat ze
schappelijk doel bestaat onder het gehele personeel.                                  toetreden tot het bedrijf, weten ze waar het in het bedrijf
Hoewel deze factor niet tastbaar is, manifesteert ze zich in                          allemaal om draait.
een aantal concrete en positieve eigenschappen die fami-
liebedrijven een belangrijk concurrentievoordeel kunnen                               Flexibiliteit in werk, tijd en geld
bezorgen. Deze eigenschappen worden hieronder één voor                                   Flexibiliteit betekent in feite dat de noodzakelijke
één kort beschreven.                                                                  hoeveelheid werk en tijd in het bedrijf wordt gestopt en
                                                                                      dat er alleen geld uit wordt gehaald als dit de continuïteit
Betrokkenheid                                                                         van het bedrijf niet in gevaar brengt. Een ander aspect van
   Mensen die een bedrijf opzetten, kunnen daar zeer                                  betrokkenheid is dat zodra er extra werk moet worden
gepassioneerd door raken - het is hun creatie, ze hebben                              gedaan en tijd moet worden besteed aan het ontwikkelen
het gekoesterd, opgebouwd en voor veel van deze onder-                                van het bedrijf, dit door de familie als vanzelfsprekend
nemers is het bedrijf hun leven. Deze diepe affectie                                  wordt ervaren - overuren door familieleden worden veelal
vertaalt zich op een natuurlijke wijze in betrokkenheid en                            niet uitbetaald. Flexibiliteit in tijd, werk en geld leidt
toewijding. Tevens is er ruime zorg en aandacht voor de                               daarom tot een concurrentievoordeel voor familiebedrij-
werknemers. Het enthousiasme van de familie zorgt voor                                ven. Ze kunnen zich snel en gemakkelijk aanpassen aan
extra betrokkenheid en loyaliteit bij hun personeel -                                 veranderende omstandigheden.
mensen voelen dat ze deel uitmaken van een team en
bijdragen aan het gemeenschappelijk doel: het bedrijf                                 Langetermijndenken
laten floreren.                                                                           Het denken op lange termijn gaat familiebedrijven
                                                                                      doorgaans beter af dan andere ondernemingen. Niet-fami-
Kennis                                                                                liebedrijven dienen vaker rekening te houden met
   Familiebedrijven hebben vaak een eigen manier van                                  externe partijen als financiers en aandeelhouders, die
werken die hun concurrenten niet bezitten: kennis die snel                            eerder gericht zijn op rendement op de korte termijn.
algemeen bezit zou worden in een andere commerciële                                   Strategische planning beperkt risico’s, stelt het bedrijf in
omgeving, maar kan worden gekoesterd en beschermd                                     staat effectiever om te gaan met onverwachte gebeurtenis-
binnen de familie. Dit idee van kennis is tevens relevant in                          sen en is tevens het waarmerk van een groot aantal succes-

22
Hoofdstuk 7 6 Sterkten van familiebedrijven


volle oude en nieuwe ondernemingen. Het feit dat families      solide en betrouwbare organisaties vormen - en ook zo
doorgaans een vrij duidelijk beeld hebben van hun              worden gezien door de markt. Veel klanten doen liever
commerciële doelstellingen kan een belangrijk voordeel         zaken met een bedrijf dat al lange tijd bestaat. Vaak
zijn.                                                          bouwen klanten een relatie op met leden van het manage-
                                                               ment en met het personeel dat niet continu van baan
Stabiele cultuur                                               verandert binnen het bedrijf of wordt vervangen door
   Om verschillende redenen kenmerken familiebedrijven         buitenstaanders. Verder is de eerder besproken betrokken-
zich door een stabiele structuur. De algemeen directeur en     heid binnen het familiebedrijf niet slechts een verborgen
de belangrijkste mensen in het management zijn meestal         kracht, maar een kracht die zich voortdurend manifesteert
vele jaren betrokken bij de onderneming. Gezamenlijk           in de contacten met de klant, bijvoorbeeld in de vorm van
hebben ze gedurende een lange tijd gewerkt aan het             een vriendelijke, professionele en in het algemeen hoge
succes van het bedrijf. Verhoudingen en relaties binnen het    graad van dienstverlening en zorg voor de klant. Een
bedrijf hebben gewoonlijk voldoende tijd gehad om zich te      aantasting van de naam van het bedrijf voelt namelijk
ontwikkelen en te stabiliseren. Hetzelfde geldt voor de        direct als een aantasting van de familie. In nauw verband
ethiek en de werkmethoden van de onderneming - een             met de betrouwbaarheid staat het verschijnsel trots:
ieder weet hoe de dingen worden gedaan.                        mensen die een familiebedrijf hebben, zijn daar in het
                                                               algemeen trots op; trots op het feit dat ze het bedrijf
Snelle besluiten                                               hebben opgericht en opgebouwd en hun personeel is trots
   In een bedrijf dat door een familie geleid wordt, zijn de   om te worden geassocieerd met de familie en hun bedrijf.
verantwoordelijkheden veelal duidelijk en is het besluit-      Bij veel familiebedrijven uit dit zich onder meer in het
vormingsproces bewust beperkt tot één of twee sleutelfigu-      leveren van een belangrijke bijdrage aan de (lokale)
ren. In veel gevallen betekent dit, dat als besluitvorming     gemeenschap.
binnen het bedrijf gewenst is, deze kwestie aan de
bestuurder wordt voorgelegd, die vervolgens ‘ja’ of ‘nee’      Al deze kenmerken leiden ertoe dat familiebedrijven niet
zegt. Snelheid heeft zeer zeker een commerciële waarde en      alleen krachtige bedrijven zijn met een groot belang voor
indien veel afhangt van de snelheid waarmee besluiten          de Nederlandse economie en werkgelegenheid, maar ook
genomen en uitgevoerd kunnen worden, dan heeft het             dat het zowel voor de familie als de werknemers prettige
familiebedrijf een belangrijk voordeel.                        bedrijven zijn om in te werken. Het zijn juist deze eigen-
                                                               schappen die het belang van de familiebedrijven aangeven
Betrouwbaarheid en trots                                       en er zorg voor dragen dat ‘de ruggengraat van de Neder-
   Betrokkenheid en een stabiele structuur liggen ten          landse economie’ in stand blijft. 6
grondslag aan het feit dat familiebedrijven doorgaans




                                                                                                                                    23
Hoofdstuk 8 6 Zwakten van familiebedrijven


                                                                          Hoofdstuk 8

                                             Zwakten van familiebedrijven
                                                                         P. J. J. M. Swinkels:
                        ‘Als een familiebedrijf het belang van de familie voorop stelt, dan is er iets fout’. (FamilieBedrijf, december 1995)




N
Naast de waardevolle sterkten, kennen familiebedrijven
een aantal belangrijke en inherente zwakten. De zwakten
die van toepassing zijn op familiebedrijven, gelden ook
                                                                                     ven - het kan een familiebedrijf vaak maken of breken. Het
                                                                                     leiding geven aan veranderingsprocessen is dan een werke-
                                                                                     lijke uitdaging voor het bedrijf. Vanwege de extra dimensie
voor andere ondernemingen. Maar familiebedrijven zijn in                             van mogelijke conflicten tussen familieleden onderling, is
hogere mate kwetsbaar voor deze gebreken. Veel van de                                de uitdaging voor familiebedrijven groter dan voor andere
problemen vinden hun oorsprong in conflicten die kunnen                               ondernemingen.
ontstaan tussen bedrijfs- en familiewaarden.
                                                                                     Verkrijgen van kapitaal
Rigiditeit                                                                              In vergelijking met het brede scala aan financieringsmo-
   Bij sommige familiebedrijven lijkt het alsof de tijd heeft                        gelijkheden voor beursgenoteerde ondernemingen met
stil gestaan. Het is voor mensen aanlokkelijk om gedu-                               een gediversifieerd aandeelhoudersbestand, hebben de
rende lange tijd dezelfde dingen steeds op dezelfde                                  niet-beursgenoteerde familiebedrijven vanzelfsprekend
manier te doen. In familiebedrijven is dit nog gemakkelij-                           beperktere mogelijkheden als het gaat om het verkrijgen
ker: verandering brengt niet alleen de gebruikelijke                                 van kapitaal. Buiten deze problemen hebben familiebedrij-
ontwrichting met zich mee en een reeks commerciële risi-                             ven met elkaar gemeen dat de leiding moeite heeft met
co’s, maar kan ook tot gevolg hebben dat de bedrijfsfiloso-                           het idee om financiële middelen te verwerven bij externe
fie omslaat en dat bepaalde door familieleden ingestelde                              bronnen. Als de financiering uit de eigen middelen van de
gebruiken worden verstoord.                                                          familie moet komen, zal bezuinigd worden op andere
                                                                                     belangrijke projecten of inefficiënt worden gehandeld bij
Fundamentele veranderingen                                                           korte liquiditeitscrises, zodat een gezonde ontwikkeling
   De fundamentele veranderingen waar met name familie-                              en zelfs het voortbestaan van het bedrijf in gevaar kan
bedrijven voor staan, kunnen worden verdeeld in twee                                 komen.
categorieën: het moderniseren van achterhaalde vooral
technische vaardigheden en het leiding geven aan veran-                              De onderliggende reden voor deze al te voorzichtige
deringen. Maar al te vaak zijn de vaardigheden waarover                              houding is meestal de angst om de greep op het bedrijf te
een familiebedrijf beschikt een product van de geschiede-                            verliezen. Deze angst kan de vorm aannemen van een
nis en deze vaardigheden kunnen, als gevolg van technolo-                            lichte afkeer ten opzichte van buitenstaanders die invloed
gische ontwikkelingen en veranderingen in de markt, snel                             krijgen op de manier waarop het bedrijf wordt geleid. Vaker
verouderen. Het leiding geven aan veranderingsprocessen                              echter is sprake van een diepgewortelde en hevige
vormt een andere belangrijke uitdaging voor familiebedrij-                           paranoia. In het dagelijkse leven wensen families in het

24
Hoofdstuk 8 6 Zwakten van familiebedrijven


algemeen aan niemand verantwoording af te leggen over           Emotionele kwesties
hoe ze hun bedrijf leiden.                                         De gevaren van opvolging zijn vooral te vinden in de
                                                                emotionele problemen tussen familieleden. Deze proble-
Opvolging                                                       men kunnen een beperkende invloed hebben op de
   De overgang van een familiebedrijf van de ene generatie      ruimte die het bedrijf heeft om commerciële activiteiten te
naar de volgende en de verandering in leiderschap die           ontplooien. Het familiedomein is gebaseerd op emoties,
dit met zich meebrengt, is veelal een moeizaam proces. Als      met de nadruk op zorg en loyaliteit. Het bedrijfsdomein
bij een bedrijf een nieuwe of andere directeur wordt            daarentegen, is gestoeld op taken, waarbij begrippen als
aangesteld, levert dit naast de gebruikelijke management-       prestatie en resultaat centraal staan. Het familiebedrijf is
problematiek een reeks emotionele problemen op die              een samensmelting van deze twee krachtige instituties en
tegelijkertijd moeten worden opgelost. Naast de opvolging       ofschoon dit mogelijkheden biedt voor topprestaties, is het
in leiding dient het familiebedrijf zich ook voor te bereiden   niet verwonderlijk dat dit ook kan leiden tot serieuze
op de opvolging in eigendom. Door een gebrek aan plan-          problemen.
ning kunnen fiscaliteiten en (onuitgesproken) emotionele
kwesties de continuïteit van het familiebedrijf in de weg       Leiderschap
staan. Opvolging houdt dan ook een belangrijke verande-            Een laatste nadeel van familiebedrijven dat de aandacht
ring in die, afhankelijk van de manier waarop ze wordt          verdient in deze algemene inleiding betreft leiderschap, of
doorgevoerd, bepalend is voor de toekomst van het               liever het gebrek daaraan. Het gebrek aan leiderschap doet
bedrijf.                                                        zich vooral voor in situaties waarbij niemand in de organi-
                                                                satie in staat wordt gesteld de leiding te nemen. Vooral
                                                                voor bedrijven die de tweede of derde generatie hebben
                                                                bereikt, is een verhoogde aandacht voor het thema leider-
                                                                schap van groot belang. 6




                                                                                                                                     25
Deel 2
Hoofdstuk 9 6 De bivalentie van het familiebedrijf


                                                                           Hoofdstuk 9

                                       De bivalentie van het familiebedrijf
                         Ondernemer: ‘Mijn vader heeft het bedrijf groot gemaakt en vervolgens ook weer bijna vernietigd door te weigeren
                                                  in te zien dat vernieuwingen en innovaties noodzakelijk waren’.




