SlideShare ist ein Scribd-Unternehmen logo
1 von 44
Downloaden Sie, um offline zu lesen
Nieuwe tijden
in onderwijs
en opvang
Een advies van het veld aan de regering
Oberon-NieuweTijden-omslagDEF 16-09-2009 11:39 Pagina 1
Oberon-NieuweTijden-omslagDEF 16-09-2009 11:39 Pagina 2
Utrecht, september 2009
Nieuwe tijden in onderwijs en opvang
Een advies van het veld
aan de regering
Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:42 Pagina 1
1 Inleiding 3
2 Toespraak staatssecretaris Sharon Dijksma 5
3 Toespraak Staatssecretaris Jetta Klijnsma 9
4 Pedagogische kernwaarden en leidraden 13
5 Modellen voor nieuwe schooltijden 19
5.1 Schooltijden in Nederland: huidige situatie 19
5.2 Huidige schooltijden: knelpunten in kaart gebracht 22
5.3 Drie modellen van nieuwe tijden 23
6 De werkagenda 33
7 Toekomstperspectief 37
8 Relevante Informatie 39
Inhoudsopgave
Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:42 Pagina 2
3
Het kabinet wil het voor mannen en vrouwen met kinderen makkelijker maken om werk en
zorg te combineren. Een sluitend arrangement van onderwijs, voor-, tussen- en naschoolse
opvang en vrijetijdsactiviteiten zoals sport en cultuur, is hierbij van belang1
. Het bevordert
de ontwikkelingskansen van kinderen en stelt beide ouders in staat te werken. Op verzoek
van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en het ministerie van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid hebben Oberon en Duin projectmanagement een symposium
georganiseerd om de contouren van die infrastructuur af te tasten. Op het symposium Naar
nieuwe tijden in onderwijs en opvang hebben vertegenwoordigers van onderwijs, kinderop-
vang, ouders, werkgevers, werknemers en wetenschappers voor de komende jaren een werk-
agenda voor de regering opgesteld2
. De werkagenda is een advies van het veld aan de
regering om de weg vrij te maken voor experimenten en invoering van nieuwe modellen
voor onderwijs en opvang voor kinderen van 0-12 jaar en hun ouders. Inmiddels is er veel
vraag naar de uitkomsten van het symposium, naar informatie over nieuwe modellen en
mogelijkheden om die te implementeren. Op het symposium is ook de Argumentenkaart
Schooltijden gepresenteerd. De kaart is in opdracht van het project Andere Tijden in onder-
wijs en opvang ontwikkeld als hulpmiddel voor ouders, leerkrachten, schoolbesturen en
schoolleiders die de discussie over nieuwe schooltijden willen aangaan.
In deze brochure hebben we de uitkomsten van het symposium voor u samengevat en
gerangschikt.We openen met de toespraken van de staatssecretarissen Jetta Klijnsma
(SZW) en Sharon Dijskma (OCW).Vervolgens treft u de voordracht aan van Jeanette
Doornenbal, lector aan de Hanze Hogeschool in Groningen, over pedagogische kernwaarden
en leidraden. Daarop volgt een overzicht van de knelpunten van de huidige schooltijden en
een beschrijving van nieuwe tijdenmodellen, inclusief praktijkvoorbeelden en een samen-
vatting van de bijdrage van Frank Kalshoven over de school die 52 weken per jaar open is.
Vervolgens treft u de werkagenda aan, voorzien van een toelichting.We sluiten af met een
korte schets van het toekomstperspectief en een slotpleidooi van Alexander Rinnooy Kan, de
voorzitter van de SER.
1. Inleiding
1 Brief Sluitende dagarrangementen en tussenschoolse opvang (31322, nr. 36).
2 Symposium Naar nieuwe tijden voor onderwijs en opvang, 18 mei 2009, Pulchri studio Den Haag.
Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:42 Pagina 3
4
Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:42 Pagina 4
2. Toespraak staatssecretaris Sharon Dijksma
(Onderwijs, Cultuur en Wetenschap)
Dames en heren,
Dank voor deze werkagenda. En bedankt ook voor de positieve grondhouding, bij de zoek-
tocht naar andere tijden in onderwijs en opvang, die tot die agenda geleid heeft.
Wat vandaag allemaal op tafel is gekomen, en wat nu al een tijdje rond zoemt in het land,
heeft naar mijn gevoel veel te maken met een botsing tussen oude vormen en nieuwe
gedachten – als ik mag refereren aan een oud socialistisch strijdlied. De schooltijden van nu
stammen uit een andere tijd. Uit de tijd van vóór de industriële revolutie, toen de meeste
mensen nog leefden van de landbouw en kinderhanden hard nodig waren om de oogst
binnen te halen. Uit de tijd, dat het gros van de mensen tussen de middag een warme maal-
tijd at. Uit de tijd dus, dat lange zomervakanties en lange pauzes aansloten bij de behoeften
van de mensen van toen.Wij, mensen van nu, hebben andere behoeften. En als ik een grote
sprong in de geschiedenis mag maken, dan is het de motie Van Aartsen- Bos geweest, die
ons in ons dagelijks leven de ruimte biedt om die behoeften na te leven.Want met die motie
viel er voor ouders eindelijk echt iets te kiezen. En werd eindelijk afgerekend met de vanzelf-
sprekende aanname, dat moeders elke dag thuis zijn om de kinderen na school op te
vangen. (Uiteraard met het bekende kopje thee).
Wat ook heeft geholpen en nog helpt, is de ontwikkeling van brede scholen. Gestimuleerd
door OCW, maar in de praktijk van onderop vormgegeven, door scholen die actief maat-
schappelijke partners zoeken. Een brede school in de wijk biedt optimale ontwikkelings-
kansen voor kinderen. Zo’n school kan samenwerken met het consultatiebureau of een
steunpunt voor opvoedingsvragen, of met de plaatselijke muziekschool of een voetbalclub.
Niet voor niets heb ik de brede school wel eens de school van de onbegrensde mogelijk-
heden genoemd. De school waar we onze eigentijdse Nederlandse droom waar kunnen
maken: optimale ontwikkelingkansen voor kinderen bieden en ouders de kans geven werk
en opvoeding te combineren.
5
Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:42 Pagina 5
6
Nieuwe tijden in onderwijs en opvang
Toespraak staatssecretaris Sharon Dijksma
Ik wil daarom de obstakels waar brede scholen nu tegen aan lopen uit de weg ruimen. Soms
is het door ruimtegebrek voor brede scholen best moeilijk om zo veel functies te combi-
neren. We hebben daar een regeling voor opgesteld, die eind april gelanceerd is. Per brede
school is er maximaal een half miljoen beschikbaar om bestaande huisvesting uit te breiden
of meer multifunctioneel in te richten. Aanvragen kunnen nog tot 30 juni 2009 worden
ingediend – dus, zeg ik: maar daar gebruik van! We zien dat bij het vormgeven van nieuwe
dagarrangementen, vaak brede scholen betrokken zijn. Maar brede school of niet, voor alle-
maal geldt dat het niet eenvoudig is om tot een evenwichtige verdeling van onderwijs,
opvang en andere activiteiten te komen. Het is een kwestie van passen en meten. Maatwerk,
dus. Scholen kunnen zelf het beste bepalen wat voor hun het beste werkt. In samenspraak
met ouders – dat hebben we ook vastgelegd in wetgeving over medezeggenschap.
Soms heb je politieke macht nodig om iets gedaan te krijgen; om de randvoorwaarden te
scheppen waaronder nieuwe initiatieven kunnen gedijen. Denk aan de motie Van Aartsen-
Bos. Maar die initiatieven kunnen alleen maar aansluiten op de behoeften van de mensen
die het aangaat, als die mensen zelf het heft in handen nemen. Ouders, schoolleiders,
leraren, en kinderopvangondernemers dus, als het gaat om het organiseren van andere
schooltijden en een aantrekkelijk dagarrangement. Zulke veranderingen moeten van
onderop komen, willen ze succesvol worden. Dat is een van de lessen die we van Dijssel-
bloem hebben geleerd. Betekent dit dat we als overheid niks meer doen? Natuurlijk niet.
Scholen die aan de gang willen met een andere dagindeling, wil ik graag tegemoet komen.
Daarom ga ik de komende tijd meer informatie over sluitende dagarrangementen ver-
spreiden. Meer precies: kennis over goede voorbeelden, zodat scholen daaruit kunnen
putten. Bovendien wordt er gewerkt aan een stappenplan, waarmee scholen straks heel
gericht aan de slag kunnen bij het ontwerpen van een nieuwe dagindeling.Want laten we
eerlijk zijn: daar komt wel het nodige bij kijken. Je bent daar niet zo een, twee, drie uit. Kin-
deren, ouders, leraren en opvangmedewerkers moeten zich per slot van rekening senang
voelen bij andere schooltijden.
Ondanks dat het afwegen van wensen, behoeften en mogelijkheden een ingewikkelde
Sudoku kan opleveren, zijn er inmiddels veel scholen die sluitende arrangementen bieden.
Ze hebben een geheel in elkaar gesmeed, waarvan de onderdelen onderwijs, voor- tussen-
en naschoolse opvang en sport en cultuur, een logische samenhang vertonen. U hebt voor-
gesteld om onderzoek te doen naar wat nou een goede dagindeling is.Want gek genoeg
hebben we dat nooit wetenschappelijk onderzocht.We weten dus helemaal niet of vijf
kwartier pauze beter is dan drie kwartier. En of zes weken vakantie beter is dan vier. Uw
Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:42 Pagina 6
7
Nieuwe tijden in onderwijs en opvang
Toespraak staatssecretaris Sharon Dijksma
suggestie om dat te onderzoeken, neem ik graag van u over. Maar ik wil dat ook koppelen
aan de nieuwe praktijken met andere schooltijden. Want ook uit het reilen en zeilen van
deze voorlopers kunnen we informatie winnen, waar navolgers hun voordeel mee kunnen
doen. Bovendien wil ik die initiatieven, die goed onderbouwd zijn en in de startblokken
staan, de kans geven om daadwerkelijk te starten. Juridisch zitten daar een paar haken en
ogen aan, maar ik beloof u dat ik ga uitzoeken hoe we deze experimenteerruimte kunnen
scheppen. Bij deze experimenten staat voor mij een zaak voorop: nieuwe dagarrangementen
moeten de ontwikkelingskansen van kinderen bevorderen en de deelname aan de arbeids-
markt door ouders niet belemmeren.
Want daar is het ons uiteindelijk allemaal om te doen. Kinderen maximaal uitdagen en
ouders maximaal in staat stellen om maatschappelijk mee te doen! De samenleving is
veranderd. De tijden van de samenleving zijn veranderd. Nu de schooltijden nog, voor
scholen die dat willen! Uw werkagenda is na vandaag ook de mijne.Vanaf nu zijn we
partners in time!
Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:42 Pagina 7
8
Nieuwe tijden in onderwijs en opvang
Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:42 Pagina 8
9
Dames en heren,
Het doet ook mij genoegen hier te mogen spreken voor een select gezelschap van mensen
uit het onderwijs en de opvang, met ouders, werkgevers en werknemers, vertegenwoordi-
gers van gemeenten en de mensen uit de wetenschap.
Het is goed in dit gezelschap te kunnen praten over nieuwe tijden die aanstaande zijn in
onderwijs en opvang. Het is bovendien goed om te zien dat ook aan u de veranderingen in
de samenleving niet voorbij gaan en u daar tijdig op in wilt spelen.Waarbij het belang van
het kind, van alle kinderen, voorop staat. Maar vooral voorop blìjft staan.Want er kan nog
zoveel veranderen. Een kind kan alleen maar goed opgroeien als de thuissituatie goed is. Als
de basis goed is. Als we beide ouders in staat stellen te werken, economische zelfstandig te
zijn. Als gezorgd wordt voor goed onderwijs en goede opvang. Kortom als een goede dag-
indeling voor het hele gezin de combinatie van arbeid en zorg niet in de weg staat.
Economische zelfstandigheid van beide ouders is juist in tijden van deze crisis van belang.
De crisis vindt namelijk vooral plaats in mannenberoepen. Kijk naar de cijfers van het
afgelopen jaar en dan zien we een stijging van de werkloosheid onder mannen met 19.000,
terwijl de werkloosheid onder vrouwen in diezelfde periode met 26.000 daalde. De econo-
mische crisis treft dus mannen harder dan vrouwen. Economen voorspellen een structurele
verschuiving in de economie van conjunctuurgevoelige beroepen, in industrie en vervoer
waar veel mannen werken, naar de dienstverlening en de zorgverlening, die – traditioneel –
vrouwvriendelijker is. En nu dus ook crisisbestendiger. Bijna 60 procent van alle vrouwen
werkt momenteel. De meesten nog altijd in deeltijd. Maar het gemiddelde aantal uren stijgt.
Wat we ook zien is dat door de recessie meer vrouwen op zoek naar werk gaan. Dat was in
het verleden, bij eerdere recessies ook het geval. Uit nood geboren om het bedreigde gezins-
inkomen veilig te stellen. Maar ook lijken vrouwen zich door de recessie meer bewust te
worden dat het niet noodzakelijk is dat zij altijd om drie uur op het schoolplein staan en dat
zij een belangrijke rol kunnen en moeten spelen in het gezinsinkomen. De crisis bewijst dus
het belang van economische zelfstandigheid van vrouwen en van de Taskforce deeltijdplus.
Ook moeten we op langere termijn rekening houden met vergrijzing en toenemende
3. Toespraak Staatssecretaris Jetta Klijnsma
(Sociale Zaken enWerkgelegenheid)
Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:42 Pagina 9
10
Nieuwe tijden in onderwijs en opvang
personeelstekorten in bepaalde sectoren. Ook deze crisis houdt een keer op.We krijgen hoe
dan ook te maken met een vergrijsde samenleving. Met een grote uitstroom van arbeids-
krachten die onherroepelijk tot krapte op de arbeidsmarkt zal leiden. Ook daarom is grotere
arbeidsdeelname van vrouwen van belang. Als we daarop anticiperen, laten we dan
tegelijkertijd het economisch herstel benutten voor een betere verdeling van betaalde en
onbetaalde arbeid.
De bestaande hindernissen die mannen en vrouwen ondervinden als ze de taken binnen- en
buitenshuis beter willen verdelen, moeten we weghalen. Daarbij spelen veel onderwerpen
een rol: verlof, arbeidstijden en flexibiliteit. Er is momenteel een enorm woud aan verlof-
regelingen. We hebben de ene regeling op de andere gestapeld. In wetten, in cao’s en op
andere manieren. Het is hoog tijd voor een modernisering, voor flexibilisering van de
bestaande regelingen voor verlof. Eigen invloed op werktijden is eveneens belangrijk voor
het combineren van arbeid en zorg. Het is duidelijk dat mensen behoefte hebben aan meer
vrijheid. Ook willen ze meer invloed kunnen uitoefenen op de manier waarop de werkdag
wordt ingericht. Meer vrijheid is vaak een sleutel om te komen tot een hogere participatie-
graad. Minister Donner en ik hebben dan ook een notitie over verlof en arbeidstijden naar de
Kamer gestuurd en naar maatschappelijke organisaties, waaronder de werkgevers- en werk-
nemersorganisaties.
Sluitende dagarrangementen zijn bij de combinatie van arbeid en zorg een belangrijk
element. Met een sluitend dagarrangement kunnen de keuzemogelijkheden van ouders
worden vergroot om zowel te kunnen werken als te kunnen zorgen.
Daar hebben dus ook kinderen belang bij. Ik begon met te zeggen dat een kind alleen goed
kan opgroeien als de basis goed is. Dat betekent ook dat een kind te allen tijde mee moet
kunnen doen.Thuis, op school en de activiteiten daarbuiten. Dat moet als het ware vloeiend
in elkaar overlopen. Dat gaat niet vanzelf. Daar moet je voorwaarden voor scheppen. Moge-
lijkheden voor creëren. Geld mag nooit de reden zijn dat een kind ergens niet aan mee kan
doen. Mag eigenlijk nooit een belemmering zijn om plezierig op te groeien. Of dat nu is in
een éénoudergezin. Of ouders nu werken of niet. Als je vader nou een uitkering ontvangt of
je moeder in de bijstand zit; ieder kind moet mee kunnen doen. En daar moeten we de
voorwaarden voor scheppen. Zorgen dat het kan.Want ieder kind is in wezen gelijk. Alleen
de praktijk wijst nog weleens anders uit.Vorige week nog meldde het Sociaal en Cultureel
Planbureau dat ongeveer een half miljoen van de 2,5 miljoen Nederlandse kinderen tussen
de 5 en 18 jaar geen deel uitmaakt van sportclubs of culturele activiteiten. Om de dood-
eenvoudige reden dat er geen geld voor is. Nu gebiedt de eerlijkheid te zeggen dat het gaat
Toespraak Staatssecretaris Jetta Klijnsma
Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:42 Pagina 10
11
Nieuwe tijden in onderwijs en opvang
om gegevens van vóór 2008.Van vóór het moment dat we als kabinet extra geld uittrokken
om kinderen te helpen.Vervolgonderzoek zal moeten aantonen of onze doelstelling om het
aantal kinderen dat om financiële redenen niet meedoet, in deze kabinetsperiode met de
helft te verminderen, wordt gehaald. Het SCP-rapport maakt duidelijk dat er dus heel veel
kinderen niet in de gelegenheid zijn om te sporten. Om een muziekinstrument te leren
bespelen of zelfs te internetten. Dat remt hen in hun ontwikkeling. Dat kan en mag niet zo
zijn.We hebben als kabinet veel geld voor armoedebestrijding uitgetrokken. In totaal bijna
een half miljard euro. Daarvan is 80 miljoen speciaal voor kinderen bestemd. Inmiddels is in
zo’n 200 gemeenten, waar in totaal circa 290.000 kinderen – 72 procent van alle arme kin-
deren in Nederland – in arme gezinnen wonen, het convenant ‘Kinderen doen mee!’
afgesloten. Daarmee hebben we met de gemeenten de afspraak gemaakt om samen te
werken met allerlei verenigingen op gebied van sport en cultuur, maar ook met scholen en
centra voor jeugd en gezin. Dit is een mooi resultaat. En het gevolg van integraliteit en
samenwerking op gemeentelijk niveau.
Veel van die activiteiten vinden na schooltijd plaats en als we het dan toch hebben over
nieuwe tijden in onderwijs en opvang dan zouden we dat moeten synchroniseren. Dat is in
mijn visie een absolute noodzaak. En dan kom je uit op een stelsel van brede dagarrange-
menten voor alle kinderen waarin alle activiteiten samen worden gevoegd: onderwijs,
opvang, sport en cultuur. Als er zoveel mensen mee bezig zijn, is een goede centrale regie en
organisatie onontbeerlijk. Ik weet uit ervaring dat gemeenten daarin veel in kunnen bete-
kenen.
Sluitende dagarrangementen, combinaties van onderwijs, opvang, sport en cultuur kunnen
een belangrijke bijdrage leveren aan de kansen voor kinderen en aan economische zelfstan-
digheid van mannen én vrouwen. U staat vandaag voor de uitdaging met elkaar een belang-
rijke stap te zetten.
Ik wens u daarbij veel succes.
Toespraak Staatssecretaris Jetta Klijnsma
Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:42 Pagina 11
12
Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:43 Pagina 12
Afscheid van het agrarisch schooltijdenmodel
Spreken over nieuwe tijden voor onderwijs en opvang impliceert dat er oude tijden zijn die
hun langste tijd hebben gehad. Bedoeld worden dan de schooltijden die al meer dan twee-
honderd jaar praktisch onveranderd zijn gebleven en die gebaseerd zijn op een agrarische
samenleving. Lange zomervakanties, voldoende rust tussen de middag zodat er warm
gegeten kan worden, rond negen uur starten en rond vier uur stoppen. Dat dagritme en
jaarrooster maakten het mogelijk dat de kinderen buiten en na schooltijd voldoende tijd
hadden om mee te helpen in het boerenbedrijf.
Dat agrarische uurrooster/dagritme werkt door tot de dag van vandaag. In Nederland gaan
basisschoolkinderen 940 uren per jaar verplicht naar school. Uitgaande van een volledig
dagarrangement (52 weken per jaar, 5 dagen per week, 11 uren per dag), blijven er 1920 uren
op jaarbasis over. Of een ander rekensommetje: uitgaande van 180 verplichte schooldagen
verdeeld over een schooljaar plus twaalf vakantieweken, betekent dat er vier volle vijfdaagse
weken per jaar resteren.Wat te doen met die‘lege’ tijd? Kunnen we die‘lege’ tijd niet
benutten om tegemoet te komen aan de veranderende eisen die gesteld worden aan onder-
wijs en opvang als gevolg van veranderingen in het gezin en de samenleving?
We noemen de vraag naar meer opvang buiten de verplichte schooluren als gevolg van de
toename van het aantal tweeverdieners – in Nederland het anderhalfscenario.We noemen
de intensieve kennissamenleving als gevolg waarvan de prestaties van alle kinderen
omhoog moeten:Talentontwikkeling voor alle kinderen en kansenbeleid voor kinderen die
minder bevoorrecht zijn. Het verklaart de vraag om meer én betere leertijd, om extra activi-
teiten in de zomer en na schooltijd: verdiepende voor kinderen die achterlopen en verbre-
dende voor kinderen die het aankunnen.We noemen de erosie van de opvoedende
betekenis van de gemeenschap, waardoor het onderwijs met allerlei opvoedende taken
wordt belast: seksuele opvoeding, gezonde leefstijl, overdracht van waarden en normen.
Het tweede milieu, de basisschool zoals we die al lang kennen, bereidt de huidige generatie
kinderen kennelijk onvoldoende voor op een goede overgang van gezin (eerste milieu) naar
samenleving. De functie en taken van het tweede milieu staan ter discussie. Het moet
13
4. Pedagogische kernwaarden en leidraden
Jeannette Doornenbal, Lector Integraal Jeugdbeleid, Hanzehogeschool Groningen
Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:43 Pagina 13
breder en dieper. De niet te stuiten opmars van de brede school met zijn schillen van onder-
wijs, opvang, welzijn en zorg moet in dat kader begrepen worden. Evenals het gesprek van
vandaag over een sluitend dag- en jaararrangement van onderwijs en opvang.
Ik ben gevraagd u vandaag een idee te geven van de pedagogische kwaliteitseisen die aan
die nieuwe tijden gesteld zouden moeten worden. Ik doe dat in een aantal stappen. Ik ga
achtereenvolgens in op de vragen:Waar moet het plaatsvinden? Waarom daar? Wat moet
daar gebeuren? Hoe moet het gebeuren? En tot slot wie moet het doen? Omwille van de tijd
doe ik dit kort. U kunt mijn bijdrage beschouwen als een eerste pedagogische opmaat.
Waar?
Welk dag- en jaararrangement we ook kiezen, het zou bedoeld moeten zijn voor alle kin-
deren. Onderwijs en opvang vinden plaats in pedagogische basisvoorzieningen in de wijk
die toegankelijk zijn voor alle kinderen. De keuze voor het insluiten van alle kinderen is niet
vanzelfsprekend. Een belangrijke reden om de oude tijden ter discussie te stellen, is de
onbenutte tijd van vooral arme kinderen in achterstandsituaties.Tijdens de lange zomer-
vakanties verliezen zij veel van het geleerde, terwijl hun leeftijdgenootjes uit de rijkere
milieus er heel veel bij hebben geleerd (Gladwell 2008; Duquet e.a. 2006). En na schooltijd
nemen ze niet deel aan de naschoolse activiteiten of buitenschoolse opvang. Zij gaan naar
huis, hangen rond op straat of zitten achter de computer. Zij profiteren dus niet van het
vrijwillige extra aanbod en de relatief dure opvang. Deze week werd opnieuw bevestigd in
een onderzoek van SCP (2009) dat kinderen die opgroeien in armoede veel minder gebruik
maken van naschoolse activiteiten, minder vaak deelnemen aan het verenigingsleven, aan
sport en culturele activiteiten. Armoede heeft voor kinderen cognitieve, fysieke en sociale
gevolgen. Dat hoor je ook terug in het veld:“Met de naschoolse activiteiten die we
aanbieden, bereiken we vaak niet de kinderen die het hardst nodig hebben.”
Tegen de achtergrond van de lege tijd van kansarme kinderen is de strategie van de verplicht
verlengde schooldag begrijpelijk. Het gevolg daarvan is echter doelgroepenbeleid:Verplicht
voor arme kinderen om hun lege/ niet nuttig bestede tijd te vullen, vrijwillig voor rijkere
kinderen die nauwelijks lege tijd hebben. Maar onderwijs en opvang zijn pedagogische
basisvoorzieningen die van uitstekende kwaliteit zouden moeten zijn en die binnen het
bereik van alle kinderen zouden moeten liggen. Dat impliceert een versterking en verstevi-
ging van het gewone, het ‘mediocre’zegt de socioloog Sennett (2008).Van de pedagogische
basisvoorzieningen in de buurt, de gemeenschap.
14
Nieuwe tijden in onderwijs en opvang
Jeanette Doornenbal Pedagogische kernwaarden en leidraden
Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:43 Pagina 14
Waarom daar?
Ik zeg nadrukkelijk gemeenschap, omdat onderwijzen, opvangen en opvoeden van kinderen
het beste gebeurt in een sociale gemeenschap. Kinderen worden een individu door deel te
nemen aan de gemeenschap. In die zin is er geen scheiding tussen het individuele en het
sociale. Door de huidige nadruk op individualisering en risicotaxatie vergeten we de voe-
dende en opvoedende functie van de gemeenschap. Een gemeenschap wordt gekenmerkt
door tijdigheid (er zijn), continuïteit, collectiviteit (elkaar helpen en steunen) en wederzijdse
afhankelijkheid (De Vos e.a. 2009). Sociaal-wetenschappelijk onderzoek ondersteunt het
inzicht dat de gemeenschap van belang is voor het opgroeien van kinderen. Kinderen die in
stabielere buurten opgroeien hebben minder gedrags- en emotionele problemen; er zijn
minder depressieve klachten als bewoners toezicht houden op elkaars kinderen en minder
criminaliteit en huiselijk geweld. Als er meer sociale hulp en steun is rond gezinnen, zijn
ouders minder onzeker, ouder-kindrelaties zijn steviger ingebed en kinderen ontwikkelen
zich cognitief en sociaal-emotioneel beter. Kortom, om kinderen op te laten groeien tot
sociaal verantwoordelijke en empathische mensen, is een gemeenschap nodig, wat lang-
durige en persoonlijke relaties veronderstelt.
Omwille van het kind en omwille van de gemeenschap zouden de nieuwe pedagogische
infrastructuren – de brede scholen en Centra voor Jeugd en Gezin – zich moeten ontwikkelen
tot vitale pedagogische basisvoorzieningen in de wijk voor alle kinderen van 0 tot 23 jaar.
Waartoe?
Wat zouden het waartoe, de doelen, van die pedagogische basisvoorzieningen kunnen zijn?
Ik zoek het antwoord bij de filosofe Hannah Arendt (1994). Hoe we de tijd van kinderen ook
verdelen en indelen, we moeten ons bewust zijn dat opvoeden en onderwijzen geen mid-
delen zijn om iets anders te bereiken dan de persoonsvorming van kinderen die dat zonder
de hulp en steun van volwassenen niet kunnen. Met het gegeven dat kinderen geboren
worden - met hun nataliteit zegt Arendt – hebben volwassenen de plicht kinderen op te
voeden en te onderwijzen. Dat is eindig, leren overigens niet. Elke volwassen generatie heeft
de plicht om het culturele erfgoed over te dragen aan de volgende generatie. Zo begrepen
zijn opvoeden en onderwijzen per definitie conservatief. Maar daarnaast moet er voldoende
openheid en nieuwsgierigheid zijn. De wereld is niet af, de wereld vraagt erom om telkens
opnieuw op orde te worden gebracht.Volgens Arendt is het doel van opvoeden en onder-
wijzen dan ook ervoor te zorgen dat kinderen nieuwe burgers worden in een oude wereld. En
daartoe neemt de volwassene het kind op de schouders en laat het over de muur heen
15
Nieuwe tijden in onderwijs en opvang
Jeanette Doornenbal Pedagogische kernwaarden en leidraden
Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:43 Pagina 15
kijken, om een beeld te gebruiken van de historisch pedagoog Lea Dasberg (1980). Maar de
volwassene spijkert de wereld niet dicht, hij biedt ruimte voor het nieuwe, het andere.
Van belang is dus een dialoog onder ouders en professionals en tussen ouders en professio-
nals over de inhoud, over cultuur in de meest brede betekenis van het woord.Wat is met het
oog op een geleefd verleden en een open toekomst de moeite waard om over te dragen?
Hoe?
Om dit hooggestemde ideaal te kunnen verwezenlijken, moeten de pedagogische basis-
voorzieningen pedagogische kwaliteit leveren. Een groot woord.Wat valt daarover te
zeggen? Op dit moment wordt veel verwacht van evidence based werken, werken met
methode’s en programma’s waarvan wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat ze
effect sorteren. Hoewel evidence based werken de kwaliteit van professioneel werken ver-
groot, is het zeker niet het hele verhaal. Het werken met effectieve programma’s ontkent
het belang van algemeen werkzame factoren (Doornenbal 2007).Van zogenaamde‘what
