26. HALT!
Voor je ja of nee zegt, denk je best eventjes na. Vraag
wat er van je verwacht wordt. Wie doet er mee? Hoe
lang duurt het? …
27. OVERWEEG!
Wat zijn de gevolgen van de vraag? Krijgen andere
personen last als je nee zegt? Is de vraag misschien
oneerlijk?
28. NEE!
Zeg nee, als je niet wil ingaan op de vraag. Op een goede
manier nee zeggen doe je best op een beleefde,
vriendelijke en duidelijke manier. Bijvoorbeeld: ‘Nee,
dank je’, ‘Nee, dat gaat echt niet’, ‘Nee, ik kan dat niet
doen’, ‘Nee, dat wil ik niet’.
Laat ook je lichaam spreken: sta of zit rechtop, spreek
luid en kijk de persoon in de ogen. Zo kom je zelfzeker en
duidelijk over. Oefen eens voor de spiegel.
Stel iets voor wat je wel graag wil doen. Zo vermijd je
een lange discussie. Bijvoorbeeld: 'Nee, dank je, ik hoef
geen sigaret. MAAR ik heb wel graag een kauwgom.'
29. DAAROM
Blijven de andere personen maar vragen of het toch niet
gaat? Leg dan kort uit waarom je vindt dat het niet kan.
Zeg de andere wat de gevolgen zouden zijn als je ‘ja’
antwoordt. En wat je daar niet goed aan vindt.
Houden ze niet op? Zeg dan nogmaals dat het niet hoeft
voor jou en begin over een leuker onderwerp te praten.