Lessencyclus over HRM voor HBO

1. HRM
Ontwikkelen
Ontwikkelen
& Veranderen

2. UitstroomBeheerInstroom
Strategisch HRM
HRM concepten & instrumenten
Ontwikkeling
Ontwikkelen:
Kennismanagement
Opleiden / Coachen
Competentie Management
Teambuilding
Veranderen:
Verandermanagement
Verbeteren
Innovatie
Transformationeel man.
Weerstand

3. Veranderen
‘waar hebben we het over’
Reflectiemomenten:
‘Mindmap: veranderen’
‘Wat houdt jou hierin bezig?’
‘Twee veranderingen in jullie bedrijf?’
‘Waarin ben jij verandert?’

4. 30 jaar veranderen

5. Veranderingen
‘Panta Rhei’
 Sociaal-maatschappelijke processen
 Economische processen
 Technologisch processen

6. Sociaal-maatschappelijke
veranderingen
 Globalisering
 Waarden en Normen
 Veiligheid
 Gezondheid
 Veroudering
 Multiculturele samenleving
 Feminisme
 De media
 Spiritualiteit / Secularisatie
 Individualisering
 Criminaliteit
 Milieu
 Euthanasie

7. Economische veranderingen
 Azië & China & Afrika enz.
 Aandeelhouders
 Belastingen
 Intercultureel management
 Wetgeving
 EU
 Infrastructuur
 Milieubelasting
 Natuurlijke hulbronnen
 Energie
 Multinationals
 Duurzaamheid
China

8. Technologische
veranderingen
 ICT
 Genetische manipulatie
 Mobiele telefonie
 Computer
 Internet
 Kenniseconomie
 Keten & Kwaliteit
 CD/DVD
 Toevoegingen aan
voedsel
 Plastische chirurgie
 Omloop snelheid
 Product en proces
 Robotisering

9. Persoonlijke veranderingen
 De flexibele mens
 Feminisering
 Hoger opgeleid
 Spiritualiteit
 Invloed media
 Secularisatie
 Dienstbaar leiderschap
 Seriële bigamie /
echtscheiding
 Deeltijd werken
 Vrije tijd
 Focus op gezondheid
 Levensloop & fasen
 vorming

10. Organisatorische innovaties
 Strategisch; SWOT: effectiviteit
 Nieuwe visie / missie
 Fusie / joint venture
 Markten & producten
 Structureel: efficiency
 Balanced Score Card
 Reorganisatie
 Keten
 Cultureel: flexibiliteit / creativiteit
 Kennismanagement
 Competentiemanagement
 Intercultureel management

11. Veranderingen
‘soorten en maten’
 Groei/vermindering
 Schaal / tempo
 Meer/minder van hetzelfde
 Verbetering: ‘Hoe’
 Slimmer & beter & dom
 efficiënt
 Nieuwe dingen: ‘Wat’
 Nieuwe markten
 Nieuwe producten
 Transformatie: ‘Waarom’
 Nieuwe competenties
 duurzaamheid
- verslechtering - vooruitgang +

12. Organiseren &
Verandermanagement
Verandermanagement
Verandermanager
Cultureel &
Omgeving /
Milieu
Economisch & Technisch
Markt & Concurrentie
Sociaal &
Politiek
Strategie
Structuur / processen
Cultuur

13. Verandermanagement

14. Veranderen
Niveaus & Thema’s
Verbeteren
‘hoe’
Veranderen
‘wat’
Transformeren
‘waarom’
Richting
Strategie
Mission Statement Nieuwe markten
Nieuwe producten
SWOT /Matrix
Kerncompetentie
Flexibiliteit/Creativiteit
Inrichting
Structuur
Automatisering
Ketenmanagement
Kwaliteitszorg
Business-Process-
Redesign
Netwerkorganisaties
Klantgerichtheid
Lean & Mean
Reoganiseren
Fusies / Allianties
Outsourcing
‘Virtueel’
Verrichting
Cultuur
Zelfsturende teams
Klantgerichtheid
Competentiemanagement
POP
Coaching
Empowerment
Lerende organisatie
Kennismanagement
HRM

15. Strategisch innoveren
Wie & wat willen wij zijn voor deze
wereld?
Effectiviteit

16. Strategisch innoveren
‘Interne’ thema’s/aspecten
 Visie
 Missie
 Doelen / strategieën
 Kerncompetenties
 SWOT / BCG Matrix
 Benchmarking
 Levenscyclus
 Public Relations
 Balanced Score Card
 Structuur
 Cultuur
‘Externe’ thema’s/aspecten
 Omgevingsfactoren

