1. praktijkleerproject
afleveringscontrole,
0-inspectie nieuwe auto
Leerlingendeel
Samenstellers:
Frank Wevers
Piet Lavrijssen
Eindredactie:
Anke Vermeer
Froukje van der Linden
verder werkten hier aan mee:
Jacques Bouten
Sjef Coolen
Wiel Faessen
Ron Innemee
Piet Lavrijssen
Jos van der Pouw
Wim van Wanrooy
november 2003

2. Inhoudsopgave pagina
3
Inleiding
Taak 1: Aankoop auto 5
Taak 2: Carrosserie, wielen en banden controleren 9
Taak 3: Controles onder de motorkap 19
Taak 4: Dashboard, verlichting en comfortsystemen controleren 25
Taak 5: Accessoires en kentekenplaten monteren, papieren controleren 33
Taak: 6: Interieur en exterieur reinigen en poetsen 39
43
Nabespreking werkopdracht
45
Bijlagen
2

3. Inleiding
Dit is het tweede Praktijkleerproject, de afleveringscontrole van een nieuwe auto.
Jullie gaan verschillende onderdelen van een auto controleren voordat de nieuwe auto aan de
klant wordt afgeleverd.
De afleveringscontrole van een nieuwe auto kan per automerk verschillen.
Niet bij alle automerken worden dezelfde onderdelen gecontroleerd.
We behandelen ze hier wel allemaal.
Doelstellingen:
Aan het einde van dit Praktijkleerproject:
• kun je diverse typen en uitvoeringsvormen van een automerk onderscheiden
• ken je de namen van diverse onderdelen van een auto
• weet je waar de diverse onderdelen in een auto te zitten
• kun je de werking van diverse onderdelen controleren
• kun je een aantal accessoires voor de auto benoemen, controleren en monteren
• kun je koplampen afstellen
• weet je hoe en waarmee een auto gepoetst moet worden.
Ook heb je een aantal van je vaardigheden uitgebreid:
• samenwerken bij het uitvoeren van werkzaamheden
• leidinggeven aan een team
• eindverantwoordelijkheid nemen
• hanteren van informatiebronnen.
Situatiebeschrijving
Samen met je collega's werk je voor een autodealer, ITAK bv. (Iedereen Tevreden, Altijd Klanten).
Jullie zijn het 0-inspectieteam.
Er is zojuist een nieuwe auto op zo'n grote vrachtwagen door de fabriek afgeleverd.
Deze auto kan zo niet aan de klant afgeleverd worden.
Voor het zover is, moet er nog van alles gebeuren.
Jullie werkopdracht aan het einde van dit Praktijkleerproject is:
Geef de gereedstaande nieuwe auto in het garagebedrijf een ‘afleveringscontrole,
0-inspectie nieuwe auto’
Planning
Belangrijk om te weten voor jullie planning: je krijgt vier à vijf weken om deze afleveringscont-
role door te werken voordat je naar een bedrijf gaat om je werkopdracht uit te voeren.
Zorg dat je samen goed in de gaten houdt of dat gaat lukken.
Je moet namelijk ook op school alles al oefenen, maar dan wel op een auto van school.
Taakvolgorde
Alle leerlingenteams zullen met taak 1 moeten starten. De overige taken (2 t/m 6) kunnen in
willekeurige volgorde worden behandeld.
Algemeen
Wat weet je al?
Maak met je 0-inspectieteam een lijst over wat jullie denken dat er allemaal moet gebeuren voor-
dat een nieuwe auto aan de klant afgeleverd kan worden.
We willen minstens 15 dingen op jullie lijst zien staan.
3

4. Heb je 15 dingen opgeschreven die er moeten gebeuren, ga dan eens met andere teams
overleggen of zij nog nieuwe punten hebben. Dit kan ook in een klassengesprek gebeuren.
Vraag de lijst met alle punten die er moeten gebeuren.
Maak jullie lijst compleet.
Noem drie onderwerpen waarvan je nog nooit gehoord had.
1.
2.
3.
4

5. Taak 1 Aankoop auto
Nodig:
√ Informatiesysteem/opzoeksysteem
√ Instructieboekjes
√ Folders van de dealer
√ Koopovereenkomst
√ Bestelformulier
In deze taak ga je kennismaken met:
• de verkoop van een auto naar de wensen van de klant
• de formulieren die ingevuld moeten worden bij de verkoop van een auto
• een kostenberekening voor de klant bij de aanschaf van een auto
• werkorder uitschrijven
• gegevensbestand/fabrieksgegevens opzoeken
• uitvoeringsvormen van de auto`s onderscheiden/benoemen.
Aan het einde van deze taak weet je:
• welke typen en uitvoeringsvormen het door jullie gekozen merk heeft
• wat de eigenschappen van de auto zijn
• de betekenis van de termen die in de folder gebruikt worden
• wat de kosten en inkomsten van een garagebedrijf zijn
• hoe een werkorder wordt uitgeschreven.
Aan het einde van deze taak kun je:
• een offerte opstellen
• een koopovereenkomst opmaken
• een bestelformulier invullen.
Werk altijd volgens de stappen van de viersprong:
• weet waar het over gaat
• bespreek de onderwerpen/problemen
• maak een plan
• voer het plan uit en controleer je werk
5

6. Aankoop van de auto
Op dit moment mogen jullie even de klant zijn.
Je mag zelf een type van het automerk gaan uitzoeken.
Een sportauto kopen is natuurlijk wel kicken, maar lukt pas als je echt veel geld hebt. Blijf dus
met beide benen op de grond; de auto die jullie gaan kopen willen jullie elke dag gebruiken.
Wat weet je al?
Wat denk je dat de goedkoopste auto van het merk kost?
Voordat je een auto gaat kopen, moet je een aantal dingen weten zoals:
- Waarvoor heb je de auto nodig?
- Wat vind je belangrijk bij een auto?
- Hoeveel heb je te besteden?
Wat kun je in een folder (of op internet) vinden?
- Kijk in een folder van de dealer en zoek uit wat de woorden betekenen die je niet kent.
- Hoeveel typen en uitvoeringsvormen kent deze auto?
- Wat zijn de verschillen tussen de typen?
- Maak een lijst van de belangrijkste punten voor jullie keuzebepaling en kies een auto uit.
- Welke accessoires willen jullie erbij?
- Wat is de topsnelheid van deze auto?
- Hoe is het benzineverbruik?
- Wat is de ‘kale’ prijs van deze auto?
- Hoe lang duurt het voor je deze kunt betalen (misschien toch maar vast beginnen
met sparen)?
Opdracht:
• Zoek een auto uit en stel een offerte op. Maak ook een offerte van een auto die minstens
€ 3000,- voordeliger is.
• Vul een koopovereenkomst in.
Voorbereiding en taakverdeling
• Zoek de nodige leerstof en overige documentatie op en bestudeer die.
• Noteer welke leerstof je gebruikt:
Module: Hoofdstuk: Bladzijde(n):
Overige documentatie:
• Noteer de werkvolgorde waarin je de opdracht gaat uitvoeren.
1 5
2 6
3 7
4 8
6

