This urban landscape project analyses the river rhine area of Arnhem and proposes a floating, modular structure to improve the spatial quality. This Bsc. Thesis in Landscape Architecture was rewarded an 8/10.
2. 2Bsc Thesis Landschapsarchitectuur |Erik-Jan van Oosten | Begeleider: Gabriëlle Bartelse
De Rijnkade is door zijn ligging op het
Zuiden een geschikte plaats voor terrassen
Straatbeeld vanaf de bovenkade
De benedenkade biedt veel ruimte en
mogelijkheden
Een grote hoeveelheid aan paaltjes dient
het parkeren van auto’s te verhinderen
Uitzicht vanaf de Weerdjesstraat op de John
Frost brug
De kade ligt op het Zuiden en heeft
daardoor de hele dag door zon.
De kade maakt een wat levenloze indruk
Onvriendelijke uitstraling entree Rijnkade
Geslaagde architectuur op de bovenkade
3. 3Bsc Thesis Landschapsarchitectuur |Erik-Jan van Oosten | Begeleider: Gabriëlle Bartelse
1. Inleiding & uitgangspunt
2 - These
- Wat zijn de relaties tussen steden en rivieren?
3 Wat is de Relatie tussen Arnhem en de Rijn?
- Regioniveau: Geomorfologie, Geschiedenis
- Stadsniveau: Schipbrug, Tweede Wereldoorlog, Infrastructuur,
- Kadeniveau: Massa ruimte, Huidige plannen, Materialen, water
- Conclusie Analyse
3 - Hoe kan de relatie tussen Arnhem en de Rijn verbeterd worden?
Noordkant - Concept tribune
- Concept markt
Zuidkant: - Concept Strand
- Concept paal woningen
4 ruimtelijke invulling/uitgangspunten
- Modulair concept/visie
- Modules
- Ontwerpaanpak
5 voorbeeldconfiguraties
6 plankaarten
7 detaillering
- Materialisatie
- Markt
- Overgang boven naar benedenkade
- Overgang kade naar water
- Kade entree
- Doorsnedes
8 Reflectie
9 Conclusie
10 Bronvermelding
4
5
7
8
8
12
16
21
22
22
24
26
26
28
31
32
34
36
38
46
46
47
48
50
52
55
56
58
59
Inhoudsopgave
I do not know much about gods; but I think that the river
Is a strong brown god—sullen, untamed and intractable,
Patient to some degree, at first recognised as a frontier;
Useful, untrustworthy, as a conveyor of commerce;
Then only a problem confronting the builder of bridges.
The problem once solved, the brown god is almost forgotten
By the dwellers in cities—ever, however, implacable.
Keeping his seasons and rages, destroyer, reminder
Of what men choose to forget. Unhonoured, unpropitiated
By worshippers of the machine, but waiting, watching and waiting.
T.S. Elliot, The Dry Salvages, Nº3 of Four Quartets
Erik-Jan van Oosten
Bachelorstudent Landschapsarchitectuur
student nr. 880623623100
Begeleidster: Gabriëlle Bartelse
Contact:
Erik-jan.vanoosten@wur.nl
Tel: 06 2323 6122
4. 4Bsc Thesis Landschapsarchitectuur |Erik-Jan van Oosten | Begeleider: Gabriëlle Bartelse
U zult merken dat veel problemen die
in Arnhem spelen overeen komen met
wat er in andere steden in Nederland
speelt. Het uiteindelijke ontwerp zou
dan ook een goed aanknopingspunt
kunnen zijn om andere steden van een
beleefbaardere en dynamischere kade te
voorzien.
Daar komt het feit dat er aan beide
kanten van de rivier niets te beleven
valt aan de Rijn nog eens bovenop.
Als Arnhem weer één met zichzelf
wil worden zal er interactie moeten
ontstaan tussen beide kanten en nog
wel belangrijker: Interactie tussen de
Stad en de Rijn!
Voor u ligt een boekwerk waarin een
oplossing geboden wordt voor de
gebrekkige relatie tussen Arnhem en
de Rijn.
Dit verslag is echter ook interessant
als u benieuwd bent naar hoe steden
en water nu en in het verleden
functioneerden.
Vanuit een ontwerpoogpunt wordt er
naar de ruimtelijke en programmatische
problemen gekeken die spelen in
Arnhem.
Arnhem is eigenlijk twee steden in
één: Het oorspronkelijke Arnhem met
winkelgelegenheden en veel groen
en het nieuwe, Zuidelijke Arnhem
dat weinig van doen heeft met zijn
Noordelijke wederhelft. Het gebrek aan
samenhang tussen beide delen komt
door een barrière die verbinding tussen
beide delen in de weg staat: De Rijn.
Inleiding Uitgangspunt
5. 5Bsc Thesis Landschapsarchitectuur |Erik-Jan van Oosten | Begeleider: Gabriëlle Bartelse
De identiteit van een stad wordt voor een groot
gedeelte bepaald door deze relatie met het water
dat de stad doorsnijdt.(Ari Kelman - A River and Its City)
Wat zou Parijs zijn zonder de Seine? Londen zonder
Thames? Amsterdam zonder Amstel? De rivier is
een vormend principe voor het karakter van de stad.
Deze relatie vind ik zeer interessant en het past
goed binnen mijn visie van landschapsarchitectuur:
Onderzoeken hoe het landschap werkt en van daaruit
met een ontwerp komen dat het landschap beter laat
Mens
Water
Landschap
functioneren en voor de mens interessanter wordt.
De relatie mens - water - landschap is een erg
interessante en een relatie waar ik later als
landschapsarchitect nog vaak mee te maken ga
krijgen. Idealiter zijn deze drie elementen in balans
en vindt er tussen alle drie de elementen interactie
plaats. Dit vinden we zowel in landschappen (van
polders waar gevochten wordt tegen het water tot
woestijnen waar gevochten wordt om water) als
in steden (Manning, O. D. - “Design Imperatives for River
Landscapes”).
Helaas zijn er ook steden waar de relatie met het
water niet zo sterk uitgepakt heeft. Arnhem is daar
een goed voorbeeld van. De rivier is een barrière
in plaats van een karakteriserend element. Het is
weinig uitnodigend om over de oever te wandelen
en de publieke ruimte voelt anoniem. Noord- en
Zuid Arnhem zijn eerder twee losse steden dan een
samenhangend geheel.
These
Hoofdprobleemstelling: Het is niet goed gesteld met de
relatie tussen de Rijn en Arnhem.
Hoofdvraag: Kan de Rijn de stedelijke kwaliteit verbeteren
in plaats van werken als een Barrière?
Subvragen:
1. Wat zijn de relaties tussen steden en rivieren?
2. Wat is de relatie tussen Arnhem en de Rijn?
3. Hoe kan de relatie tussen Arnhem en de Rijn
verbeterd worden?
6. 6Bsc Thesis Landschapsarchitectuur |Erik-Jan van Oosten | Begeleider: Gabriëlle Bartelse
van onschatbare waarde om aan een
rivier te liggen. Door schaalvergroting is
het aantal steden met een belangrijke
haven afgenomen maar is de grootte van
de havens zoals in Rotterdam gegroeid.
Ook bood de Rijn goede klei voor het
vervaardigen van bakstenen en zijn er
veel steenfabrieken te vinden.
5. Rivier als recreatiezone.
De steden met bijvoorbeeld een
uiterwaarden hebben een groot groen
gebied ter beschikking voor recreatie en
natuurontwikkeling. De Seine in Parijs
is een voorbeeld van een verstedelijkte
rivier waarlangs veel recreatie plaatvind.
Uit de literatuur kan geconcludeerd
worden dat er twee verschillende
manieren zijn om naar deze vraag te
kijken. Men kan ruimtelijke typologieën
onderscheiden en thematische. Iedere
stad aan een rivier is een combinatie
van een ruimtelijk typologie met 1 of
meer thematische typologieën. Allereerst
zullen de ruimtelijke typologieën
behandeld worden.
Door middel van een kaartanalyse stelt
(J. B. Silva, F. Serdoura, P. Pinto Urban Rivers as Factors of
Urban (Dis)integration) dat we kunnen spreken
over drie soorten stad - rivier relaties.
1. De stad bevind zich slechts op één
helft van de rivier
2. De stad ligt op beide oevers van de
rivier, beide stadshelften zijn grofweg
even belangrijk
3. De stad ontwikkeld zich aan de ene
kant van de rivier beter dan aan de
andere kant. Hierdoor ontstaat een
asymmetrische relatie waarbij de ene
helft zwaarder weegt dan de andere
helft.
Daarnaast zijn er zijn verschillende
ruimtelijke typologieën te onderscheiden.
Veel steden vallen echter onder
meerdere kopjes aangezien de relatie
tussen de rivier en de stad nooit
eenzijdig is.
