8. +
Informeel leren
Complexiteit
werk
-
Veranderlijkheid werk +
9. Formeel en informeel leren
The spending/outcomes
paradox
Cross, J. (2003). Informal Learning – the other
80%
http://www.internettime.com/Learning/The
%20Other%2080%25.htm
10.
11. We denken sterk in termen van
formeel leren (dominant paradigma)
12. We denken sterk in termen van
formeel leren (dominant paradigma)
Ongenuanceerd visie belemmert
acceptatie meer informeel leren
13. We denken sterk in termen van
formeel leren (dominant paradigma)
Ongenuanceerd visie belemmert
acceptatie meer informeel leren
De werkelijkheid is genuanceerd
15. Proces
+
Leren in uw organisatie?
Welke ruit tekent u?
- Plaats/
Doelen
+ - + setting
Gebaseerd op Weistra,
-: gefaciliteerd, informeel
2005
+: gepland, formeel
+
Leerinhouden
16. Leernetwerken
Verticaal
Liberaal
Horizontaal
Extern
Gebaseerd op Van der
Krogt, 1995
17. Leernetwerken
Stafafdeling, organisatie bepaalt,
functiegericht, gestructureerd, gestandaardiseerd
Verticaal
Liberaal
Horizontaal
Extern
Gebaseerd op Van der
Krogt, 1995
18. Leernetwerken
Stafafdeling, organisatie bepaalt,
functiegericht, gestructureerd, gestandaardiseerd
Verticaal
Werk bepaalt
leervragen, veel
Liberaal samenwerking
Horizontaal
Extern
Gebaseerd op Van der
Krogt, 1995
19. Leernetwerken
Stafafdeling, organisatie bepaalt,
functiegericht, gestructureerd, gestandaardiseerd
Verticaal
Werk bepaalt
leervragen, veel
Liberaal samenwerking
Horizontaal
Extern
Gebaseerd op Van der Professie en wetgeving bepalen
Krogt, 1995
20. Leernetwerken
Stafafdeling, organisatie bepaalt,
functiegericht, gestructureerd, gestandaardiseerd
Verticaal
Werk bepaalt
Veel eigen leervragen, veel
verantwoordelijkheid,
geen expliciet beleid, Liberaal samenwerking
organisatie faciliteert
Horizontaal
Extern
Gebaseerd op Van der Professie en wetgeving bepalen
Krogt, 1995
21. Uw organisatie (dominant is...)?
Verticaal
Beschrijf uw organisatie
kort
Laat buurman/vrouw
Liberaal
typeren
3 minuten per persoon Horizontaal
Extern
Gebaseerd op Van der
Krogt, 1995
22. Hoeveel....
Verticaal
Liberaal
Horizontaal
Extern
Gebaseerd op Van der
Krogt, 1995
23. Leernetwerken en e-learning
Cursussen/modules,
taakgerichte “chunks”,
Verticaal synchrone instructies
Interne learning
Veel eigen communities,
verantwoordelijkheid, EPSS
thematische communities chunks makkelijk
en netwerken, externe Liberaal te doorzoeken,
opleidingsinstituten, social social media
media Horizontaal
Extern
Gebaseerd op Van der Branche-portal, fora, branche communities
Krogt, 1995 online certificaten, compliancy-based
25. Pedagogisch-didactische
affordances
de waargenomen
eigenschappen van een
ding in samenhang met
een gebruiker die
beïnvloedt hoe het
wordt gebruikt (Kirschner,
2002)
26. Affordances bepalen mede
de toegevoegde waarde
Relatief eenvoudige acceptatie door eenvoud
Eigenaarschap (niet afhankelijk van organisaties)
Autonomie en sociale verbondenheid
Sterk gericht op samen delen, samen werken,
samen leren
Creëren, publiceren/uitdragen, relaties leggen
Gebruik appelleert aan competenties 21ste eeuw
Verder
29. Affordances social media passen beter bij
informele vormen van leren dan bij formeel leren
Bron: http://www.slideshare.net/
igorterhalle
30. Connectivisme
(George Siemens)
Belangrijkste kenmerken?
Source: Jared
31. Collaboration curve
• Waarde knooppunt in netwerk neemt toe
naarmate het aantal knooppunten
toeneemt
• Waarde neemt extra toe als knooppunten
beter presteren
• Knooppunten presteren beter naarmate
het aantal knooppunten toeneemt
Hagel, Seely Brown, Davison, 2009
32. Collaboration curve (2)
the more participants--and interactions
between those participants--you add to a
carefully designed and nurtured environment,
the more the rate of performance
improvement goes up.
Hagel, Seely Brown, Davison, 2009
33. Community Netwerk
Regelmatig delen en leren • Meer ad hoc delen en
leren
Gemeenschappelijk
• Gemeenschappelijke
belang
interesse
Onderlinge relaties • Meer oppervlakkige
Meer gestructureerd relaties
• Losjes gekoppeld
Intentionele deelname
• Deelname niet altijd
intentioneel
34. Community Netwerk
Rechtstreeks • ‘Lidmaatschap’ ook via-via
lidmaatschap • Vrijwillig
Vrijwillig • Deelname op ad hoc basis
Deelname over langere • Verschillende organisaties
periode • Vaak informele status
Verschillende organisaties
• Geen moderator
(kan)
Vaak formele status
Moderator
35. Web 2.0: wisdom of crowds
• Collectiviteit bedenkt
oplossingen voor complexe
problemen
• Cognitieve vraagstukken en
rationeel gedrag
• Diversiteit
• Onafhankelijkheid
• Specialisatie
• Aggregatie
38. Voorbeelden social media en
overwegend informeel leren?
