SlideShare ist ein Scribd-Unternehmen logo
1 von 74
Downloaden Sie, um offline zu lesen
Musica Sacra Maastricht 2012      1




Musica Sacra
Maastricht
Riten & Rituelen




                                                  6 t/m 9
                                                               do 6


                                                               vr 7


                                                   september   za 8

1983-2012 • 30 jaar festival                           2012    zo 9
2
Musica Sacra Maastricht 2012                          1
                                                                                    inhoud

Riten & Rituelen                                                                    artikelen
                                                                                    •	Maastricht, dé stad
                                                                                    	 voor Festival Musica Sacra	        2
                                                                                    	 lieke wijnia
Anno 2012 zijn Riten en Rituelen niet weg te denken uit onze maatschappij.          • Rite, rede en religie	             6
Kenmerkend is de herhaalde symbolische handeling en het openbarende                 	 marietje kardaun
karakter ervan. Rituelen veroorzaken veelal een opmerkelijke versterking van        •	Van Festival Religieuze Muziek    
het gemeenschapsgevoel.                                                             	 naar Musica Sacra Maastricht	 10
                                                                                    	 lieke wijnia
Vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw ontstond er echter een duidelijke          •	Monumenten als decor	             16
crisis van het ritueel. Zeker de West-Europese christelijke rituelen verdwenen      	 meyke houben
uit de samenleving door de sterk afnemende deelname daaraan. Het ritueel            •	Festival Musica Sacra
kreeg een negatieve lading, al wezen auteurs op het ontstaan van protest-           	 Maastricht: Van het eerste uur	 18
rituelen. Ook rondom geboorte, huwelijk en dood kondigden zich nieuwe               	 lieke wijnia
vormen van riten aan, zij het soms nog te vluchtig en vaak te vormloos.             •	Shingon-boeddhisme in Japan	 24
                                                                                    	 heinz-dieter reese
In de jaren negentig zag men plots een grote bloei in rituelen. Een heront-         •	Kamagurka’s heilige inspiratie	 55
dekking? In de overdaad werd chaos, onwetendheid en richtingverlies waar­           •	Kunst en geloof,
genomen: vorm en inhoud vonden elkaar nog niet. Studies over rituelen in            	 het museum als tempel	            57
de verschillende cultuurwetenschappen hadden het druk met onderzoek,                	 joost zwagerman
opvattingen en uiteenzettingen. Allerlei oude en nieuwe rituelen verschenen         •	Sacraal theater:
in het medialandschap. Nu, in 2012, zijn riten opnieuw springlevend in eigen­       	 voorbij de grote gebaren	         61
tijdse symboolhandelingen.                                                          	 pieter t’jonck
                                                                                    •	Le Sette Chiese	                  64
Musica Sacra Maastricht confronteert de mens van deze tijd met talrijke             	 clemens romijn
uitingen van rituelen, Europees en mondiaal, zowel uit het verleden als het
heden. Rituelen nemen immers een belangrijke plaats in door de wijze
waarop de mens in alle tijden aan de hand van symboolhandelingen vragen             in gesprek met…
stelt. Zoals: wie is de mens in deze wereld? Waar gaat het leven heen? Hoe          • Ana Mihajlovic	                   9
sta ik in relatie met de ander of Ander? Wat is doodgaan? Wat zijn symbolen?        • Antoine Bodar	                   14
Wat bewerken ze? Wat doen we met ons verstand als het redeneren stopt?              • Peter Missotten	                 23
Welke communicatie zit verborgen in rituelen? Hoe onthullen en verhullen            • Marijn Veeders	                  54
ze de werkelijkheid?
                                                                                    Colofon	                           67
Musica Sacra Maastricht geeft ook in deze jubileumeditie geen antwoorden,
maar wel stof tot overdenking in kunstzinnige vormgevingen die verstand,
gevoel en alle zintuigen aanspreken.
                                                                                     festivalprogramma 2012
Dertig jaar op zoek naar een verdieping van onze werkelijkheid via de
kunsten, in confrontatie met de mysterieuze dimensies van het bestaan,              	                  pagina  28      do 6
waaraan wij – aarzelend, voorlopig en toch helder – de naam Musica Sacra
Maastricht hebben gegeven.                                                          	                           32      vr 7

De programmacommissie
                                                                                    	                           38     za 8


          Sacraliser, c’est faire de la poésie avec de la prose.                    	                            45    zo 9
          Régis Debray, Jeunesse du sacré (2011)                                            Randprogrammering
                                                                                               & Festivalschema 52
                                                                                            Programma-overzicht  68
2




        Maastricht, dé stad voor
                                                   Het festival Musica Sacra vindt sinds de eerste editie in 1983 plaats
                                                   in Maastricht. Waarom is deze stad zo geschikt voor een festival dat
                                                   bepaald wordt door muziek, religie en sacraliteit? Het antwoord is onder
                                                   meer terug te vinden in de geschiedenis van Maastricht.

    door Lieke Wijnia
    onderzoeker aan
    Universiteit Tilburg




    Maastricht, zoals afgebeeld in Civitates Orbis Terrarum (verschenen tussen 1572 en 1617) van Georg Braun en Franz Hogenberg
Musica Sacra Maastricht 2012   3




Festival Musica Sacra

 M
                  aastricht kent vele kerken en (voormalige) kloosters. Ondanks de wisselingen van
                  machthebbers die de stad regeerden, was Maastricht al vroeg een aantrekkelijke
                  plaats voor religie. Vanaf 1204 wordt Maastricht, een belangrijke handelspost
                  aan de Maas, geregeerd door twee heersers: de Hertog van Brabant en de
                  prinsbisschop van Luik. Deze ‘tweeherigheid’ blijft in stand tot de Franse ver-
 overing in 1794. Menig ver- en herovering heeft in deze periode plaats gevonden en de stad
 komt achtereenvolgens onder Luikse, Spaanse en Franse heerschappij. Om zich te beschermen
 tegen de dreigingen van buitenaf bouwt Maastricht een degelijke stadsmuur; binnen de muur
 is het min of meer veilig. Juist die relatieve veiligheid is de reden dat menig klooster zich in de
 stad vestigt. Op het hoogtepunt, in de zeventiende eeuw, zijn er 22 kloosters in gebruik. Allen
 hebben ze in meer of mindere mate hun sporen in de stad achtergelaten. Maastricht is daar-
 naast een pelgrimsoord: pelgrims trekken naar het graf van Sint Servaas, de patroonheilige
 van de stad, waar wonderen zouden plaatsvinden.

 Heiligdomsvaart
 Maastricht kent dus niet alleen een wereldlijke geschiedenis, maar ook een religieuze. Die
 religieuze geschiedenis komt onder meer tot uiting in de Heiligdomsvaart, die eens in de zeven
 jaar ter ere van Sint Servaas wordt georganiseerd en waarbij zijn relieken aan het publiek worden
 getoond. Er bestaat een lange geschiedenis van vieringen rondom deze patroonheilige. Op 10
 augustus 1039 wordt de Sint Servaasbasiliek, gebouwd op het graf van de heilige, gewijd. Sinds­
 dien wordt deze wijdingsdatum jaarlijks gevierd met een zogenoemde kerkmis, waarbij de relieken
 aan de kerkgangers worden getoond. Daaromheen worden activiteiten georganiseerd ter vermaak
 van de stadsbewoners. Hier komt de verbastering van kerkmis naar kermis vandaan.1 In 1391
 is er voor het eerst sprake van de Heiligdomsvaart. Door de geschiedenis heen zijn er perioden
 waarin de vaart volop wordt gevierd,
 maar ook tijden waarin de religieuze
 rijkdommen zorgvuldig achter slot en
 grendel worden gehouden en er geen
                                                Op het hoogtepunt, in de zeventiende
 festiviteiten plaatsvinden. Vanaf 1829         eeuw, zijn er in Maastricht 22 kloosters
 wordt de Heiligdomsvaart ononder­              in gebruik.
 broken iedere zeven jaar gevierd.
 Bij gelegenheid van de vijftigste Hei-
 ligdomsvaart in 1983 wordt de eerste editie georganiseerd van wat later Festival Musica Sacra
 Maastricht zal heten. In dat jaar wil de organisatie van de Heiligdomsvaart de festiviteiten
 rondom de feestdag van Sint Servaas uitbreiden en combineren met de plechtigheden van de
 processie. De festiviteiten vinden plaats onder de noemer Festival voor Religieuze Muziek. Het
 festival wordt georganiseerd door het Cultureel Centrum (nu Theater aan het Vrijthof) en ge-



 1
 	 Brochure Heiligdomsvaart 1983, Stichting Het Graf van Sint Servaas, Maastricht 1983, pp.7-8.
4                       Maastricht, dé stad voor Festival Musica Sacra



                                                                         steund door de lovende reacties wordt er gekozen voor
                                                                         een jaarlijks terugkerend festival. In 1984 manifesteert
                                                                         het festival zich binnen het kader van het negende
                                                                         eeuwfeest van Sint Servaas. Het daaropvolgende jaar valt
                                                                         het onder het Europese Muziekjaar Musica 1985.2 Vanaf
                                                                         1986 opereert het festival als een zelfstandig evenement.

                                                                         Historische locaties
                                                                  Het eerste festival duurt even lang als de Heiligdomsvaart:
                                                                  gedurende twee weken is er elke dag in ieder geval één
                                                                  lunch- en één avondconcert. In de daaropvolgende festival-
                                                                  edities wordt de stadsschouwburg als festivalbasis in
                                                                  gebruik genomen en de duur teruggebracht naar tien
                                                                  dagen. Het verder terugbrengen van de festivalduur ge­
                                                                  beurt gelijktijdig met de naamsverandering in 1988. Vanaf
                                                                  dan is het een weekendfestival. De concerten vinden plaats
                                                                  in historische en kerkelijke gebouwen. ‘Deze kerken zijn
    © Sanne Willemsen
                        stuk voor stuk monumenten van geloofsbeleving en cultuurgeschiedenis, schoonheden van
                        architectuur en in levend gebruik’, schrijft initiatiefnemer Theo Kersten in het voorwoord van de
                        eerste festivalbrochure in 1983. Ondanks de veranderde vorm blijven historische locaties een
                        bepalend kenmerk in de programmering. Bij ieder concert wordt de meest toepasselijke locatie
                        gezocht, zowel qua akoestiek als sfeer. Het uitgangspunt is dat de zeggingskracht van muziek
                        deels afhangt van de ruimte waarin zij gespeeld wordt.3 Met haar kerken, historische locaties
                        en een geschiedenis die nauw verbonden is met het christendom, roept Maastricht vele vormen
                        van sacraliteit op. Fons Dejong, lid van de programmacommissie sinds 2000, omschrijft dit als
                        ‘het culturele patina van de stad’. Of zoals Jos Leussink, vanaf het eerste uur betrokken bij het
                        festival, het zegt: ‘Zelfs als je op de markt gaat staan, heb je nog het idee dat je je op een semi-
                        sacrale plek bevindt. Waar nu bibliotheek en boekhandel zijn, waren vroeger kerk en klooster.
                        Het sacrale is hier geïntegreerd in het alledaagse.’ 4
                        Naast de kerkgebouwen wordt er ook steeds meer gebruik gemaakt van locaties met andere
                        cultuurhistorische referenties, zoals het Stadhuis of de Timmerfabriek. Er wordt steeds gezocht
                        naar nieuwe benaderingen bij het programmeren op bekende locaties of naar nieuwe locaties
                        die de geprogrammeerde muziek in een verrassend daglicht zetten. Tussen de concerten door
                        loopt of fietst de bezoeker van de ene naar de andere locatie. Zo worden zelfs de straten van
                        Maastricht onderdeel van de festivalbeleving.

                        Cultureel klimaat
                        Musica Sacra Maastricht werkt samen met lokale ensembles en gezelschappen. Met een aantal,
                        zoals het Limburgs Symfonie Orkest, Studium Chorale en Schola Maastricht, is door de jaren heen
                        een stevige band opgebouwd. De ene keer draagt een gezelschap een idee voor, de andere keer
                        geeft de programmacommissie een compositie- of uitvoeringsopdracht. Het uitgangspunt in
                        deze samenwerking is het jaarlijks gekozen thema. Bovendien kent Maastricht een levendig
                        amateurkunstklimaat, waardoor ook participatieprojecten goed binnen het festival passen.	



                        2
                         	 Kersten tevreden over belangstelling, Maastricht loopt warm voor zijn festival, dagblad Trouw 29 augustus 1985, p.4.
                        3
                         	 Kersten tevreden over belangstelling, Maastricht loopt warm voor zijn festival, dagblad Trouw 29 augustus 1985, p.4.
                        4
                         	 Interview met Jos Leussink, 27 februari 2012, Maastricht.
Musica Sacra Maastricht 2012                                  5



Vanaf de eerste editie wordt het festival opgemerkt door de landelijke pers. Zo komen er berichten
over het nieuwe festival bij de afdeling cultuur van KRO-radio terecht en wekken daar de interesse
voor een mogelijke samenwerking. In 1985 is deze samenwerking een feit en bestaat de programma­
commissie uit vertegenwoordigers van zowel het Theater aan het Vrijthof als de KRO. De sa-
menwerking blijkt zeer vruchtbaar. Dankzij de KRO-uitzendingen vanuit het festival en de vele
concertopnamen die later op de radio worden uitgezonden, wordt het bereik enorm vergroot.
Het festival ontvangt vanaf het begin financiële steun van onder meer provinciale en gemeen-
telijke besturen en van het ministerie van onderwijs en cultuur, essentieel in de realisatie van
een festival als dit. In 2006 is besloten om over te gaan tot een betalingssysteem voor de be-
zoekers. Zo komen er meer eigen inkomsten binnen, maar kan vooral teleurstelling bij bezoekers
over uitverkochte zalen worden voorkomen.

Muzikale oversteek
Het festival heeft zich door de jaren heen stevig weten te wortelen in Maastricht. De Latijnse
naam van de stad is Trajectum ad Mosam, wat letterlijk vertaald ‘Oversteek bij de Maas’ betekent.
Het is nooit bewezen of hiermee naar één bepaalde brug wordt verwezen, maar de strekking
is duidelijk. Door het oversteken van de Maas wordt Maastricht met de omliggende streken
verbonden. Door de overheersingen van buitenaf heeft de stad heeft vele gezichten gekend.
Deze diversiteit van culturele invloeden is eigen geworden aan het karakter van de stad. Het
festival speelt hierop in door een breed scala aan muziekstijlen en -culturen te programmeren.
Waar in de oorspron­ elijke naam van de stad een verbinding wordt gelegd tussen de stad en
                      k
de omringende streken, zo slaat het Festival Musica Sacra Maastricht jaarlijks bruggen tussen
culturen, muziekgenres en kunstdisciplines.




                                                                                                     Heiligdomsvaart
                                                                                                     in processie over de
                                                                                                     Servaasbrug, 1983
                                                                                                     © Anton Werker
6   Rite, Rede en Religie




    Rite, rede en religie


    door Marietje Kardaun
    docent Cultuurwetenschappen
    aan de Universiteit Maastricht




    Z
               oals al vaak is geconstateerd, om te beginnen door Friedrich Nietzsche, bevindt de
               westerse cultuur zich in een zingevingscrisis. De bestaande religieuze kaders hebben
               hun vanzelfsprekendheid verloren en nieuwe vormen van institutionele bezieling
               lijken vooralsnog uit te blijven. ‘God is dood’, zo typeerde Nietzsche de situatie, en
               hij voorspelde dat het wel eens heel lang – een paar eeuwen – zou kunnen duren
    voordat we deze zware slag te boven zullen zijn. (Met terugwerkende kracht is het verleidelijk
    te denken dat Nietzsche in zijn zwartgallige genialiteit de twintigste-eeuwse ideologieën ter
    linker en rechterzijde van het politieke spectrum en zelfs de geestelijke kaalslag van het huidige
    post-ideologische marktfundamentalisme op een of andere manier al voorzag. In zijn glazen bol
    kijkend zag hij een rampscenario voor zich van eschatologisch-apocalyptische proporties. Onder
    meer wist hij tot in de details te voor­ pellen hoe de mensheid zou lijden onder de tirannie van
                                            s
    inhoudsloze rationaliserings­ rocessen en de machtswellust der kleine bureaucraten die hun gebrek
                                 p
    aan geest compenseren door alles en iedereen aan hun perverse regelzucht te onderwerpen.)
    Toch is het maar de vraag hoe diepgaand die westerse zingevingscrisis nu werkelijk is. God mag
    dan officieel zijn doodverklaard, mensen staan ‘s ochtends toch gewoon op, verrichten hun
    dagelijkse bezigheden en houden van hun kinderen. En in Maastricht is het ook gewoon ieder
    jaar weer carnaval.
    Misschien kunnen we in plaats van over crisis beter spreken over religieuze veranderings­
    processen. Op een bepaald niveau lijkt het christendom zo langzamerhand zijn langste tijd
    gehad te hebben. De formele symbooltaal waarmee de kerkvaders de mysteries van het bestaan
    probeerden te vangen heeft voor nog maar weinig mensen aantrekkingskracht. Wie loopt er
    vandaag de dag nog warm voor de officiële kerkelijke leerstelling dat Jezus twee volledige
    naturen heeft, een goddelijke en een menselijke, en dat die twee zowel ongescheiden als on-
    gemengd zijn? Toch zijn daar ooit verhitte debatten over gevoerd, toen knappe koppen hun
    hersens lieten kraken om de vanouds streng monotheïstische joods-christelijke godsdienst in
    overeenstemming te brengen met de feitelijk bestaande praktijk van goddelijke verering die
    de mens Jezus ten deel viel.
Musica Sacra Maastricht 2012         7



Het mooie van religies is dat zij met de kracht van een meestal lange en eerbiedwaardige traditie
de leden van hun geloofsgemeenschap een samenhangend en alomvattend wereldbeeld ver-
schaffen waarbinnen alles en iedereen zijn eigen zinvolle plaats heeft. (Let wel, het gaat hier
niet om wereldbeeld in de zin van een natuurwetenschappelijk verantwoorde reconstructie
van de fysieke wereld buiten ons, maar om hoe wij ons dienen te verhouden tot ongrijpbare
maar wezenlijke zaken als hoop, doel, zin, liefde en betekenisgeving.) In dezelfde mate waarin
religies houvast bieden kunnen zij echter ook knellend zijn. Dan dienen zij de individuele reli-
gieuze ervaring niet, maar zitten die juist in de weg.




Heel begrijpelijk dat die al te zinnelijke peer van Slevrouwe
ergens in de zestiende of zeventiende eeuw gesneuveld is.

Bovendien kunnen religies, zeker de systematisch-theologische kant ervan, verouderen. Hoe
preciezer religies menen te kunnen antwoorden op de grote levensvragen – of beter gezegd,
hoe meer ze de onpeilbaarheid van de aan hun toevertrouwde mysteriën denken te kunnen
vervangen door ‘zeker weten’ – hoe sneller ze gedateerd raken.

Harmonie, schoonheid en extase
Het zijn dan ook juist de minst cerebrale elementen van de religieuze tradities die de grootste
vitaliteit bezitten. Riten, bijvoorbeeld, kunnen eindeloos lang mee, want zijn in principe inhouds­
loos. Desalniettemin, of misschien juist daardoor, kunnen ze als voertuig dienen van ieders
persoonlijke religieuze ervaring. Het woord ‘rite’ komt van het Latijnse ritus dat etymologisch
samenhangt met arithmos, het Griekse woord voor aantal. ‘Rite’ zal oorspronkelijk zoiets be-
tekend hebben als ‘juiste volgorde’. Riten verlopen volgens een vast patroon zodat niemand
voor verrassingen komt te staan. Ook het element van herhaling in riten is zinvol; de herhaling
is nodig voor intensivering en verdieping van het religieuze gevoel.
En natuurlijk is zowel het uitvoeren als het beluisteren van sacrale muziek een vorm van omgang
met de eeuwigheid die niet snel zijn werkzaamheid zal verliezen. In de Griekse Oudheid werd
trouwens alle muziek gezien als sacraal. Bij mousikê technê – letterlijk ‘muzenkunst’ oftewel
de schone kunsten; in het bijzonder
doelde men daarmee op de muziek
– dachten de oude Grieken niet aan
zoiets als leeg estheticisme zonder
innerlijke pendant, maar aan door
de goden geïnspireerde uitbeelding
van harmonie, schoonheid en extase.
De Griekse mousikê mikte op een
holistisch gevoel van ontgrenzing en
troost, was erotisch, mythisch, licha-
melijk, prettig primitief en leunde
tegen het magische aan. Zij bezat,
kortom, de sleutel tot de volheid des
levens en was daarmee religieus in
de ruimste zin van het woord.
                                        Kapel Zusters onder de Bogen © Sanne Willemsen
8                       Rite, Rede en Religie



                        Moedergodincultus
                        Ook in de lange geschiedenis van de rooms-katholieke kerk vinden we bij tijd en wijle een
                        uitgesproken holistische benadering van muziek, cultuur en religie. De rooms-katholieke kerk
                        legde vaak een opmerkelijke souplesse aan de dag als het ging om het incorporeren van hei-
                        dense feesten, gebruiken en rituelen. En eeuwenlang was zij de grootste opdrachtgever in de
                        kunsten en de architectuur, zonder dat religieuze orthodoxie daarbij noodzakelijkerwijs voor-
                        op stond. Zelfs bij fundamentele veranderingen in de geloofsbeleving van het christenvolk
                        knipperde ze soms nauwelijks met de ogen.
                        Neem de ontwikkelingen rond de Mariaverering. Ieder nieuw Mariadogma lijkt op zichzelf
                        genomen misschien niet spectaculair, maar als we de veranderingen in de loop van de eeuwen bij
                        elkaar optellen, is Maria’s carrière bepaald adembenemend. De Maria-devotie in het algemeen,
                        en de Maastrichtse verering van Maria Sterre der Zee in het bijzonder, is eigenlijk onverenigbaar
                        met de inhoud van de joods-christelijke bijbel. Er zijn in de bijbel geen aanknopingspunten
                        voor een bijzondere positie van de moeder van Jezus, en een heiligdom met daarin als sacraal
                        middelpunt een beeld van een jonge moeder met kind doet wel heel erg denken aan de moeder­
                        godincultus die in de Hebreeuwse bijbel juist met man en macht bestreden wordt. Ook de
                        peer die het houten beeld van Maria Sterre der Zee, in het Maastrichts Slevrouwe genoemd,
                        oorspronkelijk als attribuut in haar hand hield, wijst er vanuit vergelijkend mythologisch oogpunt
                        op dat zij gezien moet worden als een van de vele incarnaties van de Grote Moeder. Een peer is
                        een sappig, zoet en vergankelijk aardeproduct, vrouwelijk van vorm en mede daarom sensueel.
                        Vruchten in het algemeen zijn een omhulsel van zaad en een beginpunt van nieuw leven. Ze
                        horen iconografisch gezien thuis in de zogeheten Hoorn des Overvloeds van de Magna Mater,
                        de oergodin die de levenscyclus aan de gang houdt. Heel begrijpelijk dat die al te zinnelijke
                        peer van Slevrouwe ergens in de zestiende of zeventiende eeuw gesneuveld is en vervangen
                        werd door eerst een blanke lelie en daarna een rozenkrans.