7. • Noteer wie welke (deel)taak op zich neemt.
• Noteer wanneer je weer bij elkaar komt:
Praktijkopdracht:
Jullie moeten een afspraak gaan maken met de garage. Je wilt eens meekijken naar een aflever-
ingscontrole voor een nieuwe auto en in de showroom naar types en uitvoeringen van het
automerk kijken.
Je wilt de verkoper en de werkplaatsmedewerker ook wat vragen stellen.
Bereid dit gesprek samen voor.
Naam en telefoonnummer van het bedrijf dat je gaat bellen:
De contactpersoon in het bedrijf:
Wat gaan jullie vragen?
Spreek af wie het telefoongesprek voert.
Welke afspraken hebben jullie gemaakt?
Dag en tijd:
Praktijkopdracht in het bedrijf:
Zoek antwoorden op de volgende vragen.
In de werkplaats:
1. Hoeveel auto’s zijn er binnengekomen voor een afleveringscontrole nieuwe auto?
2. Hoeveel tijd krijgen ze voor de afleveringscontrole?
3. Werken ze met checklisten voor de afleveringscontrole nieuwe auto, de 0-inspectie?
4. Wat zijn de vijf belangrijkste zaken waar je op moet letten bij de 0-inspectie?
In de showroom:
5. Hoeveel kost de duurste en de goedkoopste auto van het merk?
6. Wat is belangrijk bij het verkoopgesprek?
7. Hoe krijg je een klant zover dat hij een aankoop doet?
8. Hebben ze nu een actie lopen? Zo ja welke?
9. Hoeveel klanten komen er gemiddeld per week kijken en hoeveel procent daarvan koopt er een
auto bij hen?
Als je nog andere vragen hebt, schrijf deze op en probeer er met je groep achter te komen wat
daarvan de antwoorden zijn.
Vraag om een bestelbon en vul deze in met de gegevens van de door jullie gekozen auto.
Maak samen een kort verslag van je bezoek, en van de antwoorden op de vragen.
Schrijf ook op wat je gaaf vond en waar jullie je over hebben verbaasd bij je bezoek.
Straks bij je werkopdracht in het bedrijf moet je goed nakijken of de wensen van de klant
kloppen met de auto die is afgeleverd.
Onthoud goed: Klopt de bestelbon met de auto die er staat!
(simpel toch, maar ook anderen kunnen foutjes maken)
Je zult maar een hemelsblauwe auto hebben besteld en er staat een tomaatrode!
7

8. Terugkijken op de taak
Hoe verliep jullie samenwerking?
Hebben jullie alles zelf kunnen vinden of had je nog veel de hulp van de docent nodig?
Hoeveel tijd hadden jullie nodig voor de inleiding en voor deze inleiding?
Was dit binnen de tijd die er voor stond?
Zo niet, hoe kun je dat volgende keer beter doen?
8

9. Taak 2 Carrosserie, wielen en
banden controleren
Nodig:
√ Werkkleding
√ Auto
√ Instructieboekje van de auto
van school
√ Stoelhoes
√ Los wiel met band
In deze taak ga je kennismaken met:
• de carrosserie
• keuringsrapport
• wielen en banden
• wielophanging en vering/ schokdemping
• stuurinrichting
• remmen.
In deze taak ga je de auto controleren op:
• transportschade
• sloten en ramen
• wielen, velgen, banden
• veiligheidssystemen.
Aan het einde van deze taak weet je:
• wat de onderdelen van de carrosserie zijn
• wat de voor- en nadelen van verschillende velgen zijn
• waar bandenmaten betrekking op hebben
• welke veiligheidssystemen een auto heeft.
Aan het einde van deze taak kun je:
• een auto op transportschade controleren
• de werking van sloten, scharnieren en ramen controleren
• banden en bandenspanning controleren
• zien of een auto voorwiel- of achterwielaandrijving heeft.
Werk altijd volgens de stappen van de viersprong:
• weet waar het over gaat
• bespreek de onderwerpen/problemen
• maak een plan
• voer het plan uit en controleer je werk
9

10. Transportschade
Je gaat een splinternieuwe auto aan de klant afleveren.
Dan ga je er eigenlijk vanuit dat die auto helemaal in orde is.
Toch moet je dat nog controleren.
Een auto kan door het transporteren schade hebben opgelopen.
Of er kan in de fabriek iets mis zijn gegaan.
Wat weet je al?
Bedenk samen met je teamleden welke schade de auto tijdens het transport kan hebben
opgelopen.
Wat moet je doen als de auto schade heeft?
Voorbereiding en taakverdeling
• Zoek de nodige leerstof en overige documentatie op en bestudeer die.
• Noteer welke leerstof je gebruikt:
Module: Hoofdstuk: Bladzijde(n):
Overige documentatie:
• Noteer de werkvolgorde waarin je de opdracht gaat uitvoeren.
1 5
2 6
3 7
4 8
• Noteer wie welke (deel)taak op zich neemt.
• Noteer wanneer je weer bij elkaar komt:
10

11. Praktijkopdracht
• Schrijf een werkorder uit
• Controleer een auto op transportschade aan de hand van een
transportschadeformulier (zie bijlage).
Je mag zelf een auto uitzoeken, bijvoorbeeld op de parkeerplaats van school.
Je mag de auto alleen bekijken, dus niet eraan komen!
Vragen:
Heb je alle 25 auto-onderdelen die op het transportschadeformulier staan, gevonden?
Zo nee, wat kon je niet vinden?
Hoeveel schade heb je op de auto kunnen vinden?
Welke punten op het transportschadeformulier vind je niet logisch?
Mis je nog punten? Zo ja, welke?
Carrosserie en scharnieren
Iedere auto is opgebouwd uit een constructie van staalplaat waaraan allerlei onderdelen zijn
vastgemaakt. Deze constructie wordt carrosserie genoemd.
Aan de carrosserie is een groot aantal delen gemonteerd, zoals deuren, bumpers, motorkap en
kofferdeksel. Ook de motor en de ophanging van de wielen zitten hieraan vast.
De carrosserie bepaalt dus hoe de auto er uitziet.
Wat weet je al?
Op de volgende pagina zie je een tekening van een auto. Bekijk deze samen met je
teamleden. Geef met behulp van pijlen aan waar je denkt dat de volgende onderdelen
zitten:
- wielen
- vering
- remmen
- airbag
- laadklep
- schokdempers
- versnellingsbak/differentieel
- onderdelen van het brandstofsysteem
11

