SlideShare ist ein Scribd-Unternehmen logo
1 von 113
Downloaden Sie, um offline zu lesen
Mr. Jan Beleyn
                                    Kortrijk
                                 07/04/2011

                            Praktische aspecten van
                                    vastgoed




Administratief recht: de nieuwe Vlaamse
Codex Ruimtelijke Ordening (en meer)

                                                 1
Outline

• Verwelkoming en voorstelling
• Opzet van deze opleiding




                                 2
Introductie

 • Wat is publiek recht?
     – het geheel van de rechtsnormen betreffende de organisatie en de werking van
       de staat, de verhouding tussen de staatsmachten onderling en tussen de
       staatsmachten en de rechtsonderhorigen
     – publiek recht vs. privaat recht
 • Wat is administratief recht?
     – onderdeel van het publiek recht
     – het administratief recht is het recht dat zich bezighoudt met de regeling van de
       staatstak na afscheiding van de wetgeving en rechtspraak




                                                                                          3
Capita selecta en methodologie

• Keuze voor de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
• Excursus naar andere beleidsdomeinen
   – milieu
   – natuur
   – economie
• Bundel
• Examen?




                                                     4
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening?

• Eerder: Stedebouwwet 1962 en het Coördinatiedecreet 1996
  betreffende de ruimtelijke ordening
• Verder ook het Decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie
  van de ruimtelijke ordening (DORO of DRO)




                                                                   5
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening?

• Decreet van 27 maart 2009 tot aanpassing en aanvulling van het
  ruimtelijk plannings-, vergunningen- en handhavingsbeleid
  (“Aanpassingsdecreet”)
   – achtergrond
   – 20ste wijziging van het Decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de
     ruimtelijke ordening
   – inwerkingtreding op 1 september 2009
• Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
   – uitvoering van artikel 99 van het Aanpassingsdecreet
   – zelf ook al één keer vrij substantieel gewijzigd (wijzigingsdecreet van 9 augustus
     2010)
   – bepaalde zaken al uitgevoerd, andere nog niet




                                                                                      6
Vergunningenluik




                   7
Vergunningen?

• Voorafgaande administratiefrechtelijke expliciete (en geschreven)
  toelating tot…
• Twee vergunningen specifiek in het beleidsdomein van de
  ruimtelijke ordening
   – de stedenbouwkundige vergunning (vroeger “bouwvergunning”)
   – de verkavelingsvergunning




                                                                      8
Stedenbouwkundige vergunning

• Vergunningsplicht (4.2.1.):
    – verschillende bouwwerken: het optrekken of plaatsen van een constructie, het
      functioneel samenbrengen van materialen waardoor een constructie ontstaat en
      het afbreken, herbouwen, verbouwen en uitbreiden van een constructie (4.1.1.
      3°)
    – ontbossen – “bos” in de zin van het Bosdecreet 1990
    – vellen van zogenaamde “hoogstammige bomen”
    – reliëfwijziging
    – zekere inrichtingswerkzaamheden voor o.m. het stationeren van voertuigen en
      het gewoonlijk gebruik van grond
    – wijzigen van de hoofdfunctie van een bebouwd onroerend goed - verschillende
      functiecategorieën volgens een Besluit van de Vlaamse regering van 14 april
      2000: (1) wonen (2) verblijfsrecreatie (3) dagrecreatie (4) landbouw in de ruime
      zin (5) handel, horeca, kantoorfunctie en diensten en (6) industrie en ambacht

                                                                                         9
Stedenbouwkundige vergunning

• Vergunningsplicht (4.2.1.):
    – wijziging van het aantal woongelegenheden
    – aanleggen of wijzigen van recreatieve terreinen
    – en….zekere vergunningsplichtige handelingen uit provinciale en gemeentelijke
      stedenbouwkundige verordeningen (zie verder)




                                                                                     10
Stedenbouwkundige vergunning

• Bestaande eerste uitzondering: van stedenbouwkundige vergunning
  vrijgestelde handelingen (4.2.3.)
   – decretale vrijstelling van onderhoudswerken (4.2.1.): werken, andere dan
     stabiliteitswerken (4.1.1.11°), die het gebruik van een constructie voor de
     toekomst veilig stellen door het bijwerken, herstellen of vervangen van
     geërodeerde of versleten materialen of onderdelen (4.1.1.9°)
   – Nieuw Vrijstellingsbesluit in werking getreden op 1 december 2010
   – modulering mogelijk op lokaal niveau (zie verder)




                                                                                   11
Stedenbouwkundige vergunning

• Recente tweede uitzondering: de meldingsplicht (4.2.2.)
   – Besluit van de Vlaamse regering van 16 juli 2010 betreffende de meldings-
     plichtige handelingen
   – procedure: melding per beveiligde zending (1.1.2.3°) bij de gemeente. Het
     College van Burgemeester en Schepenen kan enkel akte nemen van de
     aangemelde handelingen. Handelingen mogen pas aangevat worden vanaf de
     twintigste dag na de datum van de melding. De aangemelde handelingen kunnen
     niet meer aangevat worden indien twee jaar na datum van melding verstreken
     zijn
   – gelijkschakeling met de stedenbouwkundige vergunning
   – modulering mogelijk op lokaal niveau (zie verder)
   – o.m. niet in “ruimtelijk kwetsbaar gebied” (zie verder en 1.1.2.10°) en niet
     wanneer in strijd met de ruimtelijke plannen (zie verder)
   – bijzondere regeling voor zorgwonen (4.2.4. juncto 4.1.1.18°)

                                                                               12
Verkavelingsvergunning

• Vergunningsplicht (4.2.15.)
   – niemand mag zonder verkavelingsvergunning een stuk grond verkavelen voor
     woningbouw of voor het opstellen van vaste of verplaatsbare constructies die
     voor bewoning kunnen worden gebruikt
   – verkaveling vs. verdeling als uiting van het eigendomsrecht
• Ook een mogelijkheid (4.2.15.)
   – voor het verkavelen en het bebouwen van terreinen voor andere functies
     (klassiek: zogenaamde “industriële verkavelingen” bij de ontwikkeling van nieuwe
     lokale bedrijventerreinen)
• De verkavelingsvergunning als stedenbouwkundige vergunning
  (4.2.17.)
   – wegen, reliëfwijzigingen, ontbossen en afbraak


                                                                                    13
Verkavelingsvergunning

• Het reglementaire karakter van de verkavelingsvergunning:
  ruimtelijke planning in microformaat
   – een verkavelingsvergunning omvat reglementaire voorschriften aangaande de
     wijze waarop de verkaveling ingericht wordt en de kavels bebouwd worden
     (4.2.15.)
   – een eigenaar van een in een niet-vervallen verkavelingsvergunning begrepen
     kavel kan een wijziging van de verkavelingsvergunning aanvragen. De wijziging
     van de verkavelingsvergunning moet worden geweigerd als de eigenaars van
     meer dan de helft van de in de oorspronkelijke vergunning toegestane kavels
     een ontvankelijk, gegrond en op ruimtelijke motieven gesteund bezwaar indienen
     (4.6.7.)
   – ook beperkte mogelijkheden om te verzaken aan de uit een verkavelings -
     vergunning verkregen rechten (4.6.8.)
   – ook zekere afwijkingsmogelijkheden (zie verder)

                                                                                 14
Vergunningen: enkele kenmerken

• Een vergunning verleent rechten, maar nooit een “subjectief recht”
  op vergunningen
• Aan de vergunning kunnen voorwaarden en lasten gekoppeld
  worden
   – voorwaarden (4.2.19.): begrip en voorbeelden
   – lasten (4.2.20.): begrip en voorbeelden
• Vergunningen hebben een ”zakelijk” karakter (4.2.22.)
   – vergunning slaat op de vergunde handeling, niet op de vergunningsaanvrager
   – EXCURSUS: korte vergelijking met andere vergunningen en toelatingen
• Fasering van vergunningen (4.2.21.)
   – ook relevant voor geldingsduur van de vergunning (zie verder)


                                                                                  15
Vergunningen: enkele oefeningen

• De nv Ruwel verkoopt schoenen. In een oud industrieel pand ziet zij
  een opportuniteit. Het gebouw is zonder meer geschikt voor de
  verkoop en er dringen zich zelfs geen werken meer op. De nv Ruwel
  wil klaar zijn voor de zomersolden die over twee weken van start
  gaan
• Eva heeft al enige tijd last van vocht over de ganse westelijke gevel
  van haar 5 jaar oude woonst. De aannemer stelt voor om een
  dragende muur volledig te herbouwen. De bakstenen zijn gelukkig
  niet aangetast en kunnen worden gerecupereerd
• Gaël woont naast een rustig praat- en eetcafé “De Vagant”. Op een
  zaterdag blijkt De Vagant plaats te hebben geruimd voor “Hard Rock
  Forever”. Gaël slaapt sindsdien nog nauwelijks. Zij weet echter dat
  voor de herinrichting van het café geen stedenbouwkundige
  vergunning voorhanden is

                                                                     16
Vergunningen: enkele oefeningen

• De Nv Das heeft grond op overschot achter haar vestiging in
  Aarschot. De grond is gelegen in woongebied. De nv Smak, een
  onderneming gespecialiseerd in terrasbouw, wil er een winkel
  oprichten. Dient een verkavelingsvergunning bekomen te worden?
• …




                                                                   17
Vergunningen in de tijd

 • Stedenbouwkundige vergunning (4.6.2.)
    – geldigheidsduur: bijna steeds voor onbepaalde duur. In de toekomst mogelijk wel
      tijdelijke vergunningen
    – vervalregeling: werken moeten (daadwerkelijk) worden gestart binnen de twee
      jaar na afgifte van de vergunning én de werken mogen niet onderbroken zijn
      gedurende meer dan twee jaar én het vergunde gebouw moet winddicht zijn
      binnen de drie jaar na de aanvang van de werken
    – aard van het verval: van rechtswege maar partieel
    – overmacht speelt niet (Cass. 7 mei 1980 en R.v.St. nv Immob. de Westende, nr.
      36.768, 28 maart 1991)
    – fasering




                                                                                   18
Vergunningen in de tijd

 • Verkavelingsvergunning (4.6.4.)
    – ratio legis: vermijden van speculatie en ophoping onbebouwde percelen
    – onderscheid tussen verkavelingsvergunningen zonder (“kleine verkavelingen”) en
      met (“grote verkavelingen”) wegeniswerken
    – vervalregeling voor “kleine verkavelingen”: binnen een termijn van vijf jaar na
      afgifte van de vergunning moeten 1/3 van de loten verkocht of verhuurd zijn
      (voor meer dan negen jaar) of bezwaard zijn met een erfpacht of opstalrecht.
      Binnen een termijn van tien jaar moeten 2/3 van de loten verkocht of verhuurd
      zijn (voor meer dan negen jaar) of bezwaard zijn met een erfpacht of opstalrecht
    – vervalregeling voor “grote verkavelingen”: binnen een termijn van vijf jaar na de
      afgifte van de vergunning moet overgegaan worden tot oplevering van de
      onmiddellijk uit te voeren lasten / moet een waarborg verschaft zijn. Daarna geldt
      opnieuw wat t.a.v. kleine verkavelingen wordt vooropgesteld, maar nu 1/3 binnen
      de tien jaar en 2/3 binnen de vijftien jaar




                                                                                     19
Vergunningen in de tijd

   – enkele handigheden…
   – wat met verkopen van verkavelingen in hun geheel (7.5.6.)?
   – fasering




                                                                  20
Excursus: band met milieuvergunning

• Koppeling stedenbouwkundige vergunning - milieuvergunning en
  milieumelding (4.5.1.)
   – milieuvergunning en milieumelding
   – spiegelconstructie: stedenbouwkundige vergunning wordt geschorst tot de
     milieuvergunning bekomen werd of milieumelding gedaan werd.
     Stedenbouwkundige vergunning vervalt van rechtswege als de milieuvergunning
     definitief geweigerd wordt. Omgekeerd wordt de milieuvergunning geschorst
     zolang de stedenbouwkundige vergunning niet bekomen werd en de
     milieuvergunning vervalt van rechtswege als de stedenbouwkundige vergunning
     definitief geweigerd wordt




                                                                              21
Excursus: band met de SE-vergunning

• Koppeling stedenbouwkundige vergunning – sociaal-economische
  vergunning
   – sociaal - economische vergunning?
   – ontkoppeld bij Wet van 2004 (in december 2009 gewijzigd)
   – wel een indirecte koppeling via de handhaving?




                                                                 22
Vergunningen: enkele oefeningen

• De nv Merlomar wenst een bijkomende industriehal te bouwen voor
  een nieuwe productie van kunstvezels. Snel bekomt zij een
  stedenbouwkundige vergunning
• Thierry, metser, bekomt op 17 september 2009 een
  stedenbouwkundige vergunning voor de bouw van een vrijstaande
  garage/berging met klassiek V - dak. Hij wenst zelf de garage te
  zetten maar stelt de bouw ervan uit. Finaal vangt hij hiermee maar
  aan eind augustus 2011. In september 2011 is evenwel enkel nog
  maar de vloerplaat gegoten (en heeft hij ook al enkele
  nutsvoorzieningen doorgetrokken). De zaken slepen maar aan. In
  de twee navolgende zomers geraakt hij niet verder dan het
  opmetsen van twee muren. Hij heeft aan vrouwlief moeten beloven
  de garage na het bouwverlof 2014 af te werken. Net voor het
  bouwverlof 2014 wordt hij evenwel het slachtoffer van een ernstig
  arbeidsongeval
                                                                   23
Vergunningen: procedure

• Onderscheid tussen een reguliere en een bijzondere procedure
  (4.7.1.)
   – bijzondere procedure voor handelingen van algemeen belang of voor aanvragen
     ingediend door publiekrechtelijke of semipublieke rechtspersonen

• Onderscheid tussen ontvoogde en niet-ontvoogde gemeente (4.7.1.)
   – ontvoogde gemeente: gemeente beschikt over een goedgekeurd (volledig)
     ruimtelijk structuurplan, een gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar, een
     plannenregister, een vergunningenregister en een register van onbebouwde
     percelen (7.2.1.)
   – versoepeling (7.2.1.)
   – opvallende sanctieregeling (7.2.1.)
   – welke gemeenten zijn ontvoogd (www.ruimtelijkeordening.be)?
   – relevantie: voornamelijk de tussenkomst van de gewestelijke stedenbouwkundige
     ambtenaar


                                                                                24
Vergunningen: procedure in 10 stappen

•   (1) NIEUW: vooraf: de projectvergadering (5.3.2.)
    – voor belangrijke bouw- of verkavelingsprojecten. Besluit van 19 maart 2010 van
      de Vlaamse regering
•   (2) Aanvraag (4.7.13.)
    – wordt ingediend bij het bevoegde College van Burgermeester en Schepenen
    – Besluit van de Vlaamse regering: verschillende regels aangaande de
      samenstelling van het bouwdossier en de al dan niet verplichte tussenkomst van
      een architect
• (3) Ontvankelijkheidsonderzoek (4.7.14.)
    – eerst een ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek. Het resultaat hiervan
      wordt binnen de 14 dagen (ordetermijn) meegedeeld aan de aanvrager per
      beveiligde zending
• (4) Openbaar onderzoek (4.7.15.)?
    – Besluit van de Vlaamse regering



                                                                                      25
Vergunningen: procedure in 10 stappen

• (5) Adviesverlening (4.7.16.)
    – Besluit van de Vlaamse regering
    – onderscheid tussen bindende en niet-bindende adviezen?
    – niet-ontvoogde gemeenten behoeven nog steeds het advies van de gewestelijke
      stedenbouwkundige ambtenaar dat bindend is in geval het negatief is of
      voorwaarden oplegt
    – facultatief advies van de GECORO




                                                                               26
Vergunningen: procedure in 10 stappen

• (6) Beslissing in eerste aanleg (4.7.18.)
    – na een verslag van de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar (4.7.17.)
      neemt het College van Burgemeester en Schepen een beslissing binnen de 75
      dagen indien het aangevraagde gelegen is in een ontvoogde gemeente, over de
      aanvraag geen openbaar onderzoek moet gevoerd worden en niet samen met
      een milieuaanvraag moet ingediend worden (zie verder)
    – anders: 105 dagen
    – verkavelingsaanvraag steeds binnen de 150 dagen
    – bij gebreke aan een tijdige beslissing wordt de aanvraag geacht afgewezen te
      worden (stilzwijgende weigeringsbeslissing)
• (7) Mededeling beslissing in eerste aanleg (4.7.19.)
    – binnen een ordetermijn van 10 dagen
    – formaliteit: aanplakking van de verkregen vergunning
    – uitvoerbaarheid: wachttermijn van 35 dagen te rekenen vanaf de aanplakking


                                                                                   27
Vergunningen: procedure in 10 stappen

• (8) Schorsend administratief georganiseerd beroep (4.7.21-25.)
   – wordt ingediend bij de Deputatie binnen de 30 dagen
   – wie kan beroep indienen?
   – belangrijke formaliteiten (ontvankelijkheidsvereisten ook in een Besluit van de
     Vlaamse regering)
   – beslissing binnen een vervaltermijn van 75 dagen / 105 dagen (hoorrecht) +
     opnieuw mededeling binnen een ordetermijn van 10 dagen
   – bij gebreke aan een tijdige beslissing wordt de aanvraag geacht afgewezen te
     worden (stilzwijgende weigeringsbeslissing)
   – formaliteit: aanplakking
   – opnieuw de wachttermijn (36ste dag na de dag van de aanplakking)
• (9) Raad voor vergunningsbetwistingen (4.8.1-31.)
   – administratief rechtscollege
   – (o.m.) beroep tegen vergunningsbeslissing in laatste administratieve aanleg
   – beroepstermijn: 30 dagen


                                                                                       28
Vergunningen: procedure in 10 stappen


   –   niet-schorsend, wel mogelijkheid om schorsing te vragen
   –   schets van de procedure
   –   onderscheid tussen een administratief en een juridisch beroep
   –   hoelang loopt een dergelijke procedure?
   –   verleent niet zelf de vergunningen
• (10) Enkel nog cassatieberoep bij de Raad van State
   – cassatieberoep?




