2. Gez. 26 : 1 Daar is uit 's werelds duistre wolken een licht der lichten opgegaan. Komt tot zijn schijnsel, alle volken, en gij, mijn ziele, bid het aan!
3. Het komt de schaduwen beschijnen, de zwarte schaduw van de dood. De nacht der zonde zal verdwijnen, genade spreidt haar morgenrood.
4. Gez. 26 : 2 Gij wilt met vrede tot ons komen, met vreed' en vrijheid, vreugd' en eer. Het juk is van de hals genomen, God lof, wij zijn geen slaven meer!
5. De staf des drijvers ligt verbroken, aan wie ons hart zich had verkocht, en 't wapentuig in brand gestoken van hem, die onze zielen zocht.
6. Gez. 26 : 4 O Vredevorst, Gij kunt gebieden de vreed' op aard' en in mijn ziel! Doe alle volken tot U vlieden, dat al wat ademt voor U kniel!
7. Des Heren ijver zal bewerken, dat Hij de zetel, U bereid, met recht en met gericht zal sterken. Hem zij de lof in eeuwigheid!
8. Welkom op de derde adventszondag. Voorganger ds mevr van Harten. Thema:”Genade is gratis, maar niet goedkoop” Vanavond zingen met ‘United in Christ’
9.
10. Ps. 65 : 1 De stilte zingt U toe, o Here, in uw verheven oord. Wij zullen ons naar Sion keren waar Gij ons bidden hoort.
11. Daar zal men, Heer, tot U zich wenden, tot U komt al wat leeft, tot U, o redder uit ellende, die alle schuld vergeeft.
12.
13.
14.
15. Ps. 65 : 2 Zalig wie door U uitverkoren mag wonen in uw hof, hoezeer hij door zijn schuld verloren terneerlag in het stof.
16. Wij worden door U begenadigd die heilig zijt en goed. Gij die ons in uw huis verzadigt met alle overvloed.
17.
18.
19. Ps. 65 : 3 Gij antwoordt met geduchte daden, Gij treedt voor ons in 't krijt. God van ons heil, Gij gaat te rade met uw gerechtigheid.
20. O Gij vertrouwen aller landen die ver gelegen zijn, Gij houdt het oordeel in uw handen, de aard' is uw domein.
21.
22.
23.
24.
25. 1. De tempel van Jeruzalem waar alles heilig is. Daar brengt de engel nieuwe hoop, licht in de duisternis. Op bergen en in dalen, in tempel, huis en stal Gods liefde straalt waar mensen zijn. Het licht schijnt overal.
26. 2. Maria's huis in Nazareth, het is maar heel gewoon. Daar spreekt de engel Gabriël van God en van zijn zoon. Op bergen en in dalen, in tempel, huis en stal, Gods liefde straalt waar mensen zijn. Het licht schijnt overal.
27. 3. De woning van Elisabet ver van haar huis vandaan. Daar zingt Maria 't hoogste lied: God heeft mij bijgestaan. Op bergen en in dalen, in tempel huis en stal. Gods liefde straalt waar mensen zijn. Het licht schijnt overal.
28. Wij gaan naar de kindernevendienst. Tot straks.
29.
30. 1 Waarom woelen de volken en zinnen de natiën op ijdelheid? 2 De koningen der aarde scharen zich in slagorde en de machthebbers spannen samen tegen de HERE en zijn gezalfde:
31. 3 Laat ons hun banden verscheuren en hun touwen van ons werpen! 4 Die in de hemel zetelt, lacht; de Here spot met hen. 5 Dan spreekt Hij tot hen in zijn toorn, en verschrikt hen in zijn gramschap:
32. 6 Ik heb immers mijn koning gesteld over Sion, mijn heilige berg. 7 Ik wil gewagen van het besluit des HEREN: Hij sprak tot mij: Mijn zoon zijt gij; Ik heb u heden verwekt. 8 Vraag Mij en Ik zal volken geven tot uw erfdeel, de einden der aarde tot uw bezit.
33. 9 Gij zult hen verpletteren met een ijzeren knots, hen stukslaan als pottenbakkerswerk. 10 Nu dan, gij koningen, weest verstandig, laat u gezeggen, gij richters der aarde. 11 Dient de HERE met vreze en verheugt u met beving.
34. 12 Kust de zoon, opdat hij niet toorne en gij onderweg niet te gronde gaat, want zeer licht ontbrandt zijn toorn. Welzalig allen die bij Hem schuilen!
35.
36. Gez. 66 : 4 Des Heren kracht is groot; zijn arm verstrooit, verstoot die hoog zijn in hun ogen. Hun tronen zijn niet meer, maar gunstrijk wil de Heer eenvoudigen verhogen.