12. Welke scharnierende carrosseriedelen ken je?
Opdracht:
• Benoem de carrosserieonderdelen.
• Controleer de scharnierende carrosserieonderdelen.
Voorbereiding en taakverdeling
• Zoek de nodige leerstof en overige documentatie op en bestudeer die.
• Noteer welke leerstof je gebruikt:
Module: Hoofdstuk: Bladzijde(n):
Overige documentatie:
• Noteer de werkvolgorde waarin je de opdracht gaat uitvoeren.
1 5
2 6
3 7
4 8
• Noteer wie welke (deel)taak op zich neemt.
• Noteer wanneer je weer bij elkaar komt:
12

13. Praktijkopdracht
• Vraag aan de receptie aan welke auto je deze opdracht moet gaan uitvoeren.
• Controleer de voertuigmaten en de framematen.
• Controleer de wielen en banden en de maten daarvan?
• Hoe scharniert de motorkap?
• Heeft de auto voorwielaandrijving of achterwielaandrijving?
• Hoe wordt de auto aangedreven?
• Welke soort veren zitten er onder de auto?
• Wat voor schokdempers zitten er onder de auto?
• Hoe wordt de auto bestuurd?
• Uit hoeveel onderdelen bestaat de uitlaat?
Sloten en ramen
De auto kan niet alleen schade hebben opgelopen; het is ook mogelijk dat er fabricagefouten in
zitten. Daarop moet jij bij de 0-inspectie ook gaan controleren.
Nu zijn de sloten, ramen en scharnieren aan de beurt.
Weet je dit al?
Bedenk de antwoorden op de volgende vragen samen met je teamleden.
Welke sloten heeft een auto?
Hoe kun je die sloten controleren?
Stel dat je de sleutels kwijtraakt. Hoe los je dat op?
Waarop kun je de ramen controleren?
Waarop kun je benzinedop controleren?
Waarop kun je de stuurbekrachtiging controleren?
13

14. Opdracht:
• Controleer de werking van de sloten en ramen van een auto op school.
• Schrijf op welke van deze onderdelen niet goed werken en waarom niet.
• Controleer de elektrische raambediening (als deze erop zit).
• Controleer de automatische deurvergrendeling (als deze erop zit).
• Controleer de stuurbekrachtiging als deze aanwezig is.
Voorbereiding en taakverdeling
• Zoek de nodige leerstof en overige documentatie op en bestudeer die.
• Noteer welke leerstof je gebruikt:
Module: Hoofdstuk: Bladzijde(n):
Overige documentatie:
• Noteer de werkvolgorde waarin je de opdracht gaat uitvoeren.
1 5
2 6
3 7
4 8
• Noteer wie welke (deel)taak op zich neemt.
• Noteer wanneer je weer bij elkaar komt:
14

15. Wielen, banden en velgen
Wielen en banden bepalen voor een deel de uitstraling van een auto.
Veel mensen laten lichtmetalen velgen monteren omdat het mooi en sportief is, maar dit
heeft ook een gunstige invloed op de wegligging.
Weet je dit al?
Wat is het verschil tussen de wielen, velgen en banden van een auto?
Hoe zet je wielen goed vast?
Waar kun je de bandenspanning van een auto vinden.
Zoek deze op voor de auto van school. De bandenspanning is …
Opdracht:
Gebruik de auto van school en geef een antwoord op de volgende vragen.
¸ Met welk aanhaalmoment zijn de wielbouten/wielmoeren vastgezet?
¸ Welke aanhaalvolgorde moet je aanhouden?
¸ Wat is het voordeel van lichtmetalen velgen?
¸ Plaats wieldoppen en verwijder ze weer.
¸ Noteer de merknaam en de maten die op de band staan. Zijn het de juiste banden?
¸ Wat is de spoorbreedte? Controleer deze.
¸ Maak een schema waarin je aangeeft waar de bandenmaten betrekking op hebben.
Voorbereiding en taakverdeling
• Zoek de nodige leerstof en overige documentatie op en bestudeer die.
• Noteer welke leerstof je gebruikt:
Module: Hoofdstuk: Bladzijde(n):
Overige documentatie:
• Noteer de werkvolgorde waarin je de opdracht gaat uitvoeren.
1 5
2 6
3 7
4 8
15

16. • Noteer wie welke (deel)taak op zich neemt.
• Noteer wanneer je weer bij elkaar komt:
Praktijkopdracht
• Controleer of de wielen op de juiste manier zijn vastgezet.
• Controleer de banden van een auto op school op beschadigingen en controleer de
bandenspanning. Vergeet het reservewiel niet!
• Pak een reservewiel. Vervang een band, misschien moet deze ook gerepareerd
worden!
Veiligheidssystemen
Het verkeer wordt steeds drukker, de kans op een aanrijding is groot.
Auto’s hebben verschillende voorzieningen die verwondingen helpen voorkomen.
De gordels zijn daarvan een bekend voorbeeld.
Je moet ze natuurlijk wel omdoen…
De veiligheid begint overigens bij goed zicht, waarbij de ruiten en spiegels op de eerste plaats
komen
Weet je dit al?
Bedenk de antwoorden op de volgende vragen samen met je teamleden.
Noem ten minste vier dingen in een auto die er zijn voor je eigen veiligheid.
1.
2.
3.
4.
16

17. Opdracht:
Gebruik de auto van school en geef een antwoord op de volgende vragen.
• Kijk in het instructieboekje. Welke veiligheidssystemen heeft de auto?
• Op welke manier kun je deze systemen controleren?
• Wat is het verschil tussen actieve en passieve veiligheidssystemen?
• Geef twee voorbeelden van iedere soort.
• Waarop kun je de spiegels en ruiten controleren?
• Waarop kun je de stoelen en hoofdsteunen controleren?
Voorbereiding en taakverdeling
• Zoek de nodige leerstof en overige documentatie op en bestudeer die.
• Noteer welke leerstof je gebruikt:
Module: Hoofdstuk: Bladzijde(n):
Overige documentatie:
• Noteer de werkvolgorde waarin je de opdracht gaat uitvoeren.
1 5
2 6
3 7
4 8
• Noteer wie welke (deel)taak op zich neemt.
• Noteer wanneer je weer bij elkaar komt:
Praktijkopdracht
• Controleer de veiligheidssystemen van de auto op school op een goede werking
Terugkijken op de taak
Schrijf in het kort op welke punten je uit deze taak moet onthouden, zodat je straks je
werkopdracht goed kunt uitvoeren.
17

