10. De filantropische grondhouding 44% “geeft aan goede doelen, ongeacht wat de overheid of het bedrijfsleven doet” 56% “vindt het belangrijk om andere mensen te helpen” 59% “is vaak geraakt door wat anderen meemaken” 84% “wij moeten de wereld voor de volgende generatie goed achterlaten”
19. Trends in geven Lokale doelen iets populairder Dynamiek in geefgedrag neemt toe Gulle gever van weleer verdwijnt Inschattingen van geefgedrag van anderen positiever geworden Vertrouwen in goededoelenorganisaties neemt af
20. Vrijwilligerswerk Stabilisatie van percentage vrijwilligers: 43% Inclusief allochtonen: 41% Vrijwilligerswerk vaker waardengestuurd, en vaker voor carriere (crisiseffect?) Veel verloop onder vrijwilligers, ook binnen dezelfde organisatie Trots en respect zijn belangrijke ingrediënten voor het behoud van vrijwilligers
21. De maatschappelijke basis …is stevig: Nederland blijft een vrijgevig land, ook in crisistijd. Particulieren vullen aan, maar compenseren de bezuinigingen niet. De filantropische sector moet gecoördineerd werken aan herstel van vertrouwen.
22. Vragen Allochtonen (n=587) zijn meegenomen in de generalisaties van giften en vrijwilligerswerk. De gegevens over vermogenden (n=1216) konden nog niet meegewogen worden.