SlideShare a Scribd company logo
1 of 26
Van de WielerWereld Rucphen naar de Ronde van Roosendaal
                       (1932-1939)
                                                           `



                               Presentatie: Ad Schrauwen,
                 Medewerker Regionaal Archief West-Brabant
                                            In Oudenbosch
   De Binnentuin:

    kleurig lint van toeristische en sportieve activiteiten
   Haalbaarheidsonderzoek leidde tot verder uitwerken van
    wielersportcentrum, wielermuseum, interactieve en geavanceerde
    wielerexperience voor een breed publiek. Businessplan bevat deze
    uitwerking. LEADER+ en provincie hebben voor uitvoering businessplan
    subsidie beschikbaar gesteld.
   Ook de West-Brabantse gemeenten Roosendaal en Woensdrecht, naast
    Dinkelland in Twente ambiëren wielermuseum
   Vermarketing wielercultuur (accentuering dé wielerregio;
    stimulering toerisme en dagrecreatie; imagoversterking c.q.
    beter bedrijfsklimaat)
   Primaire en complementaire functies
   Onderscheidende uitstraling
   Afzonderlijke rechtspersoon (‘Stichting Wielerwereld’)
   Onderdelen: 1. Wielerexperience (2000m2), 2. Wielerretail (2000m2), 3.
    Wielerhoreca (250m2), 4. Regionaal Trainingscentrum (33.000m2).
   Verschillende categorieën bezoekers
   Vele (grasbanen) in West-Brabant en West-Brabantse
    medaillewinnaars op Olympische Spelen 1928 in Amsterdam
   Keerpunt in Nederlandse sportbeleving
De Ronde van Roosendaal: wielervermarketing in de jaren
               dertig van de vorige eeuw
 Icoon: Marijn Valentijn
 Van baan- naar wegrenner

 Van amateur - naar beroepsrenner
Opening op 28 september 1924:
  onenigheid tussen pastoor en
organisatoren leidt tot ‘Eendracht’
   Deelnemer aan de OS van 1924 in Parijs en WK
                 in 1935 in Floreffe
   Gérard Bosch van Drakenstein
   Succesvolle criteriums Wouw, Roosendaal ,
    Ossendrecht en Hoogerheide in 1932 en 1933;
    succesfactoren aanwezig
   Burgemeester Claudius Prinsen vurig
    pleitbezorger;
    De KaVeeWee Sigarenfabriek van Karel Van
    Wely en de Koffie en Tabaksfabriek van Van
    den Biggelaar grote sponsors.
   De Belg Leemans won vóór Piet van der Horst
    uit Klundert en Thijs van Oers uit Langeweg.
    Hun prijzen resp. 150, 100 en 50 gulden.
   Sponsoring wielersport,
    van snoep- tot sigaren
    en cigarettenfabrikanten
   Weinig enthousiasme bij plaatselijke caféhouders (uitgez. C, de
    Nijs); wel bij andere middenstanders. KVW en van de Biggelaar.
   Gemeente verleent ontheffing zondagse winkelsluiting en
    vergunning loterij.
   Deelname Belgische kleppers Meeuwis, Dictus, Roels en
    Duerloo, van wie Roels wint.
   De Clercq: waarde van sport voor jonge
    mensen.
   Middenstand enthousiaster.
   Middelkamp wint vóór v.d. Wijngaert en
    Valentijn.
   Krant De Grondwet wijst op voordelen voor de
    wielerindustrie en de extra inkomsten voor de (plaatselijke)
    overheid en (nog steeds niet erg enthousiaste)
    middenstand.
   Caféhouder (“Raatskelder’) Kees de Nijs nieuwe secretaris.
   Frans Dictus (Kalmthout) wint
   Nieuwe voorzitter en secretaris: L. de Bookelaar en J. de
    Beer. Prinsen weigert ere-voorzitterschap.
   Caféhouders begunstigd: extra sprints voor hun deuren en
    afhalen rugnummers.
   Braspennincx had de overwinning gekocht van Valentijn. De
    inmiddels 35-jarige Willebrorder had het opkomende
    wielertalent uit Zundert “het snot voor de ogen gereden”.
   Provincie werkt weer tegen; bestuur bijna moedeloos;
    voorzitter (smid) De Bookelaar: ‘ik voel mij betere thuis
    achter het aambeeld dan aan een schrijftafel’.
   Rondecomité verwachtte honderdduizend toeschouwers.
    Nieuw parcours, met tribunes aan finish en geluidsinstallatie
    over heel parcours.
   Albert Franken uit Westmalle versloeg in de sprint Gerrit
    van der Ruit
   Blijvend dwarsliggend Den Bosch (veiligheidseisen,
    maximum aantal deelnemers en na 14.00 uur start).
   Dodelijk ongeval 17-jarig talent
   Veiligheidseisen sterk verhoogd: ondanks steun in de raad
    niet aan deze eisen te voldoen.
   Kritiek vanuit raad op rondebestuurders
   Uniek onovertroffen sportevenement
   Goed product (wielerveld); deskundigheid en enthousiasme bij
    organisatoren; coöperatieve partners op politiek, zakelijk en communicatief
    vlak en toegankelijkheid voor het grote publiek en goede onderlinge
    afstemming bij organisatie West-Brabantse criteriums

More Related Content

Similar to Vermarketing wielercultuur

Presentatie WK 24 uur 2013
Presentatie WK 24 uur 2013Presentatie WK 24 uur 2013
Presentatie WK 24 uur 2013Edwin Schenk
 
Verslag kampioenenviering de arend rekkem
Verslag kampioenenviering de arend rekkemVerslag kampioenenviering de arend rekkem
Verslag kampioenenviering de arend rekkemFabrice Carlier
 
Studiedag Land van Dendermonde - Marilou Dubois
Studiedag Land van Dendermonde - Marilou DuboisStudiedag Land van Dendermonde - Marilou Dubois
Studiedag Land van Dendermonde - Marilou DuboisSectorwerking_TOV
 
Technische Gids Veenendaal-Veenendaal 2023 - Mannen
Technische Gids Veenendaal-Veenendaal 2023 - MannenTechnische Gids Veenendaal-Veenendaal 2023 - Mannen
Technische Gids Veenendaal-Veenendaal 2023 - MannenMarco van Blijderveen
 

Similar to Vermarketing wielercultuur (6)

Lees 26 januari 2016
Lees 26 januari 2016Lees 26 januari 2016
Lees 26 januari 2016
 
Presentatie WK 24 uur 2013
Presentatie WK 24 uur 2013Presentatie WK 24 uur 2013
Presentatie WK 24 uur 2013
 
Verslag kampioenenviering de arend rekkem
Verslag kampioenenviering de arend rekkemVerslag kampioenenviering de arend rekkem
Verslag kampioenenviering de arend rekkem
 
KJSSFlyerdefLR
KJSSFlyerdefLRKJSSFlyerdefLR
KJSSFlyerdefLR
 
Studiedag Land van Dendermonde - Marilou Dubois
Studiedag Land van Dendermonde - Marilou DuboisStudiedag Land van Dendermonde - Marilou Dubois
Studiedag Land van Dendermonde - Marilou Dubois
 
Technische Gids Veenendaal-Veenendaal 2023 - Mannen
Technische Gids Veenendaal-Veenendaal 2023 - MannenTechnische Gids Veenendaal-Veenendaal 2023 - Mannen
Technische Gids Veenendaal-Veenendaal 2023 - Mannen
 

More from Theo Cuijpers

Lezing onzedig en onvrouwelijk sportkleding en religie 6 okt 2012
Lezing onzedig en onvrouwelijk sportkleding en religie 6 okt 2012Lezing onzedig en onvrouwelijk sportkleding en religie 6 okt 2012
Lezing onzedig en onvrouwelijk sportkleding en religie 6 okt 2012Theo Cuijpers
 
Presetatie cris van den besselaarv2
Presetatie cris van den besselaarv2Presetatie cris van den besselaarv2
Presetatie cris van den besselaarv2Theo Cuijpers
 
Van gildefeest tot wedstrijdsport.2
Van gildefeest tot wedstrijdsport.2Van gildefeest tot wedstrijdsport.2
Van gildefeest tot wedstrijdsport.2Theo Cuijpers
 
Van gildefeest tot wedstrijdsport.2
Van gildefeest tot wedstrijdsport.2Van gildefeest tot wedstrijdsport.2
Van gildefeest tot wedstrijdsport.2Theo Cuijpers
 
Presetatie cris van den besselaar
Presetatie cris van den besselaarPresetatie cris van den besselaar
Presetatie cris van den besselaarTheo Cuijpers
 
Lezing onzedig en onvrouwelijk sportkleding en religie 6 okt 2012
Lezing onzedig en onvrouwelijk sportkleding en religie 6 okt 2012Lezing onzedig en onvrouwelijk sportkleding en religie 6 okt 2012
Lezing onzedig en onvrouwelijk sportkleding en religie 6 okt 2012Theo Cuijpers
 

More from Theo Cuijpers (6)

Lezing onzedig en onvrouwelijk sportkleding en religie 6 okt 2012
Lezing onzedig en onvrouwelijk sportkleding en religie 6 okt 2012Lezing onzedig en onvrouwelijk sportkleding en religie 6 okt 2012
Lezing onzedig en onvrouwelijk sportkleding en religie 6 okt 2012
 
Presetatie cris van den besselaarv2
Presetatie cris van den besselaarv2Presetatie cris van den besselaarv2
Presetatie cris van den besselaarv2
 
Van gildefeest tot wedstrijdsport.2
Van gildefeest tot wedstrijdsport.2Van gildefeest tot wedstrijdsport.2
Van gildefeest tot wedstrijdsport.2
 
Van gildefeest tot wedstrijdsport.2
Van gildefeest tot wedstrijdsport.2Van gildefeest tot wedstrijdsport.2
Van gildefeest tot wedstrijdsport.2
 
Presetatie cris van den besselaar
Presetatie cris van den besselaarPresetatie cris van den besselaar
Presetatie cris van den besselaar
 
Lezing onzedig en onvrouwelijk sportkleding en religie 6 okt 2012
Lezing onzedig en onvrouwelijk sportkleding en religie 6 okt 2012Lezing onzedig en onvrouwelijk sportkleding en religie 6 okt 2012
Lezing onzedig en onvrouwelijk sportkleding en religie 6 okt 2012
 