Twitter/Yammer: vragen stellen/beantwoorden, impressie
congressen, geattendeerd worden, tips geven
RSS: geattendeerd worden, patronen herkennen
Social bookmarking: archiveren, zoeken, wat bewaren
anderen
Weblogs: lezen en reflecteren
39. Hoe leer ik? Social bookmarken
Vaker
geattendeerd Weblog(s) Artikel (online)
op bericht ander
(RSS, Twitter)
Interactie (via blogs en Twitter)
Bericht in
eigen weblog Werkopdracht
Zoeken in
Omzetten in eigen weblog
passage rapport, (bijv. via
presentatie, Google)
artikel
42. Werkt ook bij een meer
complexe hulpvraag?
Wat is er in je organisatie voor nodig om social
media met succes voor leren in te zetten?
Via 1 blog post en 3 tweets
Resultaat
12 tweets
8 reacties blog posts (leiden tot associaties)
Via RSS 1 relevant artikel
43. Wie heeft gereageerd?
pavl Bob Roos
jbulsink/Jan Bulsink Lilianne Buckens
joostrobben Martijn de Klerk
marathonkeje Bert Boymans
MichaelVrijhoef Arne Horst/arnehorst
dannyverhoeven Mark Overdijk
Marcel de Leeuwe
Rood: eerst online, daarna f2f
Wit: eerst persoonlijk en via web 1.0
Groen: uitsluitend online
44. Past dit bij u?
Hoe zet u social media in voor leren?
Welke voordelen ervaart u?
Welke belemmeringen ervaart u?
Drie acties om belangrijkste
persoonlijke belemmeringen aan te
pakken (organisatie komt straks)
47. Leren omgaan met
social media en massa’s informatie
• Selectieve informatiereductie
• Patronen herkennen (meer, meer)
• RSS
• Filter
• Focus
• Time management
Foto: http://www.flickr.com/photos/thedepartment/137413905/
48. Leren omgaan met
social media en massa’s informatie
• Selectieve informatiereductie
• Patronen herkennen (meer, meer)
• RSS
• Filter
• Focus
• Time management
Dit leer je met name door te doen!
Foto: http://www.flickr.com/photos/thedepartment/137413905/
49. Past deze manier van leren bij
uw organisatie
(e-learning 2.0 readiness)?
50. Wat vraagt dit van de
organisatie?
Ondersteuning management
Wat past bij je organisatie?
Organisatiecultuur (openheid o.a)
Passie en vertrouwen (binnen leer/werkomgeving)
Drijfveren medewerkers
Waak voor techno-romantici
Focus niet te veel op technologie
....
51. E-learning 2.0 readiness
Visie op leren
Ondersteuning management
Cultuur van openheid en delen
E-readiness 2.0 medewerkers
Beschikbaarheid technologie
1 = -- 2=- 3 = +- 4=+ 5 = ++
53. Wat moet er gebeuren?
Formuleer drie realistische
acties (individueel), en deel
in groepjes
54. Tips
Als het niet past, past het niet (zone van naaste
ontwikkeling)
Zoek ambassadeurs en stimuleer hen
Denk groot, begin klein (ook wat betreft nieuwe
technologie)
Voorkom Teigetjes gedrag
Voorkom vrijblijvendheid bij gebrek aan
intrinsieke motivatie
Evalueer en reflecteer
The second perspective is the theory of connectivism, developed by George Siemens. According to Siemens new internettechnologies make that we all operate in networks. A network consists of nodes and connections; these are important for knowledge building.
What is Web 2.0? Open source content and applications, sites that get their value from their users:
Learning Management Systems
Blogs
Wikis
Social Bookmarking
RSS Feeds
Podcasting
The Web 2.0 Landscape is varied. There are Web applications, social networking, content sharing, and more.
Open Source Content and Applications
Allows users to add content to the Web
Relies on a community that encourages reusing materials
Tools for commentary/free expression—text, audio, video
Tools for management
Supports social networking
-self-determination theory van Ryan en Deci
-self-determination theory van Ryan en Deci
Hij vat mooi samen onder welke voorwaarden een groep mensen zonder leiding tot resultaten komt die intelligenter zijn "dan de doorsnee leden van de groep".  Op de eerste plaats moet er sprake zijn van een diversiteit aan meningen binnen die groep.  De tweede voorwaarde is dat leden van de groep op een onafhankelijke manier tot hun mening komen, en niet uitsluitend omdat hun opvatting bepaald wordt door anderen. Voorwaarde drie -zo vat Van Gunsteren samen- is decentralisatie: er is sprake van specialisatie binnen de groep en de leden gebruiken lokale kennis. Tenslotte is aggregatie de vierde voorwaarde voor een intelligente collectiviteit. Dat betekent dat er een mechanisme moet zijn waardoor individuele meningen worden omgezet in een gemeenschappelijke beslissing.