1. Rivier als barrière/grens:
Deze steden hebben een groot contrast
tussen Noord en Zuid qua geschiedenis
en/of welvaartsniveau. Londen is een
goed voorbeeld van een stad die lang
worstelde met het slechte imago van de
“South Bank”. Mede door het organiseren
van verschillende festivals en het
plaatsen van iconen als the London Eye
is dit de laatste jaren sterk verbeterd.
2. Rivier als gevaar.
Deze steden vreesden de dynamiek
van de rivier en hebben gepoogd dit
controleerbaar te maken. In Los Angeles
(Hatfield, P. J. - A River Runs Where?: Relations Between
Cities and Waterways) is men daar wat ver in
doorgeschoten en is reeds 40% van
de rivier in een grote betonnen bak
geplaatst. Ook New Orleans (Ari Kelman - A
River and Its City (2006) leeft in angst voor water.
3. Rivier als onderdeel van het leven:
Culturele en religieuze gebeurtenissen
vinden plaats aan het water. Het
bekendste voorbeeld is de oude
Egyptische cultuur maar ook in Varanasi
(India) is de rivier integraal onderdeel
van het leven.
4. Rivier als welvaartsbron.
In het verleden was het voor de handel
De drie verschillende ruimtelijke concepten: De rivier loopt langs de stad (1), verdeelt de stad in twee gelijke helften (2) of ongelijke delen (3).
1 2 3
Wat zijn de relaties tussen
steden en rivieren?
7. 7Bsc Thesis Landschapsarchitectuur |Erik-Jan van Oosten | Begeleider: Gabriëlle Bartelse
Maar hoe zit het op ruimtelijk en
thematisch gebied tussen de Rijn en
Arnhem?
Ruimtelijk is Arnhem verdeeld in twee
ongelijke delen. De relatief nieuwe
Zuidzijde is kleiner dan het oude Noorden.
Bovendien voelt het een gebrek aan
zichtrelaties als een losse stad.
Thematisch vervult of vervulde de Rijn voor
Arnhem veel van de voorgenoemde relaties.
1. Rivier als barrière/grens: De Rijn was tot
begin 20e eeuw een barrière voor Arnhem
om uit te bouwen. Nog steeds blijft Zuid
nog achter op Noord qua functies en
ruimtelijke kwaliteit.
2. Rivier als gevaar: Amper, de kade is
verhoogd en Zuid heeft een dijk. Geen
zijgeulen of kanalisering.
3. Rivier als onderdeel van het leven:
ontbreekt
4. Rivier als welvaartsbron. Dit was in het
verleden het geval maar nu voornamelijk
opstappunt voor Rijncruises.
5. Rivier als recreatiezone. Arnhem zet in
op toerisme. Dit is het type relatie met het
water waar men naartoe wil.
Los Angeles (Martin Schall) New Orleans (CNN)Londen(telegraph.co.uk) Varanasi (L. Leemans)
Parijs (Christophe) Uiterwaarden (H. van der Klis)Rotterdam (E. van Oosten) Steenfabriek (E. van Oosten)
8. 8Bsc Thesis Landschapsarchitectuur |Erik-Jan van Oosten | Begeleider: Gabriëlle Bartelse
De Zuidkade is in tegenstelling tot
de Noordkade geenszins verstedelijkt.
Dit is vanuit de geomorfologie goed
te verklaren: In het Noorden bevinden
zich de hoge, droge gronden terwijl het
Zuiden regelmatig onder water stond.
Dit is de reden dat Arnhem zich tot
begin 20e eeuw alleen op de Noordelijke
oever had gevestigd. De Zuidelijke
oever is tot op heden nog steeds een
groene zone. wat mist zijn elementen
die de aandacht van de bezoeker van
de Noordkade vasthouden. Ook op
klimatologisch gebied is de Zuidoever in
het nadeel: de Zuidoever is altijd minder
warm en zonnig dan de Noordkade op
eenzelfde manier als een tuin op het
Noorden minder warm en zonnig is. Dit
verschil wordt bovendien versterkt dat
de spiegelende werking van het water
ervoor zorgt dat de Noordkade nog
warmer is.
Wat is de relatie tussen de Rijn
en Arnhem?
Renè Burghardt, Lutz Katzschner, Sebastian Kupski,
Urban Climatic Map of Arnhem City (2010)0m 500m
9. 9Bsc Thesis Landschapsarchitectuur |Erik-Jan van Oosten | Begeleider: Gabriëlle Bartelse
Deels is de slechte relatie van
Arnhem met de Rijn te verklaren
vanuit de geschiedenis (dr. Annika W.
Hesselink - History makes a River). Kijkend naar
oude kaarten zien we dat Arnhem
ontstaan is aan de Sint Jansbeek en
met de Rijn weinig van doen had.
Ook distantieerde Arnhem zich van
de Rijn door middel van fortificaties
ten behoeve van de veiligheid, zowel
het overstromingsgevaar als militaire
veiligheid. [www.Arneym.nl]
In de tweede wereldoorlog heeft
Arnhem zwaar geleden en is een groot
gedeelte van de oude stad verloren
gegaan. De rivier maakte van Arnhem
een strategische plek en verhoogde het
belang voor beide partijen aanzienlijk.
Zonder de rivier was Arnhem in de
tweede wereldoorlog ongetwijfeld beter
af geweest.
Geschiedenis
Arnhem ca 1650 Kaart van Joan Blaeu,
Stedenboek in 'Atlas Van Loon'
10. 10Bsc Thesis Landschapsarchitectuur |Erik-Jan van Oosten | Begeleider: Gabriëlle Bartelse
Tijdlijn
1200 1300 1400 1500 1600 1700
1560 Kaart van Jacob van Deventer, netkaart.Arnhem rond 1560 De 'bijkaart' van J. van Deventer
1233 Graaf Otto II van Gelre geeft Arnhem
Stadsrechten
1291 aanleg van de stadsmuur
1505, 1519 en
1533 uitbreiding
van de stadsmuur
en aanleggen
verdedigingswerken
1360 Graven van de
stadsgracht
1579 Arnhem wordt de Gelderse
hoofdstad
1603 Aanleg van de
schipbrug ter vervanging
van het pontje
1690 Arnhem krijgt
Nederlandse vesting
11. 11Bsc Thesis Landschapsarchitectuur |Erik-Jan van Oosten | Begeleider: Gabriëlle Bartelse
2000 20101980 199019401920 1960 197019001800
Hottinger-kaart van Arnhem 1783 Arnhem, 1874
1927 architectenbureau Granpré Molière,
Verhagen en Kok ontwerpen Arnhem Zuid
een “Nieuw
g”
1817 Arnhem Wordt de
hoofdstad van de provincie
Gelderland
1965 aanleg wijk
Presikhaaf
1845 Arnhem
krijgt een
spoorlijn
1949 Arnhem stapt
over van tram naar
trolleybussen1899 Aanleg Sonsbeekpark
WO II
1935 Voltooiing John Frostbrug (destijds: Rijnbrug)
1977 aanleg Nelson Mandela brug
2005 Opening Station
Arnhem Zuid
12. 12Bsc Thesis Landschapsarchitectuur |Erik-Jan van Oosten | Begeleider: Gabriëlle Bartelse
Schipbrug
Tot 1601 werd Arnhem nog ontsloten
door een veerpontje, maar deze
mocht in 1603 plaats maken voor
een schipbrug. Deze maakte de stad
beter bereikbaar vanuit het Zuiden.
De schipbrug lag ten Westen van de
stad, op de plek waar tegenwoordig het
Roermondsplein ligt.
Het idee van een schipbrug is
eenvoudig: meerdere schepen worden
aan elkaar verbonden en daar bovenop
wordt een wegdek aangebracht. De
constructie is geheel drijvend.
Zoals op de grote afbeelding hiernaast
te zien is was het mogelijk om een
onderdeel van de brug tijdelijk te
verplaatsen zodat er schepen konden
passeren.
De brug was helaas niet winterhard
waardoor bij strenge winters de hele
brug veilig opgeborgen werd.
Arnhem ca 1650 Kaart van
Joan Blaeu, Stedenboek in
'Atlas Van Loon'
13. 13Bsc Thesis Landschapsarchitectuur |Erik-Jan van Oosten | Begeleider: Gabriëlle Bartelse
Arnhem heeft zware klappen te verduren
gehad tijdens de 2e wereldoorlog. De
Rijnbrug (tegenwoordig John Frost
brug) stond centraal tijdens de beruchte
operation Market Garden in 1944 en
zorgde ervoor dat Arnhem uitzonderlijk
zwaar getroffen is.
De luchtfoto’s laten zien hoe dit gebied
afgelopen honderd jaar aan verandering
onderhevig geweest is. Het centrum was
voorheen zeer dicht met een fijnmazig
wegenpatroon met ten Zuiden van de
statige Eusebiuskerk een marktplein.
Tijdens de oorlog is dit echter geheel
weggevaagd en is later herbouwd in
na-oorlogse stijl. Hierbij is de locatie
van het marktplein verschoven van de
Zuidkant van de Eusebiuskerk naar de
oostkant (voor de ingang van de kerk).
