SlideShare ist ein Scribd-Unternehmen logo
1 von 18
Downloaden Sie, um offline zu lesen
Liselotje En Het Paasfeest
• Liselotje is een meisje en ze woont in een paleisje. In een land
  hier heel ver vandaan. Waar heel veel paleisjes staan.
• Ze zal zich niet gauw vervelen, ze heeft altijd iets te spelen.
  En vandaag, roept Lotje blij, ga ik naar de boerderij!
  Daar moeten ze wat eitjes halen en de koning mag betalen.
  Dus daar gaan ze, hand in hand, met een grote rieten mand.
• Als ze naar de voordeur lopen, doet de boer al lachend open:
  ‘Goedemorgen allebei, loop maar even mee met mij.’
• Ze lopen samen naar het hok. En daar zitten, op een stok,
  dertig kippen naast elkaar. En de boer zegt: ‘Rapen maar!’.
• En ze leggen met z’n beidjes, in de mand, wel honderd eitjes.
  Tot de koning gaat proberen, met twee eitjes te jongleren.
• Hij gooit ze een voor een omhoog, en ze belanden, met een
  boog, op de grond. Ze zijn kapot. En de koning schrikt zich rot.
• Hij kijkt bang en wat verlegen, naar zijn broek, vol vieze
  vegen. De boer roept: ‘Domme oliebol! Kijk, je hele broek zit
  vol!’.
• Met wat water en een doek, veegt hij de smurrie van de
  broek. Zodat de koning zonder vlekken, met Liselot weer kan
  vertrekken.
• De mand met eitjes is best zwaar. Dus ze lopen met elkaar,
  heel voorzichtig, niet te vlug, lachend naar het paleis terug.
  Daar gaan alle eitjes dan. In een hele grote pan, en ‘t fornuis
  wordt aangestoken om ze eventjes te koken.
• De koning zegt: ‘Wacht maar even, ik zal vast een verfdoos
  geven. Want weet je wat er moet gebeuren? Jullie gaan de
  eitjes kleuren.’
  Rood en groen, geel en blauw. Dus pak je kwast, begin maar
  gauw en kleur ze netjes allemaal, dan lees ik een paasverhaal.
• Ze gaan meteen een boekje halen, vol met mooie
  paasverhalen. En daarin staat dat grote hazen, eitjes
  schilderen met pasen.
  Die ze verstoppen in het veld, en de koningin vertelt dat
  Liselotje morgen fijn, zelf een paashaasje mag zijn.
• Lachend loopt ze naar de kast en zegt: ‘Ik hoop maar dat het
  past, want in deze jutten zak, zit een prachtig hazenpak.’
  Treurig roept de koning: ‘Mag ik morgen dan niet mee?’ ‘Dat
  kan niet’, zegt de koningin, ‘er zit voor jou geen pak meer in.’
• De koning stommelt boos naar boven. Hij kan zijn oren niet
  geloven. En terwijl hij staat te schoppen, roept hij: ‘Ik wil ook
  verstoppen!
  Waarom mag ik nou niet mee?’ Maar dan krijgt hij een idee:
  ‘Weet je wat? Ik knip en plak, zelf gewoon een hazenpak.’
• Hij legt meteen zijn spullen klaar. Zijn lijm, zijn prikpen en zijn
  schaar. Hij knipt een masker met twee oren. En plakt een
  hazenneus van voren.
  Na het knippen en het plakken, gaat hij zijn bruine pyjama
  pakken. Hij trekt zijn hazenspullen aan en gaat voor de spiegel
  staan.
• Daarna loopt hij heel tevreden als een paashaas naar
  beneden. En als de koningin hem ziet zingt hij al snel zijn
  hazenlied.
  De koningin vindt het reusachtig en ook lotje roept: ‘Wat
  prachtig, wat een schitterend idee. Nu kunt u morgen ook met
  me mee!’.
• Zo gaan ze samen, hand in hand met die hele grote mand om
  zonder iemand iets te zeggen stiekem eitjes neer te leggen.
• Dus het moet je niet verbazen als je eitjes vindt met pasen.

