2. Colofon
Deze rapportage is opgesteld in opdracht van gemeente Nuenen c.a.. De rapportage
geeft inzicht in de huidige en toekomstig benodigde bestuurskracht van de gemeente.
Het college van B&W is opdrachtgever van het bestuurskrachtonderzoek.
De rapportage is opgesteld door Partners+Pröpper
(dr. Igno Pröpper, drs. Bart Litjens en drs. Remco Smulders)
Vught, 15 oktober 2015
3. Leeswijzer
Deel I De kern
Dit deel bevat de belangrijkste resultaten van het bestuurskrachtonderzoek en geeft een
beeld van de huidige en toekomstig benodigde bestuurskracht.
Deel II Onderbouwing
Dit deel bestaat uit de onderbouwing van de kernbevindingen uit deel I.
Achtereenvolgens gaan we in op de realisatie van huidige opgaven, de bestuurlijke
voorwaarden en de anticipatie van de gemeente Nuenen op toekomstige opgaven.
Deel III De bijlagen
Dit deel bevat drie bijlagen, waaronder de bronnenlijst, de resultaten van de
straatinterviews en een nadere beschrijving van de onderzoeksopzet
4. Inhoudsopgave
Deel I: De Kern .....................................................................................1
0 Introductie.....................................................................................1
1 Algeheel beeld van de bestuurskracht van gemeente Nuenen ......... 2
2 Realisatie van beleids- en dienstverleningsopgaven........................ 3
3 Grote verschillen in bestuurskracht................................................ 6
4 Invulling van bestuurlijke voorwaarden .......................................... 8
5 Benodigde bestuurskracht voor de toekomst................................. 11
Deel II: Onderbouwing..........................................................................1
1 Realisatie van de huidige opgaven ................................................. 2
1.1 Beoordeling realisatie opgaven aan de hand van schriftelijke bronnen..........2
1.2 Beoordeling realisatie opgaven door sleutelpersonen ................................28
2 Invulling van bestuurlijke voorwaarden ........................................ 30
3 Anticiperen op toekomstige opgaven ........................................... 62
Deel III: De Bijlagen ............................................................................65
Bijlage 1: Onderzoeksopzet en -aanpak ............................................ 66
Bijlage 2: Normenkader bestuurlijke voorwaarden ............................ 69
Bijlage 3: Analyse straatinterviews onder inwoners ............................ 73
Bijlage 4: Bronnen.............................................................................81
6. 1
0 Introductie
Aanleiding voor het bestuurskrachtonderzoek
Het gemeentebestuur van Nuenen beraadt zich op uitnodiging van het bestuur van de provincie
Noord-Brabant over de bestuurlijke toekomst van de gemeente. Ter voorbereiding op de
besluitvorming hierover is er behoefte aan een onderzoek dat inzicht biedt in de bestuurskracht van
de gemeente.
Doel en onderzoeksvragen
Het doel van het onderzoek is het verkrijgen van inzicht in de huidige bestuurskracht van gemeente
Nuenen en de benodigde bestuurskracht in het licht van toekomstige opgaven.
In dit bestuurskrachtonderzoek kijken we in de eerste plaats of de gemeente Nuenen de opgaven
waar de gemeente voor staat realiseert: wat zijn de resultaten? Daarnaast kijken we naar de
belangrijkste oorzaken waarom dat wel of niet lukt: wat zijn de bestuurlijke voorwaarden die
stimulerend of juist belemmerend werken?
Wat betreft de beoordeling van de huidige bestuurskracht kijken we naar de periode 2010 tot medio
2015.
Zie Bijlage 1 voor de gehele onderzoekopzet.
Figuur 1.1: Evaluatiemodel bestuurskrachtonderzoek
7. 2
1 Algeheel beeld van de bestuurskracht van gemeente Nuenen
Het onderzoek resulteert in een algemeen beeld van de bestuurskracht van de gemeente Nuenen. Dit
beeld is gebaseerd op de observaties en inschatting van de onderzoekers – aan de basis hiervan staat
de analyse van een groot aantal schriftelijke stukken en gesprekken met een groot aantal personen
binnen en buiten het gemeentebestuur.
Conclusie 1
(i) De bestuurskracht van het de gemeente Nuenen is matig – dat geldt voor de realisatie van
maatschappelijke opgaven, maar ook voor de invulling van bestuurlijke voorwaarden.
(ii) Afhankelijk van de opgave zijn er zeer grote verschillen. De bovengrens van de
bestuurskracht is goed tot zeer goed. De ondergrens is sterk onvoldoende.
(iii) In de gemeente Nuenen is de afgelopen 1 à 2 jaar zichtbaar gewerkt aan het verbeteren van de
bestuurskracht – dit heeft resultaten opgeleverd en er is een stijgende lijn in de ontwikkeling van
bestuurskracht waarneembaar.
(iv) De in de toekomst benodigde bestuurskracht zal eerder toenemen dan afnemen – als gevolg van
een groot aantal ontwikkelingen. De huidige bestuurskracht is niet toereikend om hier goed op in te
spelen.
Toelichting: samenvattend beeld bestuurskracht gemeente Nuenen (2010-2015)
Figuur 1.1: De bestuurskracht van gemeente Nuenen in termen van processen (bestuurlijke voorwaarden),
opgaven en resultaten. Een kruisje drukt de gemiddelde score uit. Deze is ontleend aan de onderbouwing in Deel
II van deze rapportage. Een pijl drukt de bandbreedte uit – de bestuurskracht van de gemeente kan immers
verschillen per opgave.
8. 3
Kanttekening
Ondanks de kritische opmerkingen over de bestuurskracht blijft staan dat Nuenen een fantastische
gemeente is om te wonen. Dit is de uitkomst van een recent Elsevier-onderzoek (‘wat is de beste
gemeente?’). Deze uitkomst is ook in dit bestuurskrachtonderzoek bevestigd door bewoners en
maatschappelijk partners, door gesprekspartners in het gemeentebestuur en door regionale
bestuurders.
Bij bestuurskrachtonderzoek gaat het echter vooral om de vraag wat je als gemeentebestuur realiseert
en toevoegt aan de – in dit geval op zichzelf goede – situatie van Nuenen: is deze situatie dankzij, of
ondanks het gemeentebestuur ontstaan?
2 Realisatie van beleids- en dienstverleningsopgaven
Aan de hand van de programmabegrotingen en de coalitieakkoorden uit de jaren 2010-2015 zijn alle
opgaven op een rij gezet. Door bestudering van de verantwoording in jaarverslagen en andere
schriftelijke bronnen – zoals evaluaties, inspectierapporten en benchmarks – is de realisatie van deze
opgaven in kaart gebracht.
Tijdens interviews met interne sleutelpersonen (raadsleden, college, ambtenaren), externe
sleutelpersonen (maatschappelijke organisaties, bedrijfsleven, verenigingen) en inwoners is ook
gevraagd naar een oordeel over de maatschappelijke situatie in Nuenen in relatie tot de huidige
bestuurskracht van de gemeente: slaagt het gemeentebestuur er in om goed in te spelen op
maatschappelijke opgaven?
Conclusie 2
(i) De gemeente stuurt in beperkte mate op het realiseren van maatschappelijke effecten. De door de
gemeente geformuleerde opgaven zijn vooral uitvoerings-prestaties, namelijk het uitvoeren van
plannen/ besluiten en het inzetten van middelen.
(ii) Voor een groot deel van de opgaven is onbekend of deze zijn gerealiseerd – uitgaande van
schriftelijke stukken. Dit geldt voor 70 % van de beoogde maatschappelijke effecten en 41 % van de
voorgenomen uitvoeringsprestaties.
(iii) Voor 41% van de opgaven staat wel vast dat deze geheel of gedeeltelijk gerealiseerd zijn. Voor
12% staat vast dat deze niet gerealiseerd zijn.
(iv) Externe sleutelpersonen en inwoners zijn matig tevreden over de mate waarin het
gemeentebestuur inspeelt op maatschappelijke opgaven. Zij zijn daarmee negatiever dan interne
sleutelpersonen, die de situatie als redelijk beoordelen.
Toelichting
In figuur 2.1 geven we weer dat realisatie van bijna de helft van de beoogde opgaven (47%) niet
vastgesteld kan worden. Voor 41% van de opgaven staat vast dat deze helemaal of deels zijn
gerealiseerd. De resterende 12% van de opgaven is niet gerealiseerd. We splitsen dit beeld uit naar de
realisatie van maatschappelijke opgaven en uitvoeringsprestaties.
9. 4
Het beeld in figuur 2.1 komt overeen met bevindingen over de planning en control cyclus: via de
programmabegroting en jaarverslagen wordt nauwelijks op maatschappelijke effecten gestuurd en er
is weinig aandacht voor evaluatie en monitoring (zie Deel II, hoofdstuk 2).
Realisatie van beoogde beleids- en dienstverleningsopgaven
Realisatie beoogde maatschappelijke effecten plus uitvoeringsprestaties
In totaal gaat het om 157 maatschappelijke effecten en uitvoeringsprestaties.
Realisatie beoogde maatschappelijke effecten
In totaal gaat het om 33 maatschappelijke effecten.
Realisatie beoogde uitvoeringsprestaties
In totaal gaat het om 124 uitvoeringsprestaties.
Figuur 2.1: Realisatie van beoogde opgaven.
Een volledig overzicht van alle opgaven en de realisatie daarvan is opgenomen in hoofdstuk 1, Deel II.
In figuur 2.2 geven we de tevredenheid van verschillende groepen sleutelpersonen weer. Volgens
externe sleutelpersonen en inwoners is de huidige situatie matig. Een deel van de problemen is
opgelost of beheersbaar, maar een belangrijk deel nog niet. Deze problemen raken bewoners ook.
Interne sleutelpersonen zijn positiever. Zij beoordelen de huidige situatie als redelijk goed en in grote
lijnen aanvaardbaar. Wel erkennen zij dat de situatie nog verder zou kunnen verbeteren.
10. 5
Toelichting: oordeel sleutelpersonen en inwoners over inspelen gemeentebestuur op opgaven
Figuur 2.2: Beoordeling door interne sleutelpersonen (raadsleden, collegeleden en ambtenaren), externe
sleutelpersonen (maatschappelijke organisaties) en straatinterviews met 155 inwoners.
Positieve en negatieve voorbeelden van bestuurskracht
Interne en externe sleutelpersonen noemen een aantal positieve voorbeelden van bestuurskracht:
– Het sociaal domein en in het bijzonder de voorbereidingen op de drie transities. Het Centrum
voor Maatschappelijke Deelname wordt vaak genoemd als positief resultaat.
– Kwaliteit van sportparken.
– Kwaliteit van schoolgebouwen.
– Groene karakter van de gemeente inclusief de mooie kwaliteit van het park.
– Aantrekkingskracht op toeristen van het Van Gogh Village/ Vincentre.
– Wijkschouwen en het goed inspelen op de feedback van inwoners.
– Dienstverlening op gebied van burgerzaken.
Kritische opmerkingen over achterblijvende resultaten zijn er ook. Verwezen wordt naar:
– Subsidie- en accommodatiebeleid.
– De situatie rond evenementencentrum Het Klooster.
– Mooie maar slecht ontsloten bedrijventerreinen waardoor interesse van het bedrijfsleven stokt.
– Gebrekkige handhaving.
– Smalle aanpak van toerisme en mogelijkheden voor evenementen.
– Veel braakliggende terreinen en te weinig middelen om deze te ontwikkelen.
– De financiële situatie en hoge woonlasten vooral door het OZB-tarief.
– Wel plannen voor het stimuleren van een duurzaam milieu – maar (nog) geen resultaten.
– Kwaliteit van digitale dienstverlening
Over het onderhoud van de openbare ruimte zoals groen, wegen, trottoirs en fietspaden zijn inwoners
verdeeld. Veel inwoners beschouwen de kwaliteit van onderhoud negatief en ervaren de consequenties
van bezuinigingen. Externe sleutelpersonen wijzen in dat licht op een ‘kaalslag’ van het groen.
11. 6
3 Grote verschillen in bestuurskracht
Tijdens het onderzoek hebben we verkend welke opgave typerend is voor de bovengrens van de
bestuurskracht en welke opgave goed laat zien wat de ondergrens is. Samen geven deze de
bandbreedte aan bestuurskracht weer.
Conclusie 3
(i) De opgave ‘Voorbereiding op de transities in het sociaal domein’ is typerend voor de bovengrens
van de bestuurskracht van gemeente Nuenen. De bestuurskracht is hier goed tot zeer goed. Dit
onderwerp laat zien dat gemeente Nuenen – ondanks de overall score van ‘matig’ – wel degelijk in
staat is zeer bestuurskrachtig op te treden.
(ii) De opgave ‘Herijken van het subsidie- en accommodatiebeleid’ is typerend voor de ondergrens
van de bestuurskracht van gemeente Nuenen. De bestuurskracht is bij dit onderwerp zeer laag.
Opgave ‘Herijken subsidie- en accommodatiebeleid’, typerend voor ondergrens bestuurskracht
Figuur 3.1: Realisatie van de opgave ‘Subsidie- accommodatiebeleid’ en voorwaarden die realisatie stimuleren en belemmeren.
12. 7
Opgave ‘Voorbereiden transities sociaal domein’, typerend voor bovengrens bestuurskracht
Figuur 3.2: Realisatie van de opgave ‘Transities in het sociaal domein’ en voorwaarden die realisatie stimuleren en
belemmeren.
13. 8
4 Invulling van bestuurlijke voorwaarden
In het onderzoek is gekeken naar zes bestuurlijke voorwaarden die de bestuurskracht kunnen
stimuleren of belemmeren.
Conclusie 4
(i) Over de hele linie is de invulling van bestuurlijke voorwaarden onvoldoende. Dit vormt een grote
belemmering voor de bestuurskracht.
(ii) De afgelopen 1 à 2 jaar is rond een groot aantal bestuurlijke voorwaarden sprake van een
stijgende lijn of een kentering.
Verschillende punten vallen in het bijzonder op:
(iii) De ambtelijke organisatie is in tijden van grote politieke onrust en forse bezuinigingen toch in
staat veel te presteren. De ambtelijke organisatie stelt zich tegelijkertijd zeer loyaal op richting raad
en college. De organisatie is in dat licht een stimulans voor bestuurskrachtig optreden.
