SlideShare a Scribd company logo
1 of 7
Werkvormen voor samenwerking en vertrouwen

Berendineke Steenbergen, mei 2012

Tekst blijft eigendom van de auteur. Het is niet toegestaan het geheel of delen ervan over te nemen.
Meer informatie over de post-hbo opleiding tot weerbaarheidstrainer van het Centrum voor Social
Work, Hogeschool Utrecht op www.weerbaarheid.hu.nl of www.csw.hu.nl.

Inleiding

In veel weerbaarheidstrainingen wordt gewerkt met samenwerkings- en vertrouwenswerkvormen. Het
zijn werkvormen die op een indirecte wijze werken aan de cursusdoelen - ze zijn vooral
voorwaardenscheppend en hebben meestal geen eigen weerbaarheidsdoel. De deelnemers worden
immers niet weerbaarder alleen door met elkaar samen te werken of elkaar te vertrouwen. Daar is
meer voor nodig. Samenwerkings- en vertrouwenswerkvormen, mits goed aangeboden, zorgen ervoor
dat de sfeer in de groep positief wordt beïnvloedt waardoor de deelnemers zich veiliger voelen en dus
beter in staat zijn tot leren.

Welke werkvormen het label ‘samenwerking’ en welke werkvorm ‘vertrouwen’ krijgt, is min of meer
willekeurig. Een vertrouwenswerkvorm is in ieder geval een werkvorm waarin de deelnemers elkaar
moeten vertrouwen om de oefening tot een goed einde te laten komen. Samenwerkingswerkvormen
zijn werkvormen waarin de deelnemers met elkaar moeten samenwerken, maar elkaar niet perse
hoeven te vertrouwen.

In groepen waarin sprake is van een min of meer verstoorde groepsdynamiek, zoals in geval van een
pestprobleem, vormen werkvormen waarin de deelnemers moeten samenwerken en elkaar moeten
vertrouwen een basis van waaruit verder gewerkt kan worden. De werkvormen kunnen patronen in de
groepsdynamica blootleggen, maar ook een basis geven voor andere werkvormen zoals die waarin de
deelnemers leren hun intuïtie te herkennen en te gebruiken. Dit betekent dus dat er twee redenen zijn
om in een weerbaarheidstraining deze werkvormen in te zetten:
 de lessen worden gegeven aan een vaste groep mensen die samen moeten werken, bijvoorbeeld
    een schoolklas of een team verpleegkundigen;
 om de gestelde weerbaarheidsdoelen van de cursus te bereiken is het noodzakelijk dat de
    deelnemers aan de lessen elkaar kennen en vertrouwen – anders voelen zij zich onvoldoende op
    hun gemak om later in de cursus optimaal te kunnen leren.

Hieronder worden verschillende werkvormen beschreven, niet wordt behandeld op welke manier ze
ingebed zijn in een training of op welke manier er een link naar de cursusdoelen of het werkelijke
leven gemaakt wordt. Een oefening op zich is onvoldoende om deelnemers weerbaarder te maken,
daarvoor is altijd een vertaalslag nodig naar de situatie waarin iemand zich bevindt.

Keuze van de werkvormen

Er zijn tientallen werkvormen die gebruikt kunnen worden om de deelnemers te leren samenwerken of
elkaar te vertrouwen, van tikspelen tot werkvormen die rust en concentratie vragen.

Belangrijk is dat de gekozen werkvorm bij de rest van de training past, dat deelnemers zich er prettig
bij voelen en (niet in de laatste plaats) de trainer ook. Deelnemers leren sneller, onder meer omdat ze
zich veiliger voelen, als ze aspecten herkennen. Kies dus werkvormen met een organisatievorm die al
vaker in de training voorbij is gekomen – is er in de hele cursus geen tikspel geweest, begin daar dan
ook niet mee bij de samenwerking. Kies werkvormen die passen bij de sfeer van een cursus; een


                                                                                                       1
stoeispel kan goed in sportief ingestoken trainingen met veel fysieke trainingen en minder goed in
meer meditatieve trainingen. Kies tenslotte voor werkvormen waar de cursisten zich prettig bij voelen,
hierdoor zal het doel van het lesonderdeel beter bereikt worden.

Plaats en de cursus en opbouw

Het is mogelijk om vanaf de eerste les werkvormen rondom samenwerking te doen.
Samenwerkingswerkvormen komen voorafgaand aan de vertrouwenswerkvormen en die worden
gepland voordat intuïtie behandeld wordt.

Voor de opbouw in deze werkvormen gelden dezelfde uitgangspunten als voor een hele cursus:
 van individueel naar samen;
 van enkelvoudig naar meervoudig;
 van gestructureerd naar minder gestructureerd en
 binnen een reeks zoveel mogelijk gelijksoortige werkvormen (dus met eenzelfde organisatievorm).

Deze opbouw is ook binnen een reeks van werkvormen te herkennen, zodat er optimale emotionele
veiligheid voor iedere deelnemer gecreëerd wordt en ieder zich uitgenodigd voelt om deel te nemen.
Misschien is de opbouw van deze werkvormen nog wel van groter belang dan bij andere werkvormen
omdat de kans dat deelnemers afhaken en niet meer mee doen groter is en het later instappen
moeilijker. Immers: wanneer alle deelnemers op één na de ogen dicht doen voor een werkvorm en de
trainer gaat verder door met werkvormen waarbij de ogen dicht moeten blijven, zal die ene cursist de
hele set van werkvormen niet mee kunnen of willen doen (en zich wellicht buiten de groep geplaatst
voelen). Hieronder worden een groot aantal werkvormen besproken, het is raadzaam om daarin een
keuze te maken en alleen die werkvormen te kiezen die passen in de sfeer van de cursus en het
karakter van de deelnemers en de trainer. Te veel verschillende soorten werkvormen geven
onveiligheid waardoor de doelen niet meer bereikt worden, zeker als de oefeningen in ene hoog
tempo afwisselen.

Er wordt dan ook gekozen voor een set van werkvormen die na elkaar geplaatst worden en die
tenminste een half uur, maar vaker nog drie kwartier tot een uur of een hele les duren. Het is
raadzaam om ook de andere werkvormen in die betreffende les(sen) te kantelen naar samenwerking
of vertrouwen. Wanneer in dezelfde les bijvoorbeeld de polsbevrijdingen geoefend worden, kan er bij
het oefenen extra de nadruk gelegd worden op het feit dat om goed te oefenen er samen gewerkt
moet worden: diegene die oefent bepaalt hoe hard of hoe zacht er vastgepakt wordt en diegene die
de dader speelt helpt diegene die oefent. Vanzelfsprekend is dit een algemeen uitgangspunt, maar de
les over samenwerking zal niet goed verlopen als iemand zojuist blauwe plekken heeft opgelopen
omdat hij te stevig is vastgepakt. En door een keer extra de nadruk op dit aspect te leggen wordt een
basis gelegd voor een passende sfeer later in de les. Het spreekt voor zich dat het omgekeerd niet
handig is om individuele competitie-spelen voorafgaand aan samenwerkingswerkvormen te doen.