I
Interne en externe barrières kunnen het succes van familie-
bedrijven in de weg staan. Nogmaals kan gesteld worden
dat familiebedrijven zich onderscheiden van andere bedrij-
                                                                                    de bedrijven wordt in grote mate bepaald door de wijze
                                                                                    waarop deze bedrijven met de barrières omgaan. Het
                                                                                    groeipotentieel van een bedrijf kan bijvoorbeeld aanzien-
ven door hun interactie en hun onderlinge overlap tussen                            lijk worden beïnvloed door een afnemende marktvraag,
drie systemen: het bedrijf, de familie en de eigendom. Het                          valutaschommelingen en technologische ontwikkelingen. In
is deze interactie die de basis is voor de sterkten en zwak-                        het kader van deze uitgave zijn deze barrières niet van
ten van het familiebedrijf. Veel elementen van het familie-                         belang. Echter er zijn ook andere externe barrières die
bedrijf herbergen zowel deze sterkten als zwakten. Familie-                         specifiek gelden voor het familiebedrijf. De belangrijkste
bedrijven bestaan dan ook uit bivalente elementen waarop                            drie externe barrières voor familiebedrijven zijn: arbeids-
de kracht is gebaseerd, maar waarin tevens de zwakten hui-                          markt, financiers en overheid (u Figuur 20). De in de figuur
zen die het fundament van het familiebedrijf kunnen onder-                          genoemde barrières zijn niet of nauwelijks door individuele
mijnen. Flören refereert in zijn proefschrift aan de bivalente                      familiebedrijven te beïnvloeden. Belangenbehartigers en
steunpilaren van het familiebedrijf. Deze bivalenties, waarin                       overheden hebben echter wel een taak om deze barrières
sterkten van het familiebedrijf tegelijk ook hun zwakten                            te slechten.
kunnen betekenen en andersom, staan vermeld in u Figuur 19.
                                                                                    Wat de financiers betreft is het van belang dat de commu-
                                                                                    nicatie en het vertrouwen tussen financiers en familiebe-
Bivalentie: Sterkten, die tegelijk ook hun zwakten kunnen betekenen, en andersom.   drijven worden verbeterd. De financiers vinden de opvol-
                                                                                    gingsproblematiek bij familiebedrijven een risico gelet op
                                                                                    de grote waarde die zij toekennen aan de ondernemers-
In het vervolg van deze uitgave worden de negen bivalente                           kwaliteiten. Teneinde de financiers beter te laten functio-
steunpilaren behandeld. De neiging bestaat hierbij om zich                          neren zullen ondernemers meer inzicht moeten geven in
hoofdzakelijk op de negatieve aspecten van de bivalentie                            de strategie, de financiën en de opvolgingsplanning van
te concentreren, terwijl juist ook de kracht van het familie-                       het bedrijf. Bij de ondernemers bestaat echter een groot
bedrijf bepaald wordt door het krachtenspel die de biva-                            wantrouwen ten opzichte van financiers. De verantwoorde-
lentie vormt.                                                                       lijkheid voor het wegnemen van dit wantrouwen ligt in
                                                                                    eerste instantie bij de financiers. Het wordt hoog tijd dat zij
Externe barrières van het familiebedrijf                                            - en enkele andere financiële dienstverleners - hun kennis
   Familiebedrijven hebben net als andere bedrijven te                              en inzicht in de kracht van het familiebedrijf versterken. Dit
kampen met externe barrières. De concurrentiekracht van                             kan niet worden bereikt door grootschalige marketingcam-

28
Cijfers en feiten familiebedrijf
Cijfers en feiten familiebedrijf
Cijfers en feiten familiebedrijf
Cijfers en feiten familiebedrijf
Cijfers en feiten familiebedrijf
Cijfers en feiten familiebedrijf
Cijfers en feiten familiebedrijf
Cijfers en feiten familiebedrijf
Cijfers en feiten familiebedrijf
Cijfers en feiten familiebedrijf
Cijfers en feiten familiebedrijf
Cijfers en feiten familiebedrijf
Cijfers en feiten familiebedrijf
Cijfers en feiten familiebedrijf
Cijfers en feiten familiebedrijf
Cijfers en feiten familiebedrijf
Cijfers en feiten familiebedrijf
Cijfers en feiten familiebedrijf
Cijfers en feiten familiebedrijf
Cijfers en feiten familiebedrijf
Cijfers en feiten familiebedrijf
Cijfers en feiten familiebedrijf
Cijfers en feiten familiebedrijf
Cijfers en feiten familiebedrijf
Cijfers en feiten familiebedrijf
Cijfers en feiten familiebedrijf
Cijfers en feiten familiebedrijf
Cijfers en feiten familiebedrijf
Cijfers en feiten familiebedrijf
Cijfers en feiten familiebedrijf
Cijfers en feiten familiebedrijf
Cijfers en feiten familiebedrijf

More Related Content

What's hot

Linked in netwerking_op_het_internet_okt_2009
Linked in netwerking_op_het_internet_okt_2009Linked in netwerking_op_het_internet_okt_2009
Linked in netwerking_op_het_internet_okt_2009kittyleuverink
 
LinkedIn Gebruiksaanwijzing
LinkedIn GebruiksaanwijzingLinkedIn Gebruiksaanwijzing
LinkedIn GebruiksaanwijzingDuco Scholtanus
 
business word
business wordbusiness word
business wordJeroen
 
Demorapport talentassessment professional juni 2021
Demorapport talentassessment professional juni 2021Demorapport talentassessment professional juni 2021
Demorapport talentassessment professional juni 2021Matthijs Goedegebuure
 
Nielsen jaarrapport bruto mediabestedingen 2016
Nielsen jaarrapport bruto mediabestedingen 2016Nielsen jaarrapport bruto mediabestedingen 2016
Nielsen jaarrapport bruto mediabestedingen 2016Daniëlle de Jong
 
Versie Aug 2008 Wetensch Vertaling Ned
Versie Aug 2008 Wetensch Vertaling NedVersie Aug 2008 Wetensch Vertaling Ned
Versie Aug 2008 Wetensch Vertaling NedKees Methorst
 
Onetouch 810 user manual - dutch
Onetouch 810   user manual - dutchOnetouch 810   user manual - dutch
Onetouch 810 user manual - dutchMatinator10
 
Bdo benchmark ziekenhuizen 2010
Bdo benchmark ziekenhuizen 2010Bdo benchmark ziekenhuizen 2010
Bdo benchmark ziekenhuizen 2010Tessa Smits
 
NHG Congres De Nieuwe Huisarts - programmaboekje
NHG Congres De Nieuwe Huisarts - programmaboekjeNHG Congres De Nieuwe Huisarts - programmaboekje
NHG Congres De Nieuwe Huisarts - programmaboekjeJaco van Duivenboden
 
Functional programming - Lecture notes
Functional programming - Lecture notesFunctional programming - Lecture notes
Functional programming - Lecture notesRémi Benoit
 
Nuv freelancebrochure
Nuv freelancebrochure Nuv freelancebrochure
Nuv freelancebrochure Koray Gonullu
 
Merk Shake Out in Financial Services
Merk Shake Out in  Financial ServicesMerk Shake Out in  Financial Services
Merk Shake Out in Financial ServicesVanderSluis
 
Sociale media strategie_voor_politie
Sociale media strategie_voor_politieSociale media strategie_voor_politie
Sociale media strategie_voor_politieFrank Smilda
 

What's hot (16)

Linked in netwerking_op_het_internet_okt_2009
Linked in netwerking_op_het_internet_okt_2009Linked in netwerking_op_het_internet_okt_2009
Linked in netwerking_op_het_internet_okt_2009
 
LinkedIn Gebruiksaanwijzing
LinkedIn GebruiksaanwijzingLinkedIn Gebruiksaanwijzing
LinkedIn Gebruiksaanwijzing
 
business word
business wordbusiness word
business word
 
Demorapport talentassessment professional juni 2021
Demorapport talentassessment professional juni 2021Demorapport talentassessment professional juni 2021
Demorapport talentassessment professional juni 2021
 
Het school ouder contract
Het school ouder contractHet school ouder contract
Het school ouder contract
 
Nielsen jaarrapport bruto mediabestedingen 2016
Nielsen jaarrapport bruto mediabestedingen 2016Nielsen jaarrapport bruto mediabestedingen 2016
Nielsen jaarrapport bruto mediabestedingen 2016
 
Versie Aug 2008 Wetensch Vertaling Ned
Versie Aug 2008 Wetensch Vertaling NedVersie Aug 2008 Wetensch Vertaling Ned
Versie Aug 2008 Wetensch Vertaling Ned
 
Cybercrime 281210
Cybercrime 281210Cybercrime 281210
Cybercrime 281210
 
Onetouch 810 user manual - dutch
Onetouch 810   user manual - dutchOnetouch 810   user manual - dutch
Onetouch 810 user manual - dutch
 
Bdo benchmark ziekenhuizen 2010
Bdo benchmark ziekenhuizen 2010Bdo benchmark ziekenhuizen 2010
Bdo benchmark ziekenhuizen 2010
 
Geld verdienen met linkedin
Geld verdienen met linkedinGeld verdienen met linkedin
Geld verdienen met linkedin
 
NHG Congres De Nieuwe Huisarts - programmaboekje
NHG Congres De Nieuwe Huisarts - programmaboekjeNHG Congres De Nieuwe Huisarts - programmaboekje
NHG Congres De Nieuwe Huisarts - programmaboekje
 
Functional programming - Lecture notes
Functional programming - Lecture notesFunctional programming - Lecture notes
Functional programming - Lecture notes
 
Nuv freelancebrochure
Nuv freelancebrochure Nuv freelancebrochure
Nuv freelancebrochure
 
Merk Shake Out in Financial Services
Merk Shake Out in  Financial ServicesMerk Shake Out in  Financial Services
Merk Shake Out in Financial Services
 
Sociale media strategie_voor_politie
Sociale media strategie_voor_politieSociale media strategie_voor_politie
Sociale media strategie_voor_politie
 

Similar to Cijfers en feiten familiebedrijf

Beleidsnota Algemeen Regeringsbeleid 2009-2014, Kris Peeters
Beleidsnota Algemeen Regeringsbeleid 2009-2014, Kris PeetersBeleidsnota Algemeen Regeringsbeleid 2009-2014, Kris Peeters
Beleidsnota Algemeen Regeringsbeleid 2009-2014, Kris PeetersBart Gysens
 
KS0601UTRa Anne Plancius SC BIP 2Build4
KS0601UTRa Anne Plancius SC BIP 2Build4 KS0601UTRa Anne Plancius SC BIP 2Build4
KS0601UTRa Anne Plancius SC BIP 2Build4 Anne Plancius
 
Bpvbd20130423 001-jro (businessplan voorbeeld)
Bpvbd20130423 001-jro (businessplan voorbeeld)Bpvbd20130423 001-jro (businessplan voorbeeld)
Bpvbd20130423 001-jro (businessplan voorbeeld)Bart Rovers
 
Bijzondere Evaluator kritisch over bijdrage ngo's
Bijzondere Evaluator kritisch over bijdrage ngo's Bijzondere Evaluator kritisch over bijdrage ngo's
Bijzondere Evaluator kritisch over bijdrage ngo's Thierry Debels
 