                                                                ‘Intelligence du coeur’
                                                                Hoe heeft de Mariafiguur haar huidige hoge positie eigen-
                                                                lijk bereikt? In de eerste eeuwen van het christendom
                                                                speelde haar verering nog geen rol van betekenis. Sinds
                                                                het Concilie van Efese in 431 echter – niet toevallig de
                                                                plaats waar van oudsher de machtige syncretistische
                                                                moedergodin Isis haar thuisbasis had – mag Maria zich
                                                                theotokos, Moeder van God, noemen. En sindsdien is
                                                                haar aanzien alleen maar gegroeid. Haar meest recente
                                                                kerkelijke bevordering dateert van 1950, toen met een
                                                                dogma fidei bevestigd werd dat de Heilige Moedermaagd
                                                                met lichaam en ziel is opgenomen ten hemel.
                                                                En nog zijn de grote archetypische veranderingsprocessen
                                                                in de religieuze beleving van Maria niet afgerond. God
                                                                mag dan dood zijn, Maria is bepaald springlevend. Zij ver­
                                                                schijnt nog steeds zeer geregeld, het liefst aan eenvoudige
                                                                gelovigen. Meestal vraagt zij bij zulke gelegenheden
    © Sanne Willemsen
                        om meer verering. Dat moet welhaast betekenen dat zij van mening is dat wij ons Mariale waarden
                        als barmhartigheid, inschikkelijkheid en vergevingsgezindheid nog altijd niet voldoende hebben
                        eigen gemaakt. Inderdaad valt dat moeilijk te ontkennen. Wat we nodig hebben is minder
                        doorgeschoten rationaliteit en meer intelligence du coeur. Dan komt het met die zingevingscrisis
                        vast ook helemaal goed.
Musica Sacra Maastricht 2012                                 9




Ana Mihajlovic

Ana Mihajlovic studeerde compositie bij Zoran Eric in Belgrado en vervolgde haar studie bij Louis Andriessen
in Den Haag. Ze componeerde muziek voor musici met verschillende muzikale achtergronden: rock, jazz en
klassiek. Met haar pianoconcert Mundus Sensibilis won ze een eerste prijs tijdens het internationale ‘IRINO
Concours’ in Tokio. Met STRACC werkt Ana Mihajlovic aan het project 13.0.0.0.0. Het Einde der Tijden (zie p.43).




In alle culturen en tijden is bij de mens steeds de notie van   de ervaring gehad met oorlog en depressie in de jaren ’90
een mysterieuze dimensie van het bestaan aanwezig               in ex-Joegoslavië. Tijdens deze angstige periode heb ik
geweest. De eeuwige worsteling van de mens, om in               weinig tijd gehad om te componeren. Ik heb tijdens die
betovering en huiver te kiezen voor zaken die boven             periode dan ook slechts enkele werken geschreven.
hemzelf uitstijgen, weerklinkt vandaag scherper dan ooit.       Vreemd genoeg hebben die wel veel succes gehad.
Wie de huidige maatschappij bekijkt, zal herkennen hoe
heilige plaatsen, fascinatie en hunker naar het trans-          Hoe probeert u deze fascinatie te verbeelden?
cendente de hedendaagse mens bezighouden.                       Mijn werk is vaak geïnspireerd door kleine of grote mys­
                                                                teries of fascinaties. Soms is de inspiratie van mijn muziek
Hoe kijkt u hier als kunstenaar tegenaan?                       al met de titel bekend. Mijn eerste compositie was bijvoor­
De oudste vormen van kunst en muziek werden ge-                 beeld Tarnan, voor fluit en piano. Een tarnan is een ma-
bruikt bij religieuze rituelen of bijzondere gebeurtenissen.    gische mantel die je moet dragen om onzichtbaar te zijn.
‘Mysterieuze dimensie’ en ‘betovering’ waren niet altijd        Mijn compositie Les Baricades Mistérieuses (voor 15 solo­
toegestaan buiten de religieuze context. Maar sinds de          strijkers) is geïnspireerd door de mysterieuze grenzen
Renaissance is er veel veranderd: door verschillende ont­       tussen wat mag en niet mag in onze samenleving. Dit
wikkelingen en ontdekkingen kunnen kunstenaars vrijer           jaar heb ik muziek geschreven voor piano en groot orkest:
zijn in hun persoonlijke mening en individuele expressie.       Super­stitious miniature, waar een bijgelovige pianist af
De hedendaagse mens is nog steeds bezig met de magie            en toe op het hout moet slaan, en een bijgelovige dirigent
en met het mysterie. Wetenschappelijk zijn dan wel veel         de musici vraagt om van plaats te wisselen, om slechte
mysteries opgelost, de fascinatie en bijkomende emoties         geesten te verdrijven. En natuurlijk mijn laatste compo-
blijven een sterke factor in het ontwaken van de men-           sitie Zuvuya voor het ensemble STRACC, geïnspireerd door
selijke geest.                                                  voorspellingen van de Maya’s.

Vormt deze fascinatie voor u een bron van inspiratie?           Kan kunst, zoals religie, een rol spelen bij zingeving?
Fascinatie (in het algemeen) en ontwaakte emoties               Die vraag hebben veel filosofen gesteld. Ik denk dat kunst
hebben een belangrijke invloed op mijn werk en mijn             – en toonkunst – een grote rol speelt in het welzijn van
muziek. Niet alle fascinaties zijn goed; er zijn ook slechte    mensen. Zeker in de zin van ontwikkeling van esthetische
fascinaties, door slechte gebeurtenissen, die resulteren        gevoelens. Kunst en toonkunst hebben veel invloed op
in angstige gevoelens. Angst is voor mij een sterke emotie      het leven van de mens. Zolang men er respectvol mee
die het leven behoorlijk kan belemmeren. Helaas heb ik          omgaat, kan kunst zin en passie aan het leven geven.
10




     Van Festival Religieuze Muziek

                               Festival Musica Sacra Maastricht stelt jaarlijks een zo origineel mogelijk
                               p
                               ­ rogramma samen met het gegeven sacraliteit en het gekozen thema
                               als uitgangspunten. Een verkenning van de filosofie rondom het begrip
                               sacraliteit en de werkwijze van de programmacommissie.




        door Lieke Wijnia
        onderzoeker aan
        Universiteit Tilburg




        S
                  inds een aantal decennia is er een groeiende aandacht voor nieuwe vormen van reli-
                  giositeit en spiritualiteit. Dat er minder mensen naar de kerk gaan, wil niet zeggen dat
                  er minder religieuze behoeften zijn. Er wordt dan ook, naast de institutionele religie,
                  volop gezocht naar manieren om in deze behoeften te voorzien. De aandacht hiervoor
                  is zowel in de academische wereld als in populaire publicaties terug te vinden. Bladen als
        Happinez en Flow geven op lichtzinnige manier inzicht in de trends op het gebied van individuele
        spiritualiteit. Het succes van mindfulness duidt erop dat mensen bewust structuur zoeken in de
        hectiek en drukte van het alledaagse bestaan. Ook zijn retraiteweekenden in kloosters bijzonder
        populair.

        Sacraliteit
        Wat deze verschijnselen verbindt, is de zoektocht naar momenten van rust, bezinning of reflectie.
        Het concept sacraliteit speelt daarin een belangrijke rol. Sacraliteit kan betrekking hebben op
        religie en geloof, maar bijvoorbeeld ook op sport, muziek, politiek of kunst. De essentie van
        het begrip ligt in hoe mensen betekenis geven aan de handelingen die verricht worden: het
        bijwonen van een voetbalwedstrijd, het opgaan in de muziek tijdens een concert, de betrokken­
        heid die gevoeld wordt tijdens een politiek debat of de zintuigen die geprikkeld worden tijdens
        het zien van een kunstwerk. Voor even afgesloten van het alledaagse leven, met enkel de relatie
        tussen het voetbalteam en de toeschouwer, de concertbezoeker en de muziek.
Musica Sacra Maastricht 2012                                       11




naar Musica Sacra Maastricht

 Filosofie
 Doordat sacraliteit individueel ervaren wordt, is het moeilijk om er een allesomvattende definitie
 van te geven. Toch zijn er al veel pogingen gedaan om van het sacrale een begrijpelijk en
 werkbaar begrip te maken. Een actuele publicatie die sacraliteit in woord en beeld belicht is
 Jeunesse du Sacré van Régis Debray.1 In dit boek tracht Debray een antwoord te vinden op wat
 sacraliteit is en waarin men het kan vinden. Hij hanteert een brede insteek, met als uitgangs-
 punt dat sacraliteit een kwestie van betekenistoekenning is. Met zijn blik gericht op thuisland
 Frankrijk, vindt hij sacraliteit in onder andere het Achtuur journaal, het nationale voetbalelftal
 Les Bleus en de stakingsdrift ofwel la grève. Het zijn nationale verschijnselen, waar iedereen
 wel een gevoel bij heeft – fascinatie, huiver, maar zelden onverschilligheid.
 De benoeming van het sacrale als fascinerend en huiveringwekkend tegelijk, is geopperd door
 Rudolf Otto in zijn inmiddels klassieke boek Das Heilige uit 1917.2 Uit vrees dat het heilige zou
 worden overschaduwd door de dominantie van de ratio, wilde Otto mensen met zijn studie
 van het heilige confronteren met hun afhankelijkheid van iets groters dat niet te bevatten is,
 maar de mensheid wel degelijk omvat. Dit hangt volgens hem niet direct samen met een insti-
 tutionele religie, maar ligt in de menselijke ervaring van het heilige. Op haar beurt ligt deze
 ervaring van het heilige ten grondslag aan alle religies.3
 Ook de Franse filosoof en voormalig minister van onder-
 wijs Luc Ferry heeft een dergelijke humanistische visie op
 God, de mens en sacraliteit.4 Hij gaat uit van het individu
 en de maatschappelijke context waarin het individu zich
 begeeft. In deze context kent iemand zelf betekenis toe
 aan datgene wat belangrijk is. Er is geen overkoepelend
 goddelijk geheel waarin betekenissen vaststaan.5 Door de
 focus op de beleving te leggen krijgt het sacrale een heel
 individueel karakter. Wat mensen beleven is heel per-
 soonlijk. Dit individuele karakter wil echter niet zeggen
 dat het ook een individueel verschijnsel is. Mensen vinden
 elkaar juist in het delen van deze belevingen. Hoewel


 1
     Régis Debray, Jeunesse du sacré, Galimard (2012).
 2
     Rudolf Otto omschreef het heilige als ‘tremendum et fascininosum’.
     In Rudolf Otto Das Heilige, Uitgeverij CH. Beck (1987, oorspr. 1917).
 3
     Lees meer hierover in Erik Borgman, ‘Wat heet heilig?’ in: Heilig,
     heilig, heilig. Over sacraliteit in kerk en cultuur, Uitgeverij Abdij
     van Berne (2011) pp. 59-75.
 4
     In het Nederlands o.a. vertaald in Luc Ferry & Marcel Gauchet, Reli-
     gie na de religie, gesprekken over de toekomst van het religieuze,
     Klement, Pelckmans 2005.
 5
     Naar aantekeningen van voorzitter programmacommissie Jacques
     Giesen, koersbepaling Festival Musica Sacra Maastricht.
                                                                             Dansvoorstelling Taharah tijdens het festival van 2011 © Kiet Duong
12                  Van Festival Religieuze Muziek naar Musica Sacra Maastricht



                                                         het soms moeilijk onder woorden te brengen is hoe de
                                                         precieze beleving van muziek tijdens een concert was,
                                                         het wordt wel degelijk ervaren en mensen kunnen van
                                                         elkaar begrijpen hoe zulke ervaringen voelen.
                                                         Door de erkenning van de individuele ervaring van sacra­
                                                         liteit wordt er niet alleen in theoretische zin over het
                                                         sacrale gesproken, maar ook in praktische zin. In de cul-
                                                         turele antropologie bijvoorbeeld is het een veelbesproken
                                                         onderwerp. Een belangrijke naam in deze traditie is Emile
                                                         Durkheim. Hij definieerde religie als een systeem van ge-
                                                         loof en praktijken gerelateerd aan sacrale zaken. Deze zag
                                                         hij als onderwerpen die apart gezet of verboden zijn.6
                                                         Het zijn zaken die geen deel uit­ aken van de alge-
                                                                                              m
                                                         meenheid van alledag, maar die worden aangeroepen
                                                         of gebruikt bij speciale gelegenheden, waarbij men los
                                                         komt te staan van het dagelijks leven. Durkheim defini-
                                                         eerde deze scheidslijn als de tegenstelling tussen het
                                                         sacrale en het profane; het heilige en het wereldlijke.
                                                         In latere studies blijkt dat deze tegenstelling helemaal
                                                         niet zo eenduidig is toe te passen, helemaal niet als het
                                                         gaat om de complexiteit van het hedendaagse leven en
                                                         de hierboven beschreven zoektocht naar zingeving die
                                                         velen ondernemen. Daarom wordt er niet meer alleen
                                                         gekeken naar wat mensen denken, maar ook naar hoe
                                                         ze handelen. Zo legt Ronald Grimes de nadruk op han-
                                                         delingen die uitgevoerd worden bij rituelen die apart
                                                         staan van het dagelijks leven, zoals trouwen, geboorte
                                                         of overlijden.7 Vervolgens verlegt Jonathan Z. Smith de
                                                         focus van het handelen naar de plaats waar deze han-
                                                         delingen zich afspelen. Ook de plek is van belang voor
                                                         de betekenis van het ritueel.8 Terugdenkend aan het
                                                         bijwonen van een sportwedstrijd of een concert, kun-
                                                         nen de locatie, de plek waar je je als toeschouwer be-
                                                         vindt en het gedrag van de omringende toeschouwers
                                                         van grote invloed zijn op de ervaring van het evenement.

                                                         Het gegeven dat sacraliteit veel breder wordt gezien
                                                         dan alleen in relatie tot institutionele religie, inspireert
                                                         tot meer onderzoek. Zo verschenen er onlangs twee
                                                         boeken die bijzonder veel aandacht kregen. Het proef­
                                                         schrift van Koert van der Velde, getiteld Flirten met God.
                                                         Religiositeit zonder geloof behandelt de menselijke be-
                                                         hoefte aan religieuze ervaringen. 9 Deze behoefte hoeft
                                                         echter helemaal niet te worden ingevuld door religie of
                                                         geloof. Uit zijn vele interviews blijkt dat mensen deze
                                                         behoeften op allerlei manieren invullen, zoals door het
                                                         bezoeken van concerten of sportwedstrijden. Ook was
                                                         daar het boek Religie voor Atheïsten. Een heidense ge-
     © Kiet Duong
Musica Sacra Maastricht 2012       13



bruikersgids van filosoof Alain de Botton.10 De Botton kijkt juist naar aspecten uit de institu­
tionele religies die nog steeds van waarde zijn in de huidige seculiere samenleving. Zoals het
samen delen, bij voorkeur met vreemden, van een maaltijd ter bevordering van de gemeenschaps­
zin, of hoe musea de esthetische verantwoordelijkheden van de kerk kunnen overnemen met
betrekking tot bijvoorbeeld opdrachtgeverschap voor kunstwerken of tentoonstellingen. De
Botton kijkt op velerlei gebieden naar welke, met religie geassocieerde, gebruiken vandaag
de dag voor de samenleving nog steeds van waarde zijn.

Sacraliteit in het festival
De programmacommissie van Musica Sacra Maastricht richt haar blik op dezelfde wijze op de
maatschappij als bovenstaande filosofen en probeert dergelijke visies te vertalen naar festival­
activiteiten. De composities kunnen geïnspireerd zijn door sacrale onderwerpen, maar kunnen
bijvoorbeeld ook in de uitvoering een sacrale ervaring bij de bezoeker teweegbrengen. Uitein-
delijk gaat het om het bieden van geestelijke verdieping door middel van fascinatie of huiver
als tegenwicht voor onverschilligheid.
De ontwikkelingen rondom het concept sacraliteit worden door de programmacommissie van
het festival gretig gevolgd en indien van toepassing meegenomen in de filosofie achter het
festivalconcept. Dit is bijvoorbeeld te zien aan de introducties in de festivalbrochures. Van
concertopsommingen zijn ze veranderd in verhandelingen waarin het thema op filosofische
wijze wordt uitgelegd. Door het volgen van de actuele publicaties is de festivalfilosofie geen
statisch gegeven, maar altijd in ontwikkeling. Werk van bekende componisten wordt afgewisseld
met onbekendere composities, zodat het publiek vooral kan kennismaken en ontdekken. Ook
wordt er ingezet op het aantrekken van bekende ensembles en dirigenten. Iedere festival­ ditie
                                                                                         e
kent meerdere premières. In het aanbod van een zo breed mogelijk programma kan de bezoeker
zijn eigen weg vinden.


Geestelijke verdieping door middel van fascinatie
of huiver als tegenwicht voor onverschilligheid.
In 1988 hebben de organisatoren van het Euro-Festival voor Religieuze Muziek ervoor gekozen
de naam van het festival te veranderen: Musica Sacra.11 Dit is een Latijnse term, die in de context
van het rooms-katholicisme staat voor liturgische muziek. Maar in het festival wordt deze term
breder opgevat. Dit wordt door de huidige voorzitter van de programmacommissie Jacques
Giesen omschreven als seculiere sacraliteit, die naast de reguliere sacraliteit (gerelateerd aan
institutionele religie) bestaat. Door de keuze voor deze brede benadering kunnen de organisatoren
muziek programmeren van gregoriaans tot hedendaags. Daarnaast programmeert het festival
sinds een aantal jaren meer op het gebied van andere disciplines, zoals dans, film, toneel en
beeldende kunst. Het thema dat door het festival jaarlijks wordt aangesneden is altijd op meerdere
manieren te inter­ reteren. Door het bieden van perspectieven en het stellen van vragen biedt
                    p
het festival zijn bezoekers de mogelijkheid om voor zichzelf daar een weg in te vinden, met het
jaarlijkse thema als leidraad en de muziek en andere podiumkunsten als instrument.

6
    Emile Durkheim, The elementary forms of religious life, The Free Press (1995, oorspronkelijk 1912).
7
  	 Ronald Grimes, Deeply into the bone. Reinventing Rites of Passage, University of California Press (2002).
8
 	 Jonathan Z. Smith, To take place. Toward theory in ritual, University of Chicago Press (1992).
9
 	 Koert van der Velde, Flirten met God. Religiositeit zonder geloof, Uitgeverij Ten Have (2011).
10
   	 Alain de Botton, Religie voor Atheïsten. Een heidense gebruikersgids, Uitgeverij Atlas (2011).
11
   	 Hierover meer in het artikel Festival Musica Sacra: Van het eerste uur, zie p.18 van dit magazine.
14




     Antoine Bodar

     Priester en kunsthistoricus Antoine Bodar heeft vele theologische boeken
     en artikelen op zijn naam staan. Hij woont in Rome en reist geregeld naar
     Nederland voor lezingen en andere optredens. Elke zondag presenteert
     hij van 9 tot 10 het Radio 4-programma Echo van Eeuwigheid (RKK).
     Speciaal tijdens Musica Sacra Maastricht presenteert hij dit programma
     rechtstreeks vanuit het Theater aan het Vrijthof (zie pagina 45).



                                                                                        Antoine Bodar © Joop van Reeken



     Wat is het belang van kerkelijke rituelen tegen het licht      lingen en woorden en gebaren in de bediening van de
     van de huidige maatschappelijke context?                       sacramenten (de kerkelijke rituelen dus) komt rust tot
     Kerkelijke rituelen betreffen de liturgie, de viering die      stand die ontvankelijkheid voor het heilige en de Heilige
     vorm geeft aan de eredienst. Hoewel de westerse wereld         eerst mogelijk maakt. Natuurlijk mag bij dit alles noch
     seculariseert, beduidt dit niet dat de liturgie fundamen­      de catechese (de leer over hetgeen men gelooft) noch de
     teel kan en zal veranderen. Zij heeft door de eeuwen           mystagogie (het invoeren in het mysterie van het geloof)
     heen haar gestalte gekregen. Deze gestalte is organisch        achterwege blijven. Beide zijn voorwaarde waardig litur-
     gegroeid en wordt die niet zo maar naar de mode van            gie te vieren. In de jongste halve eeuw heeft men steeds
     de tijd aangepast. Waar dit te zeer is geschied, zoals in      weer gemeend dat liturgie begrijpelijk moet zijn – ver-
     Nederland na het Tweede Vaticaans Concilie, blijven de         standelijk te begrijpen. Nochtans is gegrepen worden
     gelovigen weg uit de kerk. Er is een rechtstreekse ver-        belangrijker dan louter begrijpen, omdat daarin geheel
     bintenis tussen enerzijds het al te gemakkelijk loslaten van   de mens meespeelt en niet alleen de rede, hoe belangrijk
     de eeuwenoude liturgie, die nogal eens tot banalisering        die op zichzelf ook is.
     van de katholieke rituelen heeft geleid, en ander­ ijds het
                                                         z
     leeglopen van de kerken. Waarom? Omdat de gelovige             Is er behoefte aan nieuwe rituelen in de kerk, of een
     niet het dagelijkse zoekt wanneer hij op zondag naar de        nieuwe invulling van rituelen?
     kerk komt, maar het heilige, het mysterie, de scharing         Feitelijk volstaan de gebruikelijke rituelen. Het is als met
     rond Christus in de tafel van het Woord en de tafel van        muziek. We beluisteren telkens weer gregoriaans en
     Brood en Beker. De zondagse Eucharistie is be­ oeld om
                                                       d            polyfonie en cantates van Bach en strijkkwartetten van
     de alledaagsheid te onderbreken en niet om die gewoon          Haydn of Mozart. Juist het telkens weer opnieuw beluis­
     voort te zetten.                                               teren van dezelfde muziek doet die steeds meer bemin-
                                                                    nen. Maar rituelen veranderen wel eens in de loop van
     Hoe doorstaan kerkelijke rituelen de tand des tijds,           de tijd, zij het nooit in de grond. En daartegen is niets,
     en hoe dienen we ermee om te gaan?                             mits de abruptheid uitblijft en vooral de platheid en de
     Kerkelijke rituelen zijn organisch gegroeid. Laten wij         onverzorgdheid en de slordigheid. Armelijkheid daar-
     dus voorzichtig daarmee omgaan. Juist in afwezigheid           entegen is in de liturgie nimmer een bezwaar. Het gaat
     van persoonlijke creativiteit, die stellig op den duur         altijd om de innerlijke houding waarmee de kerkelijke
     hinderlijk wordt, en in de herhaling van dezelfde hande­       rituelen worden voltrokken.
Musica Sacra Maastricht 2012                             15



Op welke manier leveren kerkelijke rituelen een bijdrage     Is er een ritueel dat voor u een speciale waarde heeft?
aan de inrichting van het dagelijks bestaan?                 De Heilige Mis is het hoogtepunt van de liturgie en dus
Zowel wereldlijke als kerkelijke rituelen beïnvloeden de     van alle kerkelijke rituelen. Het is een kunstwerk, een
inrichting van het leven. Zij zijn steeds om zo te zeggen    Gesamtkunstwerk, dat ons wordt geschonken en waar
herkenningspunten die continuïteit in de haast en chaos      slechts dienstbaarheid past.
van alledag geleiden. We kennen dit uit de rechtszaal,
het voetbalveld, de academische plechtigheid, Prinsjes-      Kan kunst dezelfde rol spelen bij zingeving als religie?
dag. Dieper en intrinsieker gaat dit op voor de liturgie.    Kunst en godsdienst kunnen beide het leven duiden –
Terwijl wij liturgie vieren, richten wij ons op het vieren   elk op eigen wijze. Allereerst muziek, maar ook poëzie,
van de liturgie in de hemel, zoals we ons dat enigszins      beleving van ruimtelijkheid en dergelijke kunnen ons
voorstellen op grond van het laatste Bijbelboek, de          optillen, zoals ook de natuur dat teweeg kan brengen
Apocalyps. Analoog vieren wij. Tezelfder­ ijd maken we
                                            t                in de jaargetijden, de lichtval, het wonder van de ge-
in de liturgie gebruik van gewone zaken – maar alles in      boorte van een kind. Viering van de godsdienst gaat
veredelde zin: woorden en gebaren, het kerkgebouw,           altijd gepaard met uitingen van kunst. Zij zijn daaruit
het vaatwerk, het meubilair. Er is dus verbinding tussen     zelfs oorspronkelijk geëmancipeerd en zelfstandig ge-
de liturgie en het dagelijkse leven. Wie op zondag een       worden. Kunst brengt hetgeen ons te boven gaat op
andere gelovige in de liturgie de vredes­ roet brengt,
                                             g               het spoor. Voor velen is dat voldoende. Voor zingeving
kan onmogelijk door de week die persoon niet vriendelijk     ten diepste komt men naar mijn inzicht toch uit bij de
bejegenen. En wie zich gewaar wordt wat het aanzitten        godsdienst waarin de dienstbaarheid van de kunst het
aan de Tafel des Heren betekent, zal in de loop van de       meest tot haar recht komt.
week ook zijn dagelijkse spijs en drank met een mate
van eerbied en in dankbaarheid tot zich nemen.