Kamelenslachter (opwarming, samenwerken)

Kamelenslachter is een tikspel dat gebruikt kan worden als opwarmspel in een les over samenwerken.
Eén deelnemer gaat uit de zaal en wacht buiten, hij is de slachter. De rest van de cursisten vormen
een groep kamelen en wijzen terwijl de slachter buiten wacht één jonge kameel aan, die te herkennen
is aan een staartje (sjaaltje of band achter in de broek, moet zichtbaar zijn). De slachter slacht alleen
de jonge kameel (door te tikken),de andere kamelen laat hij met rust. De groep beschermt de jonge
kameel door er voor te gaan staan en de slachter af te leiden (niet duwen en trekken). De groep
probeert te voorkomen dat het jonge kameeltje geslacht (getikt) wordt. Natuurlijk moet de slachter
eerst uitvinden we de jonge kameel is. Het spel is afgelopen als de jonge kameel getikt is.


                                                                                                       2
Deze werkvorm kan gedaan worden in een ruime zaal, zoals een sportzaal, wanneer de groep al vaker
tikspelen gedaan heeft en aan heeft gegeven deze leuk te vinden. Overigens zijn er meer tikspelen
waarbij de deelnemers met elkaar moeten samenwerken, zoals bijvoorbeeld de Chinese Muur.

Ballen rondgooien (inleiding samenwerken)

In veel weerbaarheidstrainingen wordt het volgende kennismakingsspel gespeeld: iedereen staat in
een kring. Er is één bal die rond gegooid wordt, in eerste instantie noemt iedereen de eigen naam als
hij gooit, later de naam van diegene naar wie hij gooit. De werkvorm wordt uitgebreid met de
opdracht dat er steeds naar dezelfde persoon gegooid moet worden, als dat niet lukt, wordt er
opnieuw begonnen. Vervolgens wordt er een tweede en een derde bal in het spel gebracht. De ballen
zijn van verschillende grootte. Niet zelden wordt er ook iets anders zoals een piepkip uit de
dierenwinkel rond gegooid. De deelnemers zullen zich gedurende het spel steeds beter gaan
concentreren en de in eerste instantie lacherige sfeer verandert in concentratie. Wanneer deze
werkvorm bekend is bij de deelnemers, kan hij met wat aanpassingen ook gebruikt worden als
inleiding voor de les over samenwerking.
Laat de bal weer rondgooien op de bekende manier. De trainer benadrukt dat er goed aangegooid
zodat iedereen goed kan vangen. Er wordt een hoog tempo aangehouden. Als de bal zonder te vallen
rond gaat, volgt een tweede en een derde bal. In tegenstelling tot de eerdere uitvoering, wordt er nu
bijna een wedstrijd van gemaakt: hoe vaak kunnen de ballen rond voordat ze vallen? De trainer
benadrukt de samenwerking.

Wie is de koning? (stoeispel, opwarming, samenwerken)

Stoeispelen vormen een aparte categorie werkvormen binnen weerbaarheid, het inzetten ervan vergt
een specifieke deskundigheid. Lees daarvoor ook de tekst over het inzetten van stoeispelen in
weerbaarheidslessen. Toch zouden stoeispelen tot de basiswerkvormen van weerbaarheidstrainingen
moeten behoren, gezien het enorme effect ervan. Wanneer een groep al bekend is met deze spelen
en ze passen in de rest van de les, bijvoorbeeld omdat er ook gewerkt wordt aan vechtlust of als
voorbereiding op de grondbevrijdingen, is met name ‘Wie is de koning’ geschikt als
samenwerkingswerkvorm.
De groep wordt in twee subgroepen verdeeld. Beide groepen wijzen binnen hun eigen groep een
koning aan (zonder dat de andere groep dat ziet). Beide groepen hebben de opdracht uit te zoeken
wie de koning is van de andere groep, de groep die dat het eerst heeft uitgevonden, heeft gewonnen.
Zij kunnen dat uitzoeken door een cursist van de tegenpartij op de rug te kantelen en dan te vragen
‘Ben jij de koning?’, de cursist die gekanteld wordt moet eerlijk antwoorden. Bij de start van het spel
zitten beide groepen op handen en knieën ieder aan één kant van een grote mat. Op signaal van de
trainer mogen ze op de mat naar de andere groep kruipen, in het hele spel is het voor de deelnemers
verboden om op te staan.
De deelnemers zullen moeten samenwerken, het lukt de meesten niet om iemand alleen op de rug te
kantelen en het is ook zaak dat de koning uit de eigen groep enigszins beschermd wordt zodat het zo
lang mogelijk geheim blijft wie de koning is.

Door een ruimte lopen op ijsschotsen (inleiding samenwerken)

Als inleiding op een serie werkvormen is op ijsschotsen lopen een mooie start. Laat de deelnemers
door elkaar lopen door de ruimte of de helft daarvan. Op signaal van de trainer staat iedereen stil.
Vervolgens wordt de ruimte een ijsschots die in evenwicht gehouden moet worden. Als de trainer het
signaal geeft, staat iedereen stil en wel zo dat de ijsschots in evenwicht is, dus de mensen
evenwichtig verdeeld over de ruimte anders kantelt de ijsschots om. De deelnemers zullen beter naar
elkaar gaan kijken en zich op elkaar gaan richten.


                                                                                                       3
Foto of een standbeeld (inleiding samenwerking)

Verdeel de groep in twee subgroepen vraag hen beiden een situatie alsof er een foto gemaakt is uit te
beelden. Beide teams krijgen drie minuten om goed naar het andere team te kijken. Vervolgens
veranderen de beide teams tien dingen in de ‘foto’. Het andere team vertelt welke tien dingen dat
zijn, het team dat de meeste veranderde punten goed gezien heeft, wint.

Verdeel de groep in subgroepjes van drie of vier personen. De opdracht die ieder subgroepje krijgt is
één van hen zo te ‘beeldhouwen’ dat een bepaalde emotie uitgebeeld wordt. Eventueel worden de
emoties gegeven door de trainer, bijvoorbeeld met behulp van de emotiekaartjes van de emotie
estafette. Ze doen dat zonder woorden. Dit betekent dus dat één van hen stil staat en door de
anderen ‘gekneed’ wordt (hoofd recht of juist gebogen, knieën naar elkaar toe of juist niet,
enzovoorts) totdat de emotie duidelijk is. Ieder groepje krijgt zeven minuten om te oefenen. Daarna
laten de groepjes om de beurt aan de rest van de groep hun standbeeld zien (weer zonder te praten),
de anderen vertellen welke emotie uitgebeeld wordt. Het groepje dat erin slaagt binnen de minste tijd
de emotie te laten raden, wint. Dit is een werkvorm waarin de deelnemers weliswaar moeten
samenwerken om tot een goed resultaat te komen, maar die vooral bedoeld is om de kenmerken van
lichaamstaal te herkennen en dat is nodig om een congruente uitstraling te bewerkstelligen en dus
weerbaarder te zijn. Deze werkvorm past bijvoorbeeld in de les na de stemmingenloop, dus aan het
begin van een cursus.