Het is schokkend te zien hoe groot de
vernielingen in dit deel van Arnhem
waren en hoe sterk dit gebied aan
verandering onderhevig geweest is.
14. 14Bsc Thesis Landschapsarchitectuur |Erik-Jan van Oosten | Begeleider: Gabriëlle Bartelse
Infrastructuur
De infrastructuur van Arnhem zit degelijk
in elkaar. Waar vroeger de singel lag heeft
men een rondweg aangelegd waar nog
voldoende ruimte voor groen overblijft.
Loodrecht op deze rondweg takken allerlei
wegen aan en breid Arnhem zich met een
soort vingers uit naar buiten.
Door de keuze voor de aanleg van Arnhem
Zuid is er de noodzaak ontstaan dit
systeem uit te breiden. Het idee is dat er
een grotere lus ontstaat waar zowel Noord
als Zuid in liggen waar op aangetakt wordt
Op de kaart is te zien dat dit
samenbrengen van Noord en Zuid op
het gebied van infrastructuur best goed
gelukt is. Toch is het twijfelachtig of dit
genoeg is om de relatie tussen Noord en
Zuid te bezegelen. Bovendien loopt de
weerdjesstraat, welke vroeger Zuidkant de
cirkel vormde, nu dwars door het autoluwe
centrum en ondergraaft het concept van de
nieuwe rondweg.
Belangrijkste autoverkeer
Treinverkeer
0m 500m
15. 15Bsc Thesis Landschapsarchitectuur |Erik-Jan van Oosten | Begeleider: Gabriëlle Bartelse
Vanuit de lucht is goed te zien hoe
dicht alles op elkaar ligt. Het station
en de Rijn liggen haast op een
steenworp afstand van elkaar af. Ook het
indrukwekkende formaat van het station
en het Roermondsplein zijn goed te zien.
Voor het Roermondsplein staat al een
renovatieplan klaar aangezien het op het
moment als lelijk ervaren wordt.
Het contrast tussen het kleinschalige
centrum en deze infrastructurele mega-
objecten is erg groot, mede doordat
zowel het station als het Roermondsplein
direct tegen het centrum aanliggen.
Doordat deze twee objecten zoveel
aandacht naar zich toetrekken is het
niet nodig om van de Rijn ook een
dergelijk megaproject te maken. Wel is
het wenselijk te contrasteren: In plaats
van een tamelijk logge en statische
ingreep zou een zou een verfijnde en
dynamische ingreep goed op zijn plaats
zijn.
luchtfoto’s: Stefan Verkerk
16. 16Bsc Thesis Landschapsarchitectuur |Erik-Jan van Oosten | Begeleider: Gabriëlle Bartelse
Keuze uitwerkingslokatie
Uit de analyses is gebleken dat het
belangrijkste gebied het stuk Rijn is
tussen de John Frostbrug en Nelson
Mandelabrug. Dit is het gebied met de
hoogste potentie omdat deze het dichtst
bij het centrum ligt en bovendien liggen
er twee bruggen waardoor het gebied
door de automobilist ook gezien wordt.
De uitwerking zal zich focussen op
zowel de Noord- als de Zuidkade omdat
zowel in Noord- als in Zuid Arnhem de
relatie met de Rijn gebrekkig is. Door
beide kanten van de rivier beleefbaar
te maken wordt de verbinding met
het water deels hersteld. Doordat
beide kanten een verbinding met de
Rijn hebben is er de hoop dat via de
relatie met het water ook de relatie
tussen Noord en Zuid enigszins zal
verbeteren. Het hoofddoel is echter het
verbinden van de stad met het water,
niet de verbinding tussen Noord en Zuid
Arnhem.
17. 17Bsc Thesis Landschapsarchitectuur |Erik-Jan van Oosten | Begeleider: Gabriëlle Bartelse
Entree van de Rijnkade
De Noordkade is met zes toegangen
verbonden aan het centrum tussen de
twee bruggen in. Dat is voor een lengte
van iets meer dan een kilometer een
aardig goede ontsluiting. De kwaliteit en
aantrekkelijkheid van de toegangswegen
varieert aanzienlijk.De vossenstraat
en Rodenburgstraat zijn het minst
aantrekkelijk voor de voetganger terwijl
de Nieuwstraat en de Markt entree
er zeer uitnodigend uitzien. Over het
algemeen kan gesteld worden dat de
entree’s niet optimaal zijn en dat er,
met name aan de na-oorlogse bouw,
veel verbeterd kan worden. Voor het
herstellen van de verbinding met de Rijn
is de verbinding naar de kade toe van
groot belang.
Roerondsplein
Vossenstraat
Bolwerk Markt
Rodenburgstraat
Nieuwstraat
18. 18Bsc Thesis Landschapsarchitectuur |Erik-Jan van Oosten | Begeleider: Gabriëlle Bartelse
Massa ruimte
De openbare ruimtes zijn spaarzaam in
het Zuiden van Arnhem in tegenstelling
tot wat het rapport van Cultuur in
Rijnborg beweert. Als we kijken naar
de functies van deze open ruimtes zien
we dat twee daarvan volledig in beslag
genomen worden door parkeerplaatsen.
De enige noemenswaardige open
ruimtes op deze schaal zijn de Rijnkade
en het kerkplein. Beide grote ruimtes
zijn langwerpig van vorm en eerder
lijnen dan vlakken in het landschap.
0m 100m
19. 19Bsc Thesis Landschapsarchitectuur |Erik-Jan van Oosten | Begeleider: Gabriëlle Bartelse
Huidige plannen
0m 50m
Op het moment is vooral de verbinding
met het centrum een obstakel voor
bezoekers van de Rijnkade. Iedere
route vanaf het centrum naar de
Rijnkade wordt doorsneden door de
verkeersintensieve Weerdjesstraat. De
Zuidkade van Arnhem is echter volop
in ontwikkeling en zal er binnen een
paar jaar een stuk gastvrijer uitzien. De
er op dat ook deze het niet gaat halen.
Wat dan overblijft van het plan is
voornamelijk het volbouwen van
openbare ruimtes. Dit verhoogt de vraag
naar een nieuwe openbare ruimte in het
Zuiden van de stad.
In mijn ontwerp is het belangrijk
rekening te houden met het feit dat
er een zeer beperkte hoeveelheid geld
routes naar het centrum worden naar
mijn mening voldoende onder handen
genomen in deze plannen.
De huidige plannen die er liggen zijn
meerdere malen bijgesteld. In de eerste
instantie zou er een haven aangelegd
worden maar dat bleek financieel
onhaalbaar, het plan is nu om een
wandelbrug aan te leggen maar het lijkt
die beschikbaar is voor ruimtelijke
ontwikkeling maar dat er ook zeker
kansen liggen om aan te takken bij de al
in werking gezette veranderingen
Urhahn Urban Design
20. 20Bsc Thesis Landschapsarchitectuur |Erik-Jan van Oosten | Begeleider: Gabriëlle Bartelse
Degelijke bevestigingspunten voor
de passagiersboten die hier dagelijks
aanmeren voor vertrek naar Duitsland.
Een boomspiegel zou hier niet misstaan
en het geheel een minder rommelig
aanzicht geven.
Vuilnisbak met als belangrijkste feature
dat de bak gemakkelijk te vervangen is
en in het stalen frame gehangen kan
worden nadat vandalen het vernield
hebben.
Een typisch jaren 60/70 design.
Ondertussen bijna weer retro te noemen.
De trap is niet alleen nodig om mensen
de benedenkade te laten betreden maar
heeft ook een waterkerende functie.
Deze bankjes zijn een goede poging
geweest om deze ruimte op te
waarderen tot verblijfsplek, helaas heeft
deze zijn beste tijd gehad.
Twee grote afvalbakken beneden op de
lage kade. Stevig vastgelegd met een
ketting. Deze dragen niet bepaald bij
aan de ruimtelijke kwaliteit.
Dit kasje heeft zo te zien al veel
meegemaakt. Ik vermoed dat in
dit kastje aansluitingen zitten voor
elektriciteit van terrasverwarming of dat
het iets met de haven van doen heeft.
Veel graffiti geeft de kade een onveilige
uitstraling, de fietsenrekken zijn
daarentegen wel fraaie exemplaren
Analyse materialen
21. 21Bsc Thesis Landschapsarchitectuur |Erik-Jan van Oosten | Begeleider: Gabriëlle Bartelse
De benedenkade biedt veel ruimte. Deze
ruimte kan helaas slechts in beperkte
zin gebruikt worden doordat het een
gedeelte van het jaar onder water staat.
Technisch gezien is bebouwing op de
benedenkade is wel degelijk mogelijk
maar zal op een bepaalde manier in
moeten spelen op de dynamiek van
het water. Te denken valt aan het
drijvend maken van de bebouwing,
het waterdicht afsluitbaar maken of
het toewijzen aan functies waarbij het
onderlopen weinig tot geen schade
aanricht.