Vermarketing wielercultuur

  • 1. Van de WielerWereld Rucphen naar de Ronde van Roosendaal (1932-1939) ` Presentatie: Ad Schrauwen, Medewerker Regionaal Archief West-Brabant In Oudenbosch
  • 2.
  • 3. De Binnentuin: kleurig lint van toeristische en sportieve activiteiten
  • 4. Haalbaarheidsonderzoek leidde tot verder uitwerken van wielersportcentrum, wielermuseum, interactieve en geavanceerde wielerexperience voor een breed publiek. Businessplan bevat deze uitwerking. LEADER+ en provincie hebben voor uitvoering businessplan subsidie beschikbaar gesteld.  Ook de West-Brabantse gemeenten Roosendaal en Woensdrecht, naast Dinkelland in Twente ambiëren wielermuseum
  • 5. Vermarketing wielercultuur (accentuering dé wielerregio; stimulering toerisme en dagrecreatie; imagoversterking c.q. beter bedrijfsklimaat)
  • 6. Primaire en complementaire functies
  • 7. Onderscheidende uitstraling  Afzonderlijke rechtspersoon (‘Stichting Wielerwereld’)  Onderdelen: 1. Wielerexperience (2000m2), 2. Wielerretail (2000m2), 3. Wielerhoreca (250m2), 4. Regionaal Trainingscentrum (33.000m2).
  • 8. Verschillende categorieën bezoekers
  • 9. Vele (grasbanen) in West-Brabant en West-Brabantse medaillewinnaars op Olympische Spelen 1928 in Amsterdam
  • 10. Keerpunt in Nederlandse sportbeleving
  • 11. De Ronde van Roosendaal: wielervermarketing in de jaren dertig van de vorige eeuw
  • 12.  Icoon: Marijn Valentijn  Van baan- naar wegrenner  Van amateur - naar beroepsrenner
  • 13. Opening op 28 september 1924: onenigheid tussen pastoor en organisatoren leidt tot ‘Eendracht’
  • 14. Deelnemer aan de OS van 1924 in Parijs en WK in 1935 in Floreffe
  • 15. Gérard Bosch van Drakenstein
  • 16. Succesvolle criteriums Wouw, Roosendaal , Ossendrecht en Hoogerheide in 1932 en 1933; succesfactoren aanwezig
  • 17. Burgemeester Claudius Prinsen vurig pleitbezorger; De KaVeeWee Sigarenfabriek van Karel Van Wely en de Koffie en Tabaksfabriek van Van den Biggelaar grote sponsors.  De Belg Leemans won vóór Piet van der Horst uit Klundert en Thijs van Oers uit Langeweg. Hun prijzen resp. 150, 100 en 50 gulden.
  • 18. Sponsoring wielersport, van snoep- tot sigaren en cigarettenfabrikanten
  • 19. Weinig enthousiasme bij plaatselijke caféhouders (uitgez. C, de Nijs); wel bij andere middenstanders. KVW en van de Biggelaar.  Gemeente verleent ontheffing zondagse winkelsluiting en vergunning loterij.  Deelname Belgische kleppers Meeuwis, Dictus, Roels en Duerloo, van wie Roels wint.
  • 20. De Clercq: waarde van sport voor jonge mensen.  Middenstand enthousiaster.  Middelkamp wint vóór v.d. Wijngaert en Valentijn.
  • 21. Krant De Grondwet wijst op voordelen voor de wielerindustrie en de extra inkomsten voor de (plaatselijke) overheid en (nog steeds niet erg enthousiaste) middenstand.  Caféhouder (“Raatskelder’) Kees de Nijs nieuwe secretaris.  Frans Dictus (Kalmthout) wint
  • 22. Nieuwe voorzitter en secretaris: L. de Bookelaar en J. de Beer. Prinsen weigert ere-voorzitterschap.  Caféhouders begunstigd: extra sprints voor hun deuren en afhalen rugnummers.  Braspennincx had de overwinning gekocht van Valentijn. De inmiddels 35-jarige Willebrorder had het opkomende wielertalent uit Zundert “het snot voor de ogen gereden”.
  • 23. Provincie werkt weer tegen; bestuur bijna moedeloos; voorzitter (smid) De Bookelaar: ‘ik voel mij betere thuis achter het aambeeld dan aan een schrijftafel’.  Rondecomité verwachtte honderdduizend toeschouwers. Nieuw parcours, met tribunes aan finish en geluidsinstallatie over heel parcours.  Albert Franken uit Westmalle versloeg in de sprint Gerrit van der Ruit
  • 24. Blijvend dwarsliggend Den Bosch (veiligheidseisen, maximum aantal deelnemers en na 14.00 uur start).  Dodelijk ongeval 17-jarig talent
  • 25. Veiligheidseisen sterk verhoogd: ondanks steun in de raad niet aan deze eisen te voldoen.  Kritiek vanuit raad op rondebestuurders  Uniek onovertroffen sportevenement
  • 26. Goed product (wielerveld); deskundigheid en enthousiasme bij organisatoren; coöperatieve partners op politiek, zakelijk en communicatief vlak en toegankelijkheid voor het grote publiek en goede onderlinge afstemming bij organisatie West-Brabantse criteriums

