1. H
ouben legt kort
uit: ,,Vanuit ver-
zekeringstech-
nisch oogpunt
zijn er momen-
teel aanzienlijke uitdagingen.
Verschillende lokale onderzoe-
ken hebben de wereldwijde
trend in hogere levensverwach-
ting bevestigd. En op Aruba en
Curaçao stijgt de levensverwach-
ting snel: volgens de lokale actu-
ariële consultants van Buck,
stijgt de levensverwachting van
een nuljarige jongen ieder jaar
met twee maanden. Dus stel dat
een nuljarige in 2016 een le-
vensverwachting van 80 jaar
heeft, dan is dat in 2022 81 jaar,
en in 2028 82 jaar. Voor vrou-
wen gaat het nog sneller: daar
vindt een stijging van drie maan-
den plaats. De trend van een ho-
gere levensverwachting kunnen
wij daarom niet meer ontken-
nen op Curaçao: kennelijk wer-
ken er bepaalde factoren (medi-
sche vooruitgang?) die sterker
zijn dan een ongezonde levens-
stijl of Isla-gassen waar Curaçao
om bekendstaat. Dit betekent
dat pensioenfondsen en verze-
keraars zowel tijdig hun pre-
mies moeten aanpassen, als tij-
dig meer reserves moeten aan-
houden om aan toekomstige
uitkeringen te voldoen. Ook
moet Curaçao overwegen om
een variabele pensioenleeftijd in
te stellen die meegaat met de le-
vensverwachting: zo voorkomen
wij dat de premiedruk bij wer-
kenden niet buiten proportie
raakt. Wij hebben al een goede
stap gezet om de AOV-leeftijd
van 60 naar 65 te verhogen,
maar ook dat zal op termijn
achterhaald worden.”
Wat de situatie verder compli-
ceert, aldus de actuaris, zijn lage
wereldwijde rentes, en de toena-
me in volatiliteit van beleggin-
gen. Hij stelt: ,,De oorspronke-
lijke ‘safe harbor’ van staatsobli-
gaties is ook geen optie meer:
staatsobligaties in Europa heb-
ben momenteel een negatief
rendement en lokale staatsobli-
gaties worden in zijn geheel
door Nederland opgekocht. Pen-
sioenfondsen en verzekeraars
zijn daarom geneigd om in hun
zoektocht naar rendement, risi-
covoller te gaan beleggen zoals
in de lokale hypotheekmarkt.
Wat het verder nog lastiger
maakt, is dat pensioenfondsen
en verzekeraars verplicht zijn
om 60 procent van hun beleg-
gingen lokaal, dus op Curaçao,
te beleggen: zijn die beleggin-
gen er überhaupt en geven die
beleggingen dan wel de beste
rendementen?”
Curiel over de verzekerings-
wereld op Curaçao: ,,Wij hebben
het ook gehad over het belang
van de sector voor onze samen-
leving. De verzekeringssector
heeft een belangrijke rol in onze
samenleving. Niet alleen als
werkgever voor bijna duizend
medewerkers en als institutio-
nele belegger, wij hebben het
hier over 15 miljard gulden aan
gezamenlijke assets, maar ook
voor opvang van eventuele on-
voorziene gebeurtenissen. Ge-
noemd kan worden een brand of
auto-ongeluk. Als voorbeeld ne-
men wij brand bij Building De-
pot van 26 mei 2013. Doordat
Building Depot goed verzekerd
was, konden ze direct met
ondersteuning van de verzeke-
raar hun business voortzetten
en in 2014 een geheel nieuw ge-
bouw openen. Hier zie je dat de
verzekeraar dan ook bijdraagt
aan de economie. Werkgelegen-
heid is deels behouden, investe-
ringen zijn gepleegd. En daarbo-
venop, gezien een deel in het
buitenland was herverzekerd,
kunnen we spreken van buiten-
landse uitkeringen en daarmee
een deviezeninstroom. Zie hier
het belang van goed verzekerd
zijn bij een lokale maatschappij
die zelf ook midden in de
samenleving staat.”
Een punt van zorg blijft vol-
gens Curiel de beheersbaarheid
van de middelen/reserves ten
behoeve van de basisverzeke-
ring. De sociale premies komen
in de algemene middelen te-
recht dus worden allemaal op
aanslag door de belastingdienst
opgelegd en geïnd. De premie
voor 2016 wordt misschien defi-
nitief in 2017 of later vastgesteld.
De vraag is of de overheid de uit-
keringen gaat voorfinancieren.
Hoe worden de uitgaven en in-
komsten op elkaar afgestemd en
gemonitord? ,,Een nieuwe uitda-
ging is gecreëerd”, aldus de ver-
zekeringsdeskundige. Wat de
uitdagingen zijn voor een actua-
ris vandaag de dag wordt door
Houben als volgt uitgelegd: ,,De
actuaris bewaakt de winstge-
vendheid van het verzekerings-
en pensioenbedrijf. De tijd dat
wij als sector konden beleggen
in staatsobligaties die 6 tot 8
procent rendement haalden, is
nu definitief voorbij, dus wij
moeten andere wegen inslaan.