De regelgeving zorgt er echter voor
dat de eventuele bebouwing de
doorstroming van het water niet mag
verhinderen waardoor er eigenlijk slechts
één optie over blijft: het met het water
mee laten stijgen van bebouwing.
Het voordeel van met het water
meestijgende bebouwing is dat het de
doorstroming niet verhindert en, mits de
bestrating meestijgt, ook bij hoog water
toegankelijk blijft. Sterker nog: bij hoog
water is het juist een stuk interessanter
en spannender om daar te lopen omdat
de bezoeker zich dan vlak boven het
water bevind.
Dynamiek Conclusies analyse:
Uit het onderzoek naar de relatie
tussen steden en rivieren kan
geconcludeerd worden dat er sprake is
van twee soorten relaties: ruimtelijke
en thematische. Vervolgens wordt er
gekeken hoe dit voor Arnhem specifiek
zit: De ruimtelijke relatie lijkt op de
kaart een ongelijke relatie tussen Noord
en Zuid. Ook de geomorfologie en de
hydrologie geven de suprieuriteit van
het Noordelijke Arnhem weer.
Op historische kaarten zien we dat
Arnhem Zuid pas sinds 1927 in
ontwikkeling is, ook zien we dat de kade
voorheen een levendige plek vol handel
en bedrijvigheid was. Bovendien lag er
een schipbrug over de Rijn.
In de oorlog heeft Arnhem flink geleden
onder de Duitse bezetting. Het centrum
is ten Zuiden van de Eusebiuskerk in
een onaantrekkelijke na-oorlogse stijl
terug gebouwd.
De Rijn is vanuit het winkelcentrum
en het treinstation gemakkelijk te
bereiken en ligt midden in de ringweg
van Arnhem. De open ruimtes in het
centrum aan de kant van de Rijn zijn
voornamelijk parkeerplaatsen. Een plein
met pleinfunctie ontbreekt straks als
ook het plein voor de Eusebiuskerk
bebouwd wordt door project Rijnboog.
Dit gedeelte van Arnhem is volop in
ontwikkeling en er zijn veel projecten
die de minder fraaie architectuur
aanpakken. Het straatmeubilair op de
Rijnkade is ook aan vervanging toe.
Bovendien is de dynamiek van het
water een obstakel voor het ontwikkelen
van programma voor de kade aangezien
de kade tijdelijk onder water kan staan
en het de doorstroming niet mag
beïnvloeden.
Nu bepaald is wat de relatie tussen
Arnhem en de Rijn is kan er gekeken
gaan worden hoe deze relatie verbeterd
kan worden.
22. 22Bsc Thesis Landschapsarchitectuur |Erik-Jan van Oosten | Begeleider: Gabriëlle Bartelse
Hoe kan de relatie met de Rijn
verbeterd worden?
Om deze vraag te beantwoorden dient er
eerst een ontwerpverkenning uitgevoerd
te worden. Wat zijn de mogelijkheden?
Waar liggen de kansen? De sterkste
concepten worden in dit hoofdstuk
besproken in twee categorieën:
Concepten die zich op de Noordelijke
oever richten en concepten die zich op
de Zuidelijke kade richten. Hier is voor
gekozen vanwege de grote verschillen
tussen de beide kades.
Allereerst het concept aan de stedelijke
Noordkade genaamd “tribune”. Dit
is in feite het aanleggen van een
grote trap van de boven- naar de
benedenkade. Één van de voordelen
van een dergelijke trap zijn dat de
ruimte een duidelijke oriëntatie krijgt
naar de overkant, bovendien kunnen
er verschillende functies in de tribune
ingebouwd worden zoals horeca of
havenfuncties. Bovendien biedt het een
trap veel zitruimte voor bezoekers van
de binnenstad. In het verleden liepen
de boven- en benedenkade middels
een helling in elkaar over waardoor de
benedenkade meer samenhang met de
bovenkade had. Ook kan er door het
hoogteverschil in de nabijheid van water
gedacht worden aan de aanleg van een
waterspeeltuin. Omdat het water in de
Rijn fluctueert in hoogte door het jaar
heen en zal naarmate het verder stijgt
meer delen van de tribune onder water
zetten. Dit kan een leuk, dynamisch
element van het ontwerp worden.
Foto: Jonathan Bachman
Floriade, Foto: E. van Oosten
Pioneer Courthouse Square, Portland
23. 23Bsc Thesis Landschapsarchitectuur |Erik-Jan van Oosten | Begeleider: Gabriëlle Bartelse
De Bund in Shanghai is naar mijn
mening de best geslaagde boulevard
ter wereld. Het lost infrastructurele
problemen op, het verbind de
binnenstad op fantastische wijze
met het futuristische Pudong aan
de overkant van de rivier en is het
gezicht van de stad in plaats van een
achterkant. Alles is ontworpen aan
de hand van de Feng Shui. Een goed
voorbeeld is de trap waar halverwege
een verblijfsplaats gerealiseerd om te
voorkomen dat de trap als barrière
ervaren wordt. Ieder object is een
element in het landschap. Je zult hier
geen bankjes of losse vuilnisbakken
vinden. Alles is geïntegreerd tot een
eenheid. In de materialisatie is slim
aangegeven wat de verblijfszone’s zijn
en waar de doorstroom plaatsvind. Haast
iedere trap is eveneens een zitplaats.
Ondanks dat de Bund zeker 5 meter
hoger ligt dan het straatniveau voelt het
niet als een barrière naar het water.
Één van de kenmerken die Arnhem
helaas mist is het ontbreken van een
interessante overkant. De futuristische
gebouwen en hun verlichting zorgen
voor een haast surrealistische sfeer. De
kracht van de Bund zit ook in het sterke
contrast tussen de moderne boulevard
en daarachter de statige oude panden
uit de jaren 30. Dit contrast wordt in de
avond door de uitbundige verlichting
geaccentueerd.
Referentieanalyse The Bund
Foto: E van Oosten Shanghai Urban Planning Museum, Foto: E van Oosten
24. 24Bsc Thesis Landschapsarchitectuur |Erik-Jan van Oosten | Begeleider: Gabriëlle Bartelse
Concept marktplein
In de huidige plannen van het Rijnboog
project komt het kerkplein te vervallen als
open ruimte en verliest Arnhem een plein in
het Zuiden van het centrum. Hierdoor ontstaat
de kans om de kade op te waarderen tot een
ruimte met pleinfunctie. Het plaatsen van de
markt op de kade in plaats van het kerkplein
zou al een heel verschil maken.
De kade moet weer onderdeel van de stad
worden en daarbij hoort het kunnen faciliteren
van stadse activiteiten. De ruimte is er op
een goede afstand van het centrum en de
aansluiting voldoet straks als het Rijnboog
project voltooid is ook. De voordelen van het
ombouwen van de kade tot stadsplein zijn:
- Doordat de markt meer mensen naar de
kade trekt ontstaat er meer levendigheid, één
van de grootste ontbrekende factoren op de
huidige kade.
- De ruimte heeft op dit moment een
onbestemde uitstraling, de kade zal aan deze
markt meer bestaansrecht ontlenen omdat
deze meer toevoegt aan de stad.
- Het voorzien van de kade met ander
stadsmeubilair zoals bankjes, lantaarns
en plantenbakken zou de gebruiksfunctie
verhogen maar anderzijds ook snel niet bij de
relatief ruige en stoere havencontext passen
qua sfeer. Hier dient bij het ontwerp goed op
gelet te worden.
0m 100m
25. 25Bsc Thesis Landschapsarchitectuur |Erik-Jan van Oosten | Begeleider: Gabriëlle Bartelse
Referentieanalyse Dusseldorf
Dusseldorf is net als Arnhem een
oude industriestad. Beide steden
hebben moeite met het aanmeten
van een nieuwe identiteit en komen
maar moeilijk los uit hun verleden.
In Dusseldorf is de Rijn oever goed
vergelijkbaar met Arnhem en zien we
dat Dusseldorf alreeds een oplossing
gevonden heeft voor het herstellen van
de relatie met de Rijn.
Op de benedenkade vinden we
verschillende kraampjes waar markten
gehouden worden. Dit trekt publiek
naar de rivier en benut ruimte die in
Arnhem momenteel niet gebruikt wordt.
Bovendien kan er vanaf de bovenkade
nog steeds van het uitzicht genoten
worden doordat men over de kraampjes
heen kijkt. Het gebruik van semi-
permanente structuren als een dergelijke
markt is zeker iets dat ik meeneem in
de ontwerpfase voor de benedenkade
aangezien dit de benodigde flexibiliteit
biedt in geval van hoog water.
Deze plek laat zien dat Arnhem geen
hopeloos geval is en dat er wel degelijk
mogelijkheden zijn om als stad met
industrieverleden de switch naar een op
toerisme gerichte stad te maken.