Stok naar de grond (samenwerken)

Verdeel de groep in twee subgroepen, geef iedere groep een (bamboe-)stok van, afhankelijk van het
aantal deelnemers, twee meter. De groepsleden gaan om en om met hun handen in een bijna-vuist
staan, met alleen de wijsvingers recht voor zich. Op de wijsvingers rust de stok. De opdracht is om de
stok naar de grond te brengen zonder dat iemands vingers los van de stok komen. Dat blijkt een
moeilijke opdracht. De stok zal in eerste instantie eerder omhoog dan naar beneden gaan. Laat het
een paar keer proberen, met tussendoor de mogelijkheid om andere teams te maken. Naarmate de
groep beter op elkaar ingespeeld is en elkaar meer vertrouwd, zal het beter gaan. Deze werkvorm is
daarom geschikt om twee maal te doen, eenmaal aan het begin van de les en eenmaal aan het einde
als de deelnemers met elkaar hebben samengewerkt en elkaar meer vertrouwd. Dan ervaren ze het
effect van de werkvormen.

Bamboestokken (samenwerken)

De serie werkvormen zoals hieronder besproken duren ongeveer een uur, afhankelijk van de
doelgroep. Ga pas door naar de volgende werkvorm als de doelen bereikt zijn.

Spiegelen

Verdeel de deelnemers in tweetallen en ieder tweetal in een A en een B. Zeg dat A mag beginnen met
bewegen en dat B volgt, dus precies nadoet wat A ook doet. A maakt rustige bewegingen, Tai Chi
muziek op de achtergrond zal zorgen voor een ondersteunende sfeer en rust en concentratie
stimuleren. A mag eerst alleen met de armen bewegen, daarna ook met de benen en de rest van het
lichaam. Daarna wisselen. Zodra ieder tweetal voldoende oogcontact maakt en ieder tweetal een
eenheid is (eventueel van tweetallen wisselen), mogen de tweetallen zelf beslissen wie het initiatief
neemt tot bewegen en wie volgt (vanzelfsprekend zonder te praten). Er zal een langzame dans
ontstaan waarbij de tweetallen samen door de ruimte bewegen. De trainer corrigeert zo nodig op
oogcontact en rust en bovendien in die situaties waarin er tweetallen niet uit zichzelf wisselen van
leider. Zodra ieder tweetal als een eenheid door de ruimte beweegt en regelmatig van leider en volger


                                                                                                     4
wisselt is het doel van de werkvorm bereikt. (NB deze werkvorm kan ook ingezet worden als
oogcontact oefening in de confrontatietraining).

Tweetallen en bamboestokken

Geef dan iedere deelnemer een bamboestok van een meter. De volgende werkvormen kunnen ook
met kortere stokken, of een potlood, maar dan wordt de uitvoering ervan eenvoudiger.
Houdt dezelfde tweetallen als in de vorige oefening, ieder tweetal houdt de bamboestokken vast
tussen de topjes van de wijsvingers (ze staan dus met hun gezichten naar elkaar toe, de
linkerwijsvinger van A houdt de dezelfde stok vast als B met de rechterwijsvinger). Vraag iedereen
hetzelfde te doen als in de vorige werkvorm: beweeg door de ruimte en wissel zonder woorden van
leider en volger. Wanneer ieder tweetal vloeiend door de ruimte beweegt, kan de trainer opdrachten
geven: loop op je hurken naar de achterkant van de ruimte, loop op je tenen, enzovoorts.
Vanzelfsprekend zonder woorden. Ook deze werkvorm is afgelopen als iedereen dit vloeiend doet en
de stokken niet meer vallen.

Werkvormen met de hele groep

Vraag nu alle deelnemers een grote kring te maken met de bamboestokken tussen de wijsvingers.
Geef ze een opdracht, bijvoorbeeld: maak een vierkant, een driehoek. De stokken mogen niet op de
grond vallen.

Circuit

Maak nu twee teams en bouw een circuit met obstakels zoals stoelen, stootkussens enzovoorts. De
opdracht is om op een bepaalde manier tussen de obstakels te lopen zonder de bamboestokken te
laten vallen. (Als dat wel gebeurt, begint het team opnieuw). De trainer bepaalt op welke manier het
circuit afgelegd moet worden, dus of een obstakel links of rechts gepasseerd moet worden. Het eerste
team dat het lukt op een correcte wijze langs het circuit te lopen zonder de bamboestokken te laten
vallen heeft gewonnen.

Afsluitende werkvorm is dan een uitgebreider circuit te maken en de hele groep de opdracht te geven
om er doorheen te lopen (vanzelfsprekend zonder de stokken te laten vallen).

Leiden (vervolg inleiding, vertrouwen)

Met deze werkvormen worden vertrouwenswerkvormen ingeleid, waarna meer confronterender en
moeilijker werkvormen kunnen volgen, zoals deze reeks die ongeveer een half uur duurt.

De deelnemers lopen gedurende de gehele reeks werkvormen in tweetallen door de ruimte. Wanneer
er binnen de tweetallen gewisseld wordt, wordt dat om en om gedaan zodat niet iedere keer dezelfde
cursisten als eerste iets nieuws moeten doen.
 naast elkaar terwijl ze gezellig samen praten over het weer en de vakantie;
 hand in hand terwijl ze gezellig praten over het weer en de vakantie;
 tegen elkaars schouders aangeleund terwijl ze gezellig praten over het weer en de vakantie;
 tegen elkaars schouders aangeleund terwijl ze stil zijn;
 A houdt B met de ene hand vast bij de elleboog en de andere hand om de heup of schouder
    geslagen en ‘voert’ B door de ruimte. Wisselen;
 B houdt A met de ene hand vast bij de elleboog en met de andere hand om de heup of schouder
    geslagen en leidt A door de ruimte terwijl A de ogen dicht heeft. Wisselen.



                                                                                                     5
   A houdt de platte hand op de rug van B terwijl B de ogen gesloten heeft en leidt B door de
    ruimte. Wisselen.
   B leidt A door de ruimte, alleen met de vinger op de rug.