works’principes, zoals aansluiten bij de leefwereld van ouders en kinderen, bij de ontwikke-
lingsfase van kinderen, houding en communicatie, voldoende professionaliteit. Laten we een
aantal van de algemeen werkzame factoren benoemen waar rekening mee gehouden moet
worden bij het ontwerp van een dekkend dag- en jaararrangement.
Wie zelf kinderen heeft of met ze werkt, ervaart dagelijks hoe lastig het is de balans te
vinden tussen bijvoorbeeld binden en loslaten, tussen sturen en de teugels laten vieren. Bij
het opvoeden krijgen we onherroepelijk te maken met dit soort spanningsverhoudingen.
Bewustzijn van die spanningsverhoudingen en ze weten te hanteren, zijn wezenlijke
kenmerken van pedagogische kwaliteit. In de pedagogiek noemen we die spannings-
verhoudingen pedagogische antinomieën (Meijer 1996). Letterlijk vertaald zijn dit tegen-
wetten. Een antinomie is een spanningsverhouding tussen twee polen en die spanning mag
niet verdwijnen. Sterker, als de ene pool geofferd wordt ten gunste van de andere verdwijnt
de spanning en daarmee de opvoeding. Laten we een paar antinomieën benoemen. De
balans tussen het oude en het nieuwe, het vaste en het vloeiende, waar we eerder over
spraken is zo’n pedagogische antinomie. Ook de spanning tussen het individuele en het
sociale, wat we zagen toen we spraken over de gemeenschap. Kinderen zijn geen individu
zonder de ander; ze worden een individu doordat ze leven in sociale verbanden.Voor de
tijdsindeling van kinderen betekent dit de erkenning van de waarde van de tijd die kinderen
doorbrengen in het sociale weefsel. De kwaliteit hiervan is van groot belang.
16
Nieuwe tijden in onderwijs en opvang
Jeanette Doornenbal Pedagogische kernwaarden en leidraden
Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:43 Pagina 16
Ik wil nog vier antinomieën noemen die we bij de verdeling en indeling van de tijd van
kinderen goed voor ogen moeten houden (Doornenbal 2007; Blok 2008). Bekend zijn
waarschijnlijk de exploratiebalans, de balans tussen veiligheid en uitdaging, en de balans
tussen liefde en gezag, ook wel aangeduid als autoritatieve opvoedingsstijl. Ik noem ze hier
omdat beide balansen onder druk staan.Ten eerste dreigt het gevaar dat onder druk van het
veiligheidsoffensief wordt vergeten dat kinderen ook de ruimte nodig hebben om hun
wereld op eigen kracht te verkennen. En daarbij kun je wel eens uit een boom vallen. Maar
zonder veiligheid en continuïteit kunnen kinderen zich niet hechten. Dus niet achttien
volwassenen op één dag. Kinderen hebben een ontwikkelingsomgeving nodig waar veilig-
heid en uitdaging elkaar in balans houden. En dit vraagt veel van zowel de materiële als de
immateriële inrichting.Van de binnen- en buitenruimtes, de materialen en methodes ener-
zijds en het pedagogisch klimaat anderzijds.
Ten tweede dreigt de balans tussen liefde en gezag - onder druk van de ervaring dat kin-
deren zich niet meer weten te gedragen, dat de normen vervagen en onfatsoenlijk gedrag
bijna gewoon wordt gevonden - door te slaan naar de harde aanpak. Er wordt gepleit voor
direct ingrijpen achter de voordeur, verplichte opvoedingsondersteuning, doorzettings-
macht, openlijk vernederen, opvoedingskampementen. Maar we weten dat kinderen zich
het beste ontwikkelen in relaties waarin opvoeders met zachte hand het gezag uitoefenen.
Het gaat om de balans tussen minimale controle en maximale steun.
Bij het denken over nieuwe tijden voor kinderen speelt zeker ook de balans tussen
inspannen en ontspannen.We weten dat door voldoende leertijd, oefening, herhaling en
feedback de prestaties van kinderen toenemen. Aanleg is niet voldoende.Voor talentontwik-
keling zijn discipline en inspanning nodig. Maar als kinderen de hele dag op hun tenen
moeten lopen, vinden we dat pedagogisch niet verantwoord. Er is ook tijd nodig om je te
kunnen vervelen, met een knuffel op de bank te zitten of vrij te spelen met vriendjes en
vriendinnetjes.Vrienden en buiten spelen noemen kinderen zelf als de allerbelangrijkste
ingrediënten van aantrekkelijke buitenschoolse opvang (Boogaard e.a. 2008).
En als we het over inspannen hebben, dan moeten we daarbij ook oog hebben voor de
balans tussen zinvol en betekenisvol leren. Zinvol is wat met het oog op cultuuroverdracht
noodzakelijk is om te leren: foutloos spellen, de tafels van 10 bijvoorbeeld. Maar wat voor de
leerkracht zinvol is, is voor veel kinderen betekenisloos.Weer die stomme topografie. Ze
gaan zich vervelen of misdragen, spijbelen, of proberen calculerend de eindstreep halen. Om
te leren moet de taak als betekenisvol worden ervaren; dat leidt tot betrokkenheid en stimu-
leert de motivatie. In onderwijs en opvang zouden we de initiële nieuwsgierigheid van
kinderen, hun verbeeldingskracht, moeten zien te behouden en te prikkelen. Culturele bete-
17
Nieuwe tijden in onderwijs en opvang
Jeanette Doornenbal Pedagogische kernwaarden en leidraden
Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:43 Pagina 17
kenissen maak je je niet eigen door consumptie, maar door deelname aan de cultuur.
Wellicht dat we deze antinomieën, deze pedagogische pijlers, als volgt kunnen samen-
vatten: kinderen ontwikkelen zich het beste als er hoge doelen aan ze worden gesteld en ze
daarbij maximaal worden ondersteund. Rekening houdend met verschil.Verschil in leeftijd,
sekse, etniciteit, sociaal-economische en culturele achtergrond en aanleg.
Wie?
Dit alles staat of valt met de professionals: de leerkrachten, vakleerkrachten, pedagogisch
medewerkers en kinderwerkers. Het staat of valt met hun algemene kennis, hun vakkennis,
hun pedagogische en didactische vaardigheden, hun houding naar ouders en kinderen en
last but not least met hun communicatieve vaardigheden. Zij zijn degenen die in de nieuwe
dag- en jaararrangementen de verlangde pedagogische kwaliteit moeten realiseren. Dat
betekent investeren. Investeren in professionals, in hun opleiding en in kennisontwikkeling
over wat werkt bij wie. Als we dat niet kunnen realiseren, dan heb ik liever oude tijden mét
dan nieuwe tijden zònder pedagogische kwaliteit.
18
Nieuwe tijden in onderwijs en opvang
Jeanette Doornenbal Pedagogische kernwaarden en leidraden
Referenties
Arendt, H. (1994). Tussen verleden en toekomst. Antwerpen/Apeldoorn: Garant.
Blok, M. (2008) Op zoek naar een geïntegreerd curriculum voor Vensterschool Stadspark. Groningen: Lectoraat Inte-
graal Jeugdbeleid Hanzehogeshool Groningen.
Boogaard, M., R. Fukkink & C. Felix (2008). Chillen, skaten, gamen. Opvattingen over kwalitatief goede buitenschoolse
opvang in Nederland. Amsterdam: SCO Kohnstamm.
Dasberg, L. (1980). Pedagogiek in de schaduw van het jaar 2000 of hulde aan de hoop. Meppel/Amsterdam: Boom.
Doornenbal, J. (2007). De brede school als open leergemeenschap. Lectorale rede. Groningen: Hanzehogeschool Gro-
ningen.
Duquet, N, I. Glorieux, I. Laurijssen,Y. van Dorsselaaer (2006). Wit krijt schrijft beter. Schoolloopbanen van allochtone
jongeren in beeld. Antwerpen/Apeldoorn: Garant.
Gladwell, M. (2008) Uitblinkers. Amsterdam: Contact
Jehoel-Gijbers, G. (2009) Kunnen alle kinderen meedoen? Den Haag: SCP.
Meijer,W. (1996). Stromingen in de pedagogiek. Baarn: Intro.
Sennett, R. (2008). The craftsman. London:Yale University Press.
Vos, H. de, A. Glebbeek & R.Wielers (2009). Overheidsonmacht ion de jeugdzorg: een pleidooi voor omwegbeleid. (in
voorbereiding)
Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:43 Pagina 18
5.1 Schooltijden in Nederland:
huidige situatie
Op de meeste basisscholen is momenteel een traditio-
nele indeling van de schooldag en schoolweek van
toepassing.
• De meeste scholen voor primair onderwijs in Neder-
land werken met een ochtendlesprogramma, een
middagpauze en een middaglesprogramma. De
school begint om 8.30 uur (soms 8.45 uur). De och-
tendschooltijd duurt dan vaak tot 12.00 uur (12.15
uur).
• Op de woensdagochtend wordt vaak iets langer
doorgewerkt (een kwartier). Meestal wordt dit
kwartier, dat op de woensdag langer gewerkt wordt
in vakantiedagen of studiedagen vrij gegeven aan de
kinderen (ongeveer 10 uur per jaar).
• De woensdagmiddag is een vrije middag voor de
kinderen. Op vrijdagmiddag hebben ook veel kin-
deren van de onderbouwgroepen vrij. Op de meeste
scholen worden in de onderbouwgroepen minder
lesuren gegeven en in de bovenbouwgroepen meer.
• De middagpauze duurt ongeveer vijf kwartier. De
kinderen gaan naar huis of er zijn overblijfmogelijk-
heden op school . Soms onder begeleiding van
ouders, soms met ingehuurde professionele opvang.
Dan volgt het middagprogramma van 2 uur of 2 uur
en 15 minuten. Dat betekent dus, dat de middag-
schooltijd gemiddeld begint rond 13.15 uur en eindigt
om 15.15 uur.
Op sommige scholen wordt een continurooster
gehanteerd, waarbij alle kinderen op school eten, al
dan niet onder begeleiding van de leerkracht of een
overblijfouder. De middagpauze duurt dan een half
uur;de kinderen gaan om 14.30 uur (of 14.45 uur) naar
huis of de opvang.
Sinds 1 augustus 2006 zijn er mogelijkheden voor
19
5. Modellen voor nieuwe schooltijden
Dit hoofdstuk opent met een beschrijving van
de huidige schooltijden in Nederland en de
knelpunten daarvan voor ouders, kinderen,
werkgevers, scholen en instellingen voor
kinderopvang. Daarna komen drie modellen
van nieuwe tijden voor onderwijs en opvang
aan de orde, inclusief praktijkvoorbeelden.
Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:43 Pagina 19
flexibilisering van de schooltijden. Het wettelijke voor-
schrift, dat scholen niet langer dan 5,5 uur per dag
mogen lesgeven, vervalt. Scholen moeten wel zorgen
voor een evenwichtige verdeling van activiteiten over
de dag.
De onderwijstijd over acht schooljaren blijft minimaal
7520 uur, dat is gemiddeld 940 uur. Meer uren mag
(vóór 1 augustus 2006 was dit aantal uren minimaal:
onderbouw 4 x 880 uur en bovenbouw 4 x 1000 uur).
Voor de groepen 3 tot en met 8 mogen scholen maxi-
maal 7 keer per jaar een vierdaagse schoolweek
inroosteren (bovenop de weken die al vierdaags zijn
vanwege een algemene feestdag waarop de school
gesloten is). Alles moet duidelijk in de schoolgids voor
de ouders verwoord worden.
Het huidige arrangement van onderwijs en opvang
kent twee varianten3
.
20
Nieuwe tijden in onderwijs en opvang
Modellen voor nieuwe schooltijden
Schooltijden in internationaal perspectief
Er zijn drie soorten roosters in de West-Europese
landen:
— Mediterraan rooster: een ochtend- en middag-
programma met een lunchpauze van 1½ à 2 uur.
Dit is het geval in Frankrijk, Spanje, Portugal,
Luxemburg en België. De school eindigt tussen
16.00 en 17.00 uur, afhankelijk van de begintijd
en de leeftijd van het kind.
— Angelsaksisch rooster: een ochtend- en middag-
programma met een lunchpauze van 1 uur à 5
kwartier. De school eindigt tussen 15.15 en 15.30
uur. Landen met dit rooster zijn: Nederland,
Ierland, Engeland en Schotland.
— Scandinavisch rooster: een programma tot 14.00
uur met een korte lunchpauze van 20 minuten à
een half uur. Voor jongere kinderen eindigt het
programma om 12 .00 uur en is er geen
verplichte lunchpauze. Dit is het geval in
Denemarken en Noorwegen. Zweden heeft een
iets langere lunchpauze. Finland heeft voor de
oudere kinderen ook wel programma’s tot
16.00 uur.
— De overige landen hebben afwijkende roosters:
alleen ’s ochtends lessen, alternerend ’s ochtends
en ’s middags lessen, of scholen met verschillende
roosters naar keuze.
BRON: NJI, SCHOOL MET VIJF O’S, JUNI 2008
3 Brochure De KindAgenda, kwalitijd voor het kind, stuurgroep Hilversum, december 2008
Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:43 Pagina 20
21
Nieuwe tijden in onderwijs en opvang
Modellen voor nieuwe schooltijden
8.30uur
maandag
dinsdag
woensdag
donderdag
vrijdag
7.30uur
13.15uur
15.00uur
Onderwijs
Onderwijs
Onderwijs
Onderwijs
Onderwijs
Onderwijs
Onderwijs
Onderwijs
Thuis
Thuis
Thuis
Thuis
18.30uur
Thuis
Thuis
Thuis
OnderwijsThuis
Thuis
12.00uur
maandag
dinsdag
woensdag
donderdag
vrijdag
7.30uur
12.00uur
13.15uur
15.00uur
Onderwijs
Onderwijs
Onderwijs
Onderwijs
Onderwijs
Onderwijs
Onderwijs
Onderwijs
TSO
TSO
TSO
BSO
18.30uur
BSO
BSO
BSOVSO
VSO
VSO
VSO
VSO
BSO
OnderwijsTSO
8.30uur
VSO: voorschoolse opvang, TSO: tussenschoolse opvang, BSO: buitenschoolse opvang
Variant 1: Voor kinderen van ouders die geen gebruik maken van tussenschoolse en buitenschoolse opvang
(waar bijvoorbeeld één van beide ouders werkt of één ouder een zgn. schooltijdbaan heeft) ziet de dag er als
volgt uit:
Variant 2: Voor kinderen van ouders die wél gebruik maken van tussenschoolse en buitenschoolse opvang:
Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:43 Pagina 21
5.2 Huidige schooltijden: knelpunten in
kaart gebracht
Voor de direct betrokkenen levert de traditionele
inrichting van de schooldag tal van knelpunten op.
Het project Andere Tijden in onderwijs en opvang4
heeft deze knelpunten samen met ouders, vertegen-
woordigers van scholen, kinderopvang en werkgevers
geïnventariseerd en in een Argumentenkaart met
voor- en nadelen van huidige schooltijden onderge-
bracht. De Argumentenkaart werd op het symposium
overhandigd aan staatssecretaris Dijksma van OCW,
staatssecretaris Klijnsma van SZW, directeur directie
Emancipatie Ferdi Licher van OCW en SER- voorzitter
Alexander Rinnooy Kan.
Kinderen:
• onrustige dag- en weekindeling;
• veel wisseling in begeleiding en pedagogisch kli-
maat;
• te lange overblijftijd, zonder uitdagend aanbod;
• slecht georganiseerde, onderbezette overblijf van te
lage kwaliteit;
• heen en weer gesleep naar verschillende locaties
(verkeersveiligheid);
• heen en weer gesleep naar clubjes;
• druk op de woensdagmiddag qua clubjes en sport-
training;
• opsplitsing tussen BSO- en niet-BSO kinderen;
• verschillende opvangregimes vanwege capaciteits-
probleem kinderopvang.
Ouders:
• gedwongen keuze van parttime-dagen op woensdag
en vrijdag vanwege vrije woensdag en vrijdag-
middag;
• onmogelijkheid van baan met langere reistijd in
verband met sluitingstijden voorzieningen;
• geen garantie op kindplaats BSO vanwege wacht-
lijsten kinderopvang, met name op maandag,
dinsdag en donderdag;
• kwetsbare combinaties van formele en informele
opvang (onrust, gesleep met de kinderen);
• concentratie van vrije tijdsactiviteiten op woensdag-
middag en na schooltijd; geen afstemming sport en
clubjes met BSO-programma;
• versnippering en niet afgestemde tijden en activi-
teiten van school en opvang (bijvoorbeeld studie-
dagen);
• verschillende tijden van onderbouw en bovenbouw;
• onrust vanwege vele haal-en brengmomenten op de
dag (verkeer, veiligheid);
• niet altijd beschikbaar zijn van goede voorschoolse
opvang (VSO);
• klachten van het kind over slecht georganiseerde
tussenschoolse opvang (TSO)
• mismatch tussen duur van de schoolvakanties en
vakantiedagen van ouders;
• geen energie voor carrièrestappen vanwege over-
belasting en slechte werk-privé balans, o.a. vanwege
ontbreken van sluitend dagarrangement.
Werkgevers:
• beperkte inzetbaarheid van personeel op alle dagen
in de week en alle dagen in het jaar vanwege school-
22
Nieuwe tijden in onderwijs en opvang
Modellen voor nieuwe schooltijden
4 Het project Andere Tijden in onderwijs en opvang is een samenwerkingsverband van VOS/ABB, BOinK, MOgroep Kinderopvang en Het
Kinderopvangfonds
Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:43 Pagina 22
tijden en schoolvakanties (productiviteitverlies/-
discontinuïteit bedrijfsvoering);
• beperkte inzetbaarheid van personeel (bijvoorbeeld
op andere locaties) vanwege openingstijden opvang-
voorzieningen;
• slechte werk-privé balans bij werknemers met jonge
kinderen (spitsuurgeneratie); risico op uitval
vanwege stress en dreigende overbelasting;
• grijs verzuim door werknemers met kinderen in
verband met schoolvrije dagen;
• lange, minder productieve‘vakantieperiode’; lastige
afstemming van vakanties onder collega’s met en
zonder schoolgaande kinderen.
Scholen:
• belofte van VSO is niet waar te maken (te kleine
vraag, locatie niet geschikt, niet organiseerbaar door
kinderopvang);
• ontevreden‘klanten’; ouders spreken de school aan
op het gebrek aan kindplaatsen BSO;
• steeds minder vrijwilligers voor TSO; groeiend
gebrek aan overblijfmoeders vanwege groei van de
arbeidsparticipatie;
• toename werkdruk leerkrachten (invallen uit nood);
opstartproblemen na de TSO;
• kansen op creatieve uitwisseling met personeel van
opvang niet benut;
• inefficiënt gebruik van gebouwen (incl. buiten-
ruimtes) en middelen;
• verschil in regelgeving en toezicht in onderwijs en
kinderopvang.
Kinderopvang:
• korte aaneengesloten BSO-tijd vanwege versnip-
perde schooldag; biedt minder kans op aantrekkelijk
aanbod (bijvoorbeeld de combinatie met vrijetijds-
activiteiten);
• tekort aan kindplaatsen op maandag, dinsdag en
donderdag; onderbenutting op woensdag en vrijdag;
• schaarste aan personeel vanwege relatief klein
aantal werkuren voor BSO-medewerkers;
• inefficiënt gebruik van schoolgebouwen en tekort
aan opvanglocaties;
• mogelijkheden voor versterking binnen- en buiten-
schools leren niet benut.
5.3 Drie modellen van nieuwe tijden
In de ontwikkeling van nieuwe tijden voor onderwijs
en opvang kunnen drie modellen worden
onderscheiden die momenteel op diverse plaatsen in
Nederland worden voorbereid en soms ook al
geïmplementeerd zijn:
• het 5 gelijke dagenmodel met onderwijs van 08.30 –
14.30 uur
• het bioritme-model met een verlengde middag-
pauze
• het 7 tot 7- model.
Op het symposium Nieuwe tijden zijn deze drie
modellen door vertegenwoordigers van bij de uitvoe-
ring betrokken organisaties toegelicht en samen met
de deelnemers telkens op twee zaken bekeken:
• Wat zijn de voordelen hiervan voor kinderen, wer-
kende ouders en aanbieders?
• Is dit een werkzaam model en wat is er nodig om de
ontwikkeling en implementatie te versnellen en van
wie vraagt dit actie?
23
Nieuwe tijden in onderwijs en opvang
Modellen voor nieuwe schooltijden
Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:43 Pagina 23
Model 1. Het 5 gelijke dagenmodel
24
Nieuwe tijden in onderwijs en opvang
Modellen voor nieuwe schooltijden
Karakteristiek:
• vijf identieke schooldagen
• geen vrije woensdagmiddag en vrijdagmiddag
• aaneengesloten blok onderwijs van 8.30 – 14.30 uur
(variant 8.15 – 14.15 uur)
• lunchpauze met leerkrachten in de klas (geen aparte
tussenschoolse opvang)
• aanvangstijdstip voorschoolse opvang afhankelijk
van startmoment onderwijs
Gerealiseerd:
• Tilburg: basisschool De Boemerang samen met Kin-
derstad (nieuwe school, nieuwe wijk)
• Utrecht/ Leidse Rijn: basisschool De Ridderhof.
Variant vrijdagmiddag vrij voor onderbouw
• Almere: basisschool De Droomspiegel (nieuwe
school, nieuwe wijk)
• Rotterdam: Dominicusschool per augustus 2009
(bestaande school)
• Capelle aan den IJssel: Basisschool West
In voorbereiding:
• De KindAgenda, Hilversum, stedelijke stuurgroep
met alle schoolbesturen en SKH kinderopvang: start
met twee pilotscholen schooljaar 2009-2010
(bestaande scholen)
• Vensterschool van de Toekomst, Groningen: stede-
lijke werkgroep met alle scholen voor openbaar
onderwijs en de kinderopvang SKSG
maandag
dinsdag
woensdag
donderdag
vrijdag
7.30uur
12.00uurOnderwijs
Onderwijs
Onderwijs
Onderwijs
Onderwijs BSO
18.30uur
BSO
BSO
BSOVSO
VSO
VSO
VSO
VSO
BSO
8.30uur
Onderwijs
Onderwijs
Onderwijs
Onderwijs
Onderwijs
14.30uur
12.45uur
Pauze
Pauze
Pauze
Pauze
Pauze
Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:43 Pagina 24
“Voor ons is het belang van de kinderen leidend”
Ervaringen met het 5 gelijke dagenmodel in Tilburg
door Peter de Baar, schoolleider basisschool de Boe-
merang
Peter de Baar is directeur van basisschool de
Boemerang in Tilburg. Hij heeft op deze school het
5 gelijke dagenmodel ingevoerd en weet uit ervaring
welke voordelen het oplevert en ook tegen welke
knelpunten scholen zullen oplopen. Peter de Baar
geeft aan dat niet zozeer het belang van ouders maar
het belang van de kinderen leidend is geweest om te
kiezen voor een andere dag- en weekindeling op zijn
school. De belangrijkste opbrengst is voor hem de
rust en regelmaat in het dagritme van de kinderen.
De voordelen
Het continurooster is veiliger (maar twee keer door
het verkeer) en gemakkelijker voor ouders (afstem-
ming werktijden, twee haal/brengmomenten). Voor
de kinderen van de Boemerang is het tussen de
middag geen race meer tegen de klok en zorgt de
gezamenlijke lunch met alle kinderen voor minder
opstartproblemen in de middag. Dat is ook een
belangrijk voordeel voor de leerkrachten. De kin-
deren hebben eerder vrij op alle dagen van de week
en daarom meer tijd om te spelen en ‘af te spreken’.
Voor de naschoolse opvang, die de Boemerang aan-
biedt met de kinderopvangorganisatie Kinderstad,
biedt dit rooster meer ruimte om een aantrekkelijk
activiteitenprogramma’s op te zetten. Daarmee zijn
er volgens De Baar ook meer mogelijkheden om
sociaal en gezond gedrag van kinderen te stimu-
leren. Het is in Tilburg gelukt om een goede afstem-
ming te realiseren met de sportclubs qua program-
mering van activiteiten op de woensdagmiddag.Het
nieuwe rooster is goed in te passen in de urennor-
mering en de geldende regels rond rust- en werk-
tijden voor leerkrachten. Teamleden kunnen eerder
in de middag starten met afronding en voorberei-
ding van lessen.
Wat is er nodig voor een bredere implementatie
van het 5 gelijke dagenmodel?
— een goede communicatie met ouders en MR. Ouders
hebben hun dagelijks ritme ingericht op de tradi-
tionele tijden en wijziging van tijden is een
behoorlijke ingreep. Om het benodigde draag-
vlak te krijgen is een fikse voorbereidingstijd en
investering in communicatie nodig.
— Een soepele opstelling van de onderwijsinspectie.
In Tilburg blijkt de onderwijsinspectie – ondanks
uitgebreide argumentatie van de school – de
gezamenlijke lunch niet als lestijd te zien waar-
door de tijden alsnog moesten worden aangepast.
Vanuit Hilversum, de KindAgenda wordt het
belang benadrukt van een coulante omgang met
de urennormen, met name in de overgangsfase.
— Maximale mogelijkheden voor een inpandige
BSO- voorziening: in Rotterdam, Dominicus-
school, is de ervaring dat dit de deelname aan de
BSO vergroot en de overgang naar een ander
urenmodel vergemakkelijkt.
— Kritische heroverweging van de plicht om
opvang vóór schooltijd (VSO) aan te bieden;
door de kleine schaal en de korte duur is dit
organisatorisch nauwelijks rond te krijgen.
25
Nieuwe tijden in onderwijs en opvang
Modellen voor nieuwe schooltijden
DE PRAKTIJK AAN HET WOORD
Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:43 Pagina 25
Model 2. Het bioritme-model (of verlengde middagpauzemodel)
Karakteristiek
• Het leren volgt het bioritme van de kinderen:
‘s ochtends op gang komen, leren op momenten van
maximale alertheid 10.00 –12.00 (leren en presteren)
en 14.30 – 16.30 (repeteren)
• De lange middagpauze is voor eten, rusten, sporten
en allerlei activiteiten, verzorgd door de kinderop-
vang.
• Leerkrachten gebruiken middagpauze voor voor-
bereiding, vergadering, bijscholing
Gerealiseerd
• Gouda: Basisschool de Oosterweide in samenwer-
king met kinderopvang Quadrant
• Rotterdam, Delft in het kader van projecten
verlengde onderwijstijd
• Zwolle: Bioritmeschool Veerezon
In voorbereiding
• Groningen: in het kader van het project De Venster-
school van de toekomst
26
Nieuwe tijden in onderwijs en opvang
Modellen voor nieuwe schooltijden
Onderwijs
Onderwijs
Onderwijs
Onderwijs
Onderwijs
maandag
dinsdag
woensdag
donderdag
vrijdag
7.30uur
12.00uur
Onderwijs
Onderwijs
Onderwijs
Onderwijs
Onderwijs
18.30uur
VSO
VSO
VSO
VSO
VSO BSO
BSO
BSO
BSO
BSO
8.30uur
14.30uur
16.30uur
BSO
BSO
BSO
BSO
Thuis/BSO
Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:43 Pagina 26
27
Nieuwe tijden in onderwijs en opvang
Modellen voor nieuwe schooltijden
“ Een geweldige kans voor onze kinderen”
Motieven voor overgang naar het bioritmemodel in
Groningen, door Susanne de Wit, projectleider De
Vensterschool van de toekomst, Petra Wolswijk,
manager SKSG, Monique Beuving, leerkacht.
Groningen heeft met zijn vensterscholen altijd voorop
gelopen in de ontwikkeling naar brede scholen. Nu
voelt men de noodzaak om met de schooltijden aan de
slag te gaan omdat ook hier de basisscholen en de
kinderopvang de nadelen van een verbrokkeld dag-
arrangement voelen. Er is grote ontevredenheid over
het overblijven en ook de tweedeling buitenschoolse
opvang en naschoolse activiteiten wordt ervaren als
een onnatuurlijke en onnodige scheiding. Maar
vooral ziet men kansen voor de kinderen als de
verschillende partijen meer afstemmen en samen-
werken en toewerken naar een integrale organisatie.
Maatwerk
Om die redenen werken het bestuur voor openbaar
onderwijs en de SKSG Kinderopvang aan verbete-
ringen in het dagarrangement dat Groninger ouders
en kinderen wordt aangeboden. Vertrekpunt is lokaal
maatwerk; een model dat past bij de leerlingenpopu-
latie en de buurt of wijk waarin de school en de
kinderopvang staan. Twee scholen gaan aan de slag
met het 5 gelijke dagenmodel, twee met tijden volgens
de bioritme aanpak en één school en kinderopvang-
locatie werken toe naar een integraal kindcentrum.
De bioritme-aanpak
De twee betrokken scholen kiezen voor een combi-
natie van bioritme en verlengde schooldag. De
schooldag stopt dan voor de kinderen om 16.30. Voor
de kinderen van werkende ouders is er daarna de
opvang met o.a. huiswerkbegeleiding. De leerlingen
krijgen extra taal en rekenen en de lange periode
tussen de middag is voor sport, ontspanning en cultu-
rele activiteiten. De belangrijkste reden is dat deze
kinderen een extra impuls nodig hebben en op deze
wijze meer kansen krijgen om zich breed te ontwik-
kelen. Een doorlopend arrangement van onderwijs,
opvang en vrije tijd kan daarin voorzien. De leer-
krachten doen al actief mee; de gezamenlijke teams
hebben de opbouw van de stof in het ochtendrooster
op het bioritme aangepast en die gaat men komend
schooljaar al gebruiken. Ondertussen onderzoekt men
ook de mogelijkheden van combinatiefuncties voor
personeel dat zowel in de school als in de opvang en
de vrije tijdssfeer werkzaamheden uitvoert. Dat geeft
voor de kinderen vertrouwde gezichten. De
gesprekken met de vrijetijdssector over activiteiten in
de verlengde middagpauzeblok zijn gestart. Met
ingang van augustus 2010 hopen de scholen met de
nieuwe dagindeling te kunnen werken. Mits de finan-
ciering van de verschoven verdeling van onderwijs- en
opvangtijd kan worden geregeld.
Wat is er nodig voor een bredere implementatie
van het bioritme-model?
— structurele financiering van de niet-onderwijsuren
in de verlengde middagpauze. Gouda, waar nu
een aantal jaren met het model is gedraaid, wijst
op de onzekere basis wanneer deze uren met
incidentele gemeentelijke subsidies moeten
worden bekostigd.
— De mogelijkheid om BSO-uren en gelden op
andere tijdstippen op de dag in te zetten.
— Creëren van een vrijplaats (door rijksoverheid)
om dit model neer te kunnen zetten en daarmee
verder te ontwikkelen: harmonisatie van kwali-
teitsregels van BSO, onderwijs en naschoolse
activiteiten
— Afschaffen van de BTW-heffing op combinatie-
functies
DE PRAKTIJK AAN HET WOORD
Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:43 Pagina 27