                                                                       29
Excursus: procedure

• Afstemming aanvraagprocedure stedenbouwkundige vergunning en
  milieuvergunning middels het zogenaamde “uniek loket” (4.7.3. e.v.)
   –   enkel wanneer de gemeente in beide gevallen bevoegd is
   –   in te dienen op een uniek gemeentelijk loket
   –   gezamenlijke mededeling van het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek
   –   gezamenlijke adviesaanvragen
   –   gezamenlijk openbaar onderzoek
   –   gezamenlijke weerlegging van stedenbouwkundige en milieugebonden bezwaren
   –   gelijktijdige beslissing




                                                                                 30
Uitsmijter: het stedenbouwkundig attest

 • Dient steeds een ganse vergunningsprocedure doorlopen te worden
   om te weten of mijn project kans maakt? Nee, er is ook het
   zogenaamde “stedenbouwkundig attest” (5.3.1.)
    – het stedenbouwkundig attest geeft op basis van een plan aan of een overwogen
      project in redelijkheid de toets aan de stedenbouwkundige voorschriften, de
      eventuele verkavelingsvoorschriften en een goede ruimtelijke ordening zal
      kunnen doorstaan
    – bindend bij status quo van de stedenbouwkundige voorschriften
    – maar is geen vergunning
    – procedure
    – blijft 2 jaar geldig




                                                                                 31
Vragen?

• …




          32
Planningsluik




                33
Ruimtelijke planning: inleiding

 • Beknopt en ter ingeleide: wat zijn ruimtelijke plannen?
     – omschrijving en ratio legis
     – stedenbouwkundige voorschriften (1.1.2.13°)
     – de ruimtelijke plannen s.s. houdende “bestemmingsvoorschriften” (4.1.1.1°)
     – ook stedenbouwkundige verordeningen
     – EXCURUS: voorbeelden van andere dan ruimtelijke plannen van belang bij de
       beoordeling van een zeker project (www.gisvlaanderen.be)
     – ter herinnering: ook in verkavelingsvergunningen staan zekere reglementaire
       voorschriften
 • Overgangsfase (zie hoger)
     – tot op heden zitten we nog steeds in een overgangsfase tussen het oude
       planinstrumentarium uit de Stedebouwwet 1962 / het Coördinatiedecreet 1996
       en het nieuwe planinstrumentarium uit het Decreet van 18 mei 1999 houdende
       de organisatie van de ruimtelijke ordening


                                                                                     34
Oude planinstrumentarium

• Plannen van aanleg
   – op gewestelijk niveau: de gewestplannen
   – op gemeentelijk niveau: algemene en bijzondere plannen van aanleg




                                                                         35
Gewestplannen

• Gewestplannen zijn klassieke bestemmingsplannen voor de
  verschillende “gewesten”
   – bindende en verordenende kracht
   – K.B. 28/12/1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-
     gewestplannen en de gewestplannen juncto Omzendbrief 8/7/1997 betreffende
     de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de
     gewestplannen (www.ruimtelijkeordening.be)
   – korte procedureschets




                                                                                  36
Gewestplannen

• Consulteerbaar op www.gisvlaanderen.be : enkele oefeningen




                                                               37
Gemeentelijke plannen van aanleg

• Meer gedetailleerde bestemmings- en inrichtingsplannen: de
  algemene plannen van aanleg (APA‟s) en (vooral) de bijzondere
  plannen van aanleg (BPA‟s)
   – bindende en verordenende kracht
   – geen uniform begrippenkader
   – korte procedureschets




                                                                  38
Gemeentelijke plannen van aanleg

• Steeds navraag doen bij lokale overheid!




                                             39
Plannen van aanleg: verhouding

• Het lagere plan moet steeds het hogere plan in acht nemen. Er dient
  in principe enkel rekening gehouden te worden met het lagere plan
  (dat een verfijning moet uitmaken van het hogere plan)
   – voorbeelden
   – MAAR: Steeno-doctrine (de vaststelling van een later hoger plan heft
     automatisch – van rechtswege – het lager strijdig plan op, zelfs impliciet)
   – MAAR: Heylen-doctrine (artikel 14, vierde lid Coördinatiedecreet 1996: met
     lagere plannen kan „desnoods‟ afgeweken worden van het gewestplan)
   – MAAR: tot voor kort nog andere mogelijkheden om af te wijken van het hogere
     plan van aanleg (artikel 14, vijfde lid Coördinatiedecreet 1996, sectorale BPA‟s)




                                                                                     40
Nieuwe planinstrumentarium

• Twee nieuwe soorten plannen op drie verschillende planniveaus
  volgens het subsidiariteitsbeginsel: de Vlaamse, provinciale en
  gemeentelijke ruimtelijke structuur- en uitvoeringsplannen
   – ratio legis?
   – subsidiariteitsbeginsel= elke bevoegde overheid houdt zich bezig met zaken die
     best op het desbetreffend niveau geregeld worden. Het hoger niveau treedt maar
     op als de zaken niet op het lager niveau kunnen geregeld worden
   – verfijning planologisch subsidiariteitsbeginsel. Een planningsniveau kan met
     instemming van alle op grond van de ruimtelijke structuurplanning bevoegde
     planningsniveaus een planningsinitiatief nemen voor de totaliteit van een bepaald
     gebied, ook al beschikt het daartoe niet over de noodzakelijke
     planningsbevoegden (2.2.1.)



                                                                                   41
Ruimtelijke structuurplannen

 • Het ruimtelijk structuurplan is een beleidsdocument van en gericht
   tot de overheid hetwelk als onmiddellijke basis dient voor de
   ruimtelijke uitvoeringsplannen (2.1.1. e.v.)
     – opzet
     – telkens onderscheid tussen informatief, richtinggevend en bindend gedeelte
     – een ruimtelijk structuurplan verwoordt een beleidsvisie en ontbeert verordenende
       kracht: GEEN beoordelingskader bij vergunningverlening (2.1.2.)
     – bindend gedeelte is wel bindend t.o.v. de overheid (absolute hiërarchie) en het
       richtinggevend gedeelte moet principieel (relatieve hiërarchie) gevolgd worden,
       tenzij omwille van onvoorziene ontwikkelingen van de ruimtelijke behoeften of
       omwille van dringende sociale, economische of budgettaire redenen (2.1.2.)
     – aangrenzende gemeenten kunnen voor de totaliteit van hun grondgebieden ook
       een gezamenlijk ruimtelijk structuurplan opmaken (2.1.1.)


                                                                                     42
Ruimtelijke structuurplannen

 • Onderlinge verhouding
    – afwijkingen t.a.v. het bindend gedeelte zijn uitgesloten. Opnieuw “relatieve
      hiërarchie” t.a.v. het richtinggevend gedeelte
    – het hoger ruimtelijk structuurplan dat later komt dan het lager ruimtelijk
      structuurplan moet aangeven welke bindende bepalingen van het lagere plan
      worden opgeheven (geen impliciete opheffing)
 • Steeds consulteerbaar op internet
 • Korte procedureschets




                                                                                     43
Ruimtelijke uitvoeringsplannen

• In wezen de opvolgers van de plannen van aanleg
• Ruimtelijke uitvoeringsplannen vanaf het moment dat de
  desbetreffende overheid over een goedgekeurd ruimtelijk
  structuurplan beschikt (7.4.3. inzake gemeenten)
• Regelen het grondgebruik op een gebiedsgerichte en / of
  thematische wijze
   – (opnieuw) bindende en verordenende kracht
   – gebiedcategorieën conform het Besluit van de Vlaamse regering van 11 april
     2008 m.b.t. de vorm en inhoud van ruimtelijke uitvoeringsplannen
• Korte procedureschets



                                                                                  44
Ruimtelijke uitvoeringsplannen

• Verhouding tot structuurplannen
   – het is op basis van de structuurplannen dat de ruimtelijke uitvoeringsplannen tot
     stand komen. Opnieuw geldt een absolute hiërarchie in de relatie tot het bindend
     gedeelte en een relatieve hiërarchie aangaande het richtinggevend gedeelte
   – Geïntegreerde plannings- en uitvoeringsprocedure bij zogenaamde grootschalige
     stedenbouwkundige projecten (3.1.1. e.v.)
• Verhouding tot plannen van aanleg
   – de bestaande plannen van aanleg blijven van kracht tot ze vervangen worden
     door een ruimtelijk uitvoeringsplan (tenzij het ruimtelijk uitvoeringsplan het
     anders bepaalt)
• Onderlinge verhouding ruimtelijke uitvoeringsplannen
   – absolute hiërarchie van het hoger plan op het lager plan
   – expliciete of impliciete opheffing van het strijdige lagere plan (2.2.2.)

                                                                                      45
Praktisch: welke plannen zijn er?

 • Vragen staat steeds vrij
 • Ook een formeel instrument: het stedenbouwkundig uittreksel
   (5.2.7.)
    – niet te verwarren met stedenbouwkundig attest (zie hoger)
    – dit is of wordt in de toekomst een uittreksel uit het plannenregister en
      vergunningenregister




                                                                                 46
Stedenbouwkundige verordeningen?

• Verordeningen op gewestelijk, provinciaal en gemeentelijk niveau
  bevattende voorschriften van stedenbouwkundige aard
   – verschillende zaken nieuw
   – inhoud (2.3.1.)
   – mogelijkheid tot uitsluiting van normaliter toegestane functiewijzigingen en het
     regelen van de woongelegenheden
   – invloed op de vergunningsplicht en meldingsplicht (4.2.5.): de verordeningen
     kunnen de vergunningsplichtige handelingen aanvullen, voor meldingsplichtige
     handelingen een vergunningsplicht invoeren en voor vrijgestelde handelingen
     een meldingsplicht invoeren
   – mogelijkheid van verdere uitwerking van gewestelijke verordeningen op
     provinciaal en gemeentelijk niveau
   – wat bij strijdigheid met ruimtelijke uitvoeringsplannen (2.3.3.)?
   – onderlinge hiërarchie?


                                                                                        47
Planschade

• Een beperkte schadevergoeding wanneer door een ruimtelijk
  uitvoeringsplan een bouwverbod of verkavelingsverbod tot stand
  komt (2.6.1. e.v.)
   – in welke gevallen (2.6.1.)
   – uitgesloten gevallen (2.6.1.)
   – hoegrootheid van de schadevergoeding (2.6.2.)
• Aankoopplicht (2.4.14.)
   – in welke gevallen?
   – band met de planschade?
• Afzonderlijk Decreet houdende vaststelling van de
  gebruikerscompensatie bij bestemmingswijzigingen, overdrukken en
  erfdienstbaarheden tot openbaar nut



                                                                   48
Planbatenheffing

• Verschuldigde heffing wanneer een in werking getreden ruimtelijk
  uitvoeringsplan of bijzonder plan van aanleg zekere gunstige
  bestemmingswijzigingen doorvoert
   –   aard: verhaalbelasting
   –   gunstige planwijziging: enkele voorbeelden (2.6.4.)
   –   uitgesloten gevallen (2.6.5.)
   –   heffingsplichtige (2.6.8.)
   –   bedrag van de heffing (2.6.10 -12.)
   –   wanneer moet betaald worden (2.6.14.)
   –   toewijzing en aanwending van de heffing (2.6.17.)
   –   Besluit van de Vlaamse regering



                                                                     49
Toepassing ruimtelijke planning

• Regel: reglementaire voorschriften uit de verordenende ruimtelijke
  planning moeten nageleefd worden. Deze vormen samen met
  enkele andere decretale beoordelingselementen en de goede
  ruimtelijke ordening het beoordelingskader bij vergunnings-
  aanvragen (4.3.1.)
    – decretale beoordelingselementen (4.3.5. e.v.), waaronder de “watertoets”
    – opvallende afbakening van het begrip goede ruimtelijke ordening (4.3.1.)
    – ook dwingende en facultatieve eisen uit andere beleidsdomeinen dan de
      ruimtelijke ordening (4.3.3-4.)




                                                                                 50
Toepassing ruimtelijke planning

• Excursus: toepassing van ruimtelijke planning ook buiten het
  beleidsdomein van de ruimtelijke ordening?
   – de milieuvergunning
   – de SE – vergunning




                                                                 51
Afwijkingen?

•   Beperkte afwijkingen (4.4.1.)
•   Stabiliteitswerken (4.4.2.)
•   Afwerkingsregel (4.4.3.)
•   Sociaal-cultureel en recreatief medegebruik en medegebruik inzake
    natuurschoon (4.4.4-5.)
•   Monumenten en stads- en dorpsgezichten (4.4.6.)
•   Temporele afwijkingen (4.4.7. en 4.3.2.)
•   Handelingen van algemeen belang (4.4.7.-4.4.8.)
•   Overgangsregel: handelingen sorterend onder voorschriften plan
    van aanleg (4.4.9.)
•   …
•   Zonevreemdheid (4.4.10. e.v.)


                                                                    52
Afwijkingen?

• Sinds 1 september 2009 vooral een zeer ernstige uitbreiding van het
  toepassingsgebied van de verschillende afwijkingen. De afwijkingen
  zijn niet langer beperkt tot deze of andere plannen maar hebben een
  algemene draagwijdte




                                                                   53
Beperkte afwijkingen

• Afwijking van “stedenbouwkundige voorschriften” (en verkavelings-
  voorschriften)
   – enkel inzake de perceelsafmetingen, de afmeting en de inplanting van
     constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen
   – afwijkingen kunnen niet toegestaan worden inzake bestemming, maximaal
     toegelaten vloerterreinindex en aantal bouwlagen




                                                                             54
Stabiliteitswerken

 • Afwijking van stedenbouwkundige voorschriften (en verkavelings -
   voorschriften)
    – enkel ten behoeve van bestaande, hoofdzakelijk vergunde (4.1.1.7°) en niet-
      verkrotte (4.1.1.15°) constructies
    – stabiliteitswerken: werken die betrekking hebben op de constructieve elementen
      van een constructie zoals (a) het vervangen van dakgebintes of dragende balken
      van het dak, met uitzondering van plaatselijke herstellingen en (b) het geheel of
      gedeeltelijk herbouwen of vervangen van buitenmuren of dragende
      binnenmuren, zelf met recuperatie van de bestaande stenen (4.1.1.11°)




                                                                                     55
Afwerkingsregel

• Afwijking van een andere bestemming dan woningbouw
   – indien het perceel niet voor woningbouw bestemd is, kan toch een vergunning
     worden afgeleverd voor (eengezins)woningen
   – opvulregel bij wachtgevel
   – voorwaarden?
   – niet in “ruimtelijk kwetsbaar gebied” (zie verder en 1.1.2.10°)




                                                                                   56
Medegebruik

• Afwijking van bestemmingen
   – sociaal-cultureel of recreatief medegebruik?
   – medegebruik inzake natuurschoon?




                                                    57
Monumenten

• Afwijking van stedenbouwkundige voorschriften
   – beschermd monument, stads- of dorpgezichten?
   – advies vanuit het beleidsveld onroerend erfgoed als doorslaggevende factor




                                                                                  58
Temporele afwijkingen

• Positieve anticipatie voor werken van algemeen belang
   – handelingen van algemeen belang: Besluit van de Vlaamse regering
• Negatieve anticipatie
   – ratio legis?