(iv) De grootste belemmeringen liggen bij de invulling van politiek- bestuurlijk, leiderschap, het
politiek-bestuurlijk samenspel tussen raad en college en de financiële situatie.
(v) De verdeeldheid binnen de gemeenteraad en het vaak gebrekkige samenspel tussen raad en
college werken negatief door op verschillende andere voorwaarden, zoals besturen vanuit een
strategische visie, politieke knopen doorhakken, alsmede eenheid en continuïteit van leiderschap.
Een groot deel van de raadsleden zet zich op een goede manier in en stelt het raadswerk in dienst
van de samenleving, maar dit heeft onvoldoende invloed op het functioneren van de raad als geheel.
Toelichting algehele score bestuurlijke voorwaarden
In tabel 4.1 lichten we de conclusies toe met de onderzoeksbevindingen voor alle bestuurlijke
voorwaarden die centraal staan in dit onderzoek. Zie voor een uitwerking: hoofdstuk 2, Deel II.
Bestuurlijke voorwaarden Bevindingen
A Politiek en bestuurlijk leiderschap
a1 Besturen vanuit een
strategische visie
De gemeente bestuurt matig vanuit een strategische visie voor de (middel)lange
termijn
a2 Politieke knopen
doorhakken
Bij nogal wat belangrijke dossiers worden politieke keuzen vaak jarenlang
vooruitgeschoven. Dat gaat ten koste van het realiseren van opgaven en een
doelmatige inzet van ambtelijke capaciteit.
a3 Eenheid en continuïteit
van leiderschap
(i) Eenheid en continuïteit van leiderschap zijn onvoldoende. (ii) Sinds 2014 is
sprake van een aanzienlijke verbetering.
a4 Krachtige, capabele en
integere bestuurder
Bestuurders krijgen door het sterk wisselende politiek-bestuurlijke klimaat
onvoldoende gelegenheid te groeien in een krachtige en capabele bestuursstijl.
14. 9
Bestuurlijke voorwaarden Bevindingen
B Politiek en bestuurlijk samenspel
b1 Samenspel tussen raad
en college
(i) Het onderlinge samenspel binnen de raad en tussen raad en college is niet
productief.
(ii) De verdeling van verantwoordelijkheden tussen raad en college is niet helder en
werkt negatief door op de realisatie van maatschappelijke opgaven.
(iii) De effectiviteit van bestuurders wordt beperkt door matig politiek
opdrachtgeverschap vanuit de raad.
(iv) Deze punten speelden sterk de afgelopen jaren. Recent is sprake van een
verbetering in het onderlinge samenspel en wordt vooruitgang geboekt.
b2 Samenspel tussen
college/ raad en
ambtelijke organisatie.
(i) Het samenspel tussen college/raad belemmert het functioneren van de
ambtelijke organisatie. Het college is daarbij onvoldoende in staat op te treden als
‘buffer’ voor de ambtelijke organisatie.
(ii) Er is sprake van een positieve kentering in het onderlinge samenspel.
C Samenspel met de samenleving
c1 Kwaliteit interactief
beleid/
burgerparticipatie
(i) Het gemeentebestuur zet serieus in op burgerparticipatie onder meer via
dorpsraden.
(ii) Samenwerking met burgers en maatschappelijke partijen is nog geen onderdeel
van de reguliere werkwijze.
c2 Kwaliteit ‘van buiten
naar binnen werken’
Nuenen beschikt over een actief en goed georganiseerd maatschappelijk
middenveld met een rijk verenigingsleven. De gemeente speelt onvoldoende in op
de kracht van de samenleving bij het realiseren van maatschappelijke opgaven.
D Regionale samenwerking
d1 Samenspel met
gemeenten in de regio
(i) De gemeente is succesvol met samenwerking rond bedrijfsvoeringsopgaven en
de transities in het sociaal domein. Hier boekt de gemeente ook resultaten.
(ii) Rond andere regionale opgaven is Nuenen voor regiogemeenten een betrouw-
bare samenwerkingspartner. Echter, de gemeente stelt zich vooral volgend op.
d2 Samenspel met
regionale
samenwerkings-
verbanden
(i) De afhankelijkheid van de regio is groot. Het lot van Nuenen is in belangrijke
mate verbonden aan een goed florerende regio die nationaal en internationaal
sterk concurrerend is. Deze afhankelijkheid is onvoldoende verinnerlijkt binnen de
politiek, het bestuur en de organisatie.
(ii) Met name vanuit de raad wordt onvoldoende grip op samenwerkingsverbanden
ervaren in termen van overzicht en invloed.
E Ambtelijke organisatie
e1 Doelmatig werken (i) De organisatie werkt loyaal en doelmatig aan dienstverlening en meer
routinematige opgaven – daar is nagenoeg alle capaciteit mee gemoeid.
(ii) Aan nieuwe en meer complexe opgaven komt de gemeente in onvoldoende
mate toe. Dit is in belangrijke mate toe te schrijven aan beperkte capaciteit
vanwege bezuinigingen op de formatie.
(iii) Inzet op een ontwikkelingstraject draagt bij aan versterking van de organisatie
en professionele werkwijzen om meer complexe opgaven doelmatig en effectief op
te pakken. Het ontwikkelingstraject leidt tot eerste resultaten.
e2 Leiding ambtelijke
organisatie
(i) De afgelopen jaren zijn er veel wisselingen geweest in de ambtelijke leiding -
mede als gevolg van een conflict met het college in 2013. De ambtelijke leiding is
niet in staat gebleken een buffer te vormen richting de organisatie waarbij deze
wordt afgeschermd van het problematische samenspel tussen raad en college.
(ii) Vanaf 2014 is sprake van een sterke verbetering.
e3 Kwaliteit van planning
en control
(i) De kwaliteit van planning en control is onvoldoende.
(ii) Vanuit de Dienst Dommelvallei wordt het afgelopen jaar gewerkt aan
professionalisering.
e4 Personeel en
organisatie
De ambtelijke organisatie is kwetsbaar en staat onder grote druk.
15. 10
Bestuurlijke voorwaarden Bevindingen
e5 Overige hulpbronnen
zoals huisvesting,
automatisering en
informatisering
Er is een actuele en professionele visie op informatiebeleid met een vertaling naar
geautomatiseerde informatiesystemen. De gemeente is met eigen huisvesting en
andere goederen in voldoende mate toegerust op de opgaven en omvang van de
ambtelijke organisatie.
F Financiën
f1 Voldoende financiële
hulpmiddelen
(i) De financiële situatie van de gemeente was in de voorgaande jaren zeer
zorgwekkend. Er is flink ingeteerd op het eigen vermogen en het
weerstandsvermogen staat onder druk. Ingrijpende maatregelen waren nodig om
het tij te keren, waaronder forse bezuinigingen op de ambtelijke formatie en een
stevige verhoging van het OZB-tarief.
(ii) De weg naar herstel is ingezet. De financiële situatie blijft echter broos en de
ruimte voor nieuwe investeringen is zeer beperkt
f2 Zorgvuldig en
nauwgezet beheer
(i) De gemeente voldeed niet aan eisen van gezond financieel beheer. Dit leidde tot
preventief toezicht in de jaren 2013 en 2014 door de provincie.
(ii) Het financiële beheer van de gemeente is op momenteel op orde. Met ingang
van 2015 is weer (regulier) repressief toezicht van toepassing.
(iii) De woonlasten zijn in vergelijking met andere gemeenten zeer hoog.
Tabel 4.1 bevindingen over voorwaarden die bestuurskracht stimuleren of belemmeren. Zie hoofdstuk 2, Deel II
voor een nadere uitwerking.
Toelichting stijgende lijn/ kentering afgelopen 1 à 2 jaar
We illustreren de omslag in de afgelopen 1 à 2 jaar met de bevindingen rond een aantal bestuurlijke
voorwaarden.
A Politiek en bestuurlijk leiderschap
– Het lukt beter om de continuïteit te bewaken – ook vanuit het college.
– De rolinvulling door de burgemeester werkt positief door op de kwaliteit van het gemeentebestuur.
B Politiek en bestuurlijk samenspel
– De omgangsvormen in de raad en tussen raad en college zijn verbeterd.
– De kwaliteit van voorzitterschap van de raad en de commissies is verbeterd.
– De samenwerking in de driehoek burgemeester, secretaris en griffier is sterk verbeterd – dit werkt
positief door op de wisselwerking tussen raad en college.
– Het college ‘staat’ meer voor de ambtelijke organisatie dan voorheen. Het college spreekt de raad
nadrukkelijker aan op negatieve uitspraken over de ambtelijke organisatie. Bij raadsleden bestaat meer
begrip voor de ambtelijke organisatie. Raadsleden steken ook de hand in eigen boezem: ‘Hebben we
niet te veel geëist van de ambtelijke organisatie?’
C Samenspel met de samenleving
– Op dit moment werkt een groep van circa 20 medewerkers in opdracht van het managementteam aan
vernieuwing en professionalisering van werkwijzen. Het gaat onder meer om integraal werken,
teamspel, resultaatgericht werken en van buiten naar binnen werken. De aandacht richt zich op dit
moment vooral op de thema’s burgerparticipatie, Wmo, toezicht/ handhaving. De aanpak gaat uit van
een ‘inktvlekwerking’: het is de bedoeling dat de nieuwe werkwijze wordt verspreid en ook andere
medewerkers enthousiasmeert.
E Ambtelijke organisatie
Onder leiding van het managementteam wordt invulling gegeven aan versterking van de ambtelijke
organisatie. Verschillende lijnen zijn in beeld:
16. 11
– Bestuurlijke advisering op complexe dossiers, het bewaken van de grote lijnen, integraliteit en
consistentie.
– Organiseren van voldoende ‘tegenspraak’/ professionele ambtelijke advisering richting bestuur en raad
om ad hoc handelen zoveel mogelijk te voorkomen.
– Betere samenwerking met andere partijen rond complexe opgaven en het zijn van een goed
samenwerkingsspeler.
– Verbeteren van projectmatig werken.
F Financiën
De weg naar financieel herstel is ingezet. Vanaf 2013 is de gemeente weer in staat een positief
rekeningresultaat te presenteren. De reserves en het weerstandsvermogen nemen gestaag toe. Het
preventief toezicht is met ingang van 2015 opgeheven.
5 Benodigde bestuurskracht voor de toekomst
Tijdens het onderzoek is met interne en externe sleutelpersonen geïnventariseerd welke uitdagingen
er de komende jaren op gemeente Nuenen af komen. De vraag is vervolgens of de gemeente hierop is
voorbereid.
Conclusie 5
(i) In het onderzoek komt een groot aantal uitdagingen voor de toekomst naar voren – zowel rond
bestaande als nieuwe opgaven.
(ii) Om de benodigde groei aan bestuurskracht te kunnen realiseren, is het noodzakelijk om het reeds
in gang gezette ontwikkelingstraject – op politiek-bestuurlijk en ambtelijk niveau – uit te breiden en te
intensiveren.
Toelichting
We hebben een inventarisatie gemaakt van de opgaven die de komende jaren op de gemeente
afkomen (zie Deel II, hoofdstuk 3).
Kort samengevat gaat het om de volgende ontwikkelingen:
– Inspelen op krimp en vergrijzing.
– Realiseren van woningbouw.
– Intensivering van regionale samenwerking rond een groot aantal opgaven zoals economie
inclusief bedrijventerreinen, verkeer en vervoer, verdelen en in stand houden van voorzieningen
op gebied van sport en cultuur, aanpak van criminaliteit.
– Doorontwikkeling van het sociaal domein: ‘van transitie naar transformatie’.
– Goed rentmeesterschap voor toekomstige generaties.
– Realiseren van de doe-democratie en civil society.
– Verbetering digitale dienstverlening.
– Versterken van de toeristische/economische functie.
17. 12
Deels anticipeert gemeente Nuenen op de opgaven:
– De opgaven zijn in beeld en op een deel van de opgaven bereidt de gemeente zich momenteel
voor, zoals de verdere doorontwikkeling van de transities in het sociaal domein en goed
financieel beheer om invulling te geven aan verantwoord rentmeesterschap.
– De ambtelijke organisatie heeft een ontwikkelingstraject gestart waarbij wordt
geëxperimenteerd met nieuwe werkwijzen - werkwijzen die nodig zijn om meer dan nu in
coproductie met maatschappelijke partners zaken te realiseren en op integrale wijze aan
complexe opgaven te werken.
19. 2
1 Realisatie van de huidige opgaven
1.1 Beoordeling realisatie opgaven aan de hand van schriftelijke
bronnen
De opgaven zijn in kaart gebracht aan de hand van de programmabegrotingen en
coalitieakkoorden in de periode 2010 - 2015. De realisatie van de opgaven is eveneens
ontleend aan schriftelijke bronnen. Het gaat onder meer om de verantwoording in
verschillende jaarverslagen en jaarstukken, rapportages van inspecties/ toezichthouders
en overige bronnen zoals evaluaties en monitorgegevens. In bijlage 4 is de volledige
bronvermelding opgenomen.
Focus op maatschappelijke effecten en uitvoeringsprestaties
In de analyse zijn alleen de beoogde maatschappelijke effecten en voorgenomen
uitvoeringsprestaties opgenomen. De cruciale opgaven van de gemeente liggen namelijk
in de samenleving en niet in de interne beleidsvoorbereiding en besluitvorming.
Een opgave is namelijk pas gerealiseerd wanneer er daadwerkelijk wat gebeurt in de
samenleving.
Maatschappelijke effecten: de zichtbare gevolgen in de samenleving als gevolg van gemeentelijke
inspanningen (inclusief de gevolgen van uitvoeringsprestaties).
Uitvoeringsprestaties: voorgenomen plannen en besluiten worden uitgevoerd en geplande
middelen worden ook werkelijk ingezet.
Besluitvormingsprestaties: beslissingen die tot stand komen door middel van het vaststellen van
verordeningen, plannen, nota’s, moties e.d. (in het bijzonder ook het doorhakken van politieke
knopen).
Beleidsvoorbereidingsprestatie: ‘majeure’ tussenresultaten ter voorbereiding van
besluitvorming, zoals een maatschappelijke verkenning, een kosten-batenanalyse, een
conceptplan en dergelijke.
Indeling opgaven
Gemeente Nuenen onderscheidt in de programmabegrotingen en jaarverslagen 49
programma’s. Met ingang van 2016 gaat de gemeente aan de hand van 8 programma’s
werken. Wij delen de programma’s voor dit onderzoek in naar een aantal opgaven op het
gebied van beleid en dienstverlening.
