1. De politie agent weet niet hoe snel hij binnen moet zijn. Hij stormt het huis binnen en kijkt wild om zich heen. Dan ziet hij de dief die ondertussen de woonkamer heeft berijkt.
2. De dief ziet de politie agent aankomen en schrikt zich een hoedje. ‘De gevangenis in hoorde niet echt bij het plan.’ Mompelt ze gefrustreerd.
3. Er ontstaat een verschrikkelijk gevecht tussen de politie agent en de dief. Sietse en Jessica komen geschrokken naar beneden.
4. Maar uiteindelijk wint gelukkig de politieman en houdt de dief zuchtend haar handen op haar hoofd.
5. Sipjes strompelt ze naar de politiewagen die buiten met loeiende sirenes staat te wachten. De politie agent loopt nog even naar Jessica en Sietse en overhandigt ze 500 simdollars. ‘Ze was heel berucht. Koste maanden om haar op te sporen.’ Zegt hij stijfjes voor hij achter de dief aan loopt.
6. Even later kruipt Jessica weer haar bed in. Nu de buurt zich begon te bevolken zouden er wel vaker van dit soort diefen komen. Even laat ze haar hand op haar buik rusten. ‘Het duurt nu niet lang meer hé kleintje?’ Zucht ze nog even voor ze in slaap valt.
7. Lang duurde het zeker niet meer. 3 dagen na de inbraak voelt Jessica plots een pijnlijke steek in haar buik. ‘Niet nu.’ Mompelt ze gefrustreerd.
8. Ze zet het meteen op een krijsen. ‘Sietse!’ Het galmt door het hele huis. ‘Pokke vent! Waarom moest je juist nu gaan werken?’ Ze heeft iets nodig om haar frustraties op af te reageren dus scheld ze zich rot op.. ‘Die eikel die ik alleen maar nodig heb voor die challenge!’
9. Dan houdt de pijn opeens op en begint ze wild te puffen. ‘Kom op, kom op.’ Moedigt ze zichzelf met een rood hoofd aan.
10. En dan, dan houdt ze haar kindje vast. Haar 7e kindje. Haar eerste kindje met Sietse. ‘Wat ben jij knap!’ Fluistert ze terwijl ze het kindje van top tot teen bekijkt.
11. ‘Jij bent mijn kleine meisje! Je vader zal ook wel trots op je zijn. Je hebt zijn huidskleur. En mijn ogen.. Blijkbaar blijven die er wel inzitten.’ Mompelt ze tegen zichzelf.
12. ‘Aawh, mijn kleine Rosemarijn. Je bent echt een schatje!’ Zegt Jessica terwijl ze Rosemarijn tegen zich aandrukt. Even staat ze knuffelend in de woonkamer, maar dan besluit ze naar boven te gaan.
13. ‘Slaap lekker mijn Roosje.’ Zegt ze als ze met Rosemarijn op de kinderkamer staat. ‘Nu heeft deze kamer ook weer een bewoner.’ Zegt ze terwijl ze har blik door de kamer laat gaan.
14. ‘Ga jij maar lief slapen. Dan ben je weer fit als papa uit zijn werk komt.’ Even kriebelt ze het meisje op haar buikje maar loopt dan de kamer uit.
15. Ze haalt haar levenselixer weer te voorschijn en vult een beker. Gulzig slaat ze het goedje achterover en tapt nog een beker af.
16. Beker na beker giet ze naar binnen. En wanneer het vat helemaal leeg is, is Jessica bijna even oud als toen ze deze challenge begon. Grinnekend loopt ze richting de keuken.
17. Als ze met een kommetje soep aan de eettafel zit, glundert ze helemaal. Ja, deze manier van leven beviel haar wel.