2. Begripsdefinitie Bestuurskunde is de wetenschap die Openbaar Bestuur bestudeert. Openbaar bestuur is het geheel van structuren en processen dat met behulp van bindende beslissingen richting geeft aan maatschappelijke ontwikkeling. Bindende beslissingen houden in dat niemand zich in principe hieraan kan ontrekken. In uiterste instantie geweld. Alleen de staat.Ook de overheid is aan regels gebonden. Deze beschermen burgers.Openbaar bestuur maakt regels en is ook aan regels gebonden.
3. Link met andere wetenschappen: Politieke wetenschap Juridische wetenschap Sociale wetenschap Economische wetenschap
4. Begrippen continued Politieke ambtsdragers. Ambtenaren. De drie machten binnen openbaar bestuur zijn : Wetgevende macht : DNA Uitvoerende macht : Regering (politieke ambtsdragers en ambtenaren ) Rechterlijke macht : Rechters en het Openbaar Ministerie Vierde machtambtenaren?
5. Begrippen cont’d De publieke sector bestaat uit het openbaar bestuur en de privaat rechtelijke organisaties ( VSB, Consumenten bond, Politieke organisaties. Deze nemen geen bindende beslissingen) De particuliere sector bestaat uit o.a. religieuze organisaties, pressie groepen etc...
7. Arbeidsorganisatie Personeel binnen openbaar bestuur: Ambtenaar Verschil met medewerkers van een particuliere organisatie: Aanstelling van een ambtenaar is een eenzijdig besluit dit betekent dat de ambtenaar ontslag moet vragen. Ontslag mag alleen op een beperkt aantal wettelijke vastgestelde gronden Ze worden benoemd voor bepaalde tijd of vast. ( Deze bescherming dient om te grote invloed van de politiek op de ambtenarij tegen te gaan)
8. Functiesbinnen O.B. Het openbaar bestuur kent vele functies: Minister Directeur Onder Directeur Beleidsmedewerker Overige staf
10. Beleid Het werken aan de realisatie van doelstellingen, volgens een tijdsplanning en met de inzet van bepaalde middelen. Met beleid geeft het OB richting aan maatschappelijke ontwikkeling. Overheidsoptreden dient om een probleem op te lossen. Planning is belangrijk.
11. Beleidsfasen Overeenstemming over de doelstelling en de instrumenten van beleid en een goede samenhang tussen beleidsmaatregelen kunnen worden bereikt door het beleid stap voor stap tot stand te brengen. De fasen: Agendavorming Beleidsontwikkeling en besluitvorming Beleidsvoering Beleidsevaluatie Toezicht
12. Agendavorming Agenda vorming is uiting van democratie. Probleem : de gewenste situatie komt niet overeen met de huidige ( ervaren) situatie. Problemen -> subjectief: Verschil: collectief probleem versus maatschappelijk probleem. Wanneer het in bredere kringen wordt ervaren als een probleem.
13. Agendavorming cont’d Invloed op beleid: Politieke Partijen: bijzondere invloed ( pol. Ambtsdragers) lid van een partij. Pressie groepen Vakbonden ( Lobbyisten)
14. Agendavorming cont’d Plaatsen van agenda vorming: Vergaderkamers Conferentie zalen Massa media In de fase van de agenda vorming is communicatie tussen het openbaar bestuur en maatschappij groot.
15. Beleidsontwikkeling Beleidsontwikkelen is oplossen. Er wordt een beleidstheorie opgesteld zo dat er een besluit genomen wordt over het te voeren beleid. Beleidsmakers creëren draagvlak voor maatregelen. Hiertoe worden voorstellen in bredere kring besproken. Bij beleidsontwikkeling hebben adviesorganen een belangrijke rol.