Als actuaris probeer je dan voor-
al innovatie- en productvernieu-
wing te promoten en de produc-
ten te laten aansluiten bij de spe-
cifieke behoeften van de klant.
Ondanks de recessie en dat
mensen hun hand op de knip
houden, zal er altijd behoefte
zijn aan verzekeringen: mensen
zijn immers altijd bereid om een
prijs te betalen om risico’s te ver-
zekeren. Wij moeten dus als sec-
tor die veranderende klantbe-
hoefte blijven toetsen en daarop
inspelen met nieuwe producten.
Doen wij dat niet, dan raken wij
als sector gedateerd en zullen op
een gegeven moment andere
sectoren, zoals bijvoorbeeld ban-
ken of internetbedrijven ons in-
halen.” De belangrijkste uitda-
gingen voor een verzekeraar zijn
volgens Curiel om na te gaan
welke kansen de marktomstan-
digheden te bieden heeft. ,,Hui-
dige en toekomstige marktom-
standigheden wijzen uit dat wij
ook hier op Curaçao meer en
meer te maken zullen hebben
met medewerkers, voornamelijk
professionals, die zich als zelf-
standigen zonder personeel
(ZZP’er), zullen aanbieden. Wij
moeten passende oplossingen
voor deze groep kunnen bren-
gen. Zoals bijvoorbeeld moge-
lijkheden om op een gedegen
wijze pensioen op zelfstandige
basis te kunnen opbouwen.
Maar ook inkomen moet bij
ziekte te verzekeren en betaal-
baar zijn. Schadeverzekeringen
zoals aansprakelijkheidsverze-
keringen moeten kunnen wor-
den afgesloten. Aansluiting bij
een grotere markt lijkt onont-
koombaar om een en ander be-
taalbaar te houden”, aldus Cu-
riel.
Hij stelt dat het een noodzaak
is dat de verzekerings-
branche zich als facilitator inzet
voor tripartiet overleg (overheid,
werknemers en werkgevers) om
te praten over mogelijkheden
voor inkomensverzekeringen.
Een van de korte termijn ingre-
pen is het invoeren van verplicht
pensioen voor alle werkenden.
Om een voorschot te nemen op
de komende discussies hierom-
trent stelt Curiel: ,,We moeten
bestaande regelingen niet klak-
keloos overnemen. Laten we de
goede zaken overnemen en be-
tere oplossingen aanbieden voor
de onoverkomelijke knelpunten.
Bijvoorbeeld de stelling dat een
dergelijke regeling tot verhoging
van de ‘cost of doing business’
leidt. In mijn optiek dient de op-
bouw van een regeling in de
tweede pijler ten koste te gaan
van de eerste pijler. Dus afhan-
kelijk van de hoogte van opbouw
in de tweede pijler zal een werk-
gever en werknemer minder
AOV-premie dienen te betalen.
Hiermee creëren wij ook de
overgang van omslagstelsel naar
kapitaaldekkingsstelsel.
Naar mijn bescheiden me-
ning is financiering mogelijk
door intrekking van de AOV-uit-
kering voor hen die een tweede
pijleruitkering gaan genieten op
een bepaald niveau. Dit kunnen
de actuarissen en modellenbou-
wers uitstekend uitrekenen.
Een ander aspect is om alle
partijen ervan bewust te maken,
dat huidig inkomen uit arbeid
zowel inkomen voor nu het he-
den, als voor de toekomst is. Dus
bij collectieve arbeidsovereen-
komst (cao)- of loononderhande-
lingen dient men zich ervan be-
wust te zijn dat ook inkomen
voor morgen van belang is.”
Ook koopkracht is een vraag-
stuk dat volgens de beide experts
prioriteit behoeft.
Door de vergrijzing, een feno-
meen die zich al aan het mani-
festeren is, zal de koopkracht
van de totale bevolking afnemen
gezien ons huidige stelsel. Dit
betekent dus ook stagnatie of af-
name in economische groei. Dit
betekent dat wij in een negatieve
groeispiraal terecht komen. De
maatregelen om hieruit te ko-
men zijn duurder dan de kosten
voor een redelijk behoud van
koopkracht (middels pensioen).