Editor's Notes

  1. Ik ben Ad Schrauwen, ambtelijk betrokken bij de voorbereiding van WielerWereld, het wielermuseum, de wielerperience in West-Brabant (Rucphen) én medewerker RAWB. Ik heb al meerdere malen gepubliceerd over de geschiedenis van het wielrennen. En het is mij een genoegen u eerst in het kort de voorgeschiedenis te vertellen van onze ambitie in West-Brabant, in Rucphen een wielerexperience te realiseren en vervolgens terug in de geschiedenis te gaan tot de jaren dertig van de vorige eeuw. En daar als forum de Ronde van Roosendaal (1932-1939) te beschrijven: het podium waar dan acteurs optreden als wielrenners, wielerbestuurders, plaatselijke politici, journalisten, middenstanders en fabrikanten die ook toen al betrokken zijn bij het verkopen van het ‘product wielrennen verkopen’, hoewel zij toen die term nooit gekend, laat staan gebruikt zullen hebben. En het interessante is dan een vergelijking te maken tussen een historisch realiteit en een toekomstige ambitie. Bruggetje : en, chronologisch opvallend, richten we eerst onze blikken op de toekomst en besteden we aandacht aan de WielerWereld in West-Brabant, met name in de gemeente Rucphen en komen we terecht in hét wielerdorp van Nederland, en dat is...
  2. SINT WILLEBRORD - Sint Willebrord is 4 augustus 2011 officieel 'Hét wielerdorp van Nederland'. Dat is althans de slogan waarmee de gemeente Rucphen zichzelf, en dan met name Sint Willebrord dus, promoot als nationaal wielercentrum. Zie ook: Sint Willebrord klaar voor Eneco Tour Het is de geboorteplaats van oud-renners als Rini Wagtmans. Die was er 4 augustus vorig jaar ook bij, net als wethouder Jan Suijkerbuijk, toen drie jeugdkampioenen van plaatselijke wielerclub Willebrord Wil Vooruit de slagzin onthulden. De tekst is nu te lezen onder alle komborden van de woonkern. De onthulling viel- niet toevallig - enkele dagen voor de finish op dinsdag 9 augustus 2011 van de Eneco Tour-etappe in Sint Willebrord. Yellow Jersey Classic Op zaterdag 15 september 2012 is, in aanwezigheid van een aantal voormalige Nederlandse gele truidragers, het startschot gegeven voor de eerste editie van de Yellow Jersey Classic. Wethouder Om 12.30 uur die dag werd nog stilgestaan bij de Nederlandse geletruidragers in het algemeen en bij de vier gele truidragers afkomstig uit gemeente Rucphen in het bijzonder. Daarnaast werd ook aandacht geschonken aan de locatie waar, in 1978, Jan Raas als winnaar van de 1e etappe van de 65e Tour de France over de streep ging. Jan Suijkerbuijk, de bestuurlijke drijvende kracht achter het West-Brabantse (Rucphense) wielermuseum/-experience, de WielerWereld, is tijdens deze tocht overleden. Bruggetje: dit kombord bevindt zich op enkele kilometers van de Binnentuin en dat is de plaats waar...
  3. De gemeente Rucphen heeft de intentie om een Nationaal Wielermuseum te realiseren. Het museum zal met de nabijgelegen Skidôme Rucphen, sport-en vrijetijdscentrum de Vijfsprong en de Heemtuin een “kleurig lint” vormen als onderdeel van het toeristisch product van Rucphen. De beoogde locatie voor het museum is in de Binnentuin, een projectlocatie in de gemeente. Bruggetje: zo’n museum komt er niet zomaar, dat vereist allerlei vooronderzoeken…
  4. Om deze ambitie handen en voeten te geven en een gevoel te krijgen over de haalbaarheid, heeft de gemeente lagroup Leisure & Arts Consulting gevraagd om het concept voor een Nationaal Wielermuseum uit te werken en te toetsen.   Lagroup Leisure &Arts Consulting heeft een beschrijving gegeven van het het gekozen voorkeursscenario en heeft een eerste indicatie van de (financiële) haalbaarheid van dit voorkeursscenario gegeven. Er is een businessplan opgesteld door DST Experience (Voetbalexperience Middelburg). En de huidige situatie dat drie West-Brabantse gemeenten, naast Rucphen, ook Roosendaal en Woensdrecht het streven het wielerexperience in huis te halen. Ook heeft de gemeente Dinkelland (Twente) plannen een nationaal wielermuseum te stichten. Bruggetje: een dergelijk museum moet meerwaarde hebben …
  5. Meerwaarde Een Nationaal Wielermuseum, mogelijk aangevuld met andere functies rondom de wielersport, kan een drietal positieve effecten voor West-Brabant hebben, te weten: 1.   Het museum kan de regio voor de wielersport en haar liefhebbers nog sterker op de kaart zetten als de bakermat van het Nederlandse wielrennen; 2.   Het museum zal dagrecreanten en in de regio verblijvende toeristen naar de gemeente trekken en zal hiermee een impuls kunnen geven aan de lokale middenstand; 3.   Het museum kan een bijdrage leveren aan het imago van de gemeente en de regio en hiermee het vestigingsklimaat voor bedrijven positief beïnvloeden. De verwachting is dat het imago-effect en de directe en indirecte bestedingen van recreanten die het museum bezoeken een positief economisch effect op de regio zullen hebben. Bij realisatie van het complete wielermuseum-en experience zal het effect uiteraard verhoudingsgewijs groter zijn dan bij de realisatie van alleen een wielersportcentrum.   Bruggetje: de WielerWereld heeft meerdere functies…
  6. Functies Primaire functies : Archief en (open) depot; Vaste opstelling; Tijdelijke exposities; Wielercanon; Beeld-en geluidssimulaties; Simulaties met meerwaarde en belevenissen met een educatieve waarde.   Complementaire functies : Horeca; Kantoorruimte; Vergader-/multifunctionele ruimte; Evenementen/evenementenplein;MuseumwinkelVVV: Douches/fietsenstalling: Parkeervoorzieningen. Bruggetje: die functies moeten natuurlijk in een specifieke organisatie ondergebracht worden…
  7. Huisvesting Uit het oogpunt van zichtbaarheid en herkenbaarheid van het museum dient het museum ten minste ondergebracht te worden in een transparante behuizing, met een eigen ingang en een duidelijk onderscheidende uitstraling. Ook de brasserie en de vergaderruimtes dienen een transparante behuizing en een duidelijk onderscheidende uitstraling te hebben. Aanvankelijk was voorzien dat het Wielermuseum onderdeel zou uitmaken van het dienstverleningscentrum. De gemeente heeft op 28 april 2009. besloten om, ondanks de mogelijke synergievoordelen, het ‘deelproject wielermuseum los te koppelen van het project dienstverleningscentrum.   Organisatie : Stichting Wielerwereld Om de verdere realisatie van de Wielerwereld efficiënter te laten verlopen is gekozen om een stichting op te richten. Het doel van de stichting Wielerwereld is mede het bewaken en bewaren van het wielererfgoed. Een gedeelte daarvan zal geëxposeerd worden in de Wielerwereld. Het overige wordt opgeslagen. Daarnaast kan de stichting Wielerwereld ook gemakkelijker eigenaarschap krijgen over licenties en rechten van foto- en beeldmateriaal. In de huidige onderzoeksfase bewaakt de stichting Wielerwereld de voortgang en de kwaliteit van het project. De onderdelen van de Wielerwereld zijn 1. Wielerexperience (2000m2), 2. Wielerretail (2000m2), 3. Wielerhoreca (250m2), 4. Regionaal Trainingscentrum (33.000m2). Bruggetje: het geheel moet meerdere groepen bereiken…
  8. Doelgroep De doelgroep zal voornamelijk bestaan uit: Wielrenners: met name recreatief maar ook professioneel Scholieren: educatieve programma’s met oog op meer bewegen Gezinnen met kinderen Dag en verblijfsrecreanten Bedrijven Bruggetje: en we gaan nu naar het wielerverleden van West-Brabant en, voordat we ons verplaatsen naar de Ronde van Roosendaal, ontmoeten daarbij als eerste een Tilburgse en drie West-Brabantse wielerhelden op de Olympische Spelen van 1928 in Amsterdam…
  9. In West-Brabant hadden plaatsen als Bosschenhoofd (grasbaan bij Adr. Heeren), Etten, Zevenbergen, St. Willebrord (de ‘Spartabaan’), Oud-Gastel (de grasbaan van Van Iersel op de Stoof), Putte, Steenbergen (de wielerbaan op het Oudland) en Zundert (gras)banen. Naast Den Bosch organiseerden de wielerbanen in Rijswijk, Tilburg (de ‘ Tilburgsche Wieler- en Motor (T.W.E.M.)baan’, Bergen op Zoom (de ‘Raayberg’), Roosendaal en Ginneken (de ‘Baroniebaan’) de grote(re) wedstrijden in die dagen. Van links naar rechts Piet van der Horst, uit Klundert, Jan Maas, uit Steenbergen, Jan Pijnenburg, uit Tilburg, en Jaan Braspennincx, uit Zundert . De Nederlandse ploeg bestaande uit 246 atleten, droeg bij de openingsplechtigheid op zaterdag 28 juli 1928 een strooien hoed met een oranje lint, donkerblauwe jasjes met witte biezen; de mannen witte broeken en de vrouwen witte wollen rokken en witte wollen sokken. Het wielerkwartet poseert in de witte broek, met witte schoenen en wit overhemd. Anekdote : op 2 april 1933 maakten 3000 toeschouwers, onder wie burgemeester Gaarlandt, de opening (van de Goudse wielerbaan) mee. De bekende Hagenaar Cor Wals won met Piet van der Horst het hoofdnummer, een koppelwedstrijd over twee uur. De Brabantse toprenner Adriaan Braspennincx kreeg de toeschouwers op zijn hand toen hij de 500 door hem gewonnen KvW – sigaren liet uitdelen aan het publiek. Cigarettenmerk ‘Misss Blanche’ sponsorde ook wielerwedstrijden. Bruggetje: We vertellen eerst even nog iets over die Olympische Spelen van 1928, en komen later nog terug op bepaalde, voor ons nu opmerkelijke vormen van wielersponsoring…
  10. Olympische Zomerspelen 1928 Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie Ga naar: navigatie , zoeken Spelen van de IXe Olympiade Locatie Amsterdam , Nederland Deelnemende landen 46 Deelnemende atleten 2.883 (2.606 mannen, 277 vrouwen) Evenementen 109 in 14 sporten Openingsceremonie 28 juli 1928 Sluitingsceremonie 12 augustus 1928 Officiële opening door Z.K.H. Prins Hendrik Atleteneed Henri Dénis ( Voetbal ) Vorige Spelen 1924: Parijs (Frankrijk) Volgende Spelen 1932: Los Angeles (Verenigde Staten) Portaal     Olympische Spelen Sport In 1928 werd voor het eerst de Olympische vlam ontstoken. De vlam werd aangestoken door een medewerker van het gasbedrijf Het Olympisch Stadion tijdens de openingsceremonie Opening van de negende Olympische Zomerspelen door Z.K.H. Prins Hendrik Programma van de Olympische Spelen van 1928 Deelnemende landen. Blauw: debuterend land op de Zomerspelen. Groen: al eerder deelgenomen aan de Zomerspelen. De Spelen van de IXe Olympiade werden in 1928 gehouden te Amsterdam , Nederland . Amsterdam had eerder geprobeerd om de Olympische Spelen te mogen organiseren, maar moest in 1920 oorlogsslachtoffer België ( Antwerpen ) en in 1924 Parijs van IOC -voorzitter Pierre de Coubertin laten voorgaan. Voor de Spelen van 1928 werd Amsterdam verkozen boven Los Angeles . Dit waren de eerste Spelen die niet meer onder het voorzitterschap van de Coubertin verliepen. In 1925 had hij het voorzitterschap overgedragen aan de Belgische graaf Henri de Baillet-Latour . Inhoud   [ verbergen ]  1 Hoogtepunten 2 Sporten 2.1 Olympische sporten 3 Deelnemende landen 3.1 Belgische prestaties 3.2 Nederlandse prestaties 4 Medaillespiegel 5 Poster 6 Canon van Amsterdam 7 Bronnen, noten en/of referenties [ bewerken ] Hoogtepunten Voor het eerst werd de olympische vlam aangestoken tijdens de Olympische Spelen. Dit gebeurde in het Olympisch Stadion , niet, zoals later gebruikelijk werd door een bekende sporter, maar door een medewerker van het gasbedrijf. De estafette met de olympische fakkel werd pas voor het eerst tijdens de Olympische zomerspelen van 1936 gelopen. Voor het eerst werd de landenparade geleid door Griekenland , het land waar de bakermat van de Spelen ligt. De parade werd afgesloten door het gastland, een traditie die tot de dag van vandaag wordt volgehouden. Koningin Wilhelmina weigerde de openingsceremonie bij te wonen en liet haar man, prins-gemaal Hendrik , de Spelen voor geopend verklaren. De reden voor de weigering van de koningin was, dat zij bij de bepaling van de dag voor de opening, 28 juli 1928, niet geraadpleegd was (een datum die al in januari 1927 was vastgesteld) en dat zij bovendien door een belangrijke reis naar Noorwegen niet aanwezig kon zijn. Dit laatste was ver van de waarheid, daar de koningin geen officiële bezoeken aflegde, maar slechts een informele reis door Noorwegen maakte. Wilhelmina woonde wel de sluitingsceremonie bij. Die vond plaats op een zondag, waar de Staatkundig Gereformeerde Partij teleurgesteld op reageerde. De Amerikaanse sporters haalden 56 medailles. De zwarte Britse atleet Jack London baarde bij de 100 meter opzien door startblokken te gebruiken, daar waar de andere atleten gewoon kuiltjes groeven om hun voeten in vast te zetten. Johnny Weissmuller , later bekend geworden als acteur in een aantal Tarzan -films, won twee gouden medailles bij het zwemmen (100 m en 4 x 200 m vrije slag). Duitsland nam voor de eerste keer deel sinds het einde van de Eerste Wereldoorlog . Het stuurde een ploeg van 223 deelnemers en oogstte 31 medailles. In totaal waren er 46 landen aanwezig. Het deelnemersaantal lag echter