1. Welkom fijn dat u er bent. Voorganger dhr Harry Kamphuis Organist Johannes de Vries Thema:”Ik ben zwart maar mooi”
2. Voor de dienst zingen we opw 428 Genade, zo oneindig groot. Dat ik, die 't niet verdien het leven vond, want ik was dood en blind, maar nu kan 'k zien.
3. Genade die mij heeft geleerd te vrezen voor het kwaad. Maar ook - als ik mij tot Hem keer - dat God mij nooit verlaat.
4. Want Jezus droeg mijn zondelast en tranen aan het kruis. Hij houdt mij door genade vast en brengt mij veilig thuis.
5. Als ik daar in zijn heerlijkheid mag stralen als de zon, dan prijs ik Hem in eeuwigheid dat ik genade vond. dan prijs ik Hem in eeuwigheid dat ik genade vond.
6. Welkom fijn dat u er bent. Voorganger dhr Harry Kamphuis Organist Johannes de Vries Thema:”Ik ben zwart maar mooi”
7. Opw 334 Heer, uw licht en uw liefde schijnen waar U bent zal de nacht verdwijnen. Jezus, Licht van de wereld, vernieuw ons. Levend Woord, ja uw waarheid bevrijdt ons. Schijn in mij, schijn door mij.
8. Kom, Jezus kom, vul dit land met uw heerlijkheid. Kom Heil'ge Geest, stort op ons uw vuur. Zend uw rivier, laat uw heil heel de aard' vervullen. Spreek, Heer, uw woord: dat het licht overwint.
9. Heer, 'k wil komen in uw nabijheid. Uit de schaduwen in uw heerlijkheid. Door het bloed mag ik U toebehoren. Leer mij, toets mij, uw stem wil ik horen. Schijn in mij, schijn door mij
10. Kom, Jezus kom, vul dit land met uw heerlijkheid. Kom Heil'ge Geest, stort op ons uw vuur. Zend uw rivier, laat uw heil heel de aard' vervullen. Spreek, Heer, uw woord: dat het licht overwint.
11. Staan wij oog in oog met U Heer. Daalt uw stralende licht op ons neer. Zichtbaar, tastbaar wordt U in ons leven. U volmaakt wie volkomen zich geven. Schijn in mij, schijn door mij
12. Kom, Jezus kom, vul dit land met uw heerlijkheid. Kom Heil'ge Geest, stort op ons uw vuur. Zend uw rivier, laat uw heil heel de aard' vervullen. Spreek, Heer, uw woord: dat het licht overwint.
28. Opw 392 Mijn Jezus, ik hou van U, ik noem U mijn Vriend. Want U nam de straf op U die ik had verdiend. De grote Verlosser, mijn Redder bent U; 'k Heb van U gehouden, maar nooit zoveel als nu.
29. Mijn Jezus, ik hou van U, want U hield van mij. Toen U aan het kruis hing, een wond in uw zij. Voor mij de genade, een doornenkroon voor U; 'k Heb van U gehouden, maar nooit zoveel als nu.
30. Ik zal van U houden in leven en dood. En ik wil U prijzen, zelfs dan in mijn nood. Als ik kom te sterven, dan roep ik tot U: 'k Heb van U gehouden, maar nooit zoveel als nu.
31. Als ik in uw glorie, uw eeuwigheid kom, dan buig ik mij vóór U, in uw heiligdom. Gekroond met uw heerlijkheid, zal 'k zingen voor U: 'k Heb van U gehouden, maar nooit zoveel als nu, 2x