Oh kerstboom! Zo wonderschoon! (2)1. © Copyright 2016 Dagblad De Limburger / Limburgs Dagblad.
Het auteursrecht, ook ten aanzien van artikel 15 AW,
wordt uitdrukkelijk voorbehouden. zaterdag, 26 november 2016
waar Kerstmis - een verbastering van Christ-mis,
de viering van de dag dat Jezus werd geboren - voor
staat. Het feest van licht. „Of zoals Jezus het in de
Bijbel zegt: ‘Ik ben ’t licht der wereld, die mij volgt,
zal in de duisternis niet wandelen, maar zal het licht
des levens hebben’”, citeert museum-educator Anite
Haverkamp enthousiast door de telefoon.
De vrolijke historica is in dienst bij Museum Catharij-
neconvent in Utrecht waar christelijke kunst centraal
staat. Ze is ook het brein achter de website feestweet-
watjeviert.nl. We schaffen massaal een kerstboom
aan en shoppen ons suf om cadeaus, kerstkalkoenen
en andere lekkernijen in huis te halen, maar steeds
minder (jonge) mensen weten waarom we dat doen.
En wat we eigenlijk vieren…? Goed, de geboorte
van Jezus zal nog wel een belletje doen rinkelen. De
verlosser die geboren werd in een armoedige stal in
Bethlehem, waar Maria en Jozef het
wonderkind op de aarde brachten.
„Mensen zoeken naar betekenisgeving.
Ook nu nog. Zeker. Misschien nu nog
wel meer dan jaren geleden. Je kunt wel
iets vieren, maar als je niet meer weet
waarom, is dat… (ze zoekt even naar
het juiste woord:)… jammer. Het wordt
vluchtig en het heeft minder inhoud.
Als je de achtergronden en betekenis
van onze feestdagen beter kent, krijg je
wellicht ook meer begrip voor tradities
van andere religies. Welke verhalen zij
geloven. Daardoor ontstaat saamho-
righeid en kun je beginnen met delen.
Het delen van begrip en verhalen en de
acceptatie van andermans geloof.”
ParadijsboomParadijsboom
De geschiedenis van de kerstboom zo-
als wij die kennen, is lastig te herleiden,
meldt Marianne van Zuijlen van het
Meertens Instituut dat de Nederlandse
taal en cultuur onderzoekt en vastlegt.
Er is veel niet-onderbouwde informatie
te vinden op ‘Mr. Google’, zoals het feit
dat de ‘verering’ van de boom uit de
Germaanse cultuur stamt. Germanen
aanbaden bepaalde natuurgoden, en
majestueuze bomen werden als heilige
plek beschouwd. De traditie van de hui-
dige kerstboom mag je daar niet aan
linken, benadrukt Van Zuijlen.
Het is waarschijnlijker dat de eerste
‘moderne’ West-Europese kerstbomen
uit de vijftiende, begin zestiende eeuw
stammen. In Duitsland wordt voor het
eerst bewijs gevonden van de kerst-
boom als een inwoner van Straatsburg
meldt dat in chique salons van rijke
families sparren worden neergezet
met papieren rozen, appels, wafels en
suikerkransjes. De regio Elzas-Lotharingen (dan nog
onder Duits bewind) zou een rijke historie als kerst-
boomregio kennen, vertelt Haverkamp.
In de ‘donkere’ middeleeuwen bestond de boomtra-
ditie ook al, maar in een iets andere vorm. De boom
werd toen alleen in kerken gebruikt, in de vorm van
een ‘paradijsboom’. Een symbool tijdens het feest
van Adam en Eva op 24 december, waarbij de boom
behangen werd met noten, koekjes en… appels. Inder-
daad dezelfde vrucht waaraan Eva geknabbeld had
voordat zij en Adam uit het paradijs werden gegooid.
In Nederland heeft dominee Ottho Gerhard Heldring
uit het Betuwse Hemmen de primeur als het gaat om
de kerstboom. Hij is zo begaan met de armen, alco-
holisten, gevallen vrouwen en daklozen uit zijn regio,
dat hij in 1835 besluit een kerstboom in
zijn parochiekerk neer te zetten. In de
boom hangt hij appels, peren en noten.