Cursisten zullen het vaak moeilijk vinden op de ander te vertrouwen. Dit is te zien doordat zij te snel
gaan lopen waardoor het contact tussen de beide deelnemers verminderd en de ene de ander niet
meer kan leiden. De trainer corrigeert wanneer hij ziet de deelnemers te snel gaan lopen en gaat pas
door met de volgende oefening als er rust en vertrouwen is.

Variatie: leiden met een blinddoek en competitie

Variatie op bovenstaande werkvormen is als één van de twee cursisten in een tweetal een blinddoek
om heeft en geleid en wordt door de ander met de stem (woorden) geleid langs een circuit met
obstakels (zoals stootkussens waar overheen gestapt moet worden en stoelen waar langs gelopen
wordt). Hierbij staat iedereen die iemand anders leidt aan de ene kant van de zaal en lopen de
anderen allemaal hetzelfde circuit. Diegene die het eerste aan de andere kant van de zaal is, heeft
gewonnen. Deze werkvorm is erg speels en kenmerkt zich door veel geschreeuw omdat de cursisten
die aan de kant staan natuurlijk allemaal tegelijkertijd ongeveer dezelfde aanwijzigen geven. Deze
werkvorm is een mooie en speelse afsluiting van een serieuze les. Vanzelfsprekend wordt afgesloten
met een uitbundig applaus voor iedereen!

Variatie: blinde rups

De tweede variatie, eveneens geschikt als afsluiting van de reeks werkvormen waarin de cursisten
elkaar leiden is de blinde rups. Ter voorbereiding wordt een circuit gemaakt met obstakels waar langs
gelopen moet worden. De deelnemers staan achter elkaar en hebben elkaar vast aan de schouders of
heupen. Iedereen heeft de ogen dicht behalve de voorste (die de kop vormt). De voorste persoon
loopt langs het circuit en stapt dus over en langs obstakels, de anderen volgen. Er mag in deze
werkvorm gesproken worden. Alternatief is een geheel blinde rups te maken waarbij ook de voorste
de ogen sluit of geblinddoekt is en geleid wordt door de stem van iemand die aan de kant staat.

Vallen (vertrouwen)

In deze serie werkvormen wordt vertrouwen geoefend door elkaar op te vangen.
Start in tweetallen waarbij de ene cursist (A) achter de ander (B) staat met de handen recht omhoog
open gevouwen, handpalmen naar buiten ter hoogte van de schouders van de ander (B). Er wordt
gestart wanneer de tweetallen niet ver van elkaar staan, bijvoorbeeld 10 cm. B laat zich achterover
vallen, A vangt B op. Wanneer B zich voldoende veilig voelt, wordt de afstand groter gemaakt. Veel
cursisten willen hierbij de afstand te snel te groot maken, hetgeen te herkennen is aan het bijstappen.
De rol van de trainer is dit te signaleren en het vergroten van de afstand te begeleiden.
Deze werkvorm kan in eerste instantie met de ogen open uitgevoerd worden en later ook met de
ogen gesloten.

Variatie of vervolg hierop is dat B valt naar achteren in de handen van A en naar voren in de handen
van C (B heeft dan de armen gekruist over de borst). A en C gooien B dan dus als het ware naar
elkaar toe.

Variatie of vervolg is dat B in een kring staat en zich laat vallen, hij wordt dan opgevangen door de
mensen in de kring en voorzichtig de kring rond gegooid.




                                                                                                          6
Springtouw (vertrouwen)

Deze werkvorm duurt bij de meeste doelgroepen minimaal een half uur, vaker nog 45 minuten. Deze
serie werkvormen vergen een goede voorbereiding, bijvoorbeeld door de werkvormen waarin de
deelnemers elkaar leiden.

Neem een groot springtouw en laat iedereen er onderdoor lopen. In eerste instantie doet iedereen dat
op een eigen tempo, vervolgens voert de trainer het tempo op. Als iedereen de oefening makkelijk
doet en er een regelmatig ritme te zien is waarin er evenveel tijd tussen de deelnemers zit, kan over
gegaan worden naar de volgende werkvorm.
 iedereen loopt onder het springtouw door;
 doe dat zelfde in tweetallen, hand in hand;
 in tweetallen, maar nu doet één van beide de ogen dicht waardoor die moet vertrouwen op de
    ander. Wisselen.
 In dezelfde tweetallen maar nu gaat diegene die leidt aan de andere kant van het touw staan en
    zegt wanneer de cursist met de gesloten ogen onder het touw kan doorlopen.

Te overwegen is om blinddoeken te gebruiken. Dit maakt de werkvorm moeilijker, deelnemers kunnen
dan niet meer ‘smokkelen’ en geven dus echt de regie uit handen. Dat is niet in iedere doelgroep
haalbaar.




                                                                                                   7

More Related Content

Featured

2024 State of Marketing Report – by Hubspot
2024 State of Marketing Report – by Hubspot2024 State of Marketing Report – by Hubspot
2024 State of Marketing Report – by HubspotMarius Sescu
 
Everything You Need To Know About ChatGPT
Everything You Need To Know About ChatGPTEverything You Need To Know About ChatGPT
Everything You Need To Know About ChatGPTExpeed Software
 
Product Design Trends in 2024 | Teenage Engineerings
Product Design Trends in 2024 | Teenage EngineeringsProduct Design Trends in 2024 | Teenage Engineerings
Product Design Trends in 2024 | Teenage EngineeringsPixeldarts
 
How Race, Age and Gender Shape Attitudes Towards Mental Health
How Race, Age and Gender Shape Attitudes Towards Mental HealthHow Race, Age and Gender Shape Attitudes Towards Mental Health
How Race, Age and Gender Shape Attitudes Towards Mental HealthThinkNow
 
AI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdf
AI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdfAI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdf
AI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdfmarketingartwork
 
PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024
PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024
PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024Neil Kimberley
 
Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)
Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)
Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)contently
 
How to Prepare For a Successful Job Search for 2024
How to Prepare For a Successful Job Search for 2024How to Prepare For a Successful Job Search for 2024
How to Prepare For a Successful Job Search for 2024Albert Qian
 
Social Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie Insights
Social Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie InsightsSocial Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie Insights
Social Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie InsightsKurio // The Social Media Age(ncy)
 
Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024
Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024
Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024Search Engine Journal
 
5 Public speaking tips from TED - Visualized summary
5 Public speaking tips from TED - Visualized summary5 Public speaking tips from TED - Visualized summary
5 Public speaking tips from TED - Visualized summarySpeakerHub
 
ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd
ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd
ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd Clark Boyd
 
Getting into the tech field. what next
Getting into the tech field. what next Getting into the tech field. what next
Getting into the tech field. what next Tessa Mero
 
Google's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search Intent
Google's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search IntentGoogle's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search Intent
Google's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search IntentLily Ray
 