28
Nieuwe tijden in onderwijs en opvang
Modellen voor nieuwe schooltijden
“De school die 52 weken per jaar open is”
Frank Kalshoven, directeur Argumentenfabriek,
columnist en econoom geeft college over de eco-
nomie van het onderwijs.
Nog steeds is de fabrieksfluit van de 19e
eeuw in
Nederland te horen. En wel in de vorm van de
schoolbel die nog elke dag start en einde van de
lessen aangeeft. De schoolbel is één van de illustra-
ties voor de overtuiging van Kalshoven dat de
scholen van de 21e
eeuw nog steeds functioneren als
19e
eeuwse organisaties. Hij herkent de arbeids-
intensieve productiewijze in het industriële tijdperk
in de wijze waarop het Nederlandse onderwijs is
georganiseerd, in de school als centrale plek van het
productieproces ‘onderwijs’, in de minutieuze dagin-
deling, de bulkproductie en de hiërarchische ver-
houdingen.
Die industriële productiewijze liep vast in de 20e
eeuw en werd ingrijpend veranderd. Zo niet de
schoolorganisatie en dat is bijzonder.
Kalshoven stelt de vraag: “Wat is, gegeven
— De stand van de techniek, — Het gedrag/ de
voorkeuren van klanten, — De prijs van de produc-
tiemiddelen, — De stand van de pedagogie, — De
(wettelijk vastgelegde) eindtermen
de beste manier om een ‘school’ te organiseren?”
Als econoom komt hij tot de volgende karakteris-
tieken:
(1):
— De school moet zich omvormen van ‘fabriek’
naar kennisintensieve dienstverlener.
— De school is net als andere dienstverleners 52
weken per jaar open en vakantie wordt opge-
nomen in overleg.
— Het is mogelijk permanente in te stromen en de
opleidingsduur is variabel Openingstijden van
07.00 tot 19.00 uur (0-12 jaar)
(2)
— Onderwijs is maatwerk voor iedere leerling/
student
— Het onderwijs is ICT-intensief, zowel in de
primaire als ondersteunende processen.
— Alle leerlingen hebben een laptop; naast een
fysieke is er een virtuele leeromgeving
(3)
— Het dienstverleningsconcept is breed, met
uiteenlopende dienst-, markt-, formule-
combinaties:.
Met bijv. (gezond) eten en drinken (po)
Met bijv. studentondernemingen (vo en mbo)
Met bijv. consultatiebureau (po)
— Arbeid: meer arbeidsdeling en een hogere
arbeidsproductiviteit
— Financieel: meer inkomstenstromen, per saldo
goedkoper dan de huidige organisatiewijze
De kern in de omslag is de benadering van onder-
wijs als dienstverlening aan ouders en kinderen. Op
veel scholen wordt al hard gewerkt en zijn ele-
menten van de karakteristieken terug te vinden.
Maar wanneer zijn alle scholen – net als andere
dienstverleners – 52 weken in de week open?
Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:43 Pagina 28
29
Nieuwe tijden in onderwijs en opvang
Modellen voor nieuwe schooltijden
Model 3. De 7 tot 7 school (diverse vormen van integrale kindcentra met aaneengesloten
programma)
Op diverse plaatsen in het land werken basisscholen
en kinderopvangorganisaties aan het concept van
integrale kindcentra dat werkt met een dagvenster
van 7.00 tot 19.00 uur.
Karakteristiek
• aaneengesloten programma; afwisseling in blokken
met onderwijs, opvang, sport en ontspanning;
• het gehele jaar open
• één loket voor ouders en kinderen;
• eenduidig pedagogisch beleid;
• één team van medewerkers vanuit verschillende
disciplines;
• concentratie van voorzieningen in één gebouw;
• diverse bestuurlijke varianten (koepelorganisatie
met verschillende voorzieningen; holdingmodel met
werkmaatschappijen; joint venture tussen school en
kinderopvang e.d).
Gerealiseerd (deels)
• Almere: Het Meesterwerk (integrale inhoudelijke
samenwerking; één team, één manager, één loket
voor ouders)
• Almere: Particuliere basisschool Bizziekids Basics en
BizzieKids buitenschoolse opvang.
In voorbereiding:
• Zutphen e.o: Educatieve centra voor 0 - 16 jarigen
• Ede: de Parapluschool
• De Sterrenschool
7.00uur
19.00uur
maandag SportOntspanning
dinsdag kunst-cultuur Zorg
huiswerkbegeleiding
woensdag
Kinderopvang
Onderwijs 5,5 uur p.d.
Sport
donderdag Onderwijs 5,5 uur p.d.kunst-cultuur
vrijdag
Onderwijs 5,5 uur p.d.
Zorg
huiswerkbegeleiding
Sport
Ontspanning
Ontspanning
Ontspanning
Onderwijs 5,5 uur p.d.
Onderwijs 5,5 uur p.d.
Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:43 Pagina 29
30
Nieuwe tijden in onderwijs en opvang
Modellen voor nieuwe schooltijden
“Scheiding tussen twee werelden doorbreken”
Sjaak Scholten, algemeen directeur stichting
Archipel, schoolbestuur voor openbaar onderwijs in
Zutphen e.o., werkt aan het omvormen van scholen
tot educatieve centra.
Wat willen kinderen, wat willen ouders, wat willen
schoolleiders? Met die vragen zijn ze in Zutphen
gestart. Zelf had het schoolbestuur al besloten een
actieve rol te willen spelen in een ontwikkeling die
ze signaleert: de vorming van brede scholen, een
grote behoefte van werkende ouders aan opvang,
een kwalitatief sterker wordende kinderopvang en
de nieuwe verantwoordelijkheden van de school
met betrekking tot aansluiting met de kinderopvang
(motie van Aartsen/ Bos) Met de opbrengst van
enquètes en gesprekken worden de contouren van
de gewenste educatieve centra steeds scherper. Er
ontstaat draagvlak en enthousiasme voor een plek
waar onderwijs en kinderopvang hand in hand
gaan, waar samen met het welzijnswerk, de muziek-
school en sportclubs allerhande activiteiten worden
aangeboden, aangevuld met zorg- en opvoedings-
ondersteuning. En dat voor kinderen van 0 tot 16
jaar.
Met welke instrumenten krijg je een educatief
centrum van de grond?
Scholten benadrukt allereerst het belang van één lei-
dende educatieve visie, gedragen door de
belanghebbenden en uitvoerende partners. Er is één
integraal curriculum nodig waarin iedere partner
vanuit zijn professie zijn bijdrage aan het leren en
de ontwikkeling van de kinderen levert. Het dag-
programma volgt het bioritme van de kinderen.
Wanneer leren ze het beste en het snelst? Wat is de
beste tijdstip voor ontspanning of juist fysieke
activiteiten?
Je hebt één organisatie nodig met een herkenbare en
stimulerende leiding. En om het personeel van het
toekomstige educatieve centrum met de juiste
competenties uit te rusten moet er een uitgebreid
plan voor deskundigheidsbevordering komen.
In Zutphen e.o.zijn de samenwerkingspartners op al
deze fronten bezig.
Wat is nodig voor een bredere implementatie van
het 7 tot 7 model?
— richtinggevende uitspraken van de overheid;
— experimenten mogelijk maken;
— uitbreiden van de Wet Kinderopvang tot een
basisvoorziening ter wille van alle kinderen;
— middelen om het proces van omvorming van
scholen te ondersteunen;
— educatieve centra bouwen in plaats van afzon-
derlijke scholen;
— de tussenschoolse opvang onder de bekostiging
van de Wet Kinderopvang brengen;
— helderheid over bestuurlijke en juridische vorm-
geving
DE PRAKTIJK AAN HET WOORD
Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:43 Pagina 30
31
Nieuwe tijden in onderwijs en opvang
Modellen voor nieuwe schooltijden
“Publiek-private samenwerking in een integraal
kindcentrum: een pleidooi voor het coöperatie-
model”
Geert de Wit, directeur Kinderstad, kinderopvan-
gonderneming in Tilburg e.o. zoekt samen met
scholen naar nieuwe bestuurlijke vormen voor
samenwerking.
Een woud van regelgeving
Wil je een naadloze aansluiting realiseren van kin-
deropvang op primair onderwijs en vice versa – een
samenwerking van een private en een publieke
partij – dan beland je in een woud van juridische,
financiële en fiscale regelgeving. Regels en rand-
voorwaarden die meespelen in de keuze van een
besturingsmodel. Geert de Wit heeft dat samen met
een financieel-juridisch adviesbureau in kaart
gebracht. En werd daar niet vrolijker van. “Willen
we het integrale kindcentrum dichterbij brengen,
dan zullen de knelpunten en obstakels voortvarend
moeten worden opgepakt”. Ook door de rijksover-
heid.
Twee modellen onder de loep
Onderwijs en kinderopvang zijn te divers georgani-
seerd en verschillen vaak teveel in omvang,
financieringsvorm, werkgebied e.d. om op instel-
lingsniveau zonder meer te kunnen integreren. In
een eerste exercitie naar een goede samenwerkings-
vorm komt De Wit uit op de personele unie en de
coöperatieve vereniging.
In de personele unie is er sprake van een gezamen-
lijke aansturing en wederzijdse benoeming van
(deels) dezelfde bestuurders en eventuele toezicht-
houders. De beide rechtspersonen – schoolbestuur
en kinderopvangonderneming – blijven autonoom
functioneren. De samenwerking wordt vastgelegd
in dienstverleningsovereenkomsten.
Uit Kansen voor Kinderen: Educatief centrum, meer
dan onderwijs
Stichting Archipel, november 2008
“Ik zou graag zien dat een educatief centrum, met al
haar activiteiten, openstaat voor àlle kinderen, dus
ook voor kinderen waarvan de ouders niet allebei
werken. Dan ben je met recht een sociaal hart van
de wijk” (schooldirecteur).
“Omdat ik onregelmatig werk heb ik niet op vaste
dagen opvang nodig. Tot nu toe regel ik dit met
familie en vrienden maar het zou fijn zijn als dat via
de officiële opvang kon” (ouder).
M
Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:43 Pagina 31
32
Nieuwe tijden in onderwijs en opvang
Modellen voor nieuwe schooltijden
De Wit ziet hier bezwaren opdoemen vanuit de Wet
primair onderwijs (WPO). Staat deze wet, met zijn
bijzonderheden op het gebied van bijvoorbeeld
benoemingsbeleid, een personele unie überhaupt
toe? Ook ziet hij een flink fiscaal obstakel met btw-
belaste onderlinge diensten die met een fiscale een-
heid niet is op te lossen (vanwege hoofdelijke
aansprakelijkheid). Een ander bezwaar lijkt de
inflexibiliteit van de bestuursvorm: wat als een
derde partij wil toetreden?
In de coöperatieve vereniging lijken bovenge-
noemde problemen eerder op te lossen. De ‘consti-
tuerende partijen’ participeren in de vereniging
waarbij de coöperatie eigenaar wordt van het con-
cept kindcentrum. Partijen werken op basis van
gelijkwaardigheid samen en blijven verantwoorde-
lijk voor kwaliteit en vormgeving van hun eigen
werksoort en bijbehorende financiering.
Ook hier zullen een aantal juridische en fiscale
vragen verder moeten worden uitgezocht.
De Wit zet ze op een rij:
Pleidooi voor discussie en onderzoek
— afwegen van de twee voorkeursvarianten perso-
nele unie en coöperatieve vereniging
— uitzoeken van juridische en fiscale vraagstukken
— discussie met veld en overheden over scenario’s
en indien mogelijk de keuze voor een voorkeurs-
variant
— mogelijke aanpassing van sectorspecifieke en/of
fiscale regelgeving.
Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:43 Pagina 32
33
6. De werkagenda
Toelichting op de
werkagenda
In de werkagenda
zijn de uitkomsten
van het symposium
samengevat in
beknopte beschrij-
vingen van wat er
moet gebeuren en
wie dat moet gaan
doen.We lichten de
agendapunten en de
bijbehorende uit-
gangspunten op de
volgende pagina’s
nader toe.
Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:43 Pagina 33
Punt 1: Geef experimenten de ruimte
Momenteel worden er op diverse plaatsen in Neder-
land nieuwe arrangementen van onderwijs en opvang
ontwikkeld en soms ook al geïmplementeerd. Het is
zaak deze pioniers in onderwijs en kinderopvang te
ondersteunen, experimenten mogelijk te maken en de
weg vrij te maken van belemmeringen in termen van
beleid en regelgeving. Aandachtspunten zijn:
• proeftuinen/vrijplaatsen voor ontwikkeling en
invoering van verschillende modellen;
• indien nodig aanpassen van regelgeving, toezicht en
financieringsvoorwaarden (zie ook agendapunt 3);
• creëer mogelijkheden voor bundeling van financie-
ringsstromen;
• ruimere interpretatie van toezichtkader van de
betrokken inspecties en toewerken naar integraal
toezicht.
Punt 2: Monitoring, informatie & communicatie
Monitor de huidige innovatieve praktijk, identificeer
en beschrijf de werkzame modellen en zorg voor ver-
spreiding van kennis en informatie. Aandachtspunten
zijn:
• volg en evalueer de innovatie met een monitor
Nieuwe schooltijden;
• beschrijf modellen van nieuwe schooltijden en de rol
daarin van diverse partners;
• actieve communicatierol van het rijk in samenspel
met de branche, verspreiding van goede voorbeelden
en ervaring;
• accentueren van keuzevrijheid met betrekking tot
modellen;
• streven van lokaal maatwerk (stad-platteland; leer-
lingenpopulatie, wijk/ buurt etc);
• aanjagen van het lokale debat.
Punt 3: Pas de regelgeving aan
Aanpassing van de regelgeving, in casu de Wet kinder-
opvang wat betreft de definitie van BSO,VSO en TSO is
aan de orde. Het gaat om:
• de omschrijving van BSO als zijnde opvang voor en
na schooltijd past niet meer overal. Nieuwe tijden-
modellen vragen om flexibele inzet van BSO-uren op
de dag, onder meer in het kader van het bioritme
model / verlengde middagpauze;
• heroriëntatie op de vorm en verantwoordelijkheden
voor opvang vóór schooltijd (VSO);
• heroriëntatie op TSO als belangrijke schakel in het
dagarrangement.
Punt 4: Maak een soepele overgangsregeling voor
scholen
Scholen zitten vast aan een minimum van 7520 uur
onderwijstijd over acht schooljaren. Schoolbrede
invoering van nieuwe tijden betreft ook leerlingen die
in de onderbouw relatief minder dan 940 uur per jaar
onderwijs hebben gehad en vereist derhalve:
• coulant omgaan met nieuwe (jaar-)urenverdelings-
tabel;
• creatief meedenken door de inspectie.
Punt 5: Wetenschappelijke onderbouwing
Stimuleer wetenschappelijk onderzoek naar effecten
van nieuwe schooltijden op kinderen, ouders, professi-
onals en werkgevers. Aandachtspunten zijn:
• beschrijving van bestaande pedagogische inzichten
over schooltijden;
• bundelen en stimuleren van relevante lopende
onderzoeksprogramma’s;
• opzet van een onderzoeksagenda voor pedagogische
onderbouwing van nieuwe modellen;
• kennisontwikkeling over effecten van aanpassing
van schooltijden op het welbevinden van kinderen,
34
Nieuwe tijden in onderwijs en opvang
De werkagenda
Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:43 Pagina 34
ouders, werknemers in de onderwijs- en opvang-
sector.
Punt 6: Ontwerp integrale bedrijfsmodellen
Integrale pedagogische basisvoorzieningen vereisen
integrale bedrijfsmodellen voor onderwijs en opvang.
• inventarisatie, verkenning en beschrijving van
diverse scenario’s: juridisch, bestuurlijk, organisato-
risch en financieel;
• in kaart brengen en wegnemen van belemmerende
regelgeving;
• stimuleren van lokale samenwerkingsvormen tussen
basisscholen en kinderopvangvoorzieningen.
Punt 7: Vergemakkelijk het aanstellen van combina-
tiefunctionarissen
Combinatiefuncties worden als een belangrijke
aanwinst beschouwd, met name wat betreft de
verbinding tussen de disciplines opvang en onderwijs.
De aanstelling ervan stuit echter nog steeds op
problemen. Men pleit derhalve voor:
• waar mogelijk opvolgen van de adviezen van de
Taskforce Combinatiefuncties voor combinatie-
functies in onderwijs en opvang;
• met name snel wegnemen van de BTW-heffing bij
detachering van personeel in combifuncties.
Punt 8: Bundel lokaal beleid en middelen
Inbedding in lokaal onderwijs- en jeugdbeleid is van
belang. Gemeenten kunnen het speelveld voor
opvang en onderwijs beter bespeelbaar maken, met
name door:
• verbinding te maken tussen lokaal onderwijs-,
welzijn-, sport- en cultuurbeleid (onder meer de
initiatieven verlengde leertijd, verlengde schooldag,
brede school);
• ontschotting van beleidsterreinen en afstemmen of
bundelen van financieringsstromen;
• de mogelijkheden en overlegstructuur van de Lokale
Educatieve Agenda (LEA) te benutten.
Punt 9: Stimuleer multifunctionele huisvesting
Integrale voorzieningen gedijen het beste onder één
dak. De ontwikkeling van multifunctionele accommo-
daties wordt belemmerd door te nauwe interpretatie
van het gemeentelijk onderwijshuisvestingsbeleid en
beleid ten aanzien van accommodaties voor welzijn,
sport en cultuur.
• stimuleer samenwerken onder één dak (in zowel
bestaande als nieuwe gebouwen);
• harmoniseer regelgeving voor verschillende functies
in één gebouw;
• ondersteun gemeenten bij de ontwikkeling van
integraal accommodatiebeleid.
Punt 10: Zet een stip op de horizon
De huidige schooltijden zullen op steeds grotere
schaal flexibeler worden ingezet, nieuwe dagarrange-
menten van onderwijs en opvang dienen zich aan. Er
is in dat verband behoefte aan een richtinggevend
kader, te formuleren door de rijksoverheid in overleg
met de betrokken partijen. Een heldere omschrijving
van het einddoel over 5 à 10 jaar, namelijk een geïnte-
greerde pedagogische basisvoorziening voor alle kin-
deren van 0-12 jaar. Belangrijke uitgangspunten zijn:
• de plicht om voorzieningen van uitstekende pedago-
gische kwaliteit te bieden;
• het recht van alle kinderen op maximale ontplooiing
van hun talenten;
• een toegankelijk aanbod voor alle kinderen, niet
alleen voor kinderen van werkende ouders, geen
doelgroepenonderscheid;
• het principe van ongedeeld spelen, leren en ontwik-
kelen.
35
Nieuwe tijden in onderwijs en opvang
De werkagenda
Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:43 Pagina 35
36
Nieuwe tijden in onderwijs en opvang
Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:43 Pagina 36
Anki Duin en Michiel van der Grinten
De brede aandacht voor het symposium en de uitkomsten ervan maken duidelijk dat het
maatschappelijk debat over vernieuwing van de pedagogische infrastructuur in Nederland
is geopend5
. De huidige schooltijden mogen op de helling en de weg kan worden vrijge-
maakt voor de ontwikkeling en invoering van nieuwe modellen voor onderwijs en opvang. In
welke vorm en op welke schaal dat proces de komende jaren gestalte gaat krijgen is op dit
moment nog moeilijk te voorspellen. Aan ambitie en inspiratie in het veld ontbreekt het in
ieder geval niet. Uit de werkagenda komt naar voren dat de rijksoverheid nu de kans heeft
om het momentum te benutten door samen met gemeenten en inspecties ruim baan te
maken voor innovaties en experimenten en door ondersteuning te bieden in de vorm van
monitoring, onderzoek en communicatie.
Één van de uitdagingen in dat verband betreft het opnieuw inrichten van het speelveld. De
invoering van nieuwe tijden voor onderwijs en opvang raakt aan een groot scala van
beleidslijnen die de afgelopen jaren vanuit verschillende departementen min of meer
separaat zijn ingezet of ondersteund. De opkomst van brede scholen en multifunctionele
accommodaties bijvoorbeeld is in dit verband uiterst relevant, evenals de invoering van
combinatiefuncties voor sport en cultuur. Hetzelfde geldt voor voor- en vroegschoolse
educatie en de harmonisatie van kinderopvang en peuterspeelzalen.Toch lijkt de discussie
over school- en opvangtijden vooralsnog aan deze velden voorbij te zijn gegaan. Om te
voorkomen de uitvoerende partijen op lokaal niveau verstrikt raken in uiteenlopende of
tegenstrijdige opdrachten is het zaak om op landelijk niveau de inspanningen op de diverse
velden te verbinden en op één lijn brengen.
Een andere uitdaging betreft de mate waarin het rijk inhoudelijk sturing geeft. De bood-
schap van het symposium is helder: de vernieuwing die nu in het veld wordt gerealiseerd,
verdient ondersteuning. Er is een duidelijke behoefte aan een stip op de horizon, een
behoefte aan een heldere beschrijving wat dat is“een pedagogische basisvoorziening voor
alle kinderen van 0-12 jaar van uitstekende kwaliteit”. De rijksoverheid kan daarin haar rol
nemen en samen met het veld een koers uitzetten en daarmee het beginpunt markeren van
een maatschappelijke innovatie met verstrekkende gevolgen voor kinderen en ouders. De
Werkagenda in deze brochure – het advies van het veld aan het kabinet – biedt daarvoor een
uitstekend vertrekpunt.
37
7. Toekomstperspectief
5 Zie ook de publicaties in de media, hoofdstuk 6.
Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:43 Pagina 37
“De huidige schooltijden moeten op de helling”
Alexander Rinnooy Kan, voorzitter van de Sociaal
Economische Raad
De huidige schooltijden moeten op de helling. Het is
hoog tijd voor modernisering. Nederlandse rege-
lingen schieten ernstig tekort waardoor veel talent
wordt verkwist en dat kunnen we ons niet meer per-
mitteren. Nog voor de volgende kabinetsformatie
moeten er flinke stappen worden gezet op weg naar
een stabiele omgeving waarin kinderen van 0 tot 12
jaar zich optimaal kunnen ontplooien, aldus SER-
voorzitter Alexander Rinnooy Kan.
Het moderne gezin vraagt om andere tijden
Net als eerdere sprekers benadrukt Rinnooy Kan
dat de traditionele schooltijden een overblijfsel zijn
uit de tijd van voor de industriële revolutie, geënt op
het gezinsmodel waarin de moeder overdag klaar-
staat voor de kinderen en het huishouden. Maar
steeds meer huishoudens voldoen niet meer aan dat
beeld: er is een groeiend aantal alleenstaande ouders
en tweeverdieners. Als beide ouders werken vol-
doen de schooltijden niet meer.
Investeren in toekomstige generaties
Het sociaal economische belang van goede kind-
voorzieningen is ongelooflijk belangrijk. Nederland
kan het zich niet permitteren om het talent van kin-
deren niet maximaal te ontwikkelen. Taalachter-
standen, sociale uitsluiting, schooluitval…..dat alles
staat haaks op het idee van actieve participatie.
Integrale voorzieningen waarin kennisontwikkeling,
sport, cultuur, welzijn en zorg hand in hand gaan,
kunnen de ontplooiingskansen van kinderen en hun
maatschappelijke integratie bevorderen. Investeren
in kinderen en kindvoorzieningen is investeren in de
toekomst.
Iedereen is nodig
De SER heeft in een recent advies aandacht
gevraagd voor het belang van voldoende adequaat
opgeleide en breed inzetbare mensen om de concur-
rentie met opkomende economieën aan te kunnen.
De dreigende krapte op de arbeidsmarkt, zeker ook
in publieke sectoren als opvang en onderwijs, vraagt
om inzetbaarheid en actieve participatie van zoveel
mensen in het arbeidsproces. Dus ook van vaders
en moeders van jonge schoolgaande kinderen. Aan-
passing van schooltijden kan moeders over de streep
halen meer uren te werken; bedrijven kunnen de
mogelijkheden uitbreiden om werktijden flexibel in
te delen.
Geen woorden maar daden
Rinnooy Kan vindt het tempo van de modernisering
van onderwijs en opvang te laag. Er zijn flinke
stappen nodig. De wil in het veld is er, maar de weg
nog niet. Juist de rijksoverheid zou ruim baan
moeten bieden aan die organisaties die inzetten op
vernieuwing, maar die daarbij nog 20e
eeuws
gedachtegoed, structuren, regels en wetgeving op
hun pad vinden. De SER toont zich bereid om
advies uit te brengen over het tijdenvraagstuk. Rin-
nooy Kan riep staatssecretaris Dijksma op om onder
het motto ‘geen woorden maar daden’ voortvarend
met de werkagenda aan de slag te gaan.
38
Nieuwe tijden in onderwijs en opvang
Toekomstperspectief
Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:43 Pagina 38
Relevante publicaties
• Argumentenkaart Schooltijden, een uitgave van het
project Andere Tijden in onderwijs en opvang, mei
2009
• Biologisch ritme en schoolprogramma, Nederlands
Jeugdinstituut, april 2005
• Kansen voor Kinderen, stichting Archipel, november
2008
• De KindAgenda, kwalitijd voor het kind, stuurgroep
de KindAgenda Hilversum, december 2008
• School met de vijf O’s , Nederlands Jeugd Instituut ,
juli 2008
• De Sterrenschool, kaartenboek over het concept ster-
renschool, de Argumentenfabriek, 2008
• DVD Ouders over schooltijden, project Andere Tijden
in onderwijs en opvang, september 2009
Aandacht in de media, naar aanleiding van het sym-
posium:
• SER:“Grote schoolvakantie is ouderwets”(Trouw,
2009)
• “Schooltijden moeten op de helling”(De Twentsche
Courant Tubantia, mei 2009)
• “Snel aanpassing schooltijd”(De Gelderlander, 2009)
• “Schooltijden: botsing oude vormen en nieuwe
gedachten”(Bredeschool.nl, mei 2009)
Organisaties
• Project Andere Tijden in onderwijs en opvang, initia-
tief van VOS/ABB, Mogroep Kinderopvang, BOPinK,
het Kinderopvangfonds. Ondersteunt scholen bij
overgang naar nieuwe schooltijden, verspreidt good
practices en organiseert masterclasses en stimuleert
het debat in het veld en de publieke discussie. Con-
tact via anderetijdeninonderwijsenopvang@xs4all.nl
• Netwerkbureau Kinderopvang, begeleidt in opdracht
van het ministerie van OCW scholen en kinderopvan-
gorganisaties in de realisatie van voldoende buiten-
schoolse opvang. Contact via
www.netwerkbureaukinderopvang.nl
• Nederlands Jeugd instituut, Expertisecentrum over
jeugd en opvoeding. Contact via ww.nji.nl
• ECO3, Het Expertisecentrum Ontwikkeling, Opvang
en Onderwijs voor 0-12 jarigen. Contact via
www.eco3.nl
• Stuurgroep de KindAgenda, gezamenlijke schoolbe-
sturen en SKH kinderopvang die proces naar 5 gelijke
dagenmodel in Hilversum begeleidt. Contact via
www.kindagenda.nl
• Oberon, onderzoeks- en adviesbureau voor de onder-
wijs- en welzijnssector. Contact via www.oberon.eu
39
8. Relevante Informatie
Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:43 Pagina 39
Websites
• www.anderetijdeninonderwijsenopvang.nl
• www.bredeschool.nl
• www.eco3.nl
• www.hetkinderopvangfonds.nl
• www.hetmeesterwerk.nl
• www.kindagenda.nl
• www.minocw.nl
• www.minszw.nl
• www.netwerkbureaukinderopvang.nl
• www.nji.nl/bredeschool
• www.oberon.eu
• www.sterrenschool.nl
• www.taskforce-deeltijdplus.nl
• www.werkendeouders.nl
40
Nieuwe tijden in onderwijs en opvang
Relevante Informatie
Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:43 Pagina 40
COLOFON
Opdrachtgevers:
Ministerie van OCW en Ministerie van SZW
Uitgave:
Oberon & Duin projectmanagement
Samenstelling:
Michiel van der Grinten (Oberon)
Anki Duin (Duin Projectmanagement)
Vormgeving:
Cas de Vries, Dvada, Utrecht
Fotografie:
Sijmen Hendriks
Druk
USP bv, Utrecht
ISBN
978 90 77737 51 4
© 2009 Oberon & Duin projectmanagement
Niets van deze uitgave mag verveelvoudigd worden, op wat voor wijze dan ook, of opgeslagen worden in een
gegevensbestand zonder voorafgaande schriftelijke toestemming.
Oberon-NieuweTijden-omslagDEF 16-09-2009 11:39 Pagina 3
onderzoek & advies
postbus 1423
3500 bk utrecht
tel. : 030 - 230 60 90
fax : 030 - 230 60 80
e-mail : info@oberon.eu
internet :www.oberon.eu
onderzoek & advies
Voor u ligt de brochure Nieuwe tijden in onderwijs en opvang. Het kabinet wil het voor
mannen en vrouwen met kinderen makkelijker maken om werk en zorg te combineren.
Een sluitend arrangement van onderwijs, voor-, tussen- en naschoolse opvang en
vrijetijdsactiviteiten zoals sport en cultuur, is hierbij van belang. Het bevordert de
ontwikkelingskansen van kinderen en stelt beide ouders in staat te werken. Op het
symposium Naar nieuwe tijden in onderwijs en opvang zijn de contouren van die
infrastructuur verkend. Vertegenwoordigers van onderwijs, kinderopvang, ouders,
werkgevers,werknemers en wetenschappers hebben voor de regering een werkagenda
voor de komende jaren opgesteld. In deze brochure zijn de uitkomsten van het
symposium op overzichtelijke wijze gerangschikt. De brochure bevat goede praktijk-
voorbeelden, toespraken, citaten en natuurlijk ook de werkagenda zelf, voorzien van
een toelichting. Achterin zijn overzichten opgenomen van relevante websites,
organisaties en publicaties.Op het symposium is ook de Argumentenkaart Schooltijden
gepresenteerd. De brochure en de Argumentenkaart zijn gratis (exclusief verzendkos-
ten) verkrijgbaar bij Oberon.
In opdracht van
en
Oberon-NieuweTijden-omslagDEF 16-09-2009 11:40 Pagina 4