  Die Erinnerung an das, was sein wird.
  Een september-zondagavond.
  De Sint Martinuskerk in Wijck, Maastricht.
  Een concert.
  Een van de concerten tijdens Musica Sacra, 3 of 4 jaar geleden.
  Dit concert maande mij tot stilte, tot nadenken, tot een weelde aan geroerd zijn.
  Een elixer.
  Muziek die ooit eeuwen geleden gecomponeerd werd, klonk deze september-zondagavond als nieuw.
  Het deed mij beseffen uit welk een rijkdom wij zijn voortgekomen en hoe die rijkdom vandaag ons leven vullen kan.
  Musica Sacra verklankt het gemeenschappelijke geheugen van deze stad, van deze regio van Europa.
  Musica Sacra bevraagt die traditie.
  Musica Sacra creëert een nieuw geheugen.
  MCHvE 2018 wil in haar programma ‘ook’ het verleden, dat wat gemaakt heeft dat we zijn wie we zijn,
  onderzoeken en nieuw leven inblazen. Een van de programmalijnen van het Bidbook Maastricht en Euregio
  Maas-Rijn samen voor Culturele Hoofdstad van Europa 2018 noemen we ‘Die Erinnerung an das, was sein wird’.
  Musica Sacra toont nu reeds tot welk een rijkdom de programmering MCHvE2018 in staat is.

  Guido Wevers
  Artistiek Directeur MCHvE2018
16




     Monumenten als decor
     Muziek vormt natuurlijk de hoofdmoot van Musica Sacra Maastricht. Maar behalve een muzikale ontdekkings-
     reis biedt het festival de bezoeker ook een kijkje in de roemrijke historie en de eeuwenoude architectonische
     pareltjes van Maastricht. De locaties waar de voorstellingen plaatsvinden, zijn met zorg geselecteerd om
     de muziek optimaal tot zijn recht te laten komen. En Maastricht heeft meer dan genoeg inspirerende plekken
     die naadloos aansluiten op de jaarlijkse festivalthema’s. De stad grossiert in fraaie kerken en kapellen,
     maar ook minder voor de hand liggende gebouwen, zoals het Stadhuis of de Timmerfabriek bieden plaats
     aan voorstellingen.

     door Meyke Houben




                      O
                                     ver elke festivallocatie valt wel een interessant verhaal te vertellen. Dat ontdek-
                                     ken we als we spreken met VVV-gids Tanja Olivers, die een soort wande­ende    l
                                     encyclopedie blijkt te zijn. Haar uiteenzetting begint op het Vrijthof, dat met
                                     optredens in de Sint Servaasbasiliek en de bijbehorende Keizerzaal, de naast-
                                     g
                                     ­ elegen Sint Janskerk en het Theater aan het Vrijthof het epicentrum van het
                       festival vormt. ‘De Sint Servaasbasiliek, beschouwd als een van de oudste Nederlandse kerken,
                       werd in de zesde eeuw gebouwd op het graf van Sint Servaas’, vertelt Tanja. ‘Rond het jaar
                       1000 begon de bouw van de huidige Romaanse kerk. Daarna volgden nog twee bouwfases in
                       de twaalfde en de vijftiende eeuw en twee omvangrijke restauraties in de negentiende en de
                       twintigste eeuw. Tijdens de uitbreiding van de westbouw in de twaalfde eeuw werd ook de
                       zogenaamde ‘Keizerzaal’ gebouwd. De naam ‘Keizerzaal’ komt overigens pas voor het eerst
                       voor in een bedelbrief van het kerkbestuur aan koning Willem III uit 1874. De eigenlijke be-
                       n
                       ­ aming is ‘hoogzaal’. De imposante ruimte, die vroeger zichtbaar was vanuit de kerk en waar-
                       van het middelste deel is overdekt met een koepel, heeft nooit een liturgische functie gehad.
                                           Veeleer is de zaal bedoeld als symbool voor het hemelse Jeruzalem, dat
                                           neerdaalt op aarde. De koepel staat voor de hemel en
                                           verbeeldt de gang van de dode, die opgaat naar het licht.’

                                           Duivel
                                             Het meest in het oog springende kenmerk van de Sint
                                             Janskerk, pal naast de Sint Servaas, is de ossenbloedrode
                                             kleur van de toren. ‘Anders dan veel mensen vermoeden,
                                             heeft de kleur geen symbolische functie, maar dient hij
                                             louter ter bescherming van de mergelsteen’, meldt Tanja.
     Keizerzaal                              Overigens is de toren in de loop der tijd ook geel en wit
                       geweest en is de rode kleur pas weer aangebracht tijdens de laatste restau-
                       r
                       ­ atie in de jaren tachtig van de vorige eeuw.
                       Schuin tegenover de kerken op het plein bevindt zich het Theater aan het
                       Vrijthof. De geschiedenis van dit gebouw gaat terug tot de achtste eeuw,
                       toen op deze plek een palts van de Karolingen en Merovingen zou hebben
                       gestaan. Overblijfselen daarvan zijn gevonden onder het huidige souterrain
                       van het theater. In het souterrain zijn ook nog kalkstenen fundamenten te
                                                                                                         Sint Servaasbasiliek
Musica Sacra Maastricht 2012                                17



zien van het Witte Vrouwenklooster, de voorganger van het huidige Generaalshuis.
Tanja verhaalt over een beroemde inwoonster van het klooster: ‘Het was 25 jaar lang
de thuishaven van Marieke van Nimwegen, die volgens de overlevering werd verleid
door de duivel en daarvoor boete deed door in te treden als non. In 1805 werd het
Generaalshuis gebouwd, waar generaal Dibbets zijn intrek nam. Voordat in 1985 de
verbouwing tot theater begon, deed het gebouw onder meer dienst als politiebureau
en huisvesting voor de Duitse soldaten.’

Groene zeep
Een ander niet weg te denken herkenningspunt in het Maastrichtse stadsbeeld is
de Onze Lieve Vrouwebasiliek op het gelijknamige plein. Bijzonder is volgens Tanja
het verhaal van het ‘grand orgue’ dat in de zeventiende eeuw werd gebouwd door
André Séverin uit Luik.
‘Het instrument, een zogenaamd ‘positif à dos’ orgel, dat aan beide zijden kan
worden bespeeld, was zo groot dat het niet in de kerk paste. Voor het installeren van
het houten orgelbalkon moesten enkele altaren worden afgebroken. Nu staat het
orgel op een stenen oksaal (orgelgalerij), dat volgens de overlevering met groene
zeep werd ingesmeerd om het centimeter voor centimeter naar voren te kunnen
schuiven, totdat het op de juiste plek stond.’ De romaanse kerk werd rond 1900
                                                                                           Onze Lieve Vrouwebasiliek
gerestaureerd door Pierre Cuypers en kreeg in 1933 de status van basilica minor.

Behangpapier
Van de talloze religieuze gebouwen die Maastricht ooit telde, heeft een groot deel inmiddels
de oorspronkelijke functie verloren. Neem de neogotische Ursulinenkapel, behorend bij het
vroegere klooster aan de Capucijnenstraat: het altaar, de kerkbanken, het orgel en de heiligen-
beelden staan nog allemaal op hun plek, maar doen geen dienst meer voor eucharistievieringen.
‘De kapel werd in de negentiende eeuw gebouwd door Johannes Kayser in opdracht van André
Claereboets, eigenaar van een fabriek voor behangpapier’, vertelt Tanja. ‘Toen twee van zijn
dochters intraden bij de zusters Ursulinen, schonk hij de kloosterode een kapel. In het klooster,
dat ook enige tijd een lagere school en de MMS huisvestte, zijn nu dertig appartementen ge-
realiseerd voor mensen met een beperking.’

                                 Sinterklaas
                                 Ook de vijftiende-eeuwse Cellebroederskapel, verscholen achter een poort aan de
                                 Brusselsestraat, is tegenwoordig niet meer alleen in gebruik voor religieuze doeleinden.
                                 Het is nu een populaire trouwlocatie en er vinden geregeld concerten plaats. In de
                                 geschiedenis van de kapel is de verandering van functie overigens geen uitzondering.
                                 Het gebouw raakte in de loop van de negentiende eeuw steeds verder vervreemd
                                 van zijn oorspronkelijke bestemming en diende onder meer als gevangenis, brouwerij
                                 en bank van lening. Na de Tweede Wereldoorlog kwam de kapel in bezit van de
                                 Broeders van ‘de Beyart’. Opnieuw heeft Tanja een anekdote paraat: ‘De broeders
                                 hadden de traditie dat ze met Sinterklaas een wens mochten doen, en het is dankzij
                                 de wens van broeder Sigismund Tagage dat de kapel in de jaren zestig volledig werd
                                 gerestaureerd.’
                                 Tijdens Musica Sacra Maastricht bieden de kapel en al die andere speciale locaties
                                 plaats aan bijzondere ensembles, gezelschappen, solisten en koren. Met een tel-
                                 kens variërende monumentale omgeving als decor komen bezoekers niet alleen
                                 oren, maar ook ogen tekort om al het moois in zich op te nemen.
                 Sint Janskerk
18




     Festival Musica Sacra
     Maastricht: Van het eerste uur
     door Lieke Wijnia
     onderzoeker aan
     Universiteit Tilburg



                            Het dertigjarig jubileum is een uitgelezen moment om terug te blikken op het begin
                            van het festival. Vier betrokkenen van het eerste uur aan het woord.

                            • Theo Kersten · Directeur Cultureel Centrum (tot 1987)
                            • Camiel Hamans · Chef afdeling cultuur KRO radio (begin jaren ’80 tot begin jaren ’90)
                            • Jos Leussink · KRO programmeur klassiek (tot 2002), adviseur programmacommissie (sinds 1985)
                            • Jos Zwietink · adjunct directeur/hoofd programmering Theater aan het Vrijthof (tot 2004)



                            In 1983 werd het eerste Euro-Festival voor Religieuze Muziek georganiseerd, in aanvulling op
                            de activiteiten rondom de zevenjaarlijkse Heiligdomsvaart. Hoe kwam het festival tot stand?
                            Kersten: ‘Het was eigenlijk vanzelfsprekend om iets met muziek te organiseren. De organisatie
                            achter de Heiligdomsvaart wilde terugloop in aandacht voorkomen en met extra activiteiten
                            een breder publiek aanspreken. Er waren toen nog niet zo veel voorbeelden op festivalgebied
                            in Maastricht. Ik heb veel hulp gehad van lokale mensen die nogal wat van muziek wisten en
                            zo ontstonden er relaties met lokale gezelschappen en instellingen.’

                                                                                     Hamans: ‘De Heiligdomsvaart was
                                                                                     meer een aanleiding voor het festival.
                                                                                     Na die eerste keer is het festival er van
                                                                                     losgezongen. De eerste edities waren
                                                                                     festivals die over meerdere weeken-
                                                                                     den plaatsvonden, met doordeweeks
                                                                                     elke dag een lunch- en avondconcert.
                                                                                     In 1986 kwam het zwaartepunt op de
                                                                                     weekenden te liggen, twee jaar later
                                                                                     werd de naamsverandering doorge-
                                                                                     voerd en de festivalduur naar één
                                                                                     weekend teruggebracht. Zo werd het
                                                                                     echt een festival waarvoor mensen
                                                                                     naar Maastricht kwamen en hier ook
                                                                                     een paar dagen verbleven.’
     Camiel Hamans, Theo Kersten, Jos Leussink en Jos Zwietink
Musica Sacra Maastricht 2012           19



Vanaf de eerste editie vinden de concerten plaats in Maastrichtse kerken. Hoe werd het initiatief
door hen ontvangen?
Leussink: ‘De medewerking van de kerken kan ambivalent worden genoemd. Vanuit het Bisdom
werd er op toegezien dat de kerk nooit een concertzaal zou worden. Overdag mochten er
uitvoeringen plaatsvinden, maar de kerk moest nog steeds toegankelijk zijn voor het kerkelijk
publiek. Pas in de avonden, buiten de reguliere openingstijden, mochten er voor het festival
kaartjes worden verkocht. De pastorale en liturgische functies gingen, en gaan nog steeds, te allen
tijde voor. En dat is hun goed recht. Daarnaast leveren we vanaf 1990 bijdragen aan oecumenische
diensten in diverse kerken. Het is toch raar om een weekend lang musica sacra te vieren en dan
niets met de liturgie te doen.’
Zwietink: ‘Omdat de concerten in het begin gratis waren en de deuren van de kerken open
stonden, hadden we altijd volle zalen. Maar een groot deel van het publiek bestond uit toeristen
of toevallige passanten. Slechts tien procent had bewust gekozen om naar het concert te gaan.
Na die eerste jaren groeide het aandeel gerichte bezoekers.’




‘Het is een soort elektrische sfeer,
 waardoor je het gevoel krijgt: hier gaat het om.’

In 1985 heeft de KRO een eerste opname bij het festival gemaakt, vanaf het jaar daarna is de
KRO structureel bij de programmering betrokken geraakt. Hoe ontstond die samenwerking?
Hamans: ‘De KRO zocht naar mogelijkheden om aansluiting bij de achterban te vinden. Voor
politiek moest je in Den Haag zijn, regionaal nieuws werd lokaal geregeld. Dus om met onze
roomse wortels aansluiting te vinden in het zuiden, zetten we in op klassieke muziek. Daarbij
stond voor de KRO de bindende waarde van cultuur voorop. Toen de eerste edities de nationale
pers haalden, is het festival ons in het Hilversumse opgevallen. Ik ben toen het eerste jaar komen
luisteren en een paar jaar later kwam de intensieve samenwerking van de grond. Het festival
had financiële steun nodig en wij zochten binding met de markt.’
Kersten: ‘En wij hadden ook jullie kennis nodig.’
Hamans: ‘Toen bleek inderdaad dat de KRO en het festival natuurlijke partners waren om dit
te organiseren. In Hilversum hadden wij een enorm archief, inclusief bijbehorende kennis bij
de medewerkers. Dat kon gecombineerd worden met de in Maastricht aanwezige kennis van
het lokale cultuurklimaat.’

Hoe werd het festival ontvangen in Maastricht en omstreken?
Hamans: ‘Normaal gaan dingen hier een aantal jaren mee en daarna vallen ze weg. Noem het de
metaalmoeheid van de stad. Het mooie is dat dat Musica Sacra niet is overkomen. De amateur-
kunsten, de Heiligdomsvaart, het carnaval; dat zijn zaken die geworteld zijn. Evenementen als
Musica Sacra moeten daarnaast bestaansrecht zien te vinden. In een heleboel steden is dat niet
anders, dan houd je het alleen vol met steun van het stadsbestuur.’
Leussink: ‘De samenwerking met de KRO, zowel inhoudelijk als financieel, heeft hier ook aan
bijgedragen. De steun uit Hilversum sloeg aan bij de wethouder in Maastricht, vanzelfsprekend
met de wens het Maastrichtse karakter te behouden.’
Zwietink: ‘Na een aantal jaren groeide ook de samenwerking met lokale ensembles. Die gingen
het festival steeds meer als een platform zien en werden langzamerhand vast onderdeel van
20                           Festival Musica Sacra: Van het eerste uur



                             de programmering. Al discussiërend met artistiek leiders of studenten aan kunstopleidingen
                             kwamen we zo ieder jaar weer tot een grotendeels exclusieve programmering.’

                             Waarom werd dit platform georganiseerd als een festival, wat is de toegevoegde waarde van
                             het festival-format?
                             Hamans: ‘Dat was de tijdgeest. Je deed toen alles in festivals.’
                             Leussink: ‘Ook uit marktoverwegingen. We hebben al heel snel het tweeweekse evenement
                             gecomprimeerd tot één weekend, zodat mensen voor drie dagen naar de stad konden komen.
                             Niemand kan zich permitteren om twee weken hiervoor uit te trekken.’
                             Hamans: ‘Daarbij, toen we niet meer veertien dagen hoefden te vullen, was datgene wat we
                             programmeerden alleen nog van de hoogste kwaliteit. Bovendien ontstaat er een bepaalde
                             geladen sfeer als je het in festivalvorm doet.’
                             Leussink: ‘Dat komt ook door de locaties, die we echt bij de muziek zoeken.’
                             Hamans: ‘Het is een soort elektrische sfeer, waardoor je het gevoel krijgt: hier gaat het om.’
                             Zwietink: ‘Het format van een festival biedt ook de mogelijkheid om een horizontale program­
                             mering te realiseren. Het brengt vaste en herkenbare momenten in het programma, zoals het
                             vrijdagavondconcert met het Limburgs Symfonie Orkest of de missen op zondagochtend waar
                             we een bijdrage aan leveren. Daarnaast is er een verschil tussen de middag- en avondconcerten,
                             waarbij er ’s avonds bekendere namen of publiekstrekkers worden geprogrammeerd, terwijl
                             ’s middags de uitvoeringen plaatsvinden die wat experimenteler of onbekender van aard zijn.
                             Zo hebben we een soort ritme in het programma gebracht.’

                             In 1988 werd gekozen om verder te gaan onder de naam Musica Sacra Maastricht.
                             Waarom deze verandering?
                             Leussink: ‘De misvatting dat religieuze of sacrale muziek alleen oude muziek is, wilden we van
                             meet af aan uit de weg gaan, opdat de vergelijking met het Festival Oude Muziek in Utrecht niet
                             gemaakt zou worden. Als mensen nadenken over de strekking van de term sacra, kunnen ze
                             onderkennen dat wij een heel brede afbakening maken, breder dan de term religieus suggereert.
                             De term sacra hoopte ik in het festival vorm te geven als innerlijke impuls van mensen. Het is een
                             funda­ entele behoefte aan sacraliteit in de brede zin van het woord, zonder aanzien van de ene
                                    m
                             of de andere religie. Met de term religieuze muziek merkten we dat het bijna altijd aan de
                             liturgie ontleend moest zijn of daar heel dicht tegenaan moest zitten. Terwijl sacraal de ruimte
                             om het kernbegrip religie heen beschrijft en je de ruimte geeft om bijvoorbeeld naar buiten-
                             Europese culturen te kijken, maar ook naar de profane sacraliteit in onze samenleving.’
                             Hamans: ‘Ik herinner me dat we in die discussie spraken over Henryk Górecki en Anton Bruckner
                             als componisten van sacrale muziek. Maar dat kun je absoluut niet als religieus bestempelen,




     Festivalthema’s verbeeld, v.l.n.r. Van God en goden (2002); Pelgrimage (2003); ‘Heilige’ Oorlog (2004); Engelen en Duivels (2005); Kluizenaars
     en Kloosterlingen (2006); Visioenen van Eeuwigheid (2007); Getuigen: Belijders en Martelaren (2008); Man en Vrouw schiep Hij hen (2009)
Musica Sacra Maastricht 2012          21



daar hebben mensen moeite mee. We wilden hun muziek ook program-
meren, maar het kader van religieuze muziek beperkte ons in die ambities.
In de eerste edities was dit nog niet aan de orde, omdat de Heiligdomsvaart
het uitgangspunt was. Maar na een paar edities werd het tijd om een stap
vooruit te zetten.’
Kersten: ‘Aan een dergelijke ontwikkeling is niet te ontkomen. Ook als je kijkt
naar godsdienst is er sprake van een verschuiving. Het gaat steeds meer om
essentiële en wezenlijke aspecten van het leven.’
Hamans: ‘Het zit hem veel minder in religie dan wel in verdieping. Door
middel van de naamsverandering probeerden we ruimte voor verdieping te
creëren. Dat we dit moesten doen, daarover bestond zelfs op de afdeling
godsdienst van de KRO geen seconde twijfel.’
Zwietink: ‘We wilden de programmering veel breder maken, het mocht van
gregoriaans tot hedendaags, van toegankelijke tot moeilijker te doorgronden muziek. Zoals
onder het thema Psalmen in 1999 toen de rappers van Osdorp Posse kwamen optreden. Dat trok
ook echt een jonger publiek, dat werkte heel goed. Of bij het thema Requiem in 1992. Daar
wilden we naast onbekendere muziekstukken of voor het festival uitgevaardigde compositie­
opdrachten ook het bekende Requiem van Verdi programmeren. Om een dergelijke breedte te
realiseren was een naamsverandering nodig. Religie is een vorm van sacraliteit. Maar sacraliteit
is niet per definitie religieus. Dat bood de ruimte die we zochten.’