Time Management & Productivity - Best Practices
Time Management & Productivity -  Best PracticesTime Management & Productivity -  Best Practices
Time Management & Productivity - Best PracticesVit Horky
 
The six step guide to practical project management
The six step guide to practical project managementThe six step guide to practical project management
The six step guide to practical project managementMindGenius
 
Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...
Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...
Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...RachelPearson36
 

Featured (20)

2024 State of Marketing Report – by Hubspot
2024 State of Marketing Report – by Hubspot2024 State of Marketing Report – by Hubspot
2024 State of Marketing Report – by Hubspot
 
Everything You Need To Know About ChatGPT
Everything You Need To Know About ChatGPTEverything You Need To Know About ChatGPT
Everything You Need To Know About ChatGPT
 
Product Design Trends in 2024 | Teenage Engineerings
Product Design Trends in 2024 | Teenage EngineeringsProduct Design Trends in 2024 | Teenage Engineerings
Product Design Trends in 2024 | Teenage Engineerings
 
How Race, Age and Gender Shape Attitudes Towards Mental Health
How Race, Age and Gender Shape Attitudes Towards Mental HealthHow Race, Age and Gender Shape Attitudes Towards Mental Health
How Race, Age and Gender Shape Attitudes Towards Mental Health
 
AI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdf
AI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdfAI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdf
AI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdf
 
Skeleton Culture Code
Skeleton Culture CodeSkeleton Culture Code
Skeleton Culture Code
 
PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024
PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024
PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024
 
Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)
Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)
Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)
 
How to Prepare For a Successful Job Search for 2024
How to Prepare For a Successful Job Search for 2024How to Prepare For a Successful Job Search for 2024
How to Prepare For a Successful Job Search for 2024
 
Social Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie Insights
Social Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie InsightsSocial Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie Insights
Social Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie Insights
 
Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024
Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024
Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024
 
5 Public speaking tips from TED - Visualized summary
5 Public speaking tips from TED - Visualized summary5 Public speaking tips from TED - Visualized summary
5 Public speaking tips from TED - Visualized summary
 
ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd
ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd
ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd
 
Getting into the tech field. what next
Getting into the tech field. what next Getting into the tech field. what next
Getting into the tech field. what next
 
Google's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search Intent
Google's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search IntentGoogle's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search Intent
Google's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search Intent
 
How to have difficult conversations
How to have difficult conversations How to have difficult conversations
How to have difficult conversations
 
Introduction to Data Science
Introduction to Data ScienceIntroduction to Data Science
Introduction to Data Science
 
Time Management & Productivity - Best Practices
Time Management & Productivity -  Best PracticesTime Management & Productivity -  Best Practices
Time Management & Productivity - Best Practices
 
The six step guide to practical project management
The six step guide to practical project managementThe six step guide to practical project management
The six step guide to practical project management
 
Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...
Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...
Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...
 