                                                                        59
Handelingen van algemeen belang

• Afwijking van stedenbouwkundige voorschriften voor kleine
  handelingen van algemeen belang
   – handelingen van algemeen belang: Besluit van de Vlaamse regering
• Specifiek in een zone voor gemeenschapsvoorzieningen en
  openbare nutsvoorzieningen




                                                                        60
Overgangsregel

• Afwijking van bestemmingsvoorschriften van een plan van aanleg
   – indien het aangevraagde vergund kan worden op grond van een vergelijkbare
     categorie of subcategorie van gebiedsaanduiding




                                                                                 61
…

• Specifieke decretale validaties
• Artikel 20 van het K.B. 28/12/1972 betreffende de inrichting en
  toepassing van de ontwerp - gewestplannen en gewestplannen




                                                                    62
Zonevreemdheid

• Zonevreemdheid
   – initieel: basisrechten als oplossing voor een historisch passief maar met de
     laatste grotere decreetswijziging uitgebreid tot een algemene bestemmings-
     afwijking
   – misverstand: zonevreemd is onvergund
   – zonevreemde constructie (4.1.1.17°)
   – wel: afwijkingsmogelijkheden inzake bestemming inzake bestaande hoofdzakelijk
     vergunde niet-verkrotte constructies




                                                                                63
Zonevreemdheid: drieluik

• (1) Zonevreemde werken aan bestaande constructies (4.4.10-22.)
   –   steeds onderscheid woningen en andere constructies
   –   verbouwen (4.1.1.12°)
   –   herbouwen (4.1.1.6°)
   -   uitbreidingen
   -   aanpassingswerken
   -   bijzondere regeling bij vernietiging door een vreemde oorzaak (4.4.21.). Ook van
       toepassing in ruimtelijk kwetsbare gebieden
• (2) Zonevreemde functiewijzigingen (4.4.23.)
   – Besluit van de Vlaamse regering van 28 november 2003 tot bepaling van de
     toelaatbare functiewijzigingen voor gebouwen, gelegen buiten de geëigende
     bestemmingszone
   – enkele voorbeelden nader bekeken: van landbouw naar wonen en van industrie
     naar handel
                                                                                     64
Zonevreemdheid: drieluik

• (3) Planologische oplossing middels planologisch attest (4.2.24-29.)
    – niet te verwarren met stedenbouwkundig attest (zie hoger)
    – een planologisch attest vermeldt of een bestaand, hoofdzakelijk vergund en niet-
      verkrot bedrijf al dan niet behouden kan worden op de plaats waar het gevestigd
      is
    – toepassingsvoorwaarden
    – procedure
    – doel: prelude van een verplichte planwijziging
    – voordeel: anticipatieve vergunningverlening




                                                                                    65
Excursus: andere beleidsdomeinen

• De mogelijkheden of verplichtingen om af te wijken van
  stedenbouwkundige voorschriften of om rekening te houden met
  ontwerpen van stedenbouwkundige voorschriften gelden ook in
  andere beleidsdomeinen (5.6.7.)
   –   milieuvergunning (bijzondere regeling) en Besluit van de Vlaamse regering
   –   onteigening
   –   natuurbehoud
   –   bos




                                                                                   66
Oefeningen

• Wesley wil zijn bestaande vergunde woning, volgens het
  gewestplan gelegen in woongebied, uitbreiden. Voor de betrokken
  gemeente is er evenwel een gemeentelijk ruimtelijk structuurplan
  van kracht dat duidt dat zijn perceel mede opgenomen zal worden in
  een “groene long” rond de gemeentelijke kern en dat uitbreidingen
  uitgesloten zijn
• Robin wenst zijn woning uit te breiden tot 1.250 m³. Het BPA stelt
  echter dat woningen maar tot 1.150 m³ groot mogen zijn
• Stéphanie, boekhoudster, kan een onbebouwd perceel kopen. De
  verkopende notaris wijst er op dat het onroerend goed gelegen is in
  agrarisch gebied volgens het gewestplan. Stéphanie weet echter dat
  er zonevreemde werken mogelijk zijn


                                                                   67
Oefeningen

• Bart heeft een zonevreemde hoofdzakelijk vergunde niet-verkrotte
  woning in agrarisch gebied. De woning meet 450 m³. Met hoeveel
  mag hij uitbreiden?
• De woning van Björn, gelegen in natuurgebied, brandt volledig uit
  ten gevolge van een kortsluiting. Björn beoogt de heropbouw, maar
  moet bekennen dat de veranda zonder vergunning werd
  aangebouwd
• De vergunde bedrijfsgebouwen van de nv Voet – verwerker van
  ruwe olie - gelegen in agrarisch gebied branden uit na
  brandstichting door enkele overijverige milieuactivisten. Deze
  stoorden zich voornamelijk aan het feit dat de nv Voet al jaren
  zonder milieuvergunning exploiteerde. De nv Voet wenst evenwel
  snel te herbouwen

                                                                  68
Oefeningen

• Op de gemeente vertelt men Steve, diligente eigenaar van een
  bouwperceel in de Kasteelstraat, dat er een gemeentelijk ruimtelijk
  uitvoeringsplan is goedgekeurd hetgeen geenszins de
  woningbouwplannen van Steve in de weg staat, wel integendeel.
  Lopende de vergunningsprocedure wordt echter ook een gewestelijk
  ruimtelijk uitvoeringsplan goedgekeurd waarbij het perceel in
  kwestie wordt ingekleurd als natuurgebied (waarbij elke nieuwe
  bebouwing uitgesloten is)
• …




                                                                   69
Handhavingsluik




                  70
De vier (sub)handhavingsluiken

•   Repressieluik: de straffen
•   Reparatieluik: het herstel
•   Transactieluik: het vergelijk
•   Preventieluik: de staking




                                    71
Repressieluik: de misdrijven (6.1.1.)

 • Handelingen zonder of in strijd met een (uitvoerbare) vergunning
     – “handelingen”= werkzaamheden, wijzigingen of activiteiten met ruimtelijke
       implicaties
 • Handelingen in strijd met een ruimtelijk uitvoeringsplan / plan van
   aanleg / verordening
     – uitzonderingen
 • Inbreuken op de informatieplicht (zie hierna)
 • Eigenaarsmisdrijf
 • Miskenning van de staking van wederrechtelijke handelingen (zie
   verder, preventieluik)
 • Miskenning van de meldingsplicht?
     – nee, op grond van artikel 119bis van de N. Gem. (GAS)




                                                                                   72
Repressieluik: de misdrijven

 • Wat met het instandhoudingsmisdrijf?
    – pro memorie: stedenbouwmisdrijven waren eerder, enige nuances daargelaten,
      bijna altijd onverjaarbaar
    – instandhoudingsmisdrijf= het enige voortdurend misdrijf. Functiewijziging is een
      aflopend misdrijf (Cass. 2 mei 2006, P.06.0100.N). Ook de overige misdrijven
      zijn aflopend. Wel oppassen met het gewoontemisdrijf…
    – instandhouding is sinds het decreet van 4 juni 2003 enkel nog van tel in
      “ruimtelijk kwetsbare gebieden”
    – herziene definiëring van ruimtelijk kwetsbare gebieden (1.1.2.10°).
      Landschappelijk waardevol agrarisch gebied eruit, overstromingsgebied erin en
      aangepast aan nieuwe terminologie van de ruimtelijke uitvoeringsplannen
      (gebiedscategorieën)




                                                                                     73
Repressieluik: de misdrijven


   – wanneer ligging in ruimtelijk kwetsbaar gebied?
   – interpretatieve bepaling moet discussie (zie verder) beslechten: opheffing van de
     strafbaarstelling van instandhouding buiten ruimtelijk kwetsbaar gebied bij
     decreet van 4 juni 2003 (decriminalisering)




                                                                                    74
Repressieluik: de misdrijven

 • Informatieplicht?
     – van toepassing in ontvoogde gemeenten of gemeenten die beschikken over een
       goedgekeurd plannen – en vergunningenregister
 • De informatieplicht van de notaris (5.2.1.)
     – verplichting om informatie op te nemen in authentieke en onderhandse akten
     – IN DE TOEKOMST: as-built attest (zie verder)
     – stedenbouwkundig uittreksel
 • De informatieplicht van (o.m.) de vastgoedmakelaars
     –   verplichting om informatie op te nemen in onderhandse akten (5.2.5.)
     –   maar ook bij reclame (5.2.6.)
     –   IN DE TOEKOMST: as-built attest (zie verder)
     –   modaliteiten


                                                                                    75
Repressieluik: de misdrijven

   – opgepast: niet-naleven is ook een burgerrechtelijke fout en er zijn periodieke
     controles van de gewestelijke stedenbouwkundige inspecteur




                                                                                      76
Repressieluik: de misdrijven

 • Inzake het vermoeden van vergunning (4.2.14.)
    – constructies waarvan is aangetoond dat ze gebouwd werden voor 22 april 1962
      worden onweerlegbaar geacht vergund te zijn
    – constructies waarvan is aangetoond dat ze gebouwd werden na 22 april 1962
      maar voor de inwerkingtreding van het eerste gewestplan worden geacht
      vergund te zijn, behoudens wanneer zulks wordt tegengesproken door een
      proces-verbaal of een niet anoniem bezwaarschrift telkens opgesteld binnen de
      5 jaar na het optrekken of plaatsen van de constructie. Maximale
      betwistingsperiode van één jaar na opname (registratie) in het
      vergunningenregister. Dit alles behoudens ligging in ruimtelijk kwetsbaar gebied
    – mogelijkheden tot betwisting voor de Raad voor vergunnningsbetwistingen
      (4.8.1.)




                                                                                     77
Repressieluik: regularisatievergunning

 • Vergunning na de feiten
    – zie hoger: vergunning is een voorafgaandelijke toelating
    – maar toch mogelijk om achteraf een vergunning te bekomen
    – het later bekomen van een vergunning ontneemt het strafbare karakter niet van
      het eerder gebrek aan vergunning. Wel kan geen herstel meer bevolen worden
      (zie hierna)
    – er moet rekening gehouden worden met het regelgevend kader dat speelt op het
      moment van de beoordeling van de vergunningsaanvraag
    – decretale basis (4.2.24.)




                                                                                 78
Repressieluik: as-built attest

 • IN DE TOEKOMST: belang van het as-built attest (4.2.7.)
    – een as-built attest is een attest waarin wordt verklaard dat handelingen
      betreffende een constructie of een gebouwencomplex niet of slechts marginaal
      afwijken van de plannen die het voorwerp uitmaken van de stedenbouwkundige
      vergunning of melding
    – marginale afwijking?
    – na validering treedt een as-built attest, in geval van marginale afwijkingen, in de
      plaats van de vergunde of aangemelde plannen
    – beroep inzake valideringsbeslissing of niet-valideringsbeslissing bij de Raad voor
      vergunningsbetwistingen (4.8.1.)
    – ontwerp van Besluit van de Vlaamse regering




                                                                                       79
Repressieluik: de sancties (6.1.1.)

 • Gevangenisstraf en / of geldboete
    – gevangenisstraf van 8 dagen tot 5 jaar (theorie)
    – geldboete van € 26 – € 400.000
 • Minimumstraf voor “professionele overtreders”
    – gevangenisstraf van minimaal 15 dagen (theorie) en / of
    – geldboete van minimaal € 2.000
 • Vermogensvoordelen?
 • [Repressie aangaande het preventieluik
    – administratieve geldboete bij overtreding stakingsbevel
 • GAS inzake de meldingsplicht]



                                                                80
Repressieluik: de verjaring

 • Stedenbouwmisdrijven zijn wanbedrijven
 • Verjaringstermijn van 5 jaar maar mogelijke stuitings- (5+5 jaar) en
   schorsingsdaden
     – stuiting van de verjaring?
     – schorsing van de verjaring?
     – voorbeelden
 • Aanvang verjaringstermijn: belangrijk onderscheid tussen aflopende
   en voortdurende misdrijven
 • De uitzonderingen: het gewoontemisdrijf en het gebruiksmisdrijf?
 • Opgepast ook voor eenheid van opzet bij opeenvolgende steden-
   bouwmisdrijven

                                                                          81
Reparatieluik: begrip

 • Fysiek of pecuniair herstel van de stedenbouwkundige overtreding
   (herstelmaatregel)
 • Op vordering van het College van Burgemeester en Schepenen /
   stedenbouwkundige inspecteur (publieke herstelvordering) of op
   vordering van derde benadeelden (private herstelvordering)
 • Het advies van de Hoge Raad voor het Handhavingsbeleid als
   ontvankelijkheidsvereiste bij de publieke herstelvordering
 • Mogelijk voor de strafrechter en / of de burgerlijke rechter
    – opeenvolgende publieke herstelvordering behoeft het advies van de Hoge Raad
      voor het Handhavingsbeleid




                                                                                82
Reparatieluik: de maatregelen

• Het concrete herstel van het publiekrechtelijk misdrijf (6.1.41.)
• Nog steeds drie soorten herstelmaatregelen:
    – herstel in de vorige toestand
    – bouw – of aanpassingswerken
    – meerwaarde




                                                                      83
Reparatieluik: de maatregelen

• Het herstel in de vorige toestand
    – fysiek herstel
    – meest volmaakte vorm van herstel
    – herstel in een “niet-wederrechtelijke staat”
    – veelal sloop, maar verschillende varianten denkbaar: vb. heropbouw,
      herbebossen…
    – belangrijke variant: staking van het strijdige gebruik




                                                                            84
Reparatieluik: de maatregelen

• Bouw- of aanpassingswerken
   – ook fysiek herstel
   – kan zowel bestaan uit positieve handelingen (uitvoering van opgelegde maar niet
     gerealiseerde werken) als negatieve handelingen (gedeeltelijke sloop)




                                                                                  85
Reparatieluik: de maatregelen

• Meerwaarde
   – pecuniair herstel
   – bedrag gelijk aan de meerwaarde die het onroerend goed verkregen heeft door
     het bouwmisdrijf
   – Besluit van de Vlaamse regering van 5 mei 2000
   – maar rechter legt finaal autonoom het bedrag van de meerwaarde vast




                                                                                   86
Reparatieluik: de maatregelen

• Duidelijker richtlijnen inzake de keuze van de (publieke)
  herstelmaatregel (6.1.41.):
    – herstel in de vorige toestand / staking strijdig gebruik bij miskenning van het
      stakingsbevel (zie verder) of wanneer de handeling in strijd is met de
      stedenbouwkundige voorschriften aangaande de voor het gebied toegelaten
      bestemmingen. In die gevallen zijn ook bouw- of aanpassingswerken mogelijk,
      maar enkel wanneer zulks “kennelijk” volstaat om de plaatselijke ordening te
      herstellen
    – in alle overige gevallen: meerwaarde, behoudens bij “onevenredige miskenning”
      van de goede plaatselijke ordening




                                                                                    87
Reparatieluik: de maatregelen

• Explicitering dat eenzelfde misdrijf aanleiding kan geven tot
  gecumuleerde herstelmaatregelen (6.1.41.)




                                                                  88
Reparatieluik: de maatregelen

• Voorrangsregel blijft (6.1.41-42.):
    – bij de publieke herstelvordering primeert steeds de vordering van de
      stedenbouwkundige inspecteur op deze van het CBS (ook al is het door hem
      gevorderde minder zwaar)
    – in combinatie met een private herstelvordering kiest de rechter de maatregel die
      hem passend lijkt




                                                                                     89
Reparatieluik: de maatregelen

• Explicitering van het statuut van gedoogde constructies
   – bij partieel herstel (meerwaarde / bouw- of aanpassingswerken) kunnen, ook
     opzichtens de niet-geregulariseerde en wederrechtelijk opgerichte of in stand
     gehouden onderdelen van een goed, stabiliteitswerken worden vergund in de
     mate de meerwaarde volledig betaald werd / de bouw- of aanpassingswerken
     volledig uitgevoerd werden (6.1.58.)
   – geldt ook bij minnelijke schikkingen (zie verder)




                                                                                     90
Reparatieluik: verjaring

 • Pro memorie: situatie voor het decreet van 4 juni 2003
    – het strafbare feit van instandhouding van stedenbouwkundige overtredingen was
      een voortdurend misdrijf. Samen met het aflopend – primaire - misdrijf was er
      een voortgezet misdrijf. Dit alles belemmerde de facto de verjaring van
      stedenbouwmisdrijven en – door toepassing van de regel van artikel 26 V.T.Sv. –
      ook de daarop geënte herstelvorderingen
    – artikel 26. V.T.Sv.: “De burgerlijke rechtsvordering volgend uit een misdrijf
      verjaart volgens de regels van het Burgerlijk Wetboek of van de bijzondere
      wetten die van toepassing zijn op de rechtsvordering tot vergoeding van de
      schade. Zij kan echter niet verjaren voor de strafvordering”
    – conclusie: ongeacht wanneer het primaire misdrijf plaats vond kon nog steeds
      het herstel gevorderd worden voor de burgerlijke rechtbank of strafrechtbank




                                                                                  91
Reparatieluik: verjaring

 • Pro memorie: het Verjaringsdecreet van 4 juni 2003
    – “De strafsanctie voor het instandhouden van inbreuken, bedoeld in het eerste lid,
       1°, 2°, 3°, 6° en 7°, geldt niet voorzover de handelingen, werken, wijzigingen of
       het strijdige gebruik niet gelegen zijn in de ruimtelijk kwetsbare gebieden,
       voorzover ze geen onaanvaardbare stedenbouwkundige hinder veroorzaken
       voor de omwonenden of voorzover ze geen ernstige inbreuk vormen op de
       essentiële stedenbouwkundige voorschriften inzake de bestemming krachtens
       het ruimtelijk uitvoeringsplan of plan van aanleg (artikel 146, derde lid DRO)”




                                                                                      92
Reparatieluik: verjaring

 • Pro memorie: chaos na het Verjaringsdecreet van 4 juni 2003
    – inwerkingtreding 22 augustus 2003
    – eerst verschillende grondwettigheidsproblemen (Arbitragehof nr. 136/2004, 22
      juli 2004, Cass. 23 november 2004, P.04.1032.N en Arbitragehof nr. 14/2005, 19
      juni 2005)
    – van het derde lid van artikel 146 DRO bleef over: “de strafsanctie geldt niet voor
      de instandhouding […[ voor zover de handelingen, werken, wijzigingen of het
      strijdige gebruik […] niet gelegen zijn in de ruimtelijk kwetsbare gebieden”
    – hamvraag was welke de draagwijdte was van het Verjaringsdecreet. Betrof het
      een decriminalisering of een strafuitsluitingsgrond?
    – belang: indien enkel een strafuitsluitingsgrond kan nog steeds het herstel
      gevorderd worden op grond van het dan nog bestaande misdrijf, zij het dan
      misschien enkel voor de burgerlijke rechtbank
    – verschillende stellingen in rechtspraak en rechtsleer en tot op heden nog steeds
      geen consensus: een overzicht


