3. Musica Sacra Maastricht 2012 1
inhoud
Riten & Rituelen artikelen
• Maastricht, dé stad
voor Festival Musica Sacra 2
lieke wijnia
Anno 2012 zijn Riten en Rituelen niet weg te denken uit onze maatschappij. • Rite, rede en religie 6
Kenmerkend is de herhaalde symbolische handeling en het openbarende marietje kardaun
karakter ervan. Rituelen veroorzaken veelal een opmerkelijke versterking van • Van Festival Religieuze Muziek
het gemeenschapsgevoel. naar Musica Sacra Maastricht 10
lieke wijnia
Vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw ontstond er echter een duidelijke • Monumenten als decor 16
crisis van het ritueel. Zeker de West-Europese christelijke rituelen verdwenen meyke houben
uit de samenleving door de sterk afnemende deelname daaraan. Het ritueel • Festival Musica Sacra
kreeg een negatieve lading, al wezen auteurs op het ontstaan van protest- Maastricht: Van het eerste uur 18
rituelen. Ook rondom geboorte, huwelijk en dood kondigden zich nieuwe lieke wijnia
vormen van riten aan, zij het soms nog te vluchtig en vaak te vormloos. • Shingon-boeddhisme in Japan 24
heinz-dieter reese
In de jaren negentig zag men plots een grote bloei in rituelen. Een heront- • Kamagurka’s heilige inspiratie 55
dekking? In de overdaad werd chaos, onwetendheid en richtingverlies waar • Kunst en geloof,
genomen: vorm en inhoud vonden elkaar nog niet. Studies over rituelen in het museum als tempel 57
de verschillende cultuurwetenschappen hadden het druk met onderzoek, joost zwagerman
opvattingen en uiteenzettingen. Allerlei oude en nieuwe rituelen verschenen • Sacraal theater:
in het medialandschap. Nu, in 2012, zijn riten opnieuw springlevend in eigen voorbij de grote gebaren 61
tijdse symboolhandelingen. pieter t’jonck
• Le Sette Chiese 64
Musica Sacra Maastricht confronteert de mens van deze tijd met talrijke clemens romijn
uitingen van rituelen, Europees en mondiaal, zowel uit het verleden als het
heden. Rituelen nemen immers een belangrijke plaats in door de wijze
waarop de mens in alle tijden aan de hand van symboolhandelingen vragen in gesprek met…
stelt. Zoals: wie is de mens in deze wereld? Waar gaat het leven heen? Hoe • Ana Mihajlovic 9
sta ik in relatie met de ander of Ander? Wat is doodgaan? Wat zijn symbolen? • Antoine Bodar 14
Wat bewerken ze? Wat doen we met ons verstand als het redeneren stopt? • Peter Missotten 23
Welke communicatie zit verborgen in rituelen? Hoe onthullen en verhullen • Marijn Veeders 54
ze de werkelijkheid?
Colofon 67
Musica Sacra Maastricht geeft ook in deze jubileumeditie geen antwoorden,
maar wel stof tot overdenking in kunstzinnige vormgevingen die verstand,
gevoel en alle zintuigen aanspreken.
festivalprogramma 2012
Dertig jaar op zoek naar een verdieping van onze werkelijkheid via de
kunsten, in confrontatie met de mysterieuze dimensies van het bestaan, pagina 28 do 6
waaraan wij – aarzelend, voorlopig en toch helder – de naam Musica Sacra
Maastricht hebben gegeven. 32 vr 7
De programmacommissie
38 za 8
Sacraliser, c’est faire de la poésie avec de la prose. 45 zo 9
Régis Debray, Jeunesse du sacré (2011) Randprogrammering
& Festivalschema 52
Programma-overzicht 68
4. 2
Maastricht, dé stad voor
Het festival Musica Sacra vindt sinds de eerste editie in 1983 plaats
in Maastricht. Waarom is deze stad zo geschikt voor een festival dat
bepaald wordt door muziek, religie en sacraliteit? Het antwoord is onder
meer terug te vinden in de geschiedenis van Maastricht.
door Lieke Wijnia
onderzoeker aan
Universiteit Tilburg
Maastricht, zoals afgebeeld in Civitates Orbis Terrarum (verschenen tussen 1572 en 1617) van Georg Braun en Franz Hogenberg
5. Musica Sacra Maastricht 2012 3
Festival Musica Sacra
M
aastricht kent vele kerken en (voormalige) kloosters. Ondanks de wisselingen van
machthebbers die de stad regeerden, was Maastricht al vroeg een aantrekkelijke
plaats voor religie. Vanaf 1204 wordt Maastricht, een belangrijke handelspost
aan de Maas, geregeerd door twee heersers: de Hertog van Brabant en de
prinsbisschop van Luik. Deze ‘tweeherigheid’ blijft in stand tot de Franse ver-
overing in 1794. Menig ver- en herovering heeft in deze periode plaats gevonden en de stad
komt achtereenvolgens onder Luikse, Spaanse en Franse heerschappij. Om zich te beschermen
tegen de dreigingen van buitenaf bouwt Maastricht een degelijke stadsmuur; binnen de muur
is het min of meer veilig. Juist die relatieve veiligheid is de reden dat menig klooster zich in de
stad vestigt. Op het hoogtepunt, in de zeventiende eeuw, zijn er 22 kloosters in gebruik. Allen
hebben ze in meer of mindere mate hun sporen in de stad achtergelaten. Maastricht is daar-
naast een pelgrimsoord: pelgrims trekken naar het graf van Sint Servaas, de patroonheilige
van de stad, waar wonderen zouden plaatsvinden.
Heiligdomsvaart
Maastricht kent dus niet alleen een wereldlijke geschiedenis, maar ook een religieuze. Die
religieuze geschiedenis komt onder meer tot uiting in de Heiligdomsvaart, die eens in de zeven
jaar ter ere van Sint Servaas wordt georganiseerd en waarbij zijn relieken aan het publiek worden
getoond. Er bestaat een lange geschiedenis van vieringen rondom deze patroonheilige. Op 10
augustus 1039 wordt de Sint Servaasbasiliek, gebouwd op het graf van de heilige, gewijd. Sinds
dien wordt deze wijdingsdatum jaarlijks gevierd met een zogenoemde kerkmis, waarbij de relieken
aan de kerkgangers worden getoond. Daaromheen worden activiteiten georganiseerd ter vermaak
van de stadsbewoners. Hier komt de verbastering van kerkmis naar kermis vandaan.1 In 1391
is er voor het eerst sprake van de Heiligdomsvaart. Door de geschiedenis heen zijn er perioden
waarin de vaart volop wordt gevierd,
maar ook tijden waarin de religieuze
rijkdommen zorgvuldig achter slot en
grendel worden gehouden en er geen
Op het hoogtepunt, in de zeventiende
festiviteiten plaatsvinden. Vanaf 1829 eeuw, zijn er in Maastricht 22 kloosters
wordt de Heiligdomsvaart ononder in gebruik.
broken iedere zeven jaar gevierd.
Bij gelegenheid van de vijftigste Hei-
ligdomsvaart in 1983 wordt de eerste editie georganiseerd van wat later Festival Musica Sacra
Maastricht zal heten. In dat jaar wil de organisatie van de Heiligdomsvaart de festiviteiten
rondom de feestdag van Sint Servaas uitbreiden en combineren met de plechtigheden van de
processie. De festiviteiten vinden plaats onder de noemer Festival voor Religieuze Muziek. Het
festival wordt georganiseerd door het Cultureel Centrum (nu Theater aan het Vrijthof) en ge-
1
Brochure Heiligdomsvaart 1983, Stichting Het Graf van Sint Servaas, Maastricht 1983, pp.7-8.
