2707 azoren sao miguel lagoa do fogo caldeira velha
2008 Creativity Class De Vergrijzing
1. De Vergrijzing Marieke van Dooren
De vergrijzing en haar sociale dilemma’s voor pensioen, zorg en economische welvaart.
Marieke van Dooren
De realiteit is intrinsiek complex, i.e. sociale dilemma’s zijn van alle tijden en plaatsen. De
demografische verschuiving waarmee wij in West-Europa vandaag te maken hebben (de
vergrijzing omwille van o.a. babyboom na WO II en stijgende levensverwachting), heeft
onmiskenbare gevolgen voor ons sociaaleconomisch systeem en sociale dilemma’s duiken
dan ook onvermijdelijk op. In dit opzicht moet de filosofische vraag omtrent
verantwoordelijkheid expliciet gesteld worden: Wie en hoeveel verantwoordelijkheid valt er
– mits ethische beschouwingen – bij verschillende partijen: (1) de overheid; (2) de
werkgever in relatie tot de werknemer; (3) het individu?
Deze trilaterale opdeling van verantwoordelijkheid vinden we terug in het 3-pijlersysteem
van het pensioenstelsel, waarop in paragraaf 1 ingegaan zal worden. Paragraaf 2 bespreekt
de zorgverlening in de verzilverde maatschappij, waarbij de capaciteit, kwaliteit en kosten
als mijlpalen besproken worden. Paragraaf 3 situeert tenslotte de gevolgen van de
vergrijzing voor de begroting en economische welvaart in onze samenleving, gegeven dat –
vanuit globaal opzicht – het economische zwaartepunt verschoven is naar het Verre Oosten.
Tenslotte wil ik de inleiding afsluiten met een relativerende bedenking. Geenszins mag de
samenleving misleid worden door simplificerend en reductionistisch denken: er bestaat
nooit zoiets als één uniforme, best mogelijke oplossing. Eerder moet naar optimalisatie van
ons sociaaleconomisch systeem gezocht worden in de triangulatie van diverse
suboplossingen die in de realiteit van hier en nu tezamen geïmplementeerd kunnen
worden.
Creativity Class 2008 – p.1
2. De Vergrijzing Marieke van Dooren
1. Pensioenstelsel
Door de vergrijzing dreigen de beloofde pensioenen vanaf circa de babyboomgeneratie
(~2013), in het water te vallen.
Dat komt omdat de 1e pijler, die zorgt voor een wettelijk basispensioen, afhankelijk
is van demografische ontwikkelingen. Het intergenerationeel solidariteitsbeginsel
(paternalisme) in het repartitie of omslagstelsel – i.e. pensioenen worden betaald uit
de lopende premieontvangsten – is aldus niet bestand tegen de vergrijzinggolf
aangezien er geen pensioenvermogen opgebouwd wordt.
Hoewel een omslagstelsel in deze situatie faalt, is er een 2e pijler in het
pensioenstelsel die onafhankelijk is van demografie, nl. het collectieve
pensioensparen bij een pensioenfonds. Het principe van kapitalisatie – ook wel
kapitaaldekkingsstelsel genoemd – zorgt voor de opbouw van een persoonsgebonden
pensioenvermogen. Hoewel dit stelsel conjunctuur gevoelig is, wordt gebruik
gemaakt van asset-liability management studies om optimale beleggingen te doen
en zodoende de investeringsopbrengsten te maximaliseren.
De 3e pijler is het – vrijwillig – individuele pensioensparen (vb. commerciële
spaarproducten) dat door de overheid tevens aangemoedigd wordt met fiscale
voordelen.
Hoe kan men – binnen de grenzen van dit systeem – de pensioenen in de verzilverde
samenleving zo veilig mogelijk stellen? In wat volgt, bespreek ik enkele suboplossingen die
best tezamen geïmplementeerd worden voor een zo groot mogelijk voordeel.