                                                                                      93
Reparatieluik: verjaring

 • Interpretatieve bepaling moet discussie nu beslechten (zie hoger en
   6.1.1.)
    – artikel 146 derde lid, ingevoegd bij decreet van 4 juni 2003 en gedeeltelijk
      vernietigd bij arrest nr. 14/2005 van 19 januari 2005 van het Grondwettelijk Hof,
      wordt geïnterpreteerd als volgt: deze bepaling heft de strafbaarstelling van de
      vermelde stedenbouwmisdrijven op
    – analyse




                                                                                      94
Reparatieluik: verjaring

 • Geen publieke herstelvordering meer (enkel) gegrond op (eerdere)
   strafbare feiten van instandhouding tenzij in ruimtelijk kwetsbaar
   gebied (6.1.1.)
    – “een herstelvordering die door de stedenbouwkundige inspecteur of het college
      van burgermeester en schepenen is ingesteld op grond van de instandhouding
      van handelingen, kan vanaf 1 september 2009 niet langer worden ingewilligd
      indien deze instandhouding op het ogenblik van de uitspraak niet meer strafbaar
      is gesteld”
    – analyse




                                                                                   95
Reparatieluik: verjaring

 • Verjaringsregel voor de publieke herstelvordering (6.1.41.)
     – in ruimtelijk kwetsbaar gebied: door verloop van TIEN jaren te rekenen vanaf
       de dag waarop het misdrijf gepleegd werd. Maar instandhouden blijft strafbaar
       dus nog steeds nultolerantie
     – in openruimtegebied: door verloop van TIEN jaren te rekenen vanaf de dag
       waarop het misdrijf gepleegd werd. Openruimtegebied= landelijke en
       recreatiegebieden aangewezen op plannen van aanleg en de gebieden
       aangewezen op ruimtelijk uitvoeringsplan die sorteren onder de categorieën
       landbouw, recreatie of de subcategorie gemengd openruimtegebied (behoudens
       VEN)
     – buiten ruimtelijk kwetsbaar gebied en buiten openruimtegebied: door
       verloop van VIJF jaren, te rekenen vanaf de dag waarop het misdrijf gepleegd
       werd
     – maar zonder dat afbreuk gedaan wordt aan de gemeenrechtelijke stuitings-
       of schorsingsgronden of aan artikel 26 V.T.Sv. Tevens wordt voorzien in een
       bijkomende schorsingsgrond n.a.v. de minnelijke schikking en de               96
       bemiddelingspogingen (zie verder)
Reparatieluik: verjaring




                           97
Reparatieluik: verjaring

 • Overgangsbepaling voor de nieuwe verjaringsregels (7.7.4.)
    – nieuwe termijnen gelden slechts vanaf 1 september 2009. De totale duur van de
      verjaringstermijn mag evenwel niet meer bedragen dan de termijnen vermeld in
      artikel 2262bis, §1, tweede en derde van het Burgerlijk Wetboek (5-20 jaar)
      indien het recht om de herstelvordering in te stellen ontstaan is voor 1 september
      2009, opnieuw zonder afbreuk te doen aan de gemeenrechtelijke stuitings- of
      schorsingsgronden en aan artikel 26 V.T.Sv.
    – analyse




                                                                                      98
Reparatieluik: verjaring

 • Nieuwe regels grondwettig bevonden door het Grondwettelijk Hof
   (zie o.m. Grondwettelijk Hof nr. 83/2010 van 29 juli 2010)




                                                                    99
Reparatieluik: verjaring

 • Verjaring van de private herstelvordering?
    – de private herstelvordering wordt in wezen ongemoeid gelaten
    – een dergelijke vordering steunt op artikel 1382 B.W.
    – zodoende enkel toepassing van artikel 2262bis, §1 tweede en derde lid B.W.,
      artikel 26 V.T.Sv. en de gemeenrechtelijke stuitings- en schorsingsgronden




                                                                                    100
Reparatieluik: oefeningen

• Illegaal bedrijf in natuurgebied gebouwd in 1991
• Vergunningsplichtige veranda illegaal bijgebouwd in woongebied in
  september 2009
• ...




                                                                 101
Reparatieluik: redelijke termijn

 • Onderscheid redelijke termijn – verjaring?
 • Arrest EHRM Hamer (27 november 2007). De herstelmaatregel –
   het herstel in de vorige toestand - als “straf” in Europeesrechtelijke
   zin van artikel 6 EVRM
 • Invloed op de herstelvordering?




                                                                        102
Reparatieluik: uitvoering

 • Advies van de Hoge Raad voor het Handhavingsbeleid vereist bij
   ambtshalve uitvoering (6.1.45. en 6.1.7.)
 • Specifieke bevoegdheid van de Hoge Raad voor het
   Handhavingsbeleid inzake de invordering van dwangsommen
   (6.1.21.)
 • Advies inzake betekening van oude vonnissen of arresten (6.1.17.)




                                                                   103
Transactieluik: begrip

 • De facto nieuw en met uitgebreider toepassingsgebied (6.1.51.)
 • Minnelijke schikking = vergelijk tussen de stedenbouwkundige
   inspecteur en de overtreder waarvan de uitvoering leidt tot het
   verval van de strafvordering en de herstelvordering
 • Het vergelijk kan bestaan uit de betaling van een geldsom en / of de
   uitvoering van door de stedenbouwkundige inspecteur opgelegde
   aanpassingwerken (dit laatste behoudens bij regularisatie van het
   onvergunde of spontaan herstel in de vorige toestand)




                                                                     104
Transactieluik: uitgesloten gevallen

 • Niet in geval van recidive
 • Niet wanneer meer dan drie misdrijven vastgesteld worden
 • Niet bij gevallen waarin het misdrijf bestaat, of ondermeer bestaat,
   uit het verrichten van handelingen in strijd met een stakingsbevel of
   in strijd met de stedenbouwkundige voorschriften aangaande de
   voor het gebied toegelaten bestemmingen




                                                                      105
Transactieluik: modaliteiten

 • Voor dagvaarding voor correctionele rechtbank of inleiding van de
   herstelvordering
 • Voorafgaand schriftelijk akkoord van de Procureur des Konings is
   vereist
 • Stedenbouwkundige toetsing bij het opleggen van bouw- of
   aanpassingswerken (protocolakkoord)




                                                                       106
Transactieluik: modaliteiten

 • Besluit van de Vlaamse Regering van 29 mei 2009 betreffende de
   minnelijke schikking in de ruimtelijke ordening:
    – bedragen tussen de € 150 en € 5000 voor geregulariseerde en niet-
      geregulariseerde misdrijven afhankelijk van de objectieve zwaarte van het
      stedenbouwmisdrijf en de omstandigheden waaronder dat misdrijf is begaan
    – aanvullend bedrag voor niet-geregulariseerde misdrijven: meerwaarde!
    – aanvraagprocedure




                                                                                  107
Transactieluik: bemiddeling

 • Tussenkomst Hoge Raad voor het Handhavingsbeleid
 • Indien de stedenbouwkundige inspecteur een minnelijk schikking
   weigert (om andere redenen dan het gebrek aan akkoord van de
   Procureur des Konings) kan de overtreder om een
   bemiddelingspoging van de Hoge Raad voor het Handhavingsbeleid
   verzoeken (6.1.52.)
 • Maar ook in elke stand van het geding kan de reeds geadieerde
   rechter een bemiddelingspoging door de Hoge Raad bevelen,
   zolang de zaak niet in beraad genomen is. Hierbij is de instemming
   van de Procureur des Koning niet vereist maar in dergelijk geval kan
   één en ander enkel tot verval van de herstelvordering leiden
   (6.1.54.)


                                                                    108
Transactieluik: impact verjaring

 • Aanvragen tot minnelijke schikking en bemiddeling van de
   aanvrager schorsen de verjaring van de strafvordering en de
   herstelvordering (zie hoger en 6.1.53.)




                                                                 109
Preventieluik: begrip en inleiding

 • Staking van de in overtreding verrichte werken / handelingen of het
   strijdig gebruik (6.1.47. e.v.)
 • De stakingsfiguur blijft behouden in de nieuwe Vlaamse Codex
   Ruimtelijke Ordening en wordt niet wezenlijk gewijzigd




                                                                     110
Preventieluik: procedure

 • Onmiddellijke staking der werken
 • Kennisgeving van proces-verbaal van vaststelling binnen 8 dagen
   per “beveiligde” zending of deurwaardersexploot
 • Binnen 8 dagen na kennisgeving bekrachtiging door de bevoegde
   stedenbouwkundige inspecteur en mededeling van de bekrachtiging
   binnen de twee werkdagen per beveiligde zending
 • Vordering tot opheffing
 • Miskenning stakingsbevel: administratieve geldboete




                                                                111
Vragen?

• …




          112
Gegevens

Jan Beleyn
jbeleyn@publius.be

PUBLIUS
Pres. Kennedypark 6/24 8500 Kortrijk Belgium
t +32 (0)56 74 56 00 f +32 (0)56 74 56 01
www.publius.be




                                               113

Weitere ähnliche Inhalte

Andere mochten auch

Future of Work Banking
Future of Work BankingFuture of Work Banking
Future of Work BankingLiane Duit
 
'Creating a vision' Trendreport 2014 - 2015
'Creating a vision' Trendreport 2014 - 2015'Creating a vision' Trendreport 2014 - 2015
'Creating a vision' Trendreport 2014 - 2015Gilles Dujardin
 
Stop brainstormen, Ga Straatjutten!
Stop brainstormen, Ga Straatjutten!Stop brainstormen, Ga Straatjutten!
Stop brainstormen, Ga Straatjutten!Richard Stomp
 
Coolhunting Amsterdam 2015 - Trendwatching
Coolhunting Amsterdam 2015 - Trendwatching Coolhunting Amsterdam 2015 - Trendwatching
Coolhunting Amsterdam 2015 - Trendwatching Els Carrette
 
Future Proof Me Happy Secretaresse Event
Future Proof Me Happy Secretaresse EventFuture Proof Me Happy Secretaresse Event
Future Proof Me Happy Secretaresse EventLiane Duit
 
IRDC 2014 | PIRCH: The reinvention of retail
IRDC 2014 | PIRCH: The reinvention of retailIRDC 2014 | PIRCH: The reinvention of retail
IRDC 2014 | PIRCH: The reinvention of retailFITCH
 
Store of the future retail event
Store of the future retail eventStore of the future retail event
Store of the future retail eventFrank Quix
 
MeasureWorks - Windesheim Almere - Why Performance matters?
MeasureWorks  - Windesheim Almere - Why Performance matters?MeasureWorks  - Windesheim Almere - Why Performance matters?
MeasureWorks - Windesheim Almere - Why Performance matters?MeasureWorks
 
Future Trends Presentation Tim Jones Ppt 97
Future Trends Presentation   Tim Jones   Ppt 97Future Trends Presentation   Tim Jones   Ppt 97
Future Trends Presentation Tim Jones Ppt 97Tim Jones
 
SMASH Keynote: The Infinite Future
SMASH Keynote: The Infinite Future SMASH Keynote: The Infinite Future
SMASH Keynote: The Infinite Future Mathew Sweezey
 
Retail Trends Report 2015
Retail Trends Report 2015Retail Trends Report 2015
Retail Trends Report 2015RICS Software
 
10 Retail Trends 2016
10 Retail Trends 201610 Retail Trends 2016
10 Retail Trends 2016Crossmarks
 
Affluent Buyers Exposed: Get The Full Exposé
Affluent Buyers Exposed: Get The Full ExposéAffluent Buyers Exposed: Get The Full Exposé
Affluent Buyers Exposed: Get The Full ExposéNeedle
 
Top 10 Global Future Trends 2016 - Entrepreneurs Institute
Top 10 Global Future Trends 2016 - Entrepreneurs InstituteTop 10 Global Future Trends 2016 - Entrepreneurs Institute
Top 10 Global Future Trends 2016 - Entrepreneurs InstituteRoger Hamilton
 
Shopping 2020 for Retail 2030 course
Shopping 2020 for Retail 2030 courseShopping 2020 for Retail 2030 course
Shopping 2020 for Retail 2030 courseIskander Smit
 
Futurice Retail Trends 2020
Futurice Retail Trends 2020Futurice Retail Trends 2020
Futurice Retail Trends 2020Futurice
 
What is Omnichannel Retail? Past. Present. Future.
What is Omnichannel Retail? Past. Present. Future.What is Omnichannel Retail? Past. Present. Future.
What is Omnichannel Retail? Past. Present. Future.Mihai Dragan
 
10 of the Biggest Stories in Technology
10 of the Biggest Stories in Technology10 of the Biggest Stories in Technology
10 of the Biggest Stories in TechnologyBrett Cotham
 
TEDx Talk 2014: Sales 2020, Future trends in sales and sales management.
TEDx Talk 2014: Sales 2020, Future trends in sales and sales management. TEDx Talk 2014: Sales 2020, Future trends in sales and sales management.
TEDx Talk 2014: Sales 2020, Future trends in sales and sales management. Antwerp Management School
 

Andere mochten auch (20)

Future of Work Banking
Future of Work BankingFuture of Work Banking
Future of Work Banking
 
'Creating a vision' Trendreport 2014 - 2015
'Creating a vision' Trendreport 2014 - 2015'Creating a vision' Trendreport 2014 - 2015
'Creating a vision' Trendreport 2014 - 2015
 
Stop brainstormen, Ga Straatjutten!
Stop brainstormen, Ga Straatjutten!Stop brainstormen, Ga Straatjutten!
Stop brainstormen, Ga Straatjutten!
 
Coolhunting Amsterdam 2015 - Trendwatching
Coolhunting Amsterdam 2015 - Trendwatching Coolhunting Amsterdam 2015 - Trendwatching
Coolhunting Amsterdam 2015 - Trendwatching
 
Future Proof Me Happy Secretaresse Event
Future Proof Me Happy Secretaresse EventFuture Proof Me Happy Secretaresse Event
Future Proof Me Happy Secretaresse Event
 
IRDC 2014 | PIRCH: The reinvention of retail
IRDC 2014 | PIRCH: The reinvention of retailIRDC 2014 | PIRCH: The reinvention of retail
IRDC 2014 | PIRCH: The reinvention of retail
 
Store of the future retail event
Store of the future retail eventStore of the future retail event
Store of the future retail event
 
MeasureWorks - Windesheim Almere - Why Performance matters?
MeasureWorks  - Windesheim Almere - Why Performance matters?MeasureWorks  - Windesheim Almere - Why Performance matters?
MeasureWorks - Windesheim Almere - Why Performance matters?
 
Future Trends Presentation Tim Jones Ppt 97
Future Trends Presentation   Tim Jones   Ppt 97Future Trends Presentation   Tim Jones   Ppt 97
Future Trends Presentation Tim Jones Ppt 97
 
SMASH Keynote: The Infinite Future
SMASH Keynote: The Infinite Future SMASH Keynote: The Infinite Future
SMASH Keynote: The Infinite Future
 
Retail Trends Report 2015
Retail Trends Report 2015Retail Trends Report 2015
Retail Trends Report 2015
 
10 Retail Trends 2016
10 Retail Trends 201610 Retail Trends 2016
10 Retail Trends 2016
 
Affluent Buyers Exposed: Get The Full Exposé
Affluent Buyers Exposed: Get The Full ExposéAffluent Buyers Exposed: Get The Full Exposé
Affluent Buyers Exposed: Get The Full Exposé
 
Top 10 Global Future Trends 2016 - Entrepreneurs Institute
Top 10 Global Future Trends 2016 - Entrepreneurs InstituteTop 10 Global Future Trends 2016 - Entrepreneurs Institute
Top 10 Global Future Trends 2016 - Entrepreneurs Institute
 
Shopping 2020 for Retail 2030 course
Shopping 2020 for Retail 2030 courseShopping 2020 for Retail 2030 course
Shopping 2020 for Retail 2030 course
 
Futurice Retail Trends 2020
Futurice Retail Trends 2020Futurice Retail Trends 2020
Futurice Retail Trends 2020
 
What is Omnichannel Retail? Past. Present. Future.
What is Omnichannel Retail? Past. Present. Future.What is Omnichannel Retail? Past. Present. Future.
What is Omnichannel Retail? Past. Present. Future.
 
10 of the Biggest Stories in Technology
10 of the Biggest Stories in Technology10 of the Biggest Stories in Technology
10 of the Biggest Stories in Technology
 
Future Trends in the Digital Workplace
Future Trends in the Digital WorkplaceFuture Trends in the Digital Workplace
Future Trends in the Digital Workplace
 
TEDx Talk 2014: Sales 2020, Future trends in sales and sales management.
TEDx Talk 2014: Sales 2020, Future trends in sales and sales management. TEDx Talk 2014: Sales 2020, Future trends in sales and sales management.
TEDx Talk 2014: Sales 2020, Future trends in sales and sales management.
 