8. 6 Rite, Rede en Religie
Rite, rede en religie
door Marietje Kardaun
docent Cultuurwetenschappen
aan de Universiteit Maastricht
Z
oals al vaak is geconstateerd, om te beginnen door Friedrich Nietzsche, bevindt de
westerse cultuur zich in een zingevingscrisis. De bestaande religieuze kaders hebben
hun vanzelfsprekendheid verloren en nieuwe vormen van institutionele bezieling
lijken vooralsnog uit te blijven. ‘God is dood’, zo typeerde Nietzsche de situatie, en
hij voorspelde dat het wel eens heel lang – een paar eeuwen – zou kunnen duren
voordat we deze zware slag te boven zullen zijn. (Met terugwerkende kracht is het verleidelijk
te denken dat Nietzsche in zijn zwartgallige genialiteit de twintigste-eeuwse ideologieën ter
linker en rechterzijde van het politieke spectrum en zelfs de geestelijke kaalslag van het huidige
post-ideologische marktfundamentalisme op een of andere manier al voorzag. In zijn glazen bol
kijkend zag hij een rampscenario voor zich van eschatologisch-apocalyptische proporties. Onder
meer wist hij tot in de details te voor pellen hoe de mensheid zou lijden onder de tirannie van
s
inhoudsloze rationaliserings rocessen en de machtswellust der kleine bureaucraten die hun gebrek
p
aan geest compenseren door alles en iedereen aan hun perverse regelzucht te onderwerpen.)
Toch is het maar de vraag hoe diepgaand die westerse zingevingscrisis nu werkelijk is. God mag
dan officieel zijn doodverklaard, mensen staan ‘s ochtends toch gewoon op, verrichten hun
dagelijkse bezigheden en houden van hun kinderen. En in Maastricht is het ook gewoon ieder
jaar weer carnaval.
Misschien kunnen we in plaats van over crisis beter spreken over religieuze veranderings
processen. Op een bepaald niveau lijkt het christendom zo langzamerhand zijn langste tijd
gehad te hebben. De formele symbooltaal waarmee de kerkvaders de mysteries van het bestaan
probeerden te vangen heeft voor nog maar weinig mensen aantrekkingskracht. Wie loopt er
vandaag de dag nog warm voor de officiële kerkelijke leerstelling dat Jezus twee volledige
naturen heeft, een goddelijke en een menselijke, en dat die twee zowel ongescheiden als on-
gemengd zijn? Toch zijn daar ooit verhitte debatten over gevoerd, toen knappe koppen hun
hersens lieten kraken om de vanouds streng monotheïstische joods-christelijke godsdienst in
overeenstemming te brengen met de feitelijk bestaande praktijk van goddelijke verering die
de mens Jezus ten deel viel.
11. Musica Sacra Maastricht 2012 9
Ana Mihajlovic
Ana Mihajlovic studeerde compositie bij Zoran Eric in Belgrado en vervolgde haar studie bij Louis Andriessen
in Den Haag. Ze componeerde muziek voor musici met verschillende muzikale achtergronden: rock, jazz en
klassiek. Met haar pianoconcert Mundus Sensibilis won ze een eerste prijs tijdens het internationale ‘IRINO
Concours’ in Tokio. Met STRACC werkt Ana Mihajlovic aan het project 13.0.0.0.0. Het Einde der Tijden (zie p.43).
In alle culturen en tijden is bij de mens steeds de notie van de ervaring gehad met oorlog en depressie in de jaren ’90
een mysterieuze dimensie van het bestaan aanwezig in ex-Joegoslavië. Tijdens deze angstige periode heb ik
geweest. De eeuwige worsteling van de mens, om in weinig tijd gehad om te componeren. Ik heb tijdens die
betovering en huiver te kiezen voor zaken die boven periode dan ook slechts enkele werken geschreven.
hemzelf uitstijgen, weerklinkt vandaag scherper dan ooit. Vreemd genoeg hebben die wel veel succes gehad.
Wie de huidige maatschappij bekijkt, zal herkennen hoe
heilige plaatsen, fascinatie en hunker naar het trans- Hoe probeert u deze fascinatie te verbeelden?
cendente de hedendaagse mens bezighouden. Mijn werk is vaak geïnspireerd door kleine of grote mys
teries of fascinaties. Soms is de inspiratie van mijn muziek
Hoe kijkt u hier als kunstenaar tegenaan? al met de titel bekend. Mijn eerste compositie was bijvoor
De oudste vormen van kunst en muziek werden ge- beeld Tarnan, voor fluit en piano. Een tarnan is een ma-
bruikt bij religieuze rituelen of bijzondere gebeurtenissen. gische mantel die je moet dragen om onzichtbaar te zijn.
‘Mysterieuze dimensie’ en ‘betovering’ waren niet altijd Mijn compositie Les Baricades Mistérieuses (voor 15 solo
toegestaan buiten de religieuze context. Maar sinds de strijkers) is geïnspireerd door de mysterieuze grenzen
Renaissance is er veel veranderd: door verschillende ont tussen wat mag en niet mag in onze samenleving. Dit
wikkelingen en ontdekkingen kunnen kunstenaars vrijer jaar heb ik muziek geschreven voor piano en groot orkest:
zijn in hun persoonlijke mening en individuele expressie. Superstitious miniature, waar een bijgelovige pianist af
De hedendaagse mens is nog steeds bezig met de magie en toe op het hout moet slaan, en een bijgelovige dirigent
en met het mysterie. Wetenschappelijk zijn dan wel veel de musici vraagt om van plaats te wisselen, om slechte
mysteries opgelost, de fascinatie en bijkomende emoties geesten te verdrijven. En natuurlijk mijn laatste compo-
blijven een sterke factor in het ontwaken van de men- sitie Zuvuya voor het ensemble STRACC, geïnspireerd door
selijke geest. voorspellingen van de Maya’s.
Vormt deze fascinatie voor u een bron van inspiratie? Kan kunst, zoals religie, een rol spelen bij zingeving?
Fascinatie (in het algemeen) en ontwaakte emoties Die vraag hebben veel filosofen gesteld. Ik denk dat kunst
hebben een belangrijke invloed op mijn werk en mijn – en toonkunst – een grote rol speelt in het welzijn van
muziek. Niet alle fascinaties zijn goed; er zijn ook slechte mensen. Zeker in de zin van ontwikkeling van esthetische
fascinaties, door slechte gebeurtenissen, die resulteren gevoelens. Kunst en toonkunst hebben veel invloed op
in angstige gevoelens. Angst is voor mij een sterke emotie het leven van de mens. Zolang men er respectvol mee
die het leven behoorlijk kan belemmeren. Helaas heb ik omgaat, kan kunst zin en passie aan het leven geven.
12. 10
Van Festival Religieuze Muziek
Festival Musica Sacra Maastricht stelt jaarlijks een zo origineel mogelijk
p
rogramma samen met het gegeven sacraliteit en het gekozen thema
als uitgangspunten. Een verkenning van de filosofie rondom het begrip
sacraliteit en de werkwijze van de programmacommissie.
door Lieke Wijnia
onderzoeker aan
Universiteit Tilburg
S
inds een aantal decennia is er een groeiende aandacht voor nieuwe vormen van reli-
giositeit en spiritualiteit. Dat er minder mensen naar de kerk gaan, wil niet zeggen dat
er minder religieuze behoeften zijn. Er wordt dan ook, naast de institutionele religie,
volop gezocht naar manieren om in deze behoeften te voorzien. De aandacht hiervoor
is zowel in de academische wereld als in populaire publicaties terug te vinden. Bladen als
Happinez en Flow geven op lichtzinnige manier inzicht in de trends op het gebied van individuele
spiritualiteit. Het succes van mindfulness duidt erop dat mensen bewust structuur zoeken in de
hectiek en drukte van het alledaagse bestaan. Ook zijn retraiteweekenden in kloosters bijzonder
populair.
Sacraliteit
Wat deze verschijnselen verbindt, is de zoektocht naar momenten van rust, bezinning of reflectie.