Totaalbeeld
In tabel 1.1 geven we het totaalbeeld weer. Voor 47% van de beoogde maatschappelijke
effecten en uitvoeringsprestaties is de realisatie onbekend. Voor 41% van de opgaven
staat vast dat deze geheel of gedeeltelijk gerealiseerd zijn. Voor 12% van de opgaven is
helder dat deze niet gerealiseerd zijn.
20. 3
Realisatie van opgaven
Ja Deels nee Realisatie
onbekend
Totaal
Beleidsopgaven Maatschappelijke effecten 1 6 3 22 32
Uitvoeringsprestaties 35 13 14 44 106
Subtotaal ‘beleidsopgaven’ 36 19 17 66 138
Dienstverlenings-
opgaven
Maatschappelijke effecten - - - 1 1
Uitvoeringsprestaties 5 5 1 7 18
Subtotaal ‘dienstverleningsopgaven’ 5 5 1 8 19
Totaal 41 24 18 74 157
Tabel 1.1: Realisatie van alle opgaven. Vastgesteld op basis van schriftelijke bronnen.
Leeswijzer
In de onderstaande tabellen geven we voor de afzonderlijke programma’s weer welke
resultaten de gemeente beoogt en wat de resultaten zijn. Daarbij wordt telkens de bron
vermeld. De letter ‘S’ en het bijbehorende nummer (plus paginanummer) verwijzen naar
een schriftelijk stuk. Zie daarvoor ook de bronnenlijst in Deel III.
21. 4
Realisatie beleidsopgaven
Opgave bestuur
Programma 18: Dorps- en wijkgericht werken
Beoogde resultaten: Gerealiseerd?
Maatschap-
pelijk effect
1 Een goede, schone en veilige leefomgeving (S140; S141; S142;
143). NB: in de programmabegrotingen wordt ook gesproken
over ‘bevorderen van sociale cohesie’.
Norm: Stijging van het rapportcijfer woonomgeving naar 8 en het
rapportcijfer leefbaarheid naar 7,8. Meetinstrument:
Veiligheidsmonitor.
1 Deels
– Rapportcijfer leefbaarheid is
omhoog naar 7,8 van 7,5 in
2009 (S39, p. II, S233, p.103).
– Rapportcijfer voor de
woonomgeving is niet gemeten
in 2014 (S233).
Uitvoerings-
prestatie
1 Advisering vanuit dorps- en wijkraden en bewonersgroepen
over gemeentelijk beleid over de leefbaarheid en uitvoering
met betrekking tot dorp of wijk. (Onder meer: S75,p. 30; S142;
p. 27).
2 Meer dan nu het geval is belanghebbenden actief uitnodigen
om hun zienswijze te geven op voorgenomen beleid. Dat geldt
ook voor dorps en wijkraden. (s74, p.1)
3 Wijk- en buurtinitiatieven coördineren en faciliteren, waarbij de
betrokkenheid van de wijk en buurt hand in hand gaat met
verantwoordelijkheid voor en door buurtbewoners. Durven
oppakken door de wijk en buurt en durven loslaten door de
gemeente. (s119, p.3)
4 In kader van ‘Samen zien we meer’ burgers betrekken bij
diverse acties zoals zwerfvuil, bladruimen en
gladheidsbestrijding. (s214, p. 19)
5 Bewoners meer mogelijkheden geven bij het onderhoud van de
leefomgeving (s199). Start pilots overdracht groenonderhoud –
afhankelijk van de evaluatie na 6 maanden wordt dit concept
verder uitgebreid. (s200, p. 11)
1 Onbekend
2 Onbekend
3 Onbekend
4 Onbekend
5 Nee: ‘onvoldoende animo voor
deelname in de wijken’. (s214, p.
19).
– De pilot is nog niet gestart – uit
de Kadernota 2015 blijkt dat
deze nog wel op het
programma staat (s232, p. 19).
De programma’s 38, 39, 40 en 41 vallen ook onder de opgave ‘Bestuur’ maar deze
worden betrokken bij de bestuurlijke voorwaarden (zie hoofdstuk 2).
22. 5
Opgave veiligheid
Programma 19: Openbare orde en veiligheid
Beoogde resultaten: Gerealiseerd?
Maatschap-
pelijk effect
1 Toename van de subjectieve veiligheid (s139; s140; p. 67;
S141; S142; s143; 75, p.31)
2 Toename van de objectieve veiligheid (bronnen: idem).
Norm (1) : Het rapportcijfer voor veiligheid door inwoners
was in 2009 een 7,0 en moet in 2014 een 7,5 zijn (o.m.:
s143, p.36). Meetinstrument (1): Veiligheidsmonitor.
Norm (2): Situatie Beoogd 2014
– Overlastmeldingen
jeugd
124 (2010) 99
– Hinderlijke
jeugdgroep
8 (2010) 1
– Inbraak woning 125 (2009) 90
– Geweldszaken 63 (2009) 40
– Brom-, snor-,
fietsdiefstallen
193 (2009) 100
Meetinstrument (2): veiligheidsmonitor en cijfers van
Politie Oost-Brabant
1 Ja, het rapportcijfer voor veiligheid is
7,5 (s39, p. II).
2 Deels (s233, p. 105):
Gerealiseerd:
– Overlastmeldingen Jeugd: 50.
– Hinderlijke jeugdgroep: 0.
– Inbraak woning: 82.
Niet gerealiseerd:
– Geweldszaken: 61.
– Brom-snor-fietsdiefstallen: 112.
Uitvoerings-
prestatie
1 Gezamenlijke aanpak criminaliteit in Oost-Brabant
vooral op het terrein van de ondermijnende criminaliteit.
Er zal worden gegraven en breder moeten worden
gekeken naar de onderliggende structurele oorzaken in
regionaal verband (S49, p.1).
2 Geen coffeeshop in Nuenen.
3 Behoud politiepost in Nuenen.
1 Onbekend
2 Ja (onder meer: s5)
3 Ja (onder meer: s5).
NB: De gemeente voert volgens provincie
Noord-Brabant te weinig regie op de
Veiligheidsregio. De provincie beveelt aan
om dit meer terug te laten komen in de
jaarverslagen (S60, p.7).
Programma 20: Brandweer
Beoogde resultaten: Gerealiseerd?
Maatschap-
pelijk effect
1 Bevorderen van een brandvrije leefomgeving(s139; s140;
S141; S142; S143; s75, p.33)
2 Binding van de brandweer met het dorp handhaven.
Norm (1): niet genoemd.
Norm (2): aantal vrijwillige brandweermensen
situatie: van 35 naar 40 in 2014 (S140). Later bijgesteld: van
35 naar 37 in 2014 (S143). Meetinstrument: niet genoemd.
1 Onbekend
– Opmerking: Provincie Noord-
Brabant constateert tekortkomingen
aan brandveiligheid bij
zorginstellingen. Aanbevolen wordt
hier actief mee aan de slag te gaan.
(S60, p.10, ‘reality check’).
– Opmerking: 48% van de bewoners
maakt zich regelmatig zorgen over
brandveiligheid (s39, p. III). Situatie
2009 niet bekend.
– Opmerking: 58%huishoudens heeft
een goedwerkende rookmelder in
huis (s39, p. III). Situatie 2009 niet
23. 6
Programma 20: Brandweer
Beoogde resultaten: Gerealiseerd?
bekend.
– Opmerking: 24% huishoudens heeft
geen rookmelder (s39, p. III).
Situatie 2009 niet bekend.
2 Nee, aantal is 35 (s233, p.106).
Uitvoerings-
prestatie
1 Het blijven verzorgen van activiteiten voor een doelgroep
in het kader van het verbeteren van de bewustwording
van brandveiligheid, het organiseren van activiteiten
voor doelgroepen op de kazerne en het leveren van een
bijdrage aan activiteiten in het dorp (onder meer: S143,
p.38).
1 Ja: het beoogde aantal activiteiten is
uitgevoerd. (S232, p.106).
Programma 21: Rampenbestrijding
Beoogde resultaten: Gerealiseerd?
Maatschap-
pelijk effect
1 Een ramp/crisis zo veel als mogelijk te voorkomen en
anderzijds in de repressiefase en de nazorgfase de
ramp/crisis zo goed als mogelijk te beheersen. (s139;
s140; s141, s142; s143; s75, p.33)
Norm: niet genoemd.
1 Onbekend
Uitvoerings-
prestatie
Opmerking:
In het integraal veiligheidsbeleid 2011-2014 (s43) worden
diverse uitvoeringsprestaties genoemd, zoals: aantal
bestuurlijke oefeningen en aantal personen dat is opgeleid.
Vanaf 2015 bouwt het Regionaal Veiligheidsplan
(Veiligheidsregio) hierop voort (s49).
Onbekend
Programma 25: Handhaving
Beoogde resultaten: Gerealiseerd?
Maatschap-
pelijk effect
1 Voldoende kwaliteit, veiligheid en passend gebruik van
gebouwen, percelen en de openbare ruimte’ (s139; s140;
s141; s142; s143; s75, p.40).
Norm (1): Situatie Beoogd 2014
– Bouwen conform
vergunning
98% (2010) 95%
– Geconstateerde
overtredingen in
openbare ruimte
1.015 (2010) 800
– Percentage
naleefgedrag Wm-
plichtige inrichtingen
Niet
genoemd
60-100%
– Percentage
naleefgedrag
onbekende illegale
activiteiten
Niet
genoemd
40-60%
1 Nee
– Nee: bouwen conform vergunning is
92% (s233, p. 114), maar volgens
s32, p. 10 is dit percentage 77%.
– Nee: geconstateerde overtredingen
in de openbare ruimte.
Waarschuwingen (835) plus boetes
(320) = 1.155 (s32, p. 13).
– Nee: percentage naleefgedrag Wm-
plichtige inrichtingen:
garagebedrijven 50%, horeca
(droog): 40%, Risicorelevante
bedrijven: 34% (s32, p. 5-6).
– Onbepaald: percentage
naleefgedrag onbekende illegale
activiteiten.
24. 7
Programma 25: Handhaving
Beoogde resultaten: Gerealiseerd?
Meetinstrument (1): cijfers van handhaving /
handhavingsverslag en milieujaarverslag.
Uitvoerings-
prestatie
1 Geraamde productieve handhavingsuren 2014: 6.369. 1 Ja, 7.616 uren (s32, p. 4).
Opmerking:
Provincie Noord-Brabant constateert dat
de documentatie van de uitgevoerde
controles niet in orde was en dat er te
weinig overzicht is op de taken die de
Veiligheidsregio voor
de gemeente Nuenen uit voert. Daarnaast
is geadviseerd om eerst doelen te stellen
en daar de capaciteit op aan te passen;
niet andersom (s32, p. 4).
Opmerking:
(1) Gemeente Nuenen beschikt over een integraal veiligheidsbeleid 2011-2012 (s43). Op
pagina 5 en 6 wordt uiteengezet hoe jaarlijks in de jaarrekening via een
resultatenmatrix verantwoording zal worden afgelegd over de voortgang. In de
schriftelijke informatie – zoals jaarverslagen – is deze informatie niet aangetroffen.
(2) Het collegeprogramma (zie s75) dient als uitgangspunt voor het integraal
veiligheidsbeleid 2011-2014 (s43, p. 4). Het integraal veiligheidsbeleid 2011-2012
(s43) omvat een groter aantal thema’s dan waarover in de programmabegroting en
jaarrekeningen verslag wordt gedaan, zoals veilig uitgaan, veilig winkelgebied,
verkeersveiligheid, senioren en veiligheid, alcohol- en drugsgebruik.
Opgave sociale zaken
Programma 5: Bevordering zelfredzaamheid
Beoogde resultaten: Gerealiseerd?
Maatschap-
pelijk effect
1 ‘Het via collectieve voorzieningen verbeteren van de
mogelijkheden voor onze inwoners om deel te nemen
aan de samenleving’ (S75, p.14) - ‘Zelfredzaamheid van
burgers’ (s140, p. 33; s141; s142; s143).
Norm (1): niet genoemd.
1 Onbekend
Uitvoerings-
prestatie
1 Accommodaties die geschikt zijn voor de activiteiten die
erin plaatsvinden (s140, p. 33): multifunctioneel en
intensief gebruik, verantwoorde huur en kosten, in de
pas lopen met omliggende gemeenten (s143, p. 15).
2 Organiseren van maatschappelijke zorg.
3 Specifieke aandacht voor ouderenbeleid door
bijvoorbeeld intensivering van mantelzorg en
vrijwilligerswerk, stimuleren bouw verpleegunits, bouw
seniorenwoningen, langer thuis wonen en het
Burgerinitiatief (s143, p15; s233, p. 84).
1 Nee, er zijn geen concrete stappen
gezet – nieuw beleid is niet vastgesteld
(onder meer: s233, p.85).
– Opmerking: Zie ook programma 5
en 11.
2 Ja, via het Servicepunt / Centrum
maatschappelijke Deelname (zie ook
punt 5). De consulenten van het
Servicepunt gaan bij nieuwe en
25. 8
Programma 5: Bevordering zelfredzaamheid
Beoogde resultaten: Gerealiseerd?
4 Maatschappelijke stages door leerlingen uit het
voortgezet onderwijs (s143, p. 15).
5 Pilot Centrum Maatschappelijke Deelname als
uitbreiding van het bestaande Servicecentrum (s106):
voor 1 januari 2014 bieden van een laagdrempelige
voorziening waar inwoners antwoorden krijgen op vragen
over deelname aan de gemeenschap.
gecompliceerde aanvragen altijd op
huisbezoek (onder meer: s233, p. 84).
3 Onbekend.
4 Ja, met ingang van 2011 doet elke
leerling van het voortgezet onderwijs
één maatschappelijke stage in de vorm
van 300 uur dienstverlening, in
samenwerking met LEVgroep en
Pleincollege.
– Opmerking: vanaf schooljaar 2014-
2015 is dit niet meer verplicht (s233,
p. 84)
5 Ja, het Centrum voor Maatschappelijke
Deelname is opgericht en functioneert.
– Het servicepunt werkt volgens de
aanpak: ‘één gezin, één plan, één
regisseur/casusverantwoordelijke’
(s232, p. 21).
– De samenwerking van organisaties
via het servicepunt is verbeterd:
deze is meer integraal en meer
collectief dan individueel (s232, p.