‘Religie is een vorm van sacraliteit.
 Maar sacraliteit is niet per definitie religieus.
 Dat bood de ruimte die we zochten.’

Naast de verandering van de festivalnaam kwam ook de invoering van thema’s.
Had de programmering dit nodig?
Kersten: ‘Programmatechnisch is er niet eens zo veel veranderd. Het is voornamelijk de insteek
waarop je mensen kunt aanspreken die prominenter is geworden. Voor zowel de programma­
commissie als voor het publiek.’
Zwietink: ‘Toen we met Musica Sacra startten, hebben we eerst een jaar zonder thema gewerkt.
Omdat er een rode draad ontbrak, zijn we met centrale thema’s gaan werken.’
Leussink: ‘Dat was vanaf 1990. Om het festival goed te profileren was het beter om dat eindeloze
gebied van sacraliteit af te bakenen. Daarnaast werkt het goed in zowel het verstrekken van
com­ ositieopdrachten als in het aanbieden van sacrale muziek aan de festival­ ezoeker. De
      p                                                                            b
thema’s worden altijd ver van te voren bedacht, maar op het moment van het festival blijkt de
actualiteit ons vaak te hebben ingehaald. Het duidelijkste voorbeeld daarvan is het thema
‘Heilige’ Oorlog (2004), dat toch echt vóór 9/11 werd bedacht.’
Hamans: ‘Er wordt zo breed mogelijk geprogrammeerd binnen een thema, zo veel mogelijk
stijlen en genres proberen we in een thema onder te brengen. En dan gaat het er niet direct om
of iemand die het ene concert bezoekt ook naar het andere gaat. Maar wel dat er begrip ontstaat
voor het verband tussen verschillende muziekgenres, geïnterpreteerd vanuit het thematisch
perspectief. Zodat bezoekers denken: wat leuk dat ze dat doen!’
22                           Festival Musica Sacra: Van het eerste uur



                             Hoe worden de jaarlijkse thema’s gekozen?
                             Zwietink: ‘Al discussiërend en brainstormend in de programmacommissie. De één roept iets,
                             de ander reageert daarop, een derde denkt aan de mogelijkheden wat betreft de muziek.
                             Bovendien waren de thema’s altijd gerelateerd aan de actualiteit.’
                             Leussink: ‘We proberen overlap van de thema’s te vermijden, maar je ontkomt daar vaak niet
                             aan. De gekozen thema’s kunnen altijd op vele manieren worden geïnterpreteerd. Op religieus
                             vlak, maar ook op maatschappelijk en cultureel vlak. Soms worden thema’s ook gekozen omdat
                             we heel graag een bepaald ensemble of stuk willen programmeren. Als dat in een specifiek
                             jaar kan, dan moet het daaraan gerelateerde thema het worden. Daarna zoeken we er dan
                             nog allerlei andere uitvoeringen bij.’

                             Er zijn in Nederland meerdere festivals die zich richten op klassieke, religieuze en oude muziek.
                             Wat is de toegevoegde waarde en het belang van een festival dat zich op sacrale muziek richt?
                             Leussink: ‘Het voorziet in een behoefte om muziek niet uitsluitend weg te kauwen als kauw-
                             gum, maar een iets diepere laag van ons bewustzijn aangesproken te laten worden. Ik denk
                             dat het nuttig is om daar via zo’n festival aandacht voor te vragen. In een vrij specifieke set-
                             ting, iets meer afzondering, iets meer bezonkenheid, iets meer aandacht voor waar je op een
                             gegeven moment naar luistert. Muziek wordt vanuit de media zo als consumptieartikel over
                             je heen gesmeerd en je moet met de hype en de drukte mee. Op de radio, alleen al de jingles.
                             Het festival zet een stap terug, geeft muziek een andere, gerichtere functie. Dat vind ik van
                             groot belang. En ik denk dat er mensen zijn die ons dat nog steeds in dank afnemen.’




     Keizerzaal Sint Servaasbasiliek tijdens Musica Sacra Maastricht in 2011 © Sanne Willemsen
Musica Sacra Maastricht 2012                               23




Peter Missotten
Peter Missotten (Hasselt, 1963) genoot aanvankelijk een opleiding als video-artiest.
Hij werkte meer dan 25 jaar samen met Guy Cassiers in producties als Wasp Factory,
Sunken Red, Rage d’Amour, Fliegende Holländer en Onegin. In 1994 richtte hij
met Anne Quirynen en Anne Heyman de Filmfabriek op en werkte aan projecten
van onder meer William Forsythe, Wim Vandekeybus en Georges Aperghis.
Sinds 2000 legt Peter Missotten zich als regisseur toe op hedendaagse operaproducties en radicale performance
projecten. In 2009 leidde hij de wereldpremière van KEPLER, een opera van Philip Glass voor Linz09 in het
Landestheater Linz en in 2010 creëerde hij Montezuma - Fallender Adler, een opera van Bernhard Lang, voor
het Nationaltheater Mannheim. Peter Missotten doceert aan de Toneelacademie Maastricht en is hoofd van
het onderzoeksproject The Virtual Body.




In alle culturen en tijden is bij de mens steeds de notie van   religieus zijn, maar probeert nieuwe werkelijkheden te
een mysterieuze dimensie van het bestaan aanwezig               tonen die om de hoek van het alledaagse liggen. Daarbij
geweest. De eeuwige worsteling van de mens, om in               staat een citaat van de dichter T.S. Eliot centraal:
betovering en huiver te kiezen voor zaken die boven
hemzelf uitstijgen, weerklinkt vandaag scherper dan ooit.         Who is the third who walks always beside you?
Wie de huidige maatschappij bekijkt, zal herkennen hoe            When I count, there are only you and I together
heilige plaatsen, fascinatie en hunker naar het trans-            But when I look ahead up the white road
cendente de hedendaagse mens bezighouden.                         There is always another one walking beside you.

Hoe kijkt u hier als kunstenaar tegenaan?                         Wie is die derde die naast jou staat?
Alle belangrijke dingen in het leven zijn in hun wezen            Als ik goed tel zijn enkel jij en ik hier samen.
nutteloos. In een tijd waarin het ‘nuttigheidsdenken’ – de        Maar als ik verder op de witte weg kijk,
kille ode aan de ongebreidelde functionaliteit – hoogtij          is er altijd iemand die naast je staat.
viert, is de spanning tussen wat we echt belangrijk vinden        (uit The Waste Land,1922)
en hoe we daar functioneel mee omgaan, erg groot ge-
worden. Religie was traditioneel een wijze om daarmee           Kan kunst, zoals religie, een rol spelen bij zingeving?
om te gaan. En misschien neemt kunst nu wel die plaats          Kunst is nutteloos. Of beter, kunst is te belangrijk om
in. Maar misschien moeten kunst en religie dat span-            nuttig te zijn. Kunst mag net zo min als religie pogen een
ningsveld juist blootleggen en zichtbaar maken, in de           pleister op het been te zijn. Ze kan beter de gapende
plaats van het te willen overbruggen.                           wonde laten aanvoelen door andere, ongekende wer-
                                                                kelijkheden te tonen. Door het nut te doorprikken met
Vormt die fascinatie een bron van inspiratie?                   prangende beelden. Door ons terug te gooien in onze
Ik vrees dat al mijn werk erg dicht tegen religie aan-          eigen, dierbaarste nutteloosheid. Nutteloos als de wol-
schuurt. Ik zit daar een beetje verveeld mee. Al was het        ken, nutteloos als een nutteloze boom, nutteloos als
maar door het referentiekader. Dat wil nooit letterlijk         lachen en nutteloos als mekaar lief hebben.
24




     Shingon, het esoterische
     boeddhisme in Japan
     door Heinz-Dieter Reese, staflid cultuur ‘Japanische Kulturinstitut Köln’
     vertaling Hella Melkert




     H
                  et boeddhisme is ongeveer 2500 jaar geleden in India ontstaan. Als grondlegger
                  geldt prins Siddhartha Gautama, die bij zijn dood (vermoedelijk 483 v.Chr.) als
                  Boeddha (‘Verlichte’) het nirvâna bereikt zou hebben. Zijn aanhangers vereren hem
                  tot op heden als Shâkyamuni (‘De wijze uit het adellijke geslacht van de Shâkya’).
                  Zijn leer is geworteld in het inzicht dat alle leven lijden (dukha) veroorzaakt. Het kent
     geen onveranderlijke substantie, maar vormt slechts een tijdelijke vervlechting van elementen
     en krachten (skandhas), die onherroepelijk weer uiteenvalt. Het ik-bewustzijn van de menselijke
     existentie klampt zich vast aan de illusie van bestendigheid, waar echter eeuwige verandering
     heerst, en wordt uiteindelijk teleurgesteld. Dat is de oorzaak van het lijden.
     Na het verval ontstaat er een nieuwe, andersoortige vervlechting van relaties. Dit is het concept
     van de ‘reïncarnatie’, de wedergeboorte, die teruggaat tot oude brahmaans-hindoeïstische
     denkbeelden: Alle leven incarneert zo in een eindeloze kringloop (samsara) telkens weer op-
     nieuw. Dit betekent echter ook telkens hernieuwd lijden.
     Het boeddhisme onderscheidt verschillende bestaansniveaus met verschillende innerlijke waarden,
     waarin de reïncarnatie kan plaatsvinden. De in moreel opzicht meer of minder goede gedragingen
     in het ene bestaan bepalen de wedergeboorte in een nieuw bestaan. Dat is het concept van het
     karma, de vergelding der daden.
     De leer van Shâkyamuni biedt een recept voor het overwinnen van het lijden: zweer alle be-
     geerten en hartstochten af en maak je vrij van ‘levensdorst’. Daartoe is een transcendering van
     het ik-bewustzijn nodig en een zich losmaken van de zintuiglijke waarneming, die oorzaak is van
     de illusies en van het ‘vastzitten’ aan het aardse bestaan. De ‘Verlichting’, die als het ontwaken
     van een absoluut bewustzijn beschouwd wordt, biedt dan de mogelijkheid uit de kringloop
     van wedergeboorten te treden en het nirvâna te bereiken. Daarmee wordt een toestand van
     volmaakte zielenrust en eeuwige gelukzaligheid bedoeld, van elk lijden bevrijd, waarin de
     eenheid met de onveranderlijke en onvergankelijke krachten van het universum verwezenlijkt
     wordt. Ascese en teruggetrokken meditatie wijzen de weg naar dit heilsdoel, dat slechts op het
     bestaansniveau ‘mens’, vanuit de eigen kracht van het individu en met een gunstig karma,
     bereikbaar schijnt. Uiteindelijk, in onvoorstelbaar verre aeonen, zullen – volgens het boeddhis­
     tische geloof – alle zielen het nirvâna bereikt hebben en eindigt de kringloop van het leven.
Musica Sacra Maastricht 2012           25



Ontwikkelingen binnen de boeddhistische leer
Het ‘oerboeddhisme’ van Shâkyamuni heeft zich in de loop der eeuwen en in het kader van zijn
verbreiding naar Oost- en Zuidoost-Azië in veel opzichten verder ontwikkeld. Niet de grond-
waarheden van de leer veranderden, maar de methoden en wegen om het heilsdoel te bereiken.
Men probeerde de steile kloof tussen het aardse bestaan vol leed en het heilsdoel van het
transcendente nirvâna te verkleinen door de gelovigen telkens iets nieuws aan aan te bieden.
Dit werd gelegitimeerd door het concept van de upâya, de ‘methodische vaardigheid’. Om voor
elk wezen ‘Verlichting’ mogelijk te maken, mag van elke denkbare methode gebruik gemaakt
worden, van een eenvoudige preek tot een opzienbarend wonder. De veelheid aan methoden
wordt, zelfs wanneer ze elkaar lijken tegen te spreken, gerechtvaardigd door hun bruikbaarheid
als hulpmiddel op de weg naar het heilsdoel.

Dit wordt weerspiegeld door de boeddhistische didactische geschriften, de sûtra’s, uit de latere
tijd. Om de mensen ideale voorbeelden en concrete voorstellingen van het heilsdoel te bieden,
die hun bevattingsvermogen tegemoetkomen, wordt de gestalte van boeddha vergoddelijkt en
het aardse bestaan als het ware dichterbij gebracht. Er is niet slechts één boeddha, de historische
Shâkyamuni, maar er zijn talrijke boeddha-gestalten. Ieder tijdperk heeft tenminste één centrale
Boeddha, die als hypostase van de dharma, van de kosmische wet, van de absolute waarheid geldt.
Hij draagt er zorg voor, als het ware als een brug, dat de weg naar de transcendentie voor de
gelovigen open blijft. Zijn helpers, die het concept karunâ, het medelijden en erbarmen met
het lijdende schepsel, personifiëren, zijn de talrijke zogenoemde Bodhisattva’s, ‘Verlichte Wezens’.
Op onzelfzuchtige wijze zien zij voorlopig van de voor henzelf reeds mogelijke intrede in het




Shingon monniken
26                         Shingon, het esoterische boeddhisme in Japan



                           nirvâna af, om anderen te laten delen in hun positieve karma en hen bij hun streven naar
                           ‘Verlichting’ bij te staan. Aldus wordt de gestalte van de Boddhisattva een voorbeeld. Niet alleen
                           streeft men ernaar, door – in boeddhistische zin – met vrome daden zélf karmische energie te
                           verkrijgen; nog belangrijker wordt het deze krachten aan anderen door te geven.
                           Deze latere, specifiek religieuze vormen van het boeddhisme worden onder de benaming
                           ‘Groot Vaartuig’ (Mahâyâna) samengevat. Het biedt plaats aan alle levende wezens, om hen
                           over te zetten, over de ‘zee van het lijden’ naar de ‘andere oever’, het nirvâna – in tegenstelling
                           tot het (oudere) ‘Kleine Vaartuig’ (Hinayâna), waarin het individu op eigen kracht het heilsdoel
                           moet zien te benaderen.
                           In het Mahâyâna-boeddhisme is een veelvormige en gedifferentieerde cultus ontstaan. Hierin
                           wordt niet alleen de communicatie met de transcendente wezens, de boeddha’s, de Bodhisattva­
                           -heilanden, beschermgeesten en heiligen voltrokken. Hij vormt tevens de sterkste uitdrukking
                           van de boeddhistische leer, die de mensen aanspreekt en hen ertoe uitnodigt mee te varen in het
                           ‘Grote Vaartuig’. Buitengewoon prachtig is dan ook de vormgeving van de grote feestliturgieën
                           in het Mahâyâna-boeddhisme, waarbij uitdrukkelijk ook muziek, dans en theater (en de invloed
                           ervan) voor de boeddhistische doelstellingen ingezet worden.

                           De leer van het ‘esoterische boeddhisme’
                           Leer en cultische praktijk van het Mahâyâna-boeddhisme hebben zich rond 500 na Christus op hun
                           beurt weer verder ontwikkeld tot het zogenoemde Vajrayâna, het ‘Diamanten Vaartuig’. Dit
                           heeft zich als een eigen, esoterische richting binnen het boeddhisme voortgezet. Het Vajrayâna
                           leert dat de tegenstelling tussen de illusionaire wereld van de aardse verschijnselen en de




     Detail van een van de vele versierde grafmonumenten van Kôyasan, centrum van het Japanse Shingon boeddhisme
Musica Sacra Maastricht 2012           27



transcendente wereld van het nirvâna uiteindelijk helemaal niet bestaat. Eerder wordt een
identiteit van immanentie en transcendentie vooropgesteld, dat wil zeggen: een hecht samen-
hangende ontologische wisselwerking tussen mikro- en makrokosmos, die met een ‘weefsel’
(tantra) vergeleken wordt. Volgens deze leer wordt het wezen of de essentie van alles wat bestaat
als ‘leegte’ (shûnyatâ) opgevat en door de vajra (de ‘diamant’) gesymboliseerd: ‘Net zoals de
diamant is deze leegte onverwoestbaar, dat wil zeggen onvergankelijk, aangezien ze ongeworden
is.’ Deze leer geldt als ‘esoterisch’ of ‘geheim’, omdat niet iedereen er direct toegang toe heeft,
spirituele voorbereiding en inwijding zijn vereist.
‘Verlichting’ vindt plaats vanuit het inzicht in deze ontologische waarheid en kan daarom ook al
tijdens het aardse bestaan verkregen worden. Ze wordt bevorderd door het mystieke beleven
van magische rituelen, waarin geheime woorden en verbale formules (mantra’s en dhâranis)
evenals verborgen vingertekens (mudrâs) de communicatie met de goddelijke machten bepalen,
die op hun beurt in symbolische meditatiediagrammen (mandala’s) uitgebeeld worden. In het
centrum van de verering staat de Boeddha (Mahâ-)Vairocana, die de wijsheid van alle andere
boeddha’s in zich verenigt en als kosmisch diepste grond (dharma-kâya) geldt, waarvan alles
afhangt. Tot de belangrijkste teksten waarin de esoterische leer toegelicht wordt, horen de
Mahâvairocana-sûtra en de Vajrashekhara-sûtra, die volgens de overlevering als geheime
openbaringen van Mahâvairocana pas 800 jaar na Shâkyamuni ontdekt en van kracht werden.

Zweer alle begeerten af en maak je vrij van ‘levensdorst’.
De esoterische leerstellingen werden vanuit India naar Centraal-Azië (Tibet), naar China en
aan het begin van de negende eeuw ook naar Japan verbreid, waar ze verder werden ontwikkeld
en tot op heden vooral in twee boeddhistische scholen voortleven: de Tendai- en de Shingon-
school. De naam Shingon betekent zoiets als ‘waar woord’ en stemt overeen met het begrip
mantra in het Sanskriet.
De Shingon-school gaat terug tot de monnik Kûkai (774-835), die ook onder zijn postume naam
Kôbô Daishi (‘grootmeester van de verbreiding van de leer’) bekend is. Hij stamde uit een aristo­
cratische familie en bestudeerde al in zijn jeugd de Chinese klassieken. Op dertigjarige leeftijd
werd hij een boeddhistische monnik. Met een officiële delegatie reisde hij naar China, waar hij bij
de Chinese monnik Huiguo in de leer ging. Deze wijdde hem in in de esoterische leerstellingen
en maakte hem tot zijn opvolger. Terug in Japan systematiseerde en voltooide Kûkai deze
leerstellingen en legde ze ten grondslag aan zijn eigen school, de Shingon-school. Haar belang­
rijkste tempel richtte hij op de berg Kôya (bij Kyôto) op. De Shingon-school groeide uit tot een
van de belangrijkste en invloedrijkste boeddhistische scholen in Japan en dat is tot op heden
zo gebleven.
Reeds enkele eeuwen na Kûkai ontstonden er verschillende interpretaties van sommige detail-
vragen uit de leer en de rituele praktijk, die tot opsplitsing van de school in verschillende takken
leidde. In de twaalfde eeuw ontstond de Shingi-Shingon-school (‘Shingon-school van de nieuwe
doctrine’) van de monnik Kakuban, die zijn belangrijkste tempel op de noordwestelijk gele-
gen berg Negoro oprichtte. Toen deze in de zestiende eeuw om politieke redenen verwoest
werd, ontstonden twee nieuwe centra, hetgeen een verdere opsplitsing van deze richting in
de Chizan-ha en de Buzan-ha tot gevolg had. Deze laatste, gesticht door de monnik Sen’yo,
richt zijn centrum op in de tempel Hasedera in de stad Sakurai (prefectuur Nara). Tegenwoordig
omvat de Buzan-ha zo’n 3000 regionale tempels met ongeveer 5000 priesters. Uit hun geledingen
worden de leden van het priesterkoor ‘Karyôbinga Shômyô Kenkyûkai’ gerecruteerd. Dit koor
legt zich toe op de beoefening van het voor de rituele praktijk van de Shingon-school belangrijke
Shômyô-gezang in de traditie van de Buzan-ha.
28
     	                                               PROGRAMMA donderdag 6 september
         	

     	Symposium	                                     Sacraliteit in het publieke domein: 30 jaar Musica Sacra Maastricht
                                                     donderdag 6 september · 16.00 - 20.30 uur
                                                     theater aan het vrijthof · vrij entree *
                                                     Dinervouchers à € 12,50 (reservering noodzakelijk)



                                                     Lezing 1 (16.00 - 17.00 uur)
                                                     Lieke Wijnia & Martin Hoondert
                                                     30 jaar Musica Sacra Maastricht: trends en perspectieven

                                                     Lezing 2 (17.15 - 18.15 uur)
                                                     Koert van der Velde
             Martin Hoondert     Lieke Wijnia
                                                     Goden bespelen, religiositeit zonder geloof

                                                     pauze

                                                     Lezing 3 (19.30 - 20.30 uur)
                                                     Hendrik van der Veere
                                                     Shômyô, klanken van de realiteit
                                                     Inleiding op het avondconcert door de Shingon-monniken.
             Koert van der Velde Hendrik v/d Veere

             In alle culturen en tijden is bij de mens steeds het besef van een mysterieuze dimensie van het bestaan aanwezig
             geweest; iets ‘heiligs’, te verwoorden als het innerlijke, het verborgene. Wie de huidige maatschappij bekijkt,
             zal herkennen hoe heilige plaatsen, fascinatie en huiver de hedendaagse mens bezighouden.
             Sacrale vragen en verklaringen manifesteren zich op velerlei manieren; denken we maar aan het succes van
             jongerendagen, de vele voettochten naar Santiago, de revival van bezinningscentra en gemeenschappen, of
             het werk van kunstenaars. Kortom, sacraliteit is alom tegenwoordig.

             Tijdens dit symposium gaat Musica Sacra Maastricht dieper in op haar
             eigen uitgangspunten en de weg die het festival in dertig jaar heeft
             afgelegd. Tevens schetst boeddholoog Hendrik van der Veere de context
             van riten en rituelen in het Japanse boeddhisme, als inleiding op de
             eerste van drie rituele ceremonies door de Japanse Shingon monniken
             van het ensemble Karyôbinga Shômyô Kenkyûkai (zie pagina 30).

             Dit symposium wordt georganiseerd in samenwerking met Universiteit
             Tilburg (School of Humanities, Department of Culture Studies).

             * Aanmelding gewenst via www.musicasacramaastricht.nl
             Bezoekers kunnen zich aanmelden voor het gehele symposium, of voor
             één of meerdere lezingen. De lezing van Hendrik van der Veere is tevens
             vrij toegankelijk voor bezoekers van het avondconcert van 21.00 uur
             (zie pagina 30).




