2. De volgende ochtend wordt Matthew wakker, door
het zonlicht wat door de ramen schijnt. Hij wrijft de
slaap uit zijn ogen en klimt uit bed. Het eerste wat hij
doet, is uit het raam kijken. En hoewel hij kan
verwachten dat daar niets bijzonders is, doet hij het
toch. Hij schudt zijn hoofd, onmogelijk.
3. Nadat zijn vader was weg gegaan, had Matthew een
poging gewaagd om zijn moeder te spreken, maar zij
had geweigerd met hem te praten. Waarom weet
Matthew niet, maar vreemd vindt hij het wel. Boos
was hij dan ook naar bed gegaan.
4. Snel kleedt hij zich aan, en loopt naar beneden.
Direct gaat hij naar de eetkamer, de geur van ei en
bacon opsnuivend. Vandaag gaat hij een poging
wagen om met zijn moeder te praten. Dat zijn vader
belangrijk is, weet Matthew, maar waarom ging hij
zo geheimzinnig weg? Heeft hij iets te verbergen?
5. Zijn vader is niet te bekennen in de eetkamer, en zijn
moeder zit alleen met haar bord vol ei en bacon.
Kathy kijkt niet op als Matthew binnen komt lopen.
Ze blijft naar haar bord staren, en eet niets. Verbaasd
gaat Matthew tegenover haar zitten. Iemand komt
snel een bord brengen naar Matthew, en snelt de
keuken weer uit.
6. Matthew neemt een hap, en kijkt zijn moeder aan.
Kathy heeft nog steeds geen woord gezegd en staart
koppig naar haar bord. “Mam, is alles goed?” vraagt
hij. Kathy kijkt op, en Matthew schrikt. Haar ogen
staan fel, anders dan de lieve blik die ze normaal
heeft. “Matthew, wil je alsjeblieft je mond houden
tijdens het ontbijt?” vraagt ze.
7. Verrast, alsof hij een klap op zijn wang heeft
gekregen, kijkt hij zijn moeder aan. Zijn moeder doet
normaal nooit zo, en nu… Nu heel anders.
Mam, waar is pap?” vraagt hij. Gestoken antwoordt
ze.
“Waarom wil je dat weten, waar bemoei je je mee!?”
“Rustig, mam, ik wil gewoon weten waar hij
is, aangezien hij altijd mee-eet s`morgens,”
8. “Sorry, Matthew, het is zo dat…” aarzelt Kathy.
“Ja?” dringt Matthew aan. Kathy schudt haar
hoofd, en prikt wat ei aan haar vork. Ze doet het in
haar mond, alleen maar om tijd te winnen, dat weet
Matthew. Maar de stilte blijft aanhouden, die
Matthew steeds meer begint te irriteren. “Vertel
nou,” dringt hij weer aan.
9. “Nee, Matthew, ik kan het niet vertellen. Het gaat je
niets aan, en James zou het mij niet in dank afnemen
als ik je het zei,” zegt Kathy. Matthew opent zijn
mond, maar Kathy is haar te snel af. “Matthew, houd
er nu over op, ja?” zegt Kathy. Ze staat op en loopt
de eetkamer uit. Verbaasd kijkt hij haar na, en richt
zijn aandacht weer op het eten.
10. Als het bijna tijd is om naar school te gaan, komt
Kathy naar Matthew toe. “Matthew, ik ben de hele
dag weg, oké? Als je straks thuis komt, ben ik er dus
nog niet,” zegt Kathy en ze loopt weg. Nieuwsgierig
loopt Matthew naar het raam en kijkt hoe zijn
moeder in een zwarte auto stapt en die de straat
uitrijdt. Dan neemt hij een besluit.
11. Hij rent naar de telefoon, tikt het nummer van de
school in, meldt zich af, en hangt weer op. Dan gaat
hij de trap op, naar de kamers van zijn ouders. Hij
gaat de studeerkamer van zijn vader binnen, en kijkt
nieuwsgierig rond.
12. Vroeger kwam hij vaak in de studeerkamer. Hij ging
dan altijd nieuwsgierig kijken naar wat zijn vader
deed, en ging dan altijd op het kleed voor het bureau
van zijn vader zitten. James was dan altijd druk aan
het werken en Matthew keek altijd wat James
deed, en vaak mocht hij helpen.
13. Matthew loopt de kamer binnen en gaat op de
bureaustoel zitten waar zijn vader altijd zit. Het
bureau is netjes opgeruimd. Alle papieren netjes in
de lades, de lamp op gelijke afstand van zijn laptop
en de laptop staat uit. Voorzichtig zet Matthew de
laptop aan.
14. De laptop start snel en geruisloos op. Matthew klikt
de documenten van zijn vader aan. “Afbeeldingen?
Zou daar iets belangrijks staan?” mompelt Matthew.
Hij klikt het aan, en spit alle foto`s om. De meeste
foto`s zijn van Matthew, en geïrriteerd klikt hij alles
weg. “Kom op, pa, waar staat alles?” mompelt hij.
15. Dan ziet hij iets verdachts. Bij de documenten staat
een map met de titel „I: P‟. Nieuwsgierig klikt
Matthew het document aan, en het blijkt een
Worddocument te zijn. Een officieus vel komt te
voorschijn. Matthew leest, en na elke zin wordt het
duidelijker. Dit moet hij aan de anderen
vertellen, maar hij kan de laptop niet ongezien
16. “Aha, bingo, een printer,” zegt Matthew. Snel print
hij alles uit, en zet dan de laptop uit. Hij vouwt de
papieren op en stopt die in zijn zak. Dan hoort hij
voetstappen de trap opkomen. Als een speer rent hij
naar de deur, maar het is te laat om omgezien weg te
glippen. Hij rent naar het lege bureau naast die van
zijn vader en verstopt zich eronder.
17. De voetstappen houden halt bij de deur van de
studeerkamer, en duwen de deur open. De
voetstappen lopen even de kamer in, en draaien zich
om en lopen de kamer weer uit. Zuchtend van
opluchting komt Matthew onder het bureau
vandaan.
18. Matthew loopt naar zijn eigen kamer, en leest de
papieren nog eens door. Hoewel alles duidelijk
wordt, roept het ook nog vragen op. Dan hakt hij de
knoop door. Hij gaat de enige genoemde locatie
bezoeken, en van daaruit zijn vragen beantwoorden.