21).
– Opmerking: cliënten zijn tevreden
over dienstverlening van het
servicepunt (s66).
Programma 12: Werk
Beoogde resultaten: Gerealiseerd?
Maatschap-
pelijk effect
1 ‘Uitkeringsgerechtigden aan het werk’ (S75, p.22 s140, p.
33; s141; s142; s143).
Norm (1) : (a) Uitstroom aantal uitkeringsgerechtigden via
werkaanvaarding of starten zelfstandig beroep/bedrijf.
Beoogd 2014: 24. Situatie: gemiddeld 24 in jaren 2006-
2010. (b) Aantal personen dat via sociale voorwaarden in
bestekken uitstroomt (social return on investment). Situatie
2006-2010: 0. Beoogd 2014: 2. Meetinstrument: niet
genoemd.
NB: ontwikkeling van omvang en samenstelling
cliëntenbestand niet benoemd.
Opmerking:
Voorbereidingen invoering Participatiewet (onder meer
s197): werk prevaleert boven andere mogelijkheden zoals
opleiding en vrijwilligerswerk; uitstroom uit de uitkering;
1 Deels:
– Ja: uitstroom is 44 in 2014 (s233, p.
94).
– Nee: uitstroom via sociale
voorwaarden: 0 in 2014 (s233, p.
94).
26. 9
Programma 12: Werk
Beoogde resultaten: Gerealiseerd?
meedoen aan de samenleving en zelfredzaam zijn.
Uitvoerings-
prestatie
1 Inzet re-integratie van uitkeringsgerechtigden.
2 Bieden van werk via sociale werkvoorziening.
3 Inzet van de Werkvoorzieningschap de Dommel (WSD).
voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.
NB: intentie om deel te nemen aan het regionaal
werkbedrijf Zuidoost Brabant. (s232).
NB: intentie om uitstroom van medewerkers uit de Wet
sociale werkvoorziening te compenseren met instroom van
kandidaten met een grote afstand tot de arbeidsmarkt die
zich melden bij de Participatiewet. (s232)
1 Onbekend
2 Onbekend
3 Onbekend
Geen specificaties (zie onder meer s233,
p. 94).
Programma 13: Bijstand en aanverwante regelingen
Beoogde resultaten: Gerealiseerd?
Maatschap-
pelijk effect
Niet geformuleerd 1 N.v.t
Uitvoerings-
prestatie
1 ‘Inwoners die niet of onvoldoende zelf kunnen voorzien
in hun levensonderhoud een inkomen verschaffen op het
wettelijk vastgesteld bestaansminimum’ (S75, p.23;
s140, p. 33; s141; s142; s143).
– Verstrekken diverse uitkeringen en bijstand aan
cliënten in het kader van uitvoering wettelijke taken
waaronder de Wet werk en bijstand
2 Fraudebestrijding via inzet sociale recherche.
1 Onbekend
2 Onbekend
Geen specificatie (zie onder meer s233, p.
95).
Programma 14: Minimabeleid
Beoogde resultaten: Gerealiseerd?
Maatschap-
pelijk effect
1 Maatschappelijke deelname van burgers met een laag
inkomen (S75, p.25).
Norm (1): niet genoemd.
1 Onbekend
Uitvoerings-
prestatie
1 Bieden van inkomensondersteuning aan minima via inzet
van regelingen en voorzieningen:
a Uitvoeren bijzondere bijstand.
b Toekennen langdurigheidstoeslag.
c Collectieve ziektekostenverzekering.
d Kwijtschelding gemeentelijke belastingen.
e Bijdrageregeling voor deelname aan maatschappelijke
activiteiten.
2 Uitvoeren Schuldhulpverlening.
3 Beperkt noodfonds oprichten voor schrijnende situaties.
(S74, p.4).
1 Deels (s233, p, 98):
b Deelname van bij gemeente
bekende minima aan
langdurigheidstoeslag: 100%.
d Deelname van gemeente bij
minima aan kwijtschelding
gemeentelijke belastingen: 100%.
2 Onbekend
3 Onbekend
27. 10
Opgave zorg en welzijn
Programma 4: Jongerenwerk
Beoogde resultaten: Gerealiseerd?
Maatschap-
pelijk effect
1 ‘ Jeugdige inwoners in staat stellen op te groeien tot een
volwassen en volwaardig lid van de samenleving’ (S75,
p.13; s140; s141; s142; s143, p. 9).
Norm (1): niet genoemd.
1 Onbekend
Uitvoerings-
prestatie
1 Jeugddeelname in verenigingen stimuleren: toename
15% jeugddeelname aan gesubsidieerde verenigingen in
2014 (S140, p.31).
2 Beschikbaar houden van vier peuterspeelzalen in de
gemeente Nuenen, (s233, p. 84).*
3 90% procent van kinderen met een VVE-indicatie doet
daadwerkelijk mee aan voor- en vroegschoolse educatie
VVE (S231, p.83).*
4 Toezicht op kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen:
alle (100%) kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en
gastouders voldoen aan de eisen die de wet stelt. (233, p.
83).*
* Deze aspecten zijn benoemd en gespecificeerd in
jaarverslag 2014 (s233), maar niet in de begrotingen.
1 Nee
– NB1: de gerapporteerde realisatie
van 100% betekent feitelijk
stabilisatie van aantal jeugdleden:
geen toename en geen afname – zie
s233, p. 82.
– NB2: dit is een onduidelijke
weergave in relatie tot ambities in
S140, p. 131, immers 100% betekent
niet dat het doel is gerealiseerd.
2 Ja, er zijn vier peuterspeelzalen (s233,
p. 83).
3 Ja, 96,7 procent neemt deel (s233,
p.83).
4 Ja, 100% voldoet aan de eisen (s233, p.
83).
Programma 6: Individuele voorzieningen WMO
Beoogde resultaten: Gerealiseerd?
Maatschap-
pelijk effect
1 ‘Inwoners die beperkt zelfredzaam zijn in staat te stellen
zo volwaardig mogelijk aan de samenleving deel te
nemen.’ (s75, p.15; s140, p. 36; s141; s142; s143).
Norm (1): niet genoemd.
1 Onbekend
Uitvoerings-
prestatie
1 Het individueel compenseren door het verstrekken van
voorzieningen aan inwoners die in hun zelfredzaamheid
beperkt zijn. Het gaat hier om:
– woonvoorzieningen;
– vervoersvoorzieningen;
– hulp bij het huishouden;
– rolstoelen;
– gehandicapten parkeerkaarten.
De tevredenheid van inwoners voor verstrekte WMO-
individuele voorzieningen moet een 7,4 zijn (onder meer:
s140, p. 36; s143, p.17).
2 Voorbereiding overgang Extramurale Begeleiding naar
gemeente (s143, p.18).
1 Ja, Tevredenheid in 2013 is een 8 (s5, p.
15).
– NB: het tevredenheids-onderzoek
Wmo heeft in 2014 niet
plaatsgevonden (s233, p.86).
2 Ja, transitie gerealiseerd (s233, p.87).
28. 11
Programma 7: Gezondheidszorg
Beoogde resultaten: Gerealiseerd?
Maatschap-
pelijk effect
1 ‘Het in stand houden en verbeteren van de
volksgezondheid’ (S75, p.16; s140, p. 38; s141; s142;
s143).
Norm (1): Situatie
(s140)
Beoogd 2014
a Percentage 55+ dat 5
glazen of meer alcohol
per week gebruikt
50% 45%
b Percentage 12-18
jarigen dat 5 glazen of
meer alcohol per week
gebruikt
35% 33%
c Percentage 12-18
jarigen dat meer dan
20 glazen alcohol per
week gebruikt
4% 4%
d Percentage 12-18
jarigen dat drugs
gebruikt
5% 4%
Meetinstrument (1): GGD-monitor.
1 Deels, s233, p. 88:
a onbekend
b Ja, 33%
c Ja, 4%
d Ja, 4%
Uitvoerings-
prestatie
1 Deelname aan projecten alcohol en drugs (s140, p. 39)
2 Inventariseren handhaven van alle wijzigingen volgens
nieuwe drank- en horecawet (s140, p. 39; s142, p.20).
1 Ja, met GGD en Novadic Kentron
(S233, p.89).
2 Ja (s233, p.89).
Programma 15: Vreemdelingenbeleid
Beoogde resultaten: Gerealiseerd?
Maatschap-
pelijk effect
Niet geformuleerd. N.v.t
Uitvoerings-
prestatie
1 Voldoen aan de wettelijke verplichting
inburgering, huisvesting en handhaving (S75,
p.26).
2 Realisatie van wettelijke verplichte
taakstelling huisvesting van 50 procent in
2012 naar 100 procent in 2014 brengen (s143,
p.31).
1 Ja, in januari 2015 zijn de verplichte
inburgeringstrajecten en is de verplichte
taakstelling huisvesting volledig is gerealiseerd
(s233, p. 99).
2 Ja, volledige realisatie in januari 2015 (s233, p.99).
29. 12
Opgave onderwijs, sport, kunst en cultuur
Programma 3: Kunst, cultuur en volwasseneneducatie
Beoogde resultaten: Gerealiseerd?
Maatschap-
pelijk effect
1 ‘Inwoners kunnen actief en/of passief
deelnemen aan kunst, cultuur en
volwasseneneducatie’ (S75, p.12; s140, p. 36,
s141; s142; s143).
Norm (1): niet genoemd.
1 Onbekend
Uitvoerings-
prestatie
1 Uitvoeren van de nota Cultuur in Nuenen
2009-2013.
2 Onderhouden van Het Klooster en onderzoek
naar privatisering van het klooster (S140;
S143, p.12).
3 ‘Het cultuurhistorische lint van Park tot
Molen de Roosdonck verder optimaliseren
Particuliere initiatieven binnen dit gebied op
het terrein van vrijetijdseconomie zullen door
de gemeente worden ondersteund’ (S74, p.3).
1 Onbekend, in s5, p. 11 en s233, p. 81 geen
resultaten/ informatie opgenomen.
2 Ja, dit onderzoek is uitgevoerd. Het klooster wordt
in deze raadsperiode niet verkocht (S233, p.81).
3 Onbekend, in s5, p. 11 en s233, p. 81 geen
resultaten/ informatie opgenomen.
Opmerking: het beoogde subsidie- en
accommodatiebeleid (s140, p. 29) is niet van de
grond gekomen. Zie ook bij programma 5 en 11.
Programma 8: Huisvesting basisonderwijs
Beoogde resultaten: Gerealiseerd?
Maatschap-
pelijk effect
Niet geformuleerd N.v.t.
Uitvoerings-
prestatie
Invullen zorgplicht voor adequate huisvesting
voor het basisonderwijs: realiseren, in
standhouden en voorzien in de eerste inrichting
van een voldoende aantal schoollokalen (s75,
p.18; s140):
1 Multifunctioneel gebruik van schoolgebouwen
(s140): aantal scholen dat de kernpartners van
een brede school kan huisvesten van 4 naar 8
(2014) brengen (S143, p.21).
2 Aanpassen bestaande schoolgebouwen voor
onderwijskundige vernieuwingen: in 2014 zijn
alle (9) schoolgebouwen aangepast.
3 Noodzakelijk achterstallig onderhoud bij De
Mijlpaal uitvoeren Uitgangspunt voor een
definitieve oplossing is nieuwbouw op de
grens van Nuenen-Zuid en Nuenen-West (S74,
p.4).
4 Het aantal leegstaande lokalen structureel
verminderen. Dat kan door combinaties te
maken en wellicht oude schoolgebouwen te
slopen en deze plekken opnieuw te
ontwikkelen. (s119, p.12).
1 Ja: bij 8 gebouwen (s233, p. 90).
2 Deels: Dit is gerealiseerd bij 8 van de 9
schoolgebouwen (s233, p.90).
3 Nee: De Mijlpaal is nog niet aangepast (S233,
p.90). Voor de basisschool is een nieuw gebouw
met 9 lokalen in Nuenen-West gepland – nog niet
gerealiseerd (s233).
4 Deels, huur voor 12 lokalen per 1 augustus 2013
opgezegd (s213, p. 4).
– Opmerking: er is niet aangeven in hoeverre
hiermee het probleem van leegstand
structureel is verminder c.q. opgelost –
vandaar de score ‘deels’ in plaats van ‘ja’.
30. 13
Programma 9: Huisvesting voorgezet onderwijs
Beoogde resultaten: Gerealiseerd?
Maatschap-
pelijk effect
Niet geformuleerd, N.v.t
Uitvoerings-
prestatie
Invullen zorgplicht voor adequate huisvesting
voor voortgezet onderwijs’ (S75, p.19, s140, p.
43): Het voorzien in adequate huisvesting voor
de in de gemeente gevestigde school voor
voortgezet onderwijs, alsmede voorzien in de
eerste inrichting.
1 Specifiek over ‘Pleincollege’: Uitgangspunt
van het college is volledige
doordecentralisatie van rijksgelden en
bouwen op locatie
Luistruik’ (S119, p.12).
2 Overeenkomst voor doordecentralisatie
schoolbestuur sluiten (S143, p.22).
1 Nee:
– Het schoolbestuur ziet af van bouwen op
Luistruik vanwege een rijkskorting die de
gemeente doorberekend aan de school (S231,
p.91).
– Na onderzoek van de school en gemeente is
besloten tot verbouwing op de huidige locatie
vanaf augustus 2016 (s232, p. 23).
2 Ja: Overeenkomst met schoolbestuur is
geslotenS231, p.91, s232, p. 23).
Programma 10: Leerplicht en leerlingenvervoer
Beoogde resultaten: Gerealiseerd?
Maatschap-
pelijk effect
1 Leerlingenvervoer: Alle leerlingen in staat stellen om een school
voor speciaal basisonderwijs (sbo), voortgezet onderwijs (vo),
of (voortgezet) speciaal onderwijs te bezoeken die in verband
met een lichamelijke, geestelijke of verstandelijke handicap
voor die leerling het best geschikt is, ofwel een school voor
basisonderwijs van een bijzondere richting, wanneer ouders
op grond van levensbeschouwing bezwaren hebben tegen
een andere, in de gemeente aanwezige, richting van
basisonderwijs (s140, p. 45; s141, s142; s143).