Regioplan van zeeuws vlaanderen gezondleven nl 2012 2022
Regioplan van zeeuws vlaanderen gezondleven nl 2012 2022Regioplan van zeeuws vlaanderen gezondleven nl 2012 2022
Regioplan van zeeuws vlaanderen gezondleven nl 2012 2022Arend Roos
 
Trudo jaarverslag 2011
Trudo jaarverslag 2011Trudo jaarverslag 2011
Trudo jaarverslag 2011Sint Trudo
 
Jaarverslag 2008 Water voor Filippijnen
Jaarverslag 2008 Water voor FilippijnenJaarverslag 2008 Water voor Filippijnen
Jaarverslag 2008 Water voor Filippijnenssuurmond
 
Woningstichting Den Helder maatsch jaarverslag
Woningstichting Den Helder maatsch jaarverslagWoningstichting Den Helder maatsch jaarverslag
Woningstichting Den Helder maatsch jaarverslagKarl Bijsterveld
 
E-commercebijsupermarktenJohannesBosgra
E-commercebijsupermarktenJohannesBosgraE-commercebijsupermarktenJohannesBosgra
E-commercebijsupermarktenJohannesBosgraJohannes Bosgra
 
E-commercebijsupermarktenJohannesBosgra
E-commercebijsupermarktenJohannesBosgraE-commercebijsupermarktenJohannesBosgra
E-commercebijsupermarktenJohannesBosgraJohannes Bosgra
 
koersbesluit_om_het_kind_interactief_22-5-2013
koersbesluit_om_het_kind_interactief_22-5-2013koersbesluit_om_het_kind_interactief_22-5-2013
koersbesluit_om_het_kind_interactief_22-5-2013Marc van Gemert
 
GIP_EINDBUNDEL_INBINDEN__15_5_13__23_U
GIP_EINDBUNDEL_INBINDEN__15_5_13__23_UGIP_EINDBUNDEL_INBINDEN__15_5_13__23_U
GIP_EINDBUNDEL_INBINDEN__15_5_13__23_UBram Beirens
 
Diepzeeduiken voor commerciële medewerkers
Diepzeeduiken voor commerciële medewerkersDiepzeeduiken voor commerciële medewerkers
Diepzeeduiken voor commerciële medewerkerspetercoeckelbergh
 
Duurzaamheid in Hart van Brabant, volledig rapport
Duurzaamheid in Hart van Brabant, volledig rapportDuurzaamheid in Hart van Brabant, volledig rapport
Duurzaamheid in Hart van Brabant, volledig rapportWillem van der Velden
 
Beleidsnota Binnenlands Bestuur 2009-2014, Geert Bourgeois
Beleidsnota Binnenlands Bestuur 2009-2014, Geert BourgeoisBeleidsnota Binnenlands Bestuur 2009-2014, Geert Bourgeois
Beleidsnota Binnenlands Bestuur 2009-2014, Geert BourgeoisBart Gysens
 
Maatschappelijke Business Case
Maatschappelijke Business CaseMaatschappelijke Business Case
Maatschappelijke Business CaseCorin Potters-Kemp
 
Research Paper Merk Shake Out Financial Services
Research Paper Merk Shake Out Financial ServicesResearch Paper Merk Shake Out Financial Services
Research Paper Merk Shake Out Financial Servicestj_anbeek
 
Virtule valuta als aanvulling op het betalingsverkeer
Virtule valuta als aanvulling op het betalingsverkeerVirtule valuta als aanvulling op het betalingsverkeer
Virtule valuta als aanvulling op het betalingsverkeerArrie J.D. Vis
 
Big data in Brussel vandaag. En morgen ?
Big data in Brussel vandaag. En morgen ? Big data in Brussel vandaag. En morgen ?
Big data in Brussel vandaag. En morgen ? Christina Galouzis
 

Similar to Cijfers en feiten familiebedrijf (20)

Beleidsnota Algemeen Regeringsbeleid 2009-2014, Kris Peeters
Beleidsnota Algemeen Regeringsbeleid 2009-2014, Kris PeetersBeleidsnota Algemeen Regeringsbeleid 2009-2014, Kris Peeters
Beleidsnota Algemeen Regeringsbeleid 2009-2014, Kris Peeters
 
KS0601UTRa Anne Plancius SC BIP 2Build4
KS0601UTRa Anne Plancius SC BIP 2Build4 KS0601UTRa Anne Plancius SC BIP 2Build4
KS0601UTRa Anne Plancius SC BIP 2Build4
 
Bpvbd20130423 001-jro (businessplan voorbeeld)
Bpvbd20130423 001-jro (businessplan voorbeeld)Bpvbd20130423 001-jro (businessplan voorbeeld)
Bpvbd20130423 001-jro (businessplan voorbeeld)
 
Bijzondere Evaluator kritisch over bijdrage ngo's
Bijzondere Evaluator kritisch over bijdrage ngo's Bijzondere Evaluator kritisch over bijdrage ngo's
Bijzondere Evaluator kritisch over bijdrage ngo's
 
Regioplan van zeeuws vlaanderen gezondleven nl 2012 2022
Regioplan van zeeuws vlaanderen gezondleven nl 2012 2022Regioplan van zeeuws vlaanderen gezondleven nl 2012 2022
Regioplan van zeeuws vlaanderen gezondleven nl 2012 2022
 
Trudo jaarverslag 2011
Trudo jaarverslag 2011Trudo jaarverslag 2011
Trudo jaarverslag 2011
 
Huis kopen
Huis kopen  Huis kopen
Huis kopen
 
Jaarverslag 2008 Water voor Filippijnen
Jaarverslag 2008 Water voor FilippijnenJaarverslag 2008 Water voor Filippijnen
Jaarverslag 2008 Water voor Filippijnen
 
Woningstichting Den Helder maatsch jaarverslag
Woningstichting Den Helder maatsch jaarverslagWoningstichting Den Helder maatsch jaarverslag
Woningstichting Den Helder maatsch jaarverslag
 
E-commercebijsupermarktenJohannesBosgra
E-commercebijsupermarktenJohannesBosgraE-commercebijsupermarktenJohannesBosgra
E-commercebijsupermarktenJohannesBosgra
 
E-commercebijsupermarktenJohannesBosgra
E-commercebijsupermarktenJohannesBosgraE-commercebijsupermarktenJohannesBosgra
E-commercebijsupermarktenJohannesBosgra
 
koersbesluit_om_het_kind_interactief_22-5-2013
koersbesluit_om_het_kind_interactief_22-5-2013koersbesluit_om_het_kind_interactief_22-5-2013
koersbesluit_om_het_kind_interactief_22-5-2013
 
GIP_EINDBUNDEL_INBINDEN__15_5_13__23_U
GIP_EINDBUNDEL_INBINDEN__15_5_13__23_UGIP_EINDBUNDEL_INBINDEN__15_5_13__23_U
GIP_EINDBUNDEL_INBINDEN__15_5_13__23_U
 
Diepzeeduiken voor commerciële medewerkers
Diepzeeduiken voor commerciële medewerkersDiepzeeduiken voor commerciële medewerkers
Diepzeeduiken voor commerciële medewerkers
 
Duurzaamheid in Hart van Brabant, volledig rapport
Duurzaamheid in Hart van Brabant, volledig rapportDuurzaamheid in Hart van Brabant, volledig rapport
Duurzaamheid in Hart van Brabant, volledig rapport
 
Beleidsnota Binnenlands Bestuur 2009-2014, Geert Bourgeois
Beleidsnota Binnenlands Bestuur 2009-2014, Geert BourgeoisBeleidsnota Binnenlands Bestuur 2009-2014, Geert Bourgeois
Beleidsnota Binnenlands Bestuur 2009-2014, Geert Bourgeois
 
Maatschappelijke Business Case
Maatschappelijke Business CaseMaatschappelijke Business Case
Maatschappelijke Business Case
 
Research Paper Merk Shake Out Financial Services
Research Paper Merk Shake Out Financial ServicesResearch Paper Merk Shake Out Financial Services
Research Paper Merk Shake Out Financial Services
 
Virtule valuta als aanvulling op het betalingsverkeer
Virtule valuta als aanvulling op het betalingsverkeerVirtule valuta als aanvulling op het betalingsverkeer
Virtule valuta als aanvulling op het betalingsverkeer
 
Big data in Brussel vandaag. En morgen ?
Big data in Brussel vandaag. En morgen ? Big data in Brussel vandaag. En morgen ?
Big data in Brussel vandaag. En morgen ?
 

More from Tessa Smits

Integratedfacilitymanagement1
Integratedfacilitymanagement1Integratedfacilitymanagement1
Integratedfacilitymanagement1Tessa Smits
 
Change paradigms an overview
Change paradigms an overviewChange paradigms an overview
Change paradigms an overviewTessa Smits
 
Management consulting in_the_it_revolution_-_the_rise_of_3rd_generation_manag...
Management consulting in_the_it_revolution_-_the_rise_of_3rd_generation_manag...Management consulting in_the_it_revolution_-_the_rise_of_3rd_generation_manag...
Management consulting in_the_it_revolution_-_the_rise_of_3rd_generation_manag...Tessa Smits
 
Trends in veiligheid_2010(2)
Trends in veiligheid_2010(2)Trends in veiligheid_2010(2)
Trends in veiligheid_2010(2)Tessa Smits
 
Rj middelgrote rechtspersonen_2010
Rj middelgrote rechtspersonen_2010Rj middelgrote rechtspersonen_2010
Rj middelgrote rechtspersonen_2010Tessa Smits
 
Project delivery strategy
Project delivery strategyProject delivery strategy
Project delivery strategyTessa Smits
 
Procurement fraud
Procurement fraudProcurement fraud
Procurement fraudTessa Smits
 
Nieuwe bedrijfsmodellen voor banken
Nieuwe bedrijfsmodellen voor banken Nieuwe bedrijfsmodellen voor banken
Nieuwe bedrijfsmodellen voor banken Tessa Smits
 
Paying the bill_onderzoek_stimuleringsmaatregelen
Paying the bill_onderzoek_stimuleringsmaatregelenPaying the bill_onderzoek_stimuleringsmaatregelen
Paying the bill_onderzoek_stimuleringsmaatregelenTessa Smits
 
White paper nieuwe software
White paper nieuwe softwareWhite paper nieuwe software
White paper nieuwe softwareTessa Smits
 
Meer rendement uit talent in de zorg
Meer rendement uit talent in de zorgMeer rendement uit talent in de zorg
Meer rendement uit talent in de zorgTessa Smits
 
Btw quickscan zorg
Btw quickscan zorgBtw quickscan zorg
Btw quickscan zorgTessa Smits
 
Het nieuwe werken
Het nieuwe werkenHet nieuwe werken
Het nieuwe werkenTessa Smits
 

More from Tessa Smits (15)

CEO agenda
CEO agendaCEO agenda
CEO agenda
 
Integratedfacilitymanagement1
Integratedfacilitymanagement1Integratedfacilitymanagement1
Integratedfacilitymanagement1
 
Change paradigms an overview
Change paradigms an overviewChange paradigms an overview
Change paradigms an overview
 
Wphb oonderzoek
Wphb oonderzoekWphb oonderzoek
Wphb oonderzoek
 
Management consulting in_the_it_revolution_-_the_rise_of_3rd_generation_manag...
Management consulting in_the_it_revolution_-_the_rise_of_3rd_generation_manag...Management consulting in_the_it_revolution_-_the_rise_of_3rd_generation_manag...
Management consulting in_the_it_revolution_-_the_rise_of_3rd_generation_manag...
 