Weitere ähnliche Inhalte

Was ist angesagt?

Praktische adviezen (1)
Praktische adviezen (1)Praktische adviezen (1)
Praktische adviezen (1)AndereTijden
 
Kamerbrief over flexibilisering onderwijstijd primair onderwijs
Kamerbrief over flexibilisering onderwijstijd primair onderwijsKamerbrief over flexibilisering onderwijstijd primair onderwijs
Kamerbrief over flexibilisering onderwijstijd primair onderwijsAndereTijden
 
05 schooltijden en biologisch ritme. l. schreuder mei 2013
05 schooltijden en biologisch ritme. l. schreuder   mei 201305 schooltijden en biologisch ritme. l. schreuder   mei 2013
05 schooltijden en biologisch ritme. l. schreuder mei 2013AndereTijden
 
Totstandkoming en werking van continuroosters in het basisonderwijs. Nijmegen...
Totstandkoming en werking van continuroosters in het basisonderwijs. Nijmegen...Totstandkoming en werking van continuroosters in het basisonderwijs. Nijmegen...
Totstandkoming en werking van continuroosters in het basisonderwijs. Nijmegen...Frederik Smit
 
20150611 rapportage nieuwe-schooltijden-in-het-basisonderwijs-9-juni-2015
20150611 rapportage nieuwe-schooltijden-in-het-basisonderwijs-9-juni-201520150611 rapportage nieuwe-schooltijden-in-het-basisonderwijs-9-juni-2015
20150611 rapportage nieuwe-schooltijden-in-het-basisonderwijs-9-juni-2015AndereTijden
 
Geert Driessen et al. (2010) Variatie in schooltijden
 Geert Driessen et al. (2010) Variatie in schooltijden Geert Driessen et al. (2010) Variatie in schooltijden
Geert Driessen et al. (2010) Variatie in schooltijdenDriessen Research
 
Kinderen kansen bieden
Kinderen kansen biedenKinderen kansen bieden
Kinderen kansen biedenSTAMM CMO
 
Miljardeninjectie in het onderwijs en sleutelrol medezeggenschap
Miljardeninjectie in het onderwijs en sleutelrol medezeggenschapMiljardeninjectie in het onderwijs en sleutelrol medezeggenschap
Miljardeninjectie in het onderwijs en sleutelrol medezeggenschapFrederik Smit
 
Het succes van gezinsklassen. Krachtige besluiten door kampvuurgesprekken
Het succes van gezinsklassen. Krachtige besluiten door kampvuurgesprekkenHet succes van gezinsklassen. Krachtige besluiten door kampvuurgesprekken
Het succes van gezinsklassen. Krachtige besluiten door kampvuurgesprekkenFrederik Smit
 
De opmars van de schoolhond. Zorgt Charlie voor meer vrolijkheid en werkgeluk?
De opmars van de schoolhond. Zorgt Charlie voor meer vrolijkheid en werkgeluk?De opmars van de schoolhond. Zorgt Charlie voor meer vrolijkheid en werkgeluk?
De opmars van de schoolhond. Zorgt Charlie voor meer vrolijkheid en werkgeluk?Frederik Smit
 
Oudercrches stephanie de-smet
Oudercrches stephanie de-smetOudercrches stephanie de-smet
Oudercrches stephanie de-smetoatao
 
Mondkapjes, spatmaskers en schermen. Veilig leren en werken in het voortgezet...
Mondkapjes, spatmaskers en schermen. Veilig leren en werken in het voortgezet...Mondkapjes, spatmaskers en schermen. Veilig leren en werken in het voortgezet...
Mondkapjes, spatmaskers en schermen. Veilig leren en werken in het voortgezet...Frederik Smit
 
Positionpaper kinderopvang onderwijs_welzijn_def1 mei 2013
Positionpaper kinderopvang onderwijs_welzijn_def1 mei 2013Positionpaper kinderopvang onderwijs_welzijn_def1 mei 2013
Positionpaper kinderopvang onderwijs_welzijn_def1 mei 2013AndereTijden
 
Schoolgids t_startblok_2012-2013
Schoolgids  t_startblok_2012-2013Schoolgids  t_startblok_2012-2013
Schoolgids t_startblok_2012-2013websitestartblok
 
Folder Masterclasses
Folder MasterclassesFolder Masterclasses
Folder MasterclassesMariscaBoer
 
(G)MR-leden pakken hun rol tijdens de coronacrisis. Aanpak vereist maatwerk
(G)MR-leden pakken hun rol tijdens de coronacrisis. Aanpak vereist maatwerk(G)MR-leden pakken hun rol tijdens de coronacrisis. Aanpak vereist maatwerk
(G)MR-leden pakken hun rol tijdens de coronacrisis. Aanpak vereist maatwerkFrederik Smit
 
De leraar of de leerling centraal? Concepten voor gelukkig werken en leren
De leraar of de leerling centraal? Concepten voor gelukkig werken en lerenDe leraar of de leerling centraal? Concepten voor gelukkig werken en leren
De leraar of de leerling centraal? Concepten voor gelukkig werken en lerenFrederik Smit
 
Boek pedagogisch kader kindercentra 0 4jr
Boek  pedagogisch kader kindercentra 0 4jrBoek  pedagogisch kader kindercentra 0 4jr
Boek pedagogisch kader kindercentra 0 4jroatao
 
De bijlesindustrie. Kunnen we nog zonder?
De bijlesindustrie. Kunnen we nog zonder? De bijlesindustrie. Kunnen we nog zonder?
De bijlesindustrie. Kunnen we nog zonder? Frederik Smit
 

Was ist angesagt? (20)

Praktische adviezen (1)
Praktische adviezen (1)Praktische adviezen (1)
Praktische adviezen (1)
 
Kamerbrief over flexibilisering onderwijstijd primair onderwijs
Kamerbrief over flexibilisering onderwijstijd primair onderwijsKamerbrief over flexibilisering onderwijstijd primair onderwijs
Kamerbrief over flexibilisering onderwijstijd primair onderwijs
 
05 schooltijden en biologisch ritme. l. schreuder mei 2013
05 schooltijden en biologisch ritme. l. schreuder   mei 201305 schooltijden en biologisch ritme. l. schreuder   mei 2013
05 schooltijden en biologisch ritme. l. schreuder mei 2013
 
Totstandkoming en werking van continuroosters in het basisonderwijs. Nijmegen...
Totstandkoming en werking van continuroosters in het basisonderwijs. Nijmegen...Totstandkoming en werking van continuroosters in het basisonderwijs. Nijmegen...
Totstandkoming en werking van continuroosters in het basisonderwijs. Nijmegen...
 
20150611 rapportage nieuwe-schooltijden-in-het-basisonderwijs-9-juni-2015
20150611 rapportage nieuwe-schooltijden-in-het-basisonderwijs-9-juni-201520150611 rapportage nieuwe-schooltijden-in-het-basisonderwijs-9-juni-2015
20150611 rapportage nieuwe-schooltijden-in-het-basisonderwijs-9-juni-2015
 
Geert Driessen et al. (2010) Variatie in schooltijden
 Geert Driessen et al. (2010) Variatie in schooltijden Geert Driessen et al. (2010) Variatie in schooltijden
Geert Driessen et al. (2010) Variatie in schooltijden
 
Kinderen kansen bieden
Kinderen kansen biedenKinderen kansen bieden
Kinderen kansen bieden
 
Miljardeninjectie in het onderwijs en sleutelrol medezeggenschap
Miljardeninjectie in het onderwijs en sleutelrol medezeggenschapMiljardeninjectie in het onderwijs en sleutelrol medezeggenschap
Miljardeninjectie in het onderwijs en sleutelrol medezeggenschap
 
Het succes van gezinsklassen. Krachtige besluiten door kampvuurgesprekken
Het succes van gezinsklassen. Krachtige besluiten door kampvuurgesprekkenHet succes van gezinsklassen. Krachtige besluiten door kampvuurgesprekken
Het succes van gezinsklassen. Krachtige besluiten door kampvuurgesprekken
 
De opmars van de schoolhond. Zorgt Charlie voor meer vrolijkheid en werkgeluk?
De opmars van de schoolhond. Zorgt Charlie voor meer vrolijkheid en werkgeluk?De opmars van de schoolhond. Zorgt Charlie voor meer vrolijkheid en werkgeluk?
De opmars van de schoolhond. Zorgt Charlie voor meer vrolijkheid en werkgeluk?
 
Oudercrches stephanie de-smet
Oudercrches stephanie de-smetOudercrches stephanie de-smet
Oudercrches stephanie de-smet
 
Mondkapjes, spatmaskers en schermen. Veilig leren en werken in het voortgezet...
Mondkapjes, spatmaskers en schermen. Veilig leren en werken in het voortgezet...Mondkapjes, spatmaskers en schermen. Veilig leren en werken in het voortgezet...
Mondkapjes, spatmaskers en schermen. Veilig leren en werken in het voortgezet...
 
Folder Oudercomité 2011
Folder Oudercomité 2011Folder Oudercomité 2011
Folder Oudercomité 2011
 
Positionpaper kinderopvang onderwijs_welzijn_def1 mei 2013
Positionpaper kinderopvang onderwijs_welzijn_def1 mei 2013Positionpaper kinderopvang onderwijs_welzijn_def1 mei 2013
Positionpaper kinderopvang onderwijs_welzijn_def1 mei 2013
 
Schoolgids t_startblok_2012-2013
Schoolgids  t_startblok_2012-2013Schoolgids  t_startblok_2012-2013
Schoolgids t_startblok_2012-2013
 
Folder Masterclasses
Folder MasterclassesFolder Masterclasses
Folder Masterclasses
 
(G)MR-leden pakken hun rol tijdens de coronacrisis. Aanpak vereist maatwerk
(G)MR-leden pakken hun rol tijdens de coronacrisis. Aanpak vereist maatwerk(G)MR-leden pakken hun rol tijdens de coronacrisis. Aanpak vereist maatwerk
(G)MR-leden pakken hun rol tijdens de coronacrisis. Aanpak vereist maatwerk
 
De leraar of de leerling centraal? Concepten voor gelukkig werken en leren
De leraar of de leerling centraal? Concepten voor gelukkig werken en lerenDe leraar of de leerling centraal? Concepten voor gelukkig werken en leren
De leraar of de leerling centraal? Concepten voor gelukkig werken en leren
 
Boek pedagogisch kader kindercentra 0 4jr
Boek  pedagogisch kader kindercentra 0 4jrBoek  pedagogisch kader kindercentra 0 4jr
Boek pedagogisch kader kindercentra 0 4jr
 
De bijlesindustrie. Kunnen we nog zonder?
De bijlesindustrie. Kunnen we nog zonder? De bijlesindustrie. Kunnen we nog zonder?
De bijlesindustrie. Kunnen we nog zonder?
 