18. 18

19. Taak 3 Controles onder de
motorkap
Nodig:
√ Werkkleding
√ Auto
√ Instructieboekje van de auto op
school
√ Spatbordhoes
√ Fabrieksgegevens
√ Lesstof introductiemodule over
veilig werken met accu’s,
elektrolyt (accuvloeistof)
en remvloeistof
In deze taak ga je kennismaken met:
• de onderdelen die onder de motorkap te zien zijn
• vloeistoffen die gebruikt worden:
• accu en laadsysteem
• in– en uitlaatsysteem
• componenten brandstofsysteem
• smeeroliepeil
• ruitensproeier.
In deze taak ga je de auto controleren op:
• een goede aansluiting van de accu
• de aanwezigheid en niveau van verschillende vloeistoffen
• aanwezigheid van het in – en uitlaatsysteem
• aanwezigheid van het brandstofsysteem
• aanwezigheid van het koelsysteem
• smeeroliepeil herkennen en controleren
• ruitensproeier en de vloeistof herkennen en controleren.
Aan het einde van deze taak weet je:
• de diverse onderdelen onder de motorkap te vinden
• wat de verversingstermijn van verschillende vloeistoffen is en de controle hiervan
• waar de componenten van het brandstofsysteem zitten
• waar de componenten van het in– en uitlaatsysteem zitten
• waar de componenten van het koelsysteem zitten
• hoe om te gaan met een accu.
Aan het einde van deze taak kun je:
• de juiste plaatsing van de accu controleren
• de aanwezigheid van voldoende vloeistoffen controleren
• accu en laadsysteem herkennen en benoemen
• in– en uitlaatsysteem herkennen en benoemen
• brandstofsysteem herkennen en benoemen
• koelsysteem herkennen en benoemen.
Werk altijd volgens de stappen van de viersprong:
• weet waar het over gaat
• bespreek de onderwerpen/problemen
• maak een plan
• voer het plan uit en controleer je werk
19

20. Onderdelen onder de motorkap
Onder de motorkap zit het hart van de auto. Hier bevindt zich de motor en alle andere
belangrijke onderdelen die ervoor zorgen dat een auto werkt.
Wat weet je al?
Welke onderdelen weet je zo te zitten?
Vul die eerst in.
Zoek op je computer, in het instructieboekje of in je lesboeken de andere onderdelen op.
Zoek ook uit waarvoor ze gebruikt worden en schrijf dat op een apart vel.
Het is belangrijk dat ieder teamlid de onderdelen kan vinden, werk dus samen.
Opdracht:
• Zoek uit of je de verschillende onderdelen (onder de motorkap) kunt aanwijzen en benoemen
die we hieronder noemen.
• Zoek uit waarvoor ze gebruikt worden, schrijf dat erbij:
Accu
(Multi) V-riem
Stuurbekrachtiging
Onderdelen van het brandstofsysteem
Koelsysteem
Olievuldop
20

21. Oliepeilstok
Bougies/verstuivers
Radiateurdop
Onderdelen van het inlaatsysteem
Onderdelen van het uitlaatsysteem
Voorbereiding en taakverdeling
• Zoek de nodige leerstof en overige documentatie op en bestudeer die.
• Noteer welke leerstof je gebruikt:
Module: Hoofdstuk: Bladzijde(n):
Overige documentatie:
• Noteer de werkvolgorde waarin je de opdracht gaat uitvoeren.
1 5
2 6
3 7
4 8
• Noteer wie welke (deel)taak op zich neemt.
• Noteer wanneer je weer bij elkaar komt:
21

22. Accu
Ga voorzichtig met een accu en vloeistoffen om. Dit is belangrijk voor het milieu en je eigen
veiligheid. Maar dit laatste weet je natuurlijk nog van het Startproject.
Praktijkopdracht:
Deze opdracht gaat over de accu.
Vragen:
Op welke manier zijn de plus en de min te herkennen?
Noteer de gegevens die op de accu staan. Zoek op wat deze betekenen.
Controleer:
- of de accu stevig vaststaat
- of de kabels goed zitten
- of de polen afgeschermd zijn
- of de klemmen goed vastzitten
- of de accu vuil is; wat betekent een vuile accu?
Geef met een schets aan hoe de accu wordt vastgezet
Meet de accuspanning en noteer: de accuspanning is ….. volt.
Schrijf voor jezelf op wat je goed moet onthouden als je straks in de garage de accu gaat
controleren.
Vloeistoffen
Bij auto's horen verschillende vloeistoffen die allemaal nodig zijn om de auto optimaal te laten
werken. Als er iets mis is, zal de bestuurder dit vaak kunnen opmerken doordat er op het
dashboard een controlelampje gaat branden (deze controlelampjes kom je bij het blokdeel
dashboard ook tegen).
22

23. Wat weet je al?
Welke vloeistoffen kun je zo noemen die in een auto gebruikt worden? Noem er ten
minste drie. Wij noemen er vast een:
1. Remvloeistof
2.
3.
4.
Zoek in het instructieboekje op hoeveel het er in werkelijkheid zijn
Opdracht:
• Zoek uit waar de diverse vloeistofreservoirs zitten.
• Zoek de diverse gegevens over de vloeistoffen op.
• Controleer de vloeistofniveaus.
Voorbereiding en taakverdeling
• Zoek de nodige leerstof en overige documentatie op en bestudeer die.
• Noteer welke leerstof je gebruikt:
Module: Hoofdstuk: Bladzijde(n):
Overige documentatie:
• Noteer de werkvolgorde waarin je de opdracht gaat uitvoeren.
1 5
2 6
3 7
4 8
• Noteer wie welke (deel)taak op zich neemt.
• Noteer wanneer je weer bij elkaar komt:
23

24. Praktijkopdracht:
In deze opdracht worden de vloeistoffen gecontroleerd. In latere modules leer je de vloeistoffen
te verwijderen en/of de reservoirs te vullen.
Kijk-/zoekopdracht:
Zoek onder de motorkap naar de volgende onderdelen:
- expansievat (voorraad koelvloeistof)
- reservoir voor ruitensproeiervloeistof
- reservoir voor stuurbekrachtiging (indien aanwezig).
Zoek op in de fabrieksgegevens:
Voor het smeeroliereservoir:
- Kwaliteit/soort
- Hoeveelheid systeem
- Termijn van verversen
- Teken de waarschuwingssymbolen die er op de fles staan. Wat betekenen ze?
- Hoe moet deze fles bewaard worden?
Voor het koelvloeistofreservoir:
- Kwaliteit/soort
- Hoeveelheid systeem
- Termijn van verversen
- Wat betekenen de waarschuwingssymbolen die er op de fles staan?
Voor het remvloeistofreservoir:
- Kwaliteit/soort
- Termijn van verversen
Kijk deze praktijkopdracht zelf na.
Controleopdracht:
Controle smeerolie
- maak een schets van de oliepeilstok en geef aan tot welk niveau de olie staat.
Controle koelvloeistof
- maak een schets van het koelvloeistofreservoir en geef aan tot welk niveau de vloeistof staat.
Controle remvloeistof
- maak een schets van het remvloeistofreservoir en geef aan tot welk niveau de vloeistof staat.
Controleer het niveau van het ruitensproeierreservoir.
Terugkijken op de taak:
Maak een lijstje met de belangrijkste punten uit deze taak die je straks bij je
werkopdracht niet moet vergeten. Je kunt hier ook denken aan onderdelen die je
moeilijk vindt.
Waarvoor hebben jullie meestal de hulp van de docent nodig?
Bedenk met je team hoe je hier samen uit kunt komen.
Schrijf op wat jullie de volgende keer anders doen.
24