Het concept sacraliteit speelt daarin een belangrijke rol. Sacraliteit kan betrekking hebben op
religie en geloof, maar bijvoorbeeld ook op sport, muziek, politiek of kunst. De essentie van
het begrip ligt in hoe mensen betekenis geven aan de handelingen die verricht worden: het
bijwonen van een voetbalwedstrijd, het opgaan in de muziek tijdens een concert, de betrokken
heid die gevoeld wordt tijdens een politiek debat of de zintuigen die geprikkeld worden tijdens
het zien van een kunstwerk. Voor even afgesloten van het alledaagse leven, met enkel de relatie
tussen het voetbalteam en de toeschouwer, de concertbezoeker en de muziek.
15. Musica Sacra Maastricht 2012 13
bruikersgids van filosoof Alain de Botton.10 De Botton kijkt juist naar aspecten uit de institu
tionele religies die nog steeds van waarde zijn in de huidige seculiere samenleving. Zoals het
samen delen, bij voorkeur met vreemden, van een maaltijd ter bevordering van de gemeenschaps
zin, of hoe musea de esthetische verantwoordelijkheden van de kerk kunnen overnemen met
betrekking tot bijvoorbeeld opdrachtgeverschap voor kunstwerken of tentoonstellingen. De
Botton kijkt op velerlei gebieden naar welke, met religie geassocieerde, gebruiken vandaag
de dag voor de samenleving nog steeds van waarde zijn.
Sacraliteit in het festival
De programmacommissie van Musica Sacra Maastricht richt haar blik op dezelfde wijze op de
maatschappij als bovenstaande filosofen en probeert dergelijke visies te vertalen naar festival
activiteiten. De composities kunnen geïnspireerd zijn door sacrale onderwerpen, maar kunnen
bijvoorbeeld ook in de uitvoering een sacrale ervaring bij de bezoeker teweegbrengen. Uitein-
delijk gaat het om het bieden van geestelijke verdieping door middel van fascinatie of huiver
als tegenwicht voor onverschilligheid.
De ontwikkelingen rondom het concept sacraliteit worden door de programmacommissie van
het festival gretig gevolgd en indien van toepassing meegenomen in de filosofie achter het
festivalconcept. Dit is bijvoorbeeld te zien aan de introducties in de festivalbrochures. Van
concertopsommingen zijn ze veranderd in verhandelingen waarin het thema op filosofische
wijze wordt uitgelegd. Door het volgen van de actuele publicaties is de festivalfilosofie geen
statisch gegeven, maar altijd in ontwikkeling. Werk van bekende componisten wordt afgewisseld
met onbekendere composities, zodat het publiek vooral kan kennismaken en ontdekken. Ook
wordt er ingezet op het aantrekken van bekende ensembles en dirigenten. Iedere festival ditie
e
kent meerdere premières. In het aanbod van een zo breed mogelijk programma kan de bezoeker
zijn eigen weg vinden.
Geestelijke verdieping door middel van fascinatie
of huiver als tegenwicht voor onverschilligheid.
In 1988 hebben de organisatoren van het Euro-Festival voor Religieuze Muziek ervoor gekozen
de naam van het festival te veranderen: Musica Sacra.11 Dit is een Latijnse term, die in de context
van het rooms-katholicisme staat voor liturgische muziek. Maar in het festival wordt deze term
breder opgevat. Dit wordt door de huidige voorzitter van de programmacommissie Jacques
Giesen omschreven als seculiere sacraliteit, die naast de reguliere sacraliteit (gerelateerd aan
institutionele religie) bestaat. Door de keuze voor deze brede benadering kunnen de organisatoren
muziek programmeren van gregoriaans tot hedendaags. Daarnaast programmeert het festival
sinds een aantal jaren meer op het gebied van andere disciplines, zoals dans, film, toneel en
beeldende kunst. Het thema dat door het festival jaarlijks wordt aangesneden is altijd op meerdere
manieren te inter reteren. Door het bieden van perspectieven en het stellen van vragen biedt
p
het festival zijn bezoekers de mogelijkheid om voor zichzelf daar een weg in te vinden, met het
jaarlijkse thema als leidraad en de muziek en andere podiumkunsten als instrument.
6
Emile Durkheim, The elementary forms of religious life, The Free Press (1995, oorspronkelijk 1912).
7
Ronald Grimes, Deeply into the bone. Reinventing Rites of Passage, University of California Press (2002).
8
Jonathan Z. Smith, To take place. Toward theory in ritual, University of Chicago Press (1992).
9
Koert van der Velde, Flirten met God. Religiositeit zonder geloof, Uitgeverij Ten Have (2011).
10
Alain de Botton, Religie voor Atheïsten. Een heidense gebruikersgids, Uitgeverij Atlas (2011).
11
Hierover meer in het artikel Festival Musica Sacra: Van het eerste uur, zie p.18 van dit magazine.
17. Musica Sacra Maastricht 2012 15
Op welke manier leveren kerkelijke rituelen een bijdrage Is er een ritueel dat voor u een speciale waarde heeft?
aan de inrichting van het dagelijks bestaan? De Heilige Mis is het hoogtepunt van de liturgie en dus
Zowel wereldlijke als kerkelijke rituelen beïnvloeden de van alle kerkelijke rituelen. Het is een kunstwerk, een
inrichting van het leven. Zij zijn steeds om zo te zeggen Gesamtkunstwerk, dat ons wordt geschonken en waar
herkenningspunten die continuïteit in de haast en chaos slechts dienstbaarheid past.
van alledag geleiden. We kennen dit uit de rechtszaal,
het voetbalveld, de academische plechtigheid, Prinsjes- Kan kunst dezelfde rol spelen bij zingeving als religie?
dag. Dieper en intrinsieker gaat dit op voor de liturgie. Kunst en godsdienst kunnen beide het leven duiden –
Terwijl wij liturgie vieren, richten wij ons op het vieren elk op eigen wijze. Allereerst muziek, maar ook poëzie,
van de liturgie in de hemel, zoals we ons dat enigszins beleving van ruimtelijkheid en dergelijke kunnen ons
voorstellen op grond van het laatste Bijbelboek, de optillen, zoals ook de natuur dat teweeg kan brengen
Apocalyps. Analoog vieren wij. Tezelfder ijd maken we
t in de jaargetijden, de lichtval, het wonder van de ge-
in de liturgie gebruik van gewone zaken – maar alles in boorte van een kind. Viering van de godsdienst gaat
veredelde zin: woorden en gebaren, het kerkgebouw, altijd gepaard met uitingen van kunst. Zij zijn daaruit
het vaatwerk, het meubilair. Er is dus verbinding tussen zelfs oorspronkelijk geëmancipeerd en zelfstandig ge-
de liturgie en het dagelijkse leven. Wie op zondag een worden. Kunst brengt hetgeen ons te boven gaat op
andere gelovige in de liturgie de vredes roet brengt,
g het spoor. Voor velen is dat voldoende. Voor zingeving
kan onmogelijk door de week die persoon niet vriendelijk ten diepste komt men naar mijn inzicht toch uit bij de
bejegenen. En wie zich gewaar wordt wat het aanzitten godsdienst waarin de dienstbaarheid van de kunst het
aan de Tafel des Heren betekent, zal in de loop van de meest tot haar recht komt.
week ook zijn dagelijkse spijs en drank met een mate
van eerbied en in dankbaarheid tot zich nemen.
Die Erinnerung an das, was sein wird.
Een september-zondagavond.
De Sint Martinuskerk in Wijck, Maastricht.
Een concert.
Een van de concerten tijdens Musica Sacra, 3 of 4 jaar geleden.
Dit concert maande mij tot stilte, tot nadenken, tot een weelde aan geroerd zijn.
Een elixer.
Muziek die ooit eeuwen geleden gecomponeerd werd, klonk deze september-zondagavond als nieuw.
Het deed mij beseffen uit welk een rijkdom wij zijn voortgekomen en hoe die rijkdom vandaag ons leven vullen kan.