Economie

politiek

Technologie

Maatschappij

fysieke omgeving milieu
 Transactionele omgeving

Eigenaren / aandeelhouders

Belanghebbenden / klant

Werknemers / Vakbonden

Werkgevers

Overheden / actiegroepen

Concurrenten

17. Kerncompetentie
‘dat doen waar je de beste in bent’
 onderscheidende kwaliteit
 resulteert uit collectief leren
 gebruikt informatie die in de
organisatie breed verspreid en
doorleefd is
 levert de klant een duidelijke,
schaarse en waarneembare
meerwaarde
 is niet gelokaliseerd in, of
eigendom van, een enkele
eenheid binnen de organisatie
 geeft een exclusief, moeilijk te
imiteren concurrentievoordeel
 is simultaan toe te passen in
allerlei activiteiten
 verslijt niet

18. Structurele innovaties
Hoe organiseren we dat?
=
Efficiency / ‘Slimmer’

19. Structurele innovaties
‘verbetermanagement’
 Intern < > Extern
 Fusies & Allianties
 Netwerkorganisaties
 ketenorganisaties
 Intern: Organisatiestructuur
 Divisies & units
 Reorganisaties
 Lean & Mean
 Intern: de primaire processen
 Kwaliteitszorg / Deming
 Business Process Redesign

20. INK-managementmodel

21. Culturele innovaties
‘Zo zijn onze mannieren’

22. Cultuurverandering
Van:
 Vrijblijvend
 Opdrachtgericht
 Regels en procedures
 Macht en dwang
 Wat moet
 Functiegericht
 Product
 Tradities
 Gestuurd
Naar:
 Commitment
 Overleg
 Resultaatgericht
 Onderhandelen
 Zelfkritisch
 Competentiegericht
 klant
 Innovaties
 Zelfsturend

23. Cultuurverandering en niveau
 Organisatie
 Kerncompetenties
 Bezieling
 Lerende organisatie
 Kennismanagement
 Groep/team
 Zelfsturende teams
 Empowerment
 Coachend leiderschap
 Individu
 Competentiemanagement
 POP / kernkwaliteiten
 Loopbaanbegeleiding
 Coaching
 Spiritualiteit

24. Verandermanagement
Dynamiek: weerstand & verlangen

25. Olifanten laten dansen

26. ‘Wetten’ van verandering
 Wet van behoud van energie

Energie kan niet uit niets ontstaan

Energie gaat niet verloren
 Wet van Entropie (verval)

Zelforganisatie in een (chaotisch) systeem alleen
mogelijk is als er energie wordt toegevoegd
 Wet van behoud van beweging

zonder energie geen verandering in beweging
 Wet van behoud van positie / vorm

Zonder energie geen verandering
 Conclusie: zonder energie geen verandering

27. ‘Krachten’
 Verlangen naar
 Macht / Geld / Status
 Zin / Inspiratie
 Houvast / Stabiliteit / zekerheid
 Winst
 Betere toekomst
 Uitdaging

Olie
 Angst voor
 Dood
 Onvrijheid
 Verlies
 Kwetsbaarheid
 Gevaar
 Falen

Zand

28. Natuurlijk veranderen
 Autopoietisch vermogen
Doel: Overleven &
Instandhouden
 Immuunsysteem
 Zelfbeeld
 organisatiecultuur
 Transcendenteel vermogen
Doel: Totale transformaties
 Sprongsgewijze evolutie
 Paradigma shifts
 Omvorming
 Adaptief vermogen
Doel: Aanpassen aan
omgeving
 Feedback systemen
 Strategische aanpassing
 Vermogen tot dissolutie
Doel: loslaten / einde
 Dood
 Opheffing
 Overgave

29. Vier soorten
natuurlijk veranderen
Intern
Van binnenuit
Extern
Van buitenaf
Individueel > levensfasen
> groei & verval
* opleiding
* inspiratie
Collectief & cultuur
& democratie
# klimaat
# globalisering

30. Persoonlijke weerstand

31. ‘Angst voor verandering’
 ‘Gewoonte’
 Angst voor het onbekende
 Conflicterende rollen
 Conflicterende behoeften & belangen
 Onzekerheid: ‘kan’ ik dit wel?
 ‘Comfort zone’
 Karakter
 Wiifm: what’s in it for me?
 Winst > < Verlies?
 Beperking van ons handelen: weerstand!