2 Leerplicht: Meer leerlingen moeten een goede aansluiting op
het (middelbaar) beroepsonderwijs krijgen, en daar ook een
diploma, startkwalificatie, behalen. De mogelijkheid om
zelfstandig deel te nemen aan de maatschappij wordt
hierdoor vergroot. (s140, p. 45; s141; s142; s143)
Norm (1): niet genoemd.
1 Onbekend
2 Onbekend
Opmerking: geen informatie in de
jaarverslagen.
Uitvoerings-
prestatie
Leerlingenvervoer:
1 Verbetering dienstverlening door gemeente via snellere
afhandeling van de verzoeken.
2 Verbetering inspraak en participatie van burgers.
3 Verbeteren participatie van doelgroepen aan het onderwijs.
Leerplicht:
4 Door middel van een regionale leerplichtadministratie volgen
van een schoolloopbaan van 4-23 jarigen
5 Waarborgen dat alle leerplichtige jongeren in de gemeente
voldoende van hun recht op onderwijs gebruik maken en het
voortijdig schoolverlaten bestrijden, door middel van het
voeren van een actief opsporingsbeleid met betrekking tot
het ongeoorloofd schoolverzuim.
1 tot en met 7: onbekend.
Opmerking: geen informatie in de
jaarverslagen.
31. 14
Programma 10: Leerplicht en leerlingenvervoer
Beoogde resultaten: Gerealiseerd?
6 Extra aandacht voor de Sinti-groep tot 18 jaar.
7 Verscherping van het toezicht op naleving van de leerplicht.
Programma 11: Sport
Beoogde resultaten: Gerealiseerd?
Maatschap-
pelijk effect
1 ‘Het bevorderen van een gezonde en actieve
leefstijl en het bevorderen van sociale
samenhang door sport en bewegen
(breedtesport)’ (S75, p.10; s140; s141; s142;
s143).
Norm (1): niet genoemd.
1 Onbekend
Opmerking: geen informatie in de jaarverslagen.
Uitvoerings-
prestatie
1 Verstrekken van subsidies voor
georganiseerde sportbeoefening en het
faciliteren van de behoefte aan binnensport-
en buitensportaccommodaties (S75, p.21).
2 Multifunctioneel gebruik van
sportaccommodaties.
1 Onbekend – geen informatie in de jaarverslagen.
2 Nee.
– Opmerking: het beoogde subsidie- en
accommodatiebeleid (s140, p. 29) is niet van de
grond gekomen. Zie ook bij programma 3 en 5.
C Programma 32: Monumenten
Beoogde resultaten: Gerealiseerd?
Maatschap-
pelijk effect
1 Niet geformuleerd N.v.t.
Uitvoerings-
prestatie
Cultuurhistorisch erfgoed behouden en
beleefbaar houden of maken’ (S75, p.50):
1 In 2014: 79 gemeentelijke monumenten
(s140, p. 98). NB: dit aantal is later bijgesteld
naar 71 (s143, p. 52). Situatie 2010: 55
gemeentelijke monumenten (s141, p. 47).
2 In 2014 15 subsidieaanvragen. Situatie in
2010: 8 (s141, p. 47).
1 Deels, het aantal monumenten is 69 (s233, p. 124)
2 Deels: 14 subsidieaanvragen (s232, p. 124).
Opmerking:
Er is een Torendag georganiseerd. De Open
Monumentendag is groots aangepakt, in het gebied
rondom het station in Eeneind is de negentiende
eeuw voor een dag weer tot leven gekomen (s233,
p.124).
32. 15
Opgave ruimtelijke ontwikkeling
Programma 1: Ruimtebalans
Beoogde resultaten: Gerealiseerd?
Maatschap-
pelijk effect
1 Voorzien in de lokale en regionale
woningbehoefte, behoefte aan
bedrijventerreinen, binnen- en
buitensportaccommodaties, sociaal culturele
accommodaties en brede schoolgebouwen (S75,
p.5 s140; s141; s142; s143).
2 Bijdragen aan leefbaarheid in kleine kernen
Gerwen, Nederwetten, Eeneind (onder meer:
s140, 24).
Norm (1): Woningbouwafspraken Stadsregio
Eindhoven.
– Minimaal 1496 woningen in planning. In 2014
minimaal 620 woningen gereed (onder meer:
s140, 24; s141).
– Vanaf programmabegroting 2013 bijstelling:
minimaal 300 woningen gereed in 2014.
Norm (2): groei van Gerwen naar 3.000 inwoners en
Nederwetten naar 1.200 inwoners
Meetinstrument (1): voortgangsrapportages.
1 Deels
Uit de jaarlijkse rapportage aan de provincie
blijkt dat als volgt wordt voorzien in de
woningbehoefte:
– 2008 en 2009: 565 woningen in aanbouw
genomen.
– 2010 tot en met 2014: 220 woningen in
aanbouw genomen.
2 Deels
– NB: beoogde projecten voor woningbouw,
brede scholen, gymzalen, dorpshuizen en
sinti-locaties zijn gerealiseerd – zie ook
onder uitvoeringsprestaties.
– NB: strikt genomen zijn dit middelen om bij
te dragen aan het verder gelegen doel:
verbeteren van de leefbaarheid. Over dit
verder gelegen doel is geen informatie
aangetroffen bij dit programma.
– NB: geen informatie over groei van het
aantal inwoners in jaarverslagen
aangetroffen.
Uitvoerings-
prestatie
1 Voorzien in voldoende woningen voor
verschillende doelgroepen.
Doelgroep: Beoogde oplevering in 2014:
a Starters Esrand
Eeneind-Oost
Nuenen-West
b Jongeren Buslus
c Ouderen Combiproject
Bosgorsstraat
Andrieslocatie
Eeneind-Oost
Nuenen-West
d Gehandicapten Bosgorsstraat
e Sinti 4
e
woonlocatie Nuenen-West
Kremersbos
Bosweg
2 Realisatie van projecten in de kernen Gerwen,
Nederwetten en Eeneind op gebied van
woningbouw, brede scholen, gymzalen,
dorpshuizen, Sinti-locaties (onder meer s140, 24).
1 Deels (s233, p. 76).
– Afgerond: Esrand en Eeneind-Oost, Buslus,
Combiproject, Bosgorsstraat,
Andrieslocatie, 4
e
woonlocatie
– Deels / in ontwikkeling: Nuenen-West,
bouw is gestart.
– Nee / geen ontwikkeling: Kremersbos,
Bosweg.
2 Ja, de beoogde projecten voor woningbouw,
scholen en voorzieningen in Gerwen,
Nederwetten en Eeneind zijn gerealiseerd
(onder meer: s5, p. 9, s233, p. 78).
33. 16
Programma 1: Ruimtebalans
Beoogde resultaten: Gerealiseerd?
3 Realisatie Bedrijventerrein Eeneind-West (onder
meer s140, 25).
4 Beeldkwaliteitsplannen en randvoorwaarden
opstellen voor alle projecten om goede inpassing
mogelijk te maken.
5 Ontwikkeling locaties:
– Intratuin-Berg (onder meer, s140, p25)
– Kloostertuin/Dorpskern (onder meer s140,
p.25)
– Nuenen-West (onder meers140, p.25)
– Luistruik (s143, p. 7)
6 Project Oranjebuurt prioriteren en opnemen in de
Ruimtebalans (s140, p. 25).
7 Realisatie woonzorgcomplex. Beoogt: eerste
planvorming in 2014 (s143, p. 7)
Volgens opgave van de ambtelijke organisatie:
– 2011: Esrand 48 woningen; Eeneind-Oost 46
woningen; Dora Ebbenhof 11 woningen.
– 2012: 11 woningen in De Koppel.
– NB: start nieuw: Gerwen Zuid-Oost, circa
100 woningen waarvan 65 in fase 1.
3 Deels
– Nee: Voor Eeneind-West is een
bestemmingsplan vastgesteld. Realisatie
moet nog plaatsvinden.
– Ja / gerealiseerd: Collse Hoefdijk (s5, p.9).
4 Ja (s5, p. 6)
5 Deels
– Deels, Intratuin- Berg: 2 van drie kavels
gerealiseerd (onder meer s142, p. 9)
– Nee, Kloostertuin/Dorpskern – niet
opgestart, vooralsnog geen programma
(s142, p. 9, s233, p. 77-78)
– Deels: Nuenen-West, bouw is gestart (s233,
p. 78, s232, p. 24)
– Deels: bouw is gestart (s233, p. 77)
6 Deels – Deelwaterplan is uitgevoerd als
regulier project (volgens opgave van de
ambtelijke organisatie, zie ook s233, p. 79)
7 Nee, twee plannen in voorbereiding, te weten
Opwettenseweg 132 en De Vank (volgens
opgave van de ambtelijke organisatie).
34. 17
Programma 2: Grondexploitatie
Beoogde resultaten: Gerealiseerd?
Maatschap-
pelijk effect
Niet geformuleerd N.v.t
Uitvoerings-
prestatie
1 Inzetten op actief grondbeleid en strategisch
verwerven en beheren van gronden ten behoeve
van toekomstige ontwikkelingen en strategische
posities in het kader van de Ruimtebalans,
projecten in het kader van leefbaarheid en
overige projecten en het behalen van een
overeengekomen rendement daarbij (onder
meer: s75, p.11).
1 Onbekend – in jaarverslag geen informatie
(zie s233, p. 80).
Programma 22: Ruimtelijke opgaven
Beoogde resultaten: Gerealiseerd?
Maatschap-
pelijk effect
1 Streven naar een duurzame planologische
ontwikkeling binnen de sociale,
maatschappelijke economische
beleidsuitgangspunten die zijn of worden
vastgesteld’ (s75, p.35)
Norm (1): kaders in Structuurvisie 2009/2010 en
Intergemeentelijke structuurvisie Rijk van Dommel
en AA (2011). Meetinstrument (1): niet genoemd.
Onbekend
Uitvoerings-
prestatie
1 Percentage ruimtelijke plannen dat niet ouder is
dan 10 jaar moet meer worden dan 90 % (s143,
p.40).
2 Het realiseren van een bestemmingsplan voor
landgoed Gulbergen (s143 p.40).
1 Ja, Dit percentage is nu 90 % (S231, p.108).
2 Nee, door het ontstaan van een zakelijk
conflict tussen verschillende partijen zijn de
werkzaamheden aan het bestemmingsplan
stilgelegd (s233, p.109).
Programma 23: Volkshuisvesting/woningbouw
Beoogde resultaten: Gerealiseerd?
Maatschap-
pelijk effect
Niet geformuleerd N.v.t.
Uitvoerings-
prestatie
1 Realiseren van huisvesting voor aangewezen
doelgroepen in de woningmarkt, te weten
jongeren/starters, senioren, zorgbehoevenden en
Sinti. De kwalitatieve en kwantitatieve
doelstellingen zijn vastgelegd in de Woonvisie en
regionaal overeengekomen in de BOR-afspraken
(S75, p.37).
2 De verhouding tussen vrije sector
woningen/sociale woningen in nieuwe ruimtelijke
plannen moet naar 80/20 (S143, p.41).
– Opmerking: In begroting 2011 is de beoogde
verhouding 70/20 in 2014 (s140, p. 77).
3 De realisatie van een kleinschalig CPO-project in
Gerwen moet in 2015 zijn (s140, p. 78, s143, p.41).
1 Ja, afgerond / opgeleverd – zie ook
programma 1 (s233, p. 76).
2 Ja, verhouding is ongewijzigd 80/20
ongewijzigd (S233, p.110).
– In Nuenen-West wordt 30% sociale
woningbouw gerealiseerd (s232, p. 24).
3 Ja, de ontwikkelingen zijn opgestart en
vergaand (S233, p.110).
35. 18
Opgave openbare ruimte
Programma 26: Wegen, straten en pleinen
Beoogde resultaten: Gerealiseerd?
Maatschap-
pelijk effect
1 Realiseren (verkeers)veiligheid en voorkomen
kapitaalvernietiging (s75, p.42 s140; s141; s142;
s143).
Norm (1): niet genoemd.
Onbekend
Uitvoerings-
prestatie
1 Onderhoud straten en pleinen. Het percentage
wegen dat voldoet aan de CROW-normering per
schadebeeld moet minimaal 90 % zijn (s143,
p.45).
2 Gladheidsbestrijding. Het percentage voor het
opvolgen van het regionaal
gladheidsmeldsysteem moet 100 % zijn (s143,
p.45).
3 Het percentage afgehandelde meldingen binnen
de daarvoor gestelde normen moet 90 procent
zijn (s143, p.45).
4 Reiniging wegen.
5 Onderhoud civiele kunstwerken.
1 Ja, (s233, p.116).
2 Ja (s233, p.116).
3 Ja, (s233, p.116).
4 Onbekend.
5 Onbekend – zie ook s233, p. 162.
Programma 27: Openbare verlichting
Beoogde resultaten: Gerealiseerd?
Maatschap-
pelijk effect
1 Ondersteuning van de verkeersveiligheid, sociale
veiligheid en de leefbaarheid. (onder meer: s75,
p.44)
Norm (1): niet genoemd.
N.b.: zie ook programma 33 Verkeer: normen voor
aantal verkeersslachtoffers en –doden. Een link naar
dat programma ontbreekt echter.
Onbekend
Uitvoerings-
prestatie
Verlichting van wegen, pleinen en openbare
ruimten.
1 Het percentage afgehandelde meldingen binnen
de daarvoor gestelde normen heeft een
streefwaarde van 90 % (s143, p.46).
2 Binnen 10 jaar moeten alle SOX armaturen
binnen de gemeente vervangen zijn door
energiezuinige (LED) armaturen, met een
streefwaarde voor 2014 van 100 stuks (s143, p.46).
1 Deels, in 2014 is 85% gerealiseerd (s233,
p.117)
2 Deels, in 2014 zijn 23 stuks gerealiseerd (s233,
p.117).
36. 19
Programma 28: Openbaar groen en watergangen
Beoogde resultaten: Gerealiseerd?
Maatschap-
pelijk effect
1 Een groene uitstraling van de gemeente (s75,p.45).
2 Profileren als het groene hart tussen de twee grote
buurgemeenten (Centralpark van Brainport) (s74,
p.3).
Norm (1, 2): niet genoemd.
Onbekend
Uitvoerings-
prestatie
1 Beheer en onderhoud van watergangen met een
afvoerende en een bergende functie (s140, p. 88)
2 Bevorderen en in standhouden van de kwaliteit en
functionaliteit van bossen voor openluchtrecreatie
en milieu. (s140, p. 88)
3 Bevorderen en in stand houden van lintvormige en
kleinschalige landschapselementen
(wegbeplantingen, houtsingels, poelen et cetera).