Foto: E. van OostenFoto: E. van OostenFoto: E. van Oosten
Foto: E. van Oosten
26. 26Bsc Thesis Landschapsarchitectuur |Erik-Jan van Oosten | Begeleider: Gabriëlle Bartelse
De Zuidkant contrasteert sterk met
de Noordkant. Deze eigenschap kan
omgezet worden in het sterke punt
van deze kade. Een tegenpool voor
de strakke Noordelijke kade. Het
Zuiden mag een plek zijn waar lekker
aangerommeld mag worden. Een
uitlaatklep voor de stad. Denk hierbij
aan het realiseren van een zwemsteiger,
een barbecue plaats en het toestaan van
wildkamperen. Hiermee wordt het wilde,
ongetemde karakter van de Zuidkant
beleefbaar. Voor de interactie tussen
Noord en Zuid is het belangrijk dat er
behalve mensen op de Noordkade ook
mensen zijn op de Zuidkant. Het idee
is om op verschillende plekken met
zo minimale middelen een functie te
realiseren. Hierdoor ontstaan er plekken
en krijgt de Zuidoever meer focus vanaf
de Noordkant gekeken. De functies
dienen echter rekening te houden met
hoog water omdat het een buitendijks
gebied betreft.
Uiteindelijk is de keuze gevallen op een
zwemsteiger, een uitzichtpunt en het
toestaan van wildkamperen. Het bouwen
van drijvende woningen of paalwoningen
zou in de toekomst een optie kunnen
zijn om dit palet verder uit te breiden.
Concept Zuidkant
27. 27Bsc Thesis Landschapsarchitectuur |Erik-Jan van Oosten | Begeleider: Gabriëlle Bartelse
Referentie Hamburg
In de haven van Hamburg wordt op dit
moment een mega-project gerealiseerd:
de aanleg van Hafencity [www.hafencity.com].
Dit project moet een nieuwe impuls
geven aan de haven en ook andere
functies naar het gebied halen. In
onderstaande foto is bijvoorbeeld goed te
zien hoe nieuwe appartementenblokken
gebruikt worden om de bezoeker wat
beschutting te geven op de kade. Ook
zien we aan de gebouwen goed tot waar
het water kan komen. Pas op de eerste
verdieping vinden we glas in de gevels.
Dit kan gezien worden als slechte
grondbinding van het gebouw maar in
dit geval is het pure noodzaak omdat
het water anders teveel schade aanricht.
Bewonderenswaardig is hoever men de
toenadering tot het water heeft durven
opzoeken. Wij Nederlanders bouwen
dijken en plaatsen veilig daarachter onze
functies terwijl de Duitsers voor die paar
dagen dat het gebied onder staat hun
architectuur aanpassen. De ingangen
op de begane grond kunnen waterdicht
afgesloten worden.
Foto: www.hafencity.com Foto: www.hafencity.com
Foto: www.hafencity.com
28. 28Bsc Thesis Landschapsarchitectuur |Erik-Jan van Oosten | Begeleider: Gabriëlle Bartelse
Ontwerpuitganspunten
1. Samenhang en interactie tussen
beide oevers
De oevers zijn zeer verschillend en
liggen helaas te ver uit elkaar voor
interactie tussen beide kanten. De
ingreep zal beide zijden dichter
naar elkaar moeten brengen en
door eenduidigheid in de ingreep de
overeenkomsten verhogen.
2. Drijvend
Het is niet mogelijk de Rijn te
versmallen wegens het Ruimte voor de
rivieren programma. [www.ruimtevoorderivier.
nl] De enige reëele optie waarbij de
beide oevers dichter naar elkaar
komen is het drijvend maken van de
ingreep omdat alle andere opties de
doorstroming verminderen.
0m 500m
29. 29Bsc Thesis Landschapsarchitectuur |Erik-Jan van Oosten | Begeleider: Gabriëlle Bartelse
3. Levendigheid bevorderen
Het is belangrijk dat beide oevers
gebruikt wordt door de bezoekers. Zowel
de Noord- als de Zuidoever voelen
nu aan als een onbestemde plek. Het
verplaatsen van de markt vanaf het plein
zal zeker bijdragen aan de levendigheid.
Ook het bieden van een rustplek,
een uitzicht en een wandeling
langs het water zorgen voor een hoger
bezoekersaantal zodat de levendigheid
die in het verleden zo kenmerkend was
voor de Rijnkade terugkeert
4. Modulaire opzet
Om iets groots aan te pakken kan
men het beste klein beginnen. Door te
werken met elementen kan het ontwerp
in de toekomst naar believen uitgebreid
en aangepast worden. Hiermee wordt
het plan als geheel duurzamer omdat de
losse onderdelen vervangbaar zijn en kan
er beter ingespeeld worden op plannen
in de toekomst. Ook de kosten van
de aanleg kunnen zo eenvoudig
gespreid worden. Het verplaatsen
van de eenheden kan bij hoog water
gedaan worden. Er ontstaat een
herconfigureerbaar en uitbreidbaar
landschap
31. 31Bsc Thesis Landschapsarchitectuur |Erik-Jan van Oosten | Begeleider: Gabriëlle Bartelse
Om zo flexibel mogelijk om te kunnen gaan
met de ruimte is er een modulair concept
ontwikkeld. Dit kan het beste gezien worden
als een gereedschapskist met verschillende
drijvende vlonders. Deze vlonders kunnen aan
elkaar verbonden worden en op deze manier
kan een heel landschap aan elkaar gepuzzeld
worden.
Vanuit een lijst met gewenste functionaliteiten
zijn de modules ontwikkeld. Hierbij zijn waar
mogelijk functionaliteiten gecombineerd.
De trapmodule functioneert bijvoorbeeld
ook als bank, een module met groen biedt
ook zitruimte en de bankmodule werkt ook
als ankerpunt en verlichting. Het werken
dergelijke modules heeft verschillende
voordelen:
- Het maakt landschap herconfigureerbaar.
Bij hoog water kan er naar wens bijgesteld en
geschoven worden met de modules
- Het is uitbreidbaar. Het is goed mogelijk
klein te beginnen en van daar verder uit te
breiden.
- Dynamisch. Doordat het zo makkelijk is de
configuratie aan te passen zal er ook met
de jaren veel meer veranderen dan in een
conventioneel landschap.
- Uniek. Een dergelijk concept is op dit
schaalniveau nog nooit gerealiseerd en zal
het hoofdprobleem van de kade, gebrek aan
karakter, zeker oplossen.
Modulair concept
32. Tekst
32Bsc Thesis Landschapsarchitectuur |Erik-Jan van Oosten | Begeleider: Gabriëlle Bartelse
Een vlonderdeel bestaande uit beplanting.
Deze bakken zijn diep genoeg voor de meeste
heesters en struiken.
De zwembadtrap kan niet ontbreken op een
zwemsteiger. Dit vlonderdeel kan alleen als
permanent drijvend element gerealiseerd
worden
De aanlegstijger voor recreatievaart. Door deze
aan beide kanten van de Rijn te realiseren
wordt de interactie tussen beide kanten
vergroot
Op twee vlonderdelen past precies een 20ft
zeecontainer. Deze kunnen gebruikt worden
voor verschillende doeleinden. Te denken valt
aan horeca, winkels of woonruimte. Dit past
goed in het beeld van de kade als haven.
De ligbanken bieden de bezoekers de
mogelijkheid uit te rusten of lekker te zonnen.
Een combinatie van een robuuste parkbank,
verankering aan de bodem en een
lantaarnpaal.
De trap vervult verschillende functies. Behalve
trap om boven op de zeecontainers te komen
kan hij ook gebruikt worden als springplank,
bovendien biedt hij aan beide kanten
zitruimte.
Het belangrijkste object is het drijvende
vlonderdeel van 3x3 meter. Deze is op
een dergelijke schaal relatief goedkoop te
vervaardigen en biedt door zijn modulaire
opzet oneindige mogelijkheden.
Modules
33. Tekst Tekst
Tekst
33Bsc Thesis Landschapsarchitectuur |Erik-Jan van Oosten | Begeleider: Gabriëlle Bartelse
De combinatie van een lantaarnpaal en
verankering aan de bodem. Dit element is
nodig om te voorkomen dat het geheel met de
Rijn meegesleept wordt.
Een wandelpad van 1 meter breed met aan
beide kanten bloembakken, deze geven
richting aan de ruimte
Deze rand kan worden toegepast op plaatsen
waar golfslag hinder op kan leveren. De rand
is 30 cm hoog
Dit vlonderdeel is een combinatie van groen
en zitruimte aan de rand.
Dit vlonderdeel heeft als voornaamste functie
het faciliteren van de markt. Het grote houten
frame geeft een heel ander beeld dan de
metalen frames die op markten vaak gebruikt
worden.
De Gleditsia Triacanthos “Sunburst” is een
robuuste, lichte boom.. De felle gele kleur
geeft een fris accent aan het geheel. Deze
boom behoeft weinig onderhoud en blijft
relatief klein.
Beplanting in bakken is mogelijk op deze
vlonders. Omdat het een kade betreft waar
wind en weer overheen gaan zal de beplanting
bestaan uit soorten die tegen een stootje
kunnen
Om de overgang van de kade naar het
drijvende deel mogelijk te maken is dit type
nodig, op pagina 48 wordt de werking in
detail uitgelegd.