Ten eerste kan men het risico binnen het pensioensysteem verkleinen via een goede
verdeling van verantwoordelijkheid: men moet de gewichten van de verschillende
pijlers aanpassen zodat de afhankelijkheid van demografie, dan wel conjunctuur,
binnen redelijke grenzen beperkt wordt. Dit betekent dat onze huidige
paternalistische samenleving vraagt om meer verantwoordelijkheid en
betrokkenheid te leggen bij het individu. Hoewel deze maatregel a priori volgt uit
een theoretische beschouwing, kan dit geen oplossing bieden nadat het kwaad is
geschied. Wel vermeld ik graag de situatie in Nederland, waar ik werk. De volgende
gewichten tellen in Nederland: 50% 1e pijler, 40% 2e pijler, 10% 3e pijler.
Ten tweede kan men pensioenhervormingen doorvoeren: men kan de pensioenbelofte
(fixed benefit versus fixed contribution) verkleinen, wat ontevredenheid / onbegrip
tot gevolg heeft.
Creativity Class 2008 – p.2
3. De Vergrijzing Marieke van Dooren
Ten derde kan men een demografische reserve aanleggen vanuit het
overheidsbudget om in moeilijke tijden bij te schieten. In België bestaat het
Zilverfonds waarin begrotingsoverschot geïnvesteerd wordt. Zo kunnen de
pensioenuitkeringen via politieke weg aanvaardbaar blijven.
Ten vierde kan men een hogere en vaste / feitelijke pensioenleeftijd vastleggen,
waardoor de actieve bevolking stijgt en de niet meer actieve daalt in omvang. Dit
kan men bereiken door het afschaffen van brugpensioenen en het aanmoedigen van
bedrijven om ouderen te blijven inzetten (en opleiden) via lastenverlaging (cfr. Het
Generatiepact). Veel ouderen – zeker hoog functionerende – hebben een schat aan
kennis en ervaring die zij perfect kunnen doorgeven aan jonge generaties (bv. als
consultant). Andere ouderen kunnen een goede bijdrage leveren in de opvang en
opvoeding van kinderen (bejaardenhuis, gecombineerd met betalende kinderopvang
– bestaat o.a. in Brussel, Tilburg en Rotterdam – een alternatief voor
kangoeroewonen). Dit zijn maar enkele voorbeelden. Wettelijk zou men
basismaatregelen kunnen treffen om de werkconditie van ouderen te reglementeren
– preventieve gezondheidschecks, een rustiger werktempo ... Ondanks deze
verzachtende omstandigheden voor ouderen, is het vergroten van de omvang van de
actieve bevolking de belangrijkste methode ter garantie van pensioen die men
geleidelijk maar persistent zal moeten (blijven) hanteren (is reeds gehanteerd in
verleden!). Het is niet onredelijk dat mensen langer werken als hun
levensverwachting stijgt. In Nederland heeft men een levensloopregeling ingevoerd.
Dit houdt in dat men elk jaar een bedrag opzij legt (fiscaal voordelig) om te sparen
voor een vervangend inkomen tijdens onbetaald verlof. Deze regeling kan ook
rechtstreeks voorafgaan aan het pensioen, en kan als dusdanig beschouwd worden
als een prepensioenregeling, op eigen financiering berustend.
Tenslotte houdt de vijfde methode in dat de regering zorgt voor een gunstige
begroting. Schulden afbouwen is absoluut topprioriteit, aangezien de kosten in onze
samenleving blijven stijgen met de vergrijzing. Daarnaast moet men economische
groei faciliteren (denk aan ondersteuning voor jonge ondernemers e.d.).
2. Zorgverlening
In de sector gezondheidszorg zie ik 2 fundamentele kwesties opduiken als gevolg van de
vergrijzing: (1) de capaciteit en (2) de kosten van de zorgverlening. Maar naast deze 2
mijlpalen moeten we minstens nadenken over een antwoord op de ethische vraag waarom
wij als samenleving investeren in het optrekken van de levensverwachting (bv. met
innovatief farmaceutisch onderzoek): i.e. wat willen we hiermee bereiken? Met eerlijke
Creativity Class 2008 – p.3
4. De Vergrijzing Marieke van Dooren
introspectie vraag ik mij af of dit impliciet doel – in elke menselijke situatie – leidt tot een
grotere levensvreugde (kwaliteit van leven)? In ieder geval is recentelijk een casus gekend
die mijn introspectie bevestigd: Nee, een mens wil niet in elke situatie kiezen om te
(over)leven (Hugo Claus, ziekte van Alzheimer, euthanasie). Wellicht roept deze vraag voor
ieder mens een verschillend antwoord op, en misschien – juist omwille van deze
interpersoonlijke verschillen – is het onverantwoord om het antwoord via de regering in een
algemene maatregel vast te leggen; misschien is het ethisch gezien beter om elk mens zijn
zelfbeschikkingsrecht te erkennen. Zo komt men opnieuw op de vraag naar wie
verantwoordelijkheid krijgt (confer supra), i.c. over het leven.