25. Dashboard, verlichting,
comfortsystemen en
Taak 4 veiligheidssystemen
controleren
Nodig:
√ Werkkleding
√ Auto
√ Instructieboekje van de auto
op school
√ Stoelhoes
√ Tekening dashboard van de
auto op school
In deze taak ga je kennismaken met:
• het dashboard
• de verlichting
• de comfortsystemen en veiligheidssystemen
• reinigingssystemen (ruiten, koplampen voor en achterruit)
• verwarmingssystemen (achterruit, voorruit, spiegels stoelen en kachel)
• beveiligingssystemen
• werking van een relais.
In deze taak ga je de auto controleren op:
• de werking van de functies van de knoppen en kastjes op het dashboard
• de werking van de verlichting
• de werking van signaleringssystemen
• de werking van comfortsystemen
• de werking van veiligheidssystemen
• de werking van reinigingssystemen
• de werking van verwarmingssystemen
• de werking van beveiligingssystemen
• de werking van een relais in een practicumsituatie.
Aan het einde van deze taak weet je:
• wat de functies zijn van de diverse knoppen op je dashboard
• wat het verschil is tussen verlichting - en signaleringssystemen
• hoe je comfortsystemen en veiligheidssystemen gaat controleren
• hoe je reinigingssystemen gaat controleren
• hoe je verwarmingssystemen gaat controleren
• hoe je beveiligingssystemen gaat controleren
• hoe je een relais aansluit en controleert.
Aan het einde van deze taak kun je:
• een ruitenwisser vervangen
• de ruitensproeiers afstellen
• de koplampen afstellen.
Werk altijd volgens de stappen van de viersprong:
• weet waar het over gaat
• bespreek de onderwerpen/problemen
• maak een plan
• voer het plan uit en controleer je werk
25

26. Dashboard
Het dashboard zit vol met schakelaars, kastjes, meters en klokken die allemaal een taak of een
functie hebben.
Wat weet je al?
Weten jullie welke meters er in een auto zitten? Noem er minstens drie.
Bespreek samen hoe je de kastjes, meters en schakelaars van het dashboard gaat
controleren.
Opdracht:
• Vul op een dashboardtekening de volgende onderdelen in: Contactslot; handschoenenkastje;
snelheidsmeter; brandstofmeter; richtingaanwijzer; mistlampschakelaar; claxon; motorkapontgrendeling,
ruitensproeier; lichtschakelaar; schakelaar waarschuwingsknipperlicht.
• Teken de symbolen die bij de knoppen gebruikt worden er ook bij.
• Maak een kopie van het dashboard van de auto die je straks bij je werkopdracht gaat controleren.
Voorbereiding en taakverdeling
• Zoek de nodige leerstof en overige documentatie op en bestudeer die.
• Noteer welke leerstof je gebruikt:
Module: Hoofdstuk: Bladzijde(n):
Overige documentatie:
• Noteer de werkvolgorde waarin je de opdracht gaat uitvoeren.
1 5
2 6
3 7
4 8
• Noteer wie welke (deel)taak op zich neemt.
• Noteer wanneer je weer bij elkaar komt:
26

27. Praktijkopdracht:
Deze opdracht gaat over het dashboard. Gebruik de checklist die je van de garage hebt mee
gekregen. Of vraag er een bij de receptie.
• Controleer de werking van de knoppen, meters, schakelaars, enz. op het dashboard.
• Controleer en vervang de ruitenwisserbladen (voor en achter).
• Controleer het ruitenwisserinterval.
• Vul het ruitensproeierreservoir bij.
• Wat moet je toevoegen voor een goede antivrieswerking?
• Vergeet niet alle verwarmingselementen te controleren (spiegels, voorruit, achterruit, stoelen
en interieur).
Verlichting
Verlichting is er om beter te zien in het donker en om beter gezien te worden.
Signaleringssystemen zijn er om andere weggebruikers te laten zien wat je gaat doen.
Bijvoorbeeld je richtingaanwijzer of achteruitrijlicht.
Wat weet je al?
Welke verlichtings- en signaleringssystemen van de auto kun je zo noemen?
Hoe kun je simpel controleren of ze werken?
Opdracht:
• Maak een lijst met de verlichtingssystemen aan de ene kant en de signaleringssystemen aan de
andere kant.
Voorbereiding en taakverdeling
• Zoek de nodige leerstof en overige documentatie op en bestudeer die.
• Noteer welke leerstof je gebruikt:
Module: Hoofdstuk: Bladzijde(n):
Overige documentatie:
• Noteer de werkvolgorde waarin je de opdracht gaat uitvoeren.
1 5
2 6
3 7
4 8
27

28. • Noteer wie welke (deel)taak op zich neemt.
• Noteer wanneer je weer bij elkaar komt:
Praktijkopdracht:
Gebruik de checklist die je van de garage hebt gekregen.
Of vraag er een bij de receptie.
• Controleer alle verlichtings - en signaleringspunten.
• Waarvoor dient het derde remlicht?
• Is dit verplicht?
• Zoek samen naar de voorschriften voor het mistachterlicht.
• Hoeveel mistachterlichten heb je nodig?
• Controleer of de koplampen goed zijn afgestemd. Zo nee, stel deze dan goed af.
Comfortsystemen
Comfortsystemen zijn systemen die het rijplezier vergroten. Het is plezierig om ze te hebben, bv
airco, maar ze zitten niet standaard in de auto.
Wat weet je al?
Omschrijf als team in jullie eigen woorden wat ze bedoelen met comfortsystemen.
Noem naast de airco nog vijf comfortsystemen.
1.
2.
3.
4.
5.
Opdracht:
• Welke comfortsystemen zitten er standaard op de door jullie in taak 1 gekozen auto?
• Welke comfortsystemen hebben jullie bijbesteld?
Voorbereiding en taakverdeling
• Zoek de nodige leerstof en overige documentatie op en bestudeer die.
• Noteer welke leerstof je gebruikt:
Module: Hoofdstuk: Bladzijde(n):
Overige documentatie:
28