             • muziek • muziektheater • theater en dans • film • liturgie • lezing/inleiding • expositie
Msm12 Magazine Webversie
Msm12 Magazine Webversie
Msm12 Magazine Webversie
Msm12 Magazine Webversie
Msm12 Magazine Webversie
Msm12 Magazine Webversie
Msm12 Magazine Webversie
Msm12 Magazine Webversie
Msm12 Magazine Webversie
Msm12 Magazine Webversie
Msm12 Magazine Webversie
Msm12 Magazine Webversie
Msm12 Magazine Webversie
Msm12 Magazine Webversie
Msm12 Magazine Webversie
Msm12 Magazine Webversie
Msm12 Magazine Webversie
Msm12 Magazine Webversie
Msm12 Magazine Webversie
Msm12 Magazine Webversie
Msm12 Magazine Webversie
Msm12 Magazine Webversie
Msm12 Magazine Webversie
Msm12 Magazine Webversie
Msm12 Magazine Webversie
Msm12 Magazine Webversie
Msm12 Magazine Webversie
Msm12 Magazine Webversie
Msm12 Magazine Webversie
Msm12 Magazine Webversie
Msm12 Magazine Webversie
Msm12 Magazine Webversie
Msm12 Magazine Webversie
Msm12 Magazine Webversie
Msm12 Magazine Webversie
Msm12 Magazine Webversie
Msm12 Magazine Webversie
Msm12 Magazine Webversie
Msm12 Magazine Webversie
Msm12 Magazine Webversie
Msm12 Magazine Webversie
Msm12 Magazine Webversie
Msm12 Magazine Webversie
Msm12 Magazine Webversie

Weitere ähnliche Inhalte

Empfohlen

2024 State of Marketing Report – by Hubspot
2024 State of Marketing Report – by Hubspot2024 State of Marketing Report – by Hubspot
2024 State of Marketing Report – by HubspotMarius Sescu
 
Everything You Need To Know About ChatGPT
Everything You Need To Know About ChatGPTEverything You Need To Know About ChatGPT
Everything You Need To Know About ChatGPTExpeed Software
 
Product Design Trends in 2024 | Teenage Engineerings
Product Design Trends in 2024 | Teenage EngineeringsProduct Design Trends in 2024 | Teenage Engineerings
Product Design Trends in 2024 | Teenage EngineeringsPixeldarts
 
How Race, Age and Gender Shape Attitudes Towards Mental Health
How Race, Age and Gender Shape Attitudes Towards Mental HealthHow Race, Age and Gender Shape Attitudes Towards Mental Health
How Race, Age and Gender Shape Attitudes Towards Mental HealthThinkNow
 
AI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdf
AI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdfAI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdf
AI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdfmarketingartwork
 
PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024
PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024
PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024Neil Kimberley
 
Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)
Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)
Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)contently
 
How to Prepare For a Successful Job Search for 2024
How to Prepare For a Successful Job Search for 2024How to Prepare For a Successful Job Search for 2024
How to Prepare For a Successful Job Search for 2024Albert Qian
 
Social Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie Insights
Social Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie InsightsSocial Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie Insights
Social Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie InsightsKurio // The Social Media Age(ncy)
 
Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024
Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024
Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024Search Engine Journal
 
5 Public speaking tips from TED - Visualized summary
5 Public speaking tips from TED - Visualized summary5 Public speaking tips from TED - Visualized summary
5 Public speaking tips from TED - Visualized summarySpeakerHub
 
ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd
ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd
ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd Clark Boyd
 
Getting into the tech field. what next
Getting into the tech field. what next Getting into the tech field. what next
Getting into the tech field. what next Tessa Mero
 
Google's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search Intent
Google's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search IntentGoogle's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search Intent
Google's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search IntentLily Ray
 
Time Management & Productivity - Best Practices
Time Management & Productivity -  Best PracticesTime Management & Productivity -  Best Practices
Time Management & Productivity - Best PracticesVit Horky
 
The six step guide to practical project management
The six step guide to practical project managementThe six step guide to practical project management
The six step guide to practical project managementMindGenius
 
Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...
Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...
Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...RachelPearson36
 

Empfohlen (20)

2024 State of Marketing Report – by Hubspot
2024 State of Marketing Report – by Hubspot2024 State of Marketing Report – by Hubspot
2024 State of Marketing Report – by Hubspot
 
Everything You Need To Know About ChatGPT
Everything You Need To Know About ChatGPTEverything You Need To Know About ChatGPT
Everything You Need To Know About ChatGPT
 
Product Design Trends in 2024 | Teenage Engineerings
Product Design Trends in 2024 | Teenage EngineeringsProduct Design Trends in 2024 | Teenage Engineerings
Product Design Trends in 2024 | Teenage Engineerings
 
How Race, Age and Gender Shape Attitudes Towards Mental Health
How Race, Age and Gender Shape Attitudes Towards Mental HealthHow Race, Age and Gender Shape Attitudes Towards Mental Health
How Race, Age and Gender Shape Attitudes Towards Mental Health
 
AI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdf
AI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdfAI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdf
AI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdf
 
Skeleton Culture Code
Skeleton Culture CodeSkeleton Culture Code
Skeleton Culture Code
 
PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024
PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024
PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024
 
Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)
Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)
Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)
 
How to Prepare For a Successful Job Search for 2024
How to Prepare For a Successful Job Search for 2024How to Prepare For a Successful Job Search for 2024
How to Prepare For a Successful Job Search for 2024
 
Social Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie Insights
Social Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie InsightsSocial Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie Insights
Social Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie Insights
 
Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024
Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024
Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024
 
5 Public speaking tips from TED - Visualized summary
5 Public speaking tips from TED - Visualized summary5 Public speaking tips from TED - Visualized summary
5 Public speaking tips from TED - Visualized summary
 
ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd
ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd
ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd
 
Getting into the tech field. what next
Getting into the tech field. what next Getting into the tech field. what next
Getting into the tech field. what next
 
Google's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search Intent
Google's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search IntentGoogle's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search Intent
Google's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search Intent
 
How to have difficult conversations
How to have difficult conversations How to have difficult conversations
How to have difficult conversations
 
Introduction to Data Science
Introduction to Data ScienceIntroduction to Data Science
Introduction to Data Science
 
Time Management & Productivity - Best Practices
Time Management & Productivity -  Best PracticesTime Management & Productivity -  Best Practices
Time Management & Productivity - Best Practices
 
The six step guide to practical project management
The six step guide to practical project managementThe six step guide to practical project management
The six step guide to practical project management
 
Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...
Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...
Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...
 