Houben: ,,‘At least’ moeten
deze scenario’s goed doorgere-
kend worden en de nodige maat-
regelen op deze uitkomsten wor-
den afgestemd. Een basis voor
een plan is reeds gemaakt met
medewerking van alle experts en
stakeholders door de toenmalige
minister van Sociale Ontwikke-
ling, Arbeid en Welzijn (SO-
AW), Hensley Koeiman
(MAN).” Tot slot blikt het twee-
tal op de mogelijkheden van
werk in deze sector. Houben:
,,Ik voorzie dat ‘branding’ en het
delen van kennis steeds belang-
rijker gaat worden. Curaçao is
lange tijd vanwege zijn ligging
een ideaal werkgebied geweest
voor hoogopgeleide professio-
nals: kennis was relatief schaars
en mensen vertrouwden erop
dat de dokter, accountant en ac-
tuaris wel wisten wat gedaan
moest worden. Wij bewegen ons
nu steeds meer richting een
samenleving waarin, door alle
beschikbare informatie via inter-
net, professionals steeds vaker
uitgedaagd worden. Niet zozeer
het operationeel uitvoeren van
taken (want dat is meestal wel
via internet te achterhalen),
maar eerder het overtuigen van
klanten, training van medewer-
kers en delen van kennis gaat
veel belangrijker worden. Ver-
der is ‘branding’ steeds belang-
rijker, omdat medewerkers er
niet meer vanuit kunnen gaan
hun gehele loopbaan bij dezelf-
de werkgever door te brengen in
dezelfde functie: net zoals be-
drijven zich moeten blijven ver-
nieuwen, zullen ook medewer-
kers dit moeten doen. Voor mij
staat daarom innovatie, kennis-
delen en feedback centraal: zelf-
reflectie is een goed verbeter-
middel maar soms heb je ook de
mening van anderen nodig om
tot nieuwe inzichten te komen.”
Antilliaans Dagblad Maandag 12 september 2016 15
Achtergrond
Antilliaans Dagblad Maandag 12 september 201614
Achtergrond
Nieuwe brancheontwikkelingen
Reinald Curiel (chief commercial officer, coo) en Servaas Houben (actuaris) werken beiden in de verzekerings- en pensioenbranche en
hebben in januari een presentatie gegeven over pensioenontwikkelingen op Curaçao en diverse artikelen geschreven over de
ontwikkelingen en uitdagingen in de pensioenwereld en de verzekeringsbranche. Hieruit blijkt dat vanwege de veranderende
(markt)omstandigheden, vernieuwing essentieel is om de pensioen- en verzekeringssector vitaal te houden. Meer en meer komt het
vraagstuk pensioenen en de Algemene Ouderdomsverzekering (AOV) ter discussie.
Van een onzer verslaggevers
Het Algemeen Pensioenfonds Curaçao (APC) belegt in projecten op Curaçao. Zo staat in het jaar-
verslag 2014 het investeringsproject: Verkavelingsplan Vista Royal (te Jan Thiel).
Het pensioenstelsel
De opbouw gaat op Curaçao
via het driepijlersysteem. De
eerste pijler is de basisvoor-
ziening die geregeld is door
de overheid. Het betreft
AOV, AWW en OV. Dus
uitkering bij leven, overlijden
of invaliditeit. Volgens Curiel
erg politiek afhankelijk. Op
Curaçao is dit middels een
omslagstelsel geregeld. Dus
de huidige werkenden beta-
len de uitkeringen van de
gepensioneerden. Een zoge-
noemde solidariteit is hier
drijvende kracht, het is dus
geen spaarpot. Met alle con-
sequenties van dien, zoals
een situatie met te weinig
werkenden versus grote
groep gepensioneerden en
niet werkenden.
De tweede pijler zijn de
aanvullende voorzieningen
via de werkgever. Dit kan via
een pensioenfonds (onderne-
mings- of bedrijfstakpensi-
oenfonds), verzekeraar of
pensioenkoepels. Het gaat
om afspraken tussen de
werkgever en de werknemer.
Er zijn verschillende vormen
waarin dit geregeld kan wor-
den zoals: beschikbare pre-
mie, eindloonregeling of
middelloonregeling. Op
Curaçao hebben niet alle
werkenden een regeling;
volgens diverse onderzoeken
heeft ruim 40 procent van de
werkenden geen pensioenre-
geling, onlangs is gepubli-
ceerd dat dit ruim 30.000
werkenden betreft.
De derde pijler wordt inge-
vuld door extra verzekeren
via individuele verzekeringen
of spaarconstructies met
fiscale incentives. Er zit ont-
wikkeling in de hoogte van
de aftrekmogelijkheden. Op
Curaçao was dit 1.000 en
wordt 5.000 gulden. Op
Aruba is dit op 10.000 gul-
den gesteld. Maar ook een
tweede of meerdere wonin-
gen voor verhuur wordt
hiertoe gerekend.
De levensverwachting op Curaçao wordt steeds hoger.
FOTO ANNEKE POLAK
Building Depot was in 2013 goed verzekerd. FOTO JEU OLIMPIO
Servaas Houben en Reinald Curiel. FOTO’S FB / AKTUAR.DE
In sector pensioenen en verzekeringen