lager dan in Parijs in 1924. Paavo Nurmi uit Finland won zijn negende gouden medaille door de 10.000 m te winnen in 30 minuten 18,9 seconden. Verder haalde hij nog tweemaal zilver, op de 5000 m achter zijn landgenoot Ville Ritola en op de 3000 m steeple achter Toivo Loukola , ook een Fin. De Finse mannen wonnen alle loopwedstrijden vanaf de 1500 meter . Ondanks protesten stonden voor het eerst atletiek en gymnastiek op het programma voor vrouwen. Halina Konopacka uit Polen werd de eerste vrouwelijke olympische atletiekkampioen. Aan het einde van de 800 m was een deel van de deelneemsters totaal uitgeput. Volgens deskundige toeschouwers leden de dames echter niet zozeer aan uitputtingsverschijnselen, maar lieten zij op deze wijze hun gevoelens over hun verlies de vrije loop. Het leidde in elk geval tot een fikse discussie binnen het IOC over het nut en de noodzaak van vrouwenwedstrijden op Olympische Spelen. De nieuwe voorzitter van het IOC, de Belgische graaf Henri de Baillet-Latour , was er voorstander van om die te elimineren, met uitzondering van turnen , zwemmen , tennis en schaatsen . Dit voorstel zou het echter in het Olympisch Congres van 1930 in Berlijn niet halen. De 800 m werd echter geschrapt en zou pas op de Spelen van 1960 weer in het atletiekprogramma worden opgenomen. De afstand van de marathon werd officieel vastgesteld op 42 kilometer en 195 meter. Die marathon werd gewonnen door de Algerijn Ahmed Boughéra El Ouafi , die voor Frankrijk uitkwam. Het Zuid-Amerikaanse voetbal beleefde zijn definitieve doorbraak, doordat de regerende olympische kampioen Uruguay in de finale Argentinië versloeg. De wedstrijd eindigde in een 1-1 gelijkspel, waarna een tweede wedstrijd de beslissing moest brengen; deze werd met 2-1 gewonnen door Uruguay. Japan was met deze Spelen ook twee olympische kampioenen rijker: Mikio Oda won het hink-stap-springen en Yoshiyuko Tsuruta haalde goud in het zwemmen op de 200 m schoolslag. Het zeilen kende een koninklijke olympisch kampioen. Kroonprins Olaf van Noorwegen won in team goud in de 6 meter-klasse. [ bewerken ] Sporten Tijdens deze Spelen werd er gesport in 16 disciplines binnen 14 sporten. Er werden drie demonstratiesporten beoefend: kaatsen , korfbal en lacrosse . Deze sporten behoorden niet tot het officiële olympische programma. Het korfbaltoernooi werd in het Olympisch Stadion gehouden. Nederlandse prestaties Zie Nederland op de Olympische Zomerspelen 1928 voor het hoofdartikel over dit onderwerp.   Zie ook Lijst van Nederlandse deelnemers aan de Zomerspelen van 1928 Nederland wist het thuisvoordeel uitstekend uit te buiten en kwam tot grootse prestaties. Er was voor het eerst goud voor Nederlandse dames: de zwemster Marie Braun en de gymnastiekploeg van trainer Gerrit Kleerekoper . Charles Pahud de Mortanges wint zijn eerste individuele gouden medaille. De ruiterequipe weet het goud van 1924 te prolongeren. Pahud de Mortanges, Dolf van der Voort van Zijp en Gerard de Kruijff waren de eerste Nederlandse Olympiërs die hierin slaagden. Bokser Bep van Klaveren wint goud in het vedergewicht. Bernard Leene en Daan van Dijk worden Olympisch kampioen op het onderdeel tandem . Met zes gouden medailles behaalt Nederland in het inofficiële medaille klassement de achtste plaats. De 11e augustus 1928 was de meest succesvolle dag in de Nederlandse Olympische geschiedenis: Marie Braun, Pahud de Mortanges, de ruiterequipe en Van Klaveren wonnen allen hun gouden medaille op die dag. Naast de gouden medailles zijn er ook nog eerste plaatsen in het Olympische kunsttoernooi op de onderdelen bouwkunst ( Jan Wils voor ontwerp van het Olympisch Stadion) en schilderkunst ( Isaac Israëls met Ruiter in rode rok ). Medailles Nederlandse dames wonnen goud in het turnen. Medaille Winnaar Onderdeel Goud (6) Dames gymnastiekteam gymnastiek Marie Braun zwemmen , 100m rugslag Leene/ Van Dijk wielersport , tandem Bep van Klaveren boksen Charles Ferdinand Pahud de Mortanges paardensport Military-team paardensport Zilver (9) Heren hockeyteam hockey Lien Gisolf atletiek , hoogspringen Gerard Bosch van Drakestein wielersport Marie Braun zwemmen, 400m vrije slag Antoine Mazairac wielersport, baan 1000m sprint Achtervolging-team wielersport, baan Mietje Baron zwemmen, 200m schoolslag 8 meter klasse zeilen Gerard de Kruijff paardensport, military Brons (4) August Scheffer gewichtheffen Jan Verheijen gewichtheffen Karel Miljon boksen Ruiter-équipe dressuur paardensport  
  11. In neem met u van jaar tot jaar, van 1932 tot en met 1938, de ronden van Roosendaal door, waarbij ik regelmatig een link leg met het fenomeen ‘wielervermarketing’ en overigens ook interessante wetenswaardigheden vertel. Bruggetje: ik besteed allereerst nog aandacht aan twee opmerkelijke verschijnselen aan de wielersport en wel 1. de geleidelijke accentverschuiving van het baan- naar het wegwielrennen en 2. de definitieve accentverschuiving van het wielrennen als elitaire sport naar het wielrennen als volkssport, en daarmee verbonden de opkomst van het professionele wielrennen.
  12. Wegwedstrijden waren in die jaren nog verboden. Zo verdiende Marijn Valentijn (‘Vent van de Bok’) zijn geld op de regionale grasbaantjes (cf. dia 9). En geld verdienen was voor Marijn heel belangrijk. Valentijn behoorde tot een nieuwe generatie wielrenners. Marijn werd beroepsrenner op de weg. Die mogelijkheid bestond, omdat er na 1930 steeds meer wegwedstrijden in West-Brabant georganiseerd werden. Voordien had hij overigens in de Belgische grensstreek al vele criteriums gereden. Bovendien was er de noodzaak voor Valentijn om van het wielrennen zijn beroep te maken. Hij kwam uit de arbeidersklasse. Er moest brood op de plank komen. Als amateur en onafhankelijke dreigde zijn regulier werk in het geding te komen. Voor hem was het het een of het ander: stoppen met fietsen of beroeps worden. De vader van Janus Braspennincx was arbeider, evenals die van Jan Maas, die van Cesar Boogaart was timmerman en later privé-chauffeur en die van Piet van der Horst slager . Bruggetje: ook in Marijn Valentijns woonplaats St. Willebrord werd een wielerbaan geopend… .
  13. Tussen Lugtenburg en Den Elshout lag vóór de Tweede Wereldoorlog, ongeveer op de plaats waar later de twee voetbalvelden liggen van SVW 67, een zogenaamde grasbaan. Op de foto poseren op 23 november 1924 op de Willebrordse Spartabaan een afvaardiging van de in lichte shirts gestoken Amsterdamse wielrenners met helemaal rechts de vermaarde sprintkampioen Jaap Meijer en een Brabantse wielerselectie. In het midden van de foto staan burgemeester Crusio, de wielerbestuurder Dekkers en Dielus Wijnings, met snor. Naast Wijnings staan Janus Braspennincx en Marijn Valentijn. Door de wielerclub Sparta, aangesloten bij de Nederlandsche Wielrijders Bond, werd de grasbaan geopend op zondag 28 september 1924. Er werden die dag wedstrijden georganiseerd voor amateurs, nieuwelingen en beginnelingen. De renners konden zich met opgaaf van startnummers, bewijs en startkaart aanmelden in het café van Daniel Luijkx-Marijnissen. De wedstrijden waren volgens De Grondwet van 29 september 1928 succesvol geweest: “(…) Zoo heeft dan nu ook St. Willebrord een eigen wielerbaan. Onder overgroote belangstelling van liefhebbers uit de verre omgeving, wat zeker ook voor een groot deel te wijten is aan het magnifieke weer, werd gister de nieuwe baan “Sparta” op de gebruikelijke wijze door den Edelachtbare Heer Crusio, burgemeester van Rucphen, geopend. Als juryleden fungeerden de heeren C. Konings en Dekkers van den A.N.W.B. Voordat met de wedstrijden werd begonnen, reden de 25 aanwezige rijders een eereronde. ” Aan die wedstrijden nam onder anderen Marijn Valentijn deel. De Grondwet van 24 november 1924 had in hoofdletters gekopt ‘WIELRENNEN. DE ONTMOETING ZUIDEN CONTRA NOORDEN OP DE SPARTABAAN TE ST. WILLEBRORD en de wedstrijd als volgt beschreven: “ Het was een goede gedachte van den heer de Jong, secr.-penningm. van den A.N.W.B. om de Noordelijke renners eens hun krachten te laten meten met de Zuidelijken en omgekeerd. De sterke Amsterdamsche wielerclub “Olympia’ zou den strijd aanbinden tegen de meest bekende Zuidelijken, die zich den laatsten tijd op tal van wedstrijden hadden kunnen trainen. De Noordelijke ploeg bestond uit Jaap Meijer, Brilman, Bremer en Lamens als amateurs en J. v.d. Heijden, Keijzer, Lamens en v.d. Plas als nieuwelingen. De Zuidelijke ploeg, die danig gehandicapt was door het niet-deelnemen van Jan Maas en Mazairac, zag er als volgt uit: Amateurs: Valentijn, Coquit, Braspening, Danen en Daverveldt en nieuwelingen: Boeren, v.d. Reijt, v.d. Kloot, Pijnenburg, Roestenburg, W. Heeren, v. Eekeren en v.d. Heijden. Na een kort speechje van den heer Dekkers, die met den heer Den Koning de jury vormde, en waarin hij o.m. hoopte dat Jaap Meijer nog vele malen de “Spartabaan” met een bezoek zou vereeren, reed de laatste een eereronde, daarbij luide toegejuicht door het zeer talrijke publiek. Vervolgens kwam de geheele ploeg, die in haar fraaie sportpakjes een keurigen indruk maakte, op de baan, waarachter de Zuidelijke…De Zuidelijke nieuwelingen waren over ’t algemeen sterker als hun Noordelijke tegenstanders, doch omgekeerd waren de Amsterdamsche amateurs iets beter, al wisten zij, grootendeels door de weinige routine op grasbanen, hun meerderheid niet voldoende in overwinningen uit te drukken. ” Marijn Valentijn zou later een succesvolle prof worden. Of pastoor Bastiaansen wel zo tevreden was over dit soort wielerwedstrijden, valt te betwijfelen. Hij schreef eind 1924 in zijn ‘memoriaalboek’ (een soort dagboek): “ De sport, met name de duiven - en rijwielsport vooral, werkt nog steeds zeer belemmerend op de s’ Zondagsrust en zijn vooral de oorzaak, dat jeugdige personen geen lid zijn of blijven van H. Familie en Congregatie ”. Bovendien schijnt deze wedstrijd een ruzie veroorzaakt te hebben met een aantal organisatoren, onder wie de familie Luijkx, over het niet komen opdagen van harmonie ‘Utile dulci’. En dit leidde tot de oprichting van een nieuwe harmonie met de in dit geval wel opvallende naam ‘De Eendracht’. Harmonie ‘Utile dulci’ was overigens, niet veel eerder op initiatief van Dielus Wijnings, in 1923 opgericht. Pastoor Bastiaansen was haar voorzitter. In 1945 ging, op voorstel van pastoor Van de Riet ‘Utile Dulci’ op in ‘De Eendracht’. Van De Riet, opvolger van pastoor Bastiaansen, had het voorzitterschap van ‘De Eendracht’ alleen op die voorwaarde willen aanvaarden. Marijn Valentijn was overigens in 1945 ook bestuurslid van ‘De Eendracht’. Op 27 juli 1924 won Meijer de zilveren medaille op de Olympische Spelen in Parijs op de 1000 m sprint en een jaar later werd hij wereldkampioen bij de amateurs voor Bergenaar Antoine Mazairac en Hagenees Bernard Leene. Bruggetje: En nu ik het toch over pastoors en de OS van 1924 van Parijs genoemd heb, wil ik u de volgende dia niet onthouden (Nilleke Heeren
  14. Kees Heeren , geboren in Oudenbosch 5-12-1900, overleden 7-5-1976, bijgenaamd 'Nilleke van de Blauwe'; in 1924 was hij deelnemer aan de Olympische Spelen in Parijs (13 e ; op 23 juli 1924 in Colombes bij Parijs over 188 km; streekgenoot Jan Maas werd 19 e ) en het WK op de weg voor amateurs; prof 1933-1937; hij werd tweede op het NK van 1935 en werd dat jaar afgevaardigd naar het WK in Floreffe, dat hij na een val niet kon uitrijden. Anekdote van plaatselijke pastoor t.o.v. supporters Nilleke Heeren: Kees Heeren, bijgenaamd 'Nilleke van de Blauwe' uit Bosschenhoofd. Hij werd tweede op het NK van 1935 in Hoogerheide. Dat jaar nam hij deel aan het WK in Floreffe. Na een veelbelovend begin kwam hij in de tiende ronde in botsing met de Italiaan Giuseppe Olmo. Beiden moesten opgeven. Bosschenhoofd treurde. Het was, volgend de pastoor, de schuld van Nillekes supporters die niet ter kerke waren gegaan, Bruggetje: en nu van Nilleke Heeren naar Gérard Bosch van Drakenstein, een vertegenwoordiger van de oude generatie.