Ähnlich wie Oberon nieuwe tijden mei 2013

Andere tijden in het onderwijs
Andere tijden in het onderwijsAndere tijden in het onderwijs
Andere tijden in het onderwijsFrederik Smit
 
Stand van zaken integrale kindcentra februari 2013 docx
Stand van zaken integrale kindcentra februari 2013 docxStand van zaken integrale kindcentra februari 2013 docx
Stand van zaken integrale kindcentra februari 2013 docxAndereTijden
 
Dat_kan_bij_ons_niet
Dat_kan_bij_ons_nietDat_kan_bij_ons_niet
Dat_kan_bij_ons_nietHanno Ambaum
 
Reader 121022 definitief
Reader 121022 definitiefReader 121022 definitief
Reader 121022 definitiefAndereTijden
 
Reader 121022 definitief
Reader 121022 definitiefReader 121022 definitief
Reader 121022 definitiefAndereTijden
 
O4nt onderwijsconcept
O4nt onderwijsconceptO4nt onderwijsconcept
O4nt onderwijsconceptAndereTijden
 
Eten op scholen, 2005-2012
Eten op scholen, 2005-2012Eten op scholen, 2005-2012
Eten op scholen, 2005-2012tijdvooreten
 
Directe democratie op scholen voor persoonlijk onderwijs. 'Bij ons is de mr v...
Directe democratie op scholen voor persoonlijk onderwijs. 'Bij ons is de mr v...Directe democratie op scholen voor persoonlijk onderwijs. 'Bij ons is de mr v...
Directe democratie op scholen voor persoonlijk onderwijs. 'Bij ons is de mr v...Frederik Smit
 
Fredrik Smit & Geert Driessen (2008) MRMag Geruisloze revolutie in het basis...
Fredrik  Smit & Geert Driessen (2008) MRMag Geruisloze revolutie in het basis...Fredrik  Smit & Geert Driessen (2008) MRMag Geruisloze revolutie in het basis...
Fredrik Smit & Geert Driessen (2008) MRMag Geruisloze revolutie in het basis...Driessen Research
 
Pitch flexibel werken
Pitch flexibel werkenPitch flexibel werken
Pitch flexibel werkenAn0ukEckhardt
 
krantartikel Zeeuws vlaamse IKC's 3 december 2015
krantartikel Zeeuws vlaamse IKC's 3 december 2015krantartikel Zeeuws vlaamse IKC's 3 december 2015
krantartikel Zeeuws vlaamse IKC's 3 december 2015Monique Berkhout
 
Presentatie Claire Boonstra april 2015 plus ondertitels
Presentatie Claire Boonstra april 2015 plus ondertitelsPresentatie Claire Boonstra april 2015 plus ondertitels
Presentatie Claire Boonstra april 2015 plus ondertitelsClaire Boonstra
 
De Gezonde Basisschool van de Toekomst
De Gezonde Basisschool van de ToekomstDe Gezonde Basisschool van de Toekomst
De Gezonde Basisschool van de ToekomstDeVerwonderingVoorne
 
Opmaak som nieuwsbrief 16 juli
Opmaak som nieuwsbrief 16 juliOpmaak som nieuwsbrief 16 juli
Opmaak som nieuwsbrief 16 juliWendy van Rooden
 

Ähnlich wie Oberon nieuwe tijden mei 2013 (20)

Slimfit op 't Venne
Slimfit op 't VenneSlimfit op 't Venne
Slimfit op 't Venne
 
Andere tijden in het onderwijs
Andere tijden in het onderwijsAndere tijden in het onderwijs
Andere tijden in het onderwijs
 
Stand van zaken integrale kindcentra februari 2013 docx
Stand van zaken integrale kindcentra februari 2013 docxStand van zaken integrale kindcentra februari 2013 docx
Stand van zaken integrale kindcentra februari 2013 docx
 
Sterrenpabo
SterrenpaboSterrenpabo
Sterrenpabo
 
Dat_kan_bij_ons_niet
Dat_kan_bij_ons_nietDat_kan_bij_ons_niet
Dat_kan_bij_ons_niet
 
Scholen_om_van_te_leren
Scholen_om_van_te_lerenScholen_om_van_te_leren
Scholen_om_van_te_leren
 
Reader 121022 definitief
Reader 121022 definitiefReader 121022 definitief
Reader 121022 definitief
 
Reader 121022 definitief
Reader 121022 definitiefReader 121022 definitief
Reader 121022 definitief
 
O4nt onderwijsconcept
O4nt onderwijsconceptO4nt onderwijsconcept
O4nt onderwijsconcept
 
Eten op scholen, 2005-2012
Eten op scholen, 2005-2012Eten op scholen, 2005-2012
Eten op scholen, 2005-2012
 
Directe democratie op scholen voor persoonlijk onderwijs. 'Bij ons is de mr v...
Directe democratie op scholen voor persoonlijk onderwijs. 'Bij ons is de mr v...Directe democratie op scholen voor persoonlijk onderwijs. 'Bij ons is de mr v...
Directe democratie op scholen voor persoonlijk onderwijs. 'Bij ons is de mr v...
 
Som nieuwsbrief april2011
Som nieuwsbrief april2011Som nieuwsbrief april2011
Som nieuwsbrief april2011
 
Som nieuwsbrief april2011
Som nieuwsbrief april2011Som nieuwsbrief april2011
Som nieuwsbrief april2011
 
Fredrik Smit & Geert Driessen (2008) MRMag Geruisloze revolutie in het basis...
Fredrik  Smit & Geert Driessen (2008) MRMag Geruisloze revolutie in het basis...Fredrik  Smit & Geert Driessen (2008) MRMag Geruisloze revolutie in het basis...
Fredrik Smit & Geert Driessen (2008) MRMag Geruisloze revolutie in het basis...
 
Pitch flexibel werken
Pitch flexibel werkenPitch flexibel werken
Pitch flexibel werken
 
krantartikel Zeeuws vlaamse IKC's 3 december 2015
krantartikel Zeeuws vlaamse IKC's 3 december 2015krantartikel Zeeuws vlaamse IKC's 3 december 2015
krantartikel Zeeuws vlaamse IKC's 3 december 2015
 
Presentatie Claire Boonstra april 2015 plus ondertitels
Presentatie Claire Boonstra april 2015 plus ondertitelsPresentatie Claire Boonstra april 2015 plus ondertitels
Presentatie Claire Boonstra april 2015 plus ondertitels
 
De Gezonde Basisschool van de Toekomst
De Gezonde Basisschool van de ToekomstDe Gezonde Basisschool van de Toekomst
De Gezonde Basisschool van de Toekomst
 
Kopkrant feb '16-2
Kopkrant feb '16-2Kopkrant feb '16-2
Kopkrant feb '16-2
 
Opmaak som nieuwsbrief 16 juli
Opmaak som nieuwsbrief 16 juliOpmaak som nieuwsbrief 16 juli
Opmaak som nieuwsbrief 16 juli
 

Mehr von AndereTijden

Verlenging experiment flexibele onderwijstijd
Verlenging experiment flexibele onderwijstijdVerlenging experiment flexibele onderwijstijd
Verlenging experiment flexibele onderwijstijdAndereTijden
 
20150518 verslag cao po
20150518 verslag cao po20150518 verslag cao po
20150518 verslag cao poAndereTijden
 
Fundamenteel anders
Fundamenteel andersFundamenteel anders
Fundamenteel andersAndereTijden
 
In balans jeannette doornenbal
In balans   jeannette doornenbalIn balans   jeannette doornenbal
In balans jeannette doornenbalAndereTijden
 
Manifest kies nu voor kinderen 120625
Manifest kies nu voor kinderen 120625Manifest kies nu voor kinderen 120625
Manifest kies nu voor kinderen 120625AndereTijden
 
Manifest kies nu voor kinderen 120625
Manifest kies nu voor kinderen 120625Manifest kies nu voor kinderen 120625
Manifest kies nu voor kinderen 120625AndereTijden
 
Bizhub c20 130313153733_0001
Bizhub c20 130313153733_0001Bizhub c20 130313153733_0001
Bizhub c20 130313153733_0001AndereTijden
 
Whitepaper spot leeuwendaal_2012
Whitepaper spot leeuwendaal_2012Whitepaper spot leeuwendaal_2012
Whitepaper spot leeuwendaal_2012AndereTijden
 
Kwaliteitskaart a4-wt02 def low res 12#372 lsbs
Kwaliteitskaart a4-wt02 def low res 12#372 lsbsKwaliteitskaart a4-wt02 def low res 12#372 lsbs
Kwaliteitskaart a4-wt02 def low res 12#372 lsbsAndereTijden
 
Persbericht kwaliteitskaart
Persbericht kwaliteitskaartPersbericht kwaliteitskaart
Persbericht kwaliteitskaartAndereTijden
 
Akte oprichting vereniging ikc
Akte oprichting vereniging ikcAkte oprichting vereniging ikc
Akte oprichting vereniging ikcAndereTijden
 
2011 33 de-waarde_van_kinderopvang
2011 33 de-waarde_van_kinderopvang2011 33 de-waarde_van_kinderopvang
2011 33 de-waarde_van_kinderopvangAndereTijden
 
Ser ontwerpadvies tijden van de samenleving
Ser ontwerpadvies tijden van de samenlevingSer ontwerpadvies tijden van de samenleving
Ser ontwerpadvies tijden van de samenlevingAndereTijden
 
19112010 berenschot onderzoeksrapport_bestuurlijk_juridische_vormgeving_po-ko...
19112010 berenschot onderzoeksrapport_bestuurlijk_juridische_vormgeving_po-ko...19112010 berenschot onderzoeksrapport_bestuurlijk_juridische_vormgeving_po-ko...
19112010 berenschot onderzoeksrapport_bestuurlijk_juridische_vormgeving_po-ko...AndereTijden
 
Wethouders aan het woord resultatennulmeting 0911
Wethouders aan het woord   resultatennulmeting 0911Wethouders aan het woord   resultatennulmeting 0911
Wethouders aan het woord resultatennulmeting 0911AndereTijden
 
7326 cao po-tekst_2009_13_mei_2009
7326 cao po-tekst_2009_13_mei_20097326 cao po-tekst_2009_13_mei_2009
7326 cao po-tekst_2009_13_mei_2009AndereTijden
 
Internationaal onderzoek variatie_in_schooltijden_its
Internationaal onderzoek variatie_in_schooltijden_itsInternationaal onderzoek variatie_in_schooltijden_its
Internationaal onderzoek variatie_in_schooltijden_itsAndereTijden
 

Mehr von AndereTijden (19)

Verlenging experiment flexibele onderwijstijd
Verlenging experiment flexibele onderwijstijdVerlenging experiment flexibele onderwijstijd
Verlenging experiment flexibele onderwijstijd
 
20150518 verslag cao po
20150518 verslag cao po20150518 verslag cao po
20150518 verslag cao po
 
Fundamenteel anders
Fundamenteel andersFundamenteel anders
Fundamenteel anders
 
In balans jeannette doornenbal
In balans   jeannette doornenbalIn balans   jeannette doornenbal
In balans jeannette doornenbal
 
Manifest kies nu voor kinderen 120625
Manifest kies nu voor kinderen 120625Manifest kies nu voor kinderen 120625
Manifest kies nu voor kinderen 120625
 
Manifest kies nu voor kinderen 120625
Manifest kies nu voor kinderen 120625Manifest kies nu voor kinderen 120625
Manifest kies nu voor kinderen 120625
 
Test bestand LWD
Test bestand LWDTest bestand LWD
Test bestand LWD
 
Bizhub c20 130313153733_0001
Bizhub c20 130313153733_0001Bizhub c20 130313153733_0001
Bizhub c20 130313153733_0001
 
Whitepaper spot leeuwendaal_2012
Whitepaper spot leeuwendaal_2012Whitepaper spot leeuwendaal_2012
Whitepaper spot leeuwendaal_2012
 
Kwaliteitskaart a4-wt02 def low res 12#372 lsbs
Kwaliteitskaart a4-wt02 def low res 12#372 lsbsKwaliteitskaart a4-wt02 def low res 12#372 lsbs
Kwaliteitskaart a4-wt02 def low res 12#372 lsbs
 
Persbericht kwaliteitskaart
Persbericht kwaliteitskaartPersbericht kwaliteitskaart
Persbericht kwaliteitskaart
 
Akte oprichting vereniging ikc
Akte oprichting vereniging ikcAkte oprichting vereniging ikc
Akte oprichting vereniging ikc
 
2011 33 de-waarde_van_kinderopvang
2011 33 de-waarde_van_kinderopvang2011 33 de-waarde_van_kinderopvang
2011 33 de-waarde_van_kinderopvang
 
Ser ontwerpadvies tijden van de samenleving
Ser ontwerpadvies tijden van de samenlevingSer ontwerpadvies tijden van de samenleving
Ser ontwerpadvies tijden van de samenleving
 
19112010 berenschot onderzoeksrapport_bestuurlijk_juridische_vormgeving_po-ko...
19112010 berenschot onderzoeksrapport_bestuurlijk_juridische_vormgeving_po-ko...19112010 berenschot onderzoeksrapport_bestuurlijk_juridische_vormgeving_po-ko...
19112010 berenschot onderzoeksrapport_bestuurlijk_juridische_vormgeving_po-ko...
 
Wethouders aan het woord resultatennulmeting 0911
Wethouders aan het woord   resultatennulmeting 0911Wethouders aan het woord   resultatennulmeting 0911
Wethouders aan het woord resultatennulmeting 0911
 
7326 cao po-tekst_2009_13_mei_2009
7326 cao po-tekst_2009_13_mei_20097326 cao po-tekst_2009_13_mei_2009
7326 cao po-tekst_2009_13_mei_2009
 
Internationaal onderzoek variatie_in_schooltijden_its
Internationaal onderzoek variatie_in_schooltijden_itsInternationaal onderzoek variatie_in_schooltijden_its
Internationaal onderzoek variatie_in_schooltijden_its
 
