20. Stil gebed
Votum en Groet
Klein Gloria
Ere zij de Vader en de Zoon
En de Heilige Geest,
Als in den beginne, nu en immer,
En van eeuwigheid tot eeuwigheid.
Amen.
43. Jona 1
Jona's roeping en vlucht
1 Het woord van de HEERE kwam tot
Jona, de zoon van Amitthai: 2 Sta op, ga
naar de grote stad Ninevé en predik tegen
haar, want hun kwaad is opgestegen voor
Mijn aangezicht.
44. 3a Maar Jona stond op om naar Tarsis te
vluchten, weg van het aangezicht van de
HEERE. Hij daalde af naar Jafo en vond
een schip dat naar Tarsis ging.
45. Jona 3
Jona te Ninevé
1 Het woord van de HEERE kwam voor de
tweede keer tot Jona:
2 Sta op, ga naar de grote stad Ninevé en
predik tegen haar de prediking die Ik tot u
spreek.
46. 3 Toen stond Jona op en ging naar
Ninevé, overeenkomstig het woord van de
HEERE. Ninevé was een geweldig grote
stad, van drie dagreizen doorsnee. 4 En
Jona begon de stad in te gaan, één
dagreis. Hij predikte en zei: Nog veertig
dagen en Ninevé wordt ondersteboven
gekeerd!
47. 5 De mensen van Ninevé geloofden in
God. Zij riepen een vasten uit en trokken
rouwgewaden aan, van de grootste tot de
kleinste onder hen. 6 Toen dat woord de
koning van Ninevé bereikte, stond hij op
van zijn troon, legde zijn staatsiegewaad
af,
48. hulde zich in een rouwgewaad en ging in
het stof zitten. 7 En in Ninevé werd op
bevel van de koning en zijn rijksgroten
omgeroepen: Mens en dier, runderen en
schapen, mogen niets eten, niet grazen en
geen water drinken.
49. 8 Mens en dier moeten in rouwgewaden
gehuld zijn en met kracht tot God roepen.
Zij moeten zich bekeren, ieder van zijn
slechte weg en van het geweld dat aan
zijn handen kleeft.
9 Wie weet zal God Zich
omkeren, berouw hebben en Zijn
brandende toorn laten varen, zodat wij
niet omkomen!
50. 10 Toen zag God wat zij deden, dat zij zich
bekeerden van hun slechte weg. En God
kreeg berouw over het kwade dat Hij
gezegd had hun te zullen aandoen, en Hij
deed het niet.
55. 38 Daarop reageerden enkele
schriftgeleerden en farizeeën met een
vraag: ‘Meester, we zouden graag een
teken van u zien.’ 39 Hij antwoordde: ‘Dit
is een verdorven en trouweloze generatie.
Ze verlangt een teken, maar zal geen
ander teken krijgen dan dat van de
profeet Jona.
56. 40 Want zoals Jona drie dagen en drie
nachten in de buik van een grote vis
zat, zo zal de Mensenzoon drie dagen en
drie nachten in het binnenste van de
aarde verblijven. 41 Op de dag van het
oordeel zullen de Ninevieten samen met
deze generatie opstaan en haar
veroordelen; want zij hadden zich bekeerd
na de prediking van Jona, en hier ziet u
iemand die meer is dan Jona!
57. 42 Op de dag van het oordeel zal de
koningin van het Zuiden samen met deze
generatie opstaan en haar veroordelen;
want zij was van het uiteinde van de
aarde gekomen om te luisteren naar de
wijsheid van Salomo, en hier ziet u
iemand die meer is dan Salomo!
59. Heer ik kom tot U (EL 302) t. J. Visser; m. G. Whelpton
60. Heer ik kom tot U (EL 302) t. J. Visser; m. G. Whelpton
61. Hopeloos geval
of teken van Hoop
De mensen van Ninevé geloofden in God. Zij
riepen een vasten uit en trokken rouwgewaden
aan, van de grootste tot de kleinste onder hen.