  15. Een vertegenwoordiger van de oude generatie, Bosch van Drakenstein. Zijn generatiegenoten, afkomstig uit hogere sociale klassen, waren pure amateurs geweest en hadden enkel op de baan gereden. Het was voor hen vrijetijdsbesteding geweest. Kort vóór 1900 waren de eerste wielerwedstrijden op de weg georganiseerd. Door een aantal ongelukken kregen die al gauw een slechte naam. In 1897 werden officiële wegwedstrijden door de Nederlandse Wielerbond zelfs verboden. De Motor- en Rijwielwet van 1905 (Staatsblad 1905, nr. 69) betekende een dieptepunt voor het wegrennen: er kwam een verbod voor wielerwedstrijden op de weg. De toekomst van de wielersport lag voorlopig op de baan. In West-Brabant werden meerdere wielerbanen aangelegd, bijvoorbeeld in Bergen op Zoom De Raaijberg en in Roosendaal aan de Stoopstraat het wielerbaantje van Tiest van der List. Jonkheer Gérard Bosch van Drakenstein , opgegroeid in Breda, was een typische exponent van deze generatie baanrenners. Het was in zijn milieu niet ongebruikelijk dat de jeugd een sportieve opvoeding genoot. Wielrennen paste echter met moeite daarbij: thuis vond men fietsen meer iets voor slagersjongens. Beroepsrenner op de weg was absoluut uit den boze. Bosch won in totaal achttien Nederlandse kampioenschappen. Op Olympische Spelen en WK's behaalde hij zilveren en bronzen eremetaal. OS van 1928 in Amsterdam!! Valentijn heeft in de jaren twintig ook nog vaak op baan gefietst. Maar steeds meer ging hij in Vlaanderen kermiskoersen, wegwedstrijden dus, rijden. Daar waren de premies vetter. En dit onderdeel van het wielermétier lag hem ook gewoon beter. Jonkheer Gérard Dagobert Henri "Gerard" Bosch van Drakestein ( Mechelen (België) , 24 juli 1887 - Den Haag , 20 maart 1972 ) was een Nederlands wielrenner . In zijn jeugdjaren reed hij vaak onder de schuilnamen "Ulysses" en "Bismarck" om zijn adellijke familie niet in verlegenheid te brengen. Wedstrijdsport werd kennelijk niet als comme il faut beschouwd. Ook zou hij zijn hele carrière amateur blijven. Eind juli 1914 liep hij de wereldtitel bij de amateursprinters mis, doordat op 1 augustus de Eerste Wereldoorlog uitbrak, waarna het titeltoernooi in Kopenhagen werd afgebroken. Bosch was in de jaren rond de Eerste Wereldoorlog zeer succesvol: in totaal won hij 17 Nederlandse titels. Bosch van Drakenstein nam drie maal deel, en won tweemaal een medaille tijdens de Olympische Spelen . In 1908 nam hij deel, in 1924 won hij samen met Maurice Peeters brons op het onderdeel tandem en in 1928 in Amsterdam zilver op de 1000 meter tijdrit . Na dit toernooi beëindigde hij zijn sportcarrière. Naast en na de wedstrijdsport was hij ook actief als uitgever, sportjournalist en bestuurder. Mede door zijn toedoen werd in 1928 de Nederlandsche Wieler Bond opgeheven en de KNWU opgericht. Bosch van Drakestein stond bekend als een sportief coureur. Vanaf midden jaren dertig raakte Bosch van Drakestein in politiek troebel water verzeild. Zijn voormalige vriend en medeoprichter van de KNWU Barend Swaab de Beer werd zijn grootste vijand, waar diens Joodse afkomst niet vreemd aan was. In 1939 flirtte hij openlijk met de NSB en correspondeerde met het fel anti-semitische tijdschrift De Misthoorn . Swaab de Beer wist later aan de nazi's te ontkomen door naar Zwitserland uit te wijken. [1] Er werd na de bezettingstijd een aanklacht tegen Bosch van Drakestein ingediend in verband met zijn chicanes ten opzichte van Swaab de Beer, maar dit leidde tot niets. [2] Bosch had tot halve finale ook deel uitgemaakt van de Olympische achtervolgingsploeg op de baan, die zilver zou winnen. Bosch moest vanwege een vermoedelijke longontsteking de strijd zou staken. Maar er moet meer aan de hand geweest zijn. Het leidde tot geweldige polemieken in de pers. Het zou niet geweldig geboterd hebben tussen Bosch en zijn Brabantse ploeggenoten. (‘Tussen heren en gewoon volk”)Wat wil je ook met een ‘ GérardI’ ’ tussen twee ‘ Jannen ’, een ‘ Janus ’ en een ‘ Pjir ’! Bosch werd als enige wielrenner ook uitgenodigd bij het later door het NOC aangeboden banket. Bruggetje: en nu keren we weer terug naar de Ronde van Roosendaal.
  16. Naar Belgisch voorbeeld en gestimuleerd door de Nederlandse successen op het WK in Italië besloot Wouw in 1932, op 13 september, voor het eerst zijn kermis met een groot wielerfestijn. Een echte 'kermiskoers' dus . Ook hier verleende het gemeentebestuur alle medewerking. De pers verzuchtte: 'Het moge allen, die tot heden onwillig en onwelwillend tegenover de wielersport hebben gestaan, de rijks- en provinciale autoriteiten in het bijzonder, het bewijs hebben geleverd, dat dergelijke wedstrijden geen uitwassen zijn die met alle middelen behoorden te worden bestreden en vooral...dat zij een grenzeloze populariteit genieten bij ons Brabantsche volk!' De KVW-fabriek stelde de hoofdprijs van 125 gulden beschikbaar. De heer A. Loos uit Wouw gaf vijf premies van elk 10 gulden. De hoofdprijs en de laatste premie waren voor Marijn Valentijn. Die kreeg hij uitgereikt in hotel 'De Kroon'. Na de prijsuitreiking bleef het nog lang druk in het dorp. De herbergiers deden goede zaken. Hoogerheide organiseerde precies een week later de volgende kermiskoers. De ingrediënten voor succes waren voorhanden: een meewerkend gemeentebestuur, met name burgemeester Rubert, een sponsorende KVW-fabriek, plaatselijke schenkers van wedstrijdpremies en een goed organisatie-comité. En een goed rennersveld, een goed product dus om in marketingtermen te spreken, met als voorbeelden, v.l.n.r. op de foto’s Johnny Braspennincx, Theo Middelkamp en Cesar Bogaert. Op 22 oktober was het laatste criterium in Bergen op Zoom. In de Markiezenstad won Cesar Bogaert, met 'de Vent' als vierde. West-Brabant was in de ban van het wielrennen geraakt. De West-Brabantse organisatiecomités maakten onderlinge goede afspraken over data van hun koersen e.d. Bruggetje: maar nu eerst terug naar 16 oktober van dat jaar, de dag waarop de eerste Ronde van Roosendaal was.
  17. Burgemeester Claudius Prinsen – vader van Joost Prinsen, wielerliefhebber en een van de medewerkers aan de De Sint Willebrord Sessies - heeft zich steeds een vurig pleitbezorger van de Ronde van Roosendaal getoond. In 1932 bestond het rondecomité uit drie initiatiefnemers3. Spoedig kwamen daar ‘diverse sportvrienden’ bij ‘welke met onverdroten ijver de hand aan de ploeg sloegen’. Zijn kregen daarbij de medewerking van de KaVeeWee Sigarenfabriek van Van Wely en de Koffie en Tabaksfabriek van Van den Biggelaar. Het comité was geen vereniging met leden en een jaarlijkse contributie. Het beheerde de geschonken gelden ‘ten bate van het algemeen belang’. Een openlijke verantwoording hiervoor hoefde het comité volgens voorzitter Lanen niet te doen. Maar hoewel velen meenden, dat ‘niemand de stand van de kas bekend’ was, verklaarde Lanen, dat de burgemeester na afloop van een koers ingelicht werd ‘over de hoogte van de kasmiddelen’ Rechts van den weg Het comité was laat met de aanvraag van de vergunning. Burgemeester Prinsen had bij de provincie aangedrongen op een spoedige afhandeling. En met succes. Binnen twee weken verleende de provincie toestemming. Zondag 16 oktober werd de rond verreden. De provincie had wel een aantal voorwaarden gesteld. Zo moesten de wielrenners ‘zoveel mogelijk de uiterste rechterzijde van den weg of het rechts van den weg met den weg gemeenliggend rijwielpad houden’. Ook mochten ze niet ‘blijvend’ naast elkaar rijden. Aan elke groep wielrenners moest ‘een motorrijtuig op vier wielen’ voorafgaan, met daarop het duidelijk leesbaar opschrift ‘Wielerwedstrijd’. Daarin dienden minstens twee personen te zitten, die de toeschouwers erop moesten wijzen, dat de renners in aantocht waren. Bij gevaarlijke punten in de route moesten ze zowel renners als het publiek waarschuwen. In de bovenzaal van café De Nijs aan de Markt dankte voorzitter Lanen in het bijzonder de burgemeester, de politie, marechaussee en rijksveldwacht voor hun medewerking. Burgemeester Prinsen moedigde de renners aan met het lichaam ook de geest te ontwikkelen (‘mens sana in sano corpore) en aldus het oude ideaal van de sport te bereiken. De eerste drie in de uitslag van de Ronde zullen deze wijze woorden voor kennisgeving aangenomen hebben en meer belang gesteld hebben in de prijzen van respectievelijk 150, 100 en 50 gulden. [ii] De eerste prijs was een gift van de KaaVeeWeefabrieken uit Roosendaal. Voor de nieuwelingen was een keur aan kunstvoorwerpen samengebracht. Winnaar Schillemans kon het mooiste kunstvoorwerp thuis in Brasschaat zetten. De regionale krant De Grondwet was zeer lovend in haar commentaar: ‘En vervolgens moeten we dat uitstekend wedstrijdverloop schrijven op rekening van de voortreffelijke samenwerking tusschen het Comité en de justitieele autoriteiten (het politiecorps, de marechaussee en de rijksveldwacht) waardoor weer eens bewezen werd, dat een wielerwedstrijd geen gevaar voor de openbare orde behoeft op te leveren, integendeel ’n zeer aantrekkelijke en onschuldige vertooning kan zijn. Roosendaal heeft in dit opzicht ’n waarlijk voorbeeld gegeven….We zijn er van overtuigd, dat het succes, dat gisteren werd behaald, een uitmuntenden grondslag zal zijn voor den wedstrijd van het volgend jaar, de Ronde 1933.’ [i] Zie noot 1. [ii] Als we deze bedragen afzetten tegen wat een arbeider in die tijd verdiende, begrijpen we beter de waarde van deze prijzen voor de renners. De gemeentewerkman van Rucphen had in 1932 een dagloon van fl. 2,50, de gemeentelijke veldwachter kreeg maandelijks Fl. 133, de twee ambtenaren togen maandelijks respectievelijk met ruim 150 en 160 gulden naar huis. De burgemeester had een jaarwedde van fl. 4.750,-- en de gemeentesecretaris een van fl. 3.950,--. De Belg Leemans zal dan met zijn eerste prijs van 150 gulden, na ‘een avondje Roosendaal’, ongetwijfeld tevreden huiswaarts gekeerd zijn. Bruggetje: burgemeester Prinsen had gesproken van ‘mens sana in sano corpore’. Daarmee stond in schrille tegenstelling de producten van de sponsoren van de wielerploegen, en wel snoep, sigaren en sigaretten.
  18. Marijn Valentijn gehuld in een shirt van Yatama cigarettes. De Ronde van West-Noord-Brabant in 1935 . De organiserende 'Ren- en Touristenclub Breda' meende alles in orde te hebben. De minister van Waterstaat verleende echter enkele dagen vóór de wedstrijd geen vergunning voor het rijden op de rijkswegen. 'Welk een kleingeestig geplaag!' , vond 'SportEcho'. De wedstrijd werd op vier plaatsen geneutraliseerd. Vooral voor de mensen op het (rijks)traject Roosendaal-Rucphen was dit een zware domper. Dit waren meest supporters van de gebroeders Valentijn en Paul Wagtmans uit St. Willebrord, en Nil Heeren uit Bosschenhoofd. Met de einduitslag hadden zij echter geen enkele moeite: Valentijn werd eerste, zijn broer Jan achtste en Heeren werd zesde. Onder Rucphen hadden de kinderen van Marijn hem nog aangemoedigd. Zij wisten ook al dat renners met een lege maag niets presteren. De Valentijntjes zagen vader op een tiental meter aankomen en riepen vervolgens: 'Ier paoj, ier edde een paor banaone.' Vader had er geen behoefte aan gehad: 'Uit de weg, of ik rij oe onderstebove!', moet hij geroepen hebben. Blijer was Marijn geweest met zijn prijzen: 100 gulden en een etui met zilveren lepels. De directie van de London-Caramel Works uit Breda had de prijzen geschonken. Lonca , afgeleid van London Caramel Works is opgericht in 1920.In 1930 werd een tweede fabriek geopend in Essen (België). In 1965 is de vestiging in Breda gesloten en ging de productie volledig over naar Essen. In die jaren werd er voornamelijk caramel, toffee en hard suikerwerk geproduceerd. In 1997 is het bedrijf Lonka NV overgenomen door de familie De Bock. Karel van Wely: De grootste sigarenfabrieken waren die van Karel van Wely, die na 1930 het bedrijf van J.A. Laane opneemt. Het bedrijf NV Karel van Wely (later KAVEEWEE of KVW) betrok in 1930 een nieuwe fabriek aan de Badhuisstraat. De firma van Wely bestond uit 5 fabrieken in die tijd. In totaal waren er 750 werknemers. Op dat moment was deze de op twee na de grootste producent van sigaren in Nederland. De fabriek kreeg vooral naam door de KVW-Cubaantjes. Vlak voor de Tweede Wereldoorlog werkten er 1100 werknemers in dit bedrijf. Het bedrijf was van 1930 tot 1947 de grootste werkgever van Roosendaal. Langzamerhand begon het werknemersaantal van KVW terug te lopen. De oorzaak was de toenemende mechanisatie. Tot de 2e wereldoorlog was het maken van sigaren handwerk. Voor KVW betekende dat het aantal werknemers daardoor terugliep van 770 naar 405 in 1950. In 1972 sloot het bedrijf zijn poorten.   Bruggetje: en KVW had ook de Ronde van Roosendaal in 1933 ondersteund. En daar gaat de volgende dia over. .