Werkvormen Voor Samenwerking En Vertrouwen

  • 1. Werkvormen voor samenwerking en vertrouwen Berendineke Steenbergen, mei 2012 Tekst blijft eigendom van de auteur. Het is niet toegestaan het geheel of delen ervan over te nemen. Meer informatie over de post-hbo opleiding tot weerbaarheidstrainer van het Centrum voor Social Work, Hogeschool Utrecht op www.weerbaarheid.hu.nl of www.csw.hu.nl. Inleiding In veel weerbaarheidstrainingen wordt gewerkt met samenwerkings- en vertrouwenswerkvormen. Het zijn werkvormen die op een indirecte wijze werken aan de cursusdoelen - ze zijn vooral voorwaardenscheppend en hebben meestal geen eigen weerbaarheidsdoel. De deelnemers worden immers niet weerbaarder alleen door met elkaar samen te werken of elkaar te vertrouwen. Daar is meer voor nodig. Samenwerkings- en vertrouwenswerkvormen, mits goed aangeboden, zorgen ervoor dat de sfeer in de groep positief wordt beïnvloedt waardoor de deelnemers zich veiliger voelen en dus beter in staat zijn tot leren. Welke werkvormen het label ‘samenwerking’ en welke werkvorm ‘vertrouwen’ krijgt, is min of meer willekeurig. Een vertrouwenswerkvorm is in ieder geval een werkvorm waarin de deelnemers elkaar moeten vertrouwen om de oefening tot een goed einde te laten komen. Samenwerkingswerkvormen zijn werkvormen waarin de deelnemers met elkaar moeten samenwerken, maar elkaar niet perse hoeven te vertrouwen. In groepen waarin sprake is van een min of meer verstoorde groepsdynamiek, zoals in geval van een pestprobleem, vormen werkvormen waarin de deelnemers moeten samenwerken en elkaar moeten vertrouwen een basis van waaruit verder gewerkt kan worden. De werkvormen kunnen patronen in de groepsdynamica blootleggen, maar ook een basis geven voor andere werkvormen zoals die waarin de deelnemers leren hun intuïtie te herkennen en te gebruiken. Dit betekent dus dat er twee redenen zijn om in een weerbaarheidstraining deze werkvormen in te zetten:  de lessen worden gegeven aan een vaste groep mensen die samen moeten werken, bijvoorbeeld een schoolklas of een team verpleegkundigen;  om de gestelde weerbaarheidsdoelen van de cursus te bereiken is het noodzakelijk dat de deelnemers aan de lessen elkaar kennen en vertrouwen – anders voelen zij zich onvoldoende op hun gemak om later in de cursus optimaal te kunnen leren. Hieronder worden verschillende werkvormen beschreven, niet wordt behandeld op welke manier ze ingebed zijn in een training of op welke manier er een link naar de cursusdoelen of het werkelijke leven gemaakt wordt. Een oefening op zich is onvoldoende om deelnemers weerbaarder te maken, daarvoor is altijd een vertaalslag nodig naar de situatie waarin iemand zich bevindt. Keuze van de werkvormen Er zijn tientallen werkvormen die gebruikt kunnen worden om de deelnemers te leren samenwerken of elkaar te vertrouwen, van tikspelen tot werkvormen die rust en concentratie vragen. Belangrijk is dat de gekozen werkvorm bij de rest van de training past, dat deelnemers zich er prettig bij voelen en (niet in de laatste plaats) de trainer ook. Deelnemers leren sneller, onder meer omdat ze zich veiliger voelen, als ze aspecten herkennen. Kies dus werkvormen met een organisatievorm die al vaker in de training voorbij is gekomen – is er in de hele cursus geen tikspel geweest, begin daar dan ook niet mee bij de samenwerking. Kies werkvormen die passen bij de sfeer van een cursus; een 1
  • 2. stoeispel kan goed in sportief ingestoken trainingen met veel fysieke trainingen en minder goed in meer meditatieve trainingen. Kies tenslotte voor werkvormen waar de cursisten zich prettig bij voelen, hierdoor zal het doel van het lesonderdeel beter bereikt worden. Plaats en de cursus en opbouw Het is mogelijk om vanaf de eerste les werkvormen rondom samenwerking te doen. Samenwerkingswerkvormen komen voorafgaand aan de vertrouwenswerkvormen en die worden gepland voordat intuïtie behandeld wordt. Voor de opbouw in deze werkvormen gelden dezelfde uitgangspunten als voor een hele cursus:  van individueel naar samen;  van enkelvoudig naar meervoudig;  van gestructureerd naar minder gestructureerd en  binnen een reeks zoveel mogelijk gelijksoortige werkvormen (dus met eenzelfde organisatievorm). Deze opbouw is ook binnen een reeks van werkvormen te herkennen, zodat er optimale emotionele veiligheid voor iedere deelnemer gecreëerd wordt en ieder zich uitgenodigd voelt om deel te nemen. Misschien is de opbouw van deze werkvormen nog wel van groter belang dan bij andere werkvormen omdat de kans dat deelnemers afhaken en niet meer mee doen groter is en het later instappen moeilijker. Immers: wanneer alle deelnemers op één na de ogen dicht doen voor een werkvorm en de trainer gaat verder door met werkvormen waarbij de ogen dicht moeten blijven, zal die ene cursist de hele set van werkvormen niet mee kunnen of willen doen (en zich wellicht buiten de groep geplaatst voelen). Hieronder worden een groot aantal werkvormen besproken, het is raadzaam om daarin een keuze te maken en alleen die werkvormen te kiezen die passen in de sfeer van de cursus en het karakter van de deelnemers en de trainer. Te veel verschillende soorten werkvormen geven onveiligheid waardoor de doelen niet meer bereikt worden, zeker als de oefeningen in ene hoog tempo afwisselen. Er wordt dan ook gekozen voor een set van werkvormen die na elkaar geplaatst worden en die tenminste een half uur, maar vaker nog drie kwartier tot een uur of een hele les duren. Het is raadzaam om ook de andere werkvormen in die betreffende les(sen) te kantelen naar samenwerking of vertrouwen. Wanneer in dezelfde les bijvoorbeeld de polsbevrijdingen geoefend worden, kan er bij het oefenen extra de nadruk gelegd worden op het feit dat om goed te oefenen er samen gewerkt moet worden: diegene die oefent bepaalt hoe hard of hoe zacht er vastgepakt wordt en diegene die de dader speelt helpt diegene die oefent. Vanzelfsprekend is dit een algemeen uitgangspunt, maar de les over samenwerking zal niet goed verlopen als iemand zojuist blauwe plekken heeft opgelopen omdat hij te stevig is vastgepakt. En door een keer extra de nadruk op dit aspect te leggen wordt een basis gelegd voor een passende sfeer later in de les. Het spreekt voor zich dat het omgekeerd niet handig is om individuele competitie-spelen voorafgaand aan samenwerkingswerkvormen te doen. Kamelenslachter (opwarming, samenwerken) Kamelenslachter is een tikspel dat gebruikt kan worden als opwarmspel in een les over samenwerken. Eén deelnemer gaat uit de zaal en wacht buiten, hij is de slachter. De rest van de cursisten vormen een groep kamelen en wijzen terwijl de slachter buiten wacht één jonge kameel aan, die te herkennen is aan een staartje (sjaaltje of band achter in de broek, moet zichtbaar zijn). De slachter slacht alleen de jonge kameel (door te tikken),de andere kamelen laat hij met rust. De groep beschermt de jonge kameel door er voor te gaan staan en de slachter af te leiden (niet duwen en trekken). De groep probeert te voorkomen dat het jonge kameeltje geslacht (getikt) wordt. Natuurlijk moet de slachter eerst uitvinden we de jonge kameel is. Het spel is afgelopen als de jonge kameel getikt is. 2