Trends in veiligheid_2010(2)
Trends in veiligheid_2010(2)Trends in veiligheid_2010(2)
Trends in veiligheid_2010(2)
 
Rj middelgrote rechtspersonen_2010
Rj middelgrote rechtspersonen_2010Rj middelgrote rechtspersonen_2010
Rj middelgrote rechtspersonen_2010
 
Project delivery strategy
Project delivery strategyProject delivery strategy
Project delivery strategy
 
Procurement fraud
Procurement fraudProcurement fraud
Procurement fraud
 
Nieuwe bedrijfsmodellen voor banken
Nieuwe bedrijfsmodellen voor banken Nieuwe bedrijfsmodellen voor banken
Nieuwe bedrijfsmodellen voor banken
 
Paying the bill_onderzoek_stimuleringsmaatregelen
Paying the bill_onderzoek_stimuleringsmaatregelenPaying the bill_onderzoek_stimuleringsmaatregelen
Paying the bill_onderzoek_stimuleringsmaatregelen
 
White paper nieuwe software
White paper nieuwe softwareWhite paper nieuwe software
White paper nieuwe software
 
Meer rendement uit talent in de zorg
Meer rendement uit talent in de zorgMeer rendement uit talent in de zorg
Meer rendement uit talent in de zorg
 
