2. Met ferme passen loopt Paul in de straat waar Nora woont. Haar stem had angstig aan de lijn geklonken en ze had hem dringend verzocht om acuut langs te komen. Ze had verder geen uitleg gegeven, maar Paul kan wel raden dat het iets met Michael te maken heeft.
3. Paul vervloekt de kerel die hij in vertrouwen had genomen, die hij eerst als een echte vriend had beschouwt. Als Michael hier daadwerkelijk achter zit; als hij Nora bang had gemaakt, dan is hij nog niet jarig! En deze keer echt niet! Paul klopt hard op de deur en hoort wat geschuifel aan de andere kant.
4. Een donkerharige knappe vrouw doet de deur open. “Goedenavond. Ik ben blij dat u er eindelijk bent. Ik heet Bella. Nora zit op de bank.” Paul neemt haar hand aan. “Paul. Gaat het een beetje met haar?” vroeg hij. Bella kijkt hem vertwijfeld aan. “Misschien dat het een beetje met haar gaat nu dat jij er bent.”
5. Paul zegt niets, maar loopt langs haar heen de woonkamer in. Het eerste wat hem opviel is de verontrustende sfeer die hij anders nooit in de ruimte had gevoeld. Het tweede is dat Nora met haar hand in haar hoofd op de bank zit en diep zuchtte.
6. Meteen loopt hij naar haar toe. “Hé meisje. Ik ben het maar. Vertel me wat er is gebeurd.” Nora reageert onverschillig en gebaart dat hij naast haar mag gaan zitten. Paul wisselt even een blik met Bella, maar die haalt haar schouders op.
7. Paul laat zich zakken naast Nora op de bank en neemt haar meteen in zijn armen. Nora stribbelt een beetje tegen, maar beseft dan toch dat het weinig zin heeft. Uiteindelijk nestelt ze zich tegen hem aan en laat haar tranen de vrije loop.
8. Nadat Nora haar verhaal heeft gedaan, komt Paul tot de conclusie dat Michael haar dus gebeld heeft. Zijn vermoedens zijn dus juist. “Kon je zijn stem herkennen?” vraagt hij. Nora schudt haar hoofd. “Nee, het leek wel een computerstem. Alsof hij het verdraaid had.”
9. Paul denkt even na. Het is maar goed dat Nora zijn stem niet had herkend. Hoe minder ze ervan af weet, hoe beter. Bella verbreekt de stilte door zacht te kuchen. “Sorry dat ik stoor maar ik ga weer op huis aan. Daniël ligt te slapen en ik wil hem niet te lang alleen laten.”
10. Nora staat meteen op. “Maar natuurlijk! Paul is er, en ik voel me alweer wat beter. Sorry dat ik je had gestoord, met mijn achterlijke…” “Dat geeft niet,” zegt Bella meteen. “Daar zijn we toch vriendinnen voor?” Nora omhelst Bella als bedankje en ze nemen afscheid.
11. Paul staat ook op en loopt naar Nora toe. Hij legt een hand tegen haar wang. “Je gelooft die man hopelijk toch niet? Ik zou je nooit bedriegen, Nora.” Nora geniet van zijn aanraking en vergeet bijna te antwoorden. “Geloof me Nora.”
12. Nora kijkt diep in zijn ogen en ziet een wervelwind van twijfels, geheimen en duisternis. Ondanks dat zei haar gevoel dat ze hem echt kon vertrouwen en dat hij er alles aan zou doen om haar gelukkig te maken. “Ik vertrouw je.”
13. Ze ziet meteen de opluchting in zijn ogen verschijnen na haar woorden. “Ga maar alvast naar bed. Ik blijf hier slapen, maar ik moet eerst nog even een telefoontje plegen voor mijn werk. Ik kom zo.” Nora geeft hem een kus en loopt naar haar slaapkamer. Daar kleedt ze zich om en gaat op bed zitten. Het is maar goed dat ze Paul heeft, anders had ze niet geweten wat ze moest doen.
14. Paul drukt een paar toetsen in op zijn telefoon en wilt bijna op de groene knop drukken om te bellen, maar houdt zich in. Michael verwacht vast dat hij zou bellen. Misschien is het beter om morgen meteen na zijn werk even bij zijn ‘grote vriend’ langs te gaan.
15. Dan zal hij hem maar eens goed duidelijk maken dat hij moet stoppen met deze onzin en dat Nora de liefste en mooiste vrouw is in zijn leven. Dan neemt hij ook meteen het beloofde geld mee en kapt met die man. Paul is het zat om alleen maar afhankelijk te zijn van anderen. Het is nu tijd om verder te gaan met zijn leven, samen met Nora. Ze had gezegd dat ze hem vertrouwt, niet dat ze hem gelooft. En dat deed pijn, ook al had ze daar alle reden toe.