Bredeschool
BredeschoolBredeschool
Bredeschool
 

Oberon nieuwe tijden mei 2013

  • 1. Nieuwe tijden in onderwijs en opvang Een advies van het veld aan de regering Oberon-NieuweTijden-omslagDEF 16-09-2009 11:39 Pagina 1
  • 3. Utrecht, september 2009 Nieuwe tijden in onderwijs en opvang Een advies van het veld aan de regering Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:42 Pagina 1
  • 4. 1 Inleiding 3 2 Toespraak staatssecretaris Sharon Dijksma 5 3 Toespraak Staatssecretaris Jetta Klijnsma 9 4 Pedagogische kernwaarden en leidraden 13 5 Modellen voor nieuwe schooltijden 19 5.1 Schooltijden in Nederland: huidige situatie 19 5.2 Huidige schooltijden: knelpunten in kaart gebracht 22 5.3 Drie modellen van nieuwe tijden 23 6 De werkagenda 33 7 Toekomstperspectief 37 8 Relevante Informatie 39 Inhoudsopgave Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:42 Pagina 2
  • 5. 3 Het kabinet wil het voor mannen en vrouwen met kinderen makkelijker maken om werk en zorg te combineren. Een sluitend arrangement van onderwijs, voor-, tussen- en naschoolse opvang en vrijetijdsactiviteiten zoals sport en cultuur, is hierbij van belang1 . Het bevordert de ontwikkelingskansen van kinderen en stelt beide ouders in staat te werken. Op verzoek van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid hebben Oberon en Duin projectmanagement een symposium georganiseerd om de contouren van die infrastructuur af te tasten. Op het symposium Naar nieuwe tijden in onderwijs en opvang hebben vertegenwoordigers van onderwijs, kinderop- vang, ouders, werkgevers, werknemers en wetenschappers voor de komende jaren een werk- agenda voor de regering opgesteld2 . De werkagenda is een advies van het veld aan de regering om de weg vrij te maken voor experimenten en invoering van nieuwe modellen voor onderwijs en opvang voor kinderen van 0-12 jaar en hun ouders. Inmiddels is er veel vraag naar de uitkomsten van het symposium, naar informatie over nieuwe modellen en mogelijkheden om die te implementeren. Op het symposium is ook de Argumentenkaart Schooltijden gepresenteerd. De kaart is in opdracht van het project Andere Tijden in onder- wijs en opvang ontwikkeld als hulpmiddel voor ouders, leerkrachten, schoolbesturen en schoolleiders die de discussie over nieuwe schooltijden willen aangaan. In deze brochure hebben we de uitkomsten van het symposium voor u samengevat en gerangschikt.We openen met de toespraken van de staatssecretarissen Jetta Klijnsma (SZW) en Sharon Dijskma (OCW).Vervolgens treft u de voordracht aan van Jeanette Doornenbal, lector aan de Hanze Hogeschool in Groningen, over pedagogische kernwaarden en leidraden. Daarop volgt een overzicht van de knelpunten van de huidige schooltijden en een beschrijving van nieuwe tijdenmodellen, inclusief praktijkvoorbeelden en een samen- vatting van de bijdrage van Frank Kalshoven over de school die 52 weken per jaar open is. Vervolgens treft u de werkagenda aan, voorzien van een toelichting.We sluiten af met een korte schets van het toekomstperspectief en een slotpleidooi van Alexander Rinnooy Kan, de voorzitter van de SER. 1. Inleiding 1 Brief Sluitende dagarrangementen en tussenschoolse opvang (31322, nr. 36). 2 Symposium Naar nieuwe tijden voor onderwijs en opvang, 18 mei 2009, Pulchri studio Den Haag. Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:42 Pagina 3
  • 7. 2. Toespraak staatssecretaris Sharon Dijksma (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) Dames en heren, Dank voor deze werkagenda. En bedankt ook voor de positieve grondhouding, bij de zoek- tocht naar andere tijden in onderwijs en opvang, die tot die agenda geleid heeft. Wat vandaag allemaal op tafel is gekomen, en wat nu al een tijdje rond zoemt in het land, heeft naar mijn gevoel veel te maken met een botsing tussen oude vormen en nieuwe gedachten – als ik mag refereren aan een oud socialistisch strijdlied. De schooltijden van nu stammen uit een andere tijd. Uit de tijd van vóór de industriële revolutie, toen de meeste mensen nog leefden van de landbouw en kinderhanden hard nodig waren om de oogst binnen te halen. Uit de tijd, dat het gros van de mensen tussen de middag een warme maal- tijd at. Uit de tijd dus, dat lange zomervakanties en lange pauzes aansloten bij de behoeften van de mensen van toen.Wij, mensen van nu, hebben andere behoeften. En als ik een grote sprong in de geschiedenis mag maken, dan is het de motie Van Aartsen- Bos geweest, die ons in ons dagelijks leven de ruimte biedt om die behoeften na te leven.Want met die motie viel er voor ouders eindelijk echt iets te kiezen. En werd eindelijk afgerekend met de vanzelf- sprekende aanname, dat moeders elke dag thuis zijn om de kinderen na school op te vangen. (Uiteraard met het bekende kopje thee). Wat ook heeft geholpen en nog helpt, is de ontwikkeling van brede scholen. Gestimuleerd door OCW, maar in de praktijk van onderop vormgegeven, door scholen die actief maat- schappelijke partners zoeken. Een brede school in de wijk biedt optimale ontwikkelings- kansen voor kinderen. Zo’n school kan samenwerken met het consultatiebureau of een steunpunt voor opvoedingsvragen, of met de plaatselijke muziekschool of een voetbalclub. Niet voor niets heb ik de brede school wel eens de school van de onbegrensde mogelijk- heden genoemd. De school waar we onze eigentijdse Nederlandse droom waar kunnen maken: optimale ontwikkelingkansen voor kinderen bieden en ouders de kans geven werk en opvoeding te combineren. 5 Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:42 Pagina 5
  • 8. 6 Nieuwe tijden in onderwijs en opvang Toespraak staatssecretaris Sharon Dijksma Ik wil daarom de obstakels waar brede scholen nu tegen aan lopen uit de weg ruimen. Soms is het door ruimtegebrek voor brede scholen best moeilijk om zo veel functies te combi- neren. We hebben daar een regeling voor opgesteld, die eind april gelanceerd is. Per brede school is er maximaal een half miljoen beschikbaar om bestaande huisvesting uit te breiden of meer multifunctioneel in te richten. Aanvragen kunnen nog tot 30 juni 2009 worden ingediend – dus, zeg ik: maar daar gebruik van! We zien dat bij het vormgeven van nieuwe dagarrangementen, vaak brede scholen betrokken zijn. Maar brede school of niet, voor alle- maal geldt dat het niet eenvoudig is om tot een evenwichtige verdeling van onderwijs, opvang en andere activiteiten te komen. Het is een kwestie van passen en meten. Maatwerk, dus. Scholen kunnen zelf het beste bepalen wat voor hun het beste werkt. In samenspraak met ouders – dat hebben we ook vastgelegd in wetgeving over medezeggenschap. Soms heb je politieke macht nodig om iets gedaan te krijgen; om de randvoorwaarden te scheppen waaronder nieuwe initiatieven kunnen gedijen. Denk aan de motie Van Aartsen- Bos. Maar die initiatieven kunnen alleen maar aansluiten op de behoeften van de mensen die het aangaat, als die mensen zelf het heft in handen nemen. Ouders, schoolleiders, leraren, en kinderopvangondernemers dus, als het gaat om het organiseren van andere schooltijden en een aantrekkelijk dagarrangement. Zulke veranderingen moeten van onderop komen, willen ze succesvol worden. Dat is een van de lessen die we van Dijssel- bloem hebben geleerd. Betekent dit dat we als overheid niks meer doen? Natuurlijk niet. Scholen die aan de gang willen met een andere dagindeling, wil ik graag tegemoet komen. Daarom ga ik de komende tijd meer informatie over sluitende dagarrangementen ver- spreiden. Meer precies: kennis over goede voorbeelden, zodat scholen daaruit kunnen putten. Bovendien wordt er gewerkt aan een stappenplan, waarmee scholen straks heel gericht aan de slag kunnen bij het ontwerpen van een nieuwe dagindeling.Want laten we eerlijk zijn: daar komt wel het nodige bij kijken. Je bent daar niet zo een, twee, drie uit. Kin- deren, ouders, leraren en opvangmedewerkers moeten zich per slot van rekening senang voelen bij andere schooltijden. Ondanks dat het afwegen van wensen, behoeften en mogelijkheden een ingewikkelde Sudoku kan opleveren, zijn er inmiddels veel scholen die sluitende arrangementen bieden. Ze hebben een geheel in elkaar gesmeed, waarvan de onderdelen onderwijs, voor- tussen- en naschoolse opvang en sport en cultuur, een logische samenhang vertonen. U hebt voor- gesteld om onderzoek te doen naar wat nou een goede dagindeling is.Want gek genoeg hebben we dat nooit wetenschappelijk onderzocht.We weten dus helemaal niet of vijf kwartier pauze beter is dan drie kwartier. En of zes weken vakantie beter is dan vier. Uw Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:42 Pagina 6
  • 9. 7 Nieuwe tijden in onderwijs en opvang Toespraak staatssecretaris Sharon Dijksma suggestie om dat te onderzoeken, neem ik graag van u over. Maar ik wil dat ook koppelen aan de nieuwe praktijken met andere schooltijden. Want ook uit het reilen en zeilen van deze voorlopers kunnen we informatie winnen, waar navolgers hun voordeel mee kunnen doen. Bovendien wil ik die initiatieven, die goed onderbouwd zijn en in de startblokken staan, de kans geven om daadwerkelijk te starten. Juridisch zitten daar een paar haken en ogen aan, maar ik beloof u dat ik ga uitzoeken hoe we deze experimenteerruimte kunnen scheppen. Bij deze experimenten staat voor mij een zaak voorop: nieuwe dagarrangementen moeten de ontwikkelingskansen van kinderen bevorderen en de deelname aan de arbeids- markt door ouders niet belemmeren. Want daar is het ons uiteindelijk allemaal om te doen. Kinderen maximaal uitdagen en ouders maximaal in staat stellen om maatschappelijk mee te doen! De samenleving is veranderd. De tijden van de samenleving zijn veranderd. Nu de schooltijden nog, voor scholen die dat willen! Uw werkagenda is na vandaag ook de mijne.Vanaf nu zijn we partners in time! Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:42 Pagina 7
  • 10. 8 Nieuwe tijden in onderwijs en opvang Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:42 Pagina 8
  • 11. 9 Dames en heren, Het doet ook mij genoegen hier te mogen spreken voor een select gezelschap van mensen uit het onderwijs en de opvang, met ouders, werkgevers en werknemers, vertegenwoordi- gers van gemeenten en de mensen uit de wetenschap. Het is goed in dit gezelschap te kunnen praten over nieuwe tijden die aanstaande zijn in onderwijs en opvang. Het is bovendien goed om te zien dat ook aan u de veranderingen in de samenleving niet voorbij gaan en u daar tijdig op in wilt spelen.Waarbij het belang van het kind, van alle kinderen, voorop staat. Maar vooral voorop blìjft staan.Want er kan nog zoveel veranderen. Een kind kan alleen maar goed opgroeien als de thuissituatie goed is. Als de basis goed is. Als we beide ouders in staat stellen te werken, economische zelfstandig te zijn. Als gezorgd wordt voor goed onderwijs en goede opvang. Kortom als een goede dag- indeling voor het hele gezin de combinatie van arbeid en zorg niet in de weg staat. Economische zelfstandigheid van beide ouders is juist in tijden van deze crisis van belang. De crisis vindt namelijk vooral plaats in mannenberoepen. Kijk naar de cijfers van het afgelopen jaar en dan zien we een stijging van de werkloosheid onder mannen met 19.000, terwijl de werkloosheid onder vrouwen in diezelfde periode met 26.000 daalde. De econo- mische crisis treft dus mannen harder dan vrouwen. Economen voorspellen een structurele verschuiving in de economie van conjunctuurgevoelige beroepen, in industrie en vervoer waar veel mannen werken, naar de dienstverlening en de zorgverlening, die – traditioneel – vrouwvriendelijker is. En nu dus ook crisisbestendiger. Bijna 60 procent van alle vrouwen werkt momenteel. De meesten nog altijd in deeltijd. Maar het gemiddelde aantal uren stijgt. Wat we ook zien is dat door de recessie meer vrouwen op zoek naar werk gaan. Dat was in het verleden, bij eerdere recessies ook het geval. Uit nood geboren om het bedreigde gezins- inkomen veilig te stellen. Maar ook lijken vrouwen zich door de recessie meer bewust te worden dat het niet noodzakelijk is dat zij altijd om drie uur op het schoolplein staan en dat zij een belangrijke rol kunnen en moeten spelen in het gezinsinkomen. De crisis bewijst dus het belang van economische zelfstandigheid van vrouwen en van de Taskforce deeltijdplus. Ook moeten we op langere termijn rekening houden met vergrijzing en toenemende 3. Toespraak Staatssecretaris Jetta Klijnsma (Sociale Zaken enWerkgelegenheid) Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:42 Pagina 9
  • 12. 10 Nieuwe tijden in onderwijs en opvang personeelstekorten in bepaalde sectoren. Ook deze crisis houdt een keer op.We krijgen hoe dan ook te maken met een vergrijsde samenleving. Met een grote uitstroom van arbeids- krachten die onherroepelijk tot krapte op de arbeidsmarkt zal leiden. Ook daarom is grotere arbeidsdeelname van vrouwen van belang. Als we daarop anticiperen, laten we dan tegelijkertijd het economisch herstel benutten voor een betere verdeling van betaalde en onbetaalde arbeid. De bestaande hindernissen die mannen en vrouwen ondervinden als ze de taken binnen- en buitenshuis beter willen verdelen, moeten we weghalen. Daarbij spelen veel onderwerpen een rol: verlof, arbeidstijden en flexibiliteit. Er is momenteel een enorm woud aan verlof- regelingen. We hebben de ene regeling op de andere gestapeld. In wetten, in cao’s en op andere manieren. Het is hoog tijd voor een modernisering, voor flexibilisering van de bestaande regelingen voor verlof. Eigen invloed op werktijden is eveneens belangrijk voor het combineren van arbeid en zorg. Het is duidelijk dat mensen behoefte hebben aan meer vrijheid. Ook willen ze meer invloed kunnen uitoefenen op de manier waarop de werkdag wordt ingericht. Meer vrijheid is vaak een sleutel om te komen tot een hogere participatie- graad. Minister Donner en ik hebben dan ook een notitie over verlof en arbeidstijden naar de Kamer gestuurd en naar maatschappelijke organisaties, waaronder de werkgevers- en werk- nemersorganisaties. Sluitende dagarrangementen zijn bij de combinatie van arbeid en zorg een belangrijk element. Met een sluitend dagarrangement kunnen de keuzemogelijkheden van ouders worden vergroot om zowel te kunnen werken als te kunnen zorgen. Daar hebben dus ook kinderen belang bij. Ik begon met te zeggen dat een kind alleen goed kan opgroeien als de basis goed is. Dat betekent ook dat een kind te allen tijde mee moet kunnen doen.Thuis, op school en de activiteiten daarbuiten. Dat moet als het ware vloeiend in elkaar overlopen. Dat gaat niet vanzelf. Daar moet je voorwaarden voor scheppen. Moge- lijkheden voor creëren. Geld mag nooit de reden zijn dat een kind ergens niet aan mee kan doen. Mag eigenlijk nooit een belemmering zijn om plezierig op te groeien. Of dat nu is in een éénoudergezin. Of ouders nu werken of niet. Als je vader nou een uitkering ontvangt of je moeder in de bijstand zit; ieder kind moet mee kunnen doen. En daar moeten we de voorwaarden voor scheppen. Zorgen dat het kan.Want ieder kind is in wezen gelijk. Alleen de praktijk wijst nog weleens anders uit.Vorige week nog meldde het Sociaal en Cultureel Planbureau dat ongeveer een half miljoen van de 2,5 miljoen Nederlandse kinderen tussen de 5 en 18 jaar geen deel uitmaakt van sportclubs of culturele activiteiten. Om de dood- eenvoudige reden dat er geen geld voor is. Nu gebiedt de eerlijkheid te zeggen dat het gaat Toespraak Staatssecretaris Jetta Klijnsma Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:42 Pagina 10
  • 13. 11 Nieuwe tijden in onderwijs en opvang om gegevens van vóór 2008.Van vóór het moment dat we als kabinet extra geld uittrokken om kinderen te helpen.Vervolgonderzoek zal moeten aantonen of onze doelstelling om het aantal kinderen dat om financiële redenen niet meedoet, in deze kabinetsperiode met de helft te verminderen, wordt gehaald. Het SCP-rapport maakt duidelijk dat er dus heel veel kinderen niet in de gelegenheid zijn om te sporten. Om een muziekinstrument te leren bespelen of zelfs te internetten. Dat remt hen in hun ontwikkeling. Dat kan en mag niet zo zijn.We hebben als kabinet veel geld voor armoedebestrijding uitgetrokken. In totaal bijna een half miljard euro. Daarvan is 80 miljoen speciaal voor kinderen bestemd. Inmiddels is in zo’n 200 gemeenten, waar in totaal circa 290.000 kinderen – 72 procent van alle arme kin- deren in Nederland – in arme gezinnen wonen, het convenant ‘Kinderen doen mee!’ afgesloten. Daarmee hebben we met de gemeenten de afspraak gemaakt om samen te werken met allerlei verenigingen op gebied van sport en cultuur, maar ook met scholen en centra voor jeugd en gezin. Dit is een mooi resultaat. En het gevolg van integraliteit en samenwerking op gemeentelijk niveau. Veel van die activiteiten vinden na schooltijd plaats en als we het dan toch hebben over nieuwe tijden in onderwijs en opvang dan zouden we dat moeten synchroniseren. Dat is in mijn visie een absolute noodzaak. En dan kom je uit op een stelsel van brede dagarrange- menten voor alle kinderen waarin alle activiteiten samen worden gevoegd: onderwijs, opvang, sport en cultuur. Als er zoveel mensen mee bezig zijn, is een goede centrale regie en organisatie onontbeerlijk. Ik weet uit ervaring dat gemeenten daarin veel in kunnen bete- kenen. Sluitende dagarrangementen, combinaties van onderwijs, opvang, sport en cultuur kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan de kansen voor kinderen en aan economische zelfstan- digheid van mannen én vrouwen. U staat vandaag voor de uitdaging met elkaar een belang- rijke stap te zetten. Ik wens u daarbij veel succes. Toespraak Staatssecretaris Jetta Klijnsma Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:42 Pagina 11
  • 15. Afscheid van het agrarisch schooltijdenmodel Spreken over nieuwe tijden voor onderwijs en opvang impliceert dat er oude tijden zijn die hun langste tijd hebben gehad. Bedoeld worden dan de schooltijden die al meer dan twee- honderd jaar praktisch onveranderd zijn gebleven en die gebaseerd zijn op een agrarische samenleving. Lange zomervakanties, voldoende rust tussen de middag zodat er warm gegeten kan worden, rond negen uur starten en rond vier uur stoppen. Dat dagritme en jaarrooster maakten het mogelijk dat de kinderen buiten en na schooltijd voldoende tijd hadden om mee te helpen in het boerenbedrijf. Dat agrarische uurrooster/dagritme werkt door tot de dag van vandaag. In Nederland gaan basisschoolkinderen 940 uren per jaar verplicht naar school. Uitgaande van een volledig dagarrangement (52 weken per jaar, 5 dagen per week, 11 uren per dag), blijven er 1920 uren op jaarbasis over. Of een ander rekensommetje: uitgaande van 180 verplichte schooldagen verdeeld over een schooljaar plus twaalf vakantieweken, betekent dat er vier volle vijfdaagse weken per jaar resteren.Wat te doen met die‘lege’ tijd? Kunnen we die‘lege’ tijd niet benutten om tegemoet te komen aan de veranderende eisen die gesteld worden aan onder- wijs en opvang als gevolg van veranderingen in het gezin en de samenleving? We noemen de vraag naar meer opvang buiten de verplichte schooluren als gevolg van de toename van het aantal tweeverdieners – in Nederland het anderhalfscenario.We noemen de intensieve kennissamenleving als gevolg waarvan de prestaties van alle kinderen omhoog moeten:Talentontwikkeling voor alle kinderen en kansenbeleid voor kinderen die minder bevoorrecht zijn. Het verklaart de vraag om meer én betere leertijd, om extra activi- teiten in de zomer en na schooltijd: verdiepende voor kinderen die achterlopen en verbre- dende voor kinderen die het aankunnen.We noemen de erosie van de opvoedende betekenis van de gemeenschap, waardoor het onderwijs met allerlei opvoedende taken wordt belast: seksuele opvoeding, gezonde leefstijl, overdracht van waarden en normen. Het tweede milieu, de basisschool zoals we die al lang kennen, bereidt de huidige generatie kinderen kennelijk onvoldoende voor op een goede overgang van gezin (eerste milieu) naar samenleving. De functie en taken van het tweede milieu staan ter discussie. Het moet 13 4. Pedagogische kernwaarden en leidraden Jeannette Doornenbal, Lector Integraal Jeugdbeleid, Hanzehogeschool Groningen Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:43 Pagina 13
  • 16. breder en dieper. De niet te stuiten opmars van de brede school met zijn schillen van onder- wijs, opvang, welzijn en zorg moet in dat kader begrepen worden. Evenals het gesprek van vandaag over een sluitend dag- en jaararrangement van onderwijs en opvang. Ik ben gevraagd u vandaag een idee te geven van de pedagogische kwaliteitseisen die aan die nieuwe tijden gesteld zouden moeten worden. Ik doe dat in een aantal stappen. Ik ga achtereenvolgens in op de vragen:Waar moet het plaatsvinden? Waarom daar? Wat moet daar gebeuren? Hoe moet het gebeuren? En tot slot wie moet het doen? Omwille van de tijd doe ik dit kort. U kunt mijn bijdrage beschouwen als een eerste pedagogische opmaat. Waar? Welk dag- en jaararrangement we ook kiezen, het zou bedoeld moeten zijn voor alle kin- deren. Onderwijs en opvang vinden plaats in pedagogische basisvoorzieningen in de wijk die toegankelijk zijn voor alle kinderen. De keuze voor het insluiten van alle kinderen is niet vanzelfsprekend. Een belangrijke reden om de oude tijden ter discussie te stellen, is de onbenutte tijd van vooral arme kinderen in achterstandsituaties.Tijdens de lange zomer- vakanties verliezen zij veel van het geleerde, terwijl hun leeftijdgenootjes uit de rijkere milieus er heel veel bij hebben geleerd (Gladwell 2008; Duquet e.a. 2006). En na schooltijd nemen ze niet deel aan de naschoolse activiteiten of buitenschoolse opvang. Zij gaan naar huis, hangen rond op straat of zitten achter de computer. Zij profiteren dus niet van het vrijwillige extra aanbod en de relatief dure opvang. Deze week werd opnieuw bevestigd in een onderzoek van SCP (2009) dat kinderen die opgroeien in armoede veel minder gebruik maken van naschoolse activiteiten, minder vaak deelnemen aan het verenigingsleven, aan sport en culturele activiteiten. Armoede heeft voor kinderen cognitieve, fysieke en sociale gevolgen. Dat hoor je ook terug in het veld:“Met de naschoolse activiteiten die we aanbieden, bereiken we vaak niet de kinderen die het hardst nodig hebben.” Tegen de achtergrond van de lege tijd van kansarme kinderen is de strategie van de verplicht verlengde schooldag begrijpelijk. Het gevolg daarvan is echter doelgroepenbeleid:Verplicht voor arme kinderen om hun lege/ niet nuttig bestede tijd te vullen, vrijwillig voor rijkere kinderen die nauwelijks lege tijd hebben. Maar onderwijs en opvang zijn pedagogische basisvoorzieningen die van uitstekende kwaliteit zouden moeten zijn en die binnen het bereik van alle kinderen zouden moeten liggen. Dat impliceert een versterking en verstevi- ging van het gewone, het ‘mediocre’zegt de socioloog Sennett (2008).Van de pedagogische basisvoorzieningen in de buurt, de gemeenschap. 14 Nieuwe tijden in onderwijs en opvang Jeanette Doornenbal Pedagogische kernwaarden en leidraden Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:43 Pagina 14
  • 17. Waarom daar? Ik zeg nadrukkelijk gemeenschap, omdat onderwijzen, opvangen en opvoeden van kinderen het beste gebeurt in een sociale gemeenschap. Kinderen worden een individu door deel te nemen aan de gemeenschap. In die zin is er geen scheiding tussen het individuele en het sociale. Door de huidige nadruk op individualisering en risicotaxatie vergeten we de voe- dende en opvoedende functie van de gemeenschap. Een gemeenschap wordt gekenmerkt door tijdigheid (er zijn), continuïteit, collectiviteit (elkaar helpen en steunen) en wederzijdse afhankelijkheid (De Vos e.a. 2009). Sociaal-wetenschappelijk onderzoek ondersteunt het inzicht dat de gemeenschap van belang is voor het opgroeien van kinderen. Kinderen die in stabielere buurten opgroeien hebben minder gedrags- en emotionele problemen; er zijn minder depressieve klachten als bewoners toezicht houden op elkaars kinderen en minder criminaliteit en huiselijk geweld. Als er meer sociale hulp en steun is rond gezinnen, zijn ouders minder onzeker, ouder-kindrelaties zijn steviger ingebed en kinderen ontwikkelen zich cognitief en sociaal-emotioneel beter. Kortom, om kinderen op te laten groeien tot sociaal verantwoordelijke en empathische mensen, is een gemeenschap nodig, wat lang- durige en persoonlijke relaties veronderstelt. Omwille van het kind en omwille van de gemeenschap zouden de nieuwe pedagogische infrastructuren – de brede scholen en Centra voor Jeugd en Gezin – zich moeten ontwikkelen tot vitale pedagogische basisvoorzieningen in de wijk voor alle kinderen van 0 tot 23 jaar. Waartoe? Wat zouden het waartoe, de doelen, van die pedagogische basisvoorzieningen kunnen zijn? Ik zoek het antwoord bij de filosofe Hannah Arendt (1994). Hoe we de tijd van kinderen ook verdelen en indelen, we moeten ons bewust zijn dat opvoeden en onderwijzen geen mid- delen zijn om iets anders te bereiken dan de persoonsvorming van kinderen die dat zonder de hulp en steun van volwassenen niet kunnen. Met het gegeven dat kinderen geboren worden - met hun nataliteit zegt Arendt – hebben volwassenen de plicht kinderen op te voeden en te onderwijzen. Dat is eindig, leren overigens niet. Elke volwassen generatie heeft de plicht om het culturele erfgoed over te dragen aan de volgende generatie. Zo begrepen zijn opvoeden en onderwijzen per definitie conservatief. Maar daarnaast moet er voldoende openheid en nieuwsgierigheid zijn. De wereld is niet af, de wereld vraagt erom om telkens opnieuw op orde te worden gebracht.Volgens Arendt is het doel van opvoeden en onder- wijzen dan ook ervoor te zorgen dat kinderen nieuwe burgers worden in een oude wereld. En daartoe neemt de volwassene het kind op de schouders en laat het over de muur heen 15 Nieuwe tijden in onderwijs en opvang Jeanette Doornenbal Pedagogische kernwaarden en leidraden Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:43 Pagina 15