Musica Sacra verklankt het gemeenschappelijke geheugen van deze stad, van deze regio van Europa.
Musica Sacra bevraagt die traditie.
Musica Sacra creëert een nieuw geheugen.
MCHvE 2018 wil in haar programma ‘ook’ het verleden, dat wat gemaakt heeft dat we zijn wie we zijn,
onderzoeken en nieuw leven inblazen. Een van de programmalijnen van het Bidbook Maastricht en Euregio
Maas-Rijn samen voor Culturele Hoofdstad van Europa 2018 noemen we ‘Die Erinnerung an das, was sein wird’.
Musica Sacra toont nu reeds tot welk een rijkdom de programmering MCHvE2018 in staat is.
Guido Wevers
Artistiek Directeur MCHvE2018
18. 16
Monumenten als decor
Muziek vormt natuurlijk de hoofdmoot van Musica Sacra Maastricht. Maar behalve een muzikale ontdekkings-
reis biedt het festival de bezoeker ook een kijkje in de roemrijke historie en de eeuwenoude architectonische
pareltjes van Maastricht. De locaties waar de voorstellingen plaatsvinden, zijn met zorg geselecteerd om
de muziek optimaal tot zijn recht te laten komen. En Maastricht heeft meer dan genoeg inspirerende plekken
die naadloos aansluiten op de jaarlijkse festivalthema’s. De stad grossiert in fraaie kerken en kapellen,
maar ook minder voor de hand liggende gebouwen, zoals het Stadhuis of de Timmerfabriek bieden plaats
aan voorstellingen.
door Meyke Houben
O
ver elke festivallocatie valt wel een interessant verhaal te vertellen. Dat ontdek-
ken we als we spreken met VVV-gids Tanja Olivers, die een soort wandeende l
encyclopedie blijkt te zijn. Haar uiteenzetting begint op het Vrijthof, dat met
optredens in de Sint Servaasbasiliek en de bijbehorende Keizerzaal, de naast-
g
elegen Sint Janskerk en het Theater aan het Vrijthof het epicentrum van het
festival vormt. ‘De Sint Servaasbasiliek, beschouwd als een van de oudste Nederlandse kerken,
werd in de zesde eeuw gebouwd op het graf van Sint Servaas’, vertelt Tanja. ‘Rond het jaar
1000 begon de bouw van de huidige Romaanse kerk. Daarna volgden nog twee bouwfases in
de twaalfde en de vijftiende eeuw en twee omvangrijke restauraties in de negentiende en de
twintigste eeuw. Tijdens de uitbreiding van de westbouw in de twaalfde eeuw werd ook de
zogenaamde ‘Keizerzaal’ gebouwd. De naam ‘Keizerzaal’ komt overigens pas voor het eerst
voor in een bedelbrief van het kerkbestuur aan koning Willem III uit 1874. De eigenlijke be-
n
aming is ‘hoogzaal’. De imposante ruimte, die vroeger zichtbaar was vanuit de kerk en waar-
van het middelste deel is overdekt met een koepel, heeft nooit een liturgische functie gehad.
Veeleer is de zaal bedoeld als symbool voor het hemelse Jeruzalem, dat
neerdaalt op aarde. De koepel staat voor de hemel en
verbeeldt de gang van de dode, die opgaat naar het licht.’
Duivel
Het meest in het oog springende kenmerk van de Sint
Janskerk, pal naast de Sint Servaas, is de ossenbloedrode
kleur van de toren. ‘Anders dan veel mensen vermoeden,
heeft de kleur geen symbolische functie, maar dient hij
louter ter bescherming van de mergelsteen’, meldt Tanja.
Keizerzaal Overigens is de toren in de loop der tijd ook geel en wit
geweest en is de rode kleur pas weer aangebracht tijdens de laatste restau-
r
atie in de jaren tachtig van de vorige eeuw.
Schuin tegenover de kerken op het plein bevindt zich het Theater aan het
Vrijthof. De geschiedenis van dit gebouw gaat terug tot de achtste eeuw,
toen op deze plek een palts van de Karolingen en Merovingen zou hebben
gestaan. Overblijfselen daarvan zijn gevonden onder het huidige souterrain
van het theater. In het souterrain zijn ook nog kalkstenen fundamenten te
Sint Servaasbasiliek
19. Musica Sacra Maastricht 2012 17
zien van het Witte Vrouwenklooster, de voorganger van het huidige Generaalshuis.
Tanja verhaalt over een beroemde inwoonster van het klooster: ‘Het was 25 jaar lang
de thuishaven van Marieke van Nimwegen, die volgens de overlevering werd verleid
door de duivel en daarvoor boete deed door in te treden als non. In 1805 werd het
Generaalshuis gebouwd, waar generaal Dibbets zijn intrek nam. Voordat in 1985 de
verbouwing tot theater begon, deed het gebouw onder meer dienst als politiebureau
en huisvesting voor de Duitse soldaten.’
Groene zeep
Een ander niet weg te denken herkenningspunt in het Maastrichtse stadsbeeld is
de Onze Lieve Vrouwebasiliek op het gelijknamige plein. Bijzonder is volgens Tanja
het verhaal van het ‘grand orgue’ dat in de zeventiende eeuw werd gebouwd door
André Séverin uit Luik.
‘Het instrument, een zogenaamd ‘positif à dos’ orgel, dat aan beide zijden kan
worden bespeeld, was zo groot dat het niet in de kerk paste. Voor het installeren van
het houten orgelbalkon moesten enkele altaren worden afgebroken. Nu staat het
orgel op een stenen oksaal (orgelgalerij), dat volgens de overlevering met groene
zeep werd ingesmeerd om het centimeter voor centimeter naar voren te kunnen
schuiven, totdat het op de juiste plek stond.’ De romaanse kerk werd rond 1900
Onze Lieve Vrouwebasiliek
gerestaureerd door Pierre Cuypers en kreeg in 1933 de status van basilica minor.
Behangpapier
Van de talloze religieuze gebouwen die Maastricht ooit telde, heeft een groot deel inmiddels
de oorspronkelijke functie verloren. Neem de neogotische Ursulinenkapel, behorend bij het
vroegere klooster aan de Capucijnenstraat: het altaar, de kerkbanken, het orgel en de heiligen-
beelden staan nog allemaal op hun plek, maar doen geen dienst meer voor eucharistievieringen.
‘De kapel werd in de negentiende eeuw gebouwd door Johannes Kayser in opdracht van André
Claereboets, eigenaar van een fabriek voor behangpapier’, vertelt Tanja. ‘Toen twee van zijn
dochters intraden bij de zusters Ursulinen, schonk hij de kloosterode een kapel. In het klooster,
dat ook enige tijd een lagere school en de MMS huisvestte, zijn nu dertig appartementen ge-
realiseerd voor mensen met een beperking.’
Sinterklaas
Ook de vijftiende-eeuwse Cellebroederskapel, verscholen achter een poort aan de
Brusselsestraat, is tegenwoordig niet meer alleen in gebruik voor religieuze doeleinden.
Het is nu een populaire trouwlocatie en er vinden geregeld concerten plaats. In de
geschiedenis van de kapel is de verandering van functie overigens geen uitzondering.
Het gebouw raakte in de loop van de negentiende eeuw steeds verder vervreemd
van zijn oorspronkelijke bestemming en diende onder meer als gevangenis, brouwerij
en bank van lening. Na de Tweede Wereldoorlog kwam de kapel in bezit van de
Broeders van ‘de Beyart’. Opnieuw heeft Tanja een anekdote paraat: ‘De broeders
hadden de traditie dat ze met Sinterklaas een wens mochten doen, en het is dankzij
de wens van broeder Sigismund Tagage dat de kapel in de jaren zestig volledig werd
gerestaureerd.’