Ähnlich wie Pucfinals2011

PPP gebiedsontwikkeling
PPP gebiedsontwikkelingPPP gebiedsontwikkeling
PPP gebiedsontwikkelingPublius
 
Handhaving in de ruimtelijke ordening: wat brengt de omgevingsvergunningstoek...
Handhaving in de ruimtelijke ordening: wat brengt de omgevingsvergunningstoek...Handhaving in de ruimtelijke ordening: wat brengt de omgevingsvergunningstoek...
Handhaving in de ruimtelijke ordening: wat brengt de omgevingsvergunningstoek...Publius
 
Handhaving nagekeken (3)
Handhaving nagekeken (3)Handhaving nagekeken (3)
Handhaving nagekeken (3)Publius
 
Wienke Zwier over actualiteiten natuurbeschermingsrecht
Wienke Zwier over actualiteiten natuurbeschermingsrechtWienke Zwier over actualiteiten natuurbeschermingsrecht
Wienke Zwier over actualiteiten natuurbeschermingsrechtAKD
 
Gemeentedagen 2014 - Actualiteiten ruimtelijk bestuursrecht
Gemeentedagen 2014 - Actualiteiten ruimtelijk bestuursrechtGemeentedagen 2014 - Actualiteiten ruimtelijk bestuursrecht
Gemeentedagen 2014 - Actualiteiten ruimtelijk bestuursrechtAKD
 
Salongesprek
SalongesprekSalongesprek
SalongesprekPublius
 
Hekkelman Advocaten - Juridische houdbaarheid langdurig verhuren
Hekkelman Advocaten - Juridische houdbaarheid langdurig verhurenHekkelman Advocaten - Juridische houdbaarheid langdurig verhuren
Hekkelman Advocaten - Juridische houdbaarheid langdurig verhurenPleisureworld1
 
De vlaamse ruimtelijke ordening 2012: capita selecta (Publius)
De vlaamse ruimtelijke ordening 2012: capita selecta (Publius)De vlaamse ruimtelijke ordening 2012: capita selecta (Publius)
De vlaamse ruimtelijke ordening 2012: capita selecta (Publius)Publius
 

Ähnlich wie Pucfinals2011 (9)

PPP gebiedsontwikkeling
PPP gebiedsontwikkelingPPP gebiedsontwikkeling
PPP gebiedsontwikkeling
 
Handhaving in de ruimtelijke ordening: wat brengt de omgevingsvergunningstoek...
Handhaving in de ruimtelijke ordening: wat brengt de omgevingsvergunningstoek...Handhaving in de ruimtelijke ordening: wat brengt de omgevingsvergunningstoek...
Handhaving in de ruimtelijke ordening: wat brengt de omgevingsvergunningstoek...
 
Handhaving nagekeken (3)
Handhaving nagekeken (3)Handhaving nagekeken (3)
Handhaving nagekeken (3)
 
Wienke Zwier over actualiteiten natuurbeschermingsrecht
Wienke Zwier over actualiteiten natuurbeschermingsrechtWienke Zwier over actualiteiten natuurbeschermingsrecht
Wienke Zwier over actualiteiten natuurbeschermingsrecht
 
Gemeentedagen 2014 - Actualiteiten ruimtelijk bestuursrecht
Gemeentedagen 2014 - Actualiteiten ruimtelijk bestuursrechtGemeentedagen 2014 - Actualiteiten ruimtelijk bestuursrecht
Gemeentedagen 2014 - Actualiteiten ruimtelijk bestuursrecht
 
Salongesprek
SalongesprekSalongesprek
Salongesprek
 
Hekkelman Advocaten - Juridische houdbaarheid langdurig verhuren
Hekkelman Advocaten - Juridische houdbaarheid langdurig verhurenHekkelman Advocaten - Juridische houdbaarheid langdurig verhuren
Hekkelman Advocaten - Juridische houdbaarheid langdurig verhuren
 
De vlaamse ruimtelijke ordening 2012: capita selecta (Publius)
De vlaamse ruimtelijke ordening 2012: capita selecta (Publius)De vlaamse ruimtelijke ordening 2012: capita selecta (Publius)
De vlaamse ruimtelijke ordening 2012: capita selecta (Publius)
 
Presentatie Beheersverordening
Presentatie BeheersverordeningPresentatie Beheersverordening
Presentatie Beheersverordening
 

Mehr von Publius

Overheidsaansprakelijkheid 26.08.2021
Overheidsaansprakelijkheid 26.08.2021Overheidsaansprakelijkheid 26.08.2021
Overheidsaansprakelijkheid 26.08.2021Publius
 
Decreet integraal handelsvestigingsbeleid studiedag omgeving - 1 december 2017
Decreet integraal handelsvestigingsbeleid   studiedag omgeving - 1 december 2017Decreet integraal handelsvestigingsbeleid   studiedag omgeving - 1 december 2017
Decreet integraal handelsvestigingsbeleid studiedag omgeving - 1 december 2017Publius
 
Studiedag ruimtelijke ordening plan mer (003)
Studiedag ruimtelijke ordening plan mer (003)Studiedag ruimtelijke ordening plan mer (003)
Studiedag ruimtelijke ordening plan mer (003)Publius
 
National tenderday aanbesteder in moeilijkheden
National tenderday aanbesteder in moeilijkhedenNational tenderday aanbesteder in moeilijkheden
National tenderday aanbesteder in moeilijkhedenPublius
 
Artikel 159 Grondwet
Artikel 159 GrondwetArtikel 159 Grondwet
Artikel 159 GrondwetPublius
 
Milieueffectenrapportage
Milieueffectenrapportage Milieueffectenrapportage
Milieueffectenrapportage Publius
 
Presentatie leandra dag ruimtelijke ordening
Presentatie leandra dag ruimtelijke ordeningPresentatie leandra dag ruimtelijke ordening
Presentatie leandra dag ruimtelijke ordeningPublius
 
Presentatie Dirk Van Heuven congres handelsvestigingen
Presentatie Dirk Van Heuven congres handelsvestigingenPresentatie Dirk Van Heuven congres handelsvestigingen
Presentatie Dirk Van Heuven congres handelsvestigingenPublius
 
Dro milieueffectenrapportage
Dro   milieueffectenrapportageDro   milieueffectenrapportage
Dro milieueffectenrapportagePublius
 
Slo actualiteiten overheidsopdrachten - zonder toelichting ppt 7
Slo   actualiteiten overheidsopdrachten - zonder toelichting ppt 7Slo   actualiteiten overheidsopdrachten - zonder toelichting ppt 7
Slo actualiteiten overheidsopdrachten - zonder toelichting ppt 7Publius
 
Jb omgevingsvergunning ppt 5
Jb omgevingsvergunning ppt 5Jb omgevingsvergunning ppt 5
Jb omgevingsvergunning ppt 5Publius
 
Gl contracteren met de overheid
Gl contracteren met de overheidGl contracteren met de overheid
Gl contracteren met de overheidPublius
 
Gd natuurbescherming nr 2
Gd natuurbescherming nr 2Gd natuurbescherming nr 2
Gd natuurbescherming nr 2Publius
 
Dvh bestuurlijke lus ppt 3
Dvh   bestuurlijke lus ppt 3Dvh   bestuurlijke lus ppt 3
Dvh bestuurlijke lus ppt 3Publius
 
Milieudagen leuven
Milieudagen leuvenMilieudagen leuven
Milieudagen leuvenPublius
 
Spreekbeurt erfgoed
Spreekbeurt erfgoedSpreekbeurt erfgoed
Spreekbeurt erfgoedPublius
 
De omgevingsvergunning evolutie of revolutieallerlaatste
De omgevingsvergunning   evolutie of revolutieallerlaatsteDe omgevingsvergunning   evolutie of revolutieallerlaatste
De omgevingsvergunning evolutie of revolutieallerlaatstePublius
 
De omgevingsvergunning evolutie of revolutie
De omgevingsvergunning   evolutie of revolutieDe omgevingsvergunning   evolutie of revolutie
De omgevingsvergunning evolutie of revolutiePublius
 
3 jr - mandatarissen en personeel - zonder opmerkingen
3   jr - mandatarissen en personeel - zonder opmerkingen3   jr - mandatarissen en personeel - zonder opmerkingen
3 jr - mandatarissen en personeel - zonder opmerkingenPublius
 
Slides seminarie. gemeentepersoneel en gemeentemandatarissen burgerrechteli...
Slides seminarie. gemeentepersoneel en gemeentemandatarissen   burgerrechteli...Slides seminarie. gemeentepersoneel en gemeentemandatarissen   burgerrechteli...
Slides seminarie. gemeentepersoneel en gemeentemandatarissen burgerrechteli...Publius
 

Mehr von Publius (20)

Overheidsaansprakelijkheid 26.08.2021
Overheidsaansprakelijkheid 26.08.2021Overheidsaansprakelijkheid 26.08.2021
Overheidsaansprakelijkheid 26.08.2021
 
Decreet integraal handelsvestigingsbeleid studiedag omgeving - 1 december 2017
Decreet integraal handelsvestigingsbeleid   studiedag omgeving - 1 december 2017Decreet integraal handelsvestigingsbeleid   studiedag omgeving - 1 december 2017
Decreet integraal handelsvestigingsbeleid studiedag omgeving - 1 december 2017
 
Studiedag ruimtelijke ordening plan mer (003)
Studiedag ruimtelijke ordening plan mer (003)Studiedag ruimtelijke ordening plan mer (003)
Studiedag ruimtelijke ordening plan mer (003)
 
National tenderday aanbesteder in moeilijkheden
National tenderday aanbesteder in moeilijkhedenNational tenderday aanbesteder in moeilijkheden
National tenderday aanbesteder in moeilijkheden
 
Artikel 159 Grondwet
Artikel 159 GrondwetArtikel 159 Grondwet
Artikel 159 Grondwet
 
Milieueffectenrapportage
Milieueffectenrapportage Milieueffectenrapportage
Milieueffectenrapportage
 
Presentatie leandra dag ruimtelijke ordening
Presentatie leandra dag ruimtelijke ordeningPresentatie leandra dag ruimtelijke ordening
Presentatie leandra dag ruimtelijke ordening
 
Presentatie Dirk Van Heuven congres handelsvestigingen
Presentatie Dirk Van Heuven congres handelsvestigingenPresentatie Dirk Van Heuven congres handelsvestigingen
Presentatie Dirk Van Heuven congres handelsvestigingen
 
Dro milieueffectenrapportage
Dro   milieueffectenrapportageDro   milieueffectenrapportage
Dro milieueffectenrapportage
 
Slo actualiteiten overheidsopdrachten - zonder toelichting ppt 7
Slo   actualiteiten overheidsopdrachten - zonder toelichting ppt 7Slo   actualiteiten overheidsopdrachten - zonder toelichting ppt 7
Slo actualiteiten overheidsopdrachten - zonder toelichting ppt 7
 
Jb omgevingsvergunning ppt 5
Jb omgevingsvergunning ppt 5Jb omgevingsvergunning ppt 5
Jb omgevingsvergunning ppt 5
 
Gl contracteren met de overheid
Gl contracteren met de overheidGl contracteren met de overheid
Gl contracteren met de overheid
 
Gd natuurbescherming nr 2
Gd natuurbescherming nr 2Gd natuurbescherming nr 2
Gd natuurbescherming nr 2
 
Dvh bestuurlijke lus ppt 3
Dvh   bestuurlijke lus ppt 3Dvh   bestuurlijke lus ppt 3
Dvh bestuurlijke lus ppt 3
 
Milieudagen leuven
Milieudagen leuvenMilieudagen leuven
Milieudagen leuven
 
Spreekbeurt erfgoed
Spreekbeurt erfgoedSpreekbeurt erfgoed
Spreekbeurt erfgoed
 
De omgevingsvergunning evolutie of revolutieallerlaatste
De omgevingsvergunning   evolutie of revolutieallerlaatsteDe omgevingsvergunning   evolutie of revolutieallerlaatste
De omgevingsvergunning evolutie of revolutieallerlaatste
 
De omgevingsvergunning evolutie of revolutie
De omgevingsvergunning   evolutie of revolutieDe omgevingsvergunning   evolutie of revolutie
De omgevingsvergunning evolutie of revolutie
 
3 jr - mandatarissen en personeel - zonder opmerkingen
3   jr - mandatarissen en personeel - zonder opmerkingen3   jr - mandatarissen en personeel - zonder opmerkingen
3 jr - mandatarissen en personeel - zonder opmerkingen
 
Slides seminarie. gemeentepersoneel en gemeentemandatarissen burgerrechteli...
Slides seminarie. gemeentepersoneel en gemeentemandatarissen   burgerrechteli...Slides seminarie. gemeentepersoneel en gemeentemandatarissen   burgerrechteli...
Slides seminarie. gemeentepersoneel en gemeentemandatarissen burgerrechteli...
 

