2. Samenvatting The Shallows
In het eerste hoofdstuk ‘Hal en Ik’ vertelt de schrijver zijn ervaringen met het net, met zijn eerste pc die
als tekstwerker fungeerde en hoe hij hier door veranderde.Hij begon zelf ook als een tekstverwerker te
denken en te werken. Dit hoofdstuk sluit hij af met de bewustwording dat zijn hersenen nog hongerig
naar informatie waren, maar wel veranderd zijn.
‘Of ik nu online ben of niet, mijn hersenen zijn er op ingesteld dat ik informatie verwerk op de manier
zoals het net die verspreidt: in een snel bewegende stroom van deeltjes. Ooit was ik een diepzeeduiker in
een zee van woorden, Nu glijd ik over de oppervlakte als en jetskier.’
Hij sluit hier af met‘I missed my old brain.’
De titel van het hoofdstuk ‘De Vitale Paden’ geeft al weer waar dat deel van het boek over gaat, het zijn
de paden die bewandeld zijn door onderzoekers die de basis legde voor dit boek. In het tweede
hoofdstuk gaat hij door op dit fenomeen, door het voorbeeld Nietsche erbij te halen. Zijn teksten gingen
van diep proza naar telegramstijl achtige typen. Verder wordt SigmundFreud met zijn theorie dat
hersenen niet veranderen aangehaald: ‘het beton wordt in onze jeugd gegoten en dat is op ons 20 e hard
geworden.’Wat in dit boek wordt tegen gesproken. Hierna gaat hij in op de experimenten van Merzenich,
deze bracht een chip in bij apen die precies waarnamen wat de hersenen waarnamen. Hierna verwoestte
hij een zenuw in de hand en nadat deze lukraak is teruggegroeid krijgen de hersenen verkeerde signalen
binnen. Na enkele maanden worden deze signalen weer correct geïnterpreteerd. Conclusie, het brein past
zich aan. Een blinde krijgt een beter gehoor.
Veel voorbeelden komen voorbij van technische producten die in de loop van de jaren zijn ontwikkeld en
onderdeel maken van ons leven. Een voorbeeld is de klok, deze is in de loop van de tijd steeds verder
ontwikkeld en bepaald een deel van ons leven. De klok heeft het begrip ‘tijd’ veranderd en de manier hoe
wij denken over de tijd. Veel technologieën waren er al lang voordat wij er zelf waren en tegen veel van
deze kan je geen ‘nee’ meer zeggen, je moet er in meegaan. De basisvorm van de hersenen is al 40.000
jaar niet veranderd maar ons gedrag en hoe we reageren op bepaalde dingen is nog wel veranderd. Er is
al bewijs dat je hersenen bepaalde veranderingen kan ondervinden, er is namelijk bewezen dat mensen
die een zintuig verliezen(bijvoorbeeld blind worden) juist beter worden met hun andere zintuigen.
Een ander stukje technologie was ‘het schrift’. Dit ontstond vele jaren geleden in een heel andere vorm
als nu. Het begon niet met boeken en papier maar met schrijven op stenen. Later ontwikkelde dit zich
door het vinden van nieuwe middelen tot papier en boeken. Toen dit populairder werd moest men
getraind genoeg zijn om zich volledig te kunnen concentreren op het lezen van een stuk tekst. Deze
concentratie kracht had men al vergaard bij de vele oude beroepen als jager of visser. In deze beroepen
was een zeer goed concentratie vermogen nodig.
De ontwikkeling van het schrift ging hard en er ontstonden vele nieuwe soorten teksten en vele nieuwe
lezers. Hiernaast ontstonden er ook vele nieuwe woorden. Intelectuele boeken en denkwijzes die later
verschenen waren alleen maar mogelijk door veranderingen in lezen en schrijven. De schrijf revolutie van
toen is de computer revolutie van nu.
Lee de Forrest is uitvinder van de Audion, de eerste electronische versterker. Na het behalen van de
universiteit van Yale hield hij zich bezig met de technologien van radio en telegrafie. Audion was het
eerste apparaat dat de intensiteit van elektriciteit nauwkeurig kon meten.
De Forrest was echter niet heel trots op zijn uitvindening, hij was blij dat het na geslacht met de
problemen kwam te zitten en niet zijn generatie.