Tijdens Musica Sacra Maastricht bieden de kapel en al die andere speciale locaties
plaats aan bijzondere ensembles, gezelschappen, solisten en koren. Met een tel-
kens variërende monumentale omgeving als decor komen bezoekers niet alleen
oren, maar ook ogen tekort om al het moois in zich op te nemen.
Sint Janskerk
20. 18
Festival Musica Sacra
Maastricht: Van het eerste uur
door Lieke Wijnia
onderzoeker aan
Universiteit Tilburg
Het dertigjarig jubileum is een uitgelezen moment om terug te blikken op het begin
van het festival. Vier betrokkenen van het eerste uur aan het woord.
• Theo Kersten · Directeur Cultureel Centrum (tot 1987)
• Camiel Hamans · Chef afdeling cultuur KRO radio (begin jaren ’80 tot begin jaren ’90)
• Jos Leussink · KRO programmeur klassiek (tot 2002), adviseur programmacommissie (sinds 1985)
• Jos Zwietink · adjunct directeur/hoofd programmering Theater aan het Vrijthof (tot 2004)
In 1983 werd het eerste Euro-Festival voor Religieuze Muziek georganiseerd, in aanvulling op
de activiteiten rondom de zevenjaarlijkse Heiligdomsvaart. Hoe kwam het festival tot stand?
Kersten: ‘Het was eigenlijk vanzelfsprekend om iets met muziek te organiseren. De organisatie
achter de Heiligdomsvaart wilde terugloop in aandacht voorkomen en met extra activiteiten
een breder publiek aanspreken. Er waren toen nog niet zo veel voorbeelden op festivalgebied
in Maastricht. Ik heb veel hulp gehad van lokale mensen die nogal wat van muziek wisten en
zo ontstonden er relaties met lokale gezelschappen en instellingen.’
Hamans: ‘De Heiligdomsvaart was
meer een aanleiding voor het festival.
Na die eerste keer is het festival er van
losgezongen. De eerste edities waren
festivals die over meerdere weeken-
den plaatsvonden, met doordeweeks
elke dag een lunch- en avondconcert.
In 1986 kwam het zwaartepunt op de
weekenden te liggen, twee jaar later
werd de naamsverandering doorge-
voerd en de festivalduur naar één
weekend teruggebracht. Zo werd het
echt een festival waarvoor mensen
naar Maastricht kwamen en hier ook
een paar dagen verbleven.’
Camiel Hamans, Theo Kersten, Jos Leussink en Jos Zwietink
21. Musica Sacra Maastricht 2012 19
Vanaf de eerste editie vinden de concerten plaats in Maastrichtse kerken. Hoe werd het initiatief
door hen ontvangen?
Leussink: ‘De medewerking van de kerken kan ambivalent worden genoemd. Vanuit het Bisdom
werd er op toegezien dat de kerk nooit een concertzaal zou worden. Overdag mochten er
uitvoeringen plaatsvinden, maar de kerk moest nog steeds toegankelijk zijn voor het kerkelijk
publiek. Pas in de avonden, buiten de reguliere openingstijden, mochten er voor het festival
kaartjes worden verkocht. De pastorale en liturgische functies gingen, en gaan nog steeds, te allen
tijde voor. En dat is hun goed recht. Daarnaast leveren we vanaf 1990 bijdragen aan oecumenische
diensten in diverse kerken. Het is toch raar om een weekend lang musica sacra te vieren en dan
niets met de liturgie te doen.’
Zwietink: ‘Omdat de concerten in het begin gratis waren en de deuren van de kerken open
stonden, hadden we altijd volle zalen. Maar een groot deel van het publiek bestond uit toeristen
of toevallige passanten. Slechts tien procent had bewust gekozen om naar het concert te gaan.
Na die eerste jaren groeide het aandeel gerichte bezoekers.’
‘Het is een soort elektrische sfeer,
waardoor je het gevoel krijgt: hier gaat het om.’
In 1985 heeft de KRO een eerste opname bij het festival gemaakt, vanaf het jaar daarna is de
KRO structureel bij de programmering betrokken geraakt. Hoe ontstond die samenwerking?
Hamans: ‘De KRO zocht naar mogelijkheden om aansluiting bij de achterban te vinden. Voor
politiek moest je in Den Haag zijn, regionaal nieuws werd lokaal geregeld. Dus om met onze
roomse wortels aansluiting te vinden in het zuiden, zetten we in op klassieke muziek. Daarbij
stond voor de KRO de bindende waarde van cultuur voorop. Toen de eerste edities de nationale
pers haalden, is het festival ons in het Hilversumse opgevallen. Ik ben toen het eerste jaar komen
luisteren en een paar jaar later kwam de intensieve samenwerking van de grond. Het festival
had financiële steun nodig en wij zochten binding met de markt.’
Kersten: ‘En wij hadden ook jullie kennis nodig.’
Hamans: ‘Toen bleek inderdaad dat de KRO en het festival natuurlijke partners waren om dit
te organiseren. In Hilversum hadden wij een enorm archief, inclusief bijbehorende kennis bij
de medewerkers. Dat kon gecombineerd worden met de in Maastricht aanwezige kennis van
het lokale cultuurklimaat.’
Hoe werd het festival ontvangen in Maastricht en omstreken?
Hamans: ‘Normaal gaan dingen hier een aantal jaren mee en daarna vallen ze weg. Noem het de
metaalmoeheid van de stad. Het mooie is dat dat Musica Sacra niet is overkomen. De amateur-
kunsten, de Heiligdomsvaart, het carnaval; dat zijn zaken die geworteld zijn. Evenementen als
Musica Sacra moeten daarnaast bestaansrecht zien te vinden. In een heleboel steden is dat niet
anders, dan houd je het alleen vol met steun van het stadsbestuur.’
Leussink: ‘De samenwerking met de KRO, zowel inhoudelijk als financieel, heeft hier ook aan
bijgedragen. De steun uit Hilversum sloeg aan bij de wethouder in Maastricht, vanzelfsprekend
met de wens het Maastrichtse karakter te behouden.’
Zwietink: ‘Na een aantal jaren groeide ook de samenwerking met lokale ensembles. Die gingen
het festival steeds meer als een platform zien en werden langzamerhand vast onderdeel van
22. 20 Festival Musica Sacra: Van het eerste uur
de programmering. Al discussiërend met artistiek leiders of studenten aan kunstopleidingen
kwamen we zo ieder jaar weer tot een grotendeels exclusieve programmering.’
Waarom werd dit platform georganiseerd als een festival, wat is de toegevoegde waarde van
het festival-format?
Hamans: ‘Dat was de tijdgeest. Je deed toen alles in festivals.’
Leussink: ‘Ook uit marktoverwegingen. We hebben al heel snel het tweeweekse evenement
gecomprimeerd tot één weekend, zodat mensen voor drie dagen naar de stad konden komen.
Niemand kan zich permitteren om twee weken hiervoor uit te trekken.’
Hamans: ‘Daarbij, toen we niet meer veertien dagen hoefden te vullen, was datgene wat we
programmeerden alleen nog van de hoogste kwaliteit. Bovendien ontstaat er een bepaalde
geladen sfeer als je het in festivalvorm doet.’
Leussink: ‘Dat komt ook door de locaties, die we echt bij de muziek zoeken.’
Hamans: ‘Het is een soort elektrische sfeer, waardoor je het gevoel krijgt: hier gaat het om.’
Zwietink: ‘Het format van een festival biedt ook de mogelijkheid om een horizontale program
mering te realiseren. Het brengt vaste en herkenbare momenten in het programma, zoals het
vrijdagavondconcert met het Limburgs Symfonie Orkest of de missen op zondagochtend waar
we een bijdrage aan leveren. Daarnaast is er een verschil tussen de middag- en avondconcerten,
waarbij er ’s avonds bekendere namen of publiekstrekkers worden geprogrammeerd, terwijl
’s middags de uitvoeringen plaatsvinden die wat experimenteler of onbekender van aard zijn.
Zo hebben we een soort ritme in het programma gebracht.’
