2. some and any Gebruik: enige / enkele / een paar Some: bij bevestigende zinnen He wants tobuysomesweets. Any: bij ontkennende zinnen Shedoesn’t have anyfriends.
3. some and any LET OP: vragen met some en any Some: bij vragen waarop je ‘ja’ als antwoord verwacht Wouldyoulikesomemilk in your tea? Je verwacht dat de persoon aan wie je de vraag stelt inderdaad melk in de thee wil
4. some and any LET OP: vragen met some en any Any: bij vragen waarvan je niet weet of het antwoord ‘ja’ of ‘nee’ is Is thereany cake left? Je weet niet of er nog cake over is
5. some and any Samenstellingen: Somebody / Someone Anybody / Anyone Something Anything Somewhere Anywhere Personen Ook hierop zijn de some en any regels van toepassing Dingen Plaatsen
6. some and any CONCLUSIE: Some: - bij bevestigende zinnen - bij vragen waarbij je ‘ja’als antwoord verwacht Any: - bij ontkennende zinnen - bij vragen waarvan je niet weet of het antwoord ‘ja’ of ‘nee’ is
7. some and any Phil is watching on … on TV. something 2. Can you see Simon … ? anywhere 3. My little sister doesn't eat …with carrots. anything 4. My dad is … who doesn't go near a dog. somebody/someone 5. The accident happened … near our school. somewhere
8. some and any 6. Does … speak Japanese? anybody/anyone 7. … will wait for you at the station. Somebody/Someone 8. Your cup is … in the kitchen. somewhere 9. Do you … need help? some 10. I bought … cheese in the shop. some