(s140, p. 88)
4 Bevorderen en in standhouden van de kwaliteit en
functionaliteit van de groenvoorziening(s140, p. 88-
89)
– Onderhoudsniveau binnen de bebouwde kom: B
– Onderhoudsniveau buiten de bebouwde kom: C
5 Verkoop openbaar groen. (s140, p. 88).
1 Onbekend
2 Onbekend
3 Onbekend
4 Ja
– Onderhoudsniveau binnen bebouwde
kom: C.
– Onderhoudsniveau buiten bebouwde
kom: C.
5 Onbekend
C Programma 30: Rioleringen
Beoogde resultaten: Gerealiseerd?
Maatschapp
elijk effect
1 Het beschermen van de volksgezondheid en het
verbeteren van het watersysteem door lokale
maatregelen (s75, p.48 s140; s141; s142; s143).
2 Kwaliteit leefomgeving op peil houden s140, p. 94;
s141; s142; s143).
3 Bodem, grondwater en oppervlaktewater
beschermen (s140, p. 94; s141; s142; s143).
Norm (1, 2, 3): niet genoemd.
1 Onbekend
Uitvoerings
prestatie
1 Verwijderen afvalwater uit de directe leefomgeving.
2 Minimaliseren van (grond-)wateroverlast en
calamiteiten.
3 Actief doorgaan met zoveel mogelijk afkoppeling
regenwater waar mogelijk gekoppeld aan renovatie
van riolering.
1 Onbekend, zie s233, p. 122.
2 Onbekend, zie s233, p. 122.
3 Onbekend, zie s233, p. 122.
37. 20
C Programma 31: Speelvoorzieningen
Beoogde resultaten: Gerealiseerd?
Maatschapp
elijk effect
Niet geformuleerd N.v.t.
Uitvoerings
prestatie
1 Bevorderen en in standhouden van de veiligheid,
kwaliteit en functionaliteit van de
speelvoorzieningen. (s75, p.49 s140; s141; s142;
s143).
2 Creëren toegankelijke en veilige voorzieningen
(s140; s141; s142; s143)..
1 Onbekend
2 Onbekend
Opmerking: bij de incidentele uitgavenstop in
2012 is besloten om minder vervangingen te
doen. Aanvullend is in2013 besloten om voor €
51.000,- minder aan speeltoestellen te vervangen
en dit bedrag te onttrekken aan de reserve, ten
gunste van de algemene reserve. (s233, p. 163).
Opgave verkeer en vervoer
C Programma 33: Verkeer
Beoogde resultaten: Gerealiseerd?
Maatschap-
pelijk effect
1 Verkeersveiligheid vergroten (s140, p. 140; s141;
s142 ; s143).
2 Een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor wonen,
werken en recreëren. (s140, p. 14o; s141; s142 ;
s143).
Norm (1): aantal verkeersslachtoffers in 2014 is
maximaal 7. Aantal verkeersdoden in 2014 is
maximaal 1.
Meetinstrument (1): via Adviesdienst verkeer en
vervoer.
Opmerking: in latere begrotingen is norm (1) niet
meer opgenomen (zie s141, p. 48; s142, p. 51; s143,
p. 53).
Norm (2): niet benoemd. Meetinstrument (2): niet
benoemd.
1 Onbekend
2 Onbekend
Opmerking: Ongeveer een kwart van de
inwoners ervaart veel verkeersoverlast. Dit sluit
aan bij het buurtprobleem ‘te hard rijden’ dat
bovenaan staat in het lijstje met voorrang aan te
pakken buurtproblemen (s39, p. IV).
Uitvoerings-
prestatie
1 Maximaal aantal verkeersbewegingen ter hoogte
van Nuenen-West blijft constant op 25.000 (s140,
p. 101; s141; s142; s143).
2 Maximale parkeerdruk in woonwijken: 80% in
2014 (situatie 80-100%, s140, p. 101, s140; s141;
s142; s143).
3 Maximale parkeerdruk in het centrum: 90% in
2014 (situatie: 95-100%, s140, p. 101; s141; s142;
s143).
4 Invoering 30 km/u zone in Nuenen Oost (s140, p.
101; s141, p. 49, s142, 52).
5 Realisatie fietspad Eindhoven-Helmond in 2014
(s141, p. 49; s142; s143)
6 Doorgaan met 30 km/u beleid en realiseren van
1 Ja, dit bedraagt 20.000 in 2014 (s233, p. 126).
2 Onbekend, niet gemeten (s233, p. 126).
3 Ja, in 2013 op 3 locaties gemeten, allen lager
dan 90% (s5, p. 54). In 2014 niet gemeten
(s233, p. 126).
4 Onbekend, geen informatie aangetroffen/
5 Nee, start aanleg voorzien eind 2015 (s233, p.
126)
6 Onbekend – geen informatie aangetroffen.
38. 21
C Programma 33: Verkeer
Beoogde resultaten: Gerealiseerd?
veilige zones rondom scholen (s140, p. 101, s141,
s142, s143).
Opgave milieu
C Programma 34: Milieu
Beoogde resultaten: Gerealiseerd?
Maatschap-
pelijk effect
1 Bieden en behouden van een veilige, gezonde en
duurzame leefomgeving (s75, p.53, s140, p. 103,
s254).
2 Duurzaam, energieneutraal en
levensloopbestendig bouwen, (s140, p. 103).
3 De gemeente Nuenen c.a. sluit aan bij de
regionale ambitie om energieneutraal te worden.
Nuenen richt zich hierbij op het jaar 2030 (s254).
– NB: in 2015 is de Nota Duurzaamheid 2.0
vastgesteld.
Norm (1): niet benoemd.
Norm (2): verwezen wordt naar de bepalingen in het
bouwbesluit (voorheen GPR gebouw) waar
aanvragen voor een omgevingsvergunning aan
dienen te voldoen. Meetinstrument (2): niet
benoemd.
1 Onbekend
2 Onbekend
3 Onbekend
Uitvoerings
prestatie
‘Het wonen en werken in Nuenen en de natuurlijke
omgeving van Nuenen vragen om een duurzame
aanpak. We dragen een gezamenlijke
verantwoordelijkheid voor het natuur en milieu.
Door gericht aandacht te hebben voor energie en
afval, het terugdringen van de CO2 productie,
duurzaam en levensbestendig te bouwen zal het
college duurzaamheid als voorwaardelijk thema
nemen bij nieuwe projecten. n 2015 gaan we ons
milieu- en duurzaamheidsbeleid ontwikkelen en
presenteren op basis van het Duurzaamheidsplan
2.0.’ (S119, p.4).
1 Ruimtelijke plannen onderbouwen op gebied van
milieu, flora/fauna en duurzaamheid.
2 Uitvoeren actieprogramma energie (volledig
gerealiseerd n 2014),
3 Duurzaam inkopen (volledig geïmplementeerd in
2014).
1 Ja (s5, p. 56; s233, p. 128).
2 Deels - in 2014 is het voor 75% uitgevoerd
(s233, p. 128).
– Opmerking: er is in 2013/2014 geen
vooruitgang geboekt. In 2013 bedroeg de
realisatie van het plan ook 75% (s5, p. 56).
3 Onbekend - in jaarverslag geen informatie
(s233, p. 128).
39. 22
Opgave economie en toerisme
C Programma 35: Bedrijfsleven en detailhandel
Beoogde resultaten: Gerealiseerd?
Maatschap-
pelijk effect
1. ‘Een goed ondernemings- en vestigingsklimaat ter
ondersteuning van de lokale economie’ (S75,
p.55, 140, p. 106; 141;142;143).
2 Het doel van het gemeentelijk economisch
beleid, is de economie als middel in zetten voor
verbetering en instandhouding van de
leefbaarheid in onze gemeente (s119, p.15).
Norm (1): waardering van het vestigingsklimaat
door ondernemers. Meetinstrument (1):
benchmark ondernemingsklimaat. Streefwaarde
2014: 8.0 (situatie 2010: 7,1, s140, p. 106).
Norm (2): niet benoemd. In s119, p. 15 wordt dit wel
verbonden met vermindering van administratieve
lasten en overbodige regels voor ondernemers.
NB: er zijn geen objectieve normen benoemd.
1 Nee. In 2013 was het cijfer een 6,6. In 2014 is
geen meting verricht (s233, p. 129).
2 Onbekend
NB: Te weinig voortgang op gebied van beheer
bedrijventerreinen (parkmanagement) en
uitvoering van de regionale strategie
bedrijventerreinen (s232, p. 23).
Uitvoerings-
prestatie
1 Invoering van een (digitaal) ondernemersloket
met een informatie- en verwijzingsfunctie, ook
voor ZZP-ers (140, p. 106).
– NB: dit aspect is niet meer opgenomen in
latere begrotingen.
2 Maximale benutting van bestaande
bedrijventerreinen en revitaliseren waar mogelijk
van deze terreinen. Renovaties in het kader van
duurzaamheid (s140, p. 106).
– NB1: zie ook programma 34, Milieu, een link
naar dit programma is niet gelegd.
– NB1: dit aspect is niet meer opgenomen in
latere begrotingen.
3 Verder terugdringen van de administratieve
lasten en overbodige regelgeving voor het
bedrijfsleven (s140, p. 106, s119, p. 15; s141; s142;
s143).
4 Wekelijks organiseren van een markt – met
uitzondering van feestdagen en kermis (s140, p.
106; s141; s142; s143).
5 Ondersteunen van de ontwikkeling van nieuwe
economische dragers in het buitengebied. De
initiatieven gaan hierbij uit van particulieren
(s143, p. 57; s141; s142).
1 Onbekend
2 Onbekend
3 Onbekend. In de jaarverslagen wordt alleen
opgenomen: ‘continu’. Welke regels zijn
afgeschaft en hoeveel de lasten zijn
afgenomen wordt niet gepreciseerd.
4 Ja, s233, p. 130.
5 Onbekend
40. 23
C Programma 36: Toerisme
Beoogde resultaten: Gerealiseerd?
Maatschap-
pelijk effect
1 ‘Nuenen op de kaart zetten als Van Gogh Village
Nuenen. Dit betekent dat we Nuenen met een
breed pakket van evenementen en toeristisch
recreatieve voorzieningen bewoners en toeristen
en beleving bieden die geënt is op het beeldmerk
“Vincent van Gogh”’ (s75, p.56; s14o, p. 108; s141;
s142; s143).
2 Versterken van de toeristische / economische
functie (s14o, p. 108; s141; s142; s143).
Norm (1): 20.000 bezoekers aan het Van Gogh
informatiecentrum (Vincentre). Situatie: 5.000 in
2010 (s140, p. 108). Meetinstrument (1): Verslag
museum.
NB: in s142, p. 56 wordt ook opgemerkt dat
bezoekers langer zullen verblijven en vaker
terugkomen naar Nuenen. Dit wordt met de
huidige norm niet in beeld gebracht.
Norm (2): aantal overnachtingen 10.000 in 2014.
Huidige situatie: 6525 in 2010 (s140, p. 108).
Meetinstrument (2): toeristenbelasting.
1 Deels: groei naar 17.468 in 2013 (s5, p. 59) en
14.985 in 2014 (s233, p. 131).
2 Deels, groei naar 11.800 in 2013 (s5, p. 59) en
onbekend in 2014 (s233, p. 131).
Uitvoerings-
prestatie
1 Opstellen en realiseren van het Toeristisch
actieplan 2011-2014 (s140, p. 109).
– NB: aanbieden Toeristisch actieplan is eerst
voorzien eind 2010/begin 2011 (s140, p. 109),
maar wordt gaandeweg uitgesteld tot 2014
(s141, p. 56).
2 Verder uitbouwen van de bekendheid van het
Vincentre (s141, p. 109; s142; s143).
3 ‘Het beeldmerk van Van Gogh en Nuenen dient
verder te worden uitgenut, bijvoorbeeld door
plaatsing van Van Goghlocaties op de
werelderfgoedlijst van Unesco.’ (S74, p.3).
1 Nee. Het actieplan is nog niet opgesteld en
dus niet uitgevoerd. Een en ander is uitgesteld
(s233, p. 131.)
2 Onbekend
– De gemeente faciliteert wel de realisatie
van extra parkeerfaciliteiten voor
toeringcars die Nuenen bezoeken (s323, p.
20).
3 Onbekend
– De gemeente faciliteert wel de plaatsing
van de beeldengroep ‘De Aardappeltelers’
in het park (s232, p. 20).
C Programma 37: Evenementen
Beoogde resultaten: Gerealiseerd?
Maatschap-
pelijk effect
1 De gemeente Nuenen wil nationaal en
internationaal bekendheid verwerven als het ‘Van
Gogh openlucht museum’ door evenementen /
initiatieven met ‘Van Gogh’ als thema te
stimuleren (s140, p. 110; s141; s142; s143).
– NB: zie ook programma 36, toerisme – een link
naar dit programma ontbreekt.
1 Onbekend
2 Onbekend
41. 24
C Programma 37: Evenementen
Beoogde resultaten: Gerealiseerd?
Norm (1): niet benoemd.
Norm (2): niet benoemd.
Uitvoerings-
prestatie
1 Beschikbaar hebben en houden van een
kermisterrein en een accommodatie voor de
salonwagens. Bieden van volksvermaak voor
eigen inwoners en uit de omliggende gemeenten
(s140, p. 110).
2 Het ondersteunen van openbare activiteiten op
het terrein van cultuur en recreatie die
toegankelijk zijn voor alle inwoners van Nuenen
(s140, p. 110; s141; s142; s143).
3 Het vergroten van de kennis over de geschiedenis
van de gemeente Nuenen en oude gebruiken en
traditionele feesten voort laten leven (s140, p.
110; s141; s142; s143).
4 Het evenemententerrein Gulbergen, zorgvuldig
ingepast in het landschap, zo spoedig mogelijk
ontwikkelen, rekening houdend met een
planologische oplossing voor het evenement
Bloem en Tuin (s140, p. 110; s141, p. 54; s142;
s143)
1 Ja, het salonwagenterrein is in 2013 gebruikt,
ook voor het feest van de Postcodeloterij (s5,
p. 61).
– NB: in s233, p. 133 wordt geen
verantwoording afgelegd over 2014.