34. 34Bsc Thesis Landschapsarchitectuur |Erik-Jan van Oosten | Begeleider: Gabriëlle Bartelse
Ontwerp aanpak
1. Aansluiten:
De extra bezoekers die de nieuwe
functies en bebouwing van het Rijnboog
project zorgen ervoor dat aansluiting van
de Rodenburgstraat het Eusebiusplein
op de Rijnkade de hoogste prioriteit
hebben.
Op de Zuidkade is alreeds een pad naar
het strand. Vanaf daar kan goed gezien
worden wat er aan de overkant gebeurd.
2. Verbinden:
Deze drie punten vormen een driehoek.
De toegangswegen aan de Noordkade
worden met elkaar in verbinding
gebracht en met de Zuidkade ontstaat
een visuele relatie. Doordat op beide
plekken hetzelfde materiaal gebruikt
wordt ontstaat er een sterker verband
en krijgt het ruimtelijk meer relatie met
elkaar.
0m 100m 0m 100m
35. 35Bsc Thesis Landschapsarchitectuur |Erik-Jan van Oosten | Begeleider: Gabriëlle Bartelse
3. Uitbreiden:
Als de driehoek eenmaal functioneert is
deze goed uit te breiden door de aanleg
van een nieuwe entree aan de Nieuwstraat
en een uitzichtpunt aan de Zuidzijde.
Deze ruimtelijke uitbreiding laat geeft ook
mogelijkheden om het aantal functies toe
te laten nemen. te denken
valt aan het uitbreiden van de markt,
winkels in containers of horeca.
4. Doorzetten:
Door het plan nog verder door te trekken
ontstaat er een substantiële open
ruimte. Alle wegen tussen de Nelson
Mandelabrug en de John Frostbrug
hebben een mooie entree naar de kade.
De Noord- en Zuidzijde van Arnhem zijn
een stuk beter met elkaar verbonden
het aanzicht van Arnhem als je de stad
binnenkomt is fraai en uniek.
0m 100m 0m 100m
36. 36Bsc Thesis Landschapsarchitectuur |Erik-Jan van Oosten | Begeleider: Gabriëlle Bartelse
Voorbeeldconfiguraties
Om verder inzicht te geven van de
mogelijkheden die dit modulaire concept
te bieden heeft zijn er een aantal
voorbeeldconfiguraties uitgewerkt.
Het eerste voorbeeld is een winkel en
horecagelegenheid bestaande uit twee
containers van 20 ft. en daar haaks
bovenop een 40 ft. container. Deze
containers zijn een knipoog naar het
havenverleden maar vooral functioneel
een enorme toevoeging.
Het plaatsen van winkels en
kleinschalige horeca zou een goede
trekker kunnen zijn om ook het
winkelend publiek naar de kade
te krijgen. Het is aan te raden de
containers met winkelbestemming
per half jaar te verhuren aan (lokale)
ondernemers of pop-up stores zodat
het aanbod fris blijft en het voor het
winkelend publiek spannend blijft.
Pop-up store (LOT-EK Design)
37. 37Bsc Thesis Landschapsarchitectuur |Erik-Jan van Oosten | Begeleider: Gabriëlle Bartelse
Tekst
Aan de overkant van het water
wordt een zwemsteiger aangelegd.
Hierop bevind zich alles wat de
badgast zich kan wensen. Ligbanken,
zwembadtrappen, kleedhokjes en
aanlegpunten voor recreatievaart.
Als referentie is goed gekeken naar
Kopenhagen waar een soortegelijk
project is gerealiseerd
Het uitzichtpunt is opgebouwd uit
dezelfde modulaire blokken trakteert
de bezoekers op een prachtig uitzicht
over Rijn vanaf de Zuidkant. Dit punt
heeft voornamelijk een landmark functie
maar is ook een voor wandelaars of
recreatievaart een interessante plek om
te bezoeken. Met het plaatsen van deze
uitzichttoren op de oever ontstaat er een
spanningsveld tussen het natuurlijke en
het menselijke. In Noorwegen zijn er
fantastische uitzichtpunten aangelegd
die hun aantrekkingskracht uit dit
spanningsveld halen. “The road to nature”.
Janike Kampevold Larsen (2008)
Yes is More, Bjarke Ingels (2010)
38. 38Bsc Thesis Landschapsarchitectuur |Erik-Jan van Oosten | Begeleider: Gabriëlle Bartelse
Legenda
West-entree: Vanaf de bovenkade wordt de bezoeker
gelokt middels een robuust ogende trap (zie detaillering).
Na de trap vind men rechts een ontspanruimte met
ligbanken. De kade ligt op het Zuiden dus is daar goed
geschikt voor.
Horeca: Door het stapelen van zeecontainers ontstaan er
spannende ruimtes. Bovendien kunnen er allerlei functies
in gehuisvest worden. Te denken valt aan horeca en
kleine winkels of ateliers, te denken valt aan de verkoop
van ijsjes of pop-up stores.
Op het water. Het probleem bij steigers is dat deze
lijnvormig zijn en de bezoeker dus altijd dezelfde
weg terug moet. Dit permanent drijvende deel zorgt
ervoor dat de bezoeker een rondje kan lopen en biedt
verschillende bankjes om van het uitzicht te genieten.
Markt: De marktmodules staan om en om gericht zodat
aan beide kanten verlicht het pad wordt.
Plein: Een groen aangekleed rustpunt tussen de twee
marktdelen in. Het plein heeft een traditionele opzet die
vaak op kleine binnenplaatsen gezien wordt met groen
in het midden en een pad rondom.
Oost-entree: Aangezien de kade hier erg smal is ontstaat
er een “haarspeldbocht” van vlonders.
Zwemsteiger: Dit buitenbad verhoogt de recreatieve
waarde van de Zuidoever. Op de zwemsteiger vindt
men ligbanken, twee aanlegpunten voor boten, twee
zwembadtrappen, een springplank en een zeecontainer
met kleedhokjes.
Fase 1: 2014
0m 50m
42. 42Bsc Thesis Landschapsarchitectuur |Erik-Jan van Oosten | Begeleider: Gabriëlle Bartelse
Legenda
Noord entree: Vanuit het Noorden is op de kade direct
een zitplek gerealiseerd. De bezoeker kan vervolgens
doorlopen naar de in het oog springende constructie van
zeecontainers
Winkels: De constructie bestaat uit drie 20 ft
zeecontainers met daar bovenop een 40 ft container
geplaatst. De bezoeker kan hier terecht voor de horeca of
voor de winkels op de begane grond.
Plein. Het pleintje biedt een rustplek aan met groene
aankleding. Bij hoog water ontstaat er een gat van 2 bij
2 vlonders op het plein. Bij laag water kan men deze
ruimte gewoon gebruiken en de rand van de vlonder als
zitplek gebruiken. Er ontstaat een soort zitkuil effect.
Markt: De zeecontainers staan in een wat formele
opstelling, dit zorgt ervoor dat het niet te druk en
onoverzichtelijk wordt voor de bezoeker. Deze containers
kunnen goed als winkel toegepast worden
Ligbanken: Door de goede oriëntatie op het Zuiden
zal de kade een aangename plek zijn om te zonnen.
De ligbanken zullen metname op zonnige dagen veel
zonaanbidders trekken.
Middelste entree: Er ontstaat een zicht as naar de
overkant vanaf de entree naar het uitzichtpunt. Hiermee
wordt de zichtrelatie tussen beide oevers versterkt.
Uitzichtpunt: Dit uitzichtpunt staat uitgelijnd op de
entree aan de overkant. Deze heeft een functie als
landmark voor zowel de Noord- als de Zuidoever.
Fase 2: 2020
0m 50m
46. 46Bsc Thesis Landschapsarchitectuur |Erik-Jan van Oosten | Begeleider: Gabriëlle Bartelse
Materialisatie
Bij de materialisatie is er gekozen
voor duurzame en stoere materialen.
Bij een kade horen stevig ogende,
robuuste objecten. Met name de houten
constructies ogen onverwoestbaar
en massief. Het onbewerkte hout zal
na verloop van tijd ruiger ogen door
invloeden van het weer maar aan
stevigheid niets inboeten. Door overal
hetzelfde hout te gebruiken ontstaat
eenheid tussen de verschillende
objecten.
De zeecontainers benadrukken dat het
een kade betreft en zijn een knipoog
naar het havenverleden, bovendien zijn
deze licht van gewicht, goedkoop en
eenvoudig verkrijgbaar.
Het Azobé hout is relatief goed bestand
tegen weersinvloeden en wordt daarom
vaak gebruikt brugfunderingen en
beschoeingen.
Bron: Landzine. Ontwerp: Strootman, 2004
47. 47Bsc Thesis Landschapsarchitectuur |Erik-Jan van Oosten | Begeleider: Gabriëlle Bartelse
De markt is één van de belangrijkste
elementen als het om levendigheid gaat.