Pucfinals2011

  • 1. Mr. Jan Beleyn Kortrijk 07/04/2011 Praktische aspecten van vastgoed Administratief recht: de nieuwe Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (en meer) 1
  • 2. Outline • Verwelkoming en voorstelling • Opzet van deze opleiding 2
  • 3. Introductie • Wat is publiek recht? – het geheel van de rechtsnormen betreffende de organisatie en de werking van de staat, de verhouding tussen de staatsmachten onderling en tussen de staatsmachten en de rechtsonderhorigen – publiek recht vs. privaat recht • Wat is administratief recht? – onderdeel van het publiek recht – het administratief recht is het recht dat zich bezighoudt met de regeling van de staatstak na afscheiding van de wetgeving en rechtspraak 3
  • 4. Capita selecta en methodologie • Keuze voor de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening • Excursus naar andere beleidsdomeinen – milieu – natuur – economie • Bundel • Examen? 4
  • 5. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening? • Eerder: Stedebouwwet 1962 en het Coördinatiedecreet 1996 betreffende de ruimtelijke ordening • Verder ook het Decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening (DORO of DRO) 5
  • 6. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening? • Decreet van 27 maart 2009 tot aanpassing en aanvulling van het ruimtelijk plannings-, vergunningen- en handhavingsbeleid (“Aanpassingsdecreet”) – achtergrond – 20ste wijziging van het Decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening – inwerkingtreding op 1 september 2009 • Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening – uitvoering van artikel 99 van het Aanpassingsdecreet – zelf ook al één keer vrij substantieel gewijzigd (wijzigingsdecreet van 9 augustus 2010) – bepaalde zaken al uitgevoerd, andere nog niet 6
  • 8. Vergunningen? • Voorafgaande administratiefrechtelijke expliciete (en geschreven) toelating tot… • Twee vergunningen specifiek in het beleidsdomein van de ruimtelijke ordening – de stedenbouwkundige vergunning (vroeger “bouwvergunning”) – de verkavelingsvergunning 8
  • 9. Stedenbouwkundige vergunning • Vergunningsplicht (4.2.1.): – verschillende bouwwerken: het optrekken of plaatsen van een constructie, het functioneel samenbrengen van materialen waardoor een constructie ontstaat en het afbreken, herbouwen, verbouwen en uitbreiden van een constructie (4.1.1. 3°) – ontbossen – “bos” in de zin van het Bosdecreet 1990 – vellen van zogenaamde “hoogstammige bomen” – reliëfwijziging – zekere inrichtingswerkzaamheden voor o.m. het stationeren van voertuigen en het gewoonlijk gebruik van grond – wijzigen van de hoofdfunctie van een bebouwd onroerend goed - verschillende functiecategorieën volgens een Besluit van de Vlaamse regering van 14 april 2000: (1) wonen (2) verblijfsrecreatie (3) dagrecreatie (4) landbouw in de ruime zin (5) handel, horeca, kantoorfunctie en diensten en (6) industrie en ambacht 9
  • 10. Stedenbouwkundige vergunning • Vergunningsplicht (4.2.1.): – wijziging van het aantal woongelegenheden – aanleggen of wijzigen van recreatieve terreinen – en….zekere vergunningsplichtige handelingen uit provinciale en gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen (zie verder) 10
  • 11. Stedenbouwkundige vergunning • Bestaande eerste uitzondering: van stedenbouwkundige vergunning vrijgestelde handelingen (4.2.3.) – decretale vrijstelling van onderhoudswerken (4.2.1.): werken, andere dan stabiliteitswerken (4.1.1.11°), die het gebruik van een constructie voor de toekomst veilig stellen door het bijwerken, herstellen of vervangen van geërodeerde of versleten materialen of onderdelen (4.1.1.9°) – Nieuw Vrijstellingsbesluit in werking getreden op 1 december 2010 – modulering mogelijk op lokaal niveau (zie verder) 11
  • 12. Stedenbouwkundige vergunning • Recente tweede uitzondering: de meldingsplicht (4.2.2.) – Besluit van de Vlaamse regering van 16 juli 2010 betreffende de meldings- plichtige handelingen – procedure: melding per beveiligde zending (1.1.2.3°) bij de gemeente. Het College van Burgemeester en Schepenen kan enkel akte nemen van de aangemelde handelingen. Handelingen mogen pas aangevat worden vanaf de twintigste dag na de datum van de melding. De aangemelde handelingen kunnen niet meer aangevat worden indien twee jaar na datum van melding verstreken zijn – gelijkschakeling met de stedenbouwkundige vergunning – modulering mogelijk op lokaal niveau (zie verder) – o.m. niet in “ruimtelijk kwetsbaar gebied” (zie verder en 1.1.2.10°) en niet wanneer in strijd met de ruimtelijke plannen (zie verder) – bijzondere regeling voor zorgwonen (4.2.4. juncto 4.1.1.18°) 12
  • 13. Verkavelingsvergunning • Vergunningsplicht (4.2.15.) – niemand mag zonder verkavelingsvergunning een stuk grond verkavelen voor woningbouw of voor het opstellen van vaste of verplaatsbare constructies die voor bewoning kunnen worden gebruikt – verkaveling vs. verdeling als uiting van het eigendomsrecht • Ook een mogelijkheid (4.2.15.) – voor het verkavelen en het bebouwen van terreinen voor andere functies (klassiek: zogenaamde “industriële verkavelingen” bij de ontwikkeling van nieuwe lokale bedrijventerreinen) • De verkavelingsvergunning als stedenbouwkundige vergunning (4.2.17.) – wegen, reliëfwijzigingen, ontbossen en afbraak 13
  • 14. Verkavelingsvergunning • Het reglementaire karakter van de verkavelingsvergunning: ruimtelijke planning in microformaat – een verkavelingsvergunning omvat reglementaire voorschriften aangaande de wijze waarop de verkaveling ingericht wordt en de kavels bebouwd worden (4.2.15.) – een eigenaar van een in een niet-vervallen verkavelingsvergunning begrepen kavel kan een wijziging van de verkavelingsvergunning aanvragen. De wijziging van de verkavelingsvergunning moet worden geweigerd als de eigenaars van meer dan de helft van de in de oorspronkelijke vergunning toegestane kavels een ontvankelijk, gegrond en op ruimtelijke motieven gesteund bezwaar indienen (4.6.7.) – ook beperkte mogelijkheden om te verzaken aan de uit een verkavelings - vergunning verkregen rechten (4.6.8.) – ook zekere afwijkingsmogelijkheden (zie verder) 14
  • 15. Vergunningen: enkele kenmerken • Een vergunning verleent rechten, maar nooit een “subjectief recht” op vergunningen • Aan de vergunning kunnen voorwaarden en lasten gekoppeld worden – voorwaarden (4.2.19.): begrip en voorbeelden – lasten (4.2.20.): begrip en voorbeelden • Vergunningen hebben een ”zakelijk” karakter (4.2.22.) – vergunning slaat op de vergunde handeling, niet op de vergunningsaanvrager – EXCURSUS: korte vergelijking met andere vergunningen en toelatingen • Fasering van vergunningen (4.2.21.) – ook relevant voor geldingsduur van de vergunning (zie verder) 15
  • 16. Vergunningen: enkele oefeningen • De nv Ruwel verkoopt schoenen. In een oud industrieel pand ziet zij een opportuniteit. Het gebouw is zonder meer geschikt voor de verkoop en er dringen zich zelfs geen werken meer op. De nv Ruwel wil klaar zijn voor de zomersolden die over twee weken van start gaan • Eva heeft al enige tijd last van vocht over de ganse westelijke gevel van haar 5 jaar oude woonst. De aannemer stelt voor om een dragende muur volledig te herbouwen. De bakstenen zijn gelukkig niet aangetast en kunnen worden gerecupereerd • Gaël woont naast een rustig praat- en eetcafé “De Vagant”. Op een zaterdag blijkt De Vagant plaats te hebben geruimd voor “Hard Rock Forever”. Gaël slaapt sindsdien nog nauwelijks. Zij weet echter dat voor de herinrichting van het café geen stedenbouwkundige vergunning voorhanden is 16
  • 17. Vergunningen: enkele oefeningen • De Nv Das heeft grond op overschot achter haar vestiging in Aarschot. De grond is gelegen in woongebied. De nv Smak, een onderneming gespecialiseerd in terrasbouw, wil er een winkel oprichten. Dient een verkavelingsvergunning bekomen te worden? • … 17
  • 18. Vergunningen in de tijd • Stedenbouwkundige vergunning (4.6.2.) – geldigheidsduur: bijna steeds voor onbepaalde duur. In de toekomst mogelijk wel tijdelijke vergunningen – vervalregeling: werken moeten (daadwerkelijk) worden gestart binnen de twee jaar na afgifte van de vergunning én de werken mogen niet onderbroken zijn gedurende meer dan twee jaar én het vergunde gebouw moet winddicht zijn binnen de drie jaar na de aanvang van de werken – aard van het verval: van rechtswege maar partieel – overmacht speelt niet (Cass. 7 mei 1980 en R.v.St. nv Immob. de Westende, nr. 36.768, 28 maart 1991) – fasering 18
  • 19. Vergunningen in de tijd • Verkavelingsvergunning (4.6.4.) – ratio legis: vermijden van speculatie en ophoping onbebouwde percelen – onderscheid tussen verkavelingsvergunningen zonder (“kleine verkavelingen”) en met (“grote verkavelingen”) wegeniswerken – vervalregeling voor “kleine verkavelingen”: binnen een termijn van vijf jaar na afgifte van de vergunning moeten 1/3 van de loten verkocht of verhuurd zijn (voor meer dan negen jaar) of bezwaard zijn met een erfpacht of opstalrecht. Binnen een termijn van tien jaar moeten 2/3 van de loten verkocht of verhuurd zijn (voor meer dan negen jaar) of bezwaard zijn met een erfpacht of opstalrecht – vervalregeling voor “grote verkavelingen”: binnen een termijn van vijf jaar na de afgifte van de vergunning moet overgegaan worden tot oplevering van de onmiddellijk uit te voeren lasten / moet een waarborg verschaft zijn. Daarna geldt opnieuw wat t.a.v. kleine verkavelingen wordt vooropgesteld, maar nu 1/3 binnen de tien jaar en 2/3 binnen de vijftien jaar 19
  • 20. Vergunningen in de tijd – enkele handigheden… – wat met verkopen van verkavelingen in hun geheel (7.5.6.)? – fasering 20
  • 21. Excursus: band met milieuvergunning • Koppeling stedenbouwkundige vergunning - milieuvergunning en milieumelding (4.5.1.) – milieuvergunning en milieumelding – spiegelconstructie: stedenbouwkundige vergunning wordt geschorst tot de milieuvergunning bekomen werd of milieumelding gedaan werd. Stedenbouwkundige vergunning vervalt van rechtswege als de milieuvergunning definitief geweigerd wordt. Omgekeerd wordt de milieuvergunning geschorst zolang de stedenbouwkundige vergunning niet bekomen werd en de milieuvergunning vervalt van rechtswege als de stedenbouwkundige vergunning definitief geweigerd wordt 21
  • 22. Excursus: band met de SE-vergunning • Koppeling stedenbouwkundige vergunning – sociaal-economische vergunning – sociaal - economische vergunning? – ontkoppeld bij Wet van 2004 (in december 2009 gewijzigd) – wel een indirecte koppeling via de handhaving? 22
  • 23. Vergunningen: enkele oefeningen • De nv Merlomar wenst een bijkomende industriehal te bouwen voor een nieuwe productie van kunstvezels. Snel bekomt zij een stedenbouwkundige vergunning • Thierry, metser, bekomt op 17 september 2009 een stedenbouwkundige vergunning voor de bouw van een vrijstaande garage/berging met klassiek V - dak. Hij wenst zelf de garage te zetten maar stelt de bouw ervan uit. Finaal vangt hij hiermee maar aan eind augustus 2011. In september 2011 is evenwel enkel nog maar de vloerplaat gegoten (en heeft hij ook al enkele nutsvoorzieningen doorgetrokken). De zaken slepen maar aan. In de twee navolgende zomers geraakt hij niet verder dan het opmetsen van twee muren. Hij heeft aan vrouwlief moeten beloven de garage na het bouwverlof 2014 af te werken. Net voor het bouwverlof 2014 wordt hij evenwel het slachtoffer van een ernstig arbeidsongeval 23
  • 24. Vergunningen: procedure • Onderscheid tussen een reguliere en een bijzondere procedure (4.7.1.) – bijzondere procedure voor handelingen van algemeen belang of voor aanvragen ingediend door publiekrechtelijke of semipublieke rechtspersonen • Onderscheid tussen ontvoogde en niet-ontvoogde gemeente (4.7.1.) – ontvoogde gemeente: gemeente beschikt over een goedgekeurd (volledig) ruimtelijk structuurplan, een gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar, een plannenregister, een vergunningenregister en een register van onbebouwde percelen (7.2.1.) – versoepeling (7.2.1.) – opvallende sanctieregeling (7.2.1.) – welke gemeenten zijn ontvoogd (www.ruimtelijkeordening.be)? – relevantie: voornamelijk de tussenkomst van de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar 24
  • 25. Vergunningen: procedure in 10 stappen • (1) NIEUW: vooraf: de projectvergadering (5.3.2.) – voor belangrijke bouw- of verkavelingsprojecten. Besluit van 19 maart 2010 van de Vlaamse regering • (2) Aanvraag (4.7.13.) – wordt ingediend bij het bevoegde College van Burgermeester en Schepenen – Besluit van de Vlaamse regering: verschillende regels aangaande de samenstelling van het bouwdossier en de al dan niet verplichte tussenkomst van een architect • (3) Ontvankelijkheidsonderzoek (4.7.14.) – eerst een ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek. Het resultaat hiervan wordt binnen de 14 dagen (ordetermijn) meegedeeld aan de aanvrager per beveiligde zending • (4) Openbaar onderzoek (4.7.15.)? – Besluit van de Vlaamse regering 25
  • 26. Vergunningen: procedure in 10 stappen • (5) Adviesverlening (4.7.16.) – Besluit van de Vlaamse regering – onderscheid tussen bindende en niet-bindende adviezen? – niet-ontvoogde gemeenten behoeven nog steeds het advies van de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar dat bindend is in geval het negatief is of voorwaarden oplegt – facultatief advies van de GECORO 26
  • 27. Vergunningen: procedure in 10 stappen • (6) Beslissing in eerste aanleg (4.7.18.) – na een verslag van de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar (4.7.17.) neemt het College van Burgemeester en Schepen een beslissing binnen de 75 dagen indien het aangevraagde gelegen is in een ontvoogde gemeente, over de aanvraag geen openbaar onderzoek moet gevoerd worden en niet samen met een milieuaanvraag moet ingediend worden (zie verder) – anders: 105 dagen – verkavelingsaanvraag steeds binnen de 150 dagen – bij gebreke aan een tijdige beslissing wordt de aanvraag geacht afgewezen te worden (stilzwijgende weigeringsbeslissing) • (7) Mededeling beslissing in eerste aanleg (4.7.19.) – binnen een ordetermijn van 10 dagen – formaliteit: aanplakking van de verkregen vergunning – uitvoerbaarheid: wachttermijn van 35 dagen te rekenen vanaf de aanplakking 27
  • 28. Vergunningen: procedure in 10 stappen • (8) Schorsend administratief georganiseerd beroep (4.7.21-25.) – wordt ingediend bij de Deputatie binnen de 30 dagen – wie kan beroep indienen? – belangrijke formaliteiten (ontvankelijkheidsvereisten ook in een Besluit van de Vlaamse regering) – beslissing binnen een vervaltermijn van 75 dagen / 105 dagen (hoorrecht) + opnieuw mededeling binnen een ordetermijn van 10 dagen – bij gebreke aan een tijdige beslissing wordt de aanvraag geacht afgewezen te worden (stilzwijgende weigeringsbeslissing) – formaliteit: aanplakking – opnieuw de wachttermijn (36ste dag na de dag van de aanplakking) • (9) Raad voor vergunningsbetwistingen (4.8.1-31.) – administratief rechtscollege – (o.m.) beroep tegen vergunningsbeslissing in laatste administratieve aanleg – beroepstermijn: 30 dagen 28
  • 29. Vergunningen: procedure in 10 stappen – niet-schorsend, wel mogelijkheid om schorsing te vragen – schets van de procedure – onderscheid tussen een administratief en een juridisch beroep – hoelang loopt een dergelijke procedure? – verleent niet zelf de vergunningen • (10) Enkel nog cassatieberoep bij de Raad van State – cassatieberoep? 29
  • 30. Excursus: procedure • Afstemming aanvraagprocedure stedenbouwkundige vergunning en milieuvergunning middels het zogenaamde “uniek loket” (4.7.3. e.v.) – enkel wanneer de gemeente in beide gevallen bevoegd is – in te dienen op een uniek gemeentelijk loket – gezamenlijke mededeling van het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek – gezamenlijke adviesaanvragen – gezamenlijk openbaar onderzoek – gezamenlijke weerlegging van stedenbouwkundige en milieugebonden bezwaren – gelijktijdige beslissing 30
  • 31. Uitsmijter: het stedenbouwkundig attest • Dient steeds een ganse vergunningsprocedure doorlopen te worden om te weten of mijn project kans maakt? Nee, er is ook het zogenaamde “stedenbouwkundig attest” (5.3.1.) – het stedenbouwkundig attest geeft op basis van een plan aan of een overwogen project in redelijkheid de toets aan de stedenbouwkundige voorschriften, de eventuele verkavelingsvoorschriften en een goede ruimtelijke ordening zal kunnen doorstaan – bindend bij status quo van de stedenbouwkundige voorschriften – maar is geen vergunning – procedure – blijft 2 jaar geldig 31
  • 34. Ruimtelijke planning: inleiding • Beknopt en ter ingeleide: wat zijn ruimtelijke plannen? – omschrijving en ratio legis – stedenbouwkundige voorschriften (1.1.2.13°) – de ruimtelijke plannen s.s. houdende “bestemmingsvoorschriften” (4.1.1.1°) – ook stedenbouwkundige verordeningen – EXCURUS: voorbeelden van andere dan ruimtelijke plannen van belang bij de beoordeling van een zeker project (www.gisvlaanderen.be) – ter herinnering: ook in verkavelingsvergunningen staan zekere reglementaire voorschriften • Overgangsfase (zie hoger) – tot op heden zitten we nog steeds in een overgangsfase tussen het oude planinstrumentarium uit de Stedebouwwet 1962 / het Coördinatiedecreet 1996 en het nieuwe planinstrumentarium uit het Decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening 34
