2. Welkom!
W gaan we doen vandaag?
at
- over familiegeschiedenissen in het algemeen
- over interviewen
Na de pauze: ju#ie plannen bespreken
3. Familiegeschiedenis
Praktisch: dichtbij, relatief makkelijk uitvoerbaar en je
moet er (historisch) onderzoek voor doen
Razend populair: meeslepend, grappig ontroerend,
herkenbaar enz. en bovendien steek je er iets van op
(tijdsbeeld!)
Psychologische verklaring: familiegeschiedenissen geven
mensen een gevoel van continuïteit
4. Kenmerken
Autobiografisch (voor zover het verhaal over je eigen
familie gaat)
Waargebeurd (maar wat is ‘waar’?)
Interveniërend in de familieverhoudingen (je kunt heel
wat teweeg brengen....) Uit: Tanny Dobbelaar,
Familieverhalen, uitgeverij Ambo
5. Het ideaal
Een klein verhaal dat staat voor iets groters: jouw
verhaal vertelt ook nog een ander verhaal...
... op meeslepende wijze (daar heb je literaire middelen
voor)
... dan dan ook nog eens echt, waargebeurd, authentiek!
6. Realiseer je wel:
de werkelijkheid en een ‘goed verhaal’ kunnen op
gespannen voet staan met elkaar....
je maakt keuzes, jouw verhaal is altijd een reconstructie,
een interpretatie
dus: doe het weloverwogen, met liefde en toewijding
7. Functie interview
De basis van je verhaal
Je krijgt een verhaa#ijn in de gaten (als het goed is...)
Het verhaal komt tot leven
Het vertelt je waar je research naar moet doen
8. Interviewen
Bereid elk gesprek heel goed voor: weet precies wat je
wilt weten, verzamel alvast informatie
Maak een lijst met hoofd- thema’s en subthema’s
en werk die uit in een lijst met minstens zestig vragen
(meer mag ook!)
Bedenk van tevoren de complete lijn van het gesprek
9. Het gesprek zelf
De grote dag: weet je echt wat je wilt weten??
Test ter plekke nogmaals je apparatuur
Begin met een makkelijke vraag en bewaar de gevoelige
onderwerpen voor later
En wat als het gesprek eenmaal loopt.... of niet??
Vraag documenten: brieven, foto’s, tastbare herinneringen
10. Ideaal interview
Jij stelt een vraag, de geïnterviewde antwoordt
W het maar zo eenvoudig....
as
Zaken gaan onherroepelijk door elkaar lopen
Dat gee+ niet
12. Goed om te weten
Jan Brokken: ‘Pijnlijke vragen zijn minder pijnlijk als
je de grootst mogelijke aandacht toont’
Annejet van der Zijl: ‘... meest nieuwsgierig naar de
drijfveren van mensen: What makes Sammy run?’
Judith Koelemeijer: ‘Je kunt a#es vragen als je eerlijk
bent en een integere motivatie hebt’
13. Wat helpt:
Een zeer goede voorbereiding, dus ook inlezen
A#een door jouw open, argeloze houding voelen mensen
zich vrij om te praten
Onderbreek niet te snel en durf stiltes te laten va#en
Onthou: ‘Daar waar mensen met elkaar praten, ontstaan
misverstanden’ (Von der Dunk, historicus)
14. Uitwerken
Het nut van a#es opnemen EN zelf uitwerken
Markeer thema’s zodat je ze makkelijk terugvindt
Lees a#es nog eens rustig door en noteer vragen die je nog
hebt
Teken/schrijf een schematische weergave van het verhaal
15. Na het eerste interview
volgt (bijna) altijd een tweede interview omdat je
geheid dingen vergeten bent
- om dieper op zaken in te gaan
- om dingen te vragen die je eerst niet durfde
- om nieuwe informatie (uit andere gesprekken
verkregen) voor te le,en
16. De plannen
Een schat aan verhalen...
...maar wát maakt het interessant voor een
buitenstaander?
Denk goed na over ‘het verhaal’: jij bent de regisseur die
feiten straks een dwingende vorm gee-
Kortom: wat staat er straks op de achterflap?
17. Peer review
Elkaars voorste#en lezen
W vind je ervan
at
Wees kritisch en opbouwend: daar hee+ je co#ega het
meest aan!
Geef aan wat jou het meest nieuwsgierig maakt: waar
li,en de grootste kansen?
18. Volgende keer:
Hoe staat het ermee? Waar loop je tegenaan?
Waarop richt je je onderzoek?
Hoe pak je dat aan?
Alvast doen: nadenken over de vorm