32. Weerstand als rouwproces
S-Curve
1. Verandering
2. Ontkenning
7. + Ervaring
4. Boosheid / Agressie
3. Marchanderen
6. Experimenteren
5. Depressie
8. Integratie
W
I
L
L
E
N
&
K
U
N
N
E
N
< Tijd >
Informeren communicatie emotionele steun opleiden verankeren

33. Change Management
Resistance: S-Curve

34. Herkennen van Weerstand
‘Stressreacties’
 Vechten
Imponeren
 Kleineren
 Krachtermen
 Dreigen
 Dramatiseren
 Coalities vormen
 Vluchten
Façadetechnieken
 Zwijgen
 Pocketveto
 Vermijden
 ‘instemmen’
 ‘Slachtofferen’
Stress

35. Verandermanagement
Herkennen & Erkennen & Benutten
van energie

36. 50 manieren
om dwars te liggen
 Waslijst met bezwaren
 Vragen om diepgaand onderzoek
 Procedure bekritiseren
 Personen verdacht maken
 ‘is al vaker geprobeerd’
 ‘is niet haalbaar’
 Negeren
 ‘moment is ongelukkig’
 Zelfs een student doet dit beter
 Ik wil meer alternatieven zien
 Goed idee om mee te beginnen maar je
moet in een veel breder kader zetten
 Cijfers zeggen niets
 We hebben de vorige verandering nog niet
eens geëvalueerd
 Dit zijn luxe problemen
 Vragen naar details
 Vragen om uitstel
 Onvoldoende overleg geweest
 Het geheel is niet doordacht
 We gaan veels te snel
 Randvoorwaarden niet doordacht
 Hoe kunnen we over het totaalplaatje
spreken zonder de details
 Dit stuk rammelt aan alle kanten
 Dit is adhoc-cratie
 Theoretisch een goed verhaal maar nu de
praktijk
 Hier moet eerst een expert naar kijken
 Ik moet dit eerst met mijn achterban
bespreken
 We zijn met elkaar verkeerd bezig

37. Weerstandsmatrix
Zichtbaar
Actief Passief
Onzichtbaar
Actievoerder
Staking
boycot
Saboteur
Verborgen agenda’s
desinformatie
Cynicus
Ziekmelding
wantrouwen
Pocket veto
Schijnbaar instemmen
vermijdingsgedrag

38. ‘aanknopingspunten’
& valkuilen
 Willen / Motivatie
+ verlangen / motivatie +
- angst -
 Moeten / Taken
+ doelen + - dwang
-
 Kunnen / Vaardigheden
+ competent + - incompetent / onmachtig
-
 Doen / Handelen
+ actief / uitvoeren + - passiviteit / verzet -
 Denken / Inzichten
+ inzicht / overtuiging + - onwetendheid / vertekening -
 Voelen / Emoties
+ geloof / hoop liefde + - depressie / wanhoop / onlust -
 Zijn / Karakter

39. Verandermanagement
‘Managing icebergs’

40. Aanknopingspunten en
interventies
 Denken / Weten
 informeren / uitleggen
 Dialoog/ gesprek
 Overtuigen
 Moeten
 Afdwingen: belonen/straffen
 Urgentie
 Voelen / Emoties
 Luisteren / empathie
 Geduld / tijd / ontwijken
 Ondersteunen
 Inspireren
 Sfeer scheppen
 Willen
 Inspraak/ participatie/ consulteren
 Onderhandelen
 Inspireren
 Kunnen
 Opleiden / Coachen
 Faciliteren
 Feedback geven / evalueren
 Doen
 Instructie / taken stellen
 Monitoren
 Coachen / Intervisie

41. Veranderkrachten
Duwen
Urgentie
Trekken
Visie
Ambitie
Steunen / Dragen
(Zelf)Vertrouwen
Sturen
Organiseren
Plannen
Leidinggeven
Natuur / Bron
Liefde & Wijsheid

42. Soorten interventies
 Duwen
 Urgentie
 Dwang / straf
 Machtsmiddelen
 Trekken
 Visie
 Ambitie
 Uidaging
 Beloning
 Natuurlijke dynamiek
 Liefde & Wijsheid
 Coachen
 Talenten
 Flow
 Sturen
 Leidinggeven
 Projectmanagement
 Plannen
 PDCA-cyclus
 Doelen / resultaten
 Feedback
 Monitoren
 Steunen
 Vertrouwen geven
 Bemoedigen
 Troosten
 Verhelderen

43. Change Management
John Kotter: Change phases
 Zorg voor een gevoel van urgentie
 Formeer een coalitie met invloed in alle lagen
 Ontwikkel een heldere en inspirerende visie
en praktische strategie
 Communiceer deze visie breed
 Faciliteer mensen tot actie
 Zorg voor korte termijn successen
 Houd het tempo hoog
 Veranker de veranderingen in de cultuur