Btw quickscan zorg
Btw quickscan zorgBtw quickscan zorg
Btw quickscan zorg
 
Het nieuwe werken
Het nieuwe werkenHet nieuwe werken
Het nieuwe werken
 

Cijfers en feiten familiebedrijf

  • 1.
  • 2. Cijfers en feiten van het familiebedrijf 10 jaar onderzoek onder familiebedrijven
  • 3. Voor eventuele fouten of onvolkomenheden in deze publicatie kunnen auteur en uitgever niet aansprakelijk worden gesteld. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op enige andere wijze, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Eerste druk, april 2002 Tweede druk, maart 2005 Derde druk, februari 2008 BDO is een op naam van Stichting BDO te Amsterdam geregistreerd merk. CampsObers is een op naam van BDO CampsObers Holding B.V. te Eind- hoven geregistreerd merk. In deze publicatie worden BDO en BDO CampsObers gebruikt ter aandui- ding van de organisatie die onder de merknaam ‘BDO’ actief is op het gebied van de zakelijke dienstverlening (accountancy, belastingadvies en consultancy). BDO CampsObers Accountants & Adviseurs is een op naam van BDO CampsObers Holding B.V. te Eindhoven geregistreerde handelsnaam en wordt gebruikt ter aanduiding van een aantal met elkaar in een groep verbonden rechtspersonen, die ieder afzonderlijk onder de merknaam ‘BDO’ actief zijn op een bepaald terrein van de zakelijke dienstverlening (accountancy, belastingadvies en consultancy). © 2008 BDO CampsObers Accountants & Adviseurs ISBN 978-90-73412-89-7
  • 4. Cijfers en feiten van het familiebedrijf 10 jaar onderzoek onder familiebedrijven Door Dr. R. H. (Roberto) Flören
  • 5. Inhoudsopgave Voorwoord ......................................................................................................... 7 Inleiding ................................................................................................................ 8 Deel 1 ..................................................................................................................... 9 Hoofdstuk 1 Wat is een familiebedrijf? ................................................................ 10 Hoofdstuk 2 De kracht van het familiebedrijf ................................................. 12 Hoofdstuk 3 Aantal familiebedrijven en economisch belang ........... 14 Hoofdstuk 4 Kenmerken bedrijf .................................................................................. 16 Hoofdstuk 5 Kenmerken familie ................................................................................. 18 Hoofdstuk 6 Kenmerken eigendom ......................................................................... 20 Hoofdstuk 7 Sterkten van familiebedrijven ...................................................... 22 Hoofdstuk 8 Zwakten van familiebedrijven ...................................................... 24 Deel 2 .................................................................................................................. 27 Hoofdstuk 9 De bivalentie van het familiebedrijf ....................................... 28 Bivalentie 1 De ondernemer ......................................................................................... 30 Bivalentie 2 Strategie en cultuur ................................................................................ 32 Bivalentie 3 Personeelsbeleid ..................................................................................... 34 Bivalentie 4 Opvolging (1) ............................................................................................... 36 Bivalentie 4 Opvolging (2) ............................................................................................... 38 Bivalentie 5 Communicatie ............................................................................................. 40 Bivalentie 6 Balans tussen bedrijf en familie ................................................. 42 Bivalentie 7 Financiën ......................................................................................................... 44 Bivalentie 8 Eigendom ........................................................................................................ 46 Bivalentie 9 Corporate governance .......................................................................... 48 Deel 3 .................................................................................................................. 51 Hoofdstuk 10 Fiscale knelpunten ................................................................................. 52 Aanbevelingen ............................................................................................ 54 Literatuur ......................................................................................................... 56 Dankwoord ..................................................................................................... 58 Over BDO CampsObers Accountants & Adviseurs ..... 59
  • 6. Inhoudsopgave figuren Deel 1 ............................................................................................................................................................................................................................... 9 Figuur 1 Oude en nieuwe definitie van het familiebedrijf ................................................................................................................... 11 Figuur 2 Concentrische cirkels van het familiebedrijf .............................................................................................................................. 11 Figuur 3 Driecirkelmodel van het familiebedrijf ............................................................................................................................... ............ 13 Figuur 4 Driedimensionaal ontwikkelingsmodel van het familiebedrijf .................................................................................. 13 Figuur 5 Aantal familiebedrijven in Nederland .............................................................................................................................................. 15 Figuur 6 Kenmerken die wijzen op een hoge graad van familiebedrijven binnen de bedrijfstak ................... 15 Figuur 7 Het belang van familiebedrijven voor de Nederlandse economie ........................................................................ 15 Figuur 8 Vergelijking van omzetgroei bij familiebedrijven en niet-familiebedrijven ten tijde van economische groei ............................................................................................................................... ...................................... 15 Figuur 9 Vergelijking historie familiebedrijven en niet-familiebedrijven .............................................................................. 17 Figuur 10 Aantal jaren dat directeur de leiding in handen heeft ...................................................................................................... 17 Figuur 11 Voorkeur voor familiebedrijven bij samenwerkingsverbanden met buitenlandse partners ........... 17 Figuur 12 Generatie familie aan de leiding van het familiebedrijf .................................................................................................. 19 Figuur 13 Activiteiten van de meewerkende partner in het familiebedrijf .............................................................................. 19 Figuur 14 Rollen van de meewerkende partner in het familiebedrijf ........................................................................................... 19 Figuur 15 Betrokkenheid kinderen bij het familiebedrijf ........................................................................................................................ 19 Figuur 16 Aantal aandeelhouders bij familiebedrijven ............................................................................................................................. 21 Figuur 17 Beleid van familiebedrijven met betrekking tot verkoop van aandelen .......................................................... 21 Figuur 18 Ondernemingsvorm van het familiebedrijf .................................................................................................................................. 21 Deel 2 ............................................................................................................................... .............................................................................................. 27 Figuur 19 Bivalenties van het familiebedrijf ........................................................................................................................................................ 29 Figuur 20 Externe barrières voor familiebedrijven ........................................................................................................................................ 29 Figuur 21 Enkele karakteristieken van de directeur in het familiebedrijf ................................................................................. 31 Figuur 22 Werkgelegenheid voor familieleden in familiebedrijven ............................................................................................... 35 Figuur 23 Opvolgingsalternatieven bij familiebedrijven .......................................................................................................................... 37 Figuur 24 De OASE van het familiebedrijf ............................................................................................................................... .............................. 37 Figuur 25 Het regelen van de opvolging in familiebedrijven ............................................................................................................... 37 Figuur 26 Voorbereiding van het opvolgingsproces in familiebedrijven ................................................................................... 37 Figuur 27 Redenen voor directeuren voor uitstel opvolging volgens de opvolger ........................................................... 39 Figuur 28 Twijfels bij opvolgers in familiebedrijven .................................................................................................................................... 39 Figuur 29 Personen waarmee de directeur over vermogensplanning en erfgoed heeft gesproken ................... 41 Figuur 30 Meest voorkomende spanningen tussen bedrijfs- en familiebelangen in het familiebedrijf ........ 43 Figuur 31 Invloed van familiebelangen op bedrijfsbeslissingen ....................................................................................................... 43 Figuur 32 Financiën en het familiebedrijf .............................................................................................................................................................. 45 5
  • 7. Figuur 33 Belang belastingbesparing en familieverhouding ................................................................................................................. 45 Figuur 34 Overdracht vermogen door de directeur ............................................................................................................................... ........ 45 Figuur 35 Overdrachtswaarde ten opzichte van de reële waarde van de aandelen bij agrarische en niet-agrarische familiebedrijven ................................................................................................................................................... 47 Figuur 36 Opvolging in eigendom bij familiebedrijven ............................................................................................................................. 47 Figuur 37 Vergelijking aanwezigheid commissaris bij familiebedrijven en niet-familiebedrijven naar aantal werknemers ................................................................................................................................................................................ 49 Figuur 38 Rolvervulling van de commissaris bij het familiebedrijf ................................................................................................. 49 6
  • 8. Voorwoord I In Nederland wordt steeds duidelijker dat familiebedrij- ven een grote bijdrage leveren aan de economische ontwikkeling. Bedrijven die soms al vele eeuwen lang laat oppakken van de opvolgingsproblematiek is een kwalijke zaak. Ook onvoldoende transparantie, waardoor een waas van geheimzinnigheid ontstaat, belet een hun artikelen produceren en verkopen. Ze zijn uitge- positief imago. Zeker in de huidige arbeidsmarkt een groeid tot gerenommeerde bedrijven die zijn overge- belangrijk nadeel. Maar ook de overheid maakt het niet gaan van de ene naar de andere generatie. Veel families altijd gemakkelijk voor familiebedrijven. De onderne- hebben kans gezien om internationaal opererende ming in familieverband wordt soms onevenredig zwaar bedrijven op te bouwen. Met succes hebben zij gebruik belast, waardoor families soms niet meer in staat zijn weten te maken van de inherente krachten en de om het bedrijf voort te zetten. De aanbevelingen rich- betrokkenheid van de families en te laveren tussen de ting overheid aan het eind van deze uitgave onder- eisen van goed ondernemerschap en de belangen en streep ik dan ook van harte. emoties van familieleden. Uit het bovenstaande moge duidelijk zijn, dat ik Hoewel familiebedrijven, zo laat dit naslagwerk ook verheugd ben dat BDO Accountants & Adviseurs zien, van groot economisch belang zijn, is er toch relatief opdracht heeft gegeven aan Universiteit Nyenrode om weinig gestructureerde informatie beschikbaar. En als dit naslagwerk op te stellen. Het bevat concrete gege- familiebedrijven halen we bij lange na niet ons ‘fair vens en nuttige aanbevelingen. Als voorzitter van share’. De meeste ruimte in de media wordt besteed FBNed, de Vereniging Familiebedrijven Nederland, aan de beursgenoteerde en grote internationale onder- spreekt een dergelijk onderzoeksresultaat mij zeer aan. nemingen. Daarom is deze compacte uitgave met veel FBNed streeft er naar dat Nederlandse familiebedrijven zinvolle informatie over familiebedrijven een nuttig hun kennis en ervaringen uitwisselen om zo hun onder- naslagwerk. Iedereen die betrokken is bij het familie- nemingen te versterken. Maar ook het bijdragen aan een bedrijf en er meer over wil weten zou deze gegevens bij beter imago van het familiebedrijf als belangrijke en de hand moeten hebben. stabiele ondernemingsvorm is een doelstelling van onze vereniging. Dit naslagwerk is niet alleen voor onze leden Het is van belang om de kracht en de sterke aspecten interessant maar voor alle ondernemers, opvolgers en van het familiebedrijf overzichtelijk in kaart gebracht te andere betrokkenen bij het familiebedrijf. 6 zien en te onderkennen. Op deze wijze kunnen bedrij- ven, maar ook dienstverleners, de overheid en de drs. P. J. J. M. Swinkels media, deze kanten van het familiebedrijf beter belich- voorzitter Raad van Bestuur Bavaria N.V. ten en waar nodig stimuleren. Daarnaast worden ook voorzitter FBNed, Vereniging Familiebedrijven Nederland aanbevelingen gedaan om het familiebedrijf nog sterker te maken. Deels moeten families, betrokken bij hun april 2002 bedrijf, de hand in eigen boezem steken. Het niet of te 7