  • 18. kijken, om een beeld te gebruiken van de historisch pedagoog Lea Dasberg (1980). Maar de volwassene spijkert de wereld niet dicht, hij biedt ruimte voor het nieuwe, het andere. Van belang is dus een dialoog onder ouders en professionals en tussen ouders en professio- nals over de inhoud, over cultuur in de meest brede betekenis van het woord.Wat is met het oog op een geleefd verleden en een open toekomst de moeite waard om over te dragen? Hoe? Om dit hooggestemde ideaal te kunnen verwezenlijken, moeten de pedagogische basis- voorzieningen pedagogische kwaliteit leveren. Een groot woord.Wat valt daarover te zeggen? Op dit moment wordt veel verwacht van evidence based werken, werken met methode’s en programma’s waarvan wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat ze effect sorteren. Hoewel evidence based werken de kwaliteit van professioneel werken ver- groot, is het zeker niet het hele verhaal. Het werken met effectieve programma’s ontkent het belang van algemeen werkzame factoren (Doornenbal 2007).Van zogenaamde‘what works’principes, zoals aansluiten bij de leefwereld van ouders en kinderen, bij de ontwikke- lingsfase van kinderen, houding en communicatie, voldoende professionaliteit. Laten we een aantal van de algemeen werkzame factoren benoemen waar rekening mee gehouden moet worden bij het ontwerp van een dekkend dag- en jaararrangement. Wie zelf kinderen heeft of met ze werkt, ervaart dagelijks hoe lastig het is de balans te vinden tussen bijvoorbeeld binden en loslaten, tussen sturen en de teugels laten vieren. Bij het opvoeden krijgen we onherroepelijk te maken met dit soort spanningsverhoudingen. Bewustzijn van die spanningsverhoudingen en ze weten te hanteren, zijn wezenlijke kenmerken van pedagogische kwaliteit. In de pedagogiek noemen we die spannings- verhoudingen pedagogische antinomieën (Meijer 1996). Letterlijk vertaald zijn dit tegen- wetten. Een antinomie is een spanningsverhouding tussen twee polen en die spanning mag niet verdwijnen. Sterker, als de ene pool geofferd wordt ten gunste van de andere verdwijnt de spanning en daarmee de opvoeding. Laten we een paar antinomieën benoemen. De balans tussen het oude en het nieuwe, het vaste en het vloeiende, waar we eerder over spraken is zo’n pedagogische antinomie. Ook de spanning tussen het individuele en het sociale, wat we zagen toen we spraken over de gemeenschap. Kinderen zijn geen individu zonder de ander; ze worden een individu doordat ze leven in sociale verbanden.Voor de tijdsindeling van kinderen betekent dit de erkenning van de waarde van de tijd die kinderen doorbrengen in het sociale weefsel. De kwaliteit hiervan is van groot belang. 16 Nieuwe tijden in onderwijs en opvang Jeanette Doornenbal Pedagogische kernwaarden en leidraden Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:43 Pagina 16
  • 19. Ik wil nog vier antinomieën noemen die we bij de verdeling en indeling van de tijd van kinderen goed voor ogen moeten houden (Doornenbal 2007; Blok 2008). Bekend zijn waarschijnlijk de exploratiebalans, de balans tussen veiligheid en uitdaging, en de balans tussen liefde en gezag, ook wel aangeduid als autoritatieve opvoedingsstijl. Ik noem ze hier omdat beide balansen onder druk staan.Ten eerste dreigt het gevaar dat onder druk van het veiligheidsoffensief wordt vergeten dat kinderen ook de ruimte nodig hebben om hun wereld op eigen kracht te verkennen. En daarbij kun je wel eens uit een boom vallen. Maar zonder veiligheid en continuïteit kunnen kinderen zich niet hechten. Dus niet achttien volwassenen op één dag. Kinderen hebben een ontwikkelingsomgeving nodig waar veilig- heid en uitdaging elkaar in balans houden. En dit vraagt veel van zowel de materiële als de immateriële inrichting.Van de binnen- en buitenruimtes, de materialen en methodes ener- zijds en het pedagogisch klimaat anderzijds. Ten tweede dreigt de balans tussen liefde en gezag - onder druk van de ervaring dat kin- deren zich niet meer weten te gedragen, dat de normen vervagen en onfatsoenlijk gedrag bijna gewoon wordt gevonden - door te slaan naar de harde aanpak. Er wordt gepleit voor direct ingrijpen achter de voordeur, verplichte opvoedingsondersteuning, doorzettings- macht, openlijk vernederen, opvoedingskampementen. Maar we weten dat kinderen zich het beste ontwikkelen in relaties waarin opvoeders met zachte hand het gezag uitoefenen. Het gaat om de balans tussen minimale controle en maximale steun. Bij het denken over nieuwe tijden voor kinderen speelt zeker ook de balans tussen inspannen en ontspannen.We weten dat door voldoende leertijd, oefening, herhaling en feedback de prestaties van kinderen toenemen. Aanleg is niet voldoende.Voor talentontwik- keling zijn discipline en inspanning nodig. Maar als kinderen de hele dag op hun tenen moeten lopen, vinden we dat pedagogisch niet verantwoord. Er is ook tijd nodig om je te kunnen vervelen, met een knuffel op de bank te zitten of vrij te spelen met vriendjes en vriendinnetjes.Vrienden en buiten spelen noemen kinderen zelf als de allerbelangrijkste ingrediënten van aantrekkelijke buitenschoolse opvang (Boogaard e.a. 2008). En als we het over inspannen hebben, dan moeten we daarbij ook oog hebben voor de balans tussen zinvol en betekenisvol leren. Zinvol is wat met het oog op cultuuroverdracht noodzakelijk is om te leren: foutloos spellen, de tafels van 10 bijvoorbeeld. Maar wat voor de leerkracht zinvol is, is voor veel kinderen betekenisloos.Weer die stomme topografie. Ze gaan zich vervelen of misdragen, spijbelen, of proberen calculerend de eindstreep halen. Om te leren moet de taak als betekenisvol worden ervaren; dat leidt tot betrokkenheid en stimu- leert de motivatie. In onderwijs en opvang zouden we de initiële nieuwsgierigheid van kinderen, hun verbeeldingskracht, moeten zien te behouden en te prikkelen. Culturele bete- 17 Nieuwe tijden in onderwijs en opvang Jeanette Doornenbal Pedagogische kernwaarden en leidraden Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:43 Pagina 17
  • 20. kenissen maak je je niet eigen door consumptie, maar door deelname aan de cultuur. Wellicht dat we deze antinomieën, deze pedagogische pijlers, als volgt kunnen samen- vatten: kinderen ontwikkelen zich het beste als er hoge doelen aan ze worden gesteld en ze daarbij maximaal worden ondersteund. Rekening houdend met verschil.Verschil in leeftijd, sekse, etniciteit, sociaal-economische en culturele achtergrond en aanleg. Wie? Dit alles staat of valt met de professionals: de leerkrachten, vakleerkrachten, pedagogisch medewerkers en kinderwerkers. Het staat of valt met hun algemene kennis, hun vakkennis, hun pedagogische en didactische vaardigheden, hun houding naar ouders en kinderen en last but not least met hun communicatieve vaardigheden. Zij zijn degenen die in de nieuwe dag- en jaararrangementen de verlangde pedagogische kwaliteit moeten realiseren. Dat betekent investeren. Investeren in professionals, in hun opleiding en in kennisontwikkeling over wat werkt bij wie. Als we dat niet kunnen realiseren, dan heb ik liever oude tijden mét dan nieuwe tijden zònder pedagogische kwaliteit. 18 Nieuwe tijden in onderwijs en opvang Jeanette Doornenbal Pedagogische kernwaarden en leidraden Referenties Arendt, H. (1994). Tussen verleden en toekomst. Antwerpen/Apeldoorn: Garant. Blok, M. (2008) Op zoek naar een geïntegreerd curriculum voor Vensterschool Stadspark. Groningen: Lectoraat Inte- graal Jeugdbeleid Hanzehogeshool Groningen. Boogaard, M., R. Fukkink & C. Felix (2008). Chillen, skaten, gamen. Opvattingen over kwalitatief goede buitenschoolse opvang in Nederland. Amsterdam: SCO Kohnstamm. Dasberg, L. (1980). Pedagogiek in de schaduw van het jaar 2000 of hulde aan de hoop. Meppel/Amsterdam: Boom. Doornenbal, J. (2007). De brede school als open leergemeenschap. Lectorale rede. Groningen: Hanzehogeschool Gro- ningen. Duquet, N, I. Glorieux, I. Laurijssen,Y. van Dorsselaaer (2006). Wit krijt schrijft beter. Schoolloopbanen van allochtone jongeren in beeld. Antwerpen/Apeldoorn: Garant. Gladwell, M. (2008) Uitblinkers. Amsterdam: Contact Jehoel-Gijbers, G. (2009) Kunnen alle kinderen meedoen? Den Haag: SCP. Meijer,W. (1996). Stromingen in de pedagogiek. Baarn: Intro. Sennett, R. (2008). The craftsman. London:Yale University Press. Vos, H. de, A. Glebbeek & R.Wielers (2009). Overheidsonmacht ion de jeugdzorg: een pleidooi voor omwegbeleid. (in voorbereiding) Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:43 Pagina 18
  • 21. 5.1 Schooltijden in Nederland: huidige situatie Op de meeste basisscholen is momenteel een traditio- nele indeling van de schooldag en schoolweek van toepassing. • De meeste scholen voor primair onderwijs in Neder- land werken met een ochtendlesprogramma, een middagpauze en een middaglesprogramma. De school begint om 8.30 uur (soms 8.45 uur). De och- tendschooltijd duurt dan vaak tot 12.00 uur (12.15 uur). • Op de woensdagochtend wordt vaak iets langer doorgewerkt (een kwartier). Meestal wordt dit kwartier, dat op de woensdag langer gewerkt wordt in vakantiedagen of studiedagen vrij gegeven aan de kinderen (ongeveer 10 uur per jaar). • De woensdagmiddag is een vrije middag voor de kinderen. Op vrijdagmiddag hebben ook veel kin- deren van de onderbouwgroepen vrij. Op de meeste scholen worden in de onderbouwgroepen minder lesuren gegeven en in de bovenbouwgroepen meer. • De middagpauze duurt ongeveer vijf kwartier. De kinderen gaan naar huis of er zijn overblijfmogelijk- heden op school . Soms onder begeleiding van ouders, soms met ingehuurde professionele opvang. Dan volgt het middagprogramma van 2 uur of 2 uur en 15 minuten. Dat betekent dus, dat de middag- schooltijd gemiddeld begint rond 13.15 uur en eindigt om 15.15 uur. Op sommige scholen wordt een continurooster gehanteerd, waarbij alle kinderen op school eten, al dan niet onder begeleiding van de leerkracht of een overblijfouder. De middagpauze duurt dan een half uur;de kinderen gaan om 14.30 uur (of 14.45 uur) naar huis of de opvang. Sinds 1 augustus 2006 zijn er mogelijkheden voor 19 5. Modellen voor nieuwe schooltijden Dit hoofdstuk opent met een beschrijving van de huidige schooltijden in Nederland en de knelpunten daarvan voor ouders, kinderen, werkgevers, scholen en instellingen voor kinderopvang. Daarna komen drie modellen van nieuwe tijden voor onderwijs en opvang aan de orde, inclusief praktijkvoorbeelden. Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:43 Pagina 19
  • 22. flexibilisering van de schooltijden. Het wettelijke voor- schrift, dat scholen niet langer dan 5,5 uur per dag mogen lesgeven, vervalt. Scholen moeten wel zorgen voor een evenwichtige verdeling van activiteiten over de dag. De onderwijstijd over acht schooljaren blijft minimaal 7520 uur, dat is gemiddeld 940 uur. Meer uren mag (vóór 1 augustus 2006 was dit aantal uren minimaal: onderbouw 4 x 880 uur en bovenbouw 4 x 1000 uur). Voor de groepen 3 tot en met 8 mogen scholen maxi- maal 7 keer per jaar een vierdaagse schoolweek inroosteren (bovenop de weken die al vierdaags zijn vanwege een algemene feestdag waarop de school gesloten is). Alles moet duidelijk in de schoolgids voor de ouders verwoord worden. Het huidige arrangement van onderwijs en opvang kent twee varianten3 . 20 Nieuwe tijden in onderwijs en opvang Modellen voor nieuwe schooltijden Schooltijden in internationaal perspectief Er zijn drie soorten roosters in de West-Europese landen: — Mediterraan rooster: een ochtend- en middag- programma met een lunchpauze van 1½ à 2 uur. Dit is het geval in Frankrijk, Spanje, Portugal, Luxemburg en België. De school eindigt tussen 16.00 en 17.00 uur, afhankelijk van de begintijd en de leeftijd van het kind. — Angelsaksisch rooster: een ochtend- en middag- programma met een lunchpauze van 1 uur à 5 kwartier. De school eindigt tussen 15.15 en 15.30 uur. Landen met dit rooster zijn: Nederland, Ierland, Engeland en Schotland. — Scandinavisch rooster: een programma tot 14.00 uur met een korte lunchpauze van 20 minuten à een half uur. Voor jongere kinderen eindigt het programma om 12 .00 uur en is er geen verplichte lunchpauze. Dit is het geval in Denemarken en Noorwegen. Zweden heeft een iets langere lunchpauze. Finland heeft voor de oudere kinderen ook wel programma’s tot 16.00 uur. — De overige landen hebben afwijkende roosters: alleen ’s ochtends lessen, alternerend ’s ochtends en ’s middags lessen, of scholen met verschillende roosters naar keuze. BRON: NJI, SCHOOL MET VIJF O’S, JUNI 2008 3 Brochure De KindAgenda, kwalitijd voor het kind, stuurgroep Hilversum, december 2008 Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:43 Pagina 20
  • 23. 21 Nieuwe tijden in onderwijs en opvang Modellen voor nieuwe schooltijden 8.30uur maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag 7.30uur 13.15uur 15.00uur Onderwijs Onderwijs Onderwijs Onderwijs Onderwijs Onderwijs Onderwijs Onderwijs Thuis Thuis Thuis Thuis 18.30uur Thuis Thuis Thuis OnderwijsThuis Thuis 12.00uur maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag 7.30uur 12.00uur 13.15uur 15.00uur Onderwijs Onderwijs Onderwijs Onderwijs Onderwijs Onderwijs Onderwijs Onderwijs TSO TSO TSO BSO 18.30uur BSO BSO BSOVSO VSO VSO VSO VSO BSO OnderwijsTSO 8.30uur VSO: voorschoolse opvang, TSO: tussenschoolse opvang, BSO: buitenschoolse opvang Variant 1: Voor kinderen van ouders die geen gebruik maken van tussenschoolse en buitenschoolse opvang (waar bijvoorbeeld één van beide ouders werkt of één ouder een zgn. schooltijdbaan heeft) ziet de dag er als volgt uit: Variant 2: Voor kinderen van ouders die wél gebruik maken van tussenschoolse en buitenschoolse opvang: Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:43 Pagina 21
  • 24. 5.2 Huidige schooltijden: knelpunten in kaart gebracht Voor de direct betrokkenen levert de traditionele inrichting van de schooldag tal van knelpunten op. Het project Andere Tijden in onderwijs en opvang4 heeft deze knelpunten samen met ouders, vertegen- woordigers van scholen, kinderopvang en werkgevers geïnventariseerd en in een Argumentenkaart met voor- en nadelen van huidige schooltijden onderge- bracht. De Argumentenkaart werd op het symposium overhandigd aan staatssecretaris Dijksma van OCW, staatssecretaris Klijnsma van SZW, directeur directie Emancipatie Ferdi Licher van OCW en SER- voorzitter Alexander Rinnooy Kan. Kinderen: • onrustige dag- en weekindeling; • veel wisseling in begeleiding en pedagogisch kli- maat; • te lange overblijftijd, zonder uitdagend aanbod; • slecht georganiseerde, onderbezette overblijf van te lage kwaliteit; • heen en weer gesleep naar verschillende locaties (verkeersveiligheid); • heen en weer gesleep naar clubjes; • druk op de woensdagmiddag qua clubjes en sport- training; • opsplitsing tussen BSO- en niet-BSO kinderen; • verschillende opvangregimes vanwege capaciteits- probleem kinderopvang. Ouders: • gedwongen keuze van parttime-dagen op woensdag en vrijdag vanwege vrije woensdag en vrijdag- middag; • onmogelijkheid van baan met langere reistijd in verband met sluitingstijden voorzieningen; • geen garantie op kindplaats BSO vanwege wacht- lijsten kinderopvang, met name op maandag, dinsdag en donderdag; • kwetsbare combinaties van formele en informele opvang (onrust, gesleep met de kinderen); • concentratie van vrije tijdsactiviteiten op woensdag- middag en na schooltijd; geen afstemming sport en clubjes met BSO-programma; • versnippering en niet afgestemde tijden en activi- teiten van school en opvang (bijvoorbeeld studie- dagen); • verschillende tijden van onderbouw en bovenbouw; • onrust vanwege vele haal-en brengmomenten op de dag (verkeer, veiligheid); • niet altijd beschikbaar zijn van goede voorschoolse opvang (VSO); • klachten van het kind over slecht georganiseerde tussenschoolse opvang (TSO) • mismatch tussen duur van de schoolvakanties en vakantiedagen van ouders; • geen energie voor carrièrestappen vanwege over- belasting en slechte werk-privé balans, o.a. vanwege ontbreken van sluitend dagarrangement. Werkgevers: • beperkte inzetbaarheid van personeel op alle dagen in de week en alle dagen in het jaar vanwege school- 22 Nieuwe tijden in onderwijs en opvang Modellen voor nieuwe schooltijden 4 Het project Andere Tijden in onderwijs en opvang is een samenwerkingsverband van VOS/ABB, BOinK, MOgroep Kinderopvang en Het Kinderopvangfonds Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:43 Pagina 22
  • 25. tijden en schoolvakanties (productiviteitverlies/- discontinuïteit bedrijfsvoering); • beperkte inzetbaarheid van personeel (bijvoorbeeld op andere locaties) vanwege openingstijden opvang- voorzieningen; • slechte werk-privé balans bij werknemers met jonge kinderen (spitsuurgeneratie); risico op uitval vanwege stress en dreigende overbelasting; • grijs verzuim door werknemers met kinderen in verband met schoolvrije dagen; • lange, minder productieve‘vakantieperiode’; lastige afstemming van vakanties onder collega’s met en zonder schoolgaande kinderen. Scholen: • belofte van VSO is niet waar te maken (te kleine vraag, locatie niet geschikt, niet organiseerbaar door kinderopvang); • ontevreden‘klanten’; ouders spreken de school aan op het gebrek aan kindplaatsen BSO; • steeds minder vrijwilligers voor TSO; groeiend gebrek aan overblijfmoeders vanwege groei van de arbeidsparticipatie; • toename werkdruk leerkrachten (invallen uit nood); opstartproblemen na de TSO; • kansen op creatieve uitwisseling met personeel van opvang niet benut; • inefficiënt gebruik van gebouwen (incl. buiten- ruimtes) en middelen; • verschil in regelgeving en toezicht in onderwijs en kinderopvang. Kinderopvang: • korte aaneengesloten BSO-tijd vanwege versnip- perde schooldag; biedt minder kans op aantrekkelijk aanbod (bijvoorbeeld de combinatie met vrijetijds- activiteiten); • tekort aan kindplaatsen op maandag, dinsdag en donderdag; onderbenutting op woensdag en vrijdag; • schaarste aan personeel vanwege relatief klein aantal werkuren voor BSO-medewerkers; • inefficiënt gebruik van schoolgebouwen en tekort aan opvanglocaties; • mogelijkheden voor versterking binnen- en buiten- schools leren niet benut. 5.3 Drie modellen van nieuwe tijden In de ontwikkeling van nieuwe tijden voor onderwijs en opvang kunnen drie modellen worden onderscheiden die momenteel op diverse plaatsen in Nederland worden voorbereid en soms ook al geïmplementeerd zijn: • het 5 gelijke dagenmodel met onderwijs van 08.30 – 14.30 uur • het bioritme-model met een verlengde middag- pauze • het 7 tot 7- model. Op het symposium Nieuwe tijden zijn deze drie modellen door vertegenwoordigers van bij de uitvoe- ring betrokken organisaties toegelicht en samen met de deelnemers telkens op twee zaken bekeken: • Wat zijn de voordelen hiervan voor kinderen, wer- kende ouders en aanbieders? • Is dit een werkzaam model en wat is er nodig om de ontwikkeling en implementatie te versnellen en van wie vraagt dit actie? 23 Nieuwe tijden in onderwijs en opvang Modellen voor nieuwe schooltijden Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:43 Pagina 23
  • 26. Model 1. Het 5 gelijke dagenmodel 24 Nieuwe tijden in onderwijs en opvang Modellen voor nieuwe schooltijden Karakteristiek: • vijf identieke schooldagen • geen vrije woensdagmiddag en vrijdagmiddag • aaneengesloten blok onderwijs van 8.30 – 14.30 uur (variant 8.15 – 14.15 uur) • lunchpauze met leerkrachten in de klas (geen aparte tussenschoolse opvang) • aanvangstijdstip voorschoolse opvang afhankelijk van startmoment onderwijs Gerealiseerd: • Tilburg: basisschool De Boemerang samen met Kin- derstad (nieuwe school, nieuwe wijk) • Utrecht/ Leidse Rijn: basisschool De Ridderhof. Variant vrijdagmiddag vrij voor onderbouw • Almere: basisschool De Droomspiegel (nieuwe school, nieuwe wijk) • Rotterdam: Dominicusschool per augustus 2009 (bestaande school) • Capelle aan den IJssel: Basisschool West In voorbereiding: • De KindAgenda, Hilversum, stedelijke stuurgroep met alle schoolbesturen en SKH kinderopvang: start met twee pilotscholen schooljaar 2009-2010 (bestaande scholen) • Vensterschool van de Toekomst, Groningen: stede- lijke werkgroep met alle scholen voor openbaar onderwijs en de kinderopvang SKSG maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag 7.30uur 12.00uurOnderwijs Onderwijs Onderwijs Onderwijs Onderwijs BSO 18.30uur BSO BSO BSOVSO VSO VSO VSO VSO BSO 8.30uur Onderwijs Onderwijs Onderwijs Onderwijs Onderwijs 14.30uur 12.45uur Pauze Pauze Pauze Pauze Pauze Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:43 Pagina 24
  • 27. “Voor ons is het belang van de kinderen leidend” Ervaringen met het 5 gelijke dagenmodel in Tilburg door Peter de Baar, schoolleider basisschool de Boe- merang Peter de Baar is directeur van basisschool de Boemerang in Tilburg. Hij heeft op deze school het 5 gelijke dagenmodel ingevoerd en weet uit ervaring welke voordelen het oplevert en ook tegen welke knelpunten scholen zullen oplopen. Peter de Baar geeft aan dat niet zozeer het belang van ouders maar het belang van de kinderen leidend is geweest om te kiezen voor een andere dag- en weekindeling op zijn school. De belangrijkste opbrengst is voor hem de rust en regelmaat in het dagritme van de kinderen. De voordelen Het continurooster is veiliger (maar twee keer door het verkeer) en gemakkelijker voor ouders (afstem- ming werktijden, twee haal/brengmomenten). Voor de kinderen van de Boemerang is het tussen de middag geen race meer tegen de klok en zorgt de gezamenlijke lunch met alle kinderen voor minder opstartproblemen in de middag. Dat is ook een belangrijk voordeel voor de leerkrachten. De kin- deren hebben eerder vrij op alle dagen van de week en daarom meer tijd om te spelen en ‘af te spreken’. Voor de naschoolse opvang, die de Boemerang aan- biedt met de kinderopvangorganisatie Kinderstad, biedt dit rooster meer ruimte om een aantrekkelijk activiteitenprogramma’s op te zetten. Daarmee zijn er volgens De Baar ook meer mogelijkheden om sociaal en gezond gedrag van kinderen te stimu- leren. Het is in Tilburg gelukt om een goede afstem- ming te realiseren met de sportclubs qua program- mering van activiteiten op de woensdagmiddag.Het nieuwe rooster is goed in te passen in de urennor- mering en de geldende regels rond rust- en werk- tijden voor leerkrachten. Teamleden kunnen eerder in de middag starten met afronding en voorberei- ding van lessen. Wat is er nodig voor een bredere implementatie van het 5 gelijke dagenmodel? — een goede communicatie met ouders en MR. Ouders hebben hun dagelijks ritme ingericht op de tradi- tionele tijden en wijziging van tijden is een behoorlijke ingreep. Om het benodigde draag- vlak te krijgen is een fikse voorbereidingstijd en investering in communicatie nodig. — Een soepele opstelling van de onderwijsinspectie. In Tilburg blijkt de onderwijsinspectie – ondanks uitgebreide argumentatie van de school – de gezamenlijke lunch niet als lestijd te zien waar- door de tijden alsnog moesten worden aangepast. Vanuit Hilversum, de KindAgenda wordt het belang benadrukt van een coulante omgang met de urennormen, met name in de overgangsfase. — Maximale mogelijkheden voor een inpandige BSO- voorziening: in Rotterdam, Dominicus- school, is de ervaring dat dit de deelname aan de BSO vergroot en de overgang naar een ander urenmodel vergemakkelijkt. — Kritische heroverweging van de plicht om opvang vóór schooltijd (VSO) aan te bieden; door de kleine schaal en de korte duur is dit organisatorisch nauwelijks rond te krijgen. 25 Nieuwe tijden in onderwijs en opvang Modellen voor nieuwe schooltijden DE PRAKTIJK AAN HET WOORD Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:43 Pagina 25
  • 28. Model 2. Het bioritme-model (of verlengde middagpauzemodel) Karakteristiek • Het leren volgt het bioritme van de kinderen: ‘s ochtends op gang komen, leren op momenten van maximale alertheid 10.00 –12.00 (leren en presteren) en 14.30 – 16.30 (repeteren) • De lange middagpauze is voor eten, rusten, sporten en allerlei activiteiten, verzorgd door de kinderop- vang. • Leerkrachten gebruiken middagpauze voor voor- bereiding, vergadering, bijscholing Gerealiseerd • Gouda: Basisschool de Oosterweide in samenwer- king met kinderopvang Quadrant • Rotterdam, Delft in het kader van projecten verlengde onderwijstijd • Zwolle: Bioritmeschool Veerezon In voorbereiding • Groningen: in het kader van het project De Venster- school van de toekomst 26 Nieuwe tijden in onderwijs en opvang Modellen voor nieuwe schooltijden Onderwijs Onderwijs Onderwijs Onderwijs Onderwijs maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag 7.30uur 12.00uur Onderwijs Onderwijs Onderwijs Onderwijs Onderwijs 18.30uur VSO VSO VSO VSO VSO BSO BSO BSO BSO BSO 8.30uur 14.30uur 16.30uur BSO BSO BSO BSO Thuis/BSO Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:43 Pagina 26
  • 29. 27 Nieuwe tijden in onderwijs en opvang Modellen voor nieuwe schooltijden “ Een geweldige kans voor onze kinderen” Motieven voor overgang naar het bioritmemodel in Groningen, door Susanne de Wit, projectleider De Vensterschool van de toekomst, Petra Wolswijk, manager SKSG, Monique Beuving, leerkacht. Groningen heeft met zijn vensterscholen altijd voorop gelopen in de ontwikkeling naar brede scholen. Nu voelt men de noodzaak om met de schooltijden aan de slag te gaan omdat ook hier de basisscholen en de kinderopvang de nadelen van een verbrokkeld dag- arrangement voelen. Er is grote ontevredenheid over het overblijven en ook de tweedeling buitenschoolse opvang en naschoolse activiteiten wordt ervaren als een onnatuurlijke en onnodige scheiding. Maar vooral ziet men kansen voor de kinderen als de verschillende partijen meer afstemmen en samen- werken en toewerken naar een integrale organisatie. Maatwerk Om die redenen werken het bestuur voor openbaar onderwijs en de SKSG Kinderopvang aan verbete- ringen in het dagarrangement dat Groninger ouders en kinderen wordt aangeboden. Vertrekpunt is lokaal maatwerk; een model dat past bij de leerlingenpopu- latie en de buurt of wijk waarin de school en de kinderopvang staan. Twee scholen gaan aan de slag met het 5 gelijke dagenmodel, twee met tijden volgens de bioritme aanpak en één school en kinderopvang- locatie werken toe naar een integraal kindcentrum. De bioritme-aanpak De twee betrokken scholen kiezen voor een combi- natie van bioritme en verlengde schooldag. De schooldag stopt dan voor de kinderen om 16.30. Voor de kinderen van werkende ouders is er daarna de opvang met o.a. huiswerkbegeleiding. De leerlingen krijgen extra taal en rekenen en de lange periode tussen de middag is voor sport, ontspanning en cultu- rele activiteiten. De belangrijkste reden is dat deze kinderen een extra impuls nodig hebben en op deze wijze meer kansen krijgen om zich breed te ontwik- kelen. Een doorlopend arrangement van onderwijs, opvang en vrije tijd kan daarin voorzien. De leer- krachten doen al actief mee; de gezamenlijke teams hebben de opbouw van de stof in het ochtendrooster op het bioritme aangepast en die gaat men komend schooljaar al gebruiken. Ondertussen onderzoekt men ook de mogelijkheden van combinatiefuncties voor personeel dat zowel in de school als in de opvang en de vrije tijdssfeer werkzaamheden uitvoert. Dat geeft voor de kinderen vertrouwde gezichten. De gesprekken met de vrijetijdssector over activiteiten in de verlengde middagpauzeblok zijn gestart. Met ingang van augustus 2010 hopen de scholen met de nieuwe dagindeling te kunnen werken. Mits de finan- ciering van de verschoven verdeling van onderwijs- en opvangtijd kan worden geregeld. Wat is er nodig voor een bredere implementatie van het bioritme-model? — structurele financiering van de niet-onderwijsuren in de verlengde middagpauze. Gouda, waar nu een aantal jaren met het model is gedraaid, wijst op de onzekere basis wanneer deze uren met incidentele gemeentelijke subsidies moeten worden bekostigd. — De mogelijkheid om BSO-uren en gelden op andere tijdstippen op de dag in te zetten. — Creëren van een vrijplaats (door rijksoverheid) om dit model neer te kunnen zetten en daarmee verder te ontwikkelen: harmonisatie van kwali- teitsregels van BSO, onderwijs en naschoolse activiteiten — Afschaffen van de BTW-heffing op combinatie- functies DE PRAKTIJK AAN HET WOORD Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:43 Pagina 27