In 1988 werd gekozen om verder te gaan onder de naam Musica Sacra Maastricht.
Waarom deze verandering?
Leussink: ‘De misvatting dat religieuze of sacrale muziek alleen oude muziek is, wilden we van
meet af aan uit de weg gaan, opdat de vergelijking met het Festival Oude Muziek in Utrecht niet
gemaakt zou worden. Als mensen nadenken over de strekking van de term sacra, kunnen ze
onderkennen dat wij een heel brede afbakening maken, breder dan de term religieus suggereert.
De term sacra hoopte ik in het festival vorm te geven als innerlijke impuls van mensen. Het is een
funda entele behoefte aan sacraliteit in de brede zin van het woord, zonder aanzien van de ene
m
of de andere religie. Met de term religieuze muziek merkten we dat het bijna altijd aan de
liturgie ontleend moest zijn of daar heel dicht tegenaan moest zitten. Terwijl sacraal de ruimte
om het kernbegrip religie heen beschrijft en je de ruimte geeft om bijvoorbeeld naar buiten-
Europese culturen te kijken, maar ook naar de profane sacraliteit in onze samenleving.’
Hamans: ‘Ik herinner me dat we in die discussie spraken over Henryk Górecki en Anton Bruckner
als componisten van sacrale muziek. Maar dat kun je absoluut niet als religieus bestempelen,
Festivalthema’s verbeeld, v.l.n.r. Van God en goden (2002); Pelgrimage (2003); ‘Heilige’ Oorlog (2004); Engelen en Duivels (2005); Kluizenaars
en Kloosterlingen (2006); Visioenen van Eeuwigheid (2007); Getuigen: Belijders en Martelaren (2008); Man en Vrouw schiep Hij hen (2009)
23. Musica Sacra Maastricht 2012 21
daar hebben mensen moeite mee. We wilden hun muziek ook program-
meren, maar het kader van religieuze muziek beperkte ons in die ambities.
In de eerste edities was dit nog niet aan de orde, omdat de Heiligdomsvaart
het uitgangspunt was. Maar na een paar edities werd het tijd om een stap
vooruit te zetten.’
Kersten: ‘Aan een dergelijke ontwikkeling is niet te ontkomen. Ook als je kijkt
naar godsdienst is er sprake van een verschuiving. Het gaat steeds meer om
essentiële en wezenlijke aspecten van het leven.’
Hamans: ‘Het zit hem veel minder in religie dan wel in verdieping. Door
middel van de naamsverandering probeerden we ruimte voor verdieping te
creëren. Dat we dit moesten doen, daarover bestond zelfs op de afdeling
godsdienst van de KRO geen seconde twijfel.’
Zwietink: ‘We wilden de programmering veel breder maken, het mocht van
gregoriaans tot hedendaags, van toegankelijke tot moeilijker te doorgronden muziek. Zoals
onder het thema Psalmen in 1999 toen de rappers van Osdorp Posse kwamen optreden. Dat trok
ook echt een jonger publiek, dat werkte heel goed. Of bij het thema Requiem in 1992. Daar
wilden we naast onbekendere muziekstukken of voor het festival uitgevaardigde compositie
opdrachten ook het bekende Requiem van Verdi programmeren. Om een dergelijke breedte te
realiseren was een naamsverandering nodig. Religie is een vorm van sacraliteit. Maar sacraliteit
is niet per definitie religieus. Dat bood de ruimte die we zochten.’
‘Religie is een vorm van sacraliteit.
Maar sacraliteit is niet per definitie religieus.
Dat bood de ruimte die we zochten.’
Naast de verandering van de festivalnaam kwam ook de invoering van thema’s.
Had de programmering dit nodig?
Kersten: ‘Programmatechnisch is er niet eens zo veel veranderd. Het is voornamelijk de insteek
waarop je mensen kunt aanspreken die prominenter is geworden. Voor zowel de programma
commissie als voor het publiek.’
Zwietink: ‘Toen we met Musica Sacra startten, hebben we eerst een jaar zonder thema gewerkt.
Omdat er een rode draad ontbrak, zijn we met centrale thema’s gaan werken.’
Leussink: ‘Dat was vanaf 1990. Om het festival goed te profileren was het beter om dat eindeloze
gebied van sacraliteit af te bakenen. Daarnaast werkt het goed in zowel het verstrekken van
com ositieopdrachten als in het aanbieden van sacrale muziek aan de festival ezoeker. De
p b
thema’s worden altijd ver van te voren bedacht, maar op het moment van het festival blijkt de
actualiteit ons vaak te hebben ingehaald. Het duidelijkste voorbeeld daarvan is het thema
‘Heilige’ Oorlog (2004), dat toch echt vóór 9/11 werd bedacht.’
Hamans: ‘Er wordt zo breed mogelijk geprogrammeerd binnen een thema, zo veel mogelijk
stijlen en genres proberen we in een thema onder te brengen. En dan gaat het er niet direct om
of iemand die het ene concert bezoekt ook naar het andere gaat. Maar wel dat er begrip ontstaat
voor het verband tussen verschillende muziekgenres, geïnterpreteerd vanuit het thematisch
perspectief. Zodat bezoekers denken: wat leuk dat ze dat doen!’
25. Musica Sacra Maastricht 2012 23
Peter Missotten
Peter Missotten (Hasselt, 1963) genoot aanvankelijk een opleiding als video-artiest.
Hij werkte meer dan 25 jaar samen met Guy Cassiers in producties als Wasp Factory,
Sunken Red, Rage d’Amour, Fliegende Holländer en Onegin. In 1994 richtte hij
met Anne Quirynen en Anne Heyman de Filmfabriek op en werkte aan projecten
van onder meer William Forsythe, Wim Vandekeybus en Georges Aperghis.
Sinds 2000 legt Peter Missotten zich als regisseur toe op hedendaagse operaproducties en radicale performance
projecten. In 2009 leidde hij de wereldpremière van KEPLER, een opera van Philip Glass voor Linz09 in het
Landestheater Linz en in 2010 creëerde hij Montezuma - Fallender Adler, een opera van Bernhard Lang, voor
het Nationaltheater Mannheim. Peter Missotten doceert aan de Toneelacademie Maastricht en is hoofd van
het onderzoeksproject The Virtual Body.
In alle culturen en tijden is bij de mens steeds de notie van religieus zijn, maar probeert nieuwe werkelijkheden te
een mysterieuze dimensie van het bestaan aanwezig tonen die om de hoek van het alledaagse liggen. Daarbij
geweest. De eeuwige worsteling van de mens, om in staat een citaat van de dichter T.S. Eliot centraal:
betovering en huiver te kiezen voor zaken die boven
hemzelf uitstijgen, weerklinkt vandaag scherper dan ooit. Who is the third who walks always beside you?
Wie de huidige maatschappij bekijkt, zal herkennen hoe When I count, there are only you and I together
heilige plaatsen, fascinatie en hunker naar het trans- But when I look ahead up the white road
cendente de hedendaagse mens bezighouden. There is always another one walking beside you.
Hoe kijkt u hier als kunstenaar tegenaan? Wie is die derde die naast jou staat?