Weitere ähnliche Inhalte

Liselotje En Het Paasfeest

  • 2. • Liselotje is een meisje en ze woont in een paleisje. In een land hier heel ver vandaan. Waar heel veel paleisjes staan.
  • 3. • Ze zal zich niet gauw vervelen, ze heeft altijd iets te spelen. En vandaag, roept Lotje blij, ga ik naar de boerderij! Daar moeten ze wat eitjes halen en de koning mag betalen. Dus daar gaan ze, hand in hand, met een grote rieten mand.
  • 4. • Als ze naar de voordeur lopen, doet de boer al lachend open: ‘Goedemorgen allebei, loop maar even mee met mij.’
  • 5. • Ze lopen samen naar het hok. En daar zitten, op een stok, dertig kippen naast elkaar. En de boer zegt: ‘Rapen maar!’.
  • 6. • En ze leggen met z’n beidjes, in de mand, wel honderd eitjes. Tot de koning gaat proberen, met twee eitjes te jongleren.
  • 7. • Hij gooit ze een voor een omhoog, en ze belanden, met een boog, op de grond. Ze zijn kapot. En de koning schrikt zich rot.
  • 8. • Hij kijkt bang en wat verlegen, naar zijn broek, vol vieze vegen. De boer roept: ‘Domme oliebol! Kijk, je hele broek zit vol!’.
  • 9. • Met wat water en een doek, veegt hij de smurrie van de broek. Zodat de koning zonder vlekken, met Liselot weer kan vertrekken.
  • 10. • De mand met eitjes is best zwaar. Dus ze lopen met elkaar, heel voorzichtig, niet te vlug, lachend naar het paleis terug. Daar gaan alle eitjes dan. In een hele grote pan, en ‘t fornuis wordt aangestoken om ze eventjes te koken.
  • 11. • De koning zegt: ‘Wacht maar even, ik zal vast een verfdoos geven. Want weet je wat er moet gebeuren? Jullie gaan de eitjes kleuren.’ Rood en groen, geel en blauw. Dus pak je kwast, begin maar gauw en kleur ze netjes allemaal, dan lees ik een paasverhaal.
  • 12. • Ze gaan meteen een boekje halen, vol met mooie paasverhalen. En daarin staat dat grote hazen, eitjes schilderen met pasen. Die ze verstoppen in het veld, en de koningin vertelt dat Liselotje morgen fijn, zelf een paashaasje mag zijn.
  • 13. • Lachend loopt ze naar de kast en zegt: ‘Ik hoop maar dat het past, want in deze jutten zak, zit een prachtig hazenpak.’ Treurig roept de koning: ‘Mag ik morgen dan niet mee?’ ‘Dat kan niet’, zegt de koningin, ‘er zit voor jou geen pak meer in.’
  • 14. • De koning stommelt boos naar boven. Hij kan zijn oren niet geloven. En terwijl hij staat te schoppen, roept hij: ‘Ik wil ook verstoppen! Waarom mag ik nou niet mee?’ Maar dan krijgt hij een idee: ‘Weet je wat? Ik knip en plak, zelf gewoon een hazenpak.’
  • 15. • Hij legt meteen zijn spullen klaar. Zijn lijm, zijn prikpen en zijn schaar. Hij knipt een masker met twee oren. En plakt een hazenneus van voren. Na het knippen en het plakken, gaat hij zijn bruine pyjama pakken. Hij trekt zijn hazenspullen aan en gaat voor de spiegel staan.
  • 16. • Daarna loopt hij heel tevreden als een paashaas naar beneden. En als de koningin hem ziet zingt hij al snel zijn hazenlied. De koningin vindt het reusachtig en ook lotje roept: ‘Wat prachtig, wat een schitterend idee. Nu kunt u morgen ook met me mee!’.
  • 17. • Zo gaan ze samen, hand in hand met die hele grote mand om zonder iemand iets te zeggen stiekem eitjes neer te leggen.
  • 18. • Dus het moet je niet verbazen als je eitjes vindt met pasen.