29. • Noteer de werkvolgorde waarin je de opdracht gaat uitvoeren.
1 5
2 6
3 7
4 8
• Noteer wie welke (deel)taak op zich neemt.
• Noteer wanneer je weer bij elkaar komt:
Praktijkopdracht:
Gebruik de checklist die je van de garage hebt meegekregen.
Of vraag hem bij de receptie.
• Controleer de aanwezige comfortsystemen.
• Vertel in het kort hoe jullie de comfortsystemen gecontroleerd hebben.
• Welk comfortsysteem mag je niet controleren omdat hij dan onbruikbaar wordt?
• Controleer ook de stoelen en hoofdsteunen.
• Vergeet niet de startonderbreker te controleren!
29

30. Veiligheidssystemen
Er zijn twee soorten veiligheidssystemen:
• het ene soort dient om te voorkomen dat de auto bij een ongeval of aanrijding betrokken raakt;
• als de auto tóch bij een ongeval betrokken raakt, moet het andere soort veiligheidssystemen
de bestuurder en passagiers goed beschermen, zodat de kans op verwondingen zo klein mogelijk is.
Sommige veiligheidssystemen zijn tegelijkertijd ook comfortsystemen.
Een airco is bijvoorbeeld een comfortsysteem, maar ook een veiligheidssysteem, omdat de
bestuurder minder snel vermoeid raakt. Bovendien zorgt een airco dat de ramen niet beslaan
(ook veiligheid). Een airbag is ook een veiligheidssysteem
Wat weet je al?
Omschrijf als team in jullie eigen woorden wat ze bedoelen met veiligheidssystemen.
Noem naast de airbag nog vijf veiligheidssystemen
1.
2.
3.
4.
5.
Opdracht:
• Welke veiligheidssystemen kun je noemen op de door jullie in taak 1 gekozen auto?
• Welke veiligheidssystemen hebben jullie gecontroleerd?
Voorbereiding en taakverdeling
• Zoek de nodige leerstof en overige documentatie op en bestudeer die.
• Noteer welke leerstof je gebruikt:
Module: Hoofdstuk: Bladzijde(n):
Overige documentatie:
• Noteer de werkvolgorde waarin je de opdracht gaat uitvoeren.
1 5
2 6
3 7
4 8
30

31. • Noteer wie welke (deel)taak op zich neemt.
• Noteer wanneer je weer bij elkaar komt:
Praktijkopdracht:
Gebruik de checklist die je van de garage hebt meegekregen.
Of vraag hem bij de receptie.
• Controleer de aanwezige veiligheidssystemen:
• Vertel in het kort hoe jullie de veiligheidssystemen gecontroleerd hebben.
• Welk veiligheidssystemen mag je niet controleren omdat hij dan onbruikbaar wordt?
• Controleer ook de stoelen en hoofdsteunen.
Verwarmingssystemen
De taak van de verwarmingssystemen zal duidelijk zijn. Het moet wat opwarmen.
Er zijn aan en in de auto verschillende verwarmingssystemen.
Een daarvan ken je ongetwijfeld, als het koud is zet je de verwarming in de auto aan. Hiervoor
gebruik je de knop/ schakelaar voor de kachel.
Wat weet je al?
Omschrijf als team in jullie eigen woorden wat ze bedoelen met verwarmingssystemen
Noem naast de kachel nog drie verwarmingssystemen
1.
2.
3.
Opdracht:
• Welke verwarmingssystemen kun je noemen op de door jullie in taak 1 gekozen auto?
• Welke verwarmingssystemen hebben jullie gecontroleerd?
Voorbereiding en taakverdeling
• Zoek de nodige leerstof en overige documentatie op en bestudeer die.
• Noteer welke leerstof je gebruikt:
Module: Hoofdstuk: Bladzijde(n):
Overige documentatie:
31

32. • Noteer de werkvolgorde waarin je de opdracht gaat uitvoeren.
1 5
2 6
3 7
4 8
• Noteer wie welke (deel)taak op zich neemt.
• Noteer wanneer je weer bij elkaar komt:
Praktijkopdracht:
Gebruik de checklist die je van de garage hebt meegekregen.
Of vraag hem bij de receptie.
• Controleer de aanwezige verwarmingssystemen:
• Vertel in het kort hoe jullie de verwarmingssystemen gecontroleerd hebben.
Controleer bij je werkopdracht of de comfortsystemen, die de klant heeft besteld, aanwezig zijn
en of ze goed werken.
Terugkijken op de taak
Wie van jullie team heeft bij deze taak de leiding gehad?
Wat vond hij moeilijk aan het leidinggeven?
Vond de rest van het team het moeilijk de leiding te accepteren? Licht je antwoord toe.
32

33. Accesoires en
Taak 5 kentekenplaten monteren,
papieren controleren
Nodig:
√ Werkkleding
√ Stoelhoes
√ Auto
√ Trekhaak
√ Montagehandleiding trekhaak
√ Kentekenplaten
√ Radio of handsfree-set
√ Gereedschap
Kennismaken met:
• het kentekenbewijs
• het chassisnummer
• de trekhaak
• de radio
• de handsfree-set.
Aan het einde van deze taak weet je:
• waarvoor de delen van een kentekenbewijs dienen
• waar je meestal het chassisnummer kunt vinden
• wat de mogelijkheden zijn voor montage van radio, audio, telefoon,
routebegeleidingssystemen (navigatie).
Aan het einde van deze taak kun je:
• kentekenplaten monteren
• trekhaak monteren
• controleren of de papieren kloppen
• eventueel een radio, handsfree-set of routebegeleidingssysteem (navigatie)
controleren.
Niet vergeten! Werk altijd volgens de stappen van de viersprong:
• Weet waar het over gaat.
• Bespreek de onderwerpen/problemen.
• Maak een plan.
• Voer het plan uit en controleer je werk.
33

34. Kentekenplaten monteren
De garage moet de kentekenplaten altijd nog op een nieuwe auto monteren.
Weet je dit misschien?
Op elke kentekenplaat staat een stempel. Weet er iemand in je team waar deze stempel
mee te maken heeft?
Aan welke eisen moet een Nederlandse kentekenplaat voldoen? Denk bijvoorbeeld aan
de kleur of de letters.
Opdracht:
• Controleer de kentekenplaten op de wettelijke eisen. Klopt alles?
Voorbereiding en taakverdeling
• Zoek de nodige leerstof en overige documentatie op en bestudeer die.
• Noteer welke leerstof je gebruikt:
Module: Hoofdstuk: Bladzijde(n):
Overige documentatie:
• Noteer de werkvolgorde waarin je de opdracht gaat uitvoeren.
1 5
2 6
3 7
4 8
• Noteer wie welke (deel)taak op zich neemt.
• Noteer wanneer je weer bij elkaar komt:
34