  • 9. Inleiding H Hoewel de aandacht in de media en in de politiek vaak uitgaat naar grote ondernemingen als trekkers van de nationale economie, is voor de groei van welvaart en familiebedrijven zo te ondersteunen dat mede op basis daarvan de continuïteit van deze ondernemingen beter gewaarborgd kan worden. Om dat goed te kunnen doen werkgelegenheid een ander segment van groter belang: is inzicht in het reilen en zeilen van deze groep bedrij- dat van de middelgrote bedrijven. Enerzijds weten deze ven onmisbaar. bedrijven in tijden van economische voorspoed hun activiteiten snel uit te breiden, anderzijds leggen ze een Sinds 1993 brengen wij, in samenwerking met Universi- grote mate van aanpassingsvermogen aan de dag in teit Nyenrode, de specifieke kenmerken van Neder- tijden dat de conjunctuur minder florissant is. landse familiebedrijven systematisch in kaart door een jaarlijks onderzoek. Naast algemene karakteristieken Deze flexibiliteit doet zich bij uitstek voor bij een zijn daarbij in de loop van de afgelopen tien jaar belangrijke categorie in dit segment, namelijk het fami- diverse specifieke onderwerpen aan bod gekomen, liebedrijf. Ondernemingen in handen van een familie, bijvoorbeeld: de rol van de partner van de directeur, die met veel inzet, vakmanschap en een diepgewor- de overgang naar een nieuwe generatie, strategische telde verbondenheid worden gedreven. In het midden- planning, erfgoedstrategie, groei van het bedrijf, segment van het Nederlandse bedrijfsleven bestaat communicatie en internationalisatie van het familie- maar liefst 60 procent van de ondernemingen uit derge- bedrijf. lijke familiebedrijven. Op basis van dit jarenlange onderzoek presenteren wij Familiebedrijven zijn bijzonder. Veelal wordt van gene- u in deze jubileumuitgave een uniek overzicht van alle ratie op generatie met hart en ziel gebouwd aan het nationaal en internationaal relevante cijfers en feiten levenswerk van diezelfde generaties. Vaak met dezelfde over het familiebedrijf. Namens al onze accountants en problemen als die bij andere bedrijven. Maar even zo adviseurs wens ik u veel nut en genoegen toe bij het vaak met specifieke uitdagingen, bijvoorbeeld op het raadplegen ervan. 6 vlak van directie-opvolging, overdracht van eigendom of financiering. A. P. H. (Ton) Rutgrink RA voorzitter Raad van Bestuur BDO Accountants & Adviseurs BDO Accountants & Adviseurs is in haar branche markt- leider voor het Nederlandse middenbedrijf. Wij april 2002 beschouwen het daarom als een belangrijke taak om 8
  • 11. Hoofdstuk 1 6 Wat is een familiebedrijf? Hoofdstuk 1 Wat is een familiebedrijf? Een derde generatie familie-ondernemer: ‘Nee meneer, wij zijn geen familiebedrijf. Wij opereren internationaal’. E Er zijn net zo veel definities van familiebedrijven als dat er onderzoekers zijn. Een zorgvuldige definitie van het familie- bedrijf is dan ook van groot belang. In Nederland wordt lijk. Zij menen dat er verschillende graden van familiebe- drijven zijn en illustreren dit met drie concentrische schillen (u Figuur 2). Hierdoor ontstaan een ruime, een reële en een voornamelijk een door Flören afgeleide definitie van de krappe definitie van het familiebedrijf. London Business School gebruikt (u Figuur 1). Volgens deze definitie is 83% van alle bedrijven een familiebedrijf. Voor Voor Nederland betekent dit dat de buitenste schil de juridisch en fiscaal gebruik is deze definitie juist, maar ruime Flören-definitie voorstelt: 83% van alle bedrijven is gezien de hoogte van het percentage kan men zich afvragen een familiebedrijf. Echter alle startende bedrijven en alle of de resultaten op basis van deze definitie daadwerkelijk bedrijven met één directeur-grootaandeelhouder zonder weergeven hetgeen met familiebedrijf bedoeld wordt. Bijna enige betrokkenheid van andere familieleden vallen even- alle bedrijven zijn dan een familiebedrijf. eens hieronder. Bij deze bedrijven zijn de typische familie- bedrijfkenmerken nauwelijks aanwezig. De binnenste schil Een mogelijkheid is om aan de ondernemers zelf te vragen is een (te) krappe definitie van het familiebedrijf. In Neder- of hun bedrijf een familiebedrijf is. Slechts 59% van de land heeft Hulshoff een variant hiervan gedefinieerd. In de ondernemers vindt zelf dat zij een familiebedrijf zijn, binnenste schil is een bedrijf alleen een familiebedrijf als terwijl volgens Thomassen bij bedrijven waar een opvol- ten minste de tweede generatie al is bereikt en een meer- ging heeft plaatsgevonden 93% van de opvolgers hun derheid van het management uit familieleden bestaat, bedrijf als een familiebedrijf beschouwt. Helaas is zelf- terwijl de familie ook een meerderheid van de aandelen evaluatie niet het beste criterium voor het formuleren van bezit. In Nederland is dit ongeveer 22% van alle bedrijven. een definitie. Veel ondernemers karakteriseren zichzelf en hun bedrijf niet als familie-ondernemer en familiebedrijf, De middelste schil vertegenwoordigt die familiebedrijven terwijl veel van de unieke sterkten en problemen van waar bedrijfsbelangen, familiebelangen en eigendoms- familiebedrijven ook voor deze ondernemers en hun belangen elkaar daadwerkelijk beïnvloeden. De nieuwe, bedrijven gelden. Toch mag het duidelijk zijn dat de reële definitie die is geïntroduceerd in het proefschrift van oorspronkelijke definitie te ruim is. Flören vertegenwoordigt familiebedrijven in de middelste schil (u Figuur 1). Deze bedrijven bestaan veelal langer of Een parallel met Amerikaans onderzoek is behulpzaam. er werken meer familieleden of de familie heeft invloed op Volgens Shanker en Astrachan is 21 tot 92% van alle bedrij- belangrijke strategische besluiten. In Nederland voldoet ven een familiebedrijf. Door de bandbreedte is dit een 55% van alle bedrijven aan de criteria van de middelste niet-werkzame statistiek. Toch is hun onderbouwing dege- schil. De middelste schil benadert het beste wat een 10
  • 12. Hoofdstuk 1 6 Wat is een familiebedrijf? familiebedrijf zo kenmerkend maakt. Het is gewenst dat In deze uitgave is het helaas nog niet mogelijk om alle onderzoekers in vervolgonderzoek gebruik maken van deze cijfers op de nieuwe definitie te baseren, daar een aantal nieuwe definitie. Een bijkomend voordeel is dat deze gegevens afkomstig is uit onderzoeksbestanden waarbij definitie redelijk gemakkelijk meetbaar is in een vragen- essentiële informatie ontbreekt die noodzakelijk is voor de lijst. toepassing van de nieuwe definitie. 6 Figuur 1 Oude en nieuwe definitie van het familiebedrijf Oude definitie (Flören, 1993) Nieuwe definitie (Flören, 2002) Een bedrijf is een familiebedrijf als het aan minstens één van de volgende Een bedrijf is een familiebedrijf als het aan minstens twee van de volgende drie criteria voldoet: drie criteria voldoet: meer dan 50% van de aandelen of certificaten is in handen van één familie; meer dan 50% van de eigendom is in handen van één familie; één familie is in staat aanzienlijke invloed uit te oefenen; één familie heeft beslissende invloed op de bedrijfsstrategie of op een belangrijk aantal leden van de ondernemingsleiding is afkomstig uit één opvolgingsbeslissingen; familie. een meerderheid of ten minste twee leden van de ondernemingsleiding zijn afkomstig uit één familie. Echter indien het bedrijf minder dan tien jaar geleden is opgericht, dient in het bedrijf ten minste één familielid van de directeur werkzaam te zijn of eigendom te hebben. Figuur 2 Concentrische cirkels van het familiebedrijf Naar: Shanker en Astrachan (1996) Weinig directe betrokkenheid Enige betrokkenheid Veel betrokkenheid • Toezicht op • Oprichter/ • Familie direct betrokken • Juridische • Plannen om strategische Nazaat leidt • Meerdere generaties controle over in familie keuze het bedrijf 22% eigendom te houden • Meer dan 1 managementpositie 55% 83% 11
  • 13. Hoofdstuk 2 6 De kracht van het familiebedrijf Hoofdstuk 2 De kracht van het familiebedrijf Mw. J. van den Boer: ‘Professionaliteit en kwaliteit staan voorop. Zes à zeven jaar geleden stond het familiebedrijf voor kneuterig, tuttig. Die tijd is gelukkig voorbij.’ (Forum, maart 1999) A Al vele generaties lang zijn families in staat geweest om zakelijk zeer succesvol te zijn. De bezieling van deze onder- nemende families bepaalt in grote mate de concurrentie- langen en eigendomsbelangen (u Figuur 3). In niet-familiebe- drijven zijn deze in essentie onverenigbare systemen onaf- hankelijk van elkaar. In het familiebedrijf overlappen ze positie van het Nederlandse bedrijfsleven. Toch pleitten elkaar niet alleen, maar zijn ze ook nog eens onderling economen en bedrijfskundigen tot het midden van de jaren afhankelijk. De combinatie van rationaliteit, emoties, finan- tachtig voor een snelle afschaffing van het familiebedrijf. ciële onafhankelijkheid en ondernemersgeest bepalen de De emotionaliteit behorend bij het ondernemerschap in unieke positie van het familiebedrijf. familiebedrijven stond volgens hen goede, rationele besluitvorming in de weg. Zij vonden het zaak voor ieder De verstrengeling van de verschillende belangen kan familiebedrijf om zo snel mogelijk ‘professioneel manage- echter ook leiden tot problemen. Zo kunnen de belangen ment’ in te schakelen en de familie-invloeden te beperken. van het bedrijf en de familie conflicteren of kan verwarring ontstaan doordat betrokkenen zich onvoldoende bewust Tegenwoordig is echter wel gebleken dat deze zienswijze zijn van hun verschillende rollen of onduidelijk zijn welke totaal voorbij gaat aan de kracht van het familiebedrijf, zijn belangen zij vertegenwoordigen. In deze situaties kunnen unieke karakter, de motivatie van ondernemers en hun conflicten ontstaan en kan de kracht van het familiebedrijf familie en belangrijker nog: de werkelijkheid. Deze werke- tevens zijn ondergang betekenen. lijkheid is dat er zeer veel florerende familiebedrijven in Nederland zijn, variërend van een klein familiebedrijf, waar Het driecirkelmodel geeft een goede indruk van de weder- vader en zoon gezamenlijk een bakkerij hebben, tot neven zijdse beïnvloeding van verschillende belangen. Het doet en nichten die een groot detailhandelconcern leiden. Niet echter geen recht aan de verschillende fasen die bedrijven, alleen in Nederland is meer dan 55% van de bedrijven een families en aandeelhouders doorlopen. Families kunnen familiebedrijf, maar over de gehele wereld nemen familie- bijvoorbeeld worden onderscheiden in de fase van een bedrijven een dominante positie in. Voorts behoort meer jonge bedrijfsfamilie tot een familie waarin opvolging plaats dan een vijfde van alle Nederlandse familiebedrijven met gaat vinden. Gersick et.al. hebben daarom het driedimen- 50 werknemers of meer tot de tien grootste bedrijven in de sionale ontwikkelingsmodel gepresenteerd (u Figuur 4). Zij wereld in hun specifieke bedrijfstak, terwijl meer dan een onderscheiden drie verschillende soorten familiebedrijven: kwart tot de tien grootste binnen Europa behoort. 6 individuele directeur-grootaandeelhouder, 6 samenwerking tussen broers en zussen, en De kracht van het familiebedrijf wordt bepaald door de 6 een neven-en-nichten-consortium. wederzijdse beïnvloeding van bedrijfsbelangen, familiebe- 12
  • 14. Hoofdstuk 2 6 De kracht van het familiebedrijf Alle drie de soorten behoren tot het familiebedrijf, toch het familiebedrijf met een individuele directeur-grootaan- hebben ze ieder ook specifieke kenmerken en uitdagingen. deelhouder kwetsbaar kan zijn door de afhankelijkheid van Zo zal de verdeling van de eigendom en de communicatie de ondernemer. 6 lastiger zijn bij een neven-en-nichten-consortium, terwijl Figuur 3 Driecirkelmodel van het familiebedrijf Bron: Davis en Tagiuri (1989) Eigendom Familie Bedrijf Figuur 4 Driedimensionaal ontwikkelingsmodel van het familiebedrijf smodel Naar: Gersick et al (1997) Bedrijfs-as Volwassenheid Volwassenheid ss i Expansie/ Professionalisering Kinderen treden toe tot het bedrijf Samenwerken generaties Man/Vrouw als partners Start Opvolging Directeur-grootaandeelhouder Familie-as Broers en zussen als partners Neven-en-nichten-consortium Neven-en-nichten-consortium o Eigendoms-as 13
  • 15. Hoofdstuk 3 6 Aantal familiebedrijven en economisch belang Hoofdstuk 3 Aantal familiebedrijven en economisch belang Ondernemer: ‘Als er zo veel familiebedrijven zijn, waarom weten er dan zo weinig adviseurs wat er daadwerkelijk speelt in ons bedrijf?’ E Een schatting van het aantal familiebedrijven in Nederland is uiteraard afhankelijk van de eerder geschetste discussie over de definitie van het familiebedrijf. Het aantal familie- Belangrijke kenmerken die wijzen op een hoge graad van familiebedrijven binnen de bedrijfstak staan in u Figuur 6 vermeld. Voorbeelden van zulke bedrijfstakken zijn onder bedrijven met werknemers kan dan ook variëren van 76.000 meer de horeca, voedingsindustrie, metaal- en elektrobe- tot 289.000. In dit hoofdstuk wordt uitgegaan van de drijven, installatiebedrijven, garagebedrijven, schilders- en middelste schil, waarbij de nieuwe definitie van het fami- transportbedrijven. Maar ook in een branche als de infor- liebedrijf gehanteerd wordt. matietechnologie en onder reclame- en communicatiebu- reaus zijn al veel familiebedrijven succesvol. Uit u Figuur 5 blijkt dan dat 55% van alle bedrijven in Neder- land een familiebedrijf is, hetgeen neerkomt op ruim Het is moeilijk om precies te berekenen welk gedeelte van 194.000 familiebedrijven in Nederland. Opvallend hierbij is de werkgelegenheid familiebedrijven voor hun rekening dat ook onder de grote bedrijven, met meer dan 100 werk- nemen. Flören heeft in 1998 op basis van de oude definitie nemers nog circa 45% een familiebedrijf is. Het is van be- berekend dat familiebedrijven ruim 40% van de private lang dit te onderkennen, omdat veel mensen familiebedrij- werkgelegenheid verzorgen (u Figuur 7). Dit is een voorzich- ven verwarren met bedrijven in het midden- en kleinbe- tige schatting, daar MKB-Nederland stelt dat het midden- drijf. Het percentage familiebedrijven in het kleinbedrijf en kleinbedrijf alleen al 60% van de werkgelegenheid is lager vergeleken met het middenbedrijf. levert. Indien deze berekeningswijze wordt gevolgd, neemt het familiebedrijf waarschijnlijk 50% van de private werkge- In de berekeningen in deze uitgave is de agrarische sector legenheid voor zijn rekening. Volgens de Europese niet inbegrepen, tenzij dit uitdrukkelijk vermeld staat. Uit Commissie herbergt het familiebedrijf het grootste poten- onderzoek van Flören (2002) blijkt dat 96% van alle land- en tieel voor banencreatie en banenbehoud. tuinbouwbedrijven een familiebedrijf is. Hierbij is echter geen onderscheid gemaakt in grootte van het bedrijf geba- De bepaling van het aandeel dat familiebedrijven in het seerd op het aantal werknemers. Inclusief de agrarische Bruto Nationaal Product hebben is nog lastiger. Flören sector betekent dit dat meer dan 55% van alle Nederlandse heeft in 1998 berekend dat familiebedrijven verantwoorde- bedrijven een familiebedrijf is. lijk zijn voor 54% van de Toegevoegde Waarde (bruto, basisprijzen). Dit lijkt aan de hoge kant gezien de voor de Familiebedrijven kunnen in alle branches worden gevon- berekening noodzakelijke aannames. In u Figuur 7 staat de den. Uit het voorbeeld van de land- en tuinbouw blijkt wel meest waarschijnlijke bandbreedte waarin het aandeel van dat familiebedrijven dominanter zijn in bepaalde branches. familiebedrijven zich begeeft. 14
