Presentation (in Dutch!) about the relationship between journalism and media literate citizenship. News media and media literate citizens need each other.
Citizens, whether as receivers of information or as participants in the exchange of information, should (learn to) critically use a diverse set of sources in order to comprehend how media work and what media messages mean. To judge media, is to use them critically.
2. Intro Fifi Schwarz
Directeur Nieuws in de klas
Onderzoeker Kenniscentrum Media
Hogeschool Windesheim
Auteur diverse publicaties
3. Inhoud masterclass:
Mediawijs publiek
Centrale vraag:
Hoe verhouden media en burgers zich tot elkaar?
Schets van twee gelijktijdige ontwikkelingen:
Communicatiemodellen: van zender naar ontvanger
Informatie-aanbod versus informatiebehoefte
N.B. Focus op media
als afzender van
journalistieke inhoud
Relatie journalistiek en mediawijze burgers 3
4. “De media ‘heeft’ het gedaan!”
Media = meervoud van medium !
Taalvaardigheid: spelling
Betekenis: media zijn divers en dus niet gelijkluidend
Automatisme: meepraten, schuld bij anderen leggen
Wie zijn ‘de media’?
Relatie journalistiek en mediawijze burgers 4
5. Wie zijn ‘de media’? 1/3
Pre-web: one-to-many
zender kanaal ontvanger
coderen decoderen
Relatie journalistiek en mediawijze burgers 5
6. Wie zijn ‘de media’? 2/3
Web 2.0 (theorie) : many-to-many
Filmpje: Jeff Jarvis over heruitvinden communicatierichting:
http://www.youtube.com/watch?v=rTOLkm5hNNU
zender /
ontvanger
zender / zender /
ontvanger ontvanger
zender /
ontvanger
zender / zender /
ontvanger ontvanger
zender /
ontvanger
Relatie journalistiek en mediawijze burgers 6
7. Wie zijn ‘de media’? 3/3
Web 2.0 (praktijk): few-to-many
ontvanger
zender
ontvanger
zender /
ontvanger
zender /
ontvanger
ontvanger
ontvanger
Relatie journalistiek en mediawijze burgers 7
8. Wie zijn ‘de media’? 3/3
Wie zendt, wie ontvangt?
Suggestie van Web 2.0:
iedereen doet mee
Echter niet in gelijke mate: 90 – 9 – 1
Feiten en duiding komen
van hele kleine groep
Iets grotere groep reageert vooral
(retweet, reactie, mening)
Massa doet niet (actief) mee
Relatie journalistiek en mediawijze burgers 8
11. Want + need = too much to know
Informatie-overschot 1/2
Voorbeeld 1: Twitter in Nederland
Aantal accounts:
3 miljoen
waarvan 600.000 actief
(10 tweets/m)
Verhouding accounts-volgers
Hele kleine groep (15.000)
heeft veel volgers (>10.000)
Hele grote groep (100.000) Bron: twirus.nl, 17 nov 2011
volgt weinig mensen (<10)
Aantal tweets per dag:
2 miljoen (meest woensdag)
Bron: Marketingfacts, 15 aug 2011
Relatie journalistiek en mediawijze burgers 11
12. Want + need = too much to know
Informatie-overschot 2/2
Voorbeeld 2: kranten in Nederland
32 dagbladen
(landelijk en regionaal)
100+ huis aan huis bladen
Een landelijk dagblad bevat
dagelijks 40.000 woorden
(gemiddeld)
Relatie journalistiek en mediawijze burgers 12
13. Informatie selecteren/duiden
moet je kunnen 1/3
Beperkingen:
Afhankelijkheid technologie
(filter failure)
Niet alle informatie wordt
online (gratis) ontsloten
Ontbreken context
Eigen (on)deskundigheid:
voorkennis & taal
Hoeveelheid informatie: hoe schiften?
(On)Bekendheid met mediamores en -effecten
Tijd
Relatie journalistiek en mediawijze burgers 13
14. Informatie selecteren/duiden
moet je kunnen 2/3
Voorbeeld 1: Geen podium voor Wilders? Bron: Nieuwsmonitor
Relatie journalistiek en mediawijze burgers 14
15. Informatie selecteren/duiden
moet je kunnen 3/3
Voorbeeld 2: ‘Wens’ van ziek meisje op trending topic te worden
Bron: Twittermania.nl
Voorbeeld 3: Oorzaak EHEC-bacterie
Bron: nos.nl
Relatie journalistiek en mediawijze burgers 15
16. Mediawijsheid:
Focus op inhoud
Dat vergt mediawijsheid
= het geheel van vaardigheden, kennis en mentaliteit
waarmee burgers zich bewust, kritisch en actief kunnen
bewegen in een complexe, veranderlijke en fundamenteel
gemedialiseerde wereld (Raad voor Cultuur, 2005)
Relatie journalistiek en mediawijze burgers 16
17. Mediawijsheid:
Focus op inhoud
Media raken steeds meer ‘in gesprek’ met burgers:
human interest, aansluiten bij belevingswereld, vox pop
user generated content
wie bepaalt agenda?