16. Beleidsontwikkeling cont’d Beleidstheorie: Is de basis van beleid. Het omschrijft het probleem zo duidelijk mogelijk en geeft de oorzaken aan. Als de oorzaken bekend zijn is het probleem voor een deel opgelost. Men maakt dan een keuze van instrumenten. Het definieren van een probleem geeft vaak aan wat de oorzaak van het probleem is en wat de oplossing van het probleem is. Het is van belang dat oorzaken beinvloedbaar zijn. Een beleidstheorie maakt gebruik van kennis van de werking van instrumenten. Bij het inzetten van instrumenten zijn bevoegdheden en kosten van belang.
17. Beleidsontwikkeling cont’d Ambtenaren werken aan de beleidstheorie en de Politieke ambtsdragers beslissen welke beleidsmaatregel genomen wordt. Pressie groepen voeren niet alleen problemen aan maar hebben ook oplossingen voor die problemen en die dragen zij aan.
18. Beleidsontwikkeling cont’d Beleidstheorie: Probleem definitie Oorzaken van het probleem Verhouding tussen beinvloedbare oorzaken en beschikbare instrumenten Doelstellingen Plan van aanpak.
19. Beleidsontwikkeling cont’d Knelpunten beleidsontwikkeling: Meningsverschil over de probleem definitie Geen/ weinig informatie probleem en werking beleidsinstrumenten. Geringe beschikbaarheid instrumenten ( effectieve) Doelstelling onduidelijk Onvoldoende maatschappelijke draagvlak voor beleid Politieke ontwikkeling om besluit te nemen.
20. Beleid Eisen beleid. Doeltreffendheid Doelmatigheid Beleid moet effectief en efficient zijn. Het doel van beleid moet bekend zijn: Nadrukkelijk geformuleerd Kenbaar
21. Beleidsinstrumenten Beleidsinstrumenten zijn: Middelen waarmee het openbaar bestuur probeert om maatschappelijke ontwikkeling zo te beinvloeden dat daarmee een gewenste situatie wordt gerealiseerd. Instrumenten: Juridische Economische Communicatieve
22. Besluitvorming Binnen bestuursrecht geldt dat beslissingen met rechtsgevolgen worden genomen door een orgaan. Wetten en andere officiële besluiten worden door bevoegde organen genomen. Deze worden door de volkvertegenwoordiging / DNA genomen. Dagelijkse besluiten z.a. het toekennen van een subsidie, vergunning of uitkering worden genomen door executieve organen.
23. Besluitvorming cont’d Ideaal zou het zijn als de volksvertegenwoordiging alle besluiten nam vanwege het feit dat zij door de burgers is samengesteld ( zeggenschap van de burgers over bestuur).In de praktijk is dat onmogelijk, daarom zijn tal van besluiten de bevoegdheid van andere organen geworden. De drie meest voorkomende vormen voor het geven van deze bevoegdheid zijn: Attributie Delegatie Mandatering
24. Motie uitspraak van DNA b.v. aan de regering om probleem aan te pakken.Hetgeeft geen juridische betekenis dus kan de regering het naast zich neerleggen. De motie van wantrouwen: Wanneer het wordt aangenomen geeft de volksvertegenwoordiging aan geen vertrouwen te hebben in de regering.
25. Motivering en motivatie Motivering: Is de reden die een bestuursorgaan geeft om een besluit te nemen en het zo te nemen.Demotivering moet aannemelijk zijn, moet draagkrachtig zijn. Motivatie:Mensen moeten gemotiveerd zijn om hun werk te doen. Arbeidsmotivatie. Een besluit kan gemotiveerd en voorzien zijn van een motivering.
26. Openbaarheid Een ander voorwaarde bij besluitvorming is openbaarheid. Besluiten( en aanvragen) die invloed hebben op iedereen of op niet bijvoorbaat bekende belanghebbenden worden in het staatsblad van de Republiek Suriname gepubliceerd. De overheid beschikt over veel stukken ( papier en digitale documenten) die dienen als hulpmiddel voor het vragen en bieden van verantwoording. Een goed archief is daarom van belang.v.b. project BiZa.