  • 30. 28 Nieuwe tijden in onderwijs en opvang Modellen voor nieuwe schooltijden “De school die 52 weken per jaar open is” Frank Kalshoven, directeur Argumentenfabriek, columnist en econoom geeft college over de eco- nomie van het onderwijs. Nog steeds is de fabrieksfluit van de 19e eeuw in Nederland te horen. En wel in de vorm van de schoolbel die nog elke dag start en einde van de lessen aangeeft. De schoolbel is één van de illustra- ties voor de overtuiging van Kalshoven dat de scholen van de 21e eeuw nog steeds functioneren als 19e eeuwse organisaties. Hij herkent de arbeids- intensieve productiewijze in het industriële tijdperk in de wijze waarop het Nederlandse onderwijs is georganiseerd, in de school als centrale plek van het productieproces ‘onderwijs’, in de minutieuze dagin- deling, de bulkproductie en de hiërarchische ver- houdingen. Die industriële productiewijze liep vast in de 20e eeuw en werd ingrijpend veranderd. Zo niet de schoolorganisatie en dat is bijzonder. Kalshoven stelt de vraag: “Wat is, gegeven — De stand van de techniek, — Het gedrag/ de voorkeuren van klanten, — De prijs van de produc- tiemiddelen, — De stand van de pedagogie, — De (wettelijk vastgelegde) eindtermen de beste manier om een ‘school’ te organiseren?” Als econoom komt hij tot de volgende karakteris- tieken: (1): — De school moet zich omvormen van ‘fabriek’ naar kennisintensieve dienstverlener. — De school is net als andere dienstverleners 52 weken per jaar open en vakantie wordt opge- nomen in overleg. — Het is mogelijk permanente in te stromen en de opleidingsduur is variabel Openingstijden van 07.00 tot 19.00 uur (0-12 jaar) (2) — Onderwijs is maatwerk voor iedere leerling/ student — Het onderwijs is ICT-intensief, zowel in de primaire als ondersteunende processen. — Alle leerlingen hebben een laptop; naast een fysieke is er een virtuele leeromgeving (3) — Het dienstverleningsconcept is breed, met uiteenlopende dienst-, markt-, formule- combinaties:. Met bijv. (gezond) eten en drinken (po) Met bijv. studentondernemingen (vo en mbo) Met bijv. consultatiebureau (po) — Arbeid: meer arbeidsdeling en een hogere arbeidsproductiviteit — Financieel: meer inkomstenstromen, per saldo goedkoper dan de huidige organisatiewijze De kern in de omslag is de benadering van onder- wijs als dienstverlening aan ouders en kinderen. Op veel scholen wordt al hard gewerkt en zijn ele- menten van de karakteristieken terug te vinden. Maar wanneer zijn alle scholen – net als andere dienstverleners – 52 weken in de week open? Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:43 Pagina 28
  • 31. 29 Nieuwe tijden in onderwijs en opvang Modellen voor nieuwe schooltijden Model 3. De 7 tot 7 school (diverse vormen van integrale kindcentra met aaneengesloten programma) Op diverse plaatsen in het land werken basisscholen en kinderopvangorganisaties aan het concept van integrale kindcentra dat werkt met een dagvenster van 7.00 tot 19.00 uur. Karakteristiek • aaneengesloten programma; afwisseling in blokken met onderwijs, opvang, sport en ontspanning; • het gehele jaar open • één loket voor ouders en kinderen; • eenduidig pedagogisch beleid; • één team van medewerkers vanuit verschillende disciplines; • concentratie van voorzieningen in één gebouw; • diverse bestuurlijke varianten (koepelorganisatie met verschillende voorzieningen; holdingmodel met werkmaatschappijen; joint venture tussen school en kinderopvang e.d). Gerealiseerd (deels) • Almere: Het Meesterwerk (integrale inhoudelijke samenwerking; één team, één manager, één loket voor ouders) • Almere: Particuliere basisschool Bizziekids Basics en BizzieKids buitenschoolse opvang. In voorbereiding: • Zutphen e.o: Educatieve centra voor 0 - 16 jarigen • Ede: de Parapluschool • De Sterrenschool 7.00uur 19.00uur maandag SportOntspanning dinsdag kunst-cultuur Zorg huiswerkbegeleiding woensdag Kinderopvang Onderwijs 5,5 uur p.d. Sport donderdag Onderwijs 5,5 uur p.d.kunst-cultuur vrijdag Onderwijs 5,5 uur p.d. Zorg huiswerkbegeleiding Sport Ontspanning Ontspanning Ontspanning Onderwijs 5,5 uur p.d. Onderwijs 5,5 uur p.d. Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:43 Pagina 29
  • 32. 30 Nieuwe tijden in onderwijs en opvang Modellen voor nieuwe schooltijden “Scheiding tussen twee werelden doorbreken” Sjaak Scholten, algemeen directeur stichting Archipel, schoolbestuur voor openbaar onderwijs in Zutphen e.o., werkt aan het omvormen van scholen tot educatieve centra. Wat willen kinderen, wat willen ouders, wat willen schoolleiders? Met die vragen zijn ze in Zutphen gestart. Zelf had het schoolbestuur al besloten een actieve rol te willen spelen in een ontwikkeling die ze signaleert: de vorming van brede scholen, een grote behoefte van werkende ouders aan opvang, een kwalitatief sterker wordende kinderopvang en de nieuwe verantwoordelijkheden van de school met betrekking tot aansluiting met de kinderopvang (motie van Aartsen/ Bos) Met de opbrengst van enquètes en gesprekken worden de contouren van de gewenste educatieve centra steeds scherper. Er ontstaat draagvlak en enthousiasme voor een plek waar onderwijs en kinderopvang hand in hand gaan, waar samen met het welzijnswerk, de muziek- school en sportclubs allerhande activiteiten worden aangeboden, aangevuld met zorg- en opvoedings- ondersteuning. En dat voor kinderen van 0 tot 16 jaar. Met welke instrumenten krijg je een educatief centrum van de grond? Scholten benadrukt allereerst het belang van één lei- dende educatieve visie, gedragen door de belanghebbenden en uitvoerende partners. Er is één integraal curriculum nodig waarin iedere partner vanuit zijn professie zijn bijdrage aan het leren en de ontwikkeling van de kinderen levert. Het dag- programma volgt het bioritme van de kinderen. Wanneer leren ze het beste en het snelst? Wat is de beste tijdstip voor ontspanning of juist fysieke activiteiten? Je hebt één organisatie nodig met een herkenbare en stimulerende leiding. En om het personeel van het toekomstige educatieve centrum met de juiste competenties uit te rusten moet er een uitgebreid plan voor deskundigheidsbevordering komen. In Zutphen e.o.zijn de samenwerkingspartners op al deze fronten bezig. Wat is nodig voor een bredere implementatie van het 7 tot 7 model? — richtinggevende uitspraken van de overheid; — experimenten mogelijk maken; — uitbreiden van de Wet Kinderopvang tot een basisvoorziening ter wille van alle kinderen; — middelen om het proces van omvorming van scholen te ondersteunen; — educatieve centra bouwen in plaats van afzon- derlijke scholen; — de tussenschoolse opvang onder de bekostiging van de Wet Kinderopvang brengen; — helderheid over bestuurlijke en juridische vorm- geving DE PRAKTIJK AAN HET WOORD Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:43 Pagina 30
  • 33. 31 Nieuwe tijden in onderwijs en opvang Modellen voor nieuwe schooltijden “Publiek-private samenwerking in een integraal kindcentrum: een pleidooi voor het coöperatie- model” Geert de Wit, directeur Kinderstad, kinderopvan- gonderneming in Tilburg e.o. zoekt samen met scholen naar nieuwe bestuurlijke vormen voor samenwerking. Een woud van regelgeving Wil je een naadloze aansluiting realiseren van kin- deropvang op primair onderwijs en vice versa – een samenwerking van een private en een publieke partij – dan beland je in een woud van juridische, financiële en fiscale regelgeving. Regels en rand- voorwaarden die meespelen in de keuze van een besturingsmodel. Geert de Wit heeft dat samen met een financieel-juridisch adviesbureau in kaart gebracht. En werd daar niet vrolijker van. “Willen we het integrale kindcentrum dichterbij brengen, dan zullen de knelpunten en obstakels voortvarend moeten worden opgepakt”. Ook door de rijksover- heid. Twee modellen onder de loep Onderwijs en kinderopvang zijn te divers georgani- seerd en verschillen vaak teveel in omvang, financieringsvorm, werkgebied e.d. om op instel- lingsniveau zonder meer te kunnen integreren. In een eerste exercitie naar een goede samenwerkings- vorm komt De Wit uit op de personele unie en de coöperatieve vereniging. In de personele unie is er sprake van een gezamen- lijke aansturing en wederzijdse benoeming van (deels) dezelfde bestuurders en eventuele toezicht- houders. De beide rechtspersonen – schoolbestuur en kinderopvangonderneming – blijven autonoom functioneren. De samenwerking wordt vastgelegd in dienstverleningsovereenkomsten. Uit Kansen voor Kinderen: Educatief centrum, meer dan onderwijs Stichting Archipel, november 2008 “Ik zou graag zien dat een educatief centrum, met al haar activiteiten, openstaat voor àlle kinderen, dus ook voor kinderen waarvan de ouders niet allebei werken. Dan ben je met recht een sociaal hart van de wijk” (schooldirecteur). “Omdat ik onregelmatig werk heb ik niet op vaste dagen opvang nodig. Tot nu toe regel ik dit met familie en vrienden maar het zou fijn zijn als dat via de officiële opvang kon” (ouder). M Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:43 Pagina 31
  • 34. 32 Nieuwe tijden in onderwijs en opvang Modellen voor nieuwe schooltijden De Wit ziet hier bezwaren opdoemen vanuit de Wet primair onderwijs (WPO). Staat deze wet, met zijn bijzonderheden op het gebied van bijvoorbeeld benoemingsbeleid, een personele unie überhaupt toe? Ook ziet hij een flink fiscaal obstakel met btw- belaste onderlinge diensten die met een fiscale een- heid niet is op te lossen (vanwege hoofdelijke aansprakelijkheid). Een ander bezwaar lijkt de inflexibiliteit van de bestuursvorm: wat als een derde partij wil toetreden? In de coöperatieve vereniging lijken bovenge- noemde problemen eerder op te lossen. De ‘consti- tuerende partijen’ participeren in de vereniging waarbij de coöperatie eigenaar wordt van het con- cept kindcentrum. Partijen werken op basis van gelijkwaardigheid samen en blijven verantwoorde- lijk voor kwaliteit en vormgeving van hun eigen werksoort en bijbehorende financiering. Ook hier zullen een aantal juridische en fiscale vragen verder moeten worden uitgezocht. De Wit zet ze op een rij: Pleidooi voor discussie en onderzoek — afwegen van de twee voorkeursvarianten perso- nele unie en coöperatieve vereniging — uitzoeken van juridische en fiscale vraagstukken — discussie met veld en overheden over scenario’s en indien mogelijk de keuze voor een voorkeurs- variant — mogelijke aanpassing van sectorspecifieke en/of fiscale regelgeving. Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:43 Pagina 32
  • 35. 33 6. De werkagenda Toelichting op de werkagenda In de werkagenda zijn de uitkomsten van het symposium samengevat in beknopte beschrij- vingen van wat er moet gebeuren en wie dat moet gaan doen.We lichten de agendapunten en de bijbehorende uit- gangspunten op de volgende pagina’s nader toe. Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:43 Pagina 33
  • 36. Punt 1: Geef experimenten de ruimte Momenteel worden er op diverse plaatsen in Neder- land nieuwe arrangementen van onderwijs en opvang ontwikkeld en soms ook al geïmplementeerd. Het is zaak deze pioniers in onderwijs en kinderopvang te ondersteunen, experimenten mogelijk te maken en de weg vrij te maken van belemmeringen in termen van beleid en regelgeving. Aandachtspunten zijn: • proeftuinen/vrijplaatsen voor ontwikkeling en invoering van verschillende modellen; • indien nodig aanpassen van regelgeving, toezicht en financieringsvoorwaarden (zie ook agendapunt 3); • creëer mogelijkheden voor bundeling van financie- ringsstromen; • ruimere interpretatie van toezichtkader van de betrokken inspecties en toewerken naar integraal toezicht. Punt 2: Monitoring, informatie & communicatie Monitor de huidige innovatieve praktijk, identificeer en beschrijf de werkzame modellen en zorg voor ver- spreiding van kennis en informatie. Aandachtspunten zijn: • volg en evalueer de innovatie met een monitor Nieuwe schooltijden; • beschrijf modellen van nieuwe schooltijden en de rol daarin van diverse partners; • actieve communicatierol van het rijk in samenspel met de branche, verspreiding van goede voorbeelden en ervaring; • accentueren van keuzevrijheid met betrekking tot modellen; • streven van lokaal maatwerk (stad-platteland; leer- lingenpopulatie, wijk/ buurt etc); • aanjagen van het lokale debat. Punt 3: Pas de regelgeving aan Aanpassing van de regelgeving, in casu de Wet kinder- opvang wat betreft de definitie van BSO,VSO en TSO is aan de orde. Het gaat om: • de omschrijving van BSO als zijnde opvang voor en na schooltijd past niet meer overal. Nieuwe tijden- modellen vragen om flexibele inzet van BSO-uren op de dag, onder meer in het kader van het bioritme model / verlengde middagpauze; • heroriëntatie op de vorm en verantwoordelijkheden voor opvang vóór schooltijd (VSO); • heroriëntatie op TSO als belangrijke schakel in het dagarrangement. Punt 4: Maak een soepele overgangsregeling voor scholen Scholen zitten vast aan een minimum van 7520 uur onderwijstijd over acht schooljaren. Schoolbrede invoering van nieuwe tijden betreft ook leerlingen die in de onderbouw relatief minder dan 940 uur per jaar onderwijs hebben gehad en vereist derhalve: • coulant omgaan met nieuwe (jaar-)urenverdelings- tabel; • creatief meedenken door de inspectie. Punt 5: Wetenschappelijke onderbouwing Stimuleer wetenschappelijk onderzoek naar effecten van nieuwe schooltijden op kinderen, ouders, professi- onals en werkgevers. Aandachtspunten zijn: • beschrijving van bestaande pedagogische inzichten over schooltijden; • bundelen en stimuleren van relevante lopende onderzoeksprogramma’s; • opzet van een onderzoeksagenda voor pedagogische onderbouwing van nieuwe modellen; • kennisontwikkeling over effecten van aanpassing van schooltijden op het welbevinden van kinderen, 34 Nieuwe tijden in onderwijs en opvang De werkagenda Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:43 Pagina 34
  • 37. ouders, werknemers in de onderwijs- en opvang- sector. Punt 6: Ontwerp integrale bedrijfsmodellen Integrale pedagogische basisvoorzieningen vereisen integrale bedrijfsmodellen voor onderwijs en opvang. • inventarisatie, verkenning en beschrijving van diverse scenario’s: juridisch, bestuurlijk, organisato- risch en financieel; • in kaart brengen en wegnemen van belemmerende regelgeving; • stimuleren van lokale samenwerkingsvormen tussen basisscholen en kinderopvangvoorzieningen. Punt 7: Vergemakkelijk het aanstellen van combina- tiefunctionarissen Combinatiefuncties worden als een belangrijke aanwinst beschouwd, met name wat betreft de verbinding tussen de disciplines opvang en onderwijs. De aanstelling ervan stuit echter nog steeds op problemen. Men pleit derhalve voor: • waar mogelijk opvolgen van de adviezen van de Taskforce Combinatiefuncties voor combinatie- functies in onderwijs en opvang; • met name snel wegnemen van de BTW-heffing bij detachering van personeel in combifuncties. Punt 8: Bundel lokaal beleid en middelen Inbedding in lokaal onderwijs- en jeugdbeleid is van belang. Gemeenten kunnen het speelveld voor opvang en onderwijs beter bespeelbaar maken, met name door: • verbinding te maken tussen lokaal onderwijs-, welzijn-, sport- en cultuurbeleid (onder meer de initiatieven verlengde leertijd, verlengde schooldag, brede school); • ontschotting van beleidsterreinen en afstemmen of bundelen van financieringsstromen; • de mogelijkheden en overlegstructuur van de Lokale Educatieve Agenda (LEA) te benutten. Punt 9: Stimuleer multifunctionele huisvesting Integrale voorzieningen gedijen het beste onder één dak. De ontwikkeling van multifunctionele accommo- daties wordt belemmerd door te nauwe interpretatie van het gemeentelijk onderwijshuisvestingsbeleid en beleid ten aanzien van accommodaties voor welzijn, sport en cultuur. • stimuleer samenwerken onder één dak (in zowel bestaande als nieuwe gebouwen); • harmoniseer regelgeving voor verschillende functies in één gebouw; • ondersteun gemeenten bij de ontwikkeling van integraal accommodatiebeleid. Punt 10: Zet een stip op de horizon De huidige schooltijden zullen op steeds grotere schaal flexibeler worden ingezet, nieuwe dagarrange- menten van onderwijs en opvang dienen zich aan. Er is in dat verband behoefte aan een richtinggevend kader, te formuleren door de rijksoverheid in overleg met de betrokken partijen. Een heldere omschrijving van het einddoel over 5 à 10 jaar, namelijk een geïnte- greerde pedagogische basisvoorziening voor alle kin- deren van 0-12 jaar. Belangrijke uitgangspunten zijn: • de plicht om voorzieningen van uitstekende pedago- gische kwaliteit te bieden; • het recht van alle kinderen op maximale ontplooiing van hun talenten; • een toegankelijk aanbod voor alle kinderen, niet alleen voor kinderen van werkende ouders, geen doelgroepenonderscheid; • het principe van ongedeeld spelen, leren en ontwik- kelen. 35 Nieuwe tijden in onderwijs en opvang De werkagenda Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:43 Pagina 35
  • 38. 36 Nieuwe tijden in onderwijs en opvang Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:43 Pagina 36
  • 39. Anki Duin en Michiel van der Grinten De brede aandacht voor het symposium en de uitkomsten ervan maken duidelijk dat het maatschappelijk debat over vernieuwing van de pedagogische infrastructuur in Nederland is geopend5 . De huidige schooltijden mogen op de helling en de weg kan worden vrijge- maakt voor de ontwikkeling en invoering van nieuwe modellen voor onderwijs en opvang. In welke vorm en op welke schaal dat proces de komende jaren gestalte gaat krijgen is op dit moment nog moeilijk te voorspellen. Aan ambitie en inspiratie in het veld ontbreekt het in ieder geval niet. Uit de werkagenda komt naar voren dat de rijksoverheid nu de kans heeft om het momentum te benutten door samen met gemeenten en inspecties ruim baan te maken voor innovaties en experimenten en door ondersteuning te bieden in de vorm van monitoring, onderzoek en communicatie. Één van de uitdagingen in dat verband betreft het opnieuw inrichten van het speelveld. De invoering van nieuwe tijden voor onderwijs en opvang raakt aan een groot scala van beleidslijnen die de afgelopen jaren vanuit verschillende departementen min of meer separaat zijn ingezet of ondersteund. De opkomst van brede scholen en multifunctionele accommodaties bijvoorbeeld is in dit verband uiterst relevant, evenals de invoering van combinatiefuncties voor sport en cultuur. Hetzelfde geldt voor voor- en vroegschoolse educatie en de harmonisatie van kinderopvang en peuterspeelzalen.Toch lijkt de discussie over school- en opvangtijden vooralsnog aan deze velden voorbij te zijn gegaan. Om te voorkomen de uitvoerende partijen op lokaal niveau verstrikt raken in uiteenlopende of tegenstrijdige opdrachten is het zaak om op landelijk niveau de inspanningen op de diverse velden te verbinden en op één lijn brengen. Een andere uitdaging betreft de mate waarin het rijk inhoudelijk sturing geeft. De bood- schap van het symposium is helder: de vernieuwing die nu in het veld wordt gerealiseerd, verdient ondersteuning. Er is een duidelijke behoefte aan een stip op de horizon, een behoefte aan een heldere beschrijving wat dat is“een pedagogische basisvoorziening voor alle kinderen van 0-12 jaar van uitstekende kwaliteit”. De rijksoverheid kan daarin haar rol nemen en samen met het veld een koers uitzetten en daarmee het beginpunt markeren van een maatschappelijke innovatie met verstrekkende gevolgen voor kinderen en ouders. De Werkagenda in deze brochure – het advies van het veld aan het kabinet – biedt daarvoor een uitstekend vertrekpunt. 37 7. Toekomstperspectief 5 Zie ook de publicaties in de media, hoofdstuk 6. Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:43 Pagina 37
  • 40. “De huidige schooltijden moeten op de helling” Alexander Rinnooy Kan, voorzitter van de Sociaal Economische Raad De huidige schooltijden moeten op de helling. Het is hoog tijd voor modernisering. Nederlandse rege- lingen schieten ernstig tekort waardoor veel talent wordt verkwist en dat kunnen we ons niet meer per- mitteren. Nog voor de volgende kabinetsformatie moeten er flinke stappen worden gezet op weg naar een stabiele omgeving waarin kinderen van 0 tot 12 jaar zich optimaal kunnen ontplooien, aldus SER- voorzitter Alexander Rinnooy Kan. Het moderne gezin vraagt om andere tijden Net als eerdere sprekers benadrukt Rinnooy Kan dat de traditionele schooltijden een overblijfsel zijn uit de tijd van voor de industriële revolutie, geënt op het gezinsmodel waarin de moeder overdag klaar- staat voor de kinderen en het huishouden. Maar steeds meer huishoudens voldoen niet meer aan dat beeld: er is een groeiend aantal alleenstaande ouders en tweeverdieners. Als beide ouders werken vol- doen de schooltijden niet meer. Investeren in toekomstige generaties Het sociaal economische belang van goede kind- voorzieningen is ongelooflijk belangrijk. Nederland kan het zich niet permitteren om het talent van kin- deren niet maximaal te ontwikkelen. Taalachter- standen, sociale uitsluiting, schooluitval…..dat alles staat haaks op het idee van actieve participatie. Integrale voorzieningen waarin kennisontwikkeling, sport, cultuur, welzijn en zorg hand in hand gaan, kunnen de ontplooiingskansen van kinderen en hun maatschappelijke integratie bevorderen. Investeren in kinderen en kindvoorzieningen is investeren in de toekomst. Iedereen is nodig De SER heeft in een recent advies aandacht gevraagd voor het belang van voldoende adequaat opgeleide en breed inzetbare mensen om de concur- rentie met opkomende economieën aan te kunnen. De dreigende krapte op de arbeidsmarkt, zeker ook in publieke sectoren als opvang en onderwijs, vraagt om inzetbaarheid en actieve participatie van zoveel mensen in het arbeidsproces. Dus ook van vaders en moeders van jonge schoolgaande kinderen. Aan- passing van schooltijden kan moeders over de streep halen meer uren te werken; bedrijven kunnen de mogelijkheden uitbreiden om werktijden flexibel in te delen. Geen woorden maar daden Rinnooy Kan vindt het tempo van de modernisering van onderwijs en opvang te laag. Er zijn flinke stappen nodig. De wil in het veld is er, maar de weg nog niet. Juist de rijksoverheid zou ruim baan moeten bieden aan die organisaties die inzetten op vernieuwing, maar die daarbij nog 20e eeuws gedachtegoed, structuren, regels en wetgeving op hun pad vinden. De SER toont zich bereid om advies uit te brengen over het tijdenvraagstuk. Rin- nooy Kan riep staatssecretaris Dijksma op om onder het motto ‘geen woorden maar daden’ voortvarend met de werkagenda aan de slag te gaan. 38 Nieuwe tijden in onderwijs en opvang Toekomstperspectief Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:43 Pagina 38
  • 41. Relevante publicaties • Argumentenkaart Schooltijden, een uitgave van het project Andere Tijden in onderwijs en opvang, mei 2009 • Biologisch ritme en schoolprogramma, Nederlands Jeugdinstituut, april 2005 • Kansen voor Kinderen, stichting Archipel, november 2008 • De KindAgenda, kwalitijd voor het kind, stuurgroep de KindAgenda Hilversum, december 2008 • School met de vijf O’s , Nederlands Jeugd Instituut , juli 2008 • De Sterrenschool, kaartenboek over het concept ster- renschool, de Argumentenfabriek, 2008 • DVD Ouders over schooltijden, project Andere Tijden in onderwijs en opvang, september 2009 Aandacht in de media, naar aanleiding van het sym- posium: • SER:“Grote schoolvakantie is ouderwets”(Trouw, 2009) • “Schooltijden moeten op de helling”(De Twentsche Courant Tubantia, mei 2009) • “Snel aanpassing schooltijd”(De Gelderlander, 2009) • “Schooltijden: botsing oude vormen en nieuwe gedachten”(Bredeschool.nl, mei 2009) Organisaties • Project Andere Tijden in onderwijs en opvang, initia- tief van VOS/ABB, Mogroep Kinderopvang, BOPinK, het Kinderopvangfonds. Ondersteunt scholen bij overgang naar nieuwe schooltijden, verspreidt good practices en organiseert masterclasses en stimuleert het debat in het veld en de publieke discussie. Con- tact via anderetijdeninonderwijsenopvang@xs4all.nl • Netwerkbureau Kinderopvang, begeleidt in opdracht van het ministerie van OCW scholen en kinderopvan- gorganisaties in de realisatie van voldoende buiten- schoolse opvang. Contact via www.netwerkbureaukinderopvang.nl • Nederlands Jeugd instituut, Expertisecentrum over jeugd en opvoeding. Contact via ww.nji.nl • ECO3, Het Expertisecentrum Ontwikkeling, Opvang en Onderwijs voor 0-12 jarigen. Contact via www.eco3.nl • Stuurgroep de KindAgenda, gezamenlijke schoolbe- sturen en SKH kinderopvang die proces naar 5 gelijke dagenmodel in Hilversum begeleidt. Contact via www.kindagenda.nl • Oberon, onderzoeks- en adviesbureau voor de onder- wijs- en welzijnssector. Contact via www.oberon.eu 39 8. Relevante Informatie Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:43 Pagina 39
  • 42. Websites • www.anderetijdeninonderwijsenopvang.nl • www.bredeschool.nl • www.eco3.nl • www.hetkinderopvangfonds.nl • www.hetmeesterwerk.nl • www.kindagenda.nl • www.minocw.nl • www.minszw.nl • www.netwerkbureaukinderopvang.nl • www.nji.nl/bredeschool • www.oberon.eu • www.sterrenschool.nl • www.taskforce-deeltijdplus.nl • www.werkendeouders.nl 40 Nieuwe tijden in onderwijs en opvang Relevante Informatie Oberon-NieuweTijden 16-09-2009 11:43 Pagina 40
  • 43. COLOFON Opdrachtgevers: Ministerie van OCW en Ministerie van SZW Uitgave: Oberon & Duin projectmanagement Samenstelling: Michiel van der Grinten (Oberon) Anki Duin (Duin Projectmanagement) Vormgeving: Cas de Vries, Dvada, Utrecht Fotografie: Sijmen Hendriks Druk USP bv, Utrecht ISBN 978 90 77737 51 4 © 2009 Oberon & Duin projectmanagement Niets van deze uitgave mag verveelvoudigd worden, op wat voor wijze dan ook, of opgeslagen worden in een gegevensbestand zonder voorafgaande schriftelijke toestemming. Oberon-NieuweTijden-omslagDEF 16-09-2009 11:39 Pagina 3
  • 44. onderzoek & advies postbus 1423 3500 bk utrecht tel. : 030 - 230 60 90 fax : 030 - 230 60 80 e-mail : info@oberon.eu internet :www.oberon.eu onderzoek & advies Voor u ligt de brochure Nieuwe tijden in onderwijs en opvang. Het kabinet wil het voor mannen en vrouwen met kinderen makkelijker maken om werk en zorg te combineren. Een sluitend arrangement van onderwijs, voor-, tussen- en naschoolse opvang en vrijetijdsactiviteiten zoals sport en cultuur, is hierbij van belang. Het bevordert de ontwikkelingskansen van kinderen en stelt beide ouders in staat te werken. Op het symposium Naar nieuwe tijden in onderwijs en opvang zijn de contouren van die infrastructuur verkend. Vertegenwoordigers van onderwijs, kinderopvang, ouders, werkgevers,werknemers en wetenschappers hebben voor de regering een werkagenda voor de komende jaren opgesteld. In deze brochure zijn de uitkomsten van het symposium op overzichtelijke wijze gerangschikt. De brochure bevat goede praktijk- voorbeelden, toespraken, citaten en natuurlijk ook de werkagenda zelf, voorzien van een toelichting. Achterin zijn overzichten opgenomen van relevante websites, organisaties en publicaties.Op het symposium is ook de Argumentenkaart Schooltijden gepresenteerd. De brochure en de Argumentenkaart zijn gratis (exclusief verzendkos- ten) verkrijgbaar bij Oberon. In opdracht van en Oberon-NieuweTijden-omslagDEF 16-09-2009 11:40 Pagina 4