5. God Jezelf > God Wereld > God God > Jezelf God > Wereld Antwoord? Cruciaal? Bepalend? Heilzaam? Doet ertoe? Zin? Zoekontwerp? ‘ waar je mee omgaat wordt je mee besmet’
6.
7. God Een woord voor.....? Een uitdrukking van....? Een metafoor voor.....? Een verbeelding van ....? Als je God zegt....? Staat voor....? Welke ‘werkelijkheid’...?
8. God en wij / ik En wat betekent dat dan voor ons / mij ..? Wat is de zin daarvan ...? Wat moet / kan / wil ik daarmee..? God > Ons / Mij ? Wij/Ik > God ? Welke ‘werkelijkheid’...?
44. God in een oude tekst Te laat heb ik U lief gekregen Augustinus Veel te laat heb ik U lief gekregen, o schoonheid zo oud en toch zo nieuw. Veel te laat heb ik U lief gekregen. Binnen in mij waart Gij en ik was buiten, en dáár zocht ik U. Lelijk als ik was, stortte ik mij op de mooie dingen die Gij gemaakt hebt. Gij waart bij mij, maar ik was niet bij U! Die dingen hielden mij ver van U verwijderd; en toch zouden ze niet bestaan als ze niet in U bestonden. Toen hebt Gij geroepen en geschreeuwd en mijn hoofd doorbroken. Geschitterd en gestraald hebt Gij en mijn blindheid verjaagd. Een heerlijke geur hebt Gij verspreid; en diep ademde ik die in en nu snak ik naar U. Ik heb U geproefd en sindsdien dorst en honger ik naar U. Gij hebt mijn hart geraakt, en het is ontvlamd in verlangen naar Uw vrede.
45. HEER, ONZE HEER, HOE ZIJT GIJ AANWEZIG Heer, onze Heer, hoe zijt Gij aanwezig en hoe onzegbaar ons nabij. Gij zijt gestadig met ons bezig, onder uw vleugels rusten wij. Gij zijt niet ver van wie U aanbidden, niet hoog en breed van ons vandaan. Gij zijt zo mens'lijk in ons midden dat Gij dit lied wel zult verstaan. Gij zijt onzichtbaar voor onze ogen en niemand heeft U ooit gezien. Maar wij vermoeden en geloven dat Gij ons draagt, dat Gij ons dient. Gij zijt in alles diep verscholen in al wat leeft en zich ontvouwt. Maar in de mensen wilt Gij wonen met hart en ziel aan ons getrouwd. Heer, onze Heer, hoe zijt Gij aanwezig waar ook ter wereld mensen zijn. Blijf zo genadig met ons bezig, tot wij in U volkomen zijn
Dit is het tweede deel over christelijke spiritualiteit.
In dit deel focussen we op ‘God’ als de bron- en doelervaring van de spiritualiteit. Opnieuw zeg ik dat ik vooral kijk vanuit mijn eigen traditie maar dat ik de universele / gemeenschappelijke trekken niet schuw. Die gemeenschappelijkheid is niet paternalistisch bedoeld maar ‘delend’.
Hier wordt je gevraagd je eigen beeld van God eens ‘op papier’ te zetten. Jouw mindmap van God. Waar denk je allemaal aan; wat zie je voor je als je aan God denkt? Dit kunnen zowel positieve als ‘negatieve’ beelden zijn. Welke beelden en associaties roept dit op?
Dit maakt dit deel zo lastig. Door de eeuwen heen is er veel over God gedacht en gezegd. En in je eigen levensverhaal gaan daar nog eens allerlei ervaringen over heen.
En wat betekent deze ‘God’ voor de wereld en voor jezelf? En omgekeerd?
Zolas ik het in Wikipedia tegenkwam. En allerlei ‘points of view’
Nu gaan we focussen op allerlei antwoorden.
Inderdaad waar heb je het in godsnaam over?
Weer die drieslag in het praten over... Persoonlijk, groepsgebonden en wetenschappelijk. In ons praten over lopen die drie ‘ervaringen’ / taalvelden door elkaar.
Spreken over God kan op vele manieren en vanuit verschillende posities. Zelf volg ik Kees Waaijman na als hij het woord God als een verwijzing ziet naar een door en door gedeeld fenomeen wat wel om nadere invulling vraagt.
