Teksten en liederen die geprojecteerd werden tijdens de 21de zondag door het jaar (A 2020) op Ten Bos – Sint Amanduskerk Erembodegem. De teksten van onze vieringen zijn te vinden op de website: https://www.kerknet.be/parochie-aalst-hopparochie/inspiratie/vieringen-op-ten-bos

2. Alles begon met God,
het water en het licht
en de mens en het vuur en de liefde.
Het begon met God.

3. En de mens met zijn ogen
om de zon te zien
en te wand'len in het licht,
in dat licht de and're mens te zien
die met hem gaat.
En de mens met zijn ogen om de zon te
zien en te wand'len in het licht, in dat licht de
and're mens te zien die met hem gaat.

4. Alles begon met God,
het water en het licht
en de mens en het vuur en de liefde.
Het begon met God.

5. En de mens met zijn ogen
om de zon te zien
en te wand'len in het licht,
in dat licht de and're mens te zien
die met hem gaat.
En de vlam en het vuur dat ons verlicht en
en warmt en het vuur dat brandt en het kruid dat
in de as opschiet, be - gon met God.

6. Alles begon met God,
het water en het licht
en de mens en het vuur en de liefde.
Het begon met God.
(Boone A. en Ducatteeuw Mia / D

8. Jouw hand helpt mij op te staan,
jouw voet helpt mij verder gaan
en in jou klopt
het hart van mijn bestaan.
(Hofland Jan / van de Velde J

9. Diep in ons hart weerklinkt er een stem
die zingt: 'Eer aan God de Vader. Gloria!'
Zoon van de mensen, door Uw groot lijden
zijn wij dichter bij U. Gloria!
Geest van hoop en liefde, Geest van licht
en leven,
Geest van echte vrede. Gloria!
(Wyllin José

11. 1..De visser ging uit vissen,
hij deed wat Jezus zei,
de visser ging uit vissen en netten vol ving hij.
2..De visser is gevangen,
hij hapte naar het Woord,
de visser is gevangen,
de Heer heeft hem aan boord.
(mel. A)
3. De visser spartelt tegen,
de Heer heeft hem verrast,
de visser spartelt tegen
maar Jezus houdt hem vast.
(mel. B)
4. Hij kan hem goed gebruiken,
de grote visserman,
Hij kan hem goed gebruiken,
de vis die vissen kan.
(mel. A)
5. Daar is een zee van mensen
ze snakken naar het Woord,
daar is een zee van mensen,
wie zet zijn arbeid voort?
(mel. B)
6. Zijn naam is Simon Petrus,
hij zet zijn schip aan kant,
zijn naam is Simon Petrus,
een visser op het land.
♂
♀
♂
♀

12. ♂
♀
♂
♀
♀
♀

14. Geloofsbelevenis
[Vg]
Wij geloven in het evangelie van Jezus,
in zijn woorden en daden,
in zijn trouw aan God en de mensen.

15. [Al]
Wij vertrouwen erop dat in Hem,
God-met-ons
gesproken heeft,
ons lief en leed van dichtbij delend,
met ons meevoelend als tochtgenoot
in goede en kwade dagen.

16. [Vg]
Wij geloven
in zijn evangelie van gemeenschap-zijn,
in zijn spreken over Gods verbond met ons.

17. [Al]
Wij vertrouwen in zijn idealen
van liefde en gedeeld leven,
van verbondenheid en eenwording,
van vrede en vrijheid
voor alle mensen op aarde.

18. [Vg]
Hij bleef zijn idealen trouw
ook toen zelfgenoegzamen
zijn oproep tot gemeenschap afwezen.
Zijn trouw was sterker dan de dood
waarmee ze Hem
het zwijgen wilden opleggen.

19. [Al]
Wij geloven dat zijn keuze voor mensen
totaal was,
dat Hij zichzelf niet ontzag
om voor anderen
leven en vrijheid mogelijk te maken.

20. [Vg]
En dat Hij daarom leeft.
Met Hem geloven ook wij
dat wie zijn leven ter beschikking stelt,
leven zal vinden.

21. [Al]
Wij vertrouwen erop
dat er ook voor ons toekomst zal zijn
als wij doen wat Hij gedaan heeft.
Wij geloven in een nieuwe hemel
en een nieuwe aarde
waarin Hij, die ons tot leven riep,
voorgoed ons aller vrede wil zijn.
Amen.

23. (Zagers Marcel / Siemansma Johan)
Gij die onze gedachten raadt, ons bidden woordeloos verstaat.
Als Jij ons niet hoort, wie dan wel?