Cadeaus liggen onder de boom. Het
idee heeft hij waarschijnlijk afgekeken
van de Duitse tak van zijn familie. Van
een rijke adellijke heer bij wie - zoals
eerder gezegd - de boom al langer
tijdens kerst wordt opgezet. Heldring
is slim, want door de arme sloebers te
verleiden met cadeautjes en eten wor-
den de ‘schapen’ ontvankelijk(er) voor
zijn herdersboodschap: het evangelie.
Heldring plaatst vooral kinderen
centraal om jonge zieltjes te winnen.
In zijn eigen woorden: „Op kinderen
maakt dit feest eenen diepen indruk
voor het gansche leven”, zo staat te
lezen in het Volkskundig Bulletin (1982)
dat te vinden is in de omvangrijke bi-
bliotheek van het Meertens Instituut.
n
e
n.
n
n
e
-
r
OnbijbelsOnbijbels
Historica Haverkamp struint kwiek
verder door de geschiedenis. De boom
leidt aanvankelijk tot afkeurende fron-
sen van de heren geestelijken. Zeker in
de orthodoxe (protestante) leerschool
wordt dergelijke ‘heidense’ frivoliteit
niet gewaardeerd. Nergens in de Bijbel
wordt gerept over een (kerst)boom.
Haverkamp: „Die is onbijbels.” Ook de
katholieken willen in het begin niets
van een boom weten. Zij hebben hun
eigen symbool voor Kerstmis: in goed
Limburgs, ut kribke met de hoofdrol-
spelers Jozef, Maria en het kindeke
Jezus. Deze hoofdrolspelers staan
wél duidelijk in de Bijbel omschreven,
hetgeen zeker niet voor de stal zelf
geldt. Waarschijnlijk is die er rond
1200 bijgekomen nadat Franciscus van
Assisi tijdens de nachtmis een levende
kerststal had opgetuigd. Franciscus is
een bekende dierenliefhebber. Op 4 ok-
tober - zijn sterfdag - wordt nog altijd
Werelddierendag gevierd, omdat hij de
patroonheilige van dieren en planten is.
De kerststal wordt dankzij Franciscus
van Assisi een hit en verovert een vaste
plek in de kerst-line-up.
De boom geldt voor rijke mensen als
een statussymbool, maar vergis je
niet: de ‘diepere’ betekenislaag onder
de gesuikerde kransjes en glanzende
kaarsjes is er zeker, benadrukt Haver-
kamp. „Geven om je naasten speelt een
heel belangrijke rol. Tot het midden
van de negentiende eeuw kende ons
land bittere armoede. Mensen die
stierven van de honger, van de
Mensen zoeken
naarbetekenis.
Ook nu nog.
OH DENNENBOOM…
Ondenkbaar: een kerst-
feest zonder kerstboom.
Feitelijk is onze ‘oh
dennenboom, oh dennen-
boom, wat zijn je takken
wonderschoon’ een spar.
De Nordmann is de
topper onder de kerstbo-
men vanwege zijn
robuuste uiterlijk en
minimaal verlies van
naalden gedurende de
periode dat de boom in
huis staat.
WAAROM HANGEN ER EIGENLIJK
BALLEN IN DE KERSTBOOM?
De symbolische betekenis
van de kerstboom en de
versieringen.
Boom: alle bomen
verliezen in de winter hun
blad, alleen de ‘kerst-
boom’ (de spar) niet, die
blijft altijd groen. Een
teken dat het leven
doorgaat.
Bal: een ronde vorm, die
staat voor het eeuwige
leven.
Engelen: boodschappers
tussen mens en God. Zij
maken de geboorte van
Jezus zingend bekend aan
het volk: ‘Daar hoorden zij
d’engelen zingen, hun
liederen vloeiend en
klaar…’ (uit De Herdertjes
lagen bij nachte)
Kerstkrans: ook weer een
rond symbool voor het
leven dat altijd doorgaat.
Kaarsjes: verwijzing naar
’t licht der wereld: Jezus.
Ster: de ster van Beth-
lehem, waar het kindeke
Jezus het licht zag.
(bron: Museum Catharij-
neconvent.)