  • 35. Oude planinstrumentarium • Plannen van aanleg – op gewestelijk niveau: de gewestplannen – op gemeentelijk niveau: algemene en bijzondere plannen van aanleg 35
  • 36. Gewestplannen • Gewestplannen zijn klassieke bestemmingsplannen voor de verschillende “gewesten” – bindende en verordenende kracht – K.B. 28/12/1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp- gewestplannen en de gewestplannen juncto Omzendbrief 8/7/1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen (www.ruimtelijkeordening.be) – korte procedureschets 36
  • 37. Gewestplannen • Consulteerbaar op www.gisvlaanderen.be : enkele oefeningen 37
  • 38. Gemeentelijke plannen van aanleg • Meer gedetailleerde bestemmings- en inrichtingsplannen: de algemene plannen van aanleg (APA‟s) en (vooral) de bijzondere plannen van aanleg (BPA‟s) – bindende en verordenende kracht – geen uniform begrippenkader – korte procedureschets 38
  • 39. Gemeentelijke plannen van aanleg • Steeds navraag doen bij lokale overheid! 39
  • 40. Plannen van aanleg: verhouding • Het lagere plan moet steeds het hogere plan in acht nemen. Er dient in principe enkel rekening gehouden te worden met het lagere plan (dat een verfijning moet uitmaken van het hogere plan) – voorbeelden – MAAR: Steeno-doctrine (de vaststelling van een later hoger plan heft automatisch – van rechtswege – het lager strijdig plan op, zelfs impliciet) – MAAR: Heylen-doctrine (artikel 14, vierde lid Coördinatiedecreet 1996: met lagere plannen kan „desnoods‟ afgeweken worden van het gewestplan) – MAAR: tot voor kort nog andere mogelijkheden om af te wijken van het hogere plan van aanleg (artikel 14, vijfde lid Coördinatiedecreet 1996, sectorale BPA‟s) 40
  • 41. Nieuwe planinstrumentarium • Twee nieuwe soorten plannen op drie verschillende planniveaus volgens het subsidiariteitsbeginsel: de Vlaamse, provinciale en gemeentelijke ruimtelijke structuur- en uitvoeringsplannen – ratio legis? – subsidiariteitsbeginsel= elke bevoegde overheid houdt zich bezig met zaken die best op het desbetreffend niveau geregeld worden. Het hoger niveau treedt maar op als de zaken niet op het lager niveau kunnen geregeld worden – verfijning planologisch subsidiariteitsbeginsel. Een planningsniveau kan met instemming van alle op grond van de ruimtelijke structuurplanning bevoegde planningsniveaus een planningsinitiatief nemen voor de totaliteit van een bepaald gebied, ook al beschikt het daartoe niet over de noodzakelijke planningsbevoegden (2.2.1.) 41
  • 42. Ruimtelijke structuurplannen • Het ruimtelijk structuurplan is een beleidsdocument van en gericht tot de overheid hetwelk als onmiddellijke basis dient voor de ruimtelijke uitvoeringsplannen (2.1.1. e.v.) – opzet – telkens onderscheid tussen informatief, richtinggevend en bindend gedeelte – een ruimtelijk structuurplan verwoordt een beleidsvisie en ontbeert verordenende kracht: GEEN beoordelingskader bij vergunningverlening (2.1.2.) – bindend gedeelte is wel bindend t.o.v. de overheid (absolute hiërarchie) en het richtinggevend gedeelte moet principieel (relatieve hiërarchie) gevolgd worden, tenzij omwille van onvoorziene ontwikkelingen van de ruimtelijke behoeften of omwille van dringende sociale, economische of budgettaire redenen (2.1.2.) – aangrenzende gemeenten kunnen voor de totaliteit van hun grondgebieden ook een gezamenlijk ruimtelijk structuurplan opmaken (2.1.1.) 42
  • 43. Ruimtelijke structuurplannen • Onderlinge verhouding – afwijkingen t.a.v. het bindend gedeelte zijn uitgesloten. Opnieuw “relatieve hiërarchie” t.a.v. het richtinggevend gedeelte – het hoger ruimtelijk structuurplan dat later komt dan het lager ruimtelijk structuurplan moet aangeven welke bindende bepalingen van het lagere plan worden opgeheven (geen impliciete opheffing) • Steeds consulteerbaar op internet • Korte procedureschets 43
  • 44. Ruimtelijke uitvoeringsplannen • In wezen de opvolgers van de plannen van aanleg • Ruimtelijke uitvoeringsplannen vanaf het moment dat de desbetreffende overheid over een goedgekeurd ruimtelijk structuurplan beschikt (7.4.3. inzake gemeenten) • Regelen het grondgebruik op een gebiedsgerichte en / of thematische wijze – (opnieuw) bindende en verordenende kracht – gebiedcategorieën conform het Besluit van de Vlaamse regering van 11 april 2008 m.b.t. de vorm en inhoud van ruimtelijke uitvoeringsplannen • Korte procedureschets 44
  • 45. Ruimtelijke uitvoeringsplannen • Verhouding tot structuurplannen – het is op basis van de structuurplannen dat de ruimtelijke uitvoeringsplannen tot stand komen. Opnieuw geldt een absolute hiërarchie in de relatie tot het bindend gedeelte en een relatieve hiërarchie aangaande het richtinggevend gedeelte – Geïntegreerde plannings- en uitvoeringsprocedure bij zogenaamde grootschalige stedenbouwkundige projecten (3.1.1. e.v.) • Verhouding tot plannen van aanleg – de bestaande plannen van aanleg blijven van kracht tot ze vervangen worden door een ruimtelijk uitvoeringsplan (tenzij het ruimtelijk uitvoeringsplan het anders bepaalt) • Onderlinge verhouding ruimtelijke uitvoeringsplannen – absolute hiërarchie van het hoger plan op het lager plan – expliciete of impliciete opheffing van het strijdige lagere plan (2.2.2.) 45
  • 46. Praktisch: welke plannen zijn er? • Vragen staat steeds vrij • Ook een formeel instrument: het stedenbouwkundig uittreksel (5.2.7.) – niet te verwarren met stedenbouwkundig attest (zie hoger) – dit is of wordt in de toekomst een uittreksel uit het plannenregister en vergunningenregister 46
  • 47. Stedenbouwkundige verordeningen? • Verordeningen op gewestelijk, provinciaal en gemeentelijk niveau bevattende voorschriften van stedenbouwkundige aard – verschillende zaken nieuw – inhoud (2.3.1.) – mogelijkheid tot uitsluiting van normaliter toegestane functiewijzigingen en het regelen van de woongelegenheden – invloed op de vergunningsplicht en meldingsplicht (4.2.5.): de verordeningen kunnen de vergunningsplichtige handelingen aanvullen, voor meldingsplichtige handelingen een vergunningsplicht invoeren en voor vrijgestelde handelingen een meldingsplicht invoeren – mogelijkheid van verdere uitwerking van gewestelijke verordeningen op provinciaal en gemeentelijk niveau – wat bij strijdigheid met ruimtelijke uitvoeringsplannen (2.3.3.)? – onderlinge hiërarchie? 47
  • 48. Planschade • Een beperkte schadevergoeding wanneer door een ruimtelijk uitvoeringsplan een bouwverbod of verkavelingsverbod tot stand komt (2.6.1. e.v.) – in welke gevallen (2.6.1.) – uitgesloten gevallen (2.6.1.) – hoegrootheid van de schadevergoeding (2.6.2.) • Aankoopplicht (2.4.14.) – in welke gevallen? – band met de planschade? • Afzonderlijk Decreet houdende vaststelling van de gebruikerscompensatie bij bestemmingswijzigingen, overdrukken en erfdienstbaarheden tot openbaar nut 48
  • 49. Planbatenheffing • Verschuldigde heffing wanneer een in werking getreden ruimtelijk uitvoeringsplan of bijzonder plan van aanleg zekere gunstige bestemmingswijzigingen doorvoert – aard: verhaalbelasting – gunstige planwijziging: enkele voorbeelden (2.6.4.) – uitgesloten gevallen (2.6.5.) – heffingsplichtige (2.6.8.) – bedrag van de heffing (2.6.10 -12.) – wanneer moet betaald worden (2.6.14.) – toewijzing en aanwending van de heffing (2.6.17.) – Besluit van de Vlaamse regering 49
  • 50. Toepassing ruimtelijke planning • Regel: reglementaire voorschriften uit de verordenende ruimtelijke planning moeten nageleefd worden. Deze vormen samen met enkele andere decretale beoordelingselementen en de goede ruimtelijke ordening het beoordelingskader bij vergunnings- aanvragen (4.3.1.) – decretale beoordelingselementen (4.3.5. e.v.), waaronder de “watertoets” – opvallende afbakening van het begrip goede ruimtelijke ordening (4.3.1.) – ook dwingende en facultatieve eisen uit andere beleidsdomeinen dan de ruimtelijke ordening (4.3.3-4.) 50
  • 51. Toepassing ruimtelijke planning • Excursus: toepassing van ruimtelijke planning ook buiten het beleidsdomein van de ruimtelijke ordening? – de milieuvergunning – de SE – vergunning 51
  • 52. Afwijkingen? • Beperkte afwijkingen (4.4.1.) • Stabiliteitswerken (4.4.2.) • Afwerkingsregel (4.4.3.) • Sociaal-cultureel en recreatief medegebruik en medegebruik inzake natuurschoon (4.4.4-5.) • Monumenten en stads- en dorpsgezichten (4.4.6.) • Temporele afwijkingen (4.4.7. en 4.3.2.) • Handelingen van algemeen belang (4.4.7.-4.4.8.) • Overgangsregel: handelingen sorterend onder voorschriften plan van aanleg (4.4.9.) • … • Zonevreemdheid (4.4.10. e.v.) 52
  • 53. Afwijkingen? • Sinds 1 september 2009 vooral een zeer ernstige uitbreiding van het toepassingsgebied van de verschillende afwijkingen. De afwijkingen zijn niet langer beperkt tot deze of andere plannen maar hebben een algemene draagwijdte 53
  • 54. Beperkte afwijkingen • Afwijking van “stedenbouwkundige voorschriften” (en verkavelings- voorschriften) – enkel inzake de perceelsafmetingen, de afmeting en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen – afwijkingen kunnen niet toegestaan worden inzake bestemming, maximaal toegelaten vloerterreinindex en aantal bouwlagen 54
  • 55. Stabiliteitswerken • Afwijking van stedenbouwkundige voorschriften (en verkavelings - voorschriften) – enkel ten behoeve van bestaande, hoofdzakelijk vergunde (4.1.1.7°) en niet- verkrotte (4.1.1.15°) constructies – stabiliteitswerken: werken die betrekking hebben op de constructieve elementen van een constructie zoals (a) het vervangen van dakgebintes of dragende balken van het dak, met uitzondering van plaatselijke herstellingen en (b) het geheel of gedeeltelijk herbouwen of vervangen van buitenmuren of dragende binnenmuren, zelf met recuperatie van de bestaande stenen (4.1.1.11°) 55
  • 56. Afwerkingsregel • Afwijking van een andere bestemming dan woningbouw – indien het perceel niet voor woningbouw bestemd is, kan toch een vergunning worden afgeleverd voor (eengezins)woningen – opvulregel bij wachtgevel – voorwaarden? – niet in “ruimtelijk kwetsbaar gebied” (zie verder en 1.1.2.10°) 56
  • 57. Medegebruik • Afwijking van bestemmingen – sociaal-cultureel of recreatief medegebruik? – medegebruik inzake natuurschoon? 57
  • 58. Monumenten • Afwijking van stedenbouwkundige voorschriften – beschermd monument, stads- of dorpgezichten? – advies vanuit het beleidsveld onroerend erfgoed als doorslaggevende factor 58
  • 59. Temporele afwijkingen • Positieve anticipatie voor werken van algemeen belang – handelingen van algemeen belang: Besluit van de Vlaamse regering • Negatieve anticipatie – ratio legis? 59
  • 60. Handelingen van algemeen belang • Afwijking van stedenbouwkundige voorschriften voor kleine handelingen van algemeen belang – handelingen van algemeen belang: Besluit van de Vlaamse regering • Specifiek in een zone voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen 60
  • 61. Overgangsregel • Afwijking van bestemmingsvoorschriften van een plan van aanleg – indien het aangevraagde vergund kan worden op grond van een vergelijkbare categorie of subcategorie van gebiedsaanduiding 61
  • 62. … • Specifieke decretale validaties • Artikel 20 van het K.B. 28/12/1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerp - gewestplannen en gewestplannen 62
  • 63. Zonevreemdheid • Zonevreemdheid – initieel: basisrechten als oplossing voor een historisch passief maar met de laatste grotere decreetswijziging uitgebreid tot een algemene bestemmings- afwijking – misverstand: zonevreemd is onvergund – zonevreemde constructie (4.1.1.17°) – wel: afwijkingsmogelijkheden inzake bestemming inzake bestaande hoofdzakelijk vergunde niet-verkrotte constructies 63
  • 64. Zonevreemdheid: drieluik • (1) Zonevreemde werken aan bestaande constructies (4.4.10-22.) – steeds onderscheid woningen en andere constructies – verbouwen (4.1.1.12°) – herbouwen (4.1.1.6°) - uitbreidingen - aanpassingswerken - bijzondere regeling bij vernietiging door een vreemde oorzaak (4.4.21.). Ook van toepassing in ruimtelijk kwetsbare gebieden • (2) Zonevreemde functiewijzigingen (4.4.23.) – Besluit van de Vlaamse regering van 28 november 2003 tot bepaling van de toelaatbare functiewijzigingen voor gebouwen, gelegen buiten de geëigende bestemmingszone – enkele voorbeelden nader bekeken: van landbouw naar wonen en van industrie naar handel 64
  • 65. Zonevreemdheid: drieluik • (3) Planologische oplossing middels planologisch attest (4.2.24-29.) – niet te verwarren met stedenbouwkundig attest (zie hoger) – een planologisch attest vermeldt of een bestaand, hoofdzakelijk vergund en niet- verkrot bedrijf al dan niet behouden kan worden op de plaats waar het gevestigd is – toepassingsvoorwaarden – procedure – doel: prelude van een verplichte planwijziging – voordeel: anticipatieve vergunningverlening 65
  • 66. Excursus: andere beleidsdomeinen • De mogelijkheden of verplichtingen om af te wijken van stedenbouwkundige voorschriften of om rekening te houden met ontwerpen van stedenbouwkundige voorschriften gelden ook in andere beleidsdomeinen (5.6.7.) – milieuvergunning (bijzondere regeling) en Besluit van de Vlaamse regering – onteigening – natuurbehoud – bos 66
  • 67. Oefeningen • Wesley wil zijn bestaande vergunde woning, volgens het gewestplan gelegen in woongebied, uitbreiden. Voor de betrokken gemeente is er evenwel een gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van kracht dat duidt dat zijn perceel mede opgenomen zal worden in een “groene long” rond de gemeentelijke kern en dat uitbreidingen uitgesloten zijn • Robin wenst zijn woning uit te breiden tot 1.250 m³. Het BPA stelt echter dat woningen maar tot 1.150 m³ groot mogen zijn • Stéphanie, boekhoudster, kan een onbebouwd perceel kopen. De verkopende notaris wijst er op dat het onroerend goed gelegen is in agrarisch gebied volgens het gewestplan. Stéphanie weet echter dat er zonevreemde werken mogelijk zijn 67
  • 68. Oefeningen • Bart heeft een zonevreemde hoofdzakelijk vergunde niet-verkrotte woning in agrarisch gebied. De woning meet 450 m³. Met hoeveel mag hij uitbreiden? • De woning van Björn, gelegen in natuurgebied, brandt volledig uit ten gevolge van een kortsluiting. Björn beoogt de heropbouw, maar moet bekennen dat de veranda zonder vergunning werd aangebouwd • De vergunde bedrijfsgebouwen van de nv Voet – verwerker van ruwe olie - gelegen in agrarisch gebied branden uit na brandstichting door enkele overijverige milieuactivisten. Deze stoorden zich voornamelijk aan het feit dat de nv Voet al jaren zonder milieuvergunning exploiteerde. De nv Voet wenst evenwel snel te herbouwen 68
  • 69. Oefeningen • Op de gemeente vertelt men Steve, diligente eigenaar van een bouwperceel in de Kasteelstraat, dat er een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan is goedgekeurd hetgeen geenszins de woningbouwplannen van Steve in de weg staat, wel integendeel. Lopende de vergunningsprocedure wordt echter ook een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan goedgekeurd waarbij het perceel in kwestie wordt ingekleurd als natuurgebied (waarbij elke nieuwe bebouwing uitgesloten is) • … 69
  • 71. De vier (sub)handhavingsluiken • Repressieluik: de straffen • Reparatieluik: het herstel • Transactieluik: het vergelijk • Preventieluik: de staking 71
  • 72. Repressieluik: de misdrijven (6.1.1.) • Handelingen zonder of in strijd met een (uitvoerbare) vergunning – “handelingen”= werkzaamheden, wijzigingen of activiteiten met ruimtelijke implicaties • Handelingen in strijd met een ruimtelijk uitvoeringsplan / plan van aanleg / verordening – uitzonderingen • Inbreuken op de informatieplicht (zie hierna) • Eigenaarsmisdrijf • Miskenning van de staking van wederrechtelijke handelingen (zie verder, preventieluik) • Miskenning van de meldingsplicht? – nee, op grond van artikel 119bis van de N. Gem. (GAS) 72
  • 73. Repressieluik: de misdrijven • Wat met het instandhoudingsmisdrijf? – pro memorie: stedenbouwmisdrijven waren eerder, enige nuances daargelaten, bijna altijd onverjaarbaar – instandhoudingsmisdrijf= het enige voortdurend misdrijf. Functiewijziging is een aflopend misdrijf (Cass. 2 mei 2006, P.06.0100.N). Ook de overige misdrijven zijn aflopend. Wel oppassen met het gewoontemisdrijf… – instandhouding is sinds het decreet van 4 juni 2003 enkel nog van tel in “ruimtelijk kwetsbare gebieden” – herziene definiëring van ruimtelijk kwetsbare gebieden (1.1.2.10°). Landschappelijk waardevol agrarisch gebied eruit, overstromingsgebied erin en aangepast aan nieuwe terminologie van de ruimtelijke uitvoeringsplannen (gebiedscategorieën) 73