  19. Die ronde werd inderdaad een groot succes. Toch heerste er bij het bestuur de laatste voorbereidende vergadering met de plaatselijke middenstanders in café De Nijs op 12 juni 1933 bij het bestuur een zekere mineurstemming. De opkomst was gering. Men verweet het vooral de caféhouders. Juist zij waren in het bijzonder bij de ronde gebaat, merkte voorzitter Lanen op. Bakker Beijsens vormde daarop een uitzondering. De krant De Grondwet was in haar slotwoord lovend over de organisatie en dankte de firma Beijsens uit de Molenstraat. Die had haar wagen aan de pers beschikbaar gesteld om de koers te volgen. Er werd ook nog een sneer uitgedeeld aan de (provinciale) overheid: ‘ Er is een tijd geweest, en die tijd is nog niet geheel naar de oudheid uitgebannen, wegwedstrijden een doorn waren in het oog der overheden. Met wedstrijden als de Roosendaalsche Ronde zal er zeker veel ten goede bereikt worden … [i] Het comité deed in een ingezonden mededeling in de regionale krant nog een klemmend beroep op hen hen, ‘die tengevolge van den vermoedelijk druksten dag die Roosendaal ooit gezien heeft, extra voordeelen genoten, als: bottelaars, caféhouders, patissiers en bakkers, sigarenwinkeliers, niet te vergeten ijscoventers enz. enz.’.Het raadde deze Roosendaalse middenstanders aan’.te samen te beraadslagen om de finantieele mogelijkheid voor een volgenden koers thans reeds vast te leggen’.Het comité hoopte daarmee te bereiken, dat de ronde van 1934 met een minder ‘angstig hart’ kon worden als die van 1933, toen de geldmiddelen allertreurigst langzaam vloeiden.’ Bruggetje: 1934 trok inderdaad meer belangstelling van de plaatselijke middenstanders [i] GW van 26 juni 1933.
  20. ‘ K.V.W. Sigarenfabrieken ƒ 150,--; N.V. A. v.d. Biggelaar & Co Koffie, thee, tabakfabr. ‘de Moriaan’ ƒ 100,--; Kees de Nijs, Café, Markt, ƒ 100,--; R.K. Winkeliers Vereeniging ƒ 25,--; L. de Bookelaar 1 racerijwiel; Roosendaals Gemengd- en Mannenkoor ƒ 25,--.’ Voorzitter Lanen had samen met zijn secretaris Henri de Clercq en zijn (nieuwe) penningmeester Cees Hack al in februari 1934 bij de provincie vergunning gevraagd voor het houden van de ronde op 17 juni daaraanvolgend. De voorbereiding verliep verder soepeltjes. Het draaiboek was immers inmiddels wel bekend. Het programmaboekje was uitgebreid. Naast tal van wetenswaardigheden, stonden namen en rugnummers van de renners aangegeven. De verkoop van het boekje en de opbrengst van de hierin opgenomen advertenties vormden de belangrijkste inkomstenbron voor het comité. Want entree werd nog steeds niet geheven. Als extra attractie kreeg elk programmaboekje een eigen nummer. Na afloop van de ronde had bij de kiosk op de Markt een trekking plaats. Onder de bezitters van een programmaboekje werden de eerder genoemde drie heren- of damesfietsen en een kinderfiets verloot. Deze waren beschikbaar gesteld de door de firma’s De Bookelaar aan de Hulsdonksestraat en Charbonnel aan de Molenstraat. Ook konden de bezoekers na de koers de ‘Kermesse d’Ete’ in de Nispenstraat of het bal in de Uniezaal met ‘prima orkest’ en ‘uitstekende consumptie’ bezoeken. Secretaris De Clercq hield nog een gloedvol betoog in de regionale krant De Grondwet over de waarde van grote sportgebeurtenissen en de jeugdsport [i] : ‘eden ten dage zijn het onze stadions en sportpaleizen waar de groote sporttriomphen gevierd worden en waar het volk bij duizenden en duizenden naar toe stroomt om het een of ander sportevenement mee te beleven’. De Clercq verwees naar de voetbalduels tussen Nederland en België in Amsterdam en antwerpen, ‘waar voor uitverkochte huizen wordt gespeeld’. Ook noemde hij de Antwerpse Zesdaagse, die al dagen van te voren uitverkocht was. Een gevolg was wel, volgens De Clercq, dat de jeugd daardoor gestimuleerd werd aan ‘goede sport’ te doen, waaronder fietsen. Een bewijs vond hij in de grote deelname van nieuwelingen aan de Roosendaalse ronde, die allen hoopten de overwinning te behalen. Daartoe trainen deze jonge mensen dagen van te voren ‘zich reeds in de bontste kleuren’. En alles tot vermaak van de toeschouwers, zo betoogde de secretaris. De secretaris deed verder een beroep op de Roosendalers de nationale driekleur te laten wapperen en verzocht honden en kinderen thuis te houden. His Masters Voice Goede zaken zal de Roosendaalse middenstand ongetwijfeld gedaan hebben. ‘Buitengewoon groote belangstelling’, kopte De Grondwet met vette letters. [ii] Rijen dik stonden de mensen van Roosendaal tot Nispen en in de Molenstraat en de Markt was er geen doorkomen aan. ‘De Radio-Centrale Roosendaal zorgde voor het wedstrijdverslag. Ook de premiespurts en de schenkers meldde zij luid, met tussendoor de vrolijke tonen van een His Masters Voice. [iii] Voor het verdere muzikale intermezzo zorgden de harmonieën De Gildezonen en Vlijt en Volharding. Na afloop was er ’s avonds één lange file fietsers van Roosendaal tot Etten . Ongetwijfeld bestond die grotendeels uit de dorpsgenoten van Willebrorder Marijn Valentijn, alias Vent van de Bok. Marijn zijn supporters keerden tevreden huiswaarts. De Vent was een van grote animatoren van deze Ronde van Roosendaal geweest. Hij werd uiteindelijk derde. De ronde werd zowaar voor de eerste keer door een Nederlander gewonnen. En wel door Theo Middelkamp, bijgenaamd ‘De Fiel’. [iv] Middelkamp liet de Belg Van de Wijngaert in de sprint achter. Valentijn hielp hem daarbij nadrukkelijk. En dat natuurlijk niet pro deo. Want profs zijn nu eenmaal profs. Bij de amateurs was Snoeijers weer de beste geweest. En bij de nieuwelingen passeerde Van Tillo als de eerste de eindstreep bij de kiosk op de Markt. Traditiegetrouw werden om acht uur ’s avonds de prijzen uitgereikt. Voorzitter Lanen dankte de autoriteiten. Ook voor zijn medeorganisatoren en de 350 deelnemers aan de ronde sprak hij zijn waardering uit. Zijn medejuryleden zette hij eveneens in het zonnetje. Hun taak was zeker dit jaar niet gemakkelijk geweest. [v] De aankomst was onoverzichtelijk geweest. Hij hoopte dat alle renners zich bij de jurybeslissing zouden neerleggen. Hij besloot dat zijn organisatie probeerde om van de Roosendaalse ronde in alle opzichten een ideale koers te maken. Burgemeester Claudius Prinsen dankte het comité voor de ronde, die zulk een succes werd en zoveel volk deed toestromen. De renners feliciteerde hij met hun overwinning. Hij meende dat niet hij die de sterkste benen heeft, de overwinning behaalt, maar hij die de meeste wilskracht heeft. ‘Zoo gaat het ook in ’t leven; wie de meeste volharding heeft, wint den prijs van het leven, waren de wijze slotwoorden van de burgervader. [vi] ‘Valentijn, u had kunnen winnen, maar hebt de kaarten verkeerd geschud’, zei burgemeester Prinsen nog. [vii] Valentijn wist zelf wel dat hij zijn troefkaart op het juiste moment had uitgespeeld. [i] GW van 15 juni 1934 [ii] GW van 18 juni 1934. [iii] His Masters Voice was een bekende Engelse platenmaatschappij, die in 1898 gesticht werd. Als logo werd het hondje dat naast een grammofoon zit, gebruikt. His Masters Voice had voor de tekening en het copyright ervan honderd pond betaald aan de Engelse ontwerper Francis Barraud. De maatschappij had op haar loonlijst artiesten als Harry Lauder, John McCormack en de operasterren Adelina Patti, Dame Nellie Melba en Enrico Caruso staan. (Uit: MusicWeb Encyclopaedia of Popular Music). [iv] Nu zorgde Middelkamp wel voor meer primeurs. Hij won in 1936 als eerste Nederlander een etappe, die over de Galibier nog wel, in de Ronde van Frankrijk en won als eerste Nederlander het Wereldkampioenschap in 1947. [v] Juryleden beschikten immers in die tijd niet over (optische) hulpmiddelen. De afspraak op voorhand was dat bij een massale aankomst ieder jurylid een bepaalde serie renners rangschikte (1 tot en met 3, 3 tot en met 5, 5 tot en met 7 etc.). Door onderlinge vergelijking werd de definitieve einduitslag bepaald. De jury bestond dat jaar uit H.P.M. Verlinden, consul van de N.W.U., uit Bergen op Zoom, Eug. Teisen, Sportafgevaardigde van de Belgische Wieler Bond, uit Putte-Capelle, G. Laane, voorzitter van het Comité van de Ronde van Roosendaal, A. van Turnhout uit Breda, G. Ridders, tijdopnemer, uit Roosendaal, L. Bookelaar, rijwielfabrikant, uit Roosendaal. A. van Ginneken, lid van de N.W.U., uit De Heen en Jos. Suijkerbuijk. [vi] GW van 18 juni 1934. [vii] Mededeling van C. Brouwers, St. Willebrord.
  21. Half mei 1935 had het comité van de provincie de vergunning voor het houden van de ronde al binnen. Die werd 2 juni verreden. De voorbereiding verliep vervolgens probleemloos. De wijze waarop de Ronde van Roosendaal georganiseerd werd, had algemene erkenning ondervonden. De ronde had definitief bestaansrecht verworven, leek het. Ondanks het gegeven dat de overheid wielerwedstrijden op de weg nog steeds maar mondjesmaat toeliet. De Grondwet laakte in een artikel de conservatieve houding van de overheid. [i] De krant wees op de voordelen voor de wielerindustrie en de extra inkomsten voor de (plaatselijke) overheid en middenstand. Ook het oplossen van de verkeersproblemen moest volgens de krant geen probleem vormen. Eerder had dezelfde krant gewaarschuwd voor een ander fenomeen: dat Geen ‘wielercircussen’ in Nederland Dit soort zaken had het enthousiasme van Gerard Lanen c.s. niet getemperd. Caféhouder Kees de Nijs was overigens De Clercq als secretaris en Cornelis Hack was door Jos. Breugelmans als penningmeester opgevolgd. Het wielrennen leefde toch geweldig in Roosendaal. In maart 1935 probeerde de Sport-Commisie ‘Kade’ een houten wielerbaan te bouwen op het terrein van Ch. Boonen aan de Kade . Naast deze caféhouder zaten in de commissie ook Louis de Bookelaar en Ant. Charbonnel. De commissie had al door een architect plannen en kostprijzen laten maken. Met voorzitter Viruly van de N.W.U. (Nederlandse Wielren Unie) was ook al contact opgenomen. Het was eerst de bedoeling dat M. van der List, met goedkeuring van de gemeente, in dienst van de commissie zou gaan werken. Onduidelijk is wie die nieuwe baan uiteindelijk is gaan exploiteren. Want de oude wielerbaan van Van der List aan de Hoogstraat verdween. Zij moest wijken voor de aanleg van een nieuwe straat. [iii] Een nieuwe ‘Piest van Tiest van der Liest’ verscheen echter dicht bij de oude baan. Van der List bleef zijn eigen baan exploiteren. En ging dus niet werken op de houten wielerbaan die moest verschijnen op het terrein van Ch. Boonen aan De Kade. Deze baan wilde de Sport-Commisie ‘Kade’ voor eigen rekening bouwen. De openingswedstrijden op de nieuwe baan van Van der List werden op 5 mei 1935 gehouden. [iv ] Wethouder Konings zou de baan openen. [v] Aan de vooravond van de vierde Ronde van Roosendaal was De Grondwet zeer lovend over dit evenement. Deze ‘course’ had, volgens de krant, ‘reputatie gekregen in den lande’. Zo was L. Roels, winnaar bij de professionals in de ronde van 1933, later kampioen van België geworden. Een jaar later won P. Snoeijers uit Hoogerheide bij de amateurs en hij werd dat jaar afgevaardigd naar de wereldkampioenschappen te Leipzig. Ook uit het aantal deelnemers bleek de aantrekkingskracht van de Ronde van Roosendaal. In 1935 waren dat er 121 bij de profs en onafhankelijken . Goed rennersveld: onder hen bekende namen als de Belg Leemans, winnaar in 1932, Duerloo, de Belgische kampioen, ‘locale favorieten’ als Dictus, die in 1935 aan de ronde van Frankrijk deelgenomen had en ‘tal van andere pedaal-grootheden’. De krant formuleerde de volgende conclusie: ‘ Een bewijs dus, dat het niet enkel quantitatief, maar ook kwalitatief crescendo gaat met de “Ronde”’. [vi] Alleen de Roosendaalse zakenmensen kregen een sneer mee. Die schenen het profijt van de ronde voor henzelf nog steeds niet naar waarde te kunnen schatten. Het publiek werd nog eens gevraagd naar vermogen mee te helpen. De mensen mochten een renner op geen enkele manier helpen. Tegen meerijden en meelopen met de renners zou door de politie streng opgetreden worden. Vooral water gooien was uiterst gevaarlijk. De dag zelf verliep uitstekend, Over het verdere verloop laten we de eigentijdse impressies spreken van C.V. Het uitgebreide sfeerbeeld is te sprekend om niet in zijn geheel in een bijlage op te nemen. [vii] Het kon niet missen. De volgende ronde, de eerste lustrumronde, moest een grandioos succes worden. [i] GW van 18 april 1935. [ii] GW van 8 april 1935. Zie verder bijlage 3. [iii] Deze nieuwe straat is wellicht de Charitasstraat geweest (mededeling mevrouw A.T.H. Wagenaar, Roosendaal). [iv] GW van 20 april 1935. Het baanrennen was in die jaren bijzonder populair. Diezelfde 5 mei werden op de vernieuwde Steenbergse wielerbaan eveneens openingswedstrijden gehouden. Op Tweede Paasdag dat jaar, 22 april, was een nieuwe wielerbaan in Oudenbosch geopend. [v] GW van 4 mei 1935. [vi] GW van 1 juni 1935. [vii] Zie bijlage 3. Bruggetje: en met een nieuw bestuur gaan we naar de eerste lustrumronde in 1936.
