1. Hé rooie homo. Ik zal je verzuipen!
Die dag, toen dat zwembadmonster uit het pierenbadje
kwam, weet je dat nog? Het monster speelde altijd met
de kleuters en stapte over naar andere baden om ook
wat oudere vriendjes te maken. Die dikke rooie
badmeester ging een praatje maken met het monster dat
toen helemaal niet erg monsterlijk bleek. De badmeester
overtuigde het monster ervan dat hij in de Himalaya nog
verre familie had. Sindsdien is het monster nooit meer
gezien in het zwembad. Wat een zonde!