Het probleem bij een reguliere markt
is dat het vaak zeer rommelig oogt en
vaak veel werk met op- en afbouwen
met zich meebrengt. Door een element
te ontwerpen dat niet alleen functioneert
als markt maar ook als element op de
kade worden deze problemen opgelost
en ontstaan er objecten die de interactie
aangaan met de bezoeker.
Met de hoogte van 1,20 is het goed
mogelijk er op te klimmen en het object
als een bankje te gebruiken. Door het
afdakje zit je goed beschut. Je zou dit
element ook kunnen zien als een “lijst
in het landschap” waarmee de overkant
als een soort schilderij bewonderd
kan worden. Dit ontwerpmiddel wordt
toegepast om de uitzichttoren te
accentueren en de landmarkfunctie
daarvan te benadrukken.
Markt
Lijst in Hasselt, Foto: Bas Dekker
48. 48Bsc Thesis Landschapsarchitectuur |Erik-Jan van Oosten | Begeleider: Gabriëlle Bartelse
Detaillering:
Overgang boven- naar benedenkade
Voor de overgangen tussen de vlonders
en de kade is een oplossing nodig om
de bereikbaarheid te kunnen garanderen.
De hoogte waarop de vlonders zich
bevinden varieert namelijk door de
fluctuatie van het waterpeil. Om er
voor te zorgen dat ook met hoog water
de benedenkade bereikt kan worden
is de volgende oplossing bedacht: Een
trap waarbij met hoog water de treden
gaan drijven. Hoe het werkt is voor de
bezoeker direct zichtbaar en door zijn
robuuste, functionele uitstraling een
waardevolle toevoeging aan de kade.
50. 50Bsc Thesis Landschapsarchitectuur |Erik-Jan van Oosten | Begeleider: Gabriëlle Bartelse
Detaillering:
Overgang kade naar water
water.
Ook hier is ervoor gekozen een
technisch simpele oplossing toe te
passen. Met een plank van 2,80m bij
2,80m die aan het permanent drijvende
vlonder vast zit met twee rails en op het
andere deel met twee scharnierpunten
is het een inzichtelijke constructie.
Bijkomend voordeel aan low-tech
oplossingen is dat het onderhoud aan
een dergelijke verbinding minimaal zal
zijn.
Van de kade naar de Rijn vinden we de
overgang tussen permanent drijvend en
slechts bij hoog water drijvend. Doordat
het waterpeil fluctueert en de kade blijft
waar hij is volstaat de gebruikelijke
verbinding niet. Door twee vlonderdelen
met een verschuifbaar plateau aan elkaar
te verbinden blijft ook het permanent
drijvende gedeelte bereikbaar bij laag
52. 52Bsc Thesis Landschapsarchitectuur |Erik-Jan van Oosten | Begeleider: Gabriëlle Bartelse
De entree naar de kade zal een
bescheiden maar robuuste uitstraling
hebben. Vanaf een afstand lijkt het
een massief houten bank. Het aantal
bankjes is laag in het Zuidelijke deel
van het centrum dus daarmee is
dit voor bezoekers een aantrekkelijk
object. Het is een bewuste keuze om
de entree zo subtiel te houden om de
verrassing zo groot mogelijk te maken
als men ontdekt wat er op zich op de
benedenkade bevindt. De kade heeft
geen spectaculaire entree nodig omdat
deze al spectaculair genoeg is van
zichzelf. Kijkend naar andere entree’s
van benedenkades kan geconcludeerd
worden dat het al snel redelijk kitch
en goedkoop overkomt als er verder
accenten gelegd worden
Mocht het toch nodig blijken het publiek
meer te lokken zouden er gemakkelijk
enkele vlonderdelen op de bovenkade
en toegangsstraten geplaatst kunnen
worden. Hierbij zijn de banken en
plantenbakken de meest geschikte
keuze.
Detaillering:
Entree van de kade
Fischmarkt Hamburg (O. Walser)
56. 56Bsc Thesis Landschapsarchitectuur |Erik-Jan van Oosten | Begeleider: Gabriëlle Bartelse
Tijdens het ontwerpproces is er niet
alleen naar bestaande kades gekeken
zoals de referentieprojecten eerder in
deze thesis maar is er ook gekeken
naar de toepassingen van drijvende
stucturen op andere lokaties.
Het best vergelijkbaar is het TAF-F
systeem van modulaire drijvende
blokken. Het systeem is ontworpen
voor drijvende structuren zoals
zwemsteigers en aanlegplaatsen. De
belangrijkste overeenkomsten zijn het
gebruik van vierkante blokken welke
herconfigureerbaar zijn. De grote
verschillen zitten in de context (in zee
versus in de rivier), de uitstraling (plastic
en high-tech versus hout en solide) en
programmatisch (monofunctionele ruimte
versus openbare ruimte).
Discussie en reflectie
Reflecterend op de ruimtelijke ingreep:
Het hoofddoel van het ontwerp was
de relatie tussen Arnhem en de Rijn
versterken. Deze opdracht is vervolgens
in drie subdoelen op te splitsen:
1. Arnhem Noord met de Rijn verbinden
2. Arnhem Zuid met de Rijn verbinden
3. De Noord- en Zuidkade met elkaar
verbinden
1. Arnhem Noord met de Rijn
verbinden:
In Arnhem Noord vindt de grootste
ingreep plaats, iedere toegangsweg naar
de kade krijgt zijn eigen toegang naar de
benedenkade en ook bij hoog water is
de Rijn toegankelijk. Bovendien is er nu
wat te beleven op de kade. Conclusie:
De verbinding tussen Arnhem Noord en
de Rijn gaat er sterk op vooruit.
2. Arnhem Zuid met de Rijn verbinden:
Zoals in de analyse geconcludeerd wordt
heeft Arnhem Zuid een natuurlijke
oever welke sterk contrasteert met de
stedelijke kade van Arnhem Noord.
Een grote, dure ingreep zou in Zuid ook
niet op zijn plaats zijn en het natuurlijke
beeld verstoren. In het ontwerp is
gekozen om punten te realiseren
welke elk hun eigen functie hebben en
bovendien het beeld vanuit Arnhem
Noord interessanter maakt. De vraag is
echter hoezeer Arnhem Zuid hiermee
verbonden wordt aan de Rijn aangezien
het stedelijk weefsel verder zuidelijk
pas begint. Het verbinden van de kade
aan Arnhem Zuid aan de Zuidoever
kan gezien worden als een missende
schakel in het ontwerp. De keuze voor
het weglaten van deze verbinding is
de nabije ligging van Arnhem Zuid
waardoor de tussenliggende ruimte niet
als een hindernis ervaren wordt. Ook de
aanwezigheid van een goede wandel- en
fietsinfrastructuur langs de zuidoever
speelde mee in de keuze vooral daarop
te focussen. Conclusie: De verbinding
tussen Arnhem Zuid gaat er redelijk op
vooruit.
3. De Noord- en Zuidkade met elkaar
verbinden.
Dit doel kwam voort uit de analyse op
stadsniveau waarin bleek dat niet alleen
de relatie tussen Arnhem en de Rijn
gebrekkig bleek maar ook de relatie
tussen Noord en Zuid Arnhem. Het
verbinden van Noord en Zuid Arnhem
is een grotere opgave dan aanvankelijk
gesteld en heeft meer nodig dan een
aantrekkelijke kade. Wel kan er gesteld
worden dat de barrièrewerking van de
Rijn verminderd is met dit ontwerp
aangezien zowel de Noord als de
Zuidkade opgewaardeerd worden naar
verblijfsruimte. De Rijn is niet langer de
achterkant van Arnhem. Conclusie: De
relatie tussen Noord- en Zuid gaat er op
vooruit maar van een “verbinding” kan
men nog niet spreken.
Reflecterend op het commentaar tijdens
de presentatie:
Vanuit de zaal kwam voornamelijk
positieve feedback en ideeën die het
ontwerp zouden kunnen verrijken. De
belangrijkste commentaren zullen in ditBron: TAFF http://www.taf-f.com/
57. 57Bsc Thesis Landschapsarchitectuur |Erik-Jan van Oosten | Begeleider: Gabriëlle Bartelse
zijn bij de ankerpunten waar de kade en
constructie aan elkaar gekoppeld zijn.
Als deze goed doorgerekend zijn zal hier
echter niets mis kunnen gaan.
Bij normaal gebruik en onderhoud valt
te verwachten dat deze ruimte niet
sneller verslechtert dan een andere
openbare ruimte. Bovendien kan iedere
module eenvoudigweg losgekoppeld en
vervangen worden mocht het stuk gaan.
Ook werden er vraagtekens gezet bij de
relatie tussen Arnhem en dit concept.
Hoeverre past dit ontwerp bij Arnhem?