Msm12 Magazine Webversie

  • 1. Musica Sacra Maastricht 2012 1 Musica Sacra Maastricht Riten & Rituelen 6 t/m 9 do 6 vr 7 september za 8 1983-2012 • 30 jaar festival 2012 zo 9
  • 2. 2
  • 3. Musica Sacra Maastricht 2012 1 inhoud Riten & Rituelen artikelen • Maastricht, dé stad voor Festival Musica Sacra 2 lieke wijnia Anno 2012 zijn Riten en Rituelen niet weg te denken uit onze maatschappij. • Rite, rede en religie 6 Kenmerkend is de herhaalde symbolische handeling en het openbarende marietje kardaun karakter ervan. Rituelen veroorzaken veelal een opmerkelijke versterking van • Van Festival Religieuze Muziek het gemeenschapsgevoel. naar Musica Sacra Maastricht 10 lieke wijnia Vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw ontstond er echter een duidelijke • Monumenten als decor 16 crisis van het ritueel. Zeker de West-Europese christelijke rituelen verdwenen meyke houben uit de samenleving door de sterk afnemende deelname daaraan. Het ritueel • Festival Musica Sacra kreeg een negatieve lading, al wezen auteurs op het ontstaan van protest- Maastricht: Van het eerste uur 18 rituelen. Ook rondom geboorte, huwelijk en dood kondigden zich nieuwe lieke wijnia vormen van riten aan, zij het soms nog te vluchtig en vaak te vormloos. • Shingon-boeddhisme in Japan 24 heinz-dieter reese In de jaren negentig zag men plots een grote bloei in rituelen. Een heront- • Kamagurka’s heilige inspiratie 55 dekking? In de overdaad werd chaos, onwetendheid en richtingverlies waar­ • Kunst en geloof, genomen: vorm en inhoud vonden elkaar nog niet. Studies over rituelen in het museum als tempel 57 de verschillende cultuurwetenschappen hadden het druk met onderzoek, joost zwagerman opvattingen en uiteenzettingen. Allerlei oude en nieuwe rituelen verschenen • Sacraal theater: in het medialandschap. Nu, in 2012, zijn riten opnieuw springlevend in eigen­ voorbij de grote gebaren 61 tijdse symboolhandelingen. pieter t’jonck • Le Sette Chiese 64 Musica Sacra Maastricht confronteert de mens van deze tijd met talrijke clemens romijn uitingen van rituelen, Europees en mondiaal, zowel uit het verleden als het heden. Rituelen nemen immers een belangrijke plaats in door de wijze waarop de mens in alle tijden aan de hand van symboolhandelingen vragen in gesprek met… stelt. Zoals: wie is de mens in deze wereld? Waar gaat het leven heen? Hoe • Ana Mihajlovic 9 sta ik in relatie met de ander of Ander? Wat is doodgaan? Wat zijn symbolen? • Antoine Bodar 14 Wat bewerken ze? Wat doen we met ons verstand als het redeneren stopt? • Peter Missotten 23 Welke communicatie zit verborgen in rituelen? Hoe onthullen en verhullen • Marijn Veeders 54 ze de werkelijkheid? Colofon 67 Musica Sacra Maastricht geeft ook in deze jubileumeditie geen antwoorden, maar wel stof tot overdenking in kunstzinnige vormgevingen die verstand, gevoel en alle zintuigen aanspreken. festivalprogramma 2012 Dertig jaar op zoek naar een verdieping van onze werkelijkheid via de kunsten, in confrontatie met de mysterieuze dimensies van het bestaan, pagina 28 do 6 waaraan wij – aarzelend, voorlopig en toch helder – de naam Musica Sacra Maastricht hebben gegeven. 32 vr 7 De programmacommissie 38 za 8 Sacraliser, c’est faire de la poésie avec de la prose. 45 zo 9 Régis Debray, Jeunesse du sacré (2011) Randprogrammering & Festivalschema 52 Programma-overzicht 68
  • 4. 2 Maastricht, dé stad voor Het festival Musica Sacra vindt sinds de eerste editie in 1983 plaats in Maastricht. Waarom is deze stad zo geschikt voor een festival dat bepaald wordt door muziek, religie en sacraliteit? Het antwoord is onder meer terug te vinden in de geschiedenis van Maastricht. door Lieke Wijnia onderzoeker aan Universiteit Tilburg Maastricht, zoals afgebeeld in Civitates Orbis Terrarum (verschenen tussen 1572 en 1617) van Georg Braun en Franz Hogenberg
  • 5. Musica Sacra Maastricht 2012 3 Festival Musica Sacra M aastricht kent vele kerken en (voormalige) kloosters. Ondanks de wisselingen van machthebbers die de stad regeerden, was Maastricht al vroeg een aantrekkelijke plaats voor religie. Vanaf 1204 wordt Maastricht, een belangrijke handelspost aan de Maas, geregeerd door twee heersers: de Hertog van Brabant en de prinsbisschop van Luik. Deze ‘tweeherigheid’ blijft in stand tot de Franse ver- overing in 1794. Menig ver- en herovering heeft in deze periode plaats gevonden en de stad komt achtereenvolgens onder Luikse, Spaanse en Franse heerschappij. Om zich te beschermen tegen de dreigingen van buitenaf bouwt Maastricht een degelijke stadsmuur; binnen de muur is het min of meer veilig. Juist die relatieve veiligheid is de reden dat menig klooster zich in de stad vestigt. Op het hoogtepunt, in de zeventiende eeuw, zijn er 22 kloosters in gebruik. Allen hebben ze in meer of mindere mate hun sporen in de stad achtergelaten. Maastricht is daar- naast een pelgrimsoord: pelgrims trekken naar het graf van Sint Servaas, de patroonheilige van de stad, waar wonderen zouden plaatsvinden. Heiligdomsvaart Maastricht kent dus niet alleen een wereldlijke geschiedenis, maar ook een religieuze. Die religieuze geschiedenis komt onder meer tot uiting in de Heiligdomsvaart, die eens in de zeven jaar ter ere van Sint Servaas wordt georganiseerd en waarbij zijn relieken aan het publiek worden getoond. Er bestaat een lange geschiedenis van vieringen rondom deze patroonheilige. Op 10 augustus 1039 wordt de Sint Servaasbasiliek, gebouwd op het graf van de heilige, gewijd. Sinds­ dien wordt deze wijdingsdatum jaarlijks gevierd met een zogenoemde kerkmis, waarbij de relieken aan de kerkgangers worden getoond. Daaromheen worden activiteiten georganiseerd ter vermaak van de stadsbewoners. Hier komt de verbastering van kerkmis naar kermis vandaan.1 In 1391 is er voor het eerst sprake van de Heiligdomsvaart. Door de geschiedenis heen zijn er perioden waarin de vaart volop wordt gevierd, maar ook tijden waarin de religieuze rijkdommen zorgvuldig achter slot en grendel worden gehouden en er geen Op het hoogtepunt, in de zeventiende festiviteiten plaatsvinden. Vanaf 1829 eeuw, zijn er in Maastricht 22 kloosters wordt de Heiligdomsvaart ononder­ in gebruik. broken iedere zeven jaar gevierd. Bij gelegenheid van de vijftigste Hei- ligdomsvaart in 1983 wordt de eerste editie georganiseerd van wat later Festival Musica Sacra Maastricht zal heten. In dat jaar wil de organisatie van de Heiligdomsvaart de festiviteiten rondom de feestdag van Sint Servaas uitbreiden en combineren met de plechtigheden van de processie. De festiviteiten vinden plaats onder de noemer Festival voor Religieuze Muziek. Het festival wordt georganiseerd door het Cultureel Centrum (nu Theater aan het Vrijthof) en ge- 1 Brochure Heiligdomsvaart 1983, Stichting Het Graf van Sint Servaas, Maastricht 1983, pp.7-8.
  • 6. 4 Maastricht, dé stad voor Festival Musica Sacra steund door de lovende reacties wordt er gekozen voor een jaarlijks terugkerend festival. In 1984 manifesteert het festival zich binnen het kader van het negende eeuwfeest van Sint Servaas. Het daaropvolgende jaar valt het onder het Europese Muziekjaar Musica 1985.2 Vanaf 1986 opereert het festival als een zelfstandig evenement. Historische locaties Het eerste festival duurt even lang als de Heiligdomsvaart: gedurende twee weken is er elke dag in ieder geval één lunch- en één avondconcert. In de daaropvolgende festival- edities wordt de stadsschouwburg als festivalbasis in gebruik genomen en de duur teruggebracht naar tien dagen. Het verder terugbrengen van de festivalduur ge­ beurt gelijktijdig met de naamsverandering in 1988. Vanaf dan is het een weekendfestival. De concerten vinden plaats in historische en kerkelijke gebouwen. ‘Deze kerken zijn © Sanne Willemsen stuk voor stuk monumenten van geloofsbeleving en cultuurgeschiedenis, schoonheden van architectuur en in levend gebruik’, schrijft initiatiefnemer Theo Kersten in het voorwoord van de eerste festivalbrochure in 1983. Ondanks de veranderde vorm blijven historische locaties een bepalend kenmerk in de programmering. Bij ieder concert wordt de meest toepasselijke locatie gezocht, zowel qua akoestiek als sfeer. Het uitgangspunt is dat de zeggingskracht van muziek deels afhangt van de ruimte waarin zij gespeeld wordt.3 Met haar kerken, historische locaties en een geschiedenis die nauw verbonden is met het christendom, roept Maastricht vele vormen van sacraliteit op. Fons Dejong, lid van de programmacommissie sinds 2000, omschrijft dit als ‘het culturele patina van de stad’. Of zoals Jos Leussink, vanaf het eerste uur betrokken bij het festival, het zegt: ‘Zelfs als je op de markt gaat staan, heb je nog het idee dat je je op een semi- sacrale plek bevindt. Waar nu bibliotheek en boekhandel zijn, waren vroeger kerk en klooster. Het sacrale is hier geïntegreerd in het alledaagse.’ 4 Naast de kerkgebouwen wordt er ook steeds meer gebruik gemaakt van locaties met andere cultuurhistorische referenties, zoals het Stadhuis of de Timmerfabriek. Er wordt steeds gezocht naar nieuwe benaderingen bij het programmeren op bekende locaties of naar nieuwe locaties die de geprogrammeerde muziek in een verrassend daglicht zetten. Tussen de concerten door loopt of fietst de bezoeker van de ene naar de andere locatie. Zo worden zelfs de straten van Maastricht onderdeel van de festivalbeleving. Cultureel klimaat Musica Sacra Maastricht werkt samen met lokale ensembles en gezelschappen. Met een aantal, zoals het Limburgs Symfonie Orkest, Studium Chorale en Schola Maastricht, is door de jaren heen een stevige band opgebouwd. De ene keer draagt een gezelschap een idee voor, de andere keer geeft de programmacommissie een compositie- of uitvoeringsopdracht. Het uitgangspunt in deze samenwerking is het jaarlijks gekozen thema. Bovendien kent Maastricht een levendig amateurkunstklimaat, waardoor ook participatieprojecten goed binnen het festival passen. 2 Kersten tevreden over belangstelling, Maastricht loopt warm voor zijn festival, dagblad Trouw 29 augustus 1985, p.4. 3 Kersten tevreden over belangstelling, Maastricht loopt warm voor zijn festival, dagblad Trouw 29 augustus 1985, p.4. 4 Interview met Jos Leussink, 27 februari 2012, Maastricht.
  • 7. Musica Sacra Maastricht 2012 5 Vanaf de eerste editie wordt het festival opgemerkt door de landelijke pers. Zo komen er berichten over het nieuwe festival bij de afdeling cultuur van KRO-radio terecht en wekken daar de interesse voor een mogelijke samenwerking. In 1985 is deze samenwerking een feit en bestaat de programma­ commissie uit vertegenwoordigers van zowel het Theater aan het Vrijthof als de KRO. De sa- menwerking blijkt zeer vruchtbaar. Dankzij de KRO-uitzendingen vanuit het festival en de vele concertopnamen die later op de radio worden uitgezonden, wordt het bereik enorm vergroot. Het festival ontvangt vanaf het begin financiële steun van onder meer provinciale en gemeen- telijke besturen en van het ministerie van onderwijs en cultuur, essentieel in de realisatie van een festival als dit. In 2006 is besloten om over te gaan tot een betalingssysteem voor de be- zoekers. Zo komen er meer eigen inkomsten binnen, maar kan vooral teleurstelling bij bezoekers over uitverkochte zalen worden voorkomen. Muzikale oversteek Het festival heeft zich door de jaren heen stevig weten te wortelen in Maastricht. De Latijnse naam van de stad is Trajectum ad Mosam, wat letterlijk vertaald ‘Oversteek bij de Maas’ betekent. Het is nooit bewezen of hiermee naar één bepaalde brug wordt verwezen, maar de strekking is duidelijk. Door het oversteken van de Maas wordt Maastricht met de omliggende streken verbonden. Door de overheersingen van buitenaf heeft de stad heeft vele gezichten gekend. Deze diversiteit van culturele invloeden is eigen geworden aan het karakter van de stad. Het festival speelt hierop in door een breed scala aan muziekstijlen en -culturen te programmeren. Waar in de oorspron­ elijke naam van de stad een verbinding wordt gelegd tussen de stad en k de omringende streken, zo slaat het Festival Musica Sacra Maastricht jaarlijks bruggen tussen culturen, muziekgenres en kunstdisciplines. Heiligdomsvaart in processie over de Servaasbrug, 1983 © Anton Werker
  • 8. 6 Rite, Rede en Religie Rite, rede en religie door Marietje Kardaun docent Cultuurwetenschappen aan de Universiteit Maastricht Z oals al vaak is geconstateerd, om te beginnen door Friedrich Nietzsche, bevindt de westerse cultuur zich in een zingevingscrisis. De bestaande religieuze kaders hebben hun vanzelfsprekendheid verloren en nieuwe vormen van institutionele bezieling lijken vooralsnog uit te blijven. ‘God is dood’, zo typeerde Nietzsche de situatie, en hij voorspelde dat het wel eens heel lang – een paar eeuwen – zou kunnen duren voordat we deze zware slag te boven zullen zijn. (Met terugwerkende kracht is het verleidelijk te denken dat Nietzsche in zijn zwartgallige genialiteit de twintigste-eeuwse ideologieën ter linker en rechterzijde van het politieke spectrum en zelfs de geestelijke kaalslag van het huidige post-ideologische marktfundamentalisme op een of andere manier al voorzag. In zijn glazen bol kijkend zag hij een rampscenario voor zich van eschatologisch-apocalyptische proporties. Onder meer wist hij tot in de details te voor­ pellen hoe de mensheid zou lijden onder de tirannie van s inhoudsloze rationaliserings­ rocessen en de machtswellust der kleine bureaucraten die hun gebrek p aan geest compenseren door alles en iedereen aan hun perverse regelzucht te onderwerpen.) Toch is het maar de vraag hoe diepgaand die westerse zingevingscrisis nu werkelijk is. God mag dan officieel zijn doodverklaard, mensen staan ‘s ochtends toch gewoon op, verrichten hun dagelijkse bezigheden en houden van hun kinderen. En in Maastricht is het ook gewoon ieder jaar weer carnaval. Misschien kunnen we in plaats van over crisis beter spreken over religieuze veranderings­ processen. Op een bepaald niveau lijkt het christendom zo langzamerhand zijn langste tijd gehad te hebben. De formele symbooltaal waarmee de kerkvaders de mysteries van het bestaan probeerden te vangen heeft voor nog maar weinig mensen aantrekkingskracht. Wie loopt er vandaag de dag nog warm voor de officiële kerkelijke leerstelling dat Jezus twee volledige naturen heeft, een goddelijke en een menselijke, en dat die twee zowel ongescheiden als on- gemengd zijn? Toch zijn daar ooit verhitte debatten over gevoerd, toen knappe koppen hun hersens lieten kraken om de vanouds streng monotheïstische joods-christelijke godsdienst in overeenstemming te brengen met de feitelijk bestaande praktijk van goddelijke verering die de mens Jezus ten deel viel.
  • 9. Musica Sacra Maastricht 2012 7 Het mooie van religies is dat zij met de kracht van een meestal lange en eerbiedwaardige traditie de leden van hun geloofsgemeenschap een samenhangend en alomvattend wereldbeeld ver- schaffen waarbinnen alles en iedereen zijn eigen zinvolle plaats heeft. (Let wel, het gaat hier niet om wereldbeeld in de zin van een natuurwetenschappelijk verantwoorde reconstructie van de fysieke wereld buiten ons, maar om hoe wij ons dienen te verhouden tot ongrijpbare maar wezenlijke zaken als hoop, doel, zin, liefde en betekenisgeving.) In dezelfde mate waarin religies houvast bieden kunnen zij echter ook knellend zijn. Dan dienen zij de individuele reli- gieuze ervaring niet, maar zitten die juist in de weg. Heel begrijpelijk dat die al te zinnelijke peer van Slevrouwe ergens in de zestiende of zeventiende eeuw gesneuveld is. Bovendien kunnen religies, zeker de systematisch-theologische kant ervan, verouderen. Hoe preciezer religies menen te kunnen antwoorden op de grote levensvragen – of beter gezegd, hoe meer ze de onpeilbaarheid van de aan hun toevertrouwde mysteriën denken te kunnen vervangen door ‘zeker weten’ – hoe sneller ze gedateerd raken. Harmonie, schoonheid en extase Het zijn dan ook juist de minst cerebrale elementen van de religieuze tradities die de grootste vitaliteit bezitten. Riten, bijvoorbeeld, kunnen eindeloos lang mee, want zijn in principe inhouds­ loos. Desalniettemin, of misschien juist daardoor, kunnen ze als voertuig dienen van ieders persoonlijke religieuze ervaring. Het woord ‘rite’ komt van het Latijnse ritus dat etymologisch samenhangt met arithmos, het Griekse woord voor aantal. ‘Rite’ zal oorspronkelijk zoiets be- tekend hebben als ‘juiste volgorde’. Riten verlopen volgens een vast patroon zodat niemand voor verrassingen komt te staan. Ook het element van herhaling in riten is zinvol; de herhaling is nodig voor intensivering en verdieping van het religieuze gevoel. En natuurlijk is zowel het uitvoeren als het beluisteren van sacrale muziek een vorm van omgang met de eeuwigheid die niet snel zijn werkzaamheid zal verliezen. In de Griekse Oudheid werd trouwens alle muziek gezien als sacraal. Bij mousikê technê – letterlijk ‘muzenkunst’ oftewel de schone kunsten; in het bijzonder doelde men daarmee op de muziek – dachten de oude Grieken niet aan zoiets als leeg estheticisme zonder innerlijke pendant, maar aan door de goden geïnspireerde uitbeelding van harmonie, schoonheid en extase. De Griekse mousikê mikte op een holistisch gevoel van ontgrenzing en troost, was erotisch, mythisch, licha- melijk, prettig primitief en leunde tegen het magische aan. Zij bezat, kortom, de sleutel tot de volheid des levens en was daarmee religieus in de ruimste zin van het woord. Kapel Zusters onder de Bogen © Sanne Willemsen
  • 10. 8 Rite, Rede en Religie Moedergodincultus Ook in de lange geschiedenis van de rooms-katholieke kerk vinden we bij tijd en wijle een uitgesproken holistische benadering van muziek, cultuur en religie. De rooms-katholieke kerk legde vaak een opmerkelijke souplesse aan de dag als het ging om het incorporeren van hei- dense feesten, gebruiken en rituelen. En eeuwenlang was zij de grootste opdrachtgever in de kunsten en de architectuur, zonder dat religieuze orthodoxie daarbij noodzakelijkerwijs voor- op stond. Zelfs bij fundamentele veranderingen in de geloofsbeleving van het christenvolk knipperde ze soms nauwelijks met de ogen. Neem de ontwikkelingen rond de Mariaverering. Ieder nieuw Mariadogma lijkt op zichzelf genomen misschien niet spectaculair, maar als we de veranderingen in de loop van de eeuwen bij elkaar optellen, is Maria’s carrière bepaald adembenemend. De Maria-devotie in het algemeen, en de Maastrichtse verering van Maria Sterre der Zee in het bijzonder, is eigenlijk onverenigbaar met de inhoud van de joods-christelijke bijbel. Er zijn in de bijbel geen aanknopingspunten voor een bijzondere positie van de moeder van Jezus, en een heiligdom met daarin als sacraal middelpunt een beeld van een jonge moeder met kind doet wel heel erg denken aan de moeder­ godincultus die in de Hebreeuwse bijbel juist met man en macht bestreden wordt. Ook de peer die het houten beeld van Maria Sterre der Zee, in het Maastrichts Slevrouwe genoemd, oorspronkelijk als attribuut in haar hand hield, wijst er vanuit vergelijkend mythologisch oogpunt op dat zij gezien moet worden als een van de vele incarnaties van de Grote Moeder. Een peer is een sappig, zoet en vergankelijk aardeproduct, vrouwelijk van vorm en mede daarom sensueel. Vruchten in het algemeen zijn een omhulsel van zaad en een beginpunt van nieuw leven. Ze horen iconografisch gezien thuis in de zogeheten Hoorn des Overvloeds van de Magna Mater, de oergodin die de levenscyclus aan de gang houdt. Heel begrijpelijk dat die al te zinnelijke peer van Slevrouwe ergens in de zestiende of zeventiende eeuw gesneuveld is en vervangen werd door eerst een blanke lelie en daarna een rozenkrans. ‘Intelligence du coeur’ Hoe heeft de Mariafiguur haar huidige hoge positie eigen- lijk bereikt? In de eerste eeuwen van het christendom speelde haar verering nog geen rol van betekenis. Sinds het Concilie van Efese in 431 echter – niet toevallig de plaats waar van oudsher de machtige syncretistische moedergodin Isis haar thuisbasis had – mag Maria zich theotokos, Moeder van God, noemen. En sindsdien is haar aanzien alleen maar gegroeid. Haar meest recente kerkelijke bevordering dateert van 1950, toen met een dogma fidei bevestigd werd dat de Heilige Moedermaagd met lichaam en ziel is opgenomen ten hemel. En nog zijn de grote archetypische veranderingsprocessen in de religieuze beleving van Maria niet afgerond. God mag dan dood zijn, Maria is bepaald springlevend. Zij ver­ schijnt nog steeds zeer geregeld, het liefst aan eenvoudige gelovigen. Meestal vraagt zij bij zulke gelegenheden © Sanne Willemsen om meer verering. Dat moet welhaast betekenen dat zij van mening is dat wij ons Mariale waarden als barmhartigheid, inschikkelijkheid en vergevingsgezindheid nog altijd niet voldoende hebben eigen gemaakt. Inderdaad valt dat moeilijk te ontkennen. Wat we nodig hebben is minder doorgeschoten rationaliteit en meer intelligence du coeur. Dan komt het met die zingevingscrisis vast ook helemaal goed.
  • 11. Musica Sacra Maastricht 2012 9 Ana Mihajlovic Ana Mihajlovic studeerde compositie bij Zoran Eric in Belgrado en vervolgde haar studie bij Louis Andriessen in Den Haag. Ze componeerde muziek voor musici met verschillende muzikale achtergronden: rock, jazz en klassiek. Met haar pianoconcert Mundus Sensibilis won ze een eerste prijs tijdens het internationale ‘IRINO Concours’ in Tokio. Met STRACC werkt Ana Mihajlovic aan het project 13.0.0.0.0. Het Einde der Tijden (zie p.43). In alle culturen en tijden is bij de mens steeds de notie van de ervaring gehad met oorlog en depressie in de jaren ’90 een mysterieuze dimensie van het bestaan aanwezig in ex-Joegoslavië. Tijdens deze angstige periode heb ik geweest. De eeuwige worsteling van de mens, om in weinig tijd gehad om te componeren. Ik heb tijdens die betovering en huiver te kiezen voor zaken die boven periode dan ook slechts enkele werken geschreven. hemzelf uitstijgen, weerklinkt vandaag scherper dan ooit. Vreemd genoeg hebben die wel veel succes gehad. Wie de huidige maatschappij bekijkt, zal herkennen hoe heilige plaatsen, fascinatie en hunker naar het trans- Hoe probeert u deze fascinatie te verbeelden? cendente de hedendaagse mens bezighouden. Mijn werk is vaak geïnspireerd door kleine of grote mys­ teries of fascinaties. Soms is de inspiratie van mijn muziek Hoe kijkt u hier als kunstenaar tegenaan? al met de titel bekend. Mijn eerste compositie was bijvoor­ De oudste vormen van kunst en muziek werden ge- beeld Tarnan, voor fluit en piano. Een tarnan is een ma- bruikt bij religieuze rituelen of bijzondere gebeurtenissen. gische mantel die je moet dragen om onzichtbaar te zijn. ‘Mysterieuze dimensie’ en ‘betovering’ waren niet altijd Mijn compositie Les Baricades Mistérieuses (voor 15 solo­ toegestaan buiten de religieuze context. Maar sinds de strijkers) is geïnspireerd door de mysterieuze grenzen Renaissance is er veel veranderd: door verschillende ont­ tussen wat mag en niet mag in onze samenleving. Dit wikkelingen en ontdekkingen kunnen kunstenaars vrijer jaar heb ik muziek geschreven voor piano en groot orkest: zijn in hun persoonlijke mening en individuele expressie. Super­stitious miniature, waar een bijgelovige pianist af De hedendaagse mens is nog steeds bezig met de magie en toe op het hout moet slaan, en een bijgelovige dirigent en met het mysterie. Wetenschappelijk zijn dan wel veel de musici vraagt om van plaats te wisselen, om slechte mysteries opgelost, de fascinatie en bijkomende emoties geesten te verdrijven. En natuurlijk mijn laatste compo- blijven een sterke factor in het ontwaken van de men- sitie Zuvuya voor het ensemble STRACC, geïnspireerd door selijke geest. voorspellingen van de Maya’s. Vormt deze fascinatie voor u een bron van inspiratie? Kan kunst, zoals religie, een rol spelen bij zingeving? Fascinatie (in het algemeen) en ontwaakte emoties Die vraag hebben veel filosofen gesteld. Ik denk dat kunst hebben een belangrijke invloed op mijn werk en mijn – en toonkunst – een grote rol speelt in het welzijn van muziek. Niet alle fascinaties zijn goed; er zijn ook slechte mensen. Zeker in de zin van ontwikkeling van esthetische fascinaties, door slechte gebeurtenissen, die resulteren gevoelens. Kunst en toonkunst hebben veel invloed op in angstige gevoelens. Angst is voor mij een sterke emotie het leven van de mens. Zolang men er respectvol mee die het leven behoorlijk kan belemmeren. Helaas heb ik omgaat, kan kunst zin en passie aan het leven geven.
  • 12. 10 Van Festival Religieuze Muziek Festival Musica Sacra Maastricht stelt jaarlijks een zo origineel mogelijk p ­ rogramma samen met het gegeven sacraliteit en het gekozen thema als uitgangspunten. Een verkenning van de filosofie rondom het begrip sacraliteit en de werkwijze van de programmacommissie. door Lieke Wijnia onderzoeker aan Universiteit Tilburg S inds een aantal decennia is er een groeiende aandacht voor nieuwe vormen van reli- giositeit en spiritualiteit. Dat er minder mensen naar de kerk gaan, wil niet zeggen dat er minder religieuze behoeften zijn. Er wordt dan ook, naast de institutionele religie, volop gezocht naar manieren om in deze behoeften te voorzien. De aandacht hiervoor is zowel in de academische wereld als in populaire publicaties terug te vinden. Bladen als Happinez en Flow geven op lichtzinnige manier inzicht in de trends op het gebied van individuele spiritualiteit. Het succes van mindfulness duidt erop dat mensen bewust structuur zoeken in de hectiek en drukte van het alledaagse bestaan. Ook zijn retraiteweekenden in kloosters bijzonder populair. Sacraliteit Wat deze verschijnselen verbindt, is de zoektocht naar momenten van rust, bezinning of reflectie. Het concept sacraliteit speelt daarin een belangrijke rol. Sacraliteit kan betrekking hebben op religie en geloof, maar bijvoorbeeld ook op sport, muziek, politiek of kunst. De essentie van het begrip ligt in hoe mensen betekenis geven aan de handelingen die verricht worden: het bijwonen van een voetbalwedstrijd, het opgaan in de muziek tijdens een concert, de betrokken­ heid die gevoeld wordt tijdens een politiek debat of de zintuigen die geprikkeld worden tijdens het zien van een kunstwerk. Voor even afgesloten van het alledaagse leven, met enkel de relatie tussen het voetbalteam en de toeschouwer, de concertbezoeker en de muziek.