De computer, een medium van zeer algemene aard. Hiermee wordt bedoeld dat de computer per
persoon geprogrammeerd kan worden. Hiermee wordt ingespeeld op de massa met persoonlijke doelen.
De computer kon je alles al laten doen, het enige wat het tegenhield was de tijd die het er voor nodig
had. Toen die snelheidsbeperkingen werden opgeheven was er alles mogelijk via de computer. Zo
3. daalden ook de kosten van opslag en dat gaf een nieuwe wending aan het persoonlijk opslaan van foto’s.
Fotoboeken verdwenen en de foto’s werden opgeslagen op geheugenkaarten. Na de opslag werd het
mogelijk om geluiden af te spelen die al snel resulteerde in complete nummers. Nadat ook de video was
opgenomen in de computer was z’n beetje alles mogelijk, er kwamen diredemensionale spellen, films
werden afgespeeld, enz. Hierna werd door het internet mogelijk om databases beschikbaar te stellen.
Hieruit ontstonden, youtube, wikipedia, flickr en vele blogs. Ook kwamen mensen in contact met
facebook,twitter,myspace, enz. Met al deze nieuwe mogelijkheden steeg ook het aantal uur wat men
doorbracht op het internet. In 2009 waren ze gemiddeld 12 uur per week online, naar 19 uur per week.
Het boek kan het beste op tegen de moderne media. Het boek heeft verschillende voordelen ten opzichte
van de computer. Het kan mee naar het strand, je kan er op morsen, op zitten zonder dat het kapot
gaat. Ondanks dat de meeste mensen het fijner vinden om uit een echt boek te lezen stijgen de e-
readers in populariteit. Door de verbeterde technologieën stijgt de afzet van e-books ten opzichte van het
aantal echte boeken. De nieuwe generaties e-readers en dan vooral de Kindle is slecht voor het huidige
boek. Zulke gebruiksvriendelijke e-readers kunnen de opgelopen schade enig herstellen. Toch blijft er
twijfel over of een boek te vergelijken is met een e-reader. Christine Rosen van Ethics and Public Policy
Center onder ging het zelf. Het lezen was niet onaangenaam maar toch was ze afgeleid en ging dwalen
over Wikipedia. De manier hoe we boeken lezen zal veranderen en dus ook de beleving.
Niet alleen het boek veranderd, maar ook de schrijvers en hun manier. Ze bestond in Japan in 2007 de
top 3 best verkochte romans uit boeken die ontstaan waren uit smsjes. Ander voorbeeld is dat O’Reilly
Media een boek via Twitter heeft uitgebracht. De lineaire verhaallijn van boeken zal verdwijnen en er zal
meer interactie komen tussen de lezers. De technologische ontwikkelingen zullen de afstand tussen de
schrijver, die de woorden op papier zet en de lezer die de gedrukte woorden leest verdwijnen.
Echter vindt Clay Shirky, digitale media deskundige aan de universiteit van New York dat de verdwijning
van het boek wordt gedramatiseerd. ‘’Het oude gebruik van het boek was een neveneffect van het leven
met armoedige toegang.
In het hoofdstuk ‘The Jugglers Brain’ zegt Carr dat het internet door middel van een ‘hogesnelheidslijn’
heel snel reacties en beloningen (‘positieve versterkingen’) kan aanbieden, die het herhalen van fysieke
en mentale acties aansporen. Het internet heeft zoveel verschillende aspecten en is in zoveel manieren
van technologie, communicatiemiddelen, entertainmentvormen, et cetera vertegenwoordigd, dat het
bijna onmogelijk is het internet niet te gebruiken. De positieve versterkingen die Carr aanhaalt zijn de
dingen die de mens zo aanspreekt aan het internet. Dit kunnen bijvoorbeeld sociale media, de snelle
toegang tot de actualiteit en het versimpelen van het dagelijks leven zijn.
Verder is een opvallende uitspraak dat ‘het net onze aandacht grijpt, om diezelfde aandacht daarna te
verspreiden’. Hij bedoelt hiermee dat er zoveel mogelijkheden zijn op het internet, dat het makkelijk is
om te verdwalen tussen alle opties. Carr gaat zelfs zo ver dat veelvuldig gebruik van het internet
neurologische effecten en veranderingen in het menselijk brein veroorzaakt. Daarnaast heeft hij het over
de verschillen tussen het lezen van boeken en het bekijken van websites. Het brein zou volgens hem
andere patronen vertonen bij het opnemen van informatie online of via een boek.
