SlideShare ist ein Scribd-Unternehmen logo
1 von 4
Downloaden Sie, um offline zu lesen
Chapter 3
Entertain me
Grammar
Stepping Stones 3gt
Woordvolgorde in een vragende zin
Als je who, what of which in een vraag gebruikt zet je dat
vooraan in de zin met een werkwoord daarachter:
• What is your favourite film?
Als je een vorm van to be in de vraag gebruikt zet je dat
vooraan in de zin:
• Is she very famous in the UK?
• Were they looking for a new car?
Als je een ander hulpwerkwoord (can / would / will / would
/ must / shall / / should / have / may / do) in de vraag
gebruikt, zet je dat vooraan in de zin:
• Shall I help you carry those bags?
In de meeste andere gevallen begin je een vraag met een
vorm van to do + het hele werkwoord:
• Did you see the performance yesterday?
• Do I look like someone famous?
Now show what you know!
(zet de woorden in de juiste volgorde)
1. difficult – it – a – test – very – was – ?
2. to – give – the poor – you – would – money – ?
3. a – make – she – good – impression – did – ?
4. actors – were – that – who – the – in – film – ?
5. a protest – we – should – the government – organize –
against – ?
6. care – they – about – do – opinion – your – ?

Weitere ähnliche Inhalte

Andere mochten auch

Woordvolgorde
WoordvolgordeWoordvolgorde
Woordvolgordewendydej
 
Nederlands enkelvoud, engels meervoud
Nederlands enkelvoud, engels meervoudNederlands enkelvoud, engels meervoud
Nederlands enkelvoud, engels meervoudwendydej
 
Past continuous en past simple
Past continuous en past simplePast continuous en past simple
Past continuous en past simplewendydej
 
Chapter 1 present continuous
Chapter 1   present continuousChapter 1   present continuous
Chapter 1 present continuouswendydej
 
Present perfect
Present perfectPresent perfect
Present perfectwendydej
 
Theme 1 persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
Theme 1   persoonlijke en bezittelijke voornaamwoordenTheme 1   persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
Theme 1 persoonlijke en bezittelijke voornaamwoordenwendydej
 
Present perfect
Present perfectPresent perfect
Present perfectwendydej
 
Theme 3 vragen met to have (got)
Theme 3   vragen met to have (got)Theme 3   vragen met to have (got)
Theme 3 vragen met to have (got)wendydej
 
Woordvolgorde
WoordvolgordeWoordvolgorde
Woordvolgordewendydej
 
Bezittelijke voornaamwoorden
Bezittelijke voornaamwoordenBezittelijke voornaamwoorden
Bezittelijke voornaamwoordenwendydej
 
If en when
If en whenIf en when
If en whenwendydej
 
Chapter 2 present perfect
Chapter 2   present perfectChapter 2   present perfect
Chapter 2 present perfectwendydej
 

Andere mochten auch (14)

Bezit
BezitBezit
Bezit
 
Woordvolgorde
WoordvolgordeWoordvolgorde
Woordvolgorde
 
Nederlands enkelvoud, engels meervoud
Nederlands enkelvoud, engels meervoudNederlands enkelvoud, engels meervoud
Nederlands enkelvoud, engels meervoud
 
Past continuous en past simple
Past continuous en past simplePast continuous en past simple
Past continuous en past simple
 
Chapter 1 present continuous
Chapter 1   present continuousChapter 1   present continuous
Chapter 1 present continuous
 
Present perfect
Present perfectPresent perfect
Present perfect
 
Theme 1 persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
Theme 1   persoonlijke en bezittelijke voornaamwoordenTheme 1   persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
Theme 1 persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
 
Present perfect
Present perfectPresent perfect
Present perfect
 
Theme 3 vragen met to have (got)
Theme 3   vragen met to have (got)Theme 3   vragen met to have (got)
Theme 3 vragen met to have (got)
 
Woordvolgorde
WoordvolgordeWoordvolgorde
Woordvolgorde
 
The
TheThe
The
 
Bezittelijke voornaamwoorden
Bezittelijke voornaamwoordenBezittelijke voornaamwoorden
Bezittelijke voornaamwoorden
 