  • 3. Deze werkvorm kan gedaan worden in een ruime zaal, zoals een sportzaal, wanneer de groep al vaker tikspelen gedaan heeft en aan heeft gegeven deze leuk te vinden. Overigens zijn er meer tikspelen waarbij de deelnemers met elkaar moeten samenwerken, zoals bijvoorbeeld de Chinese Muur. Ballen rondgooien (inleiding samenwerken) In veel weerbaarheidstrainingen wordt het volgende kennismakingsspel gespeeld: iedereen staat in een kring. Er is één bal die rond gegooid wordt, in eerste instantie noemt iedereen de eigen naam als hij gooit, later de naam van diegene naar wie hij gooit. De werkvorm wordt uitgebreid met de opdracht dat er steeds naar dezelfde persoon gegooid moet worden, als dat niet lukt, wordt er opnieuw begonnen. Vervolgens wordt er een tweede en een derde bal in het spel gebracht. De ballen zijn van verschillende grootte. Niet zelden wordt er ook iets anders zoals een piepkip uit de dierenwinkel rond gegooid. De deelnemers zullen zich gedurende het spel steeds beter gaan concentreren en de in eerste instantie lacherige sfeer verandert in concentratie. Wanneer deze werkvorm bekend is bij de deelnemers, kan hij met wat aanpassingen ook gebruikt worden als inleiding voor de les over samenwerking. Laat de bal weer rondgooien op de bekende manier. De trainer benadrukt dat er goed aangegooid zodat iedereen goed kan vangen. Er wordt een hoog tempo aangehouden. Als de bal zonder te vallen rond gaat, volgt een tweede en een derde bal. In tegenstelling tot de eerdere uitvoering, wordt er nu bijna een wedstrijd van gemaakt: hoe vaak kunnen de ballen rond voordat ze vallen? De trainer benadrukt de samenwerking. Wie is de koning? (stoeispel, opwarming, samenwerken) Stoeispelen vormen een aparte categorie werkvormen binnen weerbaarheid, het inzetten ervan vergt een specifieke deskundigheid. Lees daarvoor ook de tekst over het inzetten van stoeispelen in weerbaarheidslessen. Toch zouden stoeispelen tot de basiswerkvormen van weerbaarheidstrainingen moeten behoren, gezien het enorme effect ervan. Wanneer een groep al bekend is met deze spelen en ze passen in de rest van de les, bijvoorbeeld omdat er ook gewerkt wordt aan vechtlust of als voorbereiding op de grondbevrijdingen, is met name ‘Wie is de koning’ geschikt als samenwerkingswerkvorm. De groep wordt in twee subgroepen verdeeld. Beide groepen wijzen binnen hun eigen groep een koning aan (zonder dat de andere groep dat ziet). Beide groepen hebben de opdracht uit te zoeken wie de koning is van de andere groep, de groep die dat het eerst heeft uitgevonden, heeft gewonnen. Zij kunnen dat uitzoeken door een cursist van de tegenpartij op de rug te kantelen en dan te vragen ‘Ben jij de koning?’, de cursist die gekanteld wordt moet eerlijk antwoorden. Bij de start van het spel zitten beide groepen op handen en knieën ieder aan één kant van een grote mat. Op signaal van de trainer mogen ze op de mat naar de andere groep kruipen, in het hele spel is het voor de deelnemers verboden om op te staan. De deelnemers zullen moeten samenwerken, het lukt de meesten niet om iemand alleen op de rug te kantelen en het is ook zaak dat de koning uit de eigen groep enigszins beschermd wordt zodat het zo lang mogelijk geheim blijft wie de koning is. Door een ruimte lopen op ijsschotsen (inleiding samenwerken) Als inleiding op een serie werkvormen is op ijsschotsen lopen een mooie start. Laat de deelnemers door elkaar lopen door de ruimte of de helft daarvan. Op signaal van de trainer staat iedereen stil. Vervolgens wordt de ruimte een ijsschots die in evenwicht gehouden moet worden. Als de trainer het signaal geeft, staat iedereen stil en wel zo dat de ijsschots in evenwicht is, dus de mensen evenwichtig verdeeld over de ruimte anders kantelt de ijsschots om. De deelnemers zullen beter naar elkaar gaan kijken en zich op elkaar gaan richten. 3
  • 4. Foto of een standbeeld (inleiding samenwerking) Verdeel de groep in twee subgroepen vraag hen beiden een situatie alsof er een foto gemaakt is uit te beelden. Beide teams krijgen drie minuten om goed naar het andere team te kijken. Vervolgens veranderen de beide teams tien dingen in de ‘foto’. Het andere team vertelt welke tien dingen dat zijn, het team dat de meeste veranderde punten goed gezien heeft, wint. Verdeel de groep in subgroepjes van drie of vier personen. De opdracht die ieder subgroepje krijgt is één van hen zo te ‘beeldhouwen’ dat een bepaalde emotie uitgebeeld wordt. Eventueel worden de emoties gegeven door de trainer, bijvoorbeeld met behulp van de emotiekaartjes van de emotie estafette. Ze doen dat zonder woorden. Dit betekent dus dat één van hen stil staat en door de anderen ‘gekneed’ wordt (hoofd recht of juist gebogen, knieën naar elkaar toe of juist niet, enzovoorts) totdat de emotie duidelijk is. Ieder groepje krijgt zeven minuten om te oefenen. Daarna laten de groepjes om de beurt aan de rest van de groep hun standbeeld zien (weer zonder te praten), de anderen vertellen welke emotie uitgebeeld wordt. Het groepje dat erin slaagt binnen de minste tijd de emotie te laten raden, wint. Dit is een werkvorm waarin de deelnemers weliswaar moeten samenwerken om tot een goed resultaat te komen, maar die vooral bedoeld is om de kenmerken van lichaamstaal te herkennen en dat is nodig om een congruente uitstraling te bewerkstelligen en dus weerbaarder te zijn. Deze werkvorm past bijvoorbeeld in de les na de stemmingenloop, dus aan het begin van een cursus. Stok naar de grond (samenwerken) Verdeel de groep in twee subgroepen, geef iedere groep een (bamboe-)stok van, afhankelijk van het aantal deelnemers, twee meter. De groepsleden gaan om en om met hun handen in een bijna-vuist staan, met alleen de wijsvingers recht voor zich. Op de wijsvingers rust de stok. De opdracht is om de stok naar de grond te brengen zonder dat iemands vingers los van de stok komen. Dat blijkt een moeilijke opdracht. De stok zal in eerste instantie eerder omhoog dan naar beneden gaan. Laat het een paar keer proberen, met tussendoor de mogelijkheid om andere teams te maken. Naarmate de groep beter op elkaar ingespeeld is en elkaar meer vertrouwd, zal het beter gaan. Deze werkvorm is daarom geschikt om twee maal te doen, eenmaal aan het begin van de les en eenmaal aan het einde als de deelnemers met elkaar hebben samengewerkt en elkaar meer vertrouwd. Dan ervaren ze het effect van de werkvormen. Bamboestokken (samenwerken) De serie werkvormen zoals hieronder besproken duren ongeveer een uur, afhankelijk van de doelgroep. Ga pas door naar de volgende werkvorm als de doelen bereikt zijn. Spiegelen Verdeel de deelnemers in tweetallen en ieder tweetal in een A en een B. Zeg dat A mag beginnen met bewegen en dat B volgt, dus precies nadoet wat A ook doet. A maakt rustige bewegingen, Tai Chi muziek op de achtergrond zal zorgen voor een ondersteunende sfeer en rust en concentratie stimuleren. A mag eerst alleen met de armen bewegen, daarna ook met de benen en de rest van het lichaam. Daarna wisselen. Zodra ieder tweetal voldoende oogcontact maakt en ieder tweetal een eenheid is (eventueel van tweetallen wisselen), mogen de tweetallen zelf beslissen wie het initiatief neemt tot bewegen en wie volgt (vanzelfsprekend zonder te praten). Er zal een langzame dans ontstaan waarbij de tweetallen samen door de ruimte bewegen. De trainer corrigeert zo nodig op oogcontact en rust en bovendien in die situaties waarin er tweetallen niet uit zichzelf wisselen van leider. Zodra ieder tweetal als een eenheid door de ruimte beweegt en regelmatig van leider en volger 4