2 Ja, Er zijn weer diverse evenementen
georganiseerd voor diverse doelgroepen en
toegankelijk voor de inwoners van Nuenen
(s5, p. 61).
– NB1: Dit is niet nader gespecificeerd.
– NB2: in s233, p. 133 wordt geen
verantwoording afgelegd over 2014.
3 Deels, Traditionele feesten zoals
Koninginnedag en carnaval zijn in 2013
georganiseerd (s5, p. 61).
– NB1: hier is niet gespecificeerd hoe dat
bijdraagt aan het vergroten van kennis en
geschiedenis van de gemeente Nuenen.
Vandaar de score ‘deels’.
– NB2: Een link naar programma 32
(Monumenten) ontbreekt.
– NB3: in s233, p. 133 wordt geen
verantwoording afgelegd over 2014.
4 Nee, omdat het bestemmingsplan door de
Raad van State is vernietigd, heeft de opstart
van de ontwikkeling evenemententerrein
Gulbergen vertraging opgelopen (s141, p. 54;
s143, p. 133).
Opgave financiën
De programma’s 42, 43 en 44 zijn opgenomen bij de bestuurlijke voorwaarden. Zie
hoofdstuk 2.
Realisatie dienstverleningsopgaven
Programma 16: Dienstverlening
Beoogde resultaten: Gerealiseerd?
Maatschap-
pelijk effect
1 Klanten die tevreden zijn – toename
klanttevredenheid (s140, .p 60).
Norm (1): waardering dienstverlening door klanten
is een 7,0 in 2014. Situatie: 6,2 in 2010 voor afdeling
1 Onbekend. In 2013 en 2014 is geen
klanttevredenheidsonderzoek uitgevoerd (s5,
p.28; s233, p. 100)
43. 26
Programma 17: Burgerzaken
Beoogde resultaten: Gerealiseerd?
worden van 6 in 2012 naar 15 in 2014 (s140, p.
34; s143, p.34).
Programma 24: Omgevingsvergunningen
Beoogde resultaten: Gerealiseerd?
Maatschap-
pelijk effect
Niet geformuleerd. N.v.t
Uitvoerings-
prestatie
Verstrekken van omgevingsvergunningen
conform de geldende regelgeving (S75, p.39,
s140; s141; s142; s143):
1 Maximum percentage verdaagde
omgevingsvergunningen was 2 procent in
2010 en de streefwaarde voor 2014 is 1 procent
(S141, p.37).
2 Maximaal percentage van rechtswege
verleende omgevingsvergunningen was 0
procent in 2012 en de beoogde situatie in 2014
is 1 procent (s141, p.37).
– NB: daarmee wordt feitelijk een negatieve
ontwikkeling beoogd in de periode 2010-
2014.
1 Nee, het percentage in 2014 is 9,5 procent (s233,
p.112).
2 Ja, het percentage was 0% in 2014 (s233, p.113).
Programma 29: Huisvuil en afvalverwerking
Beoogde resultaten: Gerealiseerd?
Maatschap-
pelijk effect
Niet geformuleerd. N.v.t.
Uitvoerings-
prestatie
1 Het inzamelen van huishoudelijk afval op een
doelmatige en milieuvriendelijke wijze onder
andere met het oog op de volksgezondheid en
recycling.’ (s75, p.47, s14o, p. 91, s141; s142;
s143).
2 Het bieden van een brengfaciliteit
/milieustraat (s140, p. 91, s141; s142; s143).
3 Doelmatige lediging openbare afvalbakken en
bladkorven op basis van beeldkwaliteitseisen
om vervuiling van de openbare ruimte te
voorkomen (s140, p. 91; s141; s142; s143).
4 Doelmatige en frequente verwijdering van het
overige afval om vervuiling van de openbare
ruimte te voorkomen. Scholen en
verenigingen worden daarbij betrokken (s140,
p. 91; s141; s142; s143).
5 Pilot afvalloze samenleving (s14o, p.92; s141;
s142; s143).
6 De gemeente heeft samen met andere SRE-
gemeenten het manifest “5% restafval in
1 Ja, maar op basis van verouderde informatie uit
rekenkamerrapport 2012 (s230): Diftar is
doorgevoerd, het scheidingspercentage is
verbeterd en volume restafval daalt gestaag.
– NB: Hierover wordt geen informatie verstrekt in
de jaarverslagen (onder meer s5 en s233).
2 Ja, de milieustraat is in 2014 onderzocht door het
ingenieursbureau Oranjewoud. Er is een
Onderhoudsplan opgesteld dat zal worden
uitgevoerd (s233, p. 120).
3 Ja, In 2014 is op basis van dit plan de
afvalbakkenvoorraad onderzocht en
geoptimaliseerd. Zo is besloten om afvalbakken
weg te halen, bakken te plaatsen en bepaalde
afvalbakken gedurende het winterseizoen dicht te
maken, zodat lediging niet hoeft plaats te vinden.
Gekeken zal worden naar adoptie van bakken.
(s233, p. 120).
4 Deels, Eerste stappen zijn gezet (s233, p. 120).
5 Ja, diverse acties zijn in 2014 uitgevoerd. Met het
44. 27
Programma 29: Huisvuil en afvalverwerking
Beoogde resultaten: Gerealiseerd?
2020” getekend. Om deze doelstelling te
bereiken wordt het Afval=Grondstoffenbeleid”
binnen de Gemeenschappelijke Regeling
BLINK, afgestemd met de andere BLINK-
deelnemers’ (s119, p.13).
Pleincollege Nuenen zijn afspraken gemaakt over
de aanpak van het zwerfafvalprobleem met
leerlingen van deze school. Dit plan wordt in 2015
verder uitgewerkt inclusief scheiding van PMD
(plastic, blik en drankkartons) op school en
schoolroutes. (s233, p. 120-121).
6 Onbekend.
De programma’s 40 tot en met 49 zijn niet meegenomen als ‘opgaven’. Het gaat hier om
het functioneren van de afzonderlijke gemeentelijke onderdelen zoals de gemeenteraad,
het college van B&W of het betreft financiële doelstellingen zoals ‘mutaties reserves’.
45. 28
1.2 Beoordeling realisatie opgaven door sleutelpersonen
Tijdens gesprekken hebben we interne en externe sleutelpersonen gevraagd een
beoordeling te geven van de realisatie van beleids- en dienstverleningsopgaven. Eerst
hebben we gevraagd naar hun oordeel over het totaalbeeld, vervolgens naar hun oordeel
over specifieke opgaven. De schaal waarop zij een score hebben gegeven loopt van zeer
goed ( ) tot sterk onvoldoende ( ).
De groep interne sleutelpersonen bestaat uit 16 personen en is samengesteld uit
raadsleden, collegeleden en leden van het managementteam. De groep externe
sleutelpersonen bestaat uit 22 vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties,
denk daarbij aan woningcorporaties, welzijnsstichting, dorpsraden en
sportverenigingen.
In tabel 1.1 en tabel 1.2 geven we de gemiddelde scores van de sleutelpersonen weer. Een
aantal zaken valt op:
– Interne en externe sleutelpersonen oordelen sterk verschillend over het totaalbeeld.
Interne sleutelpersonen zijn relatief positief, externe juist relatief negatief.
– Uit de beoordeling van de specifieke opgaven ontstaat een genuanceerde beeld.
Interne en externe sleutelpersonen zijn over de realisatie van een aantal opgaven
eensgezind positief. Wat betreft beleidsopgaven gaat dit bijvoorbeeld om veiligheid
en sociale zaken; wat betreft dienstverlening wordt positief geoordeeld over
burgerzaken en de inzameling van huisvuil.
– Interne en externe sleutelpersonen zijn over de realisatie van vooral twee opgaven
eensgezind negatief: ruimtelijke ontwikkeling en financiën.
– Over een aantal opgaven wordt zeer verschillend gedacht; dit verklaart
waarschijnlijk ook het afwijkende totaalbeeld. Meest in het oog springend is
onderwijs, sport, kunst en cultuur: externe sleutelpersonen oordelen veel negatiever
dan interne sleutelpersonen. Voor een groot deel van de externe sleutelpersonen
heeft deze opgave ook een belangrijk gewicht.
Algemeen oordeel Score interne
sleutel-
personen
Score externe
sleutel-
personen
Verschil
scores
Totaalbeeld: hoe staat Nuenen er voor op
basis van alle beleids- en
dienstverleningsopgaven?
(3,6) (2,7) -0,9
Tabel 1.1: beoordeling door interne en externe sleutelpersonen van de realisatie van opgaven.
46. 29
Specifieke opgaven Score interne
sleutel-
personen
Score externe
sleutel-
personen
Verschil
scores
Bestuur: Bestuurlijke samenwerking,
burgerparticipatie, dorps- en wijkgericht
werken.
(3,1) (3,2) +0,1
Veiligheid: Openbare orde, brandweer en
rampenbestrijding, handhaving. (3,6) (3,8) +0,2
Sociale Zaken: bevordering zelfredzaamheid,
werk en inkomen, sociale werkvoorziening,
bijstand, minimabeleid.
(3,5) (3,7) +0,2
Zorg en welzijn: Maatschappelijke
ondersteuning, gezondheid, jeugdzorg,
vreemdelingenbeleid, jongerenwerk
(3,4) (3,4) 0,0
Onderwijs, sport, kunst, cultuur: Sport,
volwasseneneducatie, onderwijshuisvesting,
leerplicht en leerlingenvervoer, monumenten.
(3,4) (2,6) -0,8
Ruimtelijke ontwikkeling: Ruimtebalans,
grondexploitatie, ruimtelijke planningen,
volkshuisvesting/woningbouw.
(2,4) (2,3) -0,1
Openbare ruimte: Onderhoud wegen, straten en
pleinen, openbare verlichting, openbaar groen
en watergangen, rioleringen,
speelvoorzieningen.
(3,2) (3,6) +0,4
Verkeer en vervoer: Aanleg wegen en
fietspaden, OV-verbindingen, voorzien in
mobiliteitsbehoefte.
(3,1) (3,4) +0,3
Milieu: Natuur, milieu, energie, duurzaamheid.
(3,1) (3,2) +0,1
Economie en toerisme: Toerisme, bedrijfsleven
en detailhandel, evenementen. (3,6) (3,3) -0,3
Financiën: Waaronder begrotingsbeleid en –
discipline, leges, weerstandsvermogen,
algemene uitkering, belastingen.
(2,8) (2,2) -0,6
Dienstverlening (algemeen): Elektronische
dienstverlening, voldoen aan servicenormen,
wettelijke termijnen, klacht- en
bezwaarschriftafhandeling.
(3,4) (2,4) -1,0
Burgerzaken: zoals rijbewijzen, paspoorten,
aangiftes. (3,9) (4,1) +0,2
Vergunningverlening
(3,1) (2,9) -0,2
Huisvuil en afvalverwerking
(4,0) (4,6)
+0,6
Tabel 1.2: beoordeling door interne en externe sleutelpersonen van de realisatie van opgaven.
47. 30
Score symbool schaalgebied
Zeer goed 4,3 tot en met 5
Goed 3,5 tot en met 4,2
Matig 2,7 tot en met 3,4
Onvoldoende 1,8 tot en met 2,6
Sterk onvoldoende 1,0 tot en met 1,7
Tabel 1.3: schaal gebruikt voor analyse scoreformulieren.
2 Invulling van bestuurlijke voorwaarden
Een bestuurlijke voorwaarde kan een stimulans of barrière voor bestuurskracht zijn. We
formuleren per bestuurlijke voorwaarde een bevinding in de vorm van een stelling. We
onderscheiden de volgende bestuurlijke voorwaarden:
A Leiderschap. A1 Besturen vanuit een strategische visie.
A2 Politieke knopen doorhakken.
A3 Eenheid en continuïteit van leiderschap.
A4 Krachtige, capabele en integere bestuurders
B Politiek-bestuurlijk
samenspel.
B1 Samenspel tussen raad en college.
B2 Samenspel tussen college/ raad en ambtelijke
organisatie.
C Samenspel met
samenleving
C1 Kwaliteit interactief beleid/ burgerparticipatie.
C2 Kwaliteit ‘van buiten naar binnen werken’
D Regionale
Samenwerking
D1 Samenspel met gemeenten in de regio
D2 Samenspel met regionale samenwerkingsverbanden
E Organisatie. E1 Doelmatig werken ambtelijke organisatie.
E2 Leiding ambtelijke organisatie.
E3 Kwaliteit van planning en control.
E4 Personeel en organisatie.
E5 Overige hulpbronnen zoals huisvesting, automatisering
en informatisering.
F Financiën. F1 Voldoende financiële hulpmiddelen.
F2 Zorgvuldig financieel beheer
Zie bijlage 2 voor een complete uitwerking.
48. 31
Leeswijzer
Soms bestaat de bevinding uit meerdere delen. Ter onderbouwing en precisering van elke
bevinding geven we argumenten pro of contra.
Een argument pro is niet altijd positief! Dat is afhankelijk van de richting van de bevinding/stelling.
Als we bijvoorbeeld concluderen dat een voorwaarde vooral belemmerend werkt, dan betekent een
contra argument dat dit genuanceerd moet worden en dat er ook positieve punten zijn.
Tot slot geven we de bronnen weer waarop de argumenten berusten.
– ‘S’ verwijst naar de schriftelijke stukken, deze zijn opgenomen in bijlage 4.
– ‘R’ verwijst naar interviews met sleutelpersonen (respondenten). ‘Re’ verwijst naar interviews
met externe sleutelpersonen. ‘Ri’ verwijst naar interviews met interne sleutelpersonen.
– ‘Sco’ verwijst naar de scores op de zelfevaluatie die interne en externe sleutelpersonen tijdens
gesprekken met de onderzoekers hebben ingevuld: zeer goed, goed, matig, onvoldoende,
sterk onvoldoende.
– ‘Bew’ verwijst naar de straatinterviews met bewoners.
49. 32
A1
Bevinding
Besturen vanuit een strategische visie
De gemeente bestuurt matig vanuit een strategische visie voor de (middel)lange termijn.
Want:
Argumenten Bron Toelichting / opmerkingen / voorbeelden
Pro 1 Een integrale en
richtinggevende
visie op de toekomst
ontbreekt.
Ri
Re
S234
S241
S249
S209
S232
Het ontbreekt aan een beleidskader voor de lange
termijn. De kadernota wordt daartoe in de praktijk
evenmin benut.