Filmpje Draadstaal
http://www.youtube.com/watch?v=s4A8WNaDisk
Relatie journalistiek en mediawijze burgers 17
18. Mediawijsheid
Kritisch omgaan met inhoud 1/4
Kritisch zijn ≠ kritiek hebben
Bron: brabantsdagblad.nl, 21 december 2011
Kritisch vermogen:
Inschatten eigen kennis (en beperkingen)
Kennis voortdurend aanvullen, toetsen
Openstaan voor andersdenkenden ipv echokamers
Besef dat alle informatie gemedialiseerd is
Brede blik: variëren in bronnen -> bewust en actief!
Relatie journalistiek en mediawijze burgers 18
20. Mediawijsheid
Kritisch omgaan met inhoud 3/4
Mediawijs omgaan met media-inhoud
wan- waar-
wie wat waar hoe
neer om
toepassen op
inhoud auteur medium ontvanger
Relatie journalistiek en mediawijze burgers 20
22. Mediagebruik:
Hoe ziet uw mediamenu eruit?
Bron: Jongeren, nieuwsmedia en betrokkenheid (Drok/Schwarz,2010)
Vanaf moment van wakker worden, welke media?
Wat is nieuws van vandaag?
Relatie journalistiek en mediawijze burgers 22
28. Een verantwoord mediamenu:
nieuwsmedia verbinden
Nieuwsmedia berichten
over alle onderwerpen
NOS/RTLNieuws
NRC(.nl)
Telegraaf(.nl)
Nu.nl
Geenstijl.nl
enzovoort
Relatie journalistiek en mediawijze burgers 28
29. Conclusie 1/2:
Burgers hebben media nodig die…
... relevante informatie brengen
.... eigen (on)deskundigheid
erkennen; bronnen raadplegen
... context, samenhang bieden
.... transparant zijn en
verantwoording afleggen
.... alle stemmen laten horen:
dialoog, perspectieven, verbinden
Relatie journalistiek en mediawijze burgers 29
30. Conclusie 2/2:
Media hebben burgers nodig die...
... mediawijs zijn. Ze:
... zijn in staat om media-inhouden te begrijpen en
produceren (taalvaardigheid is vereiste)
nemen actief deel aan informatie-
uitwisseling via media
... proeven eerst en zeggen
daarna hoe het smaakt
... variëren in bronnen
... controleren de controleurs
... zijn zich bewust van mediamores, maar ook van eigen rol!
Relatie journalistiek en mediawijze burgers 30
31. Dank voor uw aandacht
Voor meer informatie:
Web : www.nieuwsindeklas.nl /
www.jongerennieuwsmediabetrokkenheid.nl
Mail: f.schwarz@nieuwsindeklas.nl
Twitter: @fifischwarz
Relatie journalistiek en mediawijze burgers 31
32. Verder lezen…
Nico Drok en Fifi Schwarz
Jongeren, nieuwsmedia en betrokkenheid (2010)
Guido Fauconnier
Mens en Media (1995)
Raad voor Cultuur
Mediawijsheid. De ontwikkeling van nieuw burgerschap (2005)
Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling
Nieuwe regels van het spel (2011)
Cass R. Sunstein
Republic.com 2.0 (2007)
Wetenschappelijke Raad Regeringsbeleid
Focus op functies (2004)
Liesbet van Zoonen
Media, cultuur en burgerschap (2007)
Relatie journalistiek en mediawijze burgers 32
Hinweis der Redaktion
Traditioneel model:Kleine groep zenders, grote groep ontvangersSuggestie dat zenders kennisvoorsprong hadden In feite was kennis ruimschoots verdeeld, alleen de kennis die bij ‘ontvangers’ (in het model) bestond, werd niet gedeeld:De media bepaalden welke informatie populair werd.N.B. Waarbij media = communicatiemiddelen. Dat kan staan voor zowel de technologische middelen (bijv. televisie, krant), als de mensen die de media-inhoud maken (programmamakers, journalisten).In deze presentatie beperk ik me bij het gebruik van de term media tot de inhoudelijke afzenders, dus niet de technologie.Meer specifiek: journalistieke mediaBewuste keuze, want ook ik moet selecteren, maar ook omdat het hier gaat om wie bepaalt welke inhoud relevant is. Daar waar technologie daarop van invloed is, benoem ik dat apart.