  • 74. Repressieluik: de misdrijven – wanneer ligging in ruimtelijk kwetsbaar gebied? – interpretatieve bepaling moet discussie (zie verder) beslechten: opheffing van de strafbaarstelling van instandhouding buiten ruimtelijk kwetsbaar gebied bij decreet van 4 juni 2003 (decriminalisering) 74
  • 75. Repressieluik: de misdrijven • Informatieplicht? – van toepassing in ontvoogde gemeenten of gemeenten die beschikken over een goedgekeurd plannen – en vergunningenregister • De informatieplicht van de notaris (5.2.1.) – verplichting om informatie op te nemen in authentieke en onderhandse akten – IN DE TOEKOMST: as-built attest (zie verder) – stedenbouwkundig uittreksel • De informatieplicht van (o.m.) de vastgoedmakelaars – verplichting om informatie op te nemen in onderhandse akten (5.2.5.) – maar ook bij reclame (5.2.6.) – IN DE TOEKOMST: as-built attest (zie verder) – modaliteiten 75
  • 76. Repressieluik: de misdrijven – opgepast: niet-naleven is ook een burgerrechtelijke fout en er zijn periodieke controles van de gewestelijke stedenbouwkundige inspecteur 76
  • 77. Repressieluik: de misdrijven • Inzake het vermoeden van vergunning (4.2.14.) – constructies waarvan is aangetoond dat ze gebouwd werden voor 22 april 1962 worden onweerlegbaar geacht vergund te zijn – constructies waarvan is aangetoond dat ze gebouwd werden na 22 april 1962 maar voor de inwerkingtreding van het eerste gewestplan worden geacht vergund te zijn, behoudens wanneer zulks wordt tegengesproken door een proces-verbaal of een niet anoniem bezwaarschrift telkens opgesteld binnen de 5 jaar na het optrekken of plaatsen van de constructie. Maximale betwistingsperiode van één jaar na opname (registratie) in het vergunningenregister. Dit alles behoudens ligging in ruimtelijk kwetsbaar gebied – mogelijkheden tot betwisting voor de Raad voor vergunnningsbetwistingen (4.8.1.) 77
  • 78. Repressieluik: regularisatievergunning • Vergunning na de feiten – zie hoger: vergunning is een voorafgaandelijke toelating – maar toch mogelijk om achteraf een vergunning te bekomen – het later bekomen van een vergunning ontneemt het strafbare karakter niet van het eerder gebrek aan vergunning. Wel kan geen herstel meer bevolen worden (zie hierna) – er moet rekening gehouden worden met het regelgevend kader dat speelt op het moment van de beoordeling van de vergunningsaanvraag – decretale basis (4.2.24.) 78
  • 79. Repressieluik: as-built attest • IN DE TOEKOMST: belang van het as-built attest (4.2.7.) – een as-built attest is een attest waarin wordt verklaard dat handelingen betreffende een constructie of een gebouwencomplex niet of slechts marginaal afwijken van de plannen die het voorwerp uitmaken van de stedenbouwkundige vergunning of melding – marginale afwijking? – na validering treedt een as-built attest, in geval van marginale afwijkingen, in de plaats van de vergunde of aangemelde plannen – beroep inzake valideringsbeslissing of niet-valideringsbeslissing bij de Raad voor vergunningsbetwistingen (4.8.1.) – ontwerp van Besluit van de Vlaamse regering 79
  • 80. Repressieluik: de sancties (6.1.1.) • Gevangenisstraf en / of geldboete – gevangenisstraf van 8 dagen tot 5 jaar (theorie) – geldboete van € 26 – € 400.000 • Minimumstraf voor “professionele overtreders” – gevangenisstraf van minimaal 15 dagen (theorie) en / of – geldboete van minimaal € 2.000 • Vermogensvoordelen? • [Repressie aangaande het preventieluik – administratieve geldboete bij overtreding stakingsbevel • GAS inzake de meldingsplicht] 80
  • 81. Repressieluik: de verjaring • Stedenbouwmisdrijven zijn wanbedrijven • Verjaringstermijn van 5 jaar maar mogelijke stuitings- (5+5 jaar) en schorsingsdaden – stuiting van de verjaring? – schorsing van de verjaring? – voorbeelden • Aanvang verjaringstermijn: belangrijk onderscheid tussen aflopende en voortdurende misdrijven • De uitzonderingen: het gewoontemisdrijf en het gebruiksmisdrijf? • Opgepast ook voor eenheid van opzet bij opeenvolgende steden- bouwmisdrijven 81
  • 82. Reparatieluik: begrip • Fysiek of pecuniair herstel van de stedenbouwkundige overtreding (herstelmaatregel) • Op vordering van het College van Burgemeester en Schepenen / stedenbouwkundige inspecteur (publieke herstelvordering) of op vordering van derde benadeelden (private herstelvordering) • Het advies van de Hoge Raad voor het Handhavingsbeleid als ontvankelijkheidsvereiste bij de publieke herstelvordering • Mogelijk voor de strafrechter en / of de burgerlijke rechter – opeenvolgende publieke herstelvordering behoeft het advies van de Hoge Raad voor het Handhavingsbeleid 82
  • 83. Reparatieluik: de maatregelen • Het concrete herstel van het publiekrechtelijk misdrijf (6.1.41.) • Nog steeds drie soorten herstelmaatregelen: – herstel in de vorige toestand – bouw – of aanpassingswerken – meerwaarde 83
  • 84. Reparatieluik: de maatregelen • Het herstel in de vorige toestand – fysiek herstel – meest volmaakte vorm van herstel – herstel in een “niet-wederrechtelijke staat” – veelal sloop, maar verschillende varianten denkbaar: vb. heropbouw, herbebossen… – belangrijke variant: staking van het strijdige gebruik 84
  • 85. Reparatieluik: de maatregelen • Bouw- of aanpassingswerken – ook fysiek herstel – kan zowel bestaan uit positieve handelingen (uitvoering van opgelegde maar niet gerealiseerde werken) als negatieve handelingen (gedeeltelijke sloop) 85
  • 86. Reparatieluik: de maatregelen • Meerwaarde – pecuniair herstel – bedrag gelijk aan de meerwaarde die het onroerend goed verkregen heeft door het bouwmisdrijf – Besluit van de Vlaamse regering van 5 mei 2000 – maar rechter legt finaal autonoom het bedrag van de meerwaarde vast 86
  • 87. Reparatieluik: de maatregelen • Duidelijker richtlijnen inzake de keuze van de (publieke) herstelmaatregel (6.1.41.): – herstel in de vorige toestand / staking strijdig gebruik bij miskenning van het stakingsbevel (zie verder) of wanneer de handeling in strijd is met de stedenbouwkundige voorschriften aangaande de voor het gebied toegelaten bestemmingen. In die gevallen zijn ook bouw- of aanpassingswerken mogelijk, maar enkel wanneer zulks “kennelijk” volstaat om de plaatselijke ordening te herstellen – in alle overige gevallen: meerwaarde, behoudens bij “onevenredige miskenning” van de goede plaatselijke ordening 87
  • 88. Reparatieluik: de maatregelen • Explicitering dat eenzelfde misdrijf aanleiding kan geven tot gecumuleerde herstelmaatregelen (6.1.41.) 88
  • 89. Reparatieluik: de maatregelen • Voorrangsregel blijft (6.1.41-42.): – bij de publieke herstelvordering primeert steeds de vordering van de stedenbouwkundige inspecteur op deze van het CBS (ook al is het door hem gevorderde minder zwaar) – in combinatie met een private herstelvordering kiest de rechter de maatregel die hem passend lijkt 89
  • 90. Reparatieluik: de maatregelen • Explicitering van het statuut van gedoogde constructies – bij partieel herstel (meerwaarde / bouw- of aanpassingswerken) kunnen, ook opzichtens de niet-geregulariseerde en wederrechtelijk opgerichte of in stand gehouden onderdelen van een goed, stabiliteitswerken worden vergund in de mate de meerwaarde volledig betaald werd / de bouw- of aanpassingswerken volledig uitgevoerd werden (6.1.58.) – geldt ook bij minnelijke schikkingen (zie verder) 90
  • 91. Reparatieluik: verjaring • Pro memorie: situatie voor het decreet van 4 juni 2003 – het strafbare feit van instandhouding van stedenbouwkundige overtredingen was een voortdurend misdrijf. Samen met het aflopend – primaire - misdrijf was er een voortgezet misdrijf. Dit alles belemmerde de facto de verjaring van stedenbouwmisdrijven en – door toepassing van de regel van artikel 26 V.T.Sv. – ook de daarop geënte herstelvorderingen – artikel 26. V.T.Sv.: “De burgerlijke rechtsvordering volgend uit een misdrijf verjaart volgens de regels van het Burgerlijk Wetboek of van de bijzondere wetten die van toepassing zijn op de rechtsvordering tot vergoeding van de schade. Zij kan echter niet verjaren voor de strafvordering” – conclusie: ongeacht wanneer het primaire misdrijf plaats vond kon nog steeds het herstel gevorderd worden voor de burgerlijke rechtbank of strafrechtbank 91
  • 92. Reparatieluik: verjaring • Pro memorie: het Verjaringsdecreet van 4 juni 2003 – “De strafsanctie voor het instandhouden van inbreuken, bedoeld in het eerste lid, 1°, 2°, 3°, 6° en 7°, geldt niet voorzover de handelingen, werken, wijzigingen of het strijdige gebruik niet gelegen zijn in de ruimtelijk kwetsbare gebieden, voorzover ze geen onaanvaardbare stedenbouwkundige hinder veroorzaken voor de omwonenden of voorzover ze geen ernstige inbreuk vormen op de essentiële stedenbouwkundige voorschriften inzake de bestemming krachtens het ruimtelijk uitvoeringsplan of plan van aanleg (artikel 146, derde lid DRO)” 92
  • 93. Reparatieluik: verjaring • Pro memorie: chaos na het Verjaringsdecreet van 4 juni 2003 – inwerkingtreding 22 augustus 2003 – eerst verschillende grondwettigheidsproblemen (Arbitragehof nr. 136/2004, 22 juli 2004, Cass. 23 november 2004, P.04.1032.N en Arbitragehof nr. 14/2005, 19 juni 2005) – van het derde lid van artikel 146 DRO bleef over: “de strafsanctie geldt niet voor de instandhouding […[ voor zover de handelingen, werken, wijzigingen of het strijdige gebruik […] niet gelegen zijn in de ruimtelijk kwetsbare gebieden” – hamvraag was welke de draagwijdte was van het Verjaringsdecreet. Betrof het een decriminalisering of een strafuitsluitingsgrond? – belang: indien enkel een strafuitsluitingsgrond kan nog steeds het herstel gevorderd worden op grond van het dan nog bestaande misdrijf, zij het dan misschien enkel voor de burgerlijke rechtbank – verschillende stellingen in rechtspraak en rechtsleer en tot op heden nog steeds geen consensus: een overzicht 93
  • 94. Reparatieluik: verjaring • Interpretatieve bepaling moet discussie nu beslechten (zie hoger en 6.1.1.) – artikel 146 derde lid, ingevoegd bij decreet van 4 juni 2003 en gedeeltelijk vernietigd bij arrest nr. 14/2005 van 19 januari 2005 van het Grondwettelijk Hof, wordt geïnterpreteerd als volgt: deze bepaling heft de strafbaarstelling van de vermelde stedenbouwmisdrijven op – analyse 94
  • 95. Reparatieluik: verjaring • Geen publieke herstelvordering meer (enkel) gegrond op (eerdere) strafbare feiten van instandhouding tenzij in ruimtelijk kwetsbaar gebied (6.1.1.) – “een herstelvordering die door de stedenbouwkundige inspecteur of het college van burgermeester en schepenen is ingesteld op grond van de instandhouding van handelingen, kan vanaf 1 september 2009 niet langer worden ingewilligd indien deze instandhouding op het ogenblik van de uitspraak niet meer strafbaar is gesteld” – analyse 95
  • 96. Reparatieluik: verjaring • Verjaringsregel voor de publieke herstelvordering (6.1.41.) – in ruimtelijk kwetsbaar gebied: door verloop van TIEN jaren te rekenen vanaf de dag waarop het misdrijf gepleegd werd. Maar instandhouden blijft strafbaar dus nog steeds nultolerantie – in openruimtegebied: door verloop van TIEN jaren te rekenen vanaf de dag waarop het misdrijf gepleegd werd. Openruimtegebied= landelijke en recreatiegebieden aangewezen op plannen van aanleg en de gebieden aangewezen op ruimtelijk uitvoeringsplan die sorteren onder de categorieën landbouw, recreatie of de subcategorie gemengd openruimtegebied (behoudens VEN) – buiten ruimtelijk kwetsbaar gebied en buiten openruimtegebied: door verloop van VIJF jaren, te rekenen vanaf de dag waarop het misdrijf gepleegd werd – maar zonder dat afbreuk gedaan wordt aan de gemeenrechtelijke stuitings- of schorsingsgronden of aan artikel 26 V.T.Sv. Tevens wordt voorzien in een bijkomende schorsingsgrond n.a.v. de minnelijke schikking en de 96 bemiddelingspogingen (zie verder)
  • 98. Reparatieluik: verjaring • Overgangsbepaling voor de nieuwe verjaringsregels (7.7.4.) – nieuwe termijnen gelden slechts vanaf 1 september 2009. De totale duur van de verjaringstermijn mag evenwel niet meer bedragen dan de termijnen vermeld in artikel 2262bis, §1, tweede en derde van het Burgerlijk Wetboek (5-20 jaar) indien het recht om de herstelvordering in te stellen ontstaan is voor 1 september 2009, opnieuw zonder afbreuk te doen aan de gemeenrechtelijke stuitings- of schorsingsgronden en aan artikel 26 V.T.Sv. – analyse 98
  • 99. Reparatieluik: verjaring • Nieuwe regels grondwettig bevonden door het Grondwettelijk Hof (zie o.m. Grondwettelijk Hof nr. 83/2010 van 29 juli 2010) 99
  • 100. Reparatieluik: verjaring • Verjaring van de private herstelvordering? – de private herstelvordering wordt in wezen ongemoeid gelaten – een dergelijke vordering steunt op artikel 1382 B.W. – zodoende enkel toepassing van artikel 2262bis, §1 tweede en derde lid B.W., artikel 26 V.T.Sv. en de gemeenrechtelijke stuitings- en schorsingsgronden 100
  • 101. Reparatieluik: oefeningen • Illegaal bedrijf in natuurgebied gebouwd in 1991 • Vergunningsplichtige veranda illegaal bijgebouwd in woongebied in september 2009 • ... 101
  • 102. Reparatieluik: redelijke termijn • Onderscheid redelijke termijn – verjaring? • Arrest EHRM Hamer (27 november 2007). De herstelmaatregel – het herstel in de vorige toestand - als “straf” in Europeesrechtelijke zin van artikel 6 EVRM • Invloed op de herstelvordering? 102
  • 103. Reparatieluik: uitvoering • Advies van de Hoge Raad voor het Handhavingsbeleid vereist bij ambtshalve uitvoering (6.1.45. en 6.1.7.) • Specifieke bevoegdheid van de Hoge Raad voor het Handhavingsbeleid inzake de invordering van dwangsommen (6.1.21.) • Advies inzake betekening van oude vonnissen of arresten (6.1.17.) 103
  • 104. Transactieluik: begrip • De facto nieuw en met uitgebreider toepassingsgebied (6.1.51.) • Minnelijke schikking = vergelijk tussen de stedenbouwkundige inspecteur en de overtreder waarvan de uitvoering leidt tot het verval van de strafvordering en de herstelvordering • Het vergelijk kan bestaan uit de betaling van een geldsom en / of de uitvoering van door de stedenbouwkundige inspecteur opgelegde aanpassingwerken (dit laatste behoudens bij regularisatie van het onvergunde of spontaan herstel in de vorige toestand) 104
  • 105. Transactieluik: uitgesloten gevallen • Niet in geval van recidive • Niet wanneer meer dan drie misdrijven vastgesteld worden • Niet bij gevallen waarin het misdrijf bestaat, of ondermeer bestaat, uit het verrichten van handelingen in strijd met een stakingsbevel of in strijd met de stedenbouwkundige voorschriften aangaande de voor het gebied toegelaten bestemmingen 105
  • 106. Transactieluik: modaliteiten • Voor dagvaarding voor correctionele rechtbank of inleiding van de herstelvordering • Voorafgaand schriftelijk akkoord van de Procureur des Konings is vereist • Stedenbouwkundige toetsing bij het opleggen van bouw- of aanpassingswerken (protocolakkoord) 106
  • 107. Transactieluik: modaliteiten • Besluit van de Vlaamse Regering van 29 mei 2009 betreffende de minnelijke schikking in de ruimtelijke ordening: – bedragen tussen de € 150 en € 5000 voor geregulariseerde en niet- geregulariseerde misdrijven afhankelijk van de objectieve zwaarte van het stedenbouwmisdrijf en de omstandigheden waaronder dat misdrijf is begaan – aanvullend bedrag voor niet-geregulariseerde misdrijven: meerwaarde! – aanvraagprocedure 107
  • 108. Transactieluik: bemiddeling • Tussenkomst Hoge Raad voor het Handhavingsbeleid • Indien de stedenbouwkundige inspecteur een minnelijk schikking weigert (om andere redenen dan het gebrek aan akkoord van de Procureur des Konings) kan de overtreder om een bemiddelingspoging van de Hoge Raad voor het Handhavingsbeleid verzoeken (6.1.52.) • Maar ook in elke stand van het geding kan de reeds geadieerde rechter een bemiddelingspoging door de Hoge Raad bevelen, zolang de zaak niet in beraad genomen is. Hierbij is de instemming van de Procureur des Koning niet vereist maar in dergelijk geval kan één en ander enkel tot verval van de herstelvordering leiden (6.1.54.) 108
  • 109. Transactieluik: impact verjaring • Aanvragen tot minnelijke schikking en bemiddeling van de aanvrager schorsen de verjaring van de strafvordering en de herstelvordering (zie hoger en 6.1.53.) 109
  • 110. Preventieluik: begrip en inleiding • Staking van de in overtreding verrichte werken / handelingen of het strijdig gebruik (6.1.47. e.v.) • De stakingsfiguur blijft behouden in de nieuwe Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en wordt niet wezenlijk gewijzigd 110
  • 111. Preventieluik: procedure • Onmiddellijke staking der werken • Kennisgeving van proces-verbaal van vaststelling binnen 8 dagen per “beveiligde” zending of deurwaardersexploot • Binnen 8 dagen na kennisgeving bekrachtiging door de bevoegde stedenbouwkundige inspecteur en mededeling van de bekrachtiging binnen de twee werkdagen per beveiligde zending • Vordering tot opheffing • Miskenning stakingsbevel: administratieve geldboete 111
  • 113. Gegevens Jan Beleyn jbeleyn@publius.be PUBLIUS Pres. Kennedypark 6/24 8500 Kortrijk Belgium t +32 (0)56 74 56 00 f +32 (0)56 74 56 01 www.publius.be 113