Alle belangrijke dingen in het leven zijn in hun wezen Als ik goed tel zijn enkel jij en ik hier samen.
nutteloos. In een tijd waarin het ‘nuttigheidsdenken’ – de Maar als ik verder op de witte weg kijk,
kille ode aan de ongebreidelde functionaliteit – hoogtij is er altijd iemand die naast je staat.
viert, is de spanning tussen wat we echt belangrijk vinden (uit The Waste Land,1922)
en hoe we daar functioneel mee omgaan, erg groot ge-
worden. Religie was traditioneel een wijze om daarmee Kan kunst, zoals religie, een rol spelen bij zingeving?
om te gaan. En misschien neemt kunst nu wel die plaats Kunst is nutteloos. Of beter, kunst is te belangrijk om
in. Maar misschien moeten kunst en religie dat span- nuttig te zijn. Kunst mag net zo min als religie pogen een
ningsveld juist blootleggen en zichtbaar maken, in de pleister op het been te zijn. Ze kan beter de gapende
plaats van het te willen overbruggen. wonde laten aanvoelen door andere, ongekende wer-
kelijkheden te tonen. Door het nut te doorprikken met
Vormt die fascinatie een bron van inspiratie? prangende beelden. Door ons terug te gooien in onze
Ik vrees dat al mijn werk erg dicht tegen religie aan- eigen, dierbaarste nutteloosheid. Nutteloos als de wol-
schuurt. Ik zit daar een beetje verveeld mee. Al was het ken, nutteloos als een nutteloze boom, nutteloos als
maar door het referentiekader. Dat wil nooit letterlijk lachen en nutteloos als mekaar lief hebben.
26. 24
Shingon, het esoterische
boeddhisme in Japan
door Heinz-Dieter Reese, staflid cultuur ‘Japanische Kulturinstitut Köln’
vertaling Hella Melkert
H
et boeddhisme is ongeveer 2500 jaar geleden in India ontstaan. Als grondlegger
geldt prins Siddhartha Gautama, die bij zijn dood (vermoedelijk 483 v.Chr.) als
Boeddha (‘Verlichte’) het nirvâna bereikt zou hebben. Zijn aanhangers vereren hem
tot op heden als Shâkyamuni (‘De wijze uit het adellijke geslacht van de Shâkya’).
Zijn leer is geworteld in het inzicht dat alle leven lijden (dukha) veroorzaakt. Het kent
geen onveranderlijke substantie, maar vormt slechts een tijdelijke vervlechting van elementen
en krachten (skandhas), die onherroepelijk weer uiteenvalt. Het ik-bewustzijn van de menselijke
existentie klampt zich vast aan de illusie van bestendigheid, waar echter eeuwige verandering
heerst, en wordt uiteindelijk teleurgesteld. Dat is de oorzaak van het lijden.
Na het verval ontstaat er een nieuwe, andersoortige vervlechting van relaties. Dit is het concept
van de ‘reïncarnatie’, de wedergeboorte, die teruggaat tot oude brahmaans-hindoeïstische
denkbeelden: Alle leven incarneert zo in een eindeloze kringloop (samsara) telkens weer op-
nieuw. Dit betekent echter ook telkens hernieuwd lijden.
Het boeddhisme onderscheidt verschillende bestaansniveaus met verschillende innerlijke waarden,
waarin de reïncarnatie kan plaatsvinden. De in moreel opzicht meer of minder goede gedragingen
in het ene bestaan bepalen de wedergeboorte in een nieuw bestaan. Dat is het concept van het
karma, de vergelding der daden.
De leer van Shâkyamuni biedt een recept voor het overwinnen van het lijden: zweer alle be-
geerten en hartstochten af en maak je vrij van ‘levensdorst’. Daartoe is een transcendering van
het ik-bewustzijn nodig en een zich losmaken van de zintuiglijke waarneming, die oorzaak is van
de illusies en van het ‘vastzitten’ aan het aardse bestaan. De ‘Verlichting’, die als het ontwaken
van een absoluut bewustzijn beschouwd wordt, biedt dan de mogelijkheid uit de kringloop
van wedergeboorten te treden en het nirvâna te bereiken. Daarmee wordt een toestand van
volmaakte zielenrust en eeuwige gelukzaligheid bedoeld, van elk lijden bevrijd, waarin de
eenheid met de onveranderlijke en onvergankelijke krachten van het universum verwezenlijkt
wordt. Ascese en teruggetrokken meditatie wijzen de weg naar dit heilsdoel, dat slechts op het
bestaansniveau ‘mens’, vanuit de eigen kracht van het individu en met een gunstig karma,
bereikbaar schijnt. Uiteindelijk, in onvoorstelbaar verre aeonen, zullen – volgens het boeddhis
tische geloof – alle zielen het nirvâna bereikt hebben en eindigt de kringloop van het leven.
27. Musica Sacra Maastricht 2012 25
Ontwikkelingen binnen de boeddhistische leer
Het ‘oerboeddhisme’ van Shâkyamuni heeft zich in de loop der eeuwen en in het kader van zijn
verbreiding naar Oost- en Zuidoost-Azië in veel opzichten verder ontwikkeld. Niet de grond-
waarheden van de leer veranderden, maar de methoden en wegen om het heilsdoel te bereiken.
Men probeerde de steile kloof tussen het aardse bestaan vol leed en het heilsdoel van het
transcendente nirvâna te verkleinen door de gelovigen telkens iets nieuws aan aan te bieden.
Dit werd gelegitimeerd door het concept van de upâya, de ‘methodische vaardigheid’. Om voor
elk wezen ‘Verlichting’ mogelijk te maken, mag van elke denkbare methode gebruik gemaakt
worden, van een eenvoudige preek tot een opzienbarend wonder. De veelheid aan methoden
wordt, zelfs wanneer ze elkaar lijken tegen te spreken, gerechtvaardigd door hun bruikbaarheid
als hulpmiddel op de weg naar het heilsdoel.
Dit wordt weerspiegeld door de boeddhistische didactische geschriften, de sûtra’s, uit de latere
tijd. Om de mensen ideale voorbeelden en concrete voorstellingen van het heilsdoel te bieden,
die hun bevattingsvermogen tegemoetkomen, wordt de gestalte van boeddha vergoddelijkt en
het aardse bestaan als het ware dichterbij gebracht. Er is niet slechts één boeddha, de historische
Shâkyamuni, maar er zijn talrijke boeddha-gestalten. Ieder tijdperk heeft tenminste één centrale
Boeddha, die als hypostase van de dharma, van de kosmische wet, van de absolute waarheid geldt.
Hij draagt er zorg voor, als het ware als een brug, dat de weg naar de transcendentie voor de
gelovigen open blijft. Zijn helpers, die het concept karunâ, het medelijden en erbarmen met
het lijdende schepsel, personifiëren, zijn de talrijke zogenoemde Bodhisattva’s, ‘Verlichte Wezens’.
Op onzelfzuchtige wijze zien zij voorlopig van de voor henzelf reeds mogelijke intrede in het
Shingon monniken
28. 26 Shingon, het esoterische boeddhisme in Japan
nirvâna af, om anderen te laten delen in hun positieve karma en hen bij hun streven naar
‘Verlichting’ bij te staan. Aldus wordt de gestalte van de Boddhisattva een voorbeeld. Niet alleen
streeft men ernaar, door – in boeddhistische zin – met vrome daden zélf karmische energie te
verkrijgen; nog belangrijker wordt het deze krachten aan anderen door te geven.
Deze latere, specifiek religieuze vormen van het boeddhisme worden onder de benaming
‘Groot Vaartuig’ (Mahâyâna) samengevat. Het biedt plaats aan alle levende wezens, om hen
over te zetten, over de ‘zee van het lijden’ naar de ‘andere oever’, het nirvâna – in tegenstelling
tot het (oudere) ‘Kleine Vaartuig’ (Hinayâna), waarin het individu op eigen kracht het heilsdoel
moet zien te benaderen.
In het Mahâyâna-boeddhisme is een veelvormige en gedifferentieerde cultus ontstaan. Hierin
wordt niet alleen de communicatie met de transcendente wezens, de boeddha’s, de Bodhisattva
-heilanden, beschermgeesten en heiligen voltrokken. Hij vormt tevens de sterkste uitdrukking
van de boeddhistische leer, die de mensen aanspreekt en hen ertoe uitnodigt mee te varen in het
‘Grote Vaartuig’. Buitengewoon prachtig is dan ook de vormgeving van de grote feestliturgieën
in het Mahâyâna-boeddhisme, waarbij uitdrukkelijk ook muziek, dans en theater (en de invloed
ervan) voor de boeddhistische doelstellingen ingezet worden.