– Externe sleutelpersonen missen een gedragen en
integrale (‘holistische’) visie op de toekomst. Zij wijzen
met name op krimp, onderwijs, wonen/
volkshuisvesting, jeugd en sport.
– Dit is ook zichtbaar in de opbouw van de
programmabegrotingen en jaarverslagen. Deze
omvatten een groot aantal programma’s zonder
onderlinge samenhang (zie ook hoofdstuk 1, Deel ii;
zie ook voorwaarde E3).
Pro 2 Het ontbreekt aan
gedeelde ijkpunten
voor beleid en
initiatieven op de
lange termijn.
Ri
Re
In de praktijk richt de aandacht zich veel op onderwerpen
die op korte termijn 0m een oplossing vragen. Zaken
worden onvoldoende in breder perspectief geplaatst of
verbonden met lijnen voor de lange termijn.
Sleutelpersonen wijzen in dat licht op ‘de waan van de
dag’, ‘ad hoc oplossingen’ en een dominante focus op
details.
– Maatschappelijke partners wijzen op ontbreken van
visie op sport. Komt de nieuwe sporthal (in 2010
opgenomen in het bestemmingsplan) er nu wel of
niet? Dit leidt tot onduidelijkheid bij
sportverenigingen. De squash club anticipeerde
bijvoorbeeld op de bouw van de nieuwe (kleinere)
sporthal zonder squashbaan en heeft zichzelf
inmiddels als opgeheven.
– Evenementencentrum Het Klooster dreigt na een
sanering alsnog door het ijs te zakken. Oorzaak is
vooral de lastig exploiteerbare theaterfunctie. De
directie van Het Klooster vraagt helderheid: Wat is de
visie van de raad op een lokale theaterfunctie in
Nuenen? Wat heeft de raad daar voor over?
– Maatschappelijke partners willen tijdig anticiperen op
de gevolgen van de nieuwe woningwet in relatie tot
volkshuisvesting en het sociaal domein en kaarten dit
aan bij de gemeente. Zij vinden lange tijd geen gehoor
– de gemeente is nog niet toe aan deze discussie.
Pro 3 Sleutelpersonen en
inwoners oordelen
zeer negatief over
deze voorwaarde.
Sco
Bew
– Zowel interne als externe sleutelpersonen beoordelen
deze voorwaarde als sterk onvoldoende.
– Inwoners geven tijdens de straatinterviews het
rapportcijfers 5,3. Zij wijzen onder meer op het gebrek
aan visie op krimp en het aantrekken van jongeren.
Contra 4 Voor het sociaal
domein beschikt de
S54
S56
De gemeente heeft – ook samen met regiogemeenten –
geïnvesteerd in een visie op de transities in het sociaal
50. 33
gemeente over een
richtinggevende en
gedeelde visie.
S59
S156
S180
S187
domein.
– De visie werkt in de praktijk als een vertrekpunt voor
nadere kaderstelling en uitvoering.
– De strategische visie is goed bekend en uitgedragen
ook onder maatschappelijke partners. Zij kunnen op
hun beurt investeren en bijdragen aan de realisatie.
– Ook bij regiogemeenten bestaat veel waardering voor
de visie.
A2
Bevinding
Politieke knopen doorhakken
Bij nogal wat belangrijke dossiers worden politieke keuzen vaak jarenlang vooruitgeschoven. Dat gaat
ten koste van het realiseren van opgaven en een doelmatige inzet van ambtelijke capaciteit.
Want:
Argumenten Bron Toelichting / opmerkingen / voorbeelden
Pro 1 Een aantal dossiers
sleept jarenlang
voort.
Re
Ri
S234
S241
S249
Er zijn veel voorbeelden van dossiers die gaan slepen. Dit
werkt negatief door op het realiseren van opgaven en het
imago van de gemeente in de samenleving.
– Het subsidie- en accommodatiebeleid staat al sinds
2010 op de agenda. Het lukt niet om wezenlijke keuzes
te maken.
– Het duurt tien jaar voordat het dossiers rond de
spreiding van onderwijsaccommodaties en
onderwijshuisvesting tot een goed einde wordt
gebracht.
– De behandeling van het Hoogwaardig Openbaar
Vervoer (HOV2) duurt lang en leidt regelmatig tot
uitstel van de besluitvorming. De discussie start in
2010. In februari 2014 wordt een raadsbesluit
genomen.
– De bibliotheek wacht 1,5 jaar op ondertekening van de
regionale bestuursovereenkomst door gemeente
Nuenen. Uiteindelijk gaat de bibliotheek
noodgedwongen aan de slag zonder handtekening van
Nuenen.
Slepende dossiers vergen veel ambtelijke capaciteit die
niet aangewend kan worden voor realisatie of het
oppakken van andere opgaven. Zie ook bestuurlijke
voorwaarde E1.
Pro 2 Politieke keuzen
worden
onvoldoende
transparant
gemaakt.
Ri
Re
Bij het doorhakken van politieke knopen is in de regel
sprake van ‘winnaars’ en ‘verliezers’. Ook in de
samenleving kunnen inwoners of groepen zich
‘gedupeerd’ voelen in hun belangen als gevolg van een
politieke keuze.
– Interne en externe sleutelpersonen ervaren dat
politieke keuzen en de consequenties onvoldoende
transparant worden gemaakt.
– Dit speelt bijvoorbeeld rond het subsidie- en
51. 34
accommodatiebeleid. Een voorbeeld is het uitwerken
van een instrument om subsidieaanvragen te
beoordelen (een zogenaamde ‘afwegingsmatrix’).
Deze lijn wordt ‘in abstracto’ door de raad
ondersteund medio 2011/2012. Dit leidt echter niet tot
concrete besluitvorming als de gevolgen voor
individuele organisaties en verenigingen helder
worden.
– Inwoners en maatschappelijke partijen ervaren dat
cliëntelisme binnen de raad een belemmering vormt
het doorhakken van politieke knopen. Iedereen kent
elkaar, zowel binnen de eigen kern als binnen het rijke
verenigingsleven.
– Voor raadsleden is het dan lastig begrip te creëren
voor hun positie en verantwoordelijkheid om pijnlijke
keuzes te maken – of zij stellen zich op als
belangenbehartiger van ‘hun’ kern of vereniging.
Pro 3 De focus is vaak
gericht op
procedures in plaats
van de inhoud of de
zaak.
Ri
Re
– Interne sleutelpersonen, maar ook maatschappelijke
partners en regiogemeenten zien dat procedurele
zaken veel aandacht krijgen binnen de raad.
– Procedurele onvolkomenheden en fouten worden
regelmatig uitvergroot en op scherp gesteld.
– Hetzelfde geldt voor de kwaliteit van schriftelijke
informatievoorziening. Nogal eens is dit aanleiding om
stukken als ‘niet vergaderwaardig’ te bestempelen met
uitstel van behandeling als gevolg.
Pro 4 Sleutelpersonen en
inwoners oordelen
(zeer) negatief over
deze voorwaarde.
Sco
Bew
– Interne sleutelpersonen beoordelen dit aspect als
onvoldoende. Opvallend is dat raadsleden deze
voorwaarde ook als onvoldoende beoordelen.
– Externe sleutelpersonen zijn nog negatiever en
beoordelen dit als sterk onvoldoende.
Maatschappelijke partners ervaren dat veel trajecten
lang duren of zelfs helemaal niet tot resultaten leiden.
Zij geven aan dat dit ook ten koste gaat van de energie
en bereidheid om bij te dragen aan realisatie.
– Tijdens de straatinterviews waarderen inwoners de
snelheid waarmee politieke knopen worden
doorgehakt met het rapportcijfer 4,4. Inwoners
ervaren dat lastige keuzen vaak worden
doorgeschoven. Nogal wat inwoners wijzen op
‘vriendjespolitiek’ als oorzaak voor het uitstellen of
vermijden van pijnlijke beslissingen.
Contra 5 Bij de
voorbereidingen op
de transities in het
sociaal domein
worden slagvaardig
politieke knopen
doorgehakt.
Ri
Re
S54
S56
S59
S156
S180
S187
Bij de voorbereidingen op de transities in het sociaal
domein lukt het om tijdig politieke keuzes te maken.
– Nogal wat gemeenten in den lande wachten lange tijd
af of er meer duidelijkheid vanuit Den Haag komt.
– In Nuenen wordt niet gewacht maar wordt de kans
aangegrepen om een eigen invulling aan de transities
te geven.
– Sleutelpersonen binnen en buiten het gemeentehuis
ervaren dat de urgentie van het vraagstuk de
voortgang in de besluitvorming stimuleert.
52. 35
A3
Bevinding
Eenheid en continuïteit van leiderschap
(i) Eenheid en continuïteit van leiderschap zijn onvoldoende. (ii) Sinds 2014 is sprake van een
aanzienlijke verbetering.
Want:
Argumenten Bron Toelichting / opmerkingen / voorbeelden
Pro (i) 1 Versplintering
binnen de raad
belemmert ‘eenheid
in verscheidenheid’.
Ri
Re
– In een gemeenteraad met 19 leden zijn momenteel 11
fracties actief – waarvan 7 eenpersoonsfracties.
– De gemeenteraad functioneert niet als een ‘eenheid in
verscheidenheid’ – met als doel het versterken van de
raad als geheel – dat wil zeggen als politiek orgaan. Dit
vraagt bijvoorbeeld dat raadsleden een scheiding
kunnen aanbrengen tussen samenwerking op
procesniveau en politieke strijd op inhoudelijk niveau.
– Fracties bestrijden elkaar zowel op inhoud als proces.
Daarbij speelt op de achtergrond vaak ‘oud zeer’ in de
relaties tussen raadsleden onderling die
samenwerking op procesniveau of het smeden van
meerderheden belemmert. Zo zijn de oppositiepartijen
niet aanwezig bij de behandeling van de
Programmabegroting 2015-2018.
Pro (i) 2 Het ontbreekt aan
een stabiele koers.
Ri
Re
– Lokale en regionale partners ervaren dat ingeslagen
wegen gemakkelijk worden verlaten als het politieke
klimaat veranderd.
– Een maatschappelijke partner illustreert: ‘De ene keer
vindt de raad kinderopvang een belangrijk thema, de
volgende keer is het geen thema. Je kunt daar als
maatschappelijke organisatie niet van op aan’.
– Een regiogemeente ervaart dat Nuenen zich niet meer
houdt aan lange termijn afspraken rond de bibliotheek
en muziekschool. Als oorzaak wordt onder meer
gewezen op gebrek aan ‘warme overdracht’ wanneer
het politiek-bestuurlijke klimaat verandert.
– Er is veel wisseling van het politieke landschap als
gevolg van de bestuurscrisis in 2013 en de
gemeenteraadsverkiezingen het jaar erna.
– Met name externe sleutelpersonen ervaren hierdoor
gebrek aan continuïteit in de koers van de gemeente.
Pro (i) 3 Interne en externe
sleutelpersonen
oordelen (zeer)
negatief over deze
voorwaarde.
Sco
Bew
– Interne sleutelpersonen beoordelen dit aspect als
onvoldoende. Het oordeel van raadsleden wijkt
daarvan niet af.
– Externe sleutelpersonen zijn nog negatiever en
beoordelen dit als sterk onvoldoende.
– Veel inwoners merken tijdens straatinterviews op dat
sprake is grote verdeeldheid in de raad door het grote
aantal fracties.
Contra
(i)
4 Op de transities in
het sociaal domein
wordt vanuit
continuïteit en
koersvastheid
Ri
Re
– De beleidslijnen die de gemeente uitzet ter
voorbereiding op de transities leiden niet onder
politiek-bestuurlijke wisselingen.
– Hier wordt vanuit een stabiele koers doorgewerkt aan
de realisatie van de visie op het sociaal domein.
53. 36
gestuurd.
Pro (ii) 5 Het college bewaakt
nauwgezetter de
koers.
Ri
Re
– Zowel interne als externe sleutelpersonen ervaren dat
het beter lukt om de continuïteit van leiderschap te
bewaken – ook vanuit het college.
– Continuïteit in de aanpak van de transities in het
sociaal domein wordt ook in dit licht veel genoemd als
positief voorbeeld.
– De verbeterde financiële situatie wordt als een
stimulans gezien. Het beheersen van de
gemeentefinanciën eiste de afgelopen jaren zeer veel
aandacht. Dit ging ten koste ging van het bewaken van
de koers op andere dossiers.
– De bestuurlijke crisis in 2013 en later de crisis rond de
fraude met grondtransacties worden eveneens gezien
als belemmeringen voor continuïteit van leiderschap.
Veel tijd en energie gingen uit naar deze situaties.
A4
Bevinding
Krachtige, capabele en integere bestuurders
Bestuurders krijgen door het sterk wisselende politiek-bestuurlijke klimaat onvoldoende gelegenheid
te groeien in een krachtige en capabele bestuursstijl.
Want:
Argumenten Bron Toelichting / opmerkingen / voorbeelden
Pro 1 Bestuurders krijgen
weinig tijd en rust om
in hun rol te groeien.
Re Wethouders zijn kwetsbaar – dit geldt in heel
Nederland, maar ook in Nuenen – zo blijkt uit het
grote aantal bestuurders dat voortijdig ‘valt’.
– In Nuenen ‘sneuvelen’ door de bestuurscrisis
begin 2013 ook vier wethouders. Alle wethouders
zijn vervangen door nieuwe wethouders.
– Na deze bestuurscrisis heeft een nieuw college
slechts beperkte tijd totdat de lokale verkiezingen
van 2014 zich alweer aandienen. Dit leidt tot weer
een ‘wisseling van de wacht’.
– In de huidige collegeperiode is een wethouder
door ziekte langdurig uitgeschakeld geweest. In
het college is dit opgelost door een tijdelijke
herverdeling van portefeuilles.
– Onder deze omstandigheden is het voor
bestuurders bijzonder lastig zich goed in te
kunnen werken in dossiers (dossierkennis) en een
krachtige bestuursstijl te ontwikkelen. Dit vraagt
net als elk ander vak om ervaring.
Pro 2 Interne en externe
sleutelpersonen
oordelen negatief
over deze
Sco – Interne sleutelpersonen beoordelen deze
voorwaarde als matig.
– Externe sleutelpersonen zijn veel negatiever en
beoordelen deze voorwaarde als sterk
onvoldoende.