  • 16. Hoofdstuk 3 6 Aantal familiebedrijven en economisch belang Belangrijker nog dan de daadwerkelijke percentages is de malisatie. Uit onderzoek van Flören in 1994 blijkt dat fami- stabiliserende rol die familiebedrijven hebben voor de liebedrijven in Nederland dan ook minder hard groeien Nederlandse economie. Voor veel familiebedrijven blijkt dan niet-familiebedrijven (u Figuur 8). Echter in perioden van het streven naar continuïteit en het vinden van een recessie zijn familiebedrijven veel stabieler dan niet-fami- gezonde balans tussen bedrijfs- en familiebelangen liebedrijven en zijn familiebedrijven minder snel geneigd belangrijker te zijn dan het streven naar groei of winstmaxi- om personeel te ontslaan. 6 Figuur 5 Aantal familiebedrijven in Nederland Figuur 7 Het belang van fa familiebedrijven voor de Nederlandse economie Bron aantal bedrijven: CBS (2000) Bron: Flören (2002) % Aantal Aantal Percentage Aantal werknemers bedrijven familiebedrijven familiebedrijven 53,9 60 Meest waarschijnlijke bandbreedte 1-9 285.000 55% 156.800 50 10 - 99 57.100 60% 34.300 42,6 40 100 of meer 6.700 45% 3.000 30 Familiebedrijven Totaal 348.800 55% 194.100 20 Indicator 10 Toeg Figuur 6 Kenmerken die wijzen op een hoge graad van familiebedrijven (bru evoegd binnen de bedrijfstak 0 Priv to, b e wa a asis arde Bron: Flören en Wijers (1996) wer te prijz kge en) leg enh eid Gecombineerde eigenaar-manager-rol Dienstverlening Ondernemerscultuur Rijk aan liquide middelen Figuur 8 Vergelijking van omzetgroei bij familiebedrijven en Niche in de markt of specifieke kennis niet-familiebedrijven ten tijde van economische groei Toelevering/distributie Bron: Flören (1999) Omzetgroei Omzetgroei 5% of hoger lager dan 5% 51% 49% 61% 39% Familiebedrijven Niet-familiebedrijven 15
  • 17. Hoofdstuk 4 6 Kenmerken bedrijf Hoofdstuk 4 Kenmerken bedrijf NRC (1996): ‘Familiebedrijven vormen de ruggengraat van de Nederlandse economie’. E Er bestaan kenmerkende verschillen tussen familiebedrij- ven en niet-familiebedrijven. Het eerste dat opvalt is dat familiebedrijven een veel langere historie hebben dan Ook op het gebied van internationalisatie blijkt het lang aanblijven van de directeur voordelen te hebben. Voor de grotere familiebedrijven (met minimaal 50 werknemers) niet-familiebedrijven (u Figuur 9). Vooral in het midden- en geldt dat ruim 60% exporteert. Voor meer dan de helft van kleinbedrijf bestaan de familiebedrijven veel langer dan de deze exporterende familiebedrijven wordt de meerderheid niet-familiebedrijven. Zo bestaat 61% van alle familiebe- van hun omzet door export bepaald. Als Nederlandse fami- drijven met minimaal tien werknemers al langer dan 30 jaar, liebedrijven een samenwerkingsverband aangaan met terwijl slechts 37% van alle niet-familiebedrijven meer dan buitenlandse bedrijven hebben zij een voorkeur voor fami- 30 jaar geleden is opgericht. liebedrijven (u Figuur 11). Belangrijke redenen van de voor- keur voor samenwerking met familiebedrijven zijn: Ook het management van een familiebedrijf blijft veel 6 mogelijkheid om snel beslissingen te nemen; langer aan dan dat van niet-familiebedrijven. Gemiddeld 6 continuïteit in samenwerking; blijft een directeur van een niet-familiebedrijf ongeveer 6 betrokkenheid en ervaring directeur. zeven jaar in functie, terwijl bij familiebedrijven dit gemid- delde boven de 20 jaar ligt. Uit u Figuur 10 blijkt verder dat bij Er zijn echter ook beperkingen aan het lang aanblijven van 30% van alle familiebedrijven de algemeen directeur ten de directeur. De directeuren kunnen ‘vastroesten’ in hun minste 20 jaar in functie is, terwijl dit slechts bij 5% van de functie. Na vele jaren kunnen de creativiteit en de daad- niet-familiebedrijven voorkomt. kracht afnemen en kan de directeur meer gericht zijn op financiële zekerheid en minder bereid zijn om te investe- Het lang aanblijven van de directeur van een familiebedrijf ren in zowel tijd, geld als energie. Ook wordt de doorstro- creëert de mogelijkheid voor het langetermijnperspectief ming van nieuw talent beperkt. Tevens blijkt nog dat het waar familiebedrijven om bekend staan. Bij investeringsbe- management van familiebedrijven minder vaak deelneemt slissingen kan soms een termijn van een gehele generatie aan trainingen en opleidingen dan collega’s van niet-fami- mogelijk zijn, terwijl hun beursgenoteerde collega’s per liebedrijven, terwijl ze hier juist de mogelijkheid zouden kwartaal hun resultaten moeten publiceren en verdedigen. kunnen krijgen om nieuwe, innovatieve ideeën en creativi- Daar familiebedrijven niet op de kortetermijnaandeelhou- teit op te doen. 6 derswaarde hoeven te sturen, kunnen zij zich richten op langetermijnwinstgevendheid en continuïteit. Dit verklaart voor een deel de concurrentiekracht van familiebedrijven. 16
  • 18. Hoofdstuk 4 6 Kenmerken bedrijf Figuur 9 Vergelijking historie familiebedrijven en niet-familiebedrijven Bron: Flören (1993 en 1994) 10 tot 100 werknemers Opgericht na Opgericht voor Minstens 100 werknemers Opgericht na Opgericht voor 1973 1973 1973 1973 24% 38% 40% 60% 65% 35% 76% 62% Familiebedrijven Niet-familiebedrijven Familiebedrijven Niet-familiebedrijven Figuur 10 Aantal jaren dat directeur de leiding in handen heeft Bron: Flören (1993 en 1994) % 50 32 38 36 40 27 26 22 30 24 Niet-familiebedrijven 5 20 Jaren Familiebedrijven 10 20+ 13 0 6 0 Figuur 11 Voorkeur voor familiebedrijven bij samenwerkingsverbanden met buitenlandse partners Bron: Flören (2001) Voorkeur Geen voorkeur 18% 28% 82% 72% Familiebedrijven Niet-familiebedrijven 17
  • 19. Hoofdstuk 5 6 Kenmerken familie Hoofdstuk 5 Kenmerken familie Meewerkende partner in het familiebedrijf: ‘Mijn man staat als directeur continu op het podium, maar ik ben zijn souffleur’. D De banden van de familie met het bedrijf kenmerken het familiebedrijf. De diepe affectie van de familie voor het bedrijf vertaalt zich op natuurlijke wijze in betrokkenheid wensen van de partner. Bij 81% van familiebedrijven met een meewerkende partner is de stem van deze partner (enigs- zins) doorslaggevend bij belangrijke beslissingen. Tevens en toewijding. Deze toewijding geldt voor al de familiele- blijkt de partner een belangrijke raadgever en vertrouweling den die een belang hebben bij het succes van het bedrijf. te zijn voor de directeur in het familiebedrijf (u Figuur 14). Bij Uiteindelijk zorgt het enthousiasme van de familie voor belangrijke besluiten dient dan ook terdege rekening te extra betrokkenheid en loyaliteit bij het personeel. worden gehouden met de mening van de partner. De lange relatie tussen familie en bedrijf komt telkens naar Ook de kinderen zijn volop bij het familiebedrijf betrok- voren. In u Figuur 12 is te zien dat ongeveer 60% van alle fami- ken. Bij meer dan 30% van alle familiebedrijven zijn één liebedrijven al minstens geleid wordt door de tweede of meer kinderen werkzaam binnen het bedrijf (u Figuur 15). generatie. De vierde of latere generatie heeft de leiding in Als alleen die families worden beschouwd die kinderen 5% van de familiebedrijven. Voorzover bekend is Konink- hebben die oud genoeg zijn om te werken, blijkt dat bij lijke Klokkengieterij Petit & Fritsen B.V. het oudste familie- 70% van alle familiebedrijven een of meer kinderen werk- bedrijf in Nederland, waarbij sinds 1660 leiding en eigen- zaam zijn binnen het bedrijf. Kinderen in een familiebedrijf dom in handen van dezelfde familie zijn gebleven. hebben de unieke mogelijkheid een uitdagende en ver- rijkende carrière voor zichzelf op te bouwen. De familie is Dat bij familiebedrijven de familie een belangrijke rol voor deze kinderen een opleidingsomgeving voor onder- speelt, komt ook door de betrokkenheid van andere gezins- nemerschap. Echter het toetreden tot het bedrijf, met en familieleden in het bedrijf. De rol van de levenspartner name in managementfuncties, kan ook problemen en bij familiebedrijven bijvoorbeeld is een belangrijke en twijfels veroorzaken. Kinderen kunnen twijfelen of zij wel verschilt duidelijk met die bij niet-familiebedrijven. Zo geaccepteerd worden en voldoende eigen onafhankelijk- werken de partners van directeuren van familiebedrijven heid krijgen. veel vaker mee bij het bedrijf (63%) dan partners van direc- teuren van niet-familiebedrijven (25%). De partner vervult De interactie tussen familie en bedrijf blijkt ook nog uit het een diversiteit aan activiteiten voor het familiebedrijf feit dat bij meer dan een derde van de familiebedrijven (u Figuur 13), maar een meerderheid verzorgt in ieder geval de ook andere familieleden in dienst zijn. Voorts woont meer administratie. Doordat de partner in het familiebedrijf veel dan de helft van de families die de leiding hebben over vaker meewerkt, zal bij de besluitvorming ook terdege reke- een familiebedrijf in de nabije omgeving van het bedrijf, ning moeten worden gehouden met de invloed en de minder dan 1 kilometer. 6 18
  • 20. Hoofdstuk 5 6 Kenmerken familie Figuur 12 Generatie familie aan de leiding van het familiebedrijf Figuur 14 Rollen van de meewerkende partner in het familiebedrijf Bron: Flören (1993 en 1994) Noot: Door afronding kunnen totalen afwijken van 100% Bron: Flören (1995) % Geen familielid Latere generatie Derde generatie Eerste generatie 2% 100 5% 90 71 15% 40% 81 80 76 58 37% 70 51 60 (Zeer) mee oneens 50 39 Tweede generatie 40 26 20 19 13 30 (Zeer) mee eens Rollen 20 8 7 Bind 10 Bem Leid er v voo midde Figuur 13 Activiteiten van de meewerkende partner in het familiebedrijf 0 Adv idde an d r het g l Ver iseu laar e fa e Raa trou r bij c mili zin Bron: Flören (1995) Noot: Meerdere antwoorden mogelijk dge wel onfl e v er ing icte % n 68 70 Figuur 15 Betrokkenheid kinderen bij het familiebedrijf 60 Bron: Flören (1995) 50 46 38 39 38 Kinderen Kinderen werken Kinderen 40 te jong in het bedrijf werken elders 23 22 20 12 om te werken 30 Activiteiten 20 31% 33% 54% 67% 10 In Verk Market 15% oop ing Soci Public koop 0 Fina Person ale a rela tion Adm Secret ncië le eels be ctivi teite s i a corr nistrati riële on zaken leid n Alle kinderen Kinderen oud genoeg espo e/ ders nden teun tie ing 19
  • 21. Hoofdstuk 6 6 Kenmerken eigendom Hoofdstuk 6 Kenmerken eigendom Ondernemer: ‘Ik groei liever minder snel, dan dat iemand ook maar één aandeel van ons bedrijf krijgt’. D De meeste familiebedrijven hebben slechts een beperkt aantal aandeelhouders. Ruim 80% van alle familiebedrijven heeft maximaal twee aandeelhouders (u Figuur 16). Opvallend lenbeurs opgezet om koop en verkoop binnen de familie te faciliteren. is dat bij minder dan de helft van alle familiebedrijven De voorkeur van familiebedrijven om de aandelen in eigen slechts één aandeelhouder is. Bijna 40% van de partners bezit te houden, komt onder meer voort uit het feit dat van directeuren van familiebedrijven heeft aandelen in het veel families er moeite mee hebben om inzicht te moeten bedrijf. Bijna 60% van de aandelen-bezittende partners geven in de financiële situatie van het bedrijf en dat ande- heeft zelfs minstens de helft van de aandelen. Omdat in ren vervolgens ook inspraak krijgen in de bedrijfsvoering. 80% van de gevallen familiebedrijven slechts 1 of 2 aan- Zo blijkt dat slechts 36% van de exporterende familiebe- deelhouders hebben, welke aandeelhouders derhalve drijven bereid is om samen te werken met buitenlandse grote aandelenpakketten bezitten, is het voor de overheid partners als dit zal betekenen dat de aandelen (gedeelte- van belang om terdege rekening te houden met de eigena- lijk) moeten worden afgestaan. renbelangen. In die situaties daarentegen, waar de eigen- dom verdeeld is over meerdere personen, met name bij Als ondernemingsvorm kiezen familiebedrijven vaak voor samenwerkingsverbanden tussen broers en zussen en bij de B.V. (u Figuur 18). Kenmerkend voor het familiebedrijf is neven-en-nichten-consortia, dient door dienstverleners en dat de N.V. minder populair is vergeleken met niet-familie- families zelf ruim aandacht te worden geschonken aan de bedrijven. Van alle familiebedrijven met minimaal 100 werk- eigendomsverhoudingen en de gevolgen daarvan. nemers heeft 7% voor de N.V. gekozen, terwijl 37% van de grote niet-familiebedrijven de N.V. als ondernemingsvorm Het is niet verbazingwekkend dat het veelal de leidingge- heeft. vende familie is die de meerderheid van de aandelen van het familiebedrijf bezit. Bij 90% van alle familiebedrijven Slechts 29% van de directeur-eigenaren van de besloten bezit één familie meer dan 50% van de aandelen of certifi- vennootschappen heeft de aandelen gecertificeerd. Certifi- caten. Hetzelfde percentage geldt ook voor de grote fami- cering is een instrument om de eigendom van en de liebedrijven met minimaal 100 werknemers. Bij bijna een zeggenschap in een onderneming te splitsen. Toch wil bijna derde van alle familiebedrijven is verkoop van aandelen een derde van de ondernemers die niet heeft gecertifi- buiten de familie onbespreekbaar, terwijl bij eventuele ceerd dat, indien zij (onverwachts) overlijden, de niet in verkoop van een aandelenpakket ook nog een kwart de het bedrijf werkende kinderen worden uitgesloten van familie de eerste keus geeft (u Figuur 17). Bij enkele zeer grote zeggenschap over het bedrijf. Certificering is voor deze familiebedrijven heeft de familie zelfs een interne aande- directeuren het overwegen waard. 6 20
  • 22. Hoofdstuk 6 6 Kenmerken eigendom Figuur 16 Aantal aandeelhouders bij familiebedrijven Figuur 17 Beleid van familiebedrijven met betrekking tot verkoop van aandelen Bron: Flören (1993 en 1994) Noot: Door afronding kunnen totalen afwijken van 100% Bron: Flören (1993 en 1994) Noot: Minimaal 10 werknemers 2 3 Geen specifiek beleid Geen verkoop buiten familie meer dan 3 1 11% 33% 9% 45% 31% 48% 24% Familie heeft eerste keus Figuur 18 Ondernemingsvorm van het familiebedrijf Bron: Flören (1993 en 1994) Noot: Minimaal 10 werknemers N.V. V.o.f. Eenmanszaak B.V. 1% 13% 7% 79% 21