(1) De vergrijzing legt druk op de capaciteit van onze zorgverlening, gegeven dat ouderen
over het algemeen de meeste zorg nodig hebben.(2) De kosten van de zorgverlening vormen
een tweede problematiek. Hoe kunnen deze kwesties opgevangen worden?
Ik beantwoord de vraag met een zijsprong naar mijn werk als wetenschapper bij
Philips Research, waar 1 van de 3 programma’s het Healthcare Program betreft. De
bedoeling van het Healthcare programma bij Philips Research is om met zinvolle
innovaties een haalbaar zorgsysteem te ontwikkelen met verbeterde uitkomsten en
een goede betaalbaarheid. De strategie om dit doel te bereiken, ligt erin elke fase
van de zorgcyclus te optimaliseren. Concreet betekent dit (i) vroeg diagnosticeren,
(ii) kost effectieve hulpverlening op het juiste moment, en (iii) geschikte nazorg. In
de toekomst zal medische zorg niet langer slechts gecentraliseerd in hospitalen
gebeuren, maar in toenemende mate ook in de praktijk van een huisdokter en thuis
bij de patiënt. Daarbij streven we in Philips naar een betere integratie van non-
intrusieve, preventieve gezondheidsmetingen thuis en in het hospitaal, en
verbetering van methodes voor accurate zelfverzorging (bv. devices voor beter
toedienen van medicijnen).
Dit alles is erop gericht om meer gepersonaliseerde zorg te verlenen. De
personalisering moet begrepen worden als ‘wanneer welke hulp aan wie nodig is’.
Bijvoorbeeld via – at home monitoring systems – kan men bepaalde fysiologische
metingen doen en via template matching met een gecentraliseerde database, kan
men risicotoestanden in een vroeg stadium identificeren. Op zo’n moment wordt de
persoon bijvoorbeeld geadviseerd om een arts te consulteren, of om zichzelf insuline
toe te dienen, ... Op die manier wordt de capaciteit en kost van zorgen gedrukt.
Creativity Class 2008 – p.4
5. De Vergrijzing Marieke van Dooren
3. Economische welvaart in een globale wereld
(1) De vergrijzing zorgt voor extra kosten, zoals boven besproken werd voor
pensioenuitkeringen en zorgverlening. Dit brengt een risico mee voor de begroting
aangezien er potentieel een onevenwicht kan ontstaan tussen kosten en inkomsten, wat
mogelijks begrotingstekorten tot gevolg heeft.
(2) Het economisch zwaartepunt is verschoven naar het verre Oosten, waar een overschot is
aan jonge werknemers die tegen lage lonen werken. Ze hebben een enorme jaarlijkse
economische groei (> 10%).
Het Generatiepact is opgesteld om ons sociaaleconomisch systeem betaalbaar te houden
en te versterken voor huidige en voor toekomstige generaties, rekening houdend met de 2
bovenvermelde ingrijpende veranderingen in onze hedendaags globale samenleving. Om
onze economie competitief te houden moet de begroting in de toekomst idealiter een
overschot vertonen. Hiervoor werden vele maatregelen getroffen (meer jongeren aan het
werk, meer ouderen aan het werk, lasten op arbeid verlagen...), waarvan ik 1 maatregel
bijzonder relevant vind: investering in onderzoek en innovatie! Waar het op neer komt: de
regering moet economische groei faciliteren om onze welvaart in het Westen te garanderen.
Referenties
Vanbroekhoven, Evy (2007). Fiscaal voordelig sparen.
Vandenbroucke, Frank (2000). Op zoek naar een redelijke utopie.
VNO-NCW, MKB-Nederland, LTO Nederland, AWVN (2008). Naar een modern en betaalbaar
pensioen. Voorstellen voor een weerbaar en wendbaar pensioenstelsel.
Creativity Class 2008 – p.5