26. (naarJanvanOpbergen/‘zovriendelijkenveilig’)

28. [Vg]
Wij danken Jou,
dat Gij een God van mensen zijt.
[Al.]
Dat wij Jou mogen noemen
onze God en onze Vader,
dat onze toekomst in Jouw handen ligt,
dat deze wereld Jou ter harte gaat.

29. [Vg]
Geroepen hebt Je en onze doofheid doorbroken, Je
bent opgedaagd in onze duisternis,
[Al.]
Jouw licht heeft ons de ogen geopend,
Gij hebt ons ten goede gekeerd
en ons tot leven gewekt.

30. [Vg]
Wij mogen Jou zalven en noemen : Messias,
belofte van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.
Gezegend ben Jij, de bron van al wat bestaat.
Onrustig is ons hart tot wij in Jou geborgen zijn.
God wij danken en gedenken Jou met open handen,
en biddend stellen wij ons kwetsbaar op,
erkennen wij
dat we beperkte en zwakke mensen zijn.

31. [Al]
Onze gedachten gaan uit
naar zoveel weerloze mensen,
kinderen, zieken, armen,
verdreven en berooide mensen,
die wel moeten, die niet anders kunnen
dan hun handen uitstrekken
naar een menswaardig leven.

32. [Vg]
Onze gedachten gaan uit naar Hem,
die zulke mensen gelukkig prees
om hun weerloos zoeken naar het leven.
Om Hem willen we Jou danken, Vader,
en vol vreugde zingen:

34. [Vg]
We gedenken hier Jezus,
die zelf te treffen was
en kwetsbaar als de minste
die nooit zei: het raakt me niet,

35. [Al.]
maar die geweldloos en zonder reserve
een kracht tot leven werd
voor ieder die hem binnenliet;
die zijn volmaaktheid niet etaleerde,
maar zwak bleef met de zwakken,
en pijn leed met de zieken;
die met vriend en vijand aan tafel ging,
die als een kind de waarheid zei.
[rechtstaan]

36. [Vg]
Die restloos zijn leven uit handen gaf
op het laatste avondmaal,
daags voor hij zijn handen uitstrekte op het kruis.
Toen nam hij brood...
[consecratie]
In dit rotsvast geloof in zijn dood en verrijzenis
willen we verder bidden
om de Heilige Geest die Jezus ons meegaf,

37. [Al.]
om moed tot kwetsbaarheid en mededogen.
Maak ons bereid
om elkaar met uitgestrekte handen tegemoet te gaan,
om Jezus te zoeken
en te herkennen in ons midden.
Om rotsen te worden voor elkaar
waarop we mogen bouwen.

38. [Vg]
Om aan elkaar te bekennen: jouw zwakheid is de mijne, jouw
pijn ook de mijne en jouw zonde is ook in mij.
[Al.]
zodat wij, tussen vuisten en ellebogen
mensen durven worden met open handen
ontvankelijk voor vriend en vijand,
ontvankelijk voor Jou.
Zo worden wij in onze kwetsbaarheid een fundament,
wordt onze zachtheid als de rotsgrond
waarop we ons geloof verder uitbouwen,
vandaag en alle dagen van ons leven.

39. Onze Vader, die in de hemel zijt,
Uw naam worde geheiligd,
Uw rijk kome,
Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren
en breng ons niet in beproeving
maar verlos ons van het kwade.
Want van U is het koninkrijk
en de kracht en de heerlijkheid
in eeuwigheid, amen.

41.  Geef ons de vredeDona la pace Signore, a chi confida in te,
Dona, dona la pace Signore, dona la pace
Geef ons Uw vrede, geef vrede,
aan wie op U vertrouwt. Geef ons.
Geef ons Uw vrede, geef vrede.
Geef ons Uw vrede
(Taizé

43. Zeg nooit: onze wereld is gebroken,
en de jeugd tot weinig goeds in staat,
zeg nooit, ons geloof dat gaat verloren,
niemand wordt door Gods woord nog geraakt…
(REFR) Want een kerk, een kerk om van te dromen
stuwt de mensen uit hun slavernij
tot ze juichen, met tranen in de ogen
"Lieve God, we zijn er eind'lijk vrij !"
Zeg nooit: "Ons geloof dat raakt vergeten,
want men leeft nog enkel voor profijt."
Zeg nooit: "Van een droom kan ik niet eten."
Zeg nooit: "Wie niet werkt, verknoeit zijn tijd."
(REFR) Want een kerk…

45. Zeg nooit: "Ons geloof dat raakt vergeten,
want men leeft nog enkel voor profijt."
Zeg nooit: "Van een droom kan ik niet eten."
Zeg nooit: "Wie niet werkt, verknoeit zijn tijd."