De leer van het ‘esoterische boeddhisme’
Leer en cultische praktijk van het Mahâyâna-boeddhisme hebben zich rond 500 na Christus op hun
beurt weer verder ontwikkeld tot het zogenoemde Vajrayâna, het ‘Diamanten Vaartuig’. Dit
heeft zich als een eigen, esoterische richting binnen het boeddhisme voortgezet. Het Vajrayâna
leert dat de tegenstelling tussen de illusionaire wereld van de aardse verschijnselen en de
Detail van een van de vele versierde grafmonumenten van Kôyasan, centrum van het Japanse Shingon boeddhisme
29. Musica Sacra Maastricht 2012 27
transcendente wereld van het nirvâna uiteindelijk helemaal niet bestaat. Eerder wordt een
identiteit van immanentie en transcendentie vooropgesteld, dat wil zeggen: een hecht samen-
hangende ontologische wisselwerking tussen mikro- en makrokosmos, die met een ‘weefsel’
(tantra) vergeleken wordt. Volgens deze leer wordt het wezen of de essentie van alles wat bestaat
als ‘leegte’ (shûnyatâ) opgevat en door de vajra (de ‘diamant’) gesymboliseerd: ‘Net zoals de
diamant is deze leegte onverwoestbaar, dat wil zeggen onvergankelijk, aangezien ze ongeworden
is.’ Deze leer geldt als ‘esoterisch’ of ‘geheim’, omdat niet iedereen er direct toegang toe heeft,
spirituele voorbereiding en inwijding zijn vereist.
‘Verlichting’ vindt plaats vanuit het inzicht in deze ontologische waarheid en kan daarom ook al
tijdens het aardse bestaan verkregen worden. Ze wordt bevorderd door het mystieke beleven
van magische rituelen, waarin geheime woorden en verbale formules (mantra’s en dhâranis)
evenals verborgen vingertekens (mudrâs) de communicatie met de goddelijke machten bepalen,
die op hun beurt in symbolische meditatiediagrammen (mandala’s) uitgebeeld worden. In het
centrum van de verering staat de Boeddha (Mahâ-)Vairocana, die de wijsheid van alle andere
boeddha’s in zich verenigt en als kosmisch diepste grond (dharma-kâya) geldt, waarvan alles
afhangt. Tot de belangrijkste teksten waarin de esoterische leer toegelicht wordt, horen de
Mahâvairocana-sûtra en de Vajrashekhara-sûtra, die volgens de overlevering als geheime
openbaringen van Mahâvairocana pas 800 jaar na Shâkyamuni ontdekt en van kracht werden.
Zweer alle begeerten af en maak je vrij van ‘levensdorst’.
De esoterische leerstellingen werden vanuit India naar Centraal-Azië (Tibet), naar China en
aan het begin van de negende eeuw ook naar Japan verbreid, waar ze verder werden ontwikkeld
en tot op heden vooral in twee boeddhistische scholen voortleven: de Tendai- en de Shingon-
school. De naam Shingon betekent zoiets als ‘waar woord’ en stemt overeen met het begrip
mantra in het Sanskriet.
De Shingon-school gaat terug tot de monnik Kûkai (774-835), die ook onder zijn postume naam
Kôbô Daishi (‘grootmeester van de verbreiding van de leer’) bekend is. Hij stamde uit een aristo
cratische familie en bestudeerde al in zijn jeugd de Chinese klassieken. Op dertigjarige leeftijd
werd hij een boeddhistische monnik. Met een officiële delegatie reisde hij naar China, waar hij bij
de Chinese monnik Huiguo in de leer ging. Deze wijdde hem in in de esoterische leerstellingen
en maakte hem tot zijn opvolger. Terug in Japan systematiseerde en voltooide Kûkai deze
leerstellingen en legde ze ten grondslag aan zijn eigen school, de Shingon-school. Haar belang
rijkste tempel richtte hij op de berg Kôya (bij Kyôto) op. De Shingon-school groeide uit tot een
van de belangrijkste en invloedrijkste boeddhistische scholen in Japan en dat is tot op heden
zo gebleven.
Reeds enkele eeuwen na Kûkai ontstonden er verschillende interpretaties van sommige detail-
vragen uit de leer en de rituele praktijk, die tot opsplitsing van de school in verschillende takken
leidde. In de twaalfde eeuw ontstond de Shingi-Shingon-school (‘Shingon-school van de nieuwe
doctrine’) van de monnik Kakuban, die zijn belangrijkste tempel op de noordwestelijk gele-
gen berg Negoro oprichtte. Toen deze in de zestiende eeuw om politieke redenen verwoest
werd, ontstonden twee nieuwe centra, hetgeen een verdere opsplitsing van deze richting in
de Chizan-ha en de Buzan-ha tot gevolg had. Deze laatste, gesticht door de monnik Sen’yo,
richt zijn centrum op in de tempel Hasedera in de stad Sakurai (prefectuur Nara). Tegenwoordig
omvat de Buzan-ha zo’n 3000 regionale tempels met ongeveer 5000 priesters. Uit hun geledingen
worden de leden van het priesterkoor ‘Karyôbinga Shômyô Kenkyûkai’ gerecruteerd. Dit koor
legt zich toe op de beoefening van het voor de rituele praktijk van de Shingon-school belangrijke
Shômyô-gezang in de traditie van de Buzan-ha.
30. 28
PROGRAMMA donderdag 6 september
Symposium Sacraliteit in het publieke domein: 30 jaar Musica Sacra Maastricht
donderdag 6 september · 16.00 - 20.30 uur
theater aan het vrijthof · vrij entree *
Dinervouchers à € 12,50 (reservering noodzakelijk)
Lezing 1 (16.00 - 17.00 uur)
Lieke Wijnia & Martin Hoondert
30 jaar Musica Sacra Maastricht: trends en perspectieven
Lezing 2 (17.15 - 18.15 uur)
Koert van der Velde
Martin Hoondert Lieke Wijnia
Goden bespelen, religiositeit zonder geloof
pauze
Lezing 3 (19.30 - 20.30 uur)
Hendrik van der Veere
Shômyô, klanken van de realiteit
Inleiding op het avondconcert door de Shingon-monniken.
Koert van der Velde Hendrik v/d Veere
In alle culturen en tijden is bij de mens steeds het besef van een mysterieuze dimensie van het bestaan aanwezig
geweest; iets ‘heiligs’, te verwoorden als het innerlijke, het verborgene. Wie de huidige maatschappij bekijkt,
zal herkennen hoe heilige plaatsen, fascinatie en huiver de hedendaagse mens bezighouden.
Sacrale vragen en verklaringen manifesteren zich op velerlei manieren; denken we maar aan het succes van
jongerendagen, de vele voettochten naar Santiago, de revival van bezinningscentra en gemeenschappen, of
het werk van kunstenaars. Kortom, sacraliteit is alom tegenwoordig.
Tijdens dit symposium gaat Musica Sacra Maastricht dieper in op haar
eigen uitgangspunten en de weg die het festival in dertig jaar heeft
afgelegd. Tevens schetst boeddholoog Hendrik van der Veere de context
van riten en rituelen in het Japanse boeddhisme, als inleiding op de
eerste van drie rituele ceremonies door de Japanse Shingon monniken
van het ensemble Karyôbinga Shômyô Kenkyûkai (zie pagina 30).
Dit symposium wordt georganiseerd in samenwerking met Universiteit
Tilburg (School of Humanities, Department of Culture Studies).
* Aanmelding gewenst via www.musicasacramaastricht.nl
Bezoekers kunnen zich aanmelden voor het gehele symposium, of voor
één of meerdere lezingen. De lezing van Hendrik van der Veere is tevens
vrij toegankelijk voor bezoekers van het avondconcert van 21.00 uur
(zie pagina 30).
• muziek • muziektheater • theater en dans • film • liturgie • lezing/inleiding • expositie