Traditioneel model:Kleine groep zenders, grote groep ontvangersSuggestie dat zenders kennisvoorsprong hadden In feite was kennis ruimschoots verdeeld, alleen de kennis die bij ‘ontvangers’ (in het model) bestond, werd niet gedeeld:De media bepaalden welke informatie populair werd.N.B. Waarbij media = communicatiemiddelen. Dat kan staan voor zowel de technologische middelen (bijv. televisie, krant), als de mensen die de media-inhoud maken (programmamakers, journalisten).Dat is meteen ook het verwarrende.In deze presentatie beperk ik me bij het gebruik van de term media tot de inhoudelijke afzenders, dus niet de technologie.Bewuste keuze, want ook ik moet selecteren, maar ook omdat het hier gaat om wie bepaalt welke inhoud relevant is. Daar waar technologie daarop van invloed is, benoem ik dat apart.
Huidig model:Ontvangers zijn nu ook gaan zenden, via media en rechtstreeks (via technologie).Welk kanaal, welke technologie wordt gebruikt, maar nu verschoven naar de pijlen en dus nog zeker van invloed op hoe berichten overkomen! Medium is the messageZenders hebben, naast rol van zender, ook rol van ontvanger gekregen.Moeten immers iets met die ontwikkeling. Vandaar user generated content, crowdsourcing.
Huidig model: few to manyZenders ook ontvangers, maar nog steeds meest actiefMeer ontvangers die passief ontvangen, of uitsluitend reageren.Ontvangers zijn nu ook gaan zenden, via media en rechtstreeks (via technologie).Zenders hebben, naast rol van zender, ook rol van ontvanger gekregen.Moeten immers iets met die ontwikkeling. Vandaar user generated content, crowdsourcing.
Verschil met traditionele model is dan ook dat traditionele werd aangeduid als one to many en het huidige als many to many.En dat geen sprake meer is van eenrichtingsverkeer.Dan Gillmor beschreef deze ontwikkeling in zijn boek We the media, waarin hij aangeeft dat burgers zelf informatie-afzenders worden en dat burgers niet langer slechts ontvangen, maar in gesprek raken met de media. Daarmee wekt hij de suggestie van gelijkwaardige informatie-uitwisseling.Maar klopt die suggestie: bereiken die velen ook echt velen, of toch maar kleine groepen?Om die vraag te kunnen beantwoorden, moeten we eerst kijken naar mate waarin informatie-aanbod en informatiebehoefte op elkaar zijn afgestemd.
Als wij informatie willen selecteren, hebben we te maken met een aantal beperkingen:Afhankelijkheid technologie: bij zoeken in Google geeft Google zelf percentage van relevantie aan. Maar dat is gebaseerd op berekeningen, algoritmes op basis van de locatie waar je je bevindt, de cookies op je computer ; eerdere zoekacties, sites die je bezocht hebt enzovoort. Niet omdat dat het beste antwoord is op jouw vraag.Daarom wordt ook wel gesproken van filter failure. De berekeningen geven geen garantie op juistheid of werkelijk gezochte informatie.Niet alle informatie online toegankelijk: we denken tegenwoordig dat alles online is, maar dat is nog lang niet zo. Deze presentatie bijvoorbeeld (nu nog) niet te raadplegen. Pas als ik hem online zet, is die online.Mailcorrespondentie. Rekeningen, wachtwoorden etcetc. Maar ook heel veel wetenschappelijke of journalistieke werken: als niet gepubliceerd, dan niet beschikbaar.Wat nieuws betreft: we denken dat we zonder kranten kunnen, omdat nieuws ook elders gratis te krijgen is, maar ook dat is een illusie. Veel nieuws van professionele redacties wordt (zonder toestemming of vergoeding) door zogenaamde aggregators, maar ook bloggers, hergepubliceerd, maar zonder toestemming. Uitgevers zijn zich daartegen aan het wapenen, door incassobureaus erop af te sturen, dan wel zelf met betaalmuren te gaan werken. Zo is informatie straks alleen beschikbaar voor wie bereid is daarvoor te betalen. Ontbreken context: Wie zelf zoekt, vindt fragmenten, stukjes van een puzzel. Het complete verhaal, hoe het ook alweer zit (bijv. in het Midden-Oosten), dat is niet alleen een kwestie van alle zoekresultaten op een rij leggen. Daarvoor is ook achtergrondkennis vereist, en duiding. Die ontbreekt. Eigen (on)deskundigheid. Als we gaan zoeken, moeten we zelf ook in staat zijn om te beoordelen of de zoekresultaten, of het gevonden bibliotheekboek de relevante informatie bevat. Een docent aan de Hogeschool van Amsterdam vertelde mij eens dat ze studenten naar de bibliotheek had gestuurd om boeken te zoeken over het college-onderwerp. Toen de studenten terugkwamen met een boek vroegen ze wat ze ermee moesten doen. Lezen. Dan pas weet je of informatie bruikbaar is. Meer dan 140 tekens.
