2. Rijksweg 2
Bij Jade en Constantijn is het alledaagse leventje zónder
Moos ondertussen een gewenning geworden.
De twee vinden het misschien nog wel wat moeilijk dat hun
enige dochter nu weg is, maar verder gaan ze nog steeds
hun eigen gangetje.
3. Toch is het niet helemaal zonder Moos, want ze belt
geregeld even om te vragen hoe het met haar ouders gaat.
Daar is vooral Jade blij mee, en vaak hangen de twee dan
ook wel een uurtje of twee aan de telefoon,
4. ‘Dat was onze dochter weer,’ zegt Jade als ze Constantijn uit
de keuken ziet lopen.
‘Die indruk kreeg ik al, zo’n drie kwartier geleden.’ grapt
Constantijn terwijl hij even haar hand vast pakt.
5. Na nog even samen te hebben gestaan, gaat hij naar boven
en trekt zijn trainingspak aan.
Zijn levenswens is zó dichtbij, dat hij er nu nog meer dan
normaal voor wil werken.
De laatste dagen is hij dan ook regelmatig te vinden op de
hometrainer, in de hoop de laatste paar lichaamspunten
binnen te halen.
6. Aan het eind van zijn opnieuw vermoeiende, maar vruchten
afwerpende dag, neemt hij een lekkere warme douche.
Vrolijk komt Jade de badkamer binnen.
‘Het duurt niet lang meer voor je die laatste punten hebt
hé?’ vraagt ze nieuwsgierig.
‘Klopt,’ antwoord hij met een grijns.
7. Die avond liggen ze al vrij vroeg in bed.
‘Trouwens,’ mompelt Jade als Constantijn tegen haar aan
kruipt.
‘Moos komt morgen, daarvoor belde ze.’ zegt ze.
8. De volgende morgen wenst Jade haar man veel succes op
zijn werk.
‘En tot vanmiddag!’ zegt ze er vrolijk achteraan.
9. Terwijl Constantijn de auto instapt, start Jade de laptop op.
Nu ze haar levenswens gehaald heeft, heeft ze een nieuw
streven gevonden; De top halen van de carrière dansen. *
Elke dag opnieuw kijkt ze of er een vacature vrij is, maar tot
nu toe heeft ze nog geen geluk gehad.
* Ik dacht tenminste dat het die carrière was
10. Ook vandaag blijkt ze geen geluk te hebben, en dus stort ze
zich maar op haar grootste hobby; Schilderen.
Na al die jaren was ze het eindeloos kleuren mengen nog
steeds niet zat geworden.
11. Zodra Constantijn thuis komt, eet hij even snel wat, maar
vertrekt dan weer naar boven om nog even te trainen.
Hij wil nog graag een punt binnenhalen, voor hij zo meteen
oudere zou worden..
Oudere, dat was al zo oud.
12. Uiteindelijk heeft hij nog zijn punt binnen gekregen, en niet
veel later komt Moos met een taxi aan.
Terwijl hij haar omhelst beseft hij dat hij er niet meer
onderuit kan komen.
13. Lachend kijken Moos en Jade toe hoe Constantijn even
verward lijkt door de tintels.
‘Dat is al zo lang geleden!’ roept hij nog voor hij omringd
wordt door luchtjes en met gebogen rug een rondje draait.
14. Als hij als oudere en onder confetti beladen in de
woonkamer staat, kijkt Moos even met een grote grijns naar
haar moeder.
Het was haar, en blijkbaar ook Jade, al opgevallen hoe
verschrikkelijk haar vader er uit zag.
15. Als hij de twee argwanend aankijkt, slaat ze snel haar
armen om hem heen.
‘Je ziet er géwéldig uit pap!’ kirt ze overdreven.
16. Quasi beledigt laat Constantijn zijn dochter weer los, en
loopt naar zijn vrouw.
‘Ze heeft wel gelijk,’ giechelt Jade waarna Moos haar lachen
niet meer kan in houden.
17. Een halfuurtje wachten de dames op de bank tot Constantijn
weer naar beneden komt.
‘Zo, was je daar weer?’ vraagt Moos vrolijk.
18. ‘Ja, en is dít wel goed gekeurd?’ vraagt hij plagend.
Vrolijk staat Jade op.