James Flynn heeft onderzoek gedaan naar de stijging van het IQ van de mensheid. Ook het internet
zorgt voor een stijging van het IQ volgens velen. Maar dit ligt dit niet aan de technologische
ontwikkelingen zoals het internet.
Er wordt beweerd dat we niet slimmer zijn dan onze ouders of onze overgrootouders ondanks het stijgen
van het gemiddelde IQ, maar we zijn slim op een andere manier. We leren anders te reageren op een
nieuwe set problemen. Dit door veranderen, bijvoorbeeld visueel zoals het internet. Onder andere het
internet zorgt er voor dat we geen ‘betere’ hersens hebben, maar ‘andere’ hersenen.
Aan de hand van vroegere onderzoeken wordt er gezegd dat het internet een machine is die ontworpen
is voor het efficiënt vinden van informatie in het perfecte algoritme. Google neemt het denk werk over
door alles systematisch te ordenen. Mayer zegt: Google maakt mensen een groter onderdeel van de
4. grote machine. Larry Page bedacht onder zijn schooltijd een zo effectief mogelijk systeem voor de
website van Stanford, met bijvoorbeeld dat een document met meer in en uitkomende links effectiever is
als een site die deze weinig heeft. Met hulp van een investor is het idee uiteindelijk toegepast op het
algemene web. Door middel van het toepassen van Google Adwords kon er ook geld verdiend gaan
worden met Google. Nieuwe doelstellingen van Google zijn het nog sneller beschikbaar maken van
informatie en het nog meer optimaliseren van de zoekresultaten. Het doel van Google is niet alleen
zoveel mogelijk Adwords inkomsten, maar zoveel mogelijk klikken per bezoeker zodat de informatie
vergroot wordt. Te vergelijken met hotdogs en mosterd, dus zo veel mogelijk additionele producten.
Google begon ook met een digitale bibliotheek, waarbij copyright rechten nog al eens een rol in speelde.
Op het gegeven moment was het niet tegen te houden en bleef de database groeien. Waardoor Google
een soort monopolie positie creëerde. Volgens critici blijft Google in zijn eigen goedheid geloven, maar
beheersen ze intussen de digitale boekenwereld en blijft het draaien en commercialisatie. Er wordt een
vergelijking gemaakt met welke invloeden boeken vroeger hadden, wat in deze boeken stond werd door
iedereen aangenomen en gebruikt alsof er geen andere mogelijkheid was. Er is een overload aan
informatie beschikbaar. ‘Hedendaags is er meer informatie beschikbaar als van te voren, maar er is
minder tijd om er gebruik van te maken en met name om een diepe reflectie te geven. Morgen zal dit
niet veranderd zijn’ Dit veranderd dan ook het hele lezen, eerst was het natuurlijk en nu mechanisch.
Page zegt dat een menselijk brein niet meer dan 600 megabytes bevat, waardoor systemen als Windows
groter zijn, waardoor deze ook slimmer zijn. Onder andere Google zorgt er voor dat het brein van de
mens meer op die van een machine gaat lijken. Omdat mensen niet kunnen denken als een computer,
nemen programma’s als Google dit over. Een menselijke gedachte zou dan ook door een machine
nagemaakt kunnen worden. Kortom is Google geen god of satan. Het oprichten van Google is niet met
het doel gedaan om de mensen te slim af te zijn, maar de opvatting dat mensen aanleiding geeft tot het
verlangen van iets dergelijks.
Er wordt geopend met een historie van hoe geheugen en gedachtes over herinneringen zijn veranderd in
de loop van de tijd. Calculators hielpen studenten te leren over diepe wiskundige concepten omdat er
werkgeheugen vrij werd gemaakt. Het internet aan de andere kant forceert een gebruiker voor het
maken van een keuze maar zorgt ook voor afleidingen. Kortom het opzoeken van een feit op het internet
belast het menselijk werkgeheugen en maakt het daardoor moeilijker om iets te leren, omdat de hersens
minder middelen heeft te besteden aan geheugenvorming.