Naast die beperkingen, zijn we ook erg afhankelijk van ons eigen kritisch vermogen. Om te kunnen bepalen welke informatie relevant is, of fijn te weten, Moet je het eerst beoordelen.Dat moet je kunnen:Dat is een kwestie van taalvaardigheid, kennis over achtergronden, ‘onderscheidingsvermogen’ (oud van nieuw onderscheiden) etcen (dus) mediawijsheid.
Naast die beperkingen, zijn we ook erg afhankelijk van ons eigen kritisch vermogen. Om te kunnen bepalen welke informatie relevant is, of fijn te weten, Moet je het eerst beoordelen.Dat moet je kunnen:Dat is een kwestie van taalvaardigheid, kennis over achtergronden, ‘onderscheidingsvermogen’ (oud van nieuw onderscheiden) etcen (dus) mediawijsheid.
Naast die beperkingen, zijn we ook erg afhankelijk van ons eigen kritisch vermogen. Om te kunnen bepalen welke informatie relevant is, of fijn te weten, Moet je het eerst beoordelen.Dat moet je kunnen:Dat is een kwestie van taalvaardigheid, kennis over achtergronden, ‘onderscheidingsvermogen’ (oud van nieuw onderscheiden) etcen (dus) mediawijsheid.
Naast die beperkingen, zijn we ook erg afhankelijk van ons eigen kritisch vermogen. Om te kunnen bepalen welke informatie relevant is, of fijn te weten, Moet je het eerst beoordelen.Dat moet je kunnen:Dat is een kwestie van taalvaardigheid, kennis over achtergronden, ‘onderscheidingsvermogen’ (oud van nieuw onderscheiden) etcen (dus) mediawijsheid.
(on)vermogen om informatie te selecterenOm te kunnen bepalen welke informatie relevant is, of fijn te weten, Moet je het eerst beoordelen.Dat moet je kunnen:Dat is een kwestie van taalvaardigheid, kennis over achtergronden, ‘onderscheidingsvermogen’ (oud van nieuw onderscheiden) etcen (dus) mediawijsheid.
Om te kunnen bepalen welke informatie relevant is, of fijn te weten, Moet je het eerst beoordelen.Dat moet je kunnen:Dat is een kwestie van taalvaardigheid, kennis over achtergronden, ‘onderscheidingsvermogen’ (oud van nieuw onderscheiden) etcen (dus) mediawijsheid.
Eerst proeven, dan zeggen hoe het smaakt:eerst informeren, dan oordelenOm te weten hoe iets moet smaken, eerst verschillende soorten bronnen uitproberen. En blijven proberen. Niet elke dag hetzelfde.Niet van een afstand kritiek uiten en dan afwenden, maar in gesprek gaan met journalisten. Nieuwsmedia zijn aanspreekbaar op hun werk, via ombudsman, lezersredacteur, raad voor journalistiek. Laat weten wat je vindt; hoe kritischer het publiek, hoe hoger de lat ligt.Bewust van mediamores – en van hun eigen rol:-> we doen er zelf aan mee.We geloven dat van TVOH nog niet van tevoren vaststaat wie wint, we kijken door het venster dat media ons aanreiken.News of the world: er werd schande gesproken over hoe journalisten aldaar zich hadden gedragen (en terecht), maar geen woord werd gerept over het feit dat al die mensen die nu zo verontwaardigd zijn, zelf gretig elke week dat paparazzi nieuws naar binnen slokten.(on)vermogen om informatie te selecterenOm te kunnen bepalen welke informatie relevant is, of fijn te weten, Moet je het eerst beoordelen.Dat moet je kunnen:Dat is een kwestie van taalvaardigheid, kennis over achtergronden, ‘onderscheidingsvermogen’ (oud van nieuw onderscheiden) etcen (dus) mediawijsheid.