2. Een nieu we wer e l d vol bel of t e n ,
een goed, wijd land ons voor g ezegd,
voors p e l d in ps al m e n , door prof et e n ,
diep in ons binnens t e gel egd.
Dat lan d is erg e ns hier te vin d e n ,
als ieder woor d wor dt door gel eef d ,
op deze aar de acht er einders
die schijnbaar steeds wor d en ver l egd
Zo dur ve n wij van d a a g weer zoek e n
met oude woor den, nieuwe hoop,
dat wij ooit zull en her ont dekken:
Jouw draad die door ons leven loopt .
Met vel e n hier bijee n gek o m e n
om steun te zoeken bij elkaar ,
om steeds Jouw droom weer te her hal e n.
Met ieders aan dac ht wor dt het waar.
13. Dan nog, dan nog klamp ik mij
klamp ik mij vast aan jou,
of je wil of niet,
op ongenade of genade,
Ik zal red mij, red mij roepen
of zoiets als heb mij lief.
( ? / Berthier Jacques)
14.
15.
16. Dat wij toch niet vergeten
waartoe wij zijn gemaakt,
dat diep in ons geweten
opnieuw het licht ontwaakt.
Dat in ons wordt herschapen
de geest die overleeft.
Dat onze lieve aarde
nog kans op redding heeft
(Huub Oosterhuis / Ik wil mij gaan vertroosten)
17.
18. Pr.
Ik geloof dat God
de aarde voor de mensen heeft geschapen
om er een leefbare wereld van te maken,
waar gerechtigheid en vrede
alom aanwezig zijn.
19. Al.
Ik geloof niet in een wereld die beheerst wordt
door eindeloos streven naar bezit en macht,
die roofbouw pleegt op onze aarde,
die onderdrukking en ongelijkheid voortbrengt,
die gevangen zit
in streven naar winst, macht en bezit,
die angst oproept ,
en die zegt
met wapens onze vrijheid te verdedigen.
20. Pr.
Ik geloof in een omgekeerde weg,
de weg van het Rijk Gods,
doorheen de woestijn,
die weg die Jezus ons voorging
in woord en daad.
21. Al.
Hij roept ons op tot navolging.
op de weg waar wij weer mogen geloven
van een menswaardige toekomst voor
iedereen.
Zo zullen alle mensen eens kunnen vertoeven
in dat Licht van Gods aanwezigheid.
22.
23. Kome over ons Uw Geest, Uw kracht tot vrede. Geef het kwaad geen
macht, over ons
(Taizé)
24.
25. Breng ons daar waar mensen leven,
Wachtend op een woord van hoop.
Doe ons delen, doe ons geven,
In Uw Geest zijn wij gedoopt.
Laat uw Naam ons leven worden
Rode draad in ons bestaan,
Ankervast vandaag en morgen,
Kracht en moed om door te gaan.
Breng ons daar waar in de stilte,
Brood gebroken wordt,gedeeld,
Waar uw Geest doorheen de kilte,
Breekt en zalft en harten heelt
26.
27.
28.
29. Rond de tafel
[pr]
God, onze Vader,
van Jou komt de tijd,
van Jou komt de wereld.
We danken Je om deze veertigdagentijd:
een geschenk uit Jouw hand,
een tijd om te rusten en te bezinnen.
30. [al]
Jij geeft ons deze woestijntijd
om tot rust te komen,
om stilte te vinden en beter te luisteren.
wij bidden om Jouw aanwezigheid,
Jouw sprekende stilte,
Jouw tegenwoordigheid van geest
in ons doen en laten.
31. [pr]
Maak dit samenscholen rond Jouw Naam
tot een oase van vernieuwd enthousiasme,
van inzicht en uitzicht.
32. [al]
Doe ons zingen
vanuit Jouw geest van voortgaande bevrijding,
als mensen die steeds meer
open en ontvankelijk zijn voor elkaar.
Herschep de rust die wij hier zoeken
tot nieuwe onrust
omwille van zoveel mensen,
overstemd door het lawaai
van onverschillige oppervlakkigheid.
33. [pr]
Maak de afleiding die wij zoeken bij Jou
tot een rondleiding
in de dingen die gebeuren moeten
en geen uitstel dulden.
34. [al]
Maak onze heenreis naar Jou
tot een terugreis naar elkaar.
Smelt het vertrouwen
dat Jij ons nooit laat vallen
tot een nieuwe bereidheid
om elkaar nooit los te laten.
(rechtstaan
35. [pr]
Help ons
de doodse stilte rond Jouw Naam te verbreken
door daden van recht en werken van vrede.
Zoals Je ons getoond hebt
op die heel speciale avond
…….
Houd de ziel in ons lijf
het hart bij ons hoofd,
de droom bij de daad.
36. [al]
Stoot ons aan met deze gedachtenis aan
Jezus
en aan al zijn naamgenoten:
brood en wijn, gedeeld en uitgeschonken,
woestijnmomenten
die klinken van moed en volharding
op de lange weg van menswording
naar dat scheppingswoord
waarin Jij, licht en leven bent,
de trillende ziel van al wat bestaat!
38. Onze Vader verborgen,
uw Naam worde zichtbaar in ons,
uw koninkrijk kome op aarde
uw wil geschiede, een wereld
met bomen tot in de hemel,
waar water schoonheid en brood
gerechtigheid is en genade -
39. waar vrede niet hoeft bevochten,
waar troost en vergeving is
en mensen spreken als mensen
waar kinderen helder en jong zijn,
dieren niet worden gepijnigd
nooit één mens meer gemarteld,
niet één mens meer geknecht.
40. Doof de hel in ons hoofd
leg uw hand op ons hart
breek het ijzer met handen
breek de macht van het kwaad.
Van U is de toekomst
kome wat komt.
(Oosterhuis Huub / Löwenthal Tom)
41.
42. Geef ons Uw vrede,
geef vrede aan wie op U vertrouwt.
Geef ons Uw vrede, geef vrede.
(Taizé)
43.
44. 1.
Behoe d en bewaar ons, lieve God
wijs ons de goede wegen
wil in de woes ti j n
ons mann a zijn
omgeef ons met Uwe zegen.
2.
Behoe d en bewaar ons, lieve God
wees met ons in al het lijden.
W ees war mt e en licht,
een mens’ li j k gezic ht
nabij ons in donker e tijden.
3.
Behoe d en bewaar ons, lieve God
en geef gel oof en vert r o u w e n:
een vl am die niet doof t ,
in vr ed e gel o of t.
Geef dat wij daar zelf aan bouwen.
4.
Behoe d en bewaar ons, lieve God,
omgeef ons met Uw zege n.
W il in de woes t ij n
een bron voo r ons zijn
en zet ons op nieuwe wegen.
45. Behoed en bewaar ons, lieve God
wees met ons in al het lijden.
Wees warmte en licht,
een mens’lijk gezicht
nabij ons in donkere tijden.
46. Behoed en bewaar ons, lieve God
en geef geloof en vertrouwen:
een vlam die niet dooft,
in vrede gelooft.
Geef dat wij daar zelf aan bouwen.
47. Behoed en bewaar ons, lieve God,
omgeef ons met Jouw zegen.
Wil in de woestijn
een bron voor ons zijn
en zet ons op nieuwe wegen.
(Huub Oosterhuis / Ik wil mij gaan vertroosten)