  22. Vertrek voorzitter Lanen Dat succes werd in ieder geval gebaseerd op een andere personele samenstelling van het bestuur. Het is onduidelijk waarom het driemanschap, bestaande uit voorzitter van het eerste uur Gerardus Laanen, secretaris Kees de Nijs en penningmeester Jos. Breugelmans, er de brui aan heeft gegeven. Te veel werk, te veel tegenwerking, te veel kritiek? Wellicht is het een combinatie geweest. De nieuwe voorzitter werd L. de Bookelaar en de nieuwe secretaris J. de Beer. In ieder geval blijkt uit een brief van 7 mei 1936, gericht aan burgemeester Prinsen, dat het nieuwe dagelijks bestuur er andere opvattingen op nahield . [i] De secretaris schreef onder andere: …’Dit jaar heeft dit comité een aanmerkelijke verandering ondergaan speciaal wat betreft bestuursfuncties, met als gevolg nieuwe denkbeelden en nieuwe werkwyze (en) Onder het byv nieuwe Dag. Bestuur is voor het eerst, naast vele andere nieuwe, het idee naar voren gebracht wat betreft het eere-voorzitterschap, ook omdat het nu een LUSTRUM gold. Het comité dacht daarbij en bloc onmiddellijk en niet zonder reden, aan uw persoon, omdat U de “Ronde” reeds zoovele malen met sympathie hebt besproken en moreel hebt gesteund.”’ De burgemeester wees het verzoek overigens vriendelijk af. Wel schreef Prinsen een klemmende brief aan de provincie om vergunning voor de Ronde van Roosendaal te verlenen. De provincie was eerst minder genegen geweest de ontheffing te verlenen. De vroegere brigadecommandant van de marechaussee had de provincie negatief geadviseerd over het gebruik van de weg Roosendaal-Nispen. Prinsen adviseerde Gedeputeerde Staten anderszins. Dit college ging eind mei overstag. De Ronde kon op zondag 5 juli georganiseerd worden. Burgemeester en Wethouders stelden zelfs vanwege de lustrumronde een ereprijs beschikbaar van ‘ten hoogste ƒ 10,--‘. Met de muziek mee naar de Markt De oorspronkelijke bedoeling van het nieuwe comité was geweest een kleinere ronde in de bebouwde kom, een criterium, te organiseren. Men kon echter geen goed stadstraject aanwijzen en zo bleef het parcours van vorig jaar gehandhaafd. En dat was niet gunstig voor de sprinters. Die zagen meer brood in een criterium met zijn korte rondes en vele bochten. Het bestaande parcours, met een afstand van 20 kilometer, was meer geschikt voor tempobeulen als Marijn Valentijn en de Belgen Michielsen en Dictus. De Roosendaalse middenstand was dit jaar wat vrijgeviger. ‘s Zaterdags, daags voor de ronde, werden de prijzen in volgorde gesorteerd bij de firma Charbonnel in de Molenstraat. Om de plaatselijke kroegbazen een genoegen te doen besloot het rondecomité bij de profs nog enkele sprints te laten verrijden. En wel als volgt: bij het einde van de tweede ronde voor café P. Jongeneelen aan de Nispenseweg, hoek Vrouwenmadestraat; bij het einde van de derde ronde voor café P.Buyk aan de Kruisstraat en bij het einde van de vierde ronde voor café P. Backx eveneens aan de Nispenseweg. Harmonie ‘Vlijt & Volharding’ zou vanaf de Vlijtzaal van M. Buijs aan de Boulevard, waar de rugnummers van de nieuwelingen werden uitgereikt, de stoet van comité en renners met muziek naar de start aan de Markt begeleiden. Alles werd goed verdeeld: de rugnummers van de amateurs werden bij L. Breugelmans aan de Hoogstraat en die van de profs bij Ch. Boonen aan de Kade uitgereikt. Waar kon het publiek beter getuige van dit alles zijn, dan juist in het plaatselijke horecawezen. Burgemeester Prinsen loste met het ‘kanonnetje’ het startschot bij nieuwelingen en amateurs om 13.00 uur en bij de profs en onafhankelijken om 16.00 uur. Voor het uitreiken van de geldprijzen aan de profs, ’s avonds in café De Nijs, was de burgervader verhinderd. Braspennincx had de overwinning gekocht van Valentijn. De inmiddels 35-jarige Willebrorder had het opkomende wielertalent uit Zundert het snot voor de ogen gereden .[ii] De eerste prijs was formeel voor Johnny Braspennincx geweest, maar Marijn Valentijn had naast de tweede prijs ook feitelijk de eerste prijs gekregen. Marijn had de koers aan Braspennincx verkocht. Die kon vermoedelijk de punten voor het klassement van de ‘koning der kermiskoersen’ goed gebruiken.[ iii] Samen hadden die twee prijzen ‘De Vent’ 250 gulden opgeleverd. Tien jaar later riep het wedstrijdverloop van deze ronde nog aangename herinneringen [i] SAR, inv. nr, 1541, passim. [ii] GR 1996, 52. [iii] Dit was een was een Belgisch klassement. Degene die over een bepaald aantal ronden, waaronder dan ook de Ronde van Roosendaal, de meeste punten haalde, was de winnaar.
  23. Beter thuis achter het aambeeld In maart van dat jaar gaf burgemeester Prinsen de provincie het advies de gevraagde ontheffing voor het houden van de Ronde van Roosendaal wél te verlenen. Kennelijk had de provincie dat in eerste instantie niet zo gemakkelijk willen doen. De burgemeester wees in zijn brief op de uitstekende organisatie en de uitnemende politiemaatregelen: met ‘zijn massa toeschouwers uit den vreemde’ was de ronde van bijzondere betekenis voor de ‘neringdoenden’ uit Roosendaal. Klachten over belemmering van het verkeer waren bij de eerdere ronden nooit voorgekomen. De burgemeester merkte nog op ‘dat het bijeenkomen der vele duizenden vreemdelingen ter gelegenheid van den jaarlijkschen wedstrijd nimmer tot wanordelijkheden heeft geleid, en veel minder dan ter gelegenheid van kermis of soortgelijke dagen van misbruik van drank is gebleken . De provincie verleende vervolgens vergunning. Maar van harte lijkt het niet te zijn gegaan. De provincie had moeite met het grote parcours. Ze vroeg het rondecomité uit te kijken naar een ander parcours. Als alternatief was de ‘kleine ronde’ Parklaan, Brugstraat, Hoogstraat, Kalsdonksestraat in beeld gekomen. De comitéleden verwierpen deze mogelijkheid meteen. Zij vonden dit traject met zijn vele haakse bochten veel te gevaarlijk. Bovendien waren in deze straten nauwelijks middenstanders. En de niet te missen steun van de middenstanders gelegen aan het traject van de ‘grote ronde’ waren zij dan kwijt. Het comité kreeg uiteindelijk vergunning voor de ‘grote ronde’ op 20 juni 1937. Daarmee schenen de organisatorische problemen opgelost te zijn. Een nieuwe tegenslag vormde echter de weigering van de procureur generaal om de rijkspolitie assistentie te laten verlenen. De aanvankelijke route moest nu verkort worden. Dankzij de bemiddeling van burgemeester Prinsen kon de wedstrijd op het parcours Markt (start)-Stationsstraat-Stationsplein-Spoortstraat-Gastelseweg-Kalsdonksestraat-Hoogstraat-Molenstraat-Bloemenmarkt-Markt (finish) doorgaan. De provincie was zo welwillend geweest voor de provinciale wegen in het parcours ontheffing te verlenen voor de ronde. De verplichting tot betaling van het provinciaal weggeld voor de provinciale wegen die voorkwamen in het wedstrijdtraject, bleef bestaan. Als provincie moest je wel natuurlijk je grenzen van welwillendheid kennen! Het was allemaal niet gemakkelijk geweest voor de voorzitter De Bookelaar. Bijna verzuchtend, maar toch tegelijkertijd met gepaste trots schreef hij daags voor de ronde in een voorbeschouwing in de regionale krant: ‘Hoewel U mij zeker wel wilt verontschuldigen dat ik mij betere thuis voel achter het aambeeld dan aan een schrijftafel! Trots de haast onoverwinlijke bezwaren is het comité thans zoover gekomen dat we nu aan de vooravond staan van de 6e ronde die Roosendaal meemaakt en die tevens de mooiste ronde is die hier verreden werd .’ [i] Ook secretaris De Beer slaakte een zucht van verlichting: ‘Waren onze vorige jaarlijksche wielerwedstrijden in bepaalde mate slechts copieerwerk geworden, de ‘Ronde 1937’ zal later nog menig Comitélid heugen, mij niet in het minst. Ik hoop alvast voor mijn opvolger als secretaris, dat het verloop van zaken het volgende jaar gemakkelijker zal zijn. ‘[ii] Maar had alle dit jaar meegemaakte ellende zijn vertrek veroorzaakt? Over heel het parcours was dit jaar een luidsprekerinstallatie aanwezig. Bovendien waren er voor het eerst tribunes voor het publiek. Alles was uiteindelijk perfect voorbereid. Men verwachtte honderdduizend toeschouwers (NB. Het Vaderland van 4 juli 1938 spreekt van, naar schatting, 40.000 toeschouwers). Het comité had geroepen: ‘De oude Ronde is dood, leve de nieuwe Ronde!’ Vele renners uit de randstad Het was die dag bijzonder druk. Zowel bij de amateurs en nieuwelingen zagen de toeschouwers een winnaar uit Amsterdam .. De Mokummers L. de Beer en J. Westendorp waren de gelukkigen geweest. Gerrit Schulte, het grote talent, eveneens uit Amsterdam afkomstig. was vierde bij de amateurs geworden. Opvallend was toch hoeveel amateurs en nieuwelingen uit de Randstad kwamen. Voor velen van deze jeugdigen, als regel afkomstig uit het arbeidersmilieu, zal zeker in deze crisisjaren elke prijs en premie een welkome aanvulling op het gezinsinkomen van vader en moeder zijn geweest. Ondanks de afwezigheid van de grote Belgische vedette van dat moment, Frans Dictus, die door een armbreuk op non-actief was gesteld, ging in deze categorie toch een Belg met de zege aan de haal. Albert Franken uit Westmalle versloeg in de sprint Gerrit van der Ruit. Van de regionale vedetten speelden alleen Kees Bronger uit Roosendaal en Kees Valentijn uit St. Willebrord halfweg koers een rol. Voor wat dat waard was. Want ook toen werden de prijzen aan de meet verdeeld. En in de einduitslag kwamen zij niet voor. Desondanks ging iedereen tevreden huiswaarts. ‘Tot volgend jaar weer’, riep de microfonist ten afscheid. [i] GW van 19 juni 1937. Louis Bookelaar was in het dagelijkse leven smid en fietsenmaker. [ii] T.a.p. Bruggetje: de nieuwe Ronde (van 1937) was geen lang leven beschoren, want een fatale partij van een Rotterdamse jongeman tijdens de Ronde van 1938 zou het einde van dit criterium inluiden...
  24. Blijvend dwarsliggend Den Bosch Dat volgend jaar bleek voorlopig het laatste jaar te zijn. Een jaar eerder had het rondecomité nog enthousiast ‘De oude Ronde is dood, leve de nieuwe Ronde’ verkondigd . Wie kon bedenken dat de ‘nieuwe ronde’ zo’n kort leven beschoren was. In januari 1938 stuurde de provincie een circulaire naar alle burgemeesters in Noord-Brabant. ‘In verband met het feit, dat, tengevolge van het houden van wielerwedstrijden herhaaldelijk moeilijkheden zijn gerezen’, werd de organisatie van wielerronden provinciebreed aan (knellende) banden gelegd.[i] Oud-comitévoorzitter Lanen had in zijn kwaliteit van waarnemend burgemeester de circulaire doorgestuurd aan het bestuur van de Ronde van Roosendaal. Dit had alert gereageerd. Op verzoek wezen Burgemeester en Wethouders wethouder Lanen aan om als hun vertegenwoordiger zitting te nemen in het rondecomité.[ii] Op 27 januari stuurde comitévoorzitter De Bookelaar c.s. naar de provincie de aanvraag voor het houden van de ronde op 12 juni 1938. Op zaterdag 21 januari hadden in zaal Concordia in Breda de Sportcommissie van de N.W.U., de houders van de wielerbanen en de rondecomités in Noord-Brabant het wielerprogramma voor het komende seizoen vastgesteld. Voor Roosendaal was er de twaalfde juni uitgerold. Die datum werd al snel verschoven naar 19 juni, maar dat was uitermate ongunstig. Een dag eerder werd namelijk het Nederlands Kampioenschap op de weg in Valkenburg verreden. Na verder overleg met de N.W.U. en de provincie werd de rondedatum op zondag 3 juli vastgesteld. De wedstrijd werd op hetzelfde parcours als een jaar eerder verreden. In haar vergunning wees de provincie nadrukkelijk op de veiligheidseisen. Bovendien mocht de wedstrijd niet vóór twee uur ’s middags beginnen. En het aantal deelnemers, dat tegelijkertijd startte en deelnam aan de wedstrijd, mocht niet meer dan 150 bedragen. Met die twee laatste voorwaarden had het rondecomité de grootste moeite, De vorige jaren was de wedstrijd immers ook altijd al om één uur begonnen. En toen had men 300 deelnemers tegelijkertijd mogen laten starten. Waarom nu geen 200, terwijl er dan in de praktijk er toch slechts 160 à 170 aan de start verschijnen. Men zou dan ook geen nieuwelingen laten starten. Burgemeester Prinsen bepleitte dit standpunt bij de provincie. De provincie liet zich vermurwen wat het aantal deelnemers betrof. Maar het aanvangstijdstip bleef voor haar twee uur ‘s middags. In Den Bosch leek men dwars te blijven Aan de vooravond van de ronde wijdde de regionale krant traditiegetrouw een voorbeschouwing aan de ronde: ‘Het zal Zondag weer een feest zijn met de Ronde van Roosendaal, die elk jaar nog wint aan populariteit. Zorgen en moeilijkheden heeft dit jaarlijksche sportfeest steeds gekend, ook dit jaar haperde het aan de noodige medewerking, maar ondanks alles hield het organiseerende Comité vol. Het enorme aantal toeschouwers dat de Ronde elk jaar wist te trekken was voor het comité een belooning voor moeilijke arbeid en het feit dat ook dit jaar weer duizenden langs het parcours zullen gestaard staan, zal hopelijk voor het comité een steun zijn om het werk ten dienste van de Roosendaalsche ‘Ronde’ ook volgende jaren te blijven voortzetten .’ [iii] Al met al stond de organisatie uitstekend op poten. Het comité had een uitstekend rennersveld bijeengebracht. Bij de amateurs werd onder de favorieten al ene ‘v.d. Kleij’ genoemd. Een dramatisch gebeuren Onder de vette kop ‘een amateur overleden’ meldde De Grondwet van 4 juli 1938 het schokkende nieuws over het dodelijk ongeval van Johannes van der Kleij tijdens de Ronde: ‘Het gebeurde tijdens de twaalfde ronde in de wedstrijd voor de amateurs dat in de Molenstraat ter hoogte van de bazar van de fa. Rademakers-v.d. Put een groep renners kwamen te vallen doordat zij in aanraking kwamen met enkele personen uit het publiek. Of deze personen, enkele opgeschoten jongens de weg overstaken, dan wel dat zij zich te ver voorover gebogen hebben, kon niet worden vastgesteld, hetgeen zich zeer goed begrijpen laat, daar het gebeurde slechts een fractie van een seconde in beslag nam. Naar de politie ons mededeelde, berustten de berichten die spreken van oversteken van den weg, slechts op veronderstellingen, daar de slachtoffers zelf verklaren dat zij aan den kant van den weg stonden te kijken. Niettemin heeft deze valpartij voor den 17-jarigen van der Kleij den dood ten gevolge gehad. Hij kwam n.l. zoo ernstig op de keien terecht dat hij een zware hersenschudding opliep. Dr. Scheeren achtte dan ook bediening noodzakelijk. Na voorzien te zijn van de Laatste H.H. Sacramenten is de ongelukige te circa 5 uur gestorven . ’[iv] Het gegeven dat Bosma uit Alkmaar en Johnny Braspennincx, weer[v], bij de profs won, verdween al snel naar de achtergrond. De dood van de jonge Rotterdammer was allereerst een persoonlijk drama. Voor de organisatie zou dit dramatische gebeuren het voorlopige einde van de ronde betekenen. Van der Kleij, Johannes, oud 17 jaren ‘ Van der Kleij, Johannes, oud 17 jaren, zonder beroep, wonende te Rotterdam, 3 Juli 1938, 16.30 uur, Molenstraat 89, schedelbasisbreuk (rijwielongeluk)’ is de zakelijke vermelding in het register van doodsoorzaken van de gemeente Roosendaal en Nispen. Achter deze nuchtere feiten gaan een persoonlijk drama en dramatisch sportgebeuren plaats. Johannes -zijn roepnaam was wellicht Jan of Johan – was geboren op 11 september 1920. Hij stamde uit een eenvoudig arbeidersmilieu. Vader Bastiaan, van beroep pakhuisknecht, woonde met zijn gezin aan de Honingerdijk 71b in Rotterdam. Het zal in de jaren dertig voor de familie geen vetpot geweest zijn. En de inkomsten met het wielrennen van zoon Johannes vormde wellicht een welkome aanvulling op het gezinsinkomen. De jonge Rotterdammer moet talent gehad hebben. Want uit een rennersveld met ruim 300 renners werd hij in 1937 in Roosendaal bij de nieuwelingen en amateurs als 16-jarige vijfde. In de Acht van Chaam een jaar later was hij tiende geworden. Daags voor zijn fatale val was hij in de Ronde van Gouda bij de amateurs en onafhankelijken nog zesde geworden. Op het moment van zijn val reed hij in de kopgroep. Dat fatale moment deed zich om op zondag 3 juli om ongeveer 3.15 uur voor. De getuigenverklaringen brachten geen duidelijkheid. Onzeker was het of de oorzaak lag bij te ver voorovergebogen toeschouwers of door renners die met elkaar in aanraking waren gekomen. Winkelier Josephus Rademakers zag het ongeluk gebeuren vanuit de bovenverdieping van zijn woning aan de Molenstraat. Een groepje renners van ongeveer tien man viel plotseling. Een van die renners smakte languit op straat en bleef roerloos liggen. Rademakers rende naar beneden. Met enige omstanders droeg hij de renner zijn winkel binnen. Een lid van de brigade E.H.B.O verleende eerste hulp. Dokter Scheeren, vast als arts aanwezig bij de Ronde van Roosendaal, had zich tegen half vier naar de familie Rademakers gerept. Hij onderzocht de jongen. Die bloedde uit neus, mond, oren en achterhoofd. Een schedelbasisfractuur, constateerde de arts.Tegen half vijf stierf Van der Kleij. Hij was niet meer bij bewustzijn gekomen. Het stoffelijk overschot werd naar de dodenkapel van ziekenhuis Charitas overgebracht. Het lijk werd verzegeld door aan de linkerpols een een touwtje met een label te bevestigen. Op de label werd geschreven: ‘Inbeslaggenomen lijk van J. van der Kleij, oud 17 jaar, wonende te Rotterdam’. Het lijk werd vertoond aan de inmiddels gearriveerde ouders. Die erkenden het lijk als zijnde hun zoon. Vader en moeder bleven die nacht waarschijnlijk in Roosendaal. Vader Van der Kleij ondertekende immers de volgende dag de overlijdensakte van zijn zoon. Burgemeester Prinsen deed dat als ambtenaar van de burgerlijke stand. Van der Kleij jr. werd begraven op 9 juli 1938 op de Algemene Begraafplaats Crooswijk in zijn woonplaats. Het comité van de Ronde van Roosendaal was voltallig aanwezig. De N.W.U. eerde de nagedachtenis van de renner met een bloemenkrans. Op 29 juli 1938 ontving burgemeester Prinsen een brief van mr. C.A. van Renterghem uit Rotterdam. Hij verweet het gemeente- en rondebestuur onvoldoende veiligheidsmaatregelen getroffen te hebben. Johannes van der Kleij was weliswaar tijdelijk werkeloos, maar het gezin Van der Kleij pleegde toch door zijn arbeid te worden onderhouden. De advocaat stelde dan dat de gemeente Roosendaal en Nispen, onder deze omstandigheden verplicht was tot vergoeding van de geleden schade aan de ouders. Daarnaast wees hij de gemeente op de morele plicht om in dit allertreurigst geval de ouders tegemoet te komen. Van Renterghem had opdracht gekregen om een procedure tegen het gemeente- en rondebestuur te starten.[vi] Eerst wilde hij de reactie van het gemeentebestuur afwachten. Het is duidelijk dat de burgemeester met deze brief in zijn maag zat. Hij vroeg uitgebreid rapport van zijn commissaris van politie Baselier. Die kon niet anders concluderen dat niet vastgesteld kon worden hoe het ongeval precies was gebeurd. Op de plaats van het ongeval, in de Molenstraat nabij de winkel van de fa. Rademakers-Van der Put, was gezien de ervaringen van vorige jaren, geen draadafsluiting noodzakelijk geweest. Er was daar nooit sprake geweest van een opeenhoping van mensen. En dat was juist het verwijt van de advocaat geweest. De renners konden ook zelf het ongeval veroorzaakt hebben. En niet perse de toeschouwers. Enkele direct betrokkenen uit het publiek waren verhoord. En dat leverde geen uitsluitend bewijs op. Volgens de politiecommissaris kon de gemeente niet aansprakelijk worden gesteld voor het ongeval. Zij was dan ook niet verplicht tot vergoeding van de geleden schade aan de ouders van het slachtoffer. Burgemeester Prinsen antwoordde mr. Van Renterghem in die termen bij brief van 23 september 1938. Verdere reactie vernemen we vervolgens niet meer van de Rotterdamse advocaat. We veronderstellen dan ook dat juridisch daarmee de zaak afgedaan is. Voor de organisatie van de Ronde van Roosendaal lag dat wel anders. [i] Zie voor deze normen bijlage 4. [ii] Zie artikel 4 van de ‘Normen voor wielerwedstrijden op kunstwegen in Noord-Brabant’ van 12 januari 1938. [iii] GW van 2 juli 1938. [iv] GW van 4 juli 1938. In deze wedstrijd waren meer, zij het minder ernstige valpartijen. Peeters uit Eindhoven brak zijn arm. De 16-jarige Amsterdammer Domhof liep een lichte hersenschudding op. Hij kon niet meer naar huis fietsen. (sic!, AS). Medelijdende omstanders hielden spontaan een collecte. Die bracht ruim twaalf gulden op. Domhof kon vervolgens met zijn verzorger met de trein naar huis reizen. [v] Johnny Braspennincx had iets met de Ronde van Roosendaal. Eerder won hij als amateur de koers in 1935 en een jaar later al en in 1938 als prof. In 1945 won hij de eerste naoorlogse versie van de ronde. [vi] Overigens wordt uit de correspondentie niet duidelijk van wie advocaat Van Renterghem deze opdracht had ontvangen. Bruggetje: de ronde zou het jaar erop, in 1939, geen doorgang meer vinden…
  25. Schijnbaar onverstoord door het gebeuren van vorig jaar bereidde het comité weer een nieuwe ronde voor. Al op 11 januari vroeg het vergunning aan voor een wielerronde op 11 juni van dat jaar. De commissaris van politie adviseerde zijn burgemeester negatief. De burgemeester bracht het rondecomité op de hoogte van dit negatieve advies. Daarna waren er voortdurend onderhandelingen tussen gemeente en rondecomité over de veiligheidseisen. Die werden op bevel van de provincie enorm opgeschroefd. Voorzitter De Bookelaar en secretaris-penningmeester De Clercq vonden half Roosendaal bereid hand- en spandiensten te verlenen. Het mocht allemaal niet baten. Zelfs niet, toen de plaatselijke politiek er zich mee ging bemoeien. Het raadslid H. Leeuw interpelleerde Burgemeester en Wethouders in de vergadering van 21 april. Hij stelde vragen over het mogelijke afblazen van de Ronde van Roosendaal. In die raadsvergadering waren wederzijds verwijten te beluisteren. Zeker wethouder (en oud-rondevoorzitter) Lanen kreeg kritiek. Hij zou als wethouder het doorgaan van de ronde tegenhouden. Lanen ontkende dit met klem. Tijdens de raadsvergadering werd wel duidelijk dat iedereen voor het doorgaan van de ronde was. Maar daadwerkelijk financiële steun wilde maar een kleine minderheid geven. Ook het rondecomité kreeg kritiek. Zo van raadslid. Theunisse. Die voelde wel sympathie voor de ronde, maar niet altijd voor het bestuur: …’Bij verschillende ronden is een overschot ontstaan. Als het bestuur die gelden had gereserveerd zou er thans niets aan de hand zijn. Beter was het nog geweest meer prijzen beschikbaar te stellen, omdat de deelnemers veelal behooren tot de armste landgenoten, die soms zelf niet weten hoe hier te komen en komen om iets te kunnen verdienen. Het bestuur heeft echter uit de kas een plezierreisje gemaakt naar het buitenland.’ Dat verwijt werd niet duidelijk weerlegd. En was in ieder geval openlijk uitgesproken. Op 24 april ontving het gemeentebestuur van Roosendaal vanuit Den Bosch het bericht dat afwijzend beschikt was op het verzoek de Ronde van Roosendaal dit jaar te organiseren. De burgemeester zond vervolgens 3 mei dit bericht door aan het rondebestuur. Hij gaf het bestuur het advies volgend jaar de nodige veiligheidsmaatregelen tijdig te treffen en de ronde niet op een zondag te organiseren.[i] ‘Dan zou de kans van slagen niet geheel uitgesloten moeten worden geacht.’ De oorlogsjaren zouden een verder organiseren van de ronde in de weg staan. Uniek onovertroffen sportevenement Duidelijk was dat het rondebestuur niet langer meer aan de veiligheidseisen van de provincie kon beantwoorden. De provincie was vanaf 1932, het jaar van de eerste Ronde van Roosendaal, weinig coöperatief geweest. Onder de strengste voorwaarden had zij steeds vergunning verleend. En de indruk bestaat dat zoiets zeker niet van harte ging. Het plaatselijke gemeentebestuur, met name burgemeester Claudius Prinsen en, sinds 1935, wethouder Gerard Lanen, hebben naar vermogen en con amore steeds medewerking verleend. Prinsen wendde meer dan eens zijn persoonlijke invloed aan om de belangen van de ronde bij de provincie te bepleiten. Hij werd daarbij geruggensteund door zijn wethouder Lanen. Gezien diens ervaring als oud-rondevoorzitter kon die als ‘een man van de praktijk’ beschouwd worden. In 1939 kon het gemeentebestuur, na het ongeluk van een jaar eerder, niet anders meer dan de provincie volgen. Opvallend is de persoonlijke kritiek die vanuit de raad gespuid werd op de rondebestuurders. Onderlinge haat en nijd en dorpsroddels motiveerden de rondebestuurders niet altijd. Die houding heerste ongetwijfeld bij een aantal plaatselijke middenstanders. De kritiek van het rondecomité was, zeker in het begin, dat deze mensen zelf wel van de ronde profiteerden. Hun investering in de vorm van prijzen en premies was echter karig. Organisatorisch gezien, en zeker naar het aantal toeschouwers gemeten, was het een uniek sportevenement voor Roosendaal en omgeving dat nog steeds niet overtroffen is en wellicht alleen in De Draai van de Kaai zijn gelijke vindt.[ ii] [i] De kerkenraad van de Gereformeerde Kerk te Zevenbergen-Roosendaal had in een brief van 16 maart jl. nog bij de burgemeester zijn ongenoegen geuit over het houden van de ronde op zondag: ‘Door deze wedstrijd wordt de dag des Heren ten zeerste ontheiligd en Gods gebod overtreden.’ De directe reactie van burgemeester Prinsen op deze en nog enkele andere overwegingen van de Gereformeerde Kerk is ons overigens niet bekend. [ii] Het evenement is zeker niet overtroffen door de naoorlogse profrondes, die met verschillende onderbrekingen, voor het eerst sinds 6 augustus 1945, tot de jaren tachtig georganiseerd zijn We waarderen de sinds 1980 georganiseerde ‘Draai van de Kaai’ in dezelfde categorie als de Ronde van Roosendaal in de jaren dertig. Maar ‘de Draai’ heeft de toeschouwersaantallen van de vooroorlogse Ronde van Roosendaal nooit overtroffen. Bruggetje: we kunnen de succesfactoren van de Ronde van Roosendaal nu benoemen…
  26. Slot: oudere Roosendalers weten het verhaal te vertellen van een gemeentelijke veldwachter, die de menigte toeschouwers bij de Ronde van Roosendaal van het parcours achteruit, van de weg af wilde hebben steeds riep: “Vooruit, achteruit!” Dat zal niet ons devies bij het wielerexperience zijn: wij willen alleen maar stappen vooruit zetten.