37. Gez. 66 : 5 De Heer vervult met goed uit 's hemels overvloed der hongerigen monden. Hij ziet geen rijken aan, maar heeft met al hun waan hen ledig weggezonden.
38.
39. 39 Maria dan maakte zich op in die dagen en reisde met spoed naar het bergland, naar een stad van Juda. 40 En zij ging het huis van Zacharias binnen en groette Elisabet. 41 En toen Elisabet de groet van Maria hoorde, geschiedde het, dat het kind opsprong in haar schoot,
40. en Elisabet werd vervuld met de heilige Geest. 42 En zij riep uit met luider stem en sprak: Gezegend zijt gij onder de vrouwen en gezegend is de vrucht van uw schoot. 43 En waaraan heb ik dit te danken, dat de moeder mijns Heren tot mij komt?
41. 44 Want zie, toen het geluid van uw groet in mijn oren klonk, sprong het kind van vreugde op in mijn schoot. 45 En zalig is zij, die geloofd heeft, want wat vanwege de Here tot haar gezegd is, zal volbracht worden. 46 En Maria zeide:
42. Mijn ziel maakt groot de Here, 47 en mijn geest heeft zich verblijd over God, mijn Heiland, 48 omdat Hij heeft omgezien naar de lage staat zijner dienstmaagd. Want zie, van nu aan zullen mij zalig prijzen alle geslachten, 49 omdat grote dingen aan mij gedaan heeft de Machtige.
43. En heilig is zijn naam, 50 en zijn barmhartigheid van geslacht tot geslacht voor wie Hem vrezen. 51 Hij heeft een krachtig werk gedaan door zijn arm, en Hij heeft hoogmoedigen in de overlegging huns harten verstrooid; ,
44. 52 Hij heeft machtigen van de troon gestort en eenvoudigen verhoogd, 53 hongerigen heeft Hij met goederen vervuld en rijken heeft Hij ledig weggezonden. 54 Hij heeft Zich Israël, zijn knecht, aangetrokken, om te gedenken aan barmhartigheid, –
45. 55 gelijk Hij gesproken heeft tot onze vaderen – voor Abraham en zijn nageslacht in eeuwigheid. 56 En Maria bleef ongeveer drie maanden bij haar en keerde terug naar haar huis.
46.
47. Gez. 66 : 1 Mijn ziel verheft Gods eer; mijn geest mag blij den Heer mijn Zaligmaker noemen, die, in haar lage staat, zijn dienstmaagd niet versmaadt, maar van zijn gunst doet roemen
48. Gez. 66 : 2 Om wat God heeft gedaan zal elk geslacht voortaan alom mij zalig spreken: o groot geheimenis dat mij geschonken is Zijn almacht is gebleken.
49. Gez. 66 : 3 Hoe heilig is zijn naam! Laat volk bij volk tesaam barmhartigheid verwachten, nu Hij de zaligheid voor wie Hem vreest, bereidt door al de nageslachten.
50. Gez. 66 : 6 Hij trok zich Israël aan, Hij laat niet hulploos staan die Abrams troost verwachten. Groot en in eeuwigheid is Gods barmhartigheid voor duizenden geslachten!
53. Gez. 125 : 1 O kom, o kom, Immanuël, verlos uw volk, uw Israël, herstel het van ellende weer, zodat het looft uw naam, o Heer! Weest blij, weest blij, o Israël! Hij is nabij, Immanuël!
54. Gez. 125 : 4 O kom, Gij sleutel Davids, kom en open ons het heiligdom; dat wij betreden uwe poort, Jeruzalem, o vredesoord! Weest blij, weest blij, o Israël! Hij is nabij, Immanuël!
55. Gez. 125 : 5 O kom, die onze Heerser zijt, in wolk en vuur en majesteit. O Adonai die spreekt met macht, verbreek het duister van de nacht. Weest blij, weest blij, o Israël! Hij is nabij, Immanuël!
56.
57.
58.
59. Gez. 127 : 1 Gaat, stillen in den lande, uw Koning tegemoet, de intocht is ophanden van Hem die wondren doet. Gij die de Heer verwacht, laat ons v" " r alle dingen Hem ons hosanna zingen. Hij komt, Hij komt met macht .
60. Gez. 127 : 5 Juicht nu, trots al uw zorgen, de Koning komt met macht. Ons, in zijn hart geborgen heeft Hij zo rijk bedacht. Nu zullen angst en pijn en toorn ons nooit meer schaden. God wil, in zijn genade, dat wij zijn kindren zijn.
61.
62. Vanavond 19.00 uur zingen in de kerk met eigen koor!! ‘United in Christ’ Dit mag u niet missen. Thema: Geroepen tot……