Dit is geheel op de uit de analyse
volgende ontwerpprincipes terug te
voeren. De wens om de Noordkade en
de Zuidkade dichter naar elkaar toe te
brengen en het beleefbaar willen maken
van de verschillen in waterstand van
de Rijn leiden al snel naar drijvende
structuren. Het gebruik van een
modulair systeem is wat de meerwaarde
maakt voor de universele toepasbaarheid
en flexibiliteit. Het idee van modulariteit
komt voort uit onderzoek naar drijvende
platforms, niet uit onderzoek naar
Arnhem. Hierdoor zou het ontwerp wat
on-Arnhems over kunnen komen.
De functies die geboden worden met
dit ontwerp zijn grotendeels functies die
ook nu geboden kunnen worden op de
huidige kade.
Dit is waar, het doel was namelijk een
openbare pleinruimte te maken van de
kade en qua functies komt dat grofweg
overeen met wat er nu al mogelijk is.
Het karakter van de ruimte verandert
echter aanzienlijk en bijvoorbeeld de
markt zal minder misplaatst overkomen
dan nu het geval is.
Het is niet zozeer de functionaliteit als
wel de uitstraling en de dimensionering
van de ruimte die het probleem waren.
Mochten er bepaalde functies missen
dan biedt het feit dat het ontwerp
volledig uitbreidbaar is de oplossing van
het simpelweg toevoegen van modules
die deze missende functies faciliteren.
hoofdstuk behandeld worden:
Het eerste commentaar was een
compliment voor de originaliteit van
het concept met daar aan gekoppeld de
vraag of dit concept niet ook geschikt
zou zijn voor andere steden. Dit idee
werd door een daarop volgende reactie
aangevuld met het idee om het ontwerp
van stad naar stad te verplaatsen zoals
bijvoorbeeld een kermis dat doet. Door
de modulariteit leent het zich daar
uitstekend voor.
Deze ideeën laten zien dat het
ontwerp in de eerste instantie meer
aanknopingspunten dan vragen oproept.
Uiteindelijk is ervoor gekozen om deze
ideeën verder niet in het verslag uit
te werken omdat het hoofdzakelijk om
Arnhem draait in deze thesis. Als het
modulaire concept het uitgangspunt
geweest was waarbij Arnhem de
voorbeeldlocatie was zouden er uiteraard
ook andere steden en functies aan bod
komen, maar in dit geval was Arnhem
het uitganspunt. Dat er uiteindelijk
iets uit kwam dat op meerdere locaties
toegepast kan worden is slechts een
bijkomend voordeel.
Uiteraard waren er ook kritische
voetnoten geplaatst, zo kwam er een
vraag naar de veiligheid voor kinderen.
Na het ontwerp vanuit dit perspectief
bekeken te hebben kan geconcludeerd
worden dat het niet onveiliger is dan
de huidige kade. In zowel de oude als
nieuwe situatie staan er geen hekken
langs het water. Voor zeer jonge
kinderen kan dat gevaarlijk zijn, maar
verder zijn er geen nieuwe gevaren
bijgekomen.
Een andere vraag was naar de
houdbaarheidswaarde van het ontwerp.
Hoeveel jaar zou dit mooi blijven? Bij
het ontwerpen is er voor een houtsoort
gekozen die goed bestand is tegen
weer en wind en juist wanneer het wat
verweerd er beter uit gaat zien. Dit was
één van de redenen om niet voor plastic
te kiezen wat goedkoper en lichter is
maar ook sneller verkleurt en kapot
gaat. De kade zelf zal niet snel schade
oplopen doordat de constructie nergens
hoge druk op uitoefent. De enige
plekken waar de kade kan beschadigen
58. 58Bsc Thesis Landschapsarchitectuur |Erik-Jan van Oosten | Begeleider: Gabriëlle Bartelse
Tegenwoordig is de Rijnkade dringend toe
aan een nieuwe impuls. Bovendien groeien
op een hogere schaal Noord Arnhem
en het relatief nieuwe Zuid Arnhem uit
elkaar. Er valt al haast te spreken van twee
verschillende steden.
Conclusie: De ruimtelijke relatie is een
doorsnijding van de stad in twee ongelijke
delen. De thematische relatie is een
combinatie van economische motieven
(de witte vloot), bescherming tegen het
water, ecologisch (Zuidoever), recreatief en
historisch (tweede wereldoorlog)
3. Hoe kan de relatie tussen Arnhem en de Rijn
verbeterd worden?
Om de relatie met de rivier te herstellen zal
eerst de interactie tussen beide oevers tot
stand gebracht moeten worden.
De stedelijke Noordzijde en natuurlijke
Zuidzijde hebben een nieuwe bestemming
nodig waardoor het voor bezoekers een
interessante locatie wordt.
In het ontwerp wordt gebruik gemaakt
van een systeem van modulaire platforms
van 3 bij 3 meter welke gaan drijven bij
hoog water en hiermee de dynamiek van
de rivier omzet in een versterkend element
in plaats van een beperking. Hierdoor is
Subvragen:
1. Wat zijn de relaties tussen steden en rivieren?
Na een inventarisatie bleek de relatie
tussen steden en rivieren te bestaan uit
twee verschillende soorten relaties: een
ruimtelijke en thematische relatie.
In veel steden is deze relatie uitgegroeid
tot een karakter-versterkend element voor
de stad, maar er zijn ook steden die zich
moeilijk een houding aan kunnen meten
ten opzichte van de rivier.
Conclusie: Het aantal ruimtelijke relaties
is eindig en in kaart gebracht (De rivier
loopt langs de stad, verdeelt de stad in
twee gelijke helften of in twee ongelijke
delen). Het aantal mogelijke thematische
relaties is theoretisch oneindig en daardoor
onmogelijk geheel te inventariseren. De
meest voorkomende relaties zijn in het
hoofdstuk opgenomen. (Rivier als: gevaar,
grens, recreatiezone, welvaartsbron,
onderdeel van leven)
2. Wat is de relatie tussen Arnhem en de Rijn?
Arnhem is een goed voorbeeld van zo’n
stad. In het verleden lag de stad slechts op
de Noordkade en werd de kade gebruikt
voor overslag van goederen wat veel
levendigheid opleverde.
ook bij hoog water de kade bereikbaar en
ontstaat een volledig her-configureerbaar
en uitbreidbaar stedelijk landschap.
Aan de Noordkant is de hoofdfunctie het
bieden van een pleinfunctie nu het plein
voor de Eusebiuskerk in de stad verdwijnt
en het faciliteren van een rustplaats. De
Zuidoever contrasteert met het strakke
en stedelijke karakter van het Noorden
door de aanleg van een zwemstijger,
een uitzichtpunt en het toestaan van
wildcamperen.
Conclusie: Met voorgenoemde ingrepen
kan de relatie tussen de Rijn en Arnhem
verbeterd worden omdat het de behoeftes
van de stad koppelt aan de kwaliteiten die
de rivier kan bieden.
Hoofdvraag:
Kan de Rijn de stedelijke kwaliteit verbeteren in plaats
van werken als een Barrière?
Door aan beide oevers hetzelfde systeem
toe te passen ontstaat er eenheid in
de ingreep. Deze nieuwe, bezoeker
georiënteerde relatie past perfect bij
de visie van Arnhem om zich meer op
toerisme en de kunsten te richten. Zowel
de thematische relatie als de ruimtelijke
relatie gaan er op vooruit met deze ingreep
Conclusie
en zorgen ervoor dat de ruimte een
duidelijkere bestemming krijgt. Door deze
nieuwe benadering wordt Arnhem een stad
aan de Rijn.
Conclusie: Ja, de Rijn kan de ruimtelijke
kwaliteit verbeteren. De barrièrewerking is
afgenomen doordat de Rijn toegankelijker
en beleefbaarder wordt maar niet
verdwenen doordat de rivier nog steeds
door de stad stroomt en deze daarmee
onoverkomelijk in twee delen splitst. De
Rijn is in dit ontwerp een versterkend
element door de dynamiek die deze met
zich meebrengt.
59. 59Bsc Thesis Landschapsarchitectuur |Erik-Jan van Oosten | Begeleider: Gabrielle Bartelse
1. Ari Kelman - A River and Its City (2006)
2. Silva, J. B. et al - Urban Rivers as Factors of Urban (Dis)integration (2006)
3. Manning, O. D., “Design Imperatives for River Landscapes” (1997)
4. dr. Annika W. Hesselink - History makes a River (2006)
5. Floating Structures http://www.floatingstructures.com/page/technology/
6. Renè Burghardt, Lutz Katzschner, Sebastian Kupski, Urban Climatic Map of Arnhem City (2010)
7. Hoogtekaart: www.ahn.nl
8. Luchtfoto’s: www.shaded-relief.com
9. Bjarke Ingels, Yes is More (2010)
10. Shanghai Urban Planning Museum
11. “The road to nature”. Janike Kampevold Larsen (2008)
12 HafenCity: www.hafencity.com
13. TAF-F Floating modular system http://www.taf-f.com
Bronnenlijst
60. Titel van het stuk
60Bsc Thesis Landschapsarchitectuur |Erik-Jan van Oosten | Begeleider: Gabriëlle Bartelse