In beelden & kunst & matforen
De vraag van de feministische theologie (maar ook al bij Jung; is god mannelijk of vrouwelijk of beiden?
Heeft je godsbeeld een sterk vaderlijk of moederlijk karakter? In de bijbel komen beide metaforen voor (het Onze Vader / uit de psalm; zal een moeder ooit zijn kind vergeten....)
Pogingen om een kernkwaliteit van god te benoemen
Twee bepalende beelden uit mijn eigen Reformatorische opvoeding
Twee elkaar schijnbaar tegensprekende beelden: God als machtig en kwetsbaar
Twee beelden die je vaak te horen krijgt als je mensen vraagt waar zij God ervaren
Gradaties is beschrijvingen. Dit zie je terug in de bevestigende/affirmatieve theologie (Katafatisch: dit is God) en de ontkennende/negatieve theologie (Apofatisch: dit is God niet) en de combinatie van beiden. God is wel en niet.
God verbeeld in de oerelementen van water / vuur / steen / adem
In de Islam en en de Joodse traditie kent men een zeer sterk beeldverbod.
Hier zet ik de openbaringsgeschiedenis van de christelijke traditie op een rijtje.
Hier staan de ruimtelijke beelden centraal. Denk hierbij ook aan de ruimtelijke woorden als er over God gesproken wordt: Boven / Onder / Voor / Achter / Naast / In / Ver / Nabij
Hier hier de ‘historische’ metaforen. Heel belangrijk in dit alles blijft dat het maar ‘beelden’ metaforen zijn die echter allemaal hun eigen spiritualiteit scheppen. Vooral het verraad van een beeld aan de zaak wil ik hier accentueren. Denk daarbij ook aan: Vroeger / Nu / Straks
Hier gaat het om de kwaliteiten die er aan God worden toegeschreven aan de hand van allerlei beelden / metaforen / karakteriseringen
Hier nog wat meer toegelicht
In de kunst (zelf denk ik dan aan de passies). Maar denk hierbij ook nadrukkelijk aan de moderne kunst
Weer een andere poging om beelden te ordenen.
Dit zijn bijna materiële/natuur metaforen
Hier gaat het om denkers: Theologen en filosofen over God. Hier ontbreken volledig de Aziatische, Afrikaanse, Zuid-Amerikaanse, en Russisch- / Oosters-orthodoxe namen
Ook in de mystieke traditie probeert men iets over die Godservaring, die zich aan elke beschrijving onttrekt, te zeggen
Godsnamen in de Islam: nadrukkelijk geen 100: Die is allen aan Allah zelf bekend En daarmee is ons kennen dus altijd onvolledig
Ook binnen de christelijke traditie heeft God een ontwikkeling doorgemaakt
De uiterst complexe zaak van de Drie-Eenheid in het christendom.
Wat zal de toekomst zijn; God achter god(Eckhart) / Een gemeenschappelijke bron van al onze tradities? God die alle overstijgt en draagt?
Als de bronervaring de ‘scheppende’ kracht; het vormgevende principe is van elke spiritualiteit dan zal het vigerende beeld binnen die persoonlijke spiritualiteit die spiritualiteit ook kleuren. Elke spiritualiteit krijgt daarmee zijn eigen karakter.
Als de bronervaring de ‘scheppende’ kracht; het vormgevende principe is van elke spiritualiteit dan zal het vigerende beeld binnen die persoonlijke spiritualiteit die spiritualiteit ook kleuren. Elke spiritualiteit krijgt daarmee zijn eigen karakter. Uiteraard is deze lijs niet uitputtend maar zijn dit maar een paar karikaturale schetsen
Tenslotte wordt ons godsbeeld omgekeerd ook weer gevormd/vervormd van onderaf door onze contingentie. Dat kan zowel positief/aanvullend/creatief als een vertekenend effect hebben op onze beelden
Wat is de toekomst van God? De secularisatie in het westen lijk hij/zij overleefd te hebben.
En daar wat is de toekomst van onze persoonlijke en groepsgebonden spiritualiteit?
Welke nieuwe ontwikkelingen zullen daarbij een belangrijke rol gaan spelen? Sociaal / Politiek / Maatschappelijk / technologisch / economisch
De interreligieuze ontmoeting als grootste uitdaging van de toekomst?