  • 5. wisselt is het doel van de werkvorm bereikt. (NB deze werkvorm kan ook ingezet worden als oogcontact oefening in de confrontatietraining). Tweetallen en bamboestokken Geef dan iedere deelnemer een bamboestok van een meter. De volgende werkvormen kunnen ook met kortere stokken, of een potlood, maar dan wordt de uitvoering ervan eenvoudiger. Houdt dezelfde tweetallen als in de vorige oefening, ieder tweetal houdt de bamboestokken vast tussen de topjes van de wijsvingers (ze staan dus met hun gezichten naar elkaar toe, de linkerwijsvinger van A houdt de dezelfde stok vast als B met de rechterwijsvinger). Vraag iedereen hetzelfde te doen als in de vorige werkvorm: beweeg door de ruimte en wissel zonder woorden van leider en volger. Wanneer ieder tweetal vloeiend door de ruimte beweegt, kan de trainer opdrachten geven: loop op je hurken naar de achterkant van de ruimte, loop op je tenen, enzovoorts. Vanzelfsprekend zonder woorden. Ook deze werkvorm is afgelopen als iedereen dit vloeiend doet en de stokken niet meer vallen. Werkvormen met de hele groep Vraag nu alle deelnemers een grote kring te maken met de bamboestokken tussen de wijsvingers. Geef ze een opdracht, bijvoorbeeld: maak een vierkant, een driehoek. De stokken mogen niet op de grond vallen. Circuit Maak nu twee teams en bouw een circuit met obstakels zoals stoelen, stootkussens enzovoorts. De opdracht is om op een bepaalde manier tussen de obstakels te lopen zonder de bamboestokken te laten vallen. (Als dat wel gebeurt, begint het team opnieuw). De trainer bepaalt op welke manier het circuit afgelegd moet worden, dus of een obstakel links of rechts gepasseerd moet worden. Het eerste team dat het lukt op een correcte wijze langs het circuit te lopen zonder de bamboestokken te laten vallen heeft gewonnen. Afsluitende werkvorm is dan een uitgebreider circuit te maken en de hele groep de opdracht te geven om er doorheen te lopen (vanzelfsprekend zonder de stokken te laten vallen). Leiden (vervolg inleiding, vertrouwen) Met deze werkvormen worden vertrouwenswerkvormen ingeleid, waarna meer confronterender en moeilijker werkvormen kunnen volgen, zoals deze reeks die ongeveer een half uur duurt. De deelnemers lopen gedurende de gehele reeks werkvormen in tweetallen door de ruimte. Wanneer er binnen de tweetallen gewisseld wordt, wordt dat om en om gedaan zodat niet iedere keer dezelfde cursisten als eerste iets nieuws moeten doen.  naast elkaar terwijl ze gezellig samen praten over het weer en de vakantie;  hand in hand terwijl ze gezellig praten over het weer en de vakantie;  tegen elkaars schouders aangeleund terwijl ze gezellig praten over het weer en de vakantie;  tegen elkaars schouders aangeleund terwijl ze stil zijn;  A houdt B met de ene hand vast bij de elleboog en de andere hand om de heup of schouder geslagen en ‘voert’ B door de ruimte. Wisselen;  B houdt A met de ene hand vast bij de elleboog en met de andere hand om de heup of schouder geslagen en leidt A door de ruimte terwijl A de ogen dicht heeft. Wisselen. 5
  • 6. A houdt de platte hand op de rug van B terwijl B de ogen gesloten heeft en leidt B door de ruimte. Wisselen.  B leidt A door de ruimte, alleen met de vinger op de rug. Cursisten zullen het vaak moeilijk vinden op de ander te vertrouwen. Dit is te zien doordat zij te snel gaan lopen waardoor het contact tussen de beide deelnemers verminderd en de ene de ander niet meer kan leiden. De trainer corrigeert wanneer hij ziet de deelnemers te snel gaan lopen en gaat pas door met de volgende oefening als er rust en vertrouwen is. Variatie: leiden met een blinddoek en competitie Variatie op bovenstaande werkvormen is als één van de twee cursisten in een tweetal een blinddoek om heeft en geleid en wordt door de ander met de stem (woorden) geleid langs een circuit met obstakels (zoals stootkussens waar overheen gestapt moet worden en stoelen waar langs gelopen wordt). Hierbij staat iedereen die iemand anders leidt aan de ene kant van de zaal en lopen de anderen allemaal hetzelfde circuit. Diegene die het eerste aan de andere kant van de zaal is, heeft gewonnen. Deze werkvorm is erg speels en kenmerkt zich door veel geschreeuw omdat de cursisten die aan de kant staan natuurlijk allemaal tegelijkertijd ongeveer dezelfde aanwijzigen geven. Deze werkvorm is een mooie en speelse afsluiting van een serieuze les. Vanzelfsprekend wordt afgesloten met een uitbundig applaus voor iedereen! Variatie: blinde rups De tweede variatie, eveneens geschikt als afsluiting van de reeks werkvormen waarin de cursisten elkaar leiden is de blinde rups. Ter voorbereiding wordt een circuit gemaakt met obstakels waar langs gelopen moet worden. De deelnemers staan achter elkaar en hebben elkaar vast aan de schouders of heupen. Iedereen heeft de ogen dicht behalve de voorste (die de kop vormt). De voorste persoon loopt langs het circuit en stapt dus over en langs obstakels, de anderen volgen. Er mag in deze werkvorm gesproken worden. Alternatief is een geheel blinde rups te maken waarbij ook de voorste de ogen sluit of geblinddoekt is en geleid wordt door de stem van iemand die aan de kant staat. Vallen (vertrouwen) In deze serie werkvormen wordt vertrouwen geoefend door elkaar op te vangen. Start in tweetallen waarbij de ene cursist (A) achter de ander (B) staat met de handen recht omhoog open gevouwen, handpalmen naar buiten ter hoogte van de schouders van de ander (B). Er wordt gestart wanneer de tweetallen niet ver van elkaar staan, bijvoorbeeld 10 cm. B laat zich achterover vallen, A vangt B op. Wanneer B zich voldoende veilig voelt, wordt de afstand groter gemaakt. Veel cursisten willen hierbij de afstand te snel te groot maken, hetgeen te herkennen is aan het bijstappen. De rol van de trainer is dit te signaleren en het vergroten van de afstand te begeleiden. Deze werkvorm kan in eerste instantie met de ogen open uitgevoerd worden en later ook met de ogen gesloten. Variatie of vervolg hierop is dat B valt naar achteren in de handen van A en naar voren in de handen van C (B heeft dan de armen gekruist over de borst). A en C gooien B dan dus als het ware naar elkaar toe. Variatie of vervolg is dat B in een kring staat en zich laat vallen, hij wordt dan opgevangen door de mensen in de kring en voorzichtig de kring rond gegooid. 6
  • 7. Springtouw (vertrouwen) Deze werkvorm duurt bij de meeste doelgroepen minimaal een half uur, vaker nog 45 minuten. Deze serie werkvormen vergen een goede voorbereiding, bijvoorbeeld door de werkvormen waarin de deelnemers elkaar leiden. Neem een groot springtouw en laat iedereen er onderdoor lopen. In eerste instantie doet iedereen dat op een eigen tempo, vervolgens voert de trainer het tempo op. Als iedereen de oefening makkelijk doet en er een regelmatig ritme te zien is waarin er evenveel tijd tussen de deelnemers zit, kan over gegaan worden naar de volgende werkvorm.  iedereen loopt onder het springtouw door;  doe dat zelfde in tweetallen, hand in hand;  in tweetallen, maar nu doet één van beide de ogen dicht waardoor die moet vertrouwen op de ander. Wisselen.  In dezelfde tweetallen maar nu gaat diegene die leidt aan de andere kant van het touw staan en zegt wanneer de cursist met de gesloten ogen onder het touw kan doorlopen. Te overwegen is om blinddoeken te gebruiken. Dit maakt de werkvorm moeilijker, deelnemers kunnen dan niet meer ‘smokkelen’ en geven dus echt de regie uit handen. Dat is niet in iedere doelgroep haalbaar. 7