  • 13. Musica Sacra Maastricht 2012 11 naar Musica Sacra Maastricht Filosofie Doordat sacraliteit individueel ervaren wordt, is het moeilijk om er een allesomvattende definitie van te geven. Toch zijn er al veel pogingen gedaan om van het sacrale een begrijpelijk en werkbaar begrip te maken. Een actuele publicatie die sacraliteit in woord en beeld belicht is Jeunesse du Sacré van Régis Debray.1 In dit boek tracht Debray een antwoord te vinden op wat sacraliteit is en waarin men het kan vinden. Hij hanteert een brede insteek, met als uitgangs- punt dat sacraliteit een kwestie van betekenistoekenning is. Met zijn blik gericht op thuisland Frankrijk, vindt hij sacraliteit in onder andere het Achtuur journaal, het nationale voetbalelftal Les Bleus en de stakingsdrift ofwel la grève. Het zijn nationale verschijnselen, waar iedereen wel een gevoel bij heeft – fascinatie, huiver, maar zelden onverschilligheid. De benoeming van het sacrale als fascinerend en huiveringwekkend tegelijk, is geopperd door Rudolf Otto in zijn inmiddels klassieke boek Das Heilige uit 1917.2 Uit vrees dat het heilige zou worden overschaduwd door de dominantie van de ratio, wilde Otto mensen met zijn studie van het heilige confronteren met hun afhankelijkheid van iets groters dat niet te bevatten is, maar de mensheid wel degelijk omvat. Dit hangt volgens hem niet direct samen met een insti- tutionele religie, maar ligt in de menselijke ervaring van het heilige. Op haar beurt ligt deze ervaring van het heilige ten grondslag aan alle religies.3 Ook de Franse filosoof en voormalig minister van onder- wijs Luc Ferry heeft een dergelijke humanistische visie op God, de mens en sacraliteit.4 Hij gaat uit van het individu en de maatschappelijke context waarin het individu zich begeeft. In deze context kent iemand zelf betekenis toe aan datgene wat belangrijk is. Er is geen overkoepelend goddelijk geheel waarin betekenissen vaststaan.5 Door de focus op de beleving te leggen krijgt het sacrale een heel individueel karakter. Wat mensen beleven is heel per- soonlijk. Dit individuele karakter wil echter niet zeggen dat het ook een individueel verschijnsel is. Mensen vinden elkaar juist in het delen van deze belevingen. Hoewel 1 Régis Debray, Jeunesse du sacré, Galimard (2012). 2 Rudolf Otto omschreef het heilige als ‘tremendum et fascininosum’. In Rudolf Otto Das Heilige, Uitgeverij CH. Beck (1987, oorspr. 1917). 3 Lees meer hierover in Erik Borgman, ‘Wat heet heilig?’ in: Heilig, heilig, heilig. Over sacraliteit in kerk en cultuur, Uitgeverij Abdij van Berne (2011) pp. 59-75. 4 In het Nederlands o.a. vertaald in Luc Ferry & Marcel Gauchet, Reli- gie na de religie, gesprekken over de toekomst van het religieuze, Klement, Pelckmans 2005. 5 Naar aantekeningen van voorzitter programmacommissie Jacques Giesen, koersbepaling Festival Musica Sacra Maastricht. Dansvoorstelling Taharah tijdens het festival van 2011 © Kiet Duong
  • 14. 12 Van Festival Religieuze Muziek naar Musica Sacra Maastricht het soms moeilijk onder woorden te brengen is hoe de precieze beleving van muziek tijdens een concert was, het wordt wel degelijk ervaren en mensen kunnen van elkaar begrijpen hoe zulke ervaringen voelen. Door de erkenning van de individuele ervaring van sacra­ liteit wordt er niet alleen in theoretische zin over het sacrale gesproken, maar ook in praktische zin. In de cul- turele antropologie bijvoorbeeld is het een veelbesproken onderwerp. Een belangrijke naam in deze traditie is Emile Durkheim. Hij definieerde religie als een systeem van ge- loof en praktijken gerelateerd aan sacrale zaken. Deze zag hij als onderwerpen die apart gezet of verboden zijn.6 Het zijn zaken die geen deel uit­ aken van de alge- m meenheid van alledag, maar die worden aangeroepen of gebruikt bij speciale gelegenheden, waarbij men los komt te staan van het dagelijks leven. Durkheim defini- eerde deze scheidslijn als de tegenstelling tussen het sacrale en het profane; het heilige en het wereldlijke. In latere studies blijkt dat deze tegenstelling helemaal niet zo eenduidig is toe te passen, helemaal niet als het gaat om de complexiteit van het hedendaagse leven en de hierboven beschreven zoektocht naar zingeving die velen ondernemen. Daarom wordt er niet meer alleen gekeken naar wat mensen denken, maar ook naar hoe ze handelen. Zo legt Ronald Grimes de nadruk op han- delingen die uitgevoerd worden bij rituelen die apart staan van het dagelijks leven, zoals trouwen, geboorte of overlijden.7 Vervolgens verlegt Jonathan Z. Smith de focus van het handelen naar de plaats waar deze han- delingen zich afspelen. Ook de plek is van belang voor de betekenis van het ritueel.8 Terugdenkend aan het bijwonen van een sportwedstrijd of een concert, kun- nen de locatie, de plek waar je je als toeschouwer be- vindt en het gedrag van de omringende toeschouwers van grote invloed zijn op de ervaring van het evenement. Het gegeven dat sacraliteit veel breder wordt gezien dan alleen in relatie tot institutionele religie, inspireert tot meer onderzoek. Zo verschenen er onlangs twee boeken die bijzonder veel aandacht kregen. Het proef­ schrift van Koert van der Velde, getiteld Flirten met God. Religiositeit zonder geloof behandelt de menselijke be- hoefte aan religieuze ervaringen. 9 Deze behoefte hoeft echter helemaal niet te worden ingevuld door religie of geloof. Uit zijn vele interviews blijkt dat mensen deze behoeften op allerlei manieren invullen, zoals door het bezoeken van concerten of sportwedstrijden. Ook was daar het boek Religie voor Atheïsten. Een heidense ge- © Kiet Duong
  • 15. Musica Sacra Maastricht 2012 13 bruikersgids van filosoof Alain de Botton.10 De Botton kijkt juist naar aspecten uit de institu­ tionele religies die nog steeds van waarde zijn in de huidige seculiere samenleving. Zoals het samen delen, bij voorkeur met vreemden, van een maaltijd ter bevordering van de gemeenschaps­ zin, of hoe musea de esthetische verantwoordelijkheden van de kerk kunnen overnemen met betrekking tot bijvoorbeeld opdrachtgeverschap voor kunstwerken of tentoonstellingen. De Botton kijkt op velerlei gebieden naar welke, met religie geassocieerde, gebruiken vandaag de dag voor de samenleving nog steeds van waarde zijn. Sacraliteit in het festival De programmacommissie van Musica Sacra Maastricht richt haar blik op dezelfde wijze op de maatschappij als bovenstaande filosofen en probeert dergelijke visies te vertalen naar festival­ activiteiten. De composities kunnen geïnspireerd zijn door sacrale onderwerpen, maar kunnen bijvoorbeeld ook in de uitvoering een sacrale ervaring bij de bezoeker teweegbrengen. Uitein- delijk gaat het om het bieden van geestelijke verdieping door middel van fascinatie of huiver als tegenwicht voor onverschilligheid. De ontwikkelingen rondom het concept sacraliteit worden door de programmacommissie van het festival gretig gevolgd en indien van toepassing meegenomen in de filosofie achter het festivalconcept. Dit is bijvoorbeeld te zien aan de introducties in de festivalbrochures. Van concertopsommingen zijn ze veranderd in verhandelingen waarin het thema op filosofische wijze wordt uitgelegd. Door het volgen van de actuele publicaties is de festivalfilosofie geen statisch gegeven, maar altijd in ontwikkeling. Werk van bekende componisten wordt afgewisseld met onbekendere composities, zodat het publiek vooral kan kennismaken en ontdekken. Ook wordt er ingezet op het aantrekken van bekende ensembles en dirigenten. Iedere festival­ ditie e kent meerdere premières. In het aanbod van een zo breed mogelijk programma kan de bezoeker zijn eigen weg vinden. Geestelijke verdieping door middel van fascinatie of huiver als tegenwicht voor onverschilligheid. In 1988 hebben de organisatoren van het Euro-Festival voor Religieuze Muziek ervoor gekozen de naam van het festival te veranderen: Musica Sacra.11 Dit is een Latijnse term, die in de context van het rooms-katholicisme staat voor liturgische muziek. Maar in het festival wordt deze term breder opgevat. Dit wordt door de huidige voorzitter van de programmacommissie Jacques Giesen omschreven als seculiere sacraliteit, die naast de reguliere sacraliteit (gerelateerd aan institutionele religie) bestaat. Door de keuze voor deze brede benadering kunnen de organisatoren muziek programmeren van gregoriaans tot hedendaags. Daarnaast programmeert het festival sinds een aantal jaren meer op het gebied van andere disciplines, zoals dans, film, toneel en beeldende kunst. Het thema dat door het festival jaarlijks wordt aangesneden is altijd op meerdere manieren te inter­ reteren. Door het bieden van perspectieven en het stellen van vragen biedt p het festival zijn bezoekers de mogelijkheid om voor zichzelf daar een weg in te vinden, met het jaarlijkse thema als leidraad en de muziek en andere podiumkunsten als instrument. 6 Emile Durkheim, The elementary forms of religious life, The Free Press (1995, oorspronkelijk 1912). 7 Ronald Grimes, Deeply into the bone. Reinventing Rites of Passage, University of California Press (2002). 8 Jonathan Z. Smith, To take place. Toward theory in ritual, University of Chicago Press (1992). 9 Koert van der Velde, Flirten met God. Religiositeit zonder geloof, Uitgeverij Ten Have (2011). 10 Alain de Botton, Religie voor Atheïsten. Een heidense gebruikersgids, Uitgeverij Atlas (2011). 11 Hierover meer in het artikel Festival Musica Sacra: Van het eerste uur, zie p.18 van dit magazine.
  • 16. 14 Antoine Bodar Priester en kunsthistoricus Antoine Bodar heeft vele theologische boeken en artikelen op zijn naam staan. Hij woont in Rome en reist geregeld naar Nederland voor lezingen en andere optredens. Elke zondag presenteert hij van 9 tot 10 het Radio 4-programma Echo van Eeuwigheid (RKK). Speciaal tijdens Musica Sacra Maastricht presenteert hij dit programma rechtstreeks vanuit het Theater aan het Vrijthof (zie pagina 45). Antoine Bodar © Joop van Reeken Wat is het belang van kerkelijke rituelen tegen het licht lingen en woorden en gebaren in de bediening van de van de huidige maatschappelijke context? sacramenten (de kerkelijke rituelen dus) komt rust tot Kerkelijke rituelen betreffen de liturgie, de viering die stand die ontvankelijkheid voor het heilige en de Heilige vorm geeft aan de eredienst. Hoewel de westerse wereld eerst mogelijk maakt. Natuurlijk mag bij dit alles noch seculariseert, beduidt dit niet dat de liturgie fundamen­ de catechese (de leer over hetgeen men gelooft) noch de teel kan en zal veranderen. Zij heeft door de eeuwen mystagogie (het invoeren in het mysterie van het geloof) heen haar gestalte gekregen. Deze gestalte is organisch achterwege blijven. Beide zijn voorwaarde waardig litur- gegroeid en wordt die niet zo maar naar de mode van gie te vieren. In de jongste halve eeuw heeft men steeds de tijd aangepast. Waar dit te zeer is geschied, zoals in weer gemeend dat liturgie begrijpelijk moet zijn – ver- Nederland na het Tweede Vaticaans Concilie, blijven de standelijk te begrijpen. Nochtans is gegrepen worden gelovigen weg uit de kerk. Er is een rechtstreekse ver- belangrijker dan louter begrijpen, omdat daarin geheel bintenis tussen enerzijds het al te gemakkelijk loslaten van de mens meespeelt en niet alleen de rede, hoe belangrijk de eeuwenoude liturgie, die nogal eens tot banalisering die op zichzelf ook is. van de katholieke rituelen heeft geleid, en ander­ ijds het z leeglopen van de kerken. Waarom? Omdat de gelovige Is er behoefte aan nieuwe rituelen in de kerk, of een niet het dagelijkse zoekt wanneer hij op zondag naar de nieuwe invulling van rituelen? kerk komt, maar het heilige, het mysterie, de scharing Feitelijk volstaan de gebruikelijke rituelen. Het is als met rond Christus in de tafel van het Woord en de tafel van muziek. We beluisteren telkens weer gregoriaans en Brood en Beker. De zondagse Eucharistie is be­ oeld om d polyfonie en cantates van Bach en strijkkwartetten van de alledaagsheid te onderbreken en niet om die gewoon Haydn of Mozart. Juist het telkens weer opnieuw beluis­ voort te zetten. teren van dezelfde muziek doet die steeds meer bemin- nen. Maar rituelen veranderen wel eens in de loop van Hoe doorstaan kerkelijke rituelen de tand des tijds, de tijd, zij het nooit in de grond. En daartegen is niets, en hoe dienen we ermee om te gaan? mits de abruptheid uitblijft en vooral de platheid en de Kerkelijke rituelen zijn organisch gegroeid. Laten wij onverzorgdheid en de slordigheid. Armelijkheid daar- dus voorzichtig daarmee omgaan. Juist in afwezigheid entegen is in de liturgie nimmer een bezwaar. Het gaat van persoonlijke creativiteit, die stellig op den duur altijd om de innerlijke houding waarmee de kerkelijke hinderlijk wordt, en in de herhaling van dezelfde hande­ rituelen worden voltrokken.
  • 17. Musica Sacra Maastricht 2012 15 Op welke manier leveren kerkelijke rituelen een bijdrage Is er een ritueel dat voor u een speciale waarde heeft? aan de inrichting van het dagelijks bestaan? De Heilige Mis is het hoogtepunt van de liturgie en dus Zowel wereldlijke als kerkelijke rituelen beïnvloeden de van alle kerkelijke rituelen. Het is een kunstwerk, een inrichting van het leven. Zij zijn steeds om zo te zeggen Gesamtkunstwerk, dat ons wordt geschonken en waar herkenningspunten die continuïteit in de haast en chaos slechts dienstbaarheid past. van alledag geleiden. We kennen dit uit de rechtszaal, het voetbalveld, de academische plechtigheid, Prinsjes- Kan kunst dezelfde rol spelen bij zingeving als religie? dag. Dieper en intrinsieker gaat dit op voor de liturgie. Kunst en godsdienst kunnen beide het leven duiden – Terwijl wij liturgie vieren, richten wij ons op het vieren elk op eigen wijze. Allereerst muziek, maar ook poëzie, van de liturgie in de hemel, zoals we ons dat enigszins beleving van ruimtelijkheid en dergelijke kunnen ons voorstellen op grond van het laatste Bijbelboek, de optillen, zoals ook de natuur dat teweeg kan brengen Apocalyps. Analoog vieren wij. Tezelfder­ ijd maken we t in de jaargetijden, de lichtval, het wonder van de ge- in de liturgie gebruik van gewone zaken – maar alles in boorte van een kind. Viering van de godsdienst gaat veredelde zin: woorden en gebaren, het kerkgebouw, altijd gepaard met uitingen van kunst. Zij zijn daaruit het vaatwerk, het meubilair. Er is dus verbinding tussen zelfs oorspronkelijk geëmancipeerd en zelfstandig ge- de liturgie en het dagelijkse leven. Wie op zondag een worden. Kunst brengt hetgeen ons te boven gaat op andere gelovige in de liturgie de vredes­ roet brengt, g het spoor. Voor velen is dat voldoende. Voor zingeving kan onmogelijk door de week die persoon niet vriendelijk ten diepste komt men naar mijn inzicht toch uit bij de bejegenen. En wie zich gewaar wordt wat het aanzitten godsdienst waarin de dienstbaarheid van de kunst het aan de Tafel des Heren betekent, zal in de loop van de meest tot haar recht komt. week ook zijn dagelijkse spijs en drank met een mate van eerbied en in dankbaarheid tot zich nemen. Die Erinnerung an das, was sein wird. Een september-zondagavond. De Sint Martinuskerk in Wijck, Maastricht. Een concert. Een van de concerten tijdens Musica Sacra, 3 of 4 jaar geleden. Dit concert maande mij tot stilte, tot nadenken, tot een weelde aan geroerd zijn. Een elixer. Muziek die ooit eeuwen geleden gecomponeerd werd, klonk deze september-zondagavond als nieuw. Het deed mij beseffen uit welk een rijkdom wij zijn voortgekomen en hoe die rijkdom vandaag ons leven vullen kan. Musica Sacra verklankt het gemeenschappelijke geheugen van deze stad, van deze regio van Europa. Musica Sacra bevraagt die traditie. Musica Sacra creëert een nieuw geheugen. MCHvE 2018 wil in haar programma ‘ook’ het verleden, dat wat gemaakt heeft dat we zijn wie we zijn, onderzoeken en nieuw leven inblazen. Een van de programmalijnen van het Bidbook Maastricht en Euregio Maas-Rijn samen voor Culturele Hoofdstad van Europa 2018 noemen we ‘Die Erinnerung an das, was sein wird’. Musica Sacra toont nu reeds tot welk een rijkdom de programmering MCHvE2018 in staat is. Guido Wevers Artistiek Directeur MCHvE2018
  • 18. 16 Monumenten als decor Muziek vormt natuurlijk de hoofdmoot van Musica Sacra Maastricht. Maar behalve een muzikale ontdekkings- reis biedt het festival de bezoeker ook een kijkje in de roemrijke historie en de eeuwenoude architectonische pareltjes van Maastricht. De locaties waar de voorstellingen plaatsvinden, zijn met zorg geselecteerd om de muziek optimaal tot zijn recht te laten komen. En Maastricht heeft meer dan genoeg inspirerende plekken die naadloos aansluiten op de jaarlijkse festivalthema’s. De stad grossiert in fraaie kerken en kapellen, maar ook minder voor de hand liggende gebouwen, zoals het Stadhuis of de Timmerfabriek bieden plaats aan voorstellingen. door Meyke Houben O ver elke festivallocatie valt wel een interessant verhaal te vertellen. Dat ontdek- ken we als we spreken met VVV-gids Tanja Olivers, die een soort wande­ende l encyclopedie blijkt te zijn. Haar uiteenzetting begint op het Vrijthof, dat met optredens in de Sint Servaasbasiliek en de bijbehorende Keizerzaal, de naast- g ­ elegen Sint Janskerk en het Theater aan het Vrijthof het epicentrum van het festival vormt. ‘De Sint Servaasbasiliek, beschouwd als een van de oudste Nederlandse kerken, werd in de zesde eeuw gebouwd op het graf van Sint Servaas’, vertelt Tanja. ‘Rond het jaar 1000 begon de bouw van de huidige Romaanse kerk. Daarna volgden nog twee bouwfases in de twaalfde en de vijftiende eeuw en twee omvangrijke restauraties in de negentiende en de twintigste eeuw. Tijdens de uitbreiding van de westbouw in de twaalfde eeuw werd ook de zogenaamde ‘Keizerzaal’ gebouwd. De naam ‘Keizerzaal’ komt overigens pas voor het eerst voor in een bedelbrief van het kerkbestuur aan koning Willem III uit 1874. De eigenlijke be- n ­ aming is ‘hoogzaal’. De imposante ruimte, die vroeger zichtbaar was vanuit de kerk en waar- van het middelste deel is overdekt met een koepel, heeft nooit een liturgische functie gehad. Veeleer is de zaal bedoeld als symbool voor het hemelse Jeruzalem, dat neerdaalt op aarde. De koepel staat voor de hemel en verbeeldt de gang van de dode, die opgaat naar het licht.’ Duivel Het meest in het oog springende kenmerk van de Sint Janskerk, pal naast de Sint Servaas, is de ossenbloedrode kleur van de toren. ‘Anders dan veel mensen vermoeden, heeft de kleur geen symbolische functie, maar dient hij louter ter bescherming van de mergelsteen’, meldt Tanja. Keizerzaal Overigens is de toren in de loop der tijd ook geel en wit geweest en is de rode kleur pas weer aangebracht tijdens de laatste restau- r ­ atie in de jaren tachtig van de vorige eeuw. Schuin tegenover de kerken op het plein bevindt zich het Theater aan het Vrijthof. De geschiedenis van dit gebouw gaat terug tot de achtste eeuw, toen op deze plek een palts van de Karolingen en Merovingen zou hebben gestaan. Overblijfselen daarvan zijn gevonden onder het huidige souterrain van het theater. In het souterrain zijn ook nog kalkstenen fundamenten te Sint Servaasbasiliek
  • 19. Musica Sacra Maastricht 2012 17 zien van het Witte Vrouwenklooster, de voorganger van het huidige Generaalshuis. Tanja verhaalt over een beroemde inwoonster van het klooster: ‘Het was 25 jaar lang de thuishaven van Marieke van Nimwegen, die volgens de overlevering werd verleid door de duivel en daarvoor boete deed door in te treden als non. In 1805 werd het Generaalshuis gebouwd, waar generaal Dibbets zijn intrek nam. Voordat in 1985 de verbouwing tot theater begon, deed het gebouw onder meer dienst als politiebureau en huisvesting voor de Duitse soldaten.’ Groene zeep Een ander niet weg te denken herkenningspunt in het Maastrichtse stadsbeeld is de Onze Lieve Vrouwebasiliek op het gelijknamige plein. Bijzonder is volgens Tanja het verhaal van het ‘grand orgue’ dat in de zeventiende eeuw werd gebouwd door André Séverin uit Luik. ‘Het instrument, een zogenaamd ‘positif à dos’ orgel, dat aan beide zijden kan worden bespeeld, was zo groot dat het niet in de kerk paste. Voor het installeren van het houten orgelbalkon moesten enkele altaren worden afgebroken. Nu staat het orgel op een stenen oksaal (orgelgalerij), dat volgens de overlevering met groene zeep werd ingesmeerd om het centimeter voor centimeter naar voren te kunnen schuiven, totdat het op de juiste plek stond.’ De romaanse kerk werd rond 1900 Onze Lieve Vrouwebasiliek gerestaureerd door Pierre Cuypers en kreeg in 1933 de status van basilica minor. Behangpapier Van de talloze religieuze gebouwen die Maastricht ooit telde, heeft een groot deel inmiddels de oorspronkelijke functie verloren. Neem de neogotische Ursulinenkapel, behorend bij het vroegere klooster aan de Capucijnenstraat: het altaar, de kerkbanken, het orgel en de heiligen- beelden staan nog allemaal op hun plek, maar doen geen dienst meer voor eucharistievieringen. ‘De kapel werd in de negentiende eeuw gebouwd door Johannes Kayser in opdracht van André Claereboets, eigenaar van een fabriek voor behangpapier’, vertelt Tanja. ‘Toen twee van zijn dochters intraden bij de zusters Ursulinen, schonk hij de kloosterode een kapel. In het klooster, dat ook enige tijd een lagere school en de MMS huisvestte, zijn nu dertig appartementen ge- realiseerd voor mensen met een beperking.’ Sinterklaas Ook de vijftiende-eeuwse Cellebroederskapel, verscholen achter een poort aan de Brusselsestraat, is tegenwoordig niet meer alleen in gebruik voor religieuze doeleinden. Het is nu een populaire trouwlocatie en er vinden geregeld concerten plaats. In de geschiedenis van de kapel is de verandering van functie overigens geen uitzondering. Het gebouw raakte in de loop van de negentiende eeuw steeds verder vervreemd van zijn oorspronkelijke bestemming en diende onder meer als gevangenis, brouwerij en bank van lening. Na de Tweede Wereldoorlog kwam de kapel in bezit van de Broeders van ‘de Beyart’. Opnieuw heeft Tanja een anekdote paraat: ‘De broeders hadden de traditie dat ze met Sinterklaas een wens mochten doen, en het is dankzij de wens van broeder Sigismund Tagage dat de kapel in de jaren zestig volledig werd gerestaureerd.’ Tijdens Musica Sacra Maastricht bieden de kapel en al die andere speciale locaties plaats aan bijzondere ensembles, gezelschappen, solisten en koren. Met een tel- kens variërende monumentale omgeving als decor komen bezoekers niet alleen oren, maar ook ogen tekort om al het moois in zich op te nemen. Sint Janskerk
  • 20. 18 Festival Musica Sacra Maastricht: Van het eerste uur door Lieke Wijnia onderzoeker aan Universiteit Tilburg Het dertigjarig jubileum is een uitgelezen moment om terug te blikken op het begin van het festival. Vier betrokkenen van het eerste uur aan het woord. • Theo Kersten · Directeur Cultureel Centrum (tot 1987) • Camiel Hamans · Chef afdeling cultuur KRO radio (begin jaren ’80 tot begin jaren ’90) • Jos Leussink · KRO programmeur klassiek (tot 2002), adviseur programmacommissie (sinds 1985) • Jos Zwietink · adjunct directeur/hoofd programmering Theater aan het Vrijthof (tot 2004) In 1983 werd het eerste Euro-Festival voor Religieuze Muziek georganiseerd, in aanvulling op de activiteiten rondom de zevenjaarlijkse Heiligdomsvaart. Hoe kwam het festival tot stand? Kersten: ‘Het was eigenlijk vanzelfsprekend om iets met muziek te organiseren. De organisatie achter de Heiligdomsvaart wilde terugloop in aandacht voorkomen en met extra activiteiten een breder publiek aanspreken. Er waren toen nog niet zo veel voorbeelden op festivalgebied in Maastricht. Ik heb veel hulp gehad van lokale mensen die nogal wat van muziek wisten en zo ontstonden er relaties met lokale gezelschappen en instellingen.’ Hamans: ‘De Heiligdomsvaart was meer een aanleiding voor het festival. Na die eerste keer is het festival er van losgezongen. De eerste edities waren festivals die over meerdere weeken- den plaatsvonden, met doordeweeks elke dag een lunch- en avondconcert. In 1986 kwam het zwaartepunt op de weekenden te liggen, twee jaar later werd de naamsverandering doorge- voerd en de festivalduur naar één weekend teruggebracht. Zo werd het echt een festival waarvoor mensen naar Maastricht kwamen en hier ook een paar dagen verbleven.’ Camiel Hamans, Theo Kersten, Jos Leussink en Jos Zwietink