If en when
If en whenIf en when
If en when
 
Chapter 2 present perfect
Chapter 2   present perfectChapter 2   present perfect
Chapter 2 present perfect
 

Mehr von wendydej

Chapter 5 - Gerund
Chapter 5  - GerundChapter 5  - Gerund
Chapter 5 - Gerundwendydej
 
Chapter 5 - Woordvolgorde
Chapter 5  - WoordvolgordeChapter 5  - Woordvolgorde
Chapter 5 - Woordvolgordewendydej
 
Chapter 2 past continuous + past simple
Chapter 2   past continuous + past simpleChapter 2   past continuous + past simple
Chapter 2 past continuous + past simplewendydej
 
Chapter 1 woordvolgorde
Chapter 1   woordvolgordeChapter 1   woordvolgorde
Chapter 1 woordvolgordewendydej
 
Chapter 1 present continuous + present simple
Chapter 1   present continuous + present simpleChapter 1   present continuous + present simple
Chapter 1 present continuous + present simplewendydej
 
Some en any
Some en anySome en any
Some en anywendydej
 
What en which
What en whichWhat en which
What en whichwendydej
 
Theme 3 vragen met to be
Theme 3   vragen met to beTheme 3   vragen met to be
Theme 3 vragen met to bewendydej
 
Rangtelwoorden
RangtelwoordenRangtelwoorden
Rangtelwoordenwendydej
 
Present simple
Present simplePresent simple
Present simplewendydej
 
Voorzetsels van plaats en tijd
Voorzetsels van plaats en tijdVoorzetsels van plaats en tijd
Voorzetsels van plaats en tijdwendydej
 

Mehr von wendydej (11)

Chapter 5 - Gerund
Chapter 5  - GerundChapter 5  - Gerund
Chapter 5 - Gerund
 
Chapter 5 - Woordvolgorde
Chapter 5  - WoordvolgordeChapter 5  - Woordvolgorde
Chapter 5 - Woordvolgorde
 
Chapter 2 past continuous + past simple
Chapter 2   past continuous + past simpleChapter 2   past continuous + past simple
Chapter 2 past continuous + past simple
 
Chapter 1 woordvolgorde
Chapter 1   woordvolgordeChapter 1   woordvolgorde
Chapter 1 woordvolgorde
 
Chapter 1 present continuous + present simple
Chapter 1   present continuous + present simpleChapter 1   present continuous + present simple
Chapter 1 present continuous + present simple
 
Some en any
Some en anySome en any
Some en any
 
What en which
What en whichWhat en which
What en which
 
Theme 3 vragen met to be
Theme 3   vragen met to beTheme 3   vragen met to be
Theme 3 vragen met to be
 
Rangtelwoorden
RangtelwoordenRangtelwoorden
Rangtelwoorden
 
Present simple
Present simplePresent simple
Present simple
 
Voorzetsels van plaats en tijd
Voorzetsels van plaats en tijdVoorzetsels van plaats en tijd
Voorzetsels van plaats en tijd
 

Woordvolgorde in een vragende zin

  • 2. Woordvolgorde in een vragende zin Als je who, what of which in een vraag gebruikt zet je dat vooraan in de zin met een werkwoord daarachter: • What is your favourite film? Als je een vorm van to be in de vraag gebruikt zet je dat vooraan in de zin: • Is she very famous in the UK? • Were they looking for a new car?
  • 3. Als je een ander hulpwerkwoord (can / would / will / would / must / shall / / should / have / may / do) in de vraag gebruikt, zet je dat vooraan in de zin: • Shall I help you carry those bags? In de meeste andere gevallen begin je een vraag met een vorm van to do + het hele werkwoord: • Did you see the performance yesterday? • Do I look like someone famous?
  • 4. Now show what you know! (zet de woorden in de juiste volgorde) 1. difficult – it – a – test – very – was – ? 2. to – give – the poor – you – would – money – ? 3. a – make – she – good – impression – did – ? 4. actors – were – that – who – the – in – film – ? 5. a protest – we – should – the government – organize – against – ? 6. care – they – about – do – opinion – your – ?