Velen zeggen dat het internet hersenruimte bevrijd om hoger te kunnen denken, omdat feiten kunnen
worden opgezocht in plaats van worden opgeslagen. Maar daartegen over staat dat het minder praktisch
denken lijdt tot zwakkere herinneringen. Mensen hebben geen praktische limiet, voor het aantal
geheugens dat bewaard kunnen worden. Er wordt dus geen ruimte bespaard door ‘niet echt’ iets te
onthouden. Een groot deel hiervan wordt ook al vervuld door het werkgeheugen.
De schrijver was eerst erg actief op het internet tot aan zijn verhuizing naar een afgelegen gebied waar
het internet slecht is. Hierdoor kwam hij minder in aanraking met het internet en besefte hij dat hij meer
zijn eigen gedachten kon ‘beheersen’. Hij begon zich daarom af te vragen welke invloeden en
veranderingen het internet met zich meebrengt.
In het laatste hoofdstuk ‘A Thing Like Me’ gaat het over een computerprogramma genaamd ELIZA. Het is
bedacht door MIT professor Weizenbaum in de jaren ’60. Weizenbaums uitvinding zou in staat zijn om op
alles waar een mens maar over zou kunnen praten een antwoord te hebben. Dit ging via getypte
berichten die via een computer heen en weer werden gestuurd. Het bestond uit vragen en reacties die
terug zouden kunnen komen in een gesprek tussen een patient en een psycholoog. Verrassend genoeg
kreeg het programma veel publiciteit binnen de MIT campus. Het meest verrassende was nog hoe intens
de gebruikers ingingen op het software programma. Er is een geval bekend waarin een studente het
5. ELIZA programma gebruikte en de dienstdoende leraar verzocht om het lokaal ter verlaten, omdat zij zich
schaamde voor de intimiteit van het gesprek met de computer. Weizenbaum begon zich daardoor te
realiseren dat het kortstondige gebruik van het programma al leidde tot waanideeën bij gewone, normale
mensen. Het gegeven dat dit alles zich afspeelde in de jaren ’60, maakt het zeker een item nu de mens
dagelijks met de hypermoderne technologie van tegenwoordig te maken heeft.
Belangrijkste boodschap van het boek
Het belangrijkste punt dat naar voren komt is dat internet gevaarlijk is voor het brein. Het boek is een
vervolg op het artikel dat Nicholas Carr voor ‘The Atlantic’ schreef: ‘Is google making us stupid’. Net als
computers en andere technologische producten blijkt uit onderzoek dat het menselijkbrein
(her)programmeerbaar blijkt te zijn. Dat heeft zijn voordelen maar ook nadelen.
Positieve punt is dat wanneer je een zwakke eigenschap hebt die kan compenseren met andere
eigenschappen zodat je niet verloren bent.
Helaas heeft alles een keer zijde. Het feit dat de hersenen programmeerbaar blijken te zijn is ook juist
het zwakke punt. Je kan de hersenen ook verkeerd programmeren. Het net tast je spanningsboog aan,
minder lang kunnen concentreren en minder onthouden het gevolg. Ook de capaciteit van het kunnen
onthouden vermindert door een overflow aan informatie. Het internet heeft dus schadelijke gevolgen
voor de hersenen omdat die zich aanpassen aan de informatie stroom die het gevoed krijgt.
Mening over het boek
In het boek The Shallows wordt wat ons betreft op een kritische manier naar de ontwikkeling en het
gebruik van het internet gekeken. Schrijver Nicholas Carr geeft behalve een beschouwing van diezelfde
ontwikkeling, ook op slinkse wijze zijn mening. Soms lijkt het boek wat in het grijze gebied tussen
objectiviteit en subjectiviteit te zitten. Daardoor is het bij tijd en wijle redelijk vaag en vraag je je als lezer
af of de schrijver zijn mening wel met daadwerkelijke feiten onderbouwd, of dat hij de werkelijkheid wat
verdraait om die mening kracht bij te zetten. Desondanks is het goed om zo nu en dan een boek als dit
te lezen, want vaak wordt het internet juist ten onrechte boven alles verheven. Met dit kritische boek
komt er wat evenwicht, doordat je als lezer nu eens op de nadelen wordt gewezen.