Stille getuigen - Het zeeleven als geschiedenisboek.pptx
Presentatie klimaat willem schot 2
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9. Bewijzen voor het bestaan van andere klimaten en grote klimaatveranderingen in
het verleden:
Kenmerken van ijs op plaatsen waar nu een veel warmer klimaat is: zwerfstenen,
gletsjerkrassen, stuwwallen, keileem, sterke erosie door druk waardoor meren
ontstaan, enz.
Kenmerken van een koud toendra klimaat: vegetatie (dryas), pingo’s, ijswiggen.
Kenmerken van een warm klimaat: flora en fauna.
Daarnaast geeft het onderzoek van de zuurstof en waterstof isotopen uit het ijs en
de zeebodem goede indicaties over het temperatuur verloop. Door de steeds
betere datering van de lagen geeft vooral dit onderzoek nu sinds ca 1990 een
verrassend beeld van extreme temperatuur veranderingen in het verleden.
Ook zijn er grote verandering in neerslag zoals blijkt uit de dikte van ijslagen, van
kalkafzettingen in grotten, en de mate van erosie door rivieren, enz
Het blijkt dan dat er de laatste 1 miljoen jaar veel grote en snelle klimaat
veranderingen zijn geweest. Waardoor??
34. Isotopen-onderzoek
• Tijdens glaciaal:
– relatieve toename van 16O en 1H op ijskappen, en
– relatieve toename 18O in de diepzee
• Tijdens interglaciaal:
– relatieve afname van 16O en 1H op ijskappen, en
– relatieve afname 18O in de diepzee
43. Klimaatverandering door:
Verandering binnen de systemen op aarde: Binnen de weersystemen
als windrichtingen en zeestromingen. Ook door vulkanen en
biologische factoren, zoals de mens. De veranderingen van deze
systemen zijn op termijn van ca 10 jaar tot enkele eeuwen.
Structurele verandering in de geografie, zoals verplaatsing
continenten en gebergtevorming op de termijn van ca 10 miljoen jaar.
Verandering door factoren buiten de aarde dus astronomisch:
Veranderingen in de aardbaan (Milankovitch theorie). Deze zijn in
termijnen van ca 10000 jaar. Hierover is vrij veel bekend.
Veranderingen in de activiteit van de zon in verschillende termijnen
van ca 10 jaar tot enkele eeuwen, maar mogelijk ook met grotere
periodes. Hierover is weinig bekend. Veranderingen door de
verplaatsing van ons zonnestelsel door de Melkweg, over perioden
van ca 10 miljoen jaar en meer. Hierover is weinig bekend.
44.
45.
46.
47.
48.
49.
50.
51.
52.
53. Een berekend model voor de evolutie van de Zon
tijd
(miljar
d jaar)
middellij helderhei
n
d
(Zonnu=1) (Zonnu=1)
temperatuu
r
oppervlak
(K)
centrale
dichthei
d
(g/cm3)
centrale
temperatuu
r
(K)
massapercentag
e
waterstof
in kern
opmerkingen
–0,035
2×106
~0
10
10−19
10
70,5%
koude gaswolk begint
te contraheren
–0,034
2,1
1,6
4400
1,5
4×106
70,5%
protoster is ontstaan
(T Tauri-ster)
–0,010
1,0
1,1
5900
83
13×106
70,5%
protoster: overgang
naar hoofdreeks
6
70,5%
begin als
hoofdreeksster:
nucleosynthese
waterstof in kern
0,0
0,872
0,769
5790
91
14,4×10
1,0
0,905
0,770
5680
91
13,7×106
63,3%
2,0
0,927
0,824
5710
102
14,1×106
56,0%
3,0
0,952
0,884
5730
116
14,6×106
48,4%
4,0
0,982
0,954
5750
134
15,1×106
40,4%
4,59
(=nu)
1,000
1,000
5770
147
15,5×106
35,5%
5,0
1,015
1,034
5780
158
15,8×106
31,9%
6,0
1,056
1,126
5780
191
16,6×106
22,7%
7,0
1,104
1,235
5790
243
17,6×106
12,7%
8,0
1,161
1,357
5780
326
18,6×106
2,9%
9,0
1,250
1,548
5760
488
18,9×106
0,09%
10,0
1,39
1,90
5680
860
19,4×106
0,00%
11,0
1,6
2,3
5500
...
...
0,00%
12,0
5
12
4900
...
...
0,00%
12,17
241
2800
2700
...
...
0,00%
12,25
11
60
4800
...
~160×106
0,00%
de huidige Zon
waterstof in kern is op
rode reus (Red Giant
Branch); massaverlies
heliumnucleosynthese
;
54.
55.
56. E.M.
ZONNNESTRALING
VERANDERING
MET DE
GEM.ENERGI ZONCYCLUS VAN
E STROOM
CA 11 JR
TSI (vrl zichtbaar en IR) 1366 W/m2
UV-A (315-400 nm)
UV-B ( 280-315 nm)
MUV (200-300 nm)
15,4 W/m2
FUV (126-200 nm)
50 mW/m2
EUV, Xray (→0-125
nm)
1,2 W/m2
0,7
Snelle Protonen vd Zon
Aurora protonen en
elektronen
Joule Heating
1 mW/m2
20 mW/m2
μW/m2
IONISATIE
0,17 W/m2
15 mW/m2
rel 0,1% Oppervlak
Oppervlak
15-50 km (95%)
rel 1%
15 -50 km
rel 30% 30-120 km
Zwak
Zwak
Zwak
Zwak
Matig
10 mW/m2
rel 100% 80-250 km
Sterk
VERANDERING
MET DE
GEM.ENERGI ZONCYCLUS VAN
DEELTJES STRALING E STROOM
CA 11 JR
Galact. Cosmische
Straling
BELANGRIJKSTE
DEPOSITIE
HOOGTE
μW/m2
0,7
2 mW/m2
100%
20 mW/m2
2 W/m2
DEPOSITIE
HOOGTE
rel 50% 0-30 km
rel
30-90 km
100-120 km
100-150 km
IONISATIE
Sterk(+nuclea
ir)
Sterk(+nuclea
ir)
Matig
Matig
70. www.genevo.nl klik naar klimaat. Voor meer informatie en literatuur verwijzingen
Vragen? Materiaal voor meer informatie? Wil je gegevens van deze presentatie? Mail
naar wfschot@gmail.com