35. Praktijkopdracht:
Monteer de kentekenplaten op een auto.
Trekhaak monteren
Mensen die fietsen willen vervoeren of met een caravan of een aanhangwagen gaan rijden,
moeten een trekhaak op hun auto hebben.
Ook het verlichtingssysteem zal aangepast moeten worden (maar dat leer je een andere keer).
Weet je dit misschien?
Denk je dat er verschillende soorten trekhaken bestaan?
Zo ja, waarom is dat zo, denk je?
Bedenk samen met je teamleden de eisen waaraan een trekhaak moet voldoen.
Opdracht:
• Onderzoek op het internet of er verschillende soorten trekhaken zijn.
Voorbereiding en taakverdeling
• Zoek de nodige leerstof en overige documentatie op en bestudeer die.
• Noteer welke leerstof je gebruikt:
Module: Hoofdstuk: Bladzijde(n):
Overige documentatie:
35

36. • Noteer de werkvolgorde waarin je de opdracht gaat uitvoeren.
1 5
2 6
3 7
4 8
• Noteer wie welke (deel)taak op zich neemt.
• Noteer wanneer je weer bij elkaar komt:
Praktijkopdracht:
Monteer de trekhaak onder de auto. Je hoeft nog niets te doen met de elektrische aansluitingen
voor de verlichting.
Radio controleren en/of monteren
Sommige auto’s hebben de radio als één geheel in het dashboard zitten.
Bij andere auto’s zul je een radio en eventueel de luidsprekers moeten monteren.
Ook radio’s met een aparte cd-wisselaar zijn populair, maar dat is natuurlijk meer werk.
Weet je dit al?
Waarop controleer je de radio als deze in het dashboard zit?
Bedenk samen met je teamleden op welke plekken in de auto luidsprekers gemonteerd
kunnen worden.
Opdracht:
• Controleer een gemonteerde radio.
Voorbereiding en taakverdeling
• Zoek de nodige leerstof en overige documentatie op en bestudeer die.
• Noteer welke leerstof je gebruikt:
Module: Hoofdstuk: Bladzijde(n):
Overige documentatie:
36

37. • Noteer de werkvolgorde waarin je de opdracht gaat uitvoeren.
1 5
2 6
3 7
4 8
• Noteer wie welke (deel)taak op zich neemt.
• Noteer wanneer je weer bij elkaar komt:
Praktijkopdracht:
• Let erop dat je het dashboard en de bekleding niet beschadigt.
• Monteer de radio in de auto. Doet de radio het?
Let er straks bij je werkopdracht op dat je ook controleert of de radio het blijft doen als je de
hands-freeset gebruikt.
Papieren controleren
Bromfietsen en scooters hebben een verzekeringsbewijs, caravans hebben een soort kentekenbe-
wijs, auto’s en motoren zijn uitgevoerd met een kentekenbewijs en kentekenplaten.
Het kentekenbewijs is voor de klant het bewijs dat de auto echt van hem is.
Politie en/of douane vragen soms naar deze papieren.
Bestuur je een auto, dan zul je deze bij je moeten hebben.
Het VIN-nummer is voor iedere auto verschillend.
Weet je dit al?
Waarvoor dient een kentekenbewijs?
Waarvoor dient deel I van het kentekenbewijs?
Waarvoor dient deel II van het kentekenbewijs?
Waar moet je een kentekenbewijs bewaren?
37

38. Opdracht:
• Kijk of je het identificatienummer ofwel chassisnummer van de auto op school kunt vinden.
• Wat staat dat chassisnummer bij de auto ingeslagen?
• Wanneer gebruik je het chassisnummer?
• Waarom moet je de massa van de auto weten?
• Waar kunnen de papieren van een auto op naam van een persoon gezet worden?
Voorbereiding en taakverdeling
• Zoek de nodige leerstof en overige documentatie op en bestudeer die.
• Noteer welke leerstof je gebruikt:
Module: Hoofdstuk: Bladzijde(n):
Overige documentatie:
• Noteer de werkvolgorde waarin je de opdracht gaat uitvoeren.
1 5
2 6
3 7
4 8
• Noteer wie welke (deel)taak op zich neemt.
• Noteer wanneer je weer bij elkaar komt:
Praktijkopdracht
• Controleer de gegevens van een kentekenbewijs
Je hebt in deze taak een aantal dingen gemonteerd: de kentekenplaten, de trekhaak en de radio.
Straks in de garage zul je merken dat veel klanten ook een handsfree-set of een navigatie-
systeem in hun auto willen hebben. Ook die dingen moet je er dan in monteren.
Vraag aan je docent of je dit op school ook kunt oefenen.
Terugkijken op de taak:
Hoe hadden jullie de taken verdeeld bij het monteren?
Ging het samenwerken hierbij goed?
Wat zouden jullie straks in het bedrijf anders doen?
38

39. Taak 6 Interieur en exterieur
reinigen en poetsen
Nodig:
√ Werkkleding
√ Auto
√ Poetsmiddelen
√ Emmer
√ Water en waterslang
√ Spons en zeem
√ Stofzuiger
In deze taak ga je kennismaken met:
• de verschillende soorten poetsmiddelen.
Aan het einde van deze taak weet je:
• welke poetsmiddelen je moet gebruiken bij het oppoetsen van de auto.
Aan het einde van deze taak kun je:
• een auto er picobello uit laten zien.
Ook bij deze taak! Werk altijd volgens de stappen van de viersprong:
• Weet waar het over gaat.
• Bespreek de onderwerpen/problemen.
• Maak een plan.
• Voer het plan uit en controleer je werk.
39

40. Interieur en exterieur reinigen
De klant die zijn nieuwe auto komt ophalen, wil natuurlijk dat alles blinkt en glimt. Daar moet jij
voor zorgen. Want als de auto van de vrachtwagen rolt, is hij misschien niet eens zo schoon.
Weten jullie dit misschien?
Wat versta jij onder het interieur van de auto?
Wat kun je daarvan reinigen of poetsen?
Wat kun je aan de bescherming van de bekleding of stoelhoes doen?
Wat is het exterieur van de auto?
Hoe ga je dat reinigen, denk je?
Welke hulpmiddelen kun je daarbij gebruiken (bijvoorbeeld een emmer en spons)?
Waarop moet je letten als je de ramen schoonmaakt?
Opdracht:
• Kijk welke poetsmiddelen er op school staan.
• Maak een lijstje van de poetsmiddelen die er zijn en waarvoor je deze gebruikt.
• Kies één poetsmiddel uit en leg in je eigen woorden uit wat er op de gebruiksaanwijzing staat.
• Waarvoor gebruik je het roestpreventiemiddel?
• Voor welke delen van de auto kun je roestpreventie gebruiken?
Voorbereiding en taakverdeling
• Zoek de nodige leerstof en overige documentatie op en bestudeer die.
• Noteer welke leerstof je gebruikt:
Module: Hoofdstuk: Bladzijde(n):
Overige documentatie:
• Noteer de werkvolgorde waarin je de opdracht gaat uitvoeren.
1 5
2 6
3 7
4 8
• Noteer wie welke (deel)taak op zich neemt.
• Noteer wanneer je weer bij elkaar komt:
40

