3. Thema analyseren
Thema-traditie In wat voor traditie past dit verhalend/ abstract; komedie; tragedie; absurd;
thema/toneelsoort? episch drama; naturalistisch drama
1. expositie: de uiteenzetting van wat
voorafgegaan is om wat volgt te kunnen
begrijpen;
2. intrige: de verwikkeling, de ontwikkeling
van een probleem wordt geschetst;
3. climax: hoogtepunt van de
spanning (door het toespitsen van het
Thema-ontwikkeling/ Hoe ontwikkelt zich het verhaal conflict);
Verhaallijn/ Plot /personages gedurende het spel 4. catastrofe/ontknoping: het begin van
de ondergang van de held/ of de oplossing
voor het probleem;
5. peripetie: de beslissende wending en de
afwikkeling.(point of no return)
Functie personages Wat is de functie van de personages in Protagonist, antagonist, bijrol, figurant
het stuk
4. Theater analyseren
FORMELE THEATER ASPECTEN INHOUDELIJKE THEATER ASPECTEN
THEATRALE LAAG/ MIDDELEN THEATRALE SAMENHANG NARRATIEVE LAAG SY MBOLISCHE LAAG
REGIE
ACTEURS REGIE-
ACTEERSTIJL TIJD BETEKENIS
RUIMTE /ZAAL ENSCENERING VOORSTELLING
DOEL OPVATTING FUNCTIE
CONTRAST
Regie
Beweging/houding Naturalistisch Tijdspanne
Locatie Betekenis van het Doel Thema beschouwers- levensbeschouwelijk
Decor-soort
regisseur/dramaturg/
licht contrast stuk perspectief
Enscenering Tijdservaring schrijver Thema-traditie Esthetisch
Mimiek Mechanisch speelruimte / Decor/ Rekwisieten
Spel-contrast speelvlak,
Betekenis van de kunstenaars-
Stemgebruik Melodramatisch enscenering Doel opdrachtgever perpectief
Thema-ontwikkeling/ Politiek
Ruimte-contrast podium Verhaallijn/ Plot
Licht
Kostuum/ Subtekst Relatie Doel - tijd Economisch
Kleurcontrast plaats van het publiek
Grime/Kapsel Geluid/ muziek Functie personages
Tegenkleur Educatief
Visuele Media
Innerlijke monoloog Recreatief
mise-en-scène
Vervreemding
7. Actie Tomaat
In de toneelwereld was steeds meer kritiek op de overheid-bemoeienis. Het subsidiesysteem
zorgde voor te elitair theater dat maatschappelijk engagement miste.
In 1969, tijdens de premiè re van De Storm van Shakespeare door de Nederlandse Comedie
onder regie van Han Bentz van den Berg, gooiden Lien Heyting en Ernst Kats van de
Amsterdamse Toneelschool tomaten naar de acteurs
8. Werktheater
Het Werktheater is ontstaan in 1970 na de
vernieuwingen ten gevolge van Actie Tomaat.
In grotendeels geïmproviseerde voorstellingen
zonder decor sneed het collectief van toen
maatschappelijke thema’s aan.
De voorstellingen werden vooral gespeeld op
locatie. De speelstijl van Het Werktheater
werkte door in de volgende acteursgeneratie
9. Dogtroep
Artistieke grondprincipes
•Interdisciplinair: mix van muziek, beeld en actie
•De medewerkers zijn zelfstandig, de artistiek leider draagt uitgangspunten aan,
hakt knopen door en brengt de verschillende elementen samen.
•Lokatie-toneel de architectuur van de speelplekken en het daar aanwezige publiek
zijn uitgangspunten voor de voorstelling.
•De optredens zijn landschappelijk. Het publiek kijkt rond. Er wordt geen vaste
betekenis gedicteerd.
•Spelers musici en technici vormen gezamenlijk het theaterbeeld, waarbinnen er
voortdurend niveau verschuivingen zijn waarin technici of muzikanten de
centrale actie over nemen van de spelers en vice versa.
•Het spel wordt niet vastgelegd in een repetitie proces. Binnen een zorgvuldig
uitgewerkt scenario van acties en cues is elke speler vrij te reageren op onverwachte
gegevens van het moment.
11. De Verzuiling de clubjes-mentaliteit van de jaren ’50/ ’60
POLITIEK RELIGIE
Katholiek
Gereformeerd
Vrijzinnig Protestant
12. De Verzuiling de clubjes-mentaliteit van de jaren ’50/ ’60
POLITIEK RELIGIE
Socialisme Liberalisme Religie
Katholiek
Gereformeerd
Vrijzinnig Protestant
13. De Verzuiling de clubjes-mentaliteit van de jaren ’50/ ’60
Socialisme Liberalisme Religie
14. Het Engagement de clubjes-mentaliteit van de jaren ’50/ ’60
Politiek Liberaal Algemeen
Paul van Vliet Toon Hermans
Wim Kan
Henk Elsink Wim Sonneveld
15. Cabaret De Franse Revue
Frankrijk als uitgangspunt
De franse “revue” als uitgangspunt voor de Nederlandse
Cabaret-scene
Veel Nederlandse cabaretiers uit de jaren 60/70 maken
cabaret naar Frans model, waarbij liedjes met een stukje
“Stand-up” comedie wordt gecombineerd.
16. Cabaret De “ONE-man”show
Bekendheid kreeg Hermans door zijn
Toon Hermans
formule van de onemanshow, een
voorstelling door één man uitgevoerd
(weliswaar ondersteund door een paar
muzikanten), die hij als eerste in het
Nederlandse taalgebied introduceerde
Hoewel zijn werk vaak als cabaret
beschouwd wordt, is het dat eigenlijk niet.
Hij beschouwde zichzelf als een clown, en
dat is waarschijnlijk de meest juiste
typering. Het was pure kolder, omlijst door
liedjes waarin het leven geprezen werd, of
die ook kolderiek waren. Zijn shows waren
op geen enkele manier gebonden aan de
actualiteit (een kenmerk van cabaret, en
zelfs zijn eerste op tv uitgezonden show
(uit 1958) doet in de 21ste eeuw nog fris,
en geenszins gedateerd aan.