‘Door mij wel,’ glimlacht ze voor ze hem een kus geeft.
19. Rijksweg 3
Zuchtend en kreunend buigt Marsha zich over het bad om
het schoon te boenen.
‘Hier word ik toch echt wat te oud voor.’ mompelt ze terwijl
ze toch stug door boent.
20. Na de vervelende klusjes te hebben gehad, wordt ze
aangenaam verrast door een telefoontje van haar zoon en
dochter, die haar vrolijk de uitslagen van hun laatste
examens toeschreeuwen.
21. Terwijl ze wacht tot Vincent thuiskomt, besluit ze de rest
van haar vrije middag op te vullen met bloemboeketten.
22. Rijksweg 5
‘Ik ga wel!’ roept Lotte vrolijk naar boven als ze de deurbel
hoort.
Snel werpt ze nog even een blik op de TV, waar net reclame
op is, en rent dan de hal in.
‘Goede avond,’ zegt ze vriendelijk tegen de man die voor
haar staat.
23. ‘Hoi, uhm, is je moeder – Elora, is ze thuis?’ vraagt de man
twijfelend.
‘Ow, ja,’ Lotte knikt en draait zich dan om.
‘MAM!’ roept ze dan hard, waardoor de man even lijkt te
schrikken.
24. Mopperend komt Elora aangelopen.
‘Lot, schreeuw niet zo, zelfs Vincent en Marsha konden je
waarschijnlijk horen.’ zegt ze geïrriteerd, waardoor ze de
man voor de deur nog niet op merkt.
25. ‘Sorry mam,’ mompelt Lotte terwijl ze nonchalant tegen de
deurpost aanleunt.
Maar Elora lijkt haar niet echt te horen – ze kijkt alleen
maar verdwaasd naar de man in de deuropening, die
onzeker terugkijkt.
26. ‘Lot, heb jij niet nog huiswerk?’ vraagt Elora zo nonchalant
mogelijk na een kleine, ongemakkelijke stilte.
‘Wat, nee, mam, ik zei toch dat ik dat vanavond wel zou
doen?’ vraagt Lotte met een korte blik op de man en met
samengeknepen ogen.
27. Na nog een korte, strenge blik van haar moeder druipt ze
toch af, op weg naar boven.
Nog even kijkt Elora of Lotte echt weg is, en richt zich dan
weer op de man.
28. ‘Wat die jij nou weer hier?’ vraagt ze zachtjes.
‘Ow, uhm..’ even is het stil, en als hij haar weer aan kijkt,
kijkt ze snel weg.
‘Ik dacht, na al die jaren, het kostte even om je te vinden, en
het was.. Nog zo kort.. Ik durfde niet echt.’
29. Even is het stil, maar dan zet hij een klein stapje naar voren
en pakt haar arm vast.
‘Ik heb je wel gemist, al die jaren.’ zegt hij zachtjes, maar ze
gaat er niet op in.
30. ‘Ja, al die jaren..’ mompelt ze verwijtend.
‘Waarom durf je nu opeens wel te komen?’ vraagt ze dan
kwaad.
Even lijkt hij van zijn stuk gebracht.
31. ‘Ik.. Weet niet.’ mompelt hij dan maar.
‘Aah, nou..’ gaat ze geïrriteerd verder.
‘Ik heb hier eigenlijk niet zo’n zin in.’
32. Ze wil de deur al voor hem dichtgooien, maar hij kan zijn
voet er nog tussen zetten.
‘Mag ik nog wel.. Een andere keer langskomen, binnenkort?’
vraagt hij voorzichtig.
Even is het weer stil.
‘Ja, dat is goed.’
33. Als ze even later naar boven loopt, en Lotte’s kamer in gaat,
ziet ze haar dochter in pyjama op haar bed zitten.
‘Wie was dat?’ vraagt ze meteen schichtig.
34. Met een zucht loopt Elora naar het bed toe.
‘Dat doet er niet toe,’ mompelt ze dan.
‘Voor mij wel,’ antwoord Lotte kwaad.
‘Je houdt iets voor me achter.’
35. Met nog een zucht gaat Elora naast haar dochter zitten, en
pakt haar handen vast.
‘Je komt er wel achter..’ mompelt ze alleen maar.