41. Praktijkopdracht:
• Reinig het interieur van de auto.
• Poets het exterieur van de auto.
• Bij het poetsen van de auto kun je beschadigingen en onvolkomenheden
tegenkomen. Maak hier aantekeningen van:
• Als de auto helemaal schoon is, kun je de vloermatten erin leggen.
In een nieuwe auto liggen allerlei dingen los. Denk bijvoorbeeld aan afdekdopjes van
schroefjes. Van al die losse dingen mag niets in de auto blijven slingeren. Plaats ze op
de plek waar ze horen. Als je iets overhoudt, doe je dat in een plastic zakje en leg je
dit in het dashboardkastje.
Terugkijken op de taak:
Hoe ging het overleg over de taakverdeling bij het poetsen?
Ontstond er discussie?
Hoe hebben jullie dit opgelost?
Waarschijnlijk hebben jullie zelf een volgorde gemaakt in wat het eerst gepoetst moet worden en
wat later. Zouden jullie het de volgende keer ook zo doen?
Zo nee wat zou je anders doen?
Zo ja, hoe was jullie werkvolgorde?
Voorbereiding werkopdracht
Als het goed is, hebben jullie alle lesstof voor je werkopdracht doorgenomen.
Als dit niet zo is, geef dan hier aan wat jullie nog moeten doen.
Hoe komt het dat de planning niet gehaald is?
Jullie gaan volgende week je werkopdracht in de garage uitvoeren.
Opdracht:
Schrijf hier per taak de belangrijkste punten op die je moet onthouden als je naar het bedrijf gaat:
Taak 1: Controleren of er de juiste auto staat volgens de wensen van de klant:
Taak 2: Carrosserie, wielen en banden controleren:
Taak 3: Controles onder de motorkap:
Taak 4: Dashboard, verlichting en comfortsystemen controleren:
Taak 5: Kentekenplaten en accessoires monteren, papieren controleren:
Taak 6: Interieur en exterieur reinigen en poetsen:
Eindcontrole
Hebben jullie al een werkverdeling gemaakt?
41

42. Schrijf hieronder op wie wat gaat doen.
En wat je samen gaat doen.
Schrijf ook op hoeveel tijd je daarvoor denkt nodig te hebben.
1. Tijd 2. Tijd
3. Tijd
Samen: Tijd
Wat denken jullie dat gemakkelijk zal gaan? (per persoon invullen)
Wat vinden jullie moeilijk aan deze beurt? (per persoon invullen)
Welke onderdelen vinden jullie leuk om te doen? (per persoon invullen)
Praktijkopdracht: afleveringscontrole auto op school
Voer een totale afleveringscontrole, 0-inspectie nieuwe auto uit bij een auto die op school staat.
Voer alleen de controle-onderdelen uit.
Als jullie deze praktijkopdracht met voldoende resultaat hebben afgerond, mag je een afspraak
gaan maken bij jullie bedrijf voor je werkopdracht: afleveringscontrole, 0-inspectie nieuwe auto.
Werkopdracht afspreken:
Bel de contactpersoon in het bedrijf.
Vraag wanneer jullie kunnen komen voor je werkopdracht.
Vraag hoe laat jullie aanwezig moeten zijn en bij wie jullie je moeten melden.
Dag:
Tijd:
Melden bij:
Bevestig de datum nog even per fax of e-mail.
Vermeld hierbij ook de gegevens van de personen die de 0-inspectie gaan uitvoeren.
Werkopdracht bedrijf:
Jullie werkopdracht aan het einde van dit Praktijkleerproject in een garagebedrijf is:
Geef de gereedstaande nieuwe auto een ‘afleveringscontrole, 0-inspectie nieuwe auto’
Maak afspraken over:
- aan welke nieuwe auto er wordt gewerkt;
- welke delen van de controle je wel en niet moet doen;
- hoe laat de auto klaar moet zijn;
- hoeveel tijd je krijgt;
- waar je materiaal en gereedschap kunt vragen en vinden;
- bij wie je aan kunt kloppen als je vragen hebt of iets niet weet.
Veel succes met je werkopdracht:
afleveringscontrole, 0-inspectie nieuwe auto
42

43. Nabespreking werkopdracht
Je hebt nu je werkopdracht helemaal uitgevoerd in een echte garage.
We kijken even terug op deze werkopdracht.
Klopte jullie tijdsplanning?
Waar had je tijd over?
Waar had je tijd te weinig voor? En hoe kwam dit?
Wat vonden jullie moeilijk?
Welke werkzaamheden gingen makkelijk? (of niet zo moeilijk)
Wat ging goed tijdens het samenwerken?
Wat ging minder goed bij het samenwerken?
Wat zouden jullie de volgende keer anders doen?
Vond je de 0-inspectie in de garage makkelijker of moeizamer gaan dan die je op school
hebt uitgevoerd?
43

45. Bijlagen
Transportschadeformulier
Auto-onderdeel Lakschade Roestvorming Soort schade Omvang
Ja/Nee Ja/Nee deuk/kras/e.d. schade
1. Dak
2. Voorruit
3. Ruitenwisserbladen
4. Motorkap
5. Voorzijde
6. Koplampglazen
7. Voorspatscherm links
8. Voorportier links
9. Buitenspiegel links
10. Achterportier links
11. Dorpels links
12. Achterspatscherm links
13. Achterruit
14. Kofferdeksel
15. Achterlichten
16. Achterzijde
17. Achterspatscherm rechts
18. Achterportier rechts
19. Voorportier rechts
20. Dorpels rechts
21. Buitenspiegel rechts
22. Voorspatscherm rechts
23. Wielen
24. Brandstofklep
25. Antenne
Interieur:
Opmerkingen:
45

46. Transportschadeformulier bij aflevering nieuwe auto
Je moet dit formulier volledig invullen:
Merk: ..................................................................................
Type: ..................................................................................
Chassisnummer: ....................................................................
Kleur: ................................................................................
Aantal portieren: ..................................................................
46

47. 47

48. Colofon
Deze uitgave kwam tot stand in opdracht van de Innovam Groep en
Platform vmbo-voertuigentechniek.
Realisatie
Communicatiebureau Hiepractief, Rotterdam
Ontwerp en lay-out
P.51 Ruud Franken/Chrisjan van Tiggelen
48