  • 23. Hoofdstuk 7 6 Sterkten van familiebedrijven Hoofdstuk 7 Sterkten van familiebedrijven Dr. A. Heijn: ‘Sterk punt van het familiebedrijf is de grote betrokkenheid bij de zaak’. (FamilieBedrijf, juni 1994) H Het doorslaggevende kenmerk dat de meeste familiebe- drijven onderscheidt van andere bedrijven is de unieke sfeer. Een sfeer die een ieder het gevoel geeft dat hij relatie tot de kinderen van de oprichter die bij het bedrijf gaan werken. Tijdens hun jeugd leren de kinderen dikwijls gaandeweg meer over het bedrijf, aangestoken door het ergens deel van uitmaakt en dat er een dieper gemeen- enthousiasme van de ondernemer. Op het moment dat ze schappelijk doel bestaat onder het gehele personeel. toetreden tot het bedrijf, weten ze waar het in het bedrijf Hoewel deze factor niet tastbaar is, manifesteert ze zich in allemaal om draait. een aantal concrete en positieve eigenschappen die fami- liebedrijven een belangrijk concurrentievoordeel kunnen Flexibiliteit in werk, tijd en geld bezorgen. Deze eigenschappen worden hieronder één voor Flexibiliteit betekent in feite dat de noodzakelijke één kort beschreven. hoeveelheid werk en tijd in het bedrijf wordt gestopt en dat er alleen geld uit wordt gehaald als dit de continuïteit Betrokkenheid van het bedrijf niet in gevaar brengt. Een ander aspect van Mensen die een bedrijf opzetten, kunnen daar zeer betrokkenheid is dat zodra er extra werk moet worden gepassioneerd door raken - het is hun creatie, ze hebben gedaan en tijd moet worden besteed aan het ontwikkelen het gekoesterd, opgebouwd en voor veel van deze onder- van het bedrijf, dit door de familie als vanzelfsprekend nemers is het bedrijf hun leven. Deze diepe affectie wordt ervaren - overuren door familieleden worden veelal vertaalt zich op een natuurlijke wijze in betrokkenheid en niet uitbetaald. Flexibiliteit in tijd, werk en geld leidt toewijding. Tevens is er ruime zorg en aandacht voor de daarom tot een concurrentievoordeel voor familiebedrij- werknemers. Het enthousiasme van de familie zorgt voor ven. Ze kunnen zich snel en gemakkelijk aanpassen aan extra betrokkenheid en loyaliteit bij hun personeel - veranderende omstandigheden. mensen voelen dat ze deel uitmaken van een team en bijdragen aan het gemeenschappelijk doel: het bedrijf Langetermijndenken laten floreren. Het denken op lange termijn gaat familiebedrijven doorgaans beter af dan andere ondernemingen. Niet-fami- Kennis liebedrijven dienen vaker rekening te houden met Familiebedrijven hebben vaak een eigen manier van externe partijen als financiers en aandeelhouders, die werken die hun concurrenten niet bezitten: kennis die snel eerder gericht zijn op rendement op de korte termijn. algemeen bezit zou worden in een andere commerciële Strategische planning beperkt risico’s, stelt het bedrijf in omgeving, maar kan worden gekoesterd en beschermd staat effectiever om te gaan met onverwachte gebeurtenis- binnen de familie. Dit idee van kennis is tevens relevant in sen en is tevens het waarmerk van een groot aantal succes- 22
  • 24. Hoofdstuk 7 6 Sterkten van familiebedrijven volle oude en nieuwe ondernemingen. Het feit dat families solide en betrouwbare organisaties vormen - en ook zo doorgaans een vrij duidelijk beeld hebben van hun worden gezien door de markt. Veel klanten doen liever commerciële doelstellingen kan een belangrijk voordeel zaken met een bedrijf dat al lange tijd bestaat. Vaak zijn. bouwen klanten een relatie op met leden van het manage- ment en met het personeel dat niet continu van baan Stabiele cultuur verandert binnen het bedrijf of wordt vervangen door Om verschillende redenen kenmerken familiebedrijven buitenstaanders. Verder is de eerder besproken betrokken- zich door een stabiele structuur. De algemeen directeur en heid binnen het familiebedrijf niet slechts een verborgen de belangrijkste mensen in het management zijn meestal kracht, maar een kracht die zich voortdurend manifesteert vele jaren betrokken bij de onderneming. Gezamenlijk in de contacten met de klant, bijvoorbeeld in de vorm van hebben ze gedurende een lange tijd gewerkt aan het een vriendelijke, professionele en in het algemeen hoge succes van het bedrijf. Verhoudingen en relaties binnen het graad van dienstverlening en zorg voor de klant. Een bedrijf hebben gewoonlijk voldoende tijd gehad om zich te aantasting van de naam van het bedrijf voelt namelijk ontwikkelen en te stabiliseren. Hetzelfde geldt voor de direct als een aantasting van de familie. In nauw verband ethiek en de werkmethoden van de onderneming - een met de betrouwbaarheid staat het verschijnsel trots: ieder weet hoe de dingen worden gedaan. mensen die een familiebedrijf hebben, zijn daar in het algemeen trots op; trots op het feit dat ze het bedrijf Snelle besluiten hebben opgericht en opgebouwd en hun personeel is trots In een bedrijf dat door een familie geleid wordt, zijn de om te worden geassocieerd met de familie en hun bedrijf. verantwoordelijkheden veelal duidelijk en is het besluit- Bij veel familiebedrijven uit dit zich onder meer in het vormingsproces bewust beperkt tot één of twee sleutelfigu- leveren van een belangrijke bijdrage aan de (lokale) ren. In veel gevallen betekent dit, dat als besluitvorming gemeenschap. binnen het bedrijf gewenst is, deze kwestie aan de bestuurder wordt voorgelegd, die vervolgens ‘ja’ of ‘nee’ Al deze kenmerken leiden ertoe dat familiebedrijven niet zegt. Snelheid heeft zeer zeker een commerciële waarde en alleen krachtige bedrijven zijn met een groot belang voor indien veel afhangt van de snelheid waarmee besluiten de Nederlandse economie en werkgelegenheid, maar ook genomen en uitgevoerd kunnen worden, dan heeft het dat het zowel voor de familie als de werknemers prettige familiebedrijf een belangrijk voordeel. bedrijven zijn om in te werken. Het zijn juist deze eigen- schappen die het belang van de familiebedrijven aangeven Betrouwbaarheid en trots en er zorg voor dragen dat ‘de ruggengraat van de Neder- Betrokkenheid en een stabiele structuur liggen ten landse economie’ in stand blijft. 6 grondslag aan het feit dat familiebedrijven doorgaans 23
  • 25. Hoofdstuk 8 6 Zwakten van familiebedrijven Hoofdstuk 8 Zwakten van familiebedrijven P. J. J. M. Swinkels: ‘Als een familiebedrijf het belang van de familie voorop stelt, dan is er iets fout’. (FamilieBedrijf, december 1995) N Naast de waardevolle sterkten, kennen familiebedrijven een aantal belangrijke en inherente zwakten. De zwakten die van toepassing zijn op familiebedrijven, gelden ook ven - het kan een familiebedrijf vaak maken of breken. Het leiding geven aan veranderingsprocessen is dan een werke- lijke uitdaging voor het bedrijf. Vanwege de extra dimensie voor andere ondernemingen. Maar familiebedrijven zijn in van mogelijke conflicten tussen familieleden onderling, is hogere mate kwetsbaar voor deze gebreken. Veel van de de uitdaging voor familiebedrijven groter dan voor andere problemen vinden hun oorsprong in conflicten die kunnen ondernemingen. ontstaan tussen bedrijfs- en familiewaarden. Verkrijgen van kapitaal Rigiditeit In vergelijking met het brede scala aan financieringsmo- Bij sommige familiebedrijven lijkt het alsof de tijd heeft gelijkheden voor beursgenoteerde ondernemingen met stil gestaan. Het is voor mensen aanlokkelijk om gedu- een gediversifieerd aandeelhoudersbestand, hebben de rende lange tijd dezelfde dingen steeds op dezelfde niet-beursgenoteerde familiebedrijven vanzelfsprekend manier te doen. In familiebedrijven is dit nog gemakkelij- beperktere mogelijkheden als het gaat om het verkrijgen ker: verandering brengt niet alleen de gebruikelijke van kapitaal. Buiten deze problemen hebben familiebedrij- ontwrichting met zich mee en een reeks commerciële risi- ven met elkaar gemeen dat de leiding moeite heeft met co’s, maar kan ook tot gevolg hebben dat de bedrijfsfiloso- het idee om financiële middelen te verwerven bij externe fie omslaat en dat bepaalde door familieleden ingestelde bronnen. Als de financiering uit de eigen middelen van de gebruiken worden verstoord. familie moet komen, zal bezuinigd worden op andere belangrijke projecten of inefficiënt worden gehandeld bij Fundamentele veranderingen korte liquiditeitscrises, zodat een gezonde ontwikkeling De fundamentele veranderingen waar met name familie- en zelfs het voortbestaan van het bedrijf in gevaar kan bedrijven voor staan, kunnen worden verdeeld in twee komen. categorieën: het moderniseren van achterhaalde vooral technische vaardigheden en het leiding geven aan veran- De onderliggende reden voor deze al te voorzichtige deringen. Maar al te vaak zijn de vaardigheden waarover houding is meestal de angst om de greep op het bedrijf te een familiebedrijf beschikt een product van de geschiede- verliezen. Deze angst kan de vorm aannemen van een nis en deze vaardigheden kunnen, als gevolg van technolo- lichte afkeer ten opzichte van buitenstaanders die invloed gische ontwikkelingen en veranderingen in de markt, snel krijgen op de manier waarop het bedrijf wordt geleid. Vaker verouderen. Het leiding geven aan veranderingsprocessen echter is sprake van een diepgewortelde en hevige vormt een andere belangrijke uitdaging voor familiebedrij- paranoia. In het dagelijkse leven wensen families in het 24
  • 26. Hoofdstuk 8 6 Zwakten van familiebedrijven algemeen aan niemand verantwoording af te leggen over Emotionele kwesties hoe ze hun bedrijf leiden. De gevaren van opvolging zijn vooral te vinden in de emotionele problemen tussen familieleden. Deze proble- Opvolging men kunnen een beperkende invloed hebben op de De overgang van een familiebedrijf van de ene generatie ruimte die het bedrijf heeft om commerciële activiteiten te naar de volgende en de verandering in leiderschap die ontplooien. Het familiedomein is gebaseerd op emoties, dit met zich meebrengt, is veelal een moeizaam proces. Als met de nadruk op zorg en loyaliteit. Het bedrijfsdomein bij een bedrijf een nieuwe of andere directeur wordt daarentegen, is gestoeld op taken, waarbij begrippen als aangesteld, levert dit naast de gebruikelijke management- prestatie en resultaat centraal staan. Het familiebedrijf is problematiek een reeks emotionele problemen op die een samensmelting van deze twee krachtige instituties en tegelijkertijd moeten worden opgelost. Naast de opvolging ofschoon dit mogelijkheden biedt voor topprestaties, is het in leiding dient het familiebedrijf zich ook voor te bereiden niet verwonderlijk dat dit ook kan leiden tot serieuze op de opvolging in eigendom. Door een gebrek aan plan- problemen. ning kunnen fiscaliteiten en (onuitgesproken) emotionele kwesties de continuïteit van het familiebedrijf in de weg Leiderschap staan. Opvolging houdt dan ook een belangrijke verande- Een laatste nadeel van familiebedrijven dat de aandacht ring in die, afhankelijk van de manier waarop ze wordt verdient in deze algemene inleiding betreft leiderschap, of doorgevoerd, bepalend is voor de toekomst van het liever het gebrek daaraan. Het gebrek aan leiderschap doet bedrijf. zich vooral voor in situaties waarbij niemand in de organi- satie in staat wordt gesteld de leiding te nemen. Vooral voor bedrijven die de tweede of derde generatie hebben bereikt, is een verhoogde aandacht voor het thema leider- schap van groot belang. 6 25
  • 27.
  • 29. Hoofdstuk 9 6 De bivalentie van het familiebedrijf Hoofdstuk 9 De bivalentie van het familiebedrijf Ondernemer: ‘Mijn vader heeft het bedrijf groot gemaakt en vervolgens ook weer bijna vernietigd door te weigeren in te zien dat vernieuwingen en innovaties noodzakelijk waren’. I Interne en externe barrières kunnen het succes van familie- bedrijven in de weg staan. Nogmaals kan gesteld worden dat familiebedrijven zich onderscheiden van andere bedrij- de bedrijven wordt in grote mate bepaald door de wijze waarop deze bedrijven met de barrières omgaan. Het groeipotentieel van een bedrijf kan bijvoorbeeld aanzien- ven door hun interactie en hun onderlinge overlap tussen lijk worden beïnvloed door een afnemende marktvraag, drie systemen: het bedrijf, de familie en de eigendom. Het valutaschommelingen en technologische ontwikkelingen. In is deze interactie die de basis is voor de sterkten en zwak- het kader van deze uitgave zijn deze barrières niet van ten van het familiebedrijf. Veel elementen van het familie- belang. Echter er zijn ook andere externe barrières die bedrijf herbergen zowel deze sterkten als zwakten. Familie- specifiek gelden voor het familiebedrijf. De belangrijkste bedrijven bestaan dan ook uit bivalente elementen waarop drie externe barrières voor familiebedrijven zijn: arbeids- de kracht is gebaseerd, maar waarin tevens de zwakten hui- markt, financiers en overheid (u Figuur 20). De in de figuur zen die het fundament van het familiebedrijf kunnen onder- genoemde barrières zijn niet of nauwelijks door individuele mijnen. Flören refereert in zijn proefschrift aan de bivalente familiebedrijven te beïnvloeden. Belangenbehartigers en steunpilaren van het familiebedrijf. Deze bivalenties, waarin overheden hebben echter wel een taak om deze barrières sterkten van het familiebedrijf tegelijk ook hun zwakten te slechten. kunnen betekenen en andersom, staan vermeld in u Figuur 19. Wat de financiers betreft is het van belang dat de commu- nicatie en het vertrouwen tussen financiers en familiebe- Bivalentie: Sterkten, die tegelijk ook hun zwakten kunnen betekenen, en andersom. drijven worden verbeterd. De financiers vinden de opvol- gingsproblematiek bij familiebedrijven een risico gelet op de grote waarde die zij toekennen aan de ondernemers- In het vervolg van deze uitgave worden de negen bivalente kwaliteiten. Teneinde de financiers beter te laten functio- steunpilaren behandeld. De neiging bestaat hierbij om zich neren zullen ondernemers meer inzicht moeten geven in hoofdzakelijk op de negatieve aspecten van de bivalentie de strategie, de financiën en de opvolgingsplanning van te concentreren, terwijl juist ook de kracht van het familie- het bedrijf. Bij de ondernemers bestaat echter een groot bedrijf bepaald wordt door het krachtenspel die de biva- wantrouwen ten opzichte van financiers. De verantwoorde- lentie vormt. lijkheid voor het wegnemen van dit wantrouwen ligt in eerste instantie bij de financiers. Het wordt hoog tijd dat zij Externe barrières van het familiebedrijf - en enkele andere financiële dienstverleners - hun kennis Familiebedrijven hebben net als andere bedrijven te en inzicht in de kracht van het familiebedrijf versterken. Dit kampen met externe barrières. De concurrentiekracht van kan niet worden bereikt door grootschalige marketingcam- 28