  • 21. Musica Sacra Maastricht 2012 19 Vanaf de eerste editie vinden de concerten plaats in Maastrichtse kerken. Hoe werd het initiatief door hen ontvangen? Leussink: ‘De medewerking van de kerken kan ambivalent worden genoemd. Vanuit het Bisdom werd er op toegezien dat de kerk nooit een concertzaal zou worden. Overdag mochten er uitvoeringen plaatsvinden, maar de kerk moest nog steeds toegankelijk zijn voor het kerkelijk publiek. Pas in de avonden, buiten de reguliere openingstijden, mochten er voor het festival kaartjes worden verkocht. De pastorale en liturgische functies gingen, en gaan nog steeds, te allen tijde voor. En dat is hun goed recht. Daarnaast leveren we vanaf 1990 bijdragen aan oecumenische diensten in diverse kerken. Het is toch raar om een weekend lang musica sacra te vieren en dan niets met de liturgie te doen.’ Zwietink: ‘Omdat de concerten in het begin gratis waren en de deuren van de kerken open stonden, hadden we altijd volle zalen. Maar een groot deel van het publiek bestond uit toeristen of toevallige passanten. Slechts tien procent had bewust gekozen om naar het concert te gaan. Na die eerste jaren groeide het aandeel gerichte bezoekers.’ ‘Het is een soort elektrische sfeer, waardoor je het gevoel krijgt: hier gaat het om.’ In 1985 heeft de KRO een eerste opname bij het festival gemaakt, vanaf het jaar daarna is de KRO structureel bij de programmering betrokken geraakt. Hoe ontstond die samenwerking? Hamans: ‘De KRO zocht naar mogelijkheden om aansluiting bij de achterban te vinden. Voor politiek moest je in Den Haag zijn, regionaal nieuws werd lokaal geregeld. Dus om met onze roomse wortels aansluiting te vinden in het zuiden, zetten we in op klassieke muziek. Daarbij stond voor de KRO de bindende waarde van cultuur voorop. Toen de eerste edities de nationale pers haalden, is het festival ons in het Hilversumse opgevallen. Ik ben toen het eerste jaar komen luisteren en een paar jaar later kwam de intensieve samenwerking van de grond. Het festival had financiële steun nodig en wij zochten binding met de markt.’ Kersten: ‘En wij hadden ook jullie kennis nodig.’ Hamans: ‘Toen bleek inderdaad dat de KRO en het festival natuurlijke partners waren om dit te organiseren. In Hilversum hadden wij een enorm archief, inclusief bijbehorende kennis bij de medewerkers. Dat kon gecombineerd worden met de in Maastricht aanwezige kennis van het lokale cultuurklimaat.’ Hoe werd het festival ontvangen in Maastricht en omstreken? Hamans: ‘Normaal gaan dingen hier een aantal jaren mee en daarna vallen ze weg. Noem het de metaalmoeheid van de stad. Het mooie is dat dat Musica Sacra niet is overkomen. De amateur- kunsten, de Heiligdomsvaart, het carnaval; dat zijn zaken die geworteld zijn. Evenementen als Musica Sacra moeten daarnaast bestaansrecht zien te vinden. In een heleboel steden is dat niet anders, dan houd je het alleen vol met steun van het stadsbestuur.’ Leussink: ‘De samenwerking met de KRO, zowel inhoudelijk als financieel, heeft hier ook aan bijgedragen. De steun uit Hilversum sloeg aan bij de wethouder in Maastricht, vanzelfsprekend met de wens het Maastrichtse karakter te behouden.’ Zwietink: ‘Na een aantal jaren groeide ook de samenwerking met lokale ensembles. Die gingen het festival steeds meer als een platform zien en werden langzamerhand vast onderdeel van
  • 22. 20 Festival Musica Sacra: Van het eerste uur de programmering. Al discussiërend met artistiek leiders of studenten aan kunstopleidingen kwamen we zo ieder jaar weer tot een grotendeels exclusieve programmering.’ Waarom werd dit platform georganiseerd als een festival, wat is de toegevoegde waarde van het festival-format? Hamans: ‘Dat was de tijdgeest. Je deed toen alles in festivals.’ Leussink: ‘Ook uit marktoverwegingen. We hebben al heel snel het tweeweekse evenement gecomprimeerd tot één weekend, zodat mensen voor drie dagen naar de stad konden komen. Niemand kan zich permitteren om twee weken hiervoor uit te trekken.’ Hamans: ‘Daarbij, toen we niet meer veertien dagen hoefden te vullen, was datgene wat we programmeerden alleen nog van de hoogste kwaliteit. Bovendien ontstaat er een bepaalde geladen sfeer als je het in festivalvorm doet.’ Leussink: ‘Dat komt ook door de locaties, die we echt bij de muziek zoeken.’ Hamans: ‘Het is een soort elektrische sfeer, waardoor je het gevoel krijgt: hier gaat het om.’ Zwietink: ‘Het format van een festival biedt ook de mogelijkheid om een horizontale program­ mering te realiseren. Het brengt vaste en herkenbare momenten in het programma, zoals het vrijdagavondconcert met het Limburgs Symfonie Orkest of de missen op zondagochtend waar we een bijdrage aan leveren. Daarnaast is er een verschil tussen de middag- en avondconcerten, waarbij er ’s avonds bekendere namen of publiekstrekkers worden geprogrammeerd, terwijl ’s middags de uitvoeringen plaatsvinden die wat experimenteler of onbekender van aard zijn. Zo hebben we een soort ritme in het programma gebracht.’ In 1988 werd gekozen om verder te gaan onder de naam Musica Sacra Maastricht. Waarom deze verandering? Leussink: ‘De misvatting dat religieuze of sacrale muziek alleen oude muziek is, wilden we van meet af aan uit de weg gaan, opdat de vergelijking met het Festival Oude Muziek in Utrecht niet gemaakt zou worden. Als mensen nadenken over de strekking van de term sacra, kunnen ze onderkennen dat wij een heel brede afbakening maken, breder dan de term religieus suggereert. De term sacra hoopte ik in het festival vorm te geven als innerlijke impuls van mensen. Het is een funda­ entele behoefte aan sacraliteit in de brede zin van het woord, zonder aanzien van de ene m of de andere religie. Met de term religieuze muziek merkten we dat het bijna altijd aan de liturgie ontleend moest zijn of daar heel dicht tegenaan moest zitten. Terwijl sacraal de ruimte om het kernbegrip religie heen beschrijft en je de ruimte geeft om bijvoorbeeld naar buiten- Europese culturen te kijken, maar ook naar de profane sacraliteit in onze samenleving.’ Hamans: ‘Ik herinner me dat we in die discussie spraken over Henryk Górecki en Anton Bruckner als componisten van sacrale muziek. Maar dat kun je absoluut niet als religieus bestempelen, Festivalthema’s verbeeld, v.l.n.r. Van God en goden (2002); Pelgrimage (2003); ‘Heilige’ Oorlog (2004); Engelen en Duivels (2005); Kluizenaars en Kloosterlingen (2006); Visioenen van Eeuwigheid (2007); Getuigen: Belijders en Martelaren (2008); Man en Vrouw schiep Hij hen (2009)
  • 23. Musica Sacra Maastricht 2012 21 daar hebben mensen moeite mee. We wilden hun muziek ook program- meren, maar het kader van religieuze muziek beperkte ons in die ambities. In de eerste edities was dit nog niet aan de orde, omdat de Heiligdomsvaart het uitgangspunt was. Maar na een paar edities werd het tijd om een stap vooruit te zetten.’ Kersten: ‘Aan een dergelijke ontwikkeling is niet te ontkomen. Ook als je kijkt naar godsdienst is er sprake van een verschuiving. Het gaat steeds meer om essentiële en wezenlijke aspecten van het leven.’ Hamans: ‘Het zit hem veel minder in religie dan wel in verdieping. Door middel van de naamsverandering probeerden we ruimte voor verdieping te creëren. Dat we dit moesten doen, daarover bestond zelfs op de afdeling godsdienst van de KRO geen seconde twijfel.’ Zwietink: ‘We wilden de programmering veel breder maken, het mocht van gregoriaans tot hedendaags, van toegankelijke tot moeilijker te doorgronden muziek. Zoals onder het thema Psalmen in 1999 toen de rappers van Osdorp Posse kwamen optreden. Dat trok ook echt een jonger publiek, dat werkte heel goed. Of bij het thema Requiem in 1992. Daar wilden we naast onbekendere muziekstukken of voor het festival uitgevaardigde compositie­ opdrachten ook het bekende Requiem van Verdi programmeren. Om een dergelijke breedte te realiseren was een naamsverandering nodig. Religie is een vorm van sacraliteit. Maar sacraliteit is niet per definitie religieus. Dat bood de ruimte die we zochten.’ ‘Religie is een vorm van sacraliteit. Maar sacraliteit is niet per definitie religieus. Dat bood de ruimte die we zochten.’ Naast de verandering van de festivalnaam kwam ook de invoering van thema’s. Had de programmering dit nodig? Kersten: ‘Programmatechnisch is er niet eens zo veel veranderd. Het is voornamelijk de insteek waarop je mensen kunt aanspreken die prominenter is geworden. Voor zowel de programma­ commissie als voor het publiek.’ Zwietink: ‘Toen we met Musica Sacra startten, hebben we eerst een jaar zonder thema gewerkt. Omdat er een rode draad ontbrak, zijn we met centrale thema’s gaan werken.’ Leussink: ‘Dat was vanaf 1990. Om het festival goed te profileren was het beter om dat eindeloze gebied van sacraliteit af te bakenen. Daarnaast werkt het goed in zowel het verstrekken van com­ ositieopdrachten als in het aanbieden van sacrale muziek aan de festival­ ezoeker. De p b thema’s worden altijd ver van te voren bedacht, maar op het moment van het festival blijkt de actualiteit ons vaak te hebben ingehaald. Het duidelijkste voorbeeld daarvan is het thema ‘Heilige’ Oorlog (2004), dat toch echt vóór 9/11 werd bedacht.’ Hamans: ‘Er wordt zo breed mogelijk geprogrammeerd binnen een thema, zo veel mogelijk stijlen en genres proberen we in een thema onder te brengen. En dan gaat het er niet direct om of iemand die het ene concert bezoekt ook naar het andere gaat. Maar wel dat er begrip ontstaat voor het verband tussen verschillende muziekgenres, geïnterpreteerd vanuit het thematisch perspectief. Zodat bezoekers denken: wat leuk dat ze dat doen!’
  • 24. 22 Festival Musica Sacra: Van het eerste uur Hoe worden de jaarlijkse thema’s gekozen? Zwietink: ‘Al discussiërend en brainstormend in de programmacommissie. De één roept iets, de ander reageert daarop, een derde denkt aan de mogelijkheden wat betreft de muziek. Bovendien waren de thema’s altijd gerelateerd aan de actualiteit.’ Leussink: ‘We proberen overlap van de thema’s te vermijden, maar je ontkomt daar vaak niet aan. De gekozen thema’s kunnen altijd op vele manieren worden geïnterpreteerd. Op religieus vlak, maar ook op maatschappelijk en cultureel vlak. Soms worden thema’s ook gekozen omdat we heel graag een bepaald ensemble of stuk willen programmeren. Als dat in een specifiek jaar kan, dan moet het daaraan gerelateerde thema het worden. Daarna zoeken we er dan nog allerlei andere uitvoeringen bij.’ Er zijn in Nederland meerdere festivals die zich richten op klassieke, religieuze en oude muziek. Wat is de toegevoegde waarde en het belang van een festival dat zich op sacrale muziek richt? Leussink: ‘Het voorziet in een behoefte om muziek niet uitsluitend weg te kauwen als kauw- gum, maar een iets diepere laag van ons bewustzijn aangesproken te laten worden. Ik denk dat het nuttig is om daar via zo’n festival aandacht voor te vragen. In een vrij specifieke set- ting, iets meer afzondering, iets meer bezonkenheid, iets meer aandacht voor waar je op een gegeven moment naar luistert. Muziek wordt vanuit de media zo als consumptieartikel over je heen gesmeerd en je moet met de hype en de drukte mee. Op de radio, alleen al de jingles. Het festival zet een stap terug, geeft muziek een andere, gerichtere functie. Dat vind ik van groot belang. En ik denk dat er mensen zijn die ons dat nog steeds in dank afnemen.’ Keizerzaal Sint Servaasbasiliek tijdens Musica Sacra Maastricht in 2011 © Sanne Willemsen
  • 25. Musica Sacra Maastricht 2012 23 Peter Missotten Peter Missotten (Hasselt, 1963) genoot aanvankelijk een opleiding als video-artiest. Hij werkte meer dan 25 jaar samen met Guy Cassiers in producties als Wasp Factory, Sunken Red, Rage d’Amour, Fliegende Holländer en Onegin. In 1994 richtte hij met Anne Quirynen en Anne Heyman de Filmfabriek op en werkte aan projecten van onder meer William Forsythe, Wim Vandekeybus en Georges Aperghis. Sinds 2000 legt Peter Missotten zich als regisseur toe op hedendaagse operaproducties en radicale performance projecten. In 2009 leidde hij de wereldpremière van KEPLER, een opera van Philip Glass voor Linz09 in het Landestheater Linz en in 2010 creëerde hij Montezuma - Fallender Adler, een opera van Bernhard Lang, voor het Nationaltheater Mannheim. Peter Missotten doceert aan de Toneelacademie Maastricht en is hoofd van het onderzoeksproject The Virtual Body. In alle culturen en tijden is bij de mens steeds de notie van religieus zijn, maar probeert nieuwe werkelijkheden te een mysterieuze dimensie van het bestaan aanwezig tonen die om de hoek van het alledaagse liggen. Daarbij geweest. De eeuwige worsteling van de mens, om in staat een citaat van de dichter T.S. Eliot centraal: betovering en huiver te kiezen voor zaken die boven hemzelf uitstijgen, weerklinkt vandaag scherper dan ooit. Who is the third who walks always beside you? Wie de huidige maatschappij bekijkt, zal herkennen hoe When I count, there are only you and I together heilige plaatsen, fascinatie en hunker naar het trans- But when I look ahead up the white road cendente de hedendaagse mens bezighouden. There is always another one walking beside you. Hoe kijkt u hier als kunstenaar tegenaan? Wie is die derde die naast jou staat? Alle belangrijke dingen in het leven zijn in hun wezen Als ik goed tel zijn enkel jij en ik hier samen. nutteloos. In een tijd waarin het ‘nuttigheidsdenken’ – de Maar als ik verder op de witte weg kijk, kille ode aan de ongebreidelde functionaliteit – hoogtij is er altijd iemand die naast je staat. viert, is de spanning tussen wat we echt belangrijk vinden (uit The Waste Land,1922) en hoe we daar functioneel mee omgaan, erg groot ge- worden. Religie was traditioneel een wijze om daarmee Kan kunst, zoals religie, een rol spelen bij zingeving? om te gaan. En misschien neemt kunst nu wel die plaats Kunst is nutteloos. Of beter, kunst is te belangrijk om in. Maar misschien moeten kunst en religie dat span- nuttig te zijn. Kunst mag net zo min als religie pogen een ningsveld juist blootleggen en zichtbaar maken, in de pleister op het been te zijn. Ze kan beter de gapende plaats van het te willen overbruggen. wonde laten aanvoelen door andere, ongekende wer- kelijkheden te tonen. Door het nut te doorprikken met Vormt die fascinatie een bron van inspiratie? prangende beelden. Door ons terug te gooien in onze Ik vrees dat al mijn werk erg dicht tegen religie aan- eigen, dierbaarste nutteloosheid. Nutteloos als de wol- schuurt. Ik zit daar een beetje verveeld mee. Al was het ken, nutteloos als een nutteloze boom, nutteloos als maar door het referentiekader. Dat wil nooit letterlijk lachen en nutteloos als mekaar lief hebben.
  • 26. 24 Shingon, het esoterische boeddhisme in Japan door Heinz-Dieter Reese, staflid cultuur ‘Japanische Kulturinstitut Köln’ vertaling Hella Melkert H et boeddhisme is ongeveer 2500 jaar geleden in India ontstaan. Als grondlegger geldt prins Siddhartha Gautama, die bij zijn dood (vermoedelijk 483 v.Chr.) als Boeddha (‘Verlichte’) het nirvâna bereikt zou hebben. Zijn aanhangers vereren hem tot op heden als Shâkyamuni (‘De wijze uit het adellijke geslacht van de Shâkya’). Zijn leer is geworteld in het inzicht dat alle leven lijden (dukha) veroorzaakt. Het kent geen onveranderlijke substantie, maar vormt slechts een tijdelijke vervlechting van elementen en krachten (skandhas), die onherroepelijk weer uiteenvalt. Het ik-bewustzijn van de menselijke existentie klampt zich vast aan de illusie van bestendigheid, waar echter eeuwige verandering heerst, en wordt uiteindelijk teleurgesteld. Dat is de oorzaak van het lijden. Na het verval ontstaat er een nieuwe, andersoortige vervlechting van relaties. Dit is het concept van de ‘reïncarnatie’, de wedergeboorte, die teruggaat tot oude brahmaans-hindoeïstische denkbeelden: Alle leven incarneert zo in een eindeloze kringloop (samsara) telkens weer op- nieuw. Dit betekent echter ook telkens hernieuwd lijden. Het boeddhisme onderscheidt verschillende bestaansniveaus met verschillende innerlijke waarden, waarin de reïncarnatie kan plaatsvinden. De in moreel opzicht meer of minder goede gedragingen in het ene bestaan bepalen de wedergeboorte in een nieuw bestaan. Dat is het concept van het karma, de vergelding der daden. De leer van Shâkyamuni biedt een recept voor het overwinnen van het lijden: zweer alle be- geerten en hartstochten af en maak je vrij van ‘levensdorst’. Daartoe is een transcendering van het ik-bewustzijn nodig en een zich losmaken van de zintuiglijke waarneming, die oorzaak is van de illusies en van het ‘vastzitten’ aan het aardse bestaan. De ‘Verlichting’, die als het ontwaken van een absoluut bewustzijn beschouwd wordt, biedt dan de mogelijkheid uit de kringloop van wedergeboorten te treden en het nirvâna te bereiken. Daarmee wordt een toestand van volmaakte zielenrust en eeuwige gelukzaligheid bedoeld, van elk lijden bevrijd, waarin de eenheid met de onveranderlijke en onvergankelijke krachten van het universum verwezenlijkt wordt. Ascese en teruggetrokken meditatie wijzen de weg naar dit heilsdoel, dat slechts op het bestaansniveau ‘mens’, vanuit de eigen kracht van het individu en met een gunstig karma, bereikbaar schijnt. Uiteindelijk, in onvoorstelbaar verre aeonen, zullen – volgens het boeddhis­ tische geloof – alle zielen het nirvâna bereikt hebben en eindigt de kringloop van het leven.
  • 27. Musica Sacra Maastricht 2012 25 Ontwikkelingen binnen de boeddhistische leer Het ‘oerboeddhisme’ van Shâkyamuni heeft zich in de loop der eeuwen en in het kader van zijn verbreiding naar Oost- en Zuidoost-Azië in veel opzichten verder ontwikkeld. Niet de grond- waarheden van de leer veranderden, maar de methoden en wegen om het heilsdoel te bereiken. Men probeerde de steile kloof tussen het aardse bestaan vol leed en het heilsdoel van het transcendente nirvâna te verkleinen door de gelovigen telkens iets nieuws aan aan te bieden. Dit werd gelegitimeerd door het concept van de upâya, de ‘methodische vaardigheid’. Om voor elk wezen ‘Verlichting’ mogelijk te maken, mag van elke denkbare methode gebruik gemaakt worden, van een eenvoudige preek tot een opzienbarend wonder. De veelheid aan methoden wordt, zelfs wanneer ze elkaar lijken tegen te spreken, gerechtvaardigd door hun bruikbaarheid als hulpmiddel op de weg naar het heilsdoel. Dit wordt weerspiegeld door de boeddhistische didactische geschriften, de sûtra’s, uit de latere tijd. Om de mensen ideale voorbeelden en concrete voorstellingen van het heilsdoel te bieden, die hun bevattingsvermogen tegemoetkomen, wordt de gestalte van boeddha vergoddelijkt en het aardse bestaan als het ware dichterbij gebracht. Er is niet slechts één boeddha, de historische Shâkyamuni, maar er zijn talrijke boeddha-gestalten. Ieder tijdperk heeft tenminste één centrale Boeddha, die als hypostase van de dharma, van de kosmische wet, van de absolute waarheid geldt. Hij draagt er zorg voor, als het ware als een brug, dat de weg naar de transcendentie voor de gelovigen open blijft. Zijn helpers, die het concept karunâ, het medelijden en erbarmen met het lijdende schepsel, personifiëren, zijn de talrijke zogenoemde Bodhisattva’s, ‘Verlichte Wezens’. Op onzelfzuchtige wijze zien zij voorlopig van de voor henzelf reeds mogelijke intrede in het Shingon monniken
  • 28. 26 Shingon, het esoterische boeddhisme in Japan nirvâna af, om anderen te laten delen in hun positieve karma en hen bij hun streven naar ‘Verlichting’ bij te staan. Aldus wordt de gestalte van de Boddhisattva een voorbeeld. Niet alleen streeft men ernaar, door – in boeddhistische zin – met vrome daden zélf karmische energie te verkrijgen; nog belangrijker wordt het deze krachten aan anderen door te geven. Deze latere, specifiek religieuze vormen van het boeddhisme worden onder de benaming ‘Groot Vaartuig’ (Mahâyâna) samengevat. Het biedt plaats aan alle levende wezens, om hen over te zetten, over de ‘zee van het lijden’ naar de ‘andere oever’, het nirvâna – in tegenstelling tot het (oudere) ‘Kleine Vaartuig’ (Hinayâna), waarin het individu op eigen kracht het heilsdoel moet zien te benaderen. In het Mahâyâna-boeddhisme is een veelvormige en gedifferentieerde cultus ontstaan. Hierin wordt niet alleen de communicatie met de transcendente wezens, de boeddha’s, de Bodhisattva­ -heilanden, beschermgeesten en heiligen voltrokken. Hij vormt tevens de sterkste uitdrukking van de boeddhistische leer, die de mensen aanspreekt en hen ertoe uitnodigt mee te varen in het ‘Grote Vaartuig’. Buitengewoon prachtig is dan ook de vormgeving van de grote feestliturgieën in het Mahâyâna-boeddhisme, waarbij uitdrukkelijk ook muziek, dans en theater (en de invloed ervan) voor de boeddhistische doelstellingen ingezet worden. De leer van het ‘esoterische boeddhisme’ Leer en cultische praktijk van het Mahâyâna-boeddhisme hebben zich rond 500 na Christus op hun beurt weer verder ontwikkeld tot het zogenoemde Vajrayâna, het ‘Diamanten Vaartuig’. Dit heeft zich als een eigen, esoterische richting binnen het boeddhisme voortgezet. Het Vajrayâna leert dat de tegenstelling tussen de illusionaire wereld van de aardse verschijnselen en de Detail van een van de vele versierde grafmonumenten van Kôyasan, centrum van het Japanse Shingon boeddhisme
  • 29. Musica Sacra Maastricht 2012 27 transcendente wereld van het nirvâna uiteindelijk helemaal niet bestaat. Eerder wordt een identiteit van immanentie en transcendentie vooropgesteld, dat wil zeggen: een hecht samen- hangende ontologische wisselwerking tussen mikro- en makrokosmos, die met een ‘weefsel’ (tantra) vergeleken wordt. Volgens deze leer wordt het wezen of de essentie van alles wat bestaat als ‘leegte’ (shûnyatâ) opgevat en door de vajra (de ‘diamant’) gesymboliseerd: ‘Net zoals de diamant is deze leegte onverwoestbaar, dat wil zeggen onvergankelijk, aangezien ze ongeworden is.’ Deze leer geldt als ‘esoterisch’ of ‘geheim’, omdat niet iedereen er direct toegang toe heeft, spirituele voorbereiding en inwijding zijn vereist. ‘Verlichting’ vindt plaats vanuit het inzicht in deze ontologische waarheid en kan daarom ook al tijdens het aardse bestaan verkregen worden. Ze wordt bevorderd door het mystieke beleven van magische rituelen, waarin geheime woorden en verbale formules (mantra’s en dhâranis) evenals verborgen vingertekens (mudrâs) de communicatie met de goddelijke machten bepalen, die op hun beurt in symbolische meditatiediagrammen (mandala’s) uitgebeeld worden. In het centrum van de verering staat de Boeddha (Mahâ-)Vairocana, die de wijsheid van alle andere boeddha’s in zich verenigt en als kosmisch diepste grond (dharma-kâya) geldt, waarvan alles afhangt. Tot de belangrijkste teksten waarin de esoterische leer toegelicht wordt, horen de Mahâvairocana-sûtra en de Vajrashekhara-sûtra, die volgens de overlevering als geheime openbaringen van Mahâvairocana pas 800 jaar na Shâkyamuni ontdekt en van kracht werden. Zweer alle begeerten af en maak je vrij van ‘levensdorst’. De esoterische leerstellingen werden vanuit India naar Centraal-Azië (Tibet), naar China en aan het begin van de negende eeuw ook naar Japan verbreid, waar ze verder werden ontwikkeld en tot op heden vooral in twee boeddhistische scholen voortleven: de Tendai- en de Shingon- school. De naam Shingon betekent zoiets als ‘waar woord’ en stemt overeen met het begrip mantra in het Sanskriet. De Shingon-school gaat terug tot de monnik Kûkai (774-835), die ook onder zijn postume naam Kôbô Daishi (‘grootmeester van de verbreiding van de leer’) bekend is. Hij stamde uit een aristo­ cratische familie en bestudeerde al in zijn jeugd de Chinese klassieken. Op dertigjarige leeftijd werd hij een boeddhistische monnik. Met een officiële delegatie reisde hij naar China, waar hij bij de Chinese monnik Huiguo in de leer ging. Deze wijdde hem in in de esoterische leerstellingen en maakte hem tot zijn opvolger. Terug in Japan systematiseerde en voltooide Kûkai deze leerstellingen en legde ze ten grondslag aan zijn eigen school, de Shingon-school. Haar belang­ rijkste tempel richtte hij op de berg Kôya (bij Kyôto) op. De Shingon-school groeide uit tot een van de belangrijkste en invloedrijkste boeddhistische scholen in Japan en dat is tot op heden zo gebleven. Reeds enkele eeuwen na Kûkai ontstonden er verschillende interpretaties van sommige detail- vragen uit de leer en de rituele praktijk, die tot opsplitsing van de school in verschillende takken leidde. In de twaalfde eeuw ontstond de Shingi-Shingon-school (‘Shingon-school van de nieuwe doctrine’) van de monnik Kakuban, die zijn belangrijkste tempel op de noordwestelijk gele- gen berg Negoro oprichtte. Toen deze in de zestiende eeuw om politieke redenen verwoest werd, ontstonden twee nieuwe centra, hetgeen een verdere opsplitsing van deze richting in de Chizan-ha en de Buzan-ha tot gevolg had. Deze laatste, gesticht door de monnik Sen’yo, richt zijn centrum op in de tempel Hasedera in de stad Sakurai (prefectuur Nara). Tegenwoordig omvat de Buzan-ha zo’n 3000 regionale tempels met ongeveer 5000 priesters. Uit hun geledingen worden de leden van het priesterkoor ‘Karyôbinga Shômyô Kenkyûkai’ gerecruteerd. Dit koor legt zich toe op de beoefening van het voor de rituele praktijk van de Shingon-school belangrijke Shômyô-gezang in de traditie van de Buzan-ha.
  • 30. 28 PROGRAMMA donderdag 6 september Symposium Sacraliteit in het publieke domein: 30 jaar Musica Sacra Maastricht donderdag 6 september · 16.00 - 20.30 uur theater aan het vrijthof · vrij entree * Dinervouchers à € 12,50 (reservering noodzakelijk) Lezing 1 (16.00 - 17.00 uur) Lieke Wijnia & Martin Hoondert 30 jaar Musica Sacra Maastricht: trends en perspectieven Lezing 2 (17.15 - 18.15 uur) Koert van der Velde Martin Hoondert Lieke Wijnia Goden bespelen, religiositeit zonder geloof pauze Lezing 3 (19.30 - 20.30 uur) Hendrik van der Veere Shômyô, klanken van de realiteit Inleiding op het avondconcert door de Shingon-monniken. Koert van der Velde Hendrik v/d Veere In alle culturen en tijden is bij de mens steeds het besef van een mysterieuze dimensie van het bestaan aanwezig geweest; iets ‘heiligs’, te verwoorden als het innerlijke, het verborgene. Wie de huidige maatschappij bekijkt, zal herkennen hoe heilige plaatsen, fascinatie en huiver de hedendaagse mens bezighouden. Sacrale vragen en verklaringen manifesteren zich op velerlei manieren; denken we maar aan het succes van jongerendagen, de vele voettochten naar Santiago, de revival van bezinningscentra en gemeenschappen, of het werk van kunstenaars. Kortom, sacraliteit is alom tegenwoordig. Tijdens dit symposium gaat Musica Sacra Maastricht dieper in op haar eigen uitgangspunten en de weg die het festival in dertig jaar heeft afgelegd. Tevens schetst boeddholoog Hendrik van der Veere de context van riten en rituelen in het Japanse boeddhisme, als inleiding op de eerste van drie rituele ceremonies door de Japanse Shingon monniken van het ensemble Karyôbinga Shômyô Kenkyûkai (zie pagina 30). Dit symposium wordt georganiseerd in samenwerking met Universiteit Tilburg (School of Humanities, Department of Culture Studies). * Aanmelding gewenst via www.musicasacramaastricht.nl Bezoekers kunnen zich aanmelden voor het gehele symposium, of voor één of meerdere lezingen. De lezing van Hendrik van der Veere is tevens vrij toegankelijk voor bezoekers van het avondconcert van 21.00 uur (zie pagina 30). • muziek • muziektheater • theater en dans • film • liturgie • lezing/inleiding • expositie