4. Inleiding
Het afstudeerontwerp is gebaseerd op de scriptie “ONVATBAAR”, welke gaat over de raakvlakken
tussen de onderwerpen ‘glas’ en ‘emotie’. De titel ‘ONVATBAAR’ duidt op de niet te begrijpen
eigenschappen van het menselijk zijn en de vervreemdende eigenschappen die glas kan creëren.
In ONVATBAAR zijn de werken van Jean-Paul Sartre en Anthony Vidler tegenover elkaar gezet
en met elkaar vergeleken. Door het werk dat is verricht, zijn we met een andere blik naar de
menselijke omgeving gaan kijken. We zijn ons ook meer gaan beseffen dat de architectuur wel
degelijk inspeelt op de gevoelens van de mens. Dit maakt de scriptie in dat opzicht erg interessant
en laat de lezer nadenken over de beleving van architectuur.
De gedachtegang die in de scriptie gebruikt is, wordt één- op één in het ontwerp toegepast. In de
volgende hoofdstukken zal dit nader toegelicht worden. Aan de hand van de scriptie, hebben we
een functie aan het gebouw voor het ontwerp moeten toekennen en een locatie ervoor gekozen.
De functie van het gebouw is uiteindelijk een uitvaartcentrum geworden, welke is gelokaliseerd op
de Cauberg in Valkenburg, nabij de ‘Valkenburgse Catacomben’, wat een toeristische trekpleister
is in deze omgeving. Deze locatie is gekozen, omdat hier een belangrijk spanningsveld optreedt,
tussen de rouwende nabestaanden van de overleden persoon en de toeristen die naar de bestaande
catacomben en de nieuwe graven komen kijken. Deze twee verschillende functies, dienen
onafhankelijk van elkaar te kunnen functioneren.
4
6. Locatie
De gekozen locatie voor het uitvaartcentrum, is Valkenburg. Valkenburg is een klein stadje in het
Nederlands-Limburgse heuvellandschap, wat jaarlijks veel toeristen trekt. De toeristen komen af op
de vele mergelgroeven die hier in de Romeinse oudheid zijn gegraven. Een van deze mergelgroeven,
‘De Heidegroeve’is in de 19e eeuw opgekocht door een rijke Nederlander, die er een compacte
replica van de Romeinse Catacomben in Rome van wilde maken. Dit werd wederom een toeristische
attractie. Buiten het feit dat “de catacomben” er zijn gecreëerd, wordt het gebied nabij de groeve
ook gebruikt als wandelgebied.
LOCATIE
HEIDEGROEVE HISTORISCH
CATACOMBEN TOERISTISCH
CENTRUM
GEÏMPLODEERDE GROEVE
GEMEENTEGROT
6
24. “Wanneer het gebouw vergeleken
gezicht de ‘ziel’ van het gebouw ve
onduidelijkheid en verborgenheid
gebouw. De onduidelijkheid die o
gebouw in de avond oplicht.”
25. n wordt met een lichaam kan het
erbergen of vervormen. Er ontstaat
d, over de structuren binnen het
ontstaat, is zichtbaar wanneer het
50. De conceptuele uitwerking
De concepten die in de scriptie behandeld zijn, hebben we in de ontwerpfase als kader genomen om
binnen te ontwerpen. Ze zijn als leidraad voor het ontwerp gebruikt. Grofweg zijn deze concepten
uiteindelijk onder te verdelen in CHAOS en STRUCTUUR, wat we in het utopisch model duidelijk
hebben willen maken. De chaos is datgene waar een mens in verkeert wanneer hij emotioneel is.
De structuur is daar waar de mens verkeert, wanneer zijn wereld vertrouwd en “normaal” is. Het
ontworpen uitvaartcentrum, oogt zeer gestructureerd, maar wanneer men het ervaart, zal de chaos
naar boven komen drijven. De vervreemdende effecten van het glas spelen hier een belangrijke rol
bij.
Bezoekers van het uitvaartcentrum worden geconfronteerd met diverse elementen binnen het
gebouw, die chaotisch overkomen. De wijze waarop de nabestaande de dienst bijwoont en daarna
afscheid neemt van de overledene is op zich al een niet vertrouwde ervaring. Afscheid nemen van
een overleden persoon is nooit vertrouwd en een chaotische ervaring. Enkele voorbeelden hiervan
zullen verderop genoemd worden. In het utopisch model dat bij de scriptie is gecreëerd, is de
samensmelting van structuur en chaos te zien. Dit model is een belangrijke onderlegger voor de
ontwerpfase.
Het dichte totale glazen bouwvolume staat symbool voor de wereld van het subject. In dit
bouwvolume zijn twee volumes gesitueerd, één hiervan is daadwerkelijk een spiegelende kubus,
de ander is een weggevallen kubus, die een leegte creëert.
De spiegelende kubus hebben we geïnterpreteerd als structuur en de leegte als chaos. Waarom
deze termen eraan zijn gekoppeld, zal in de ervaring van deze ruimten duidelijk worden.
Rondom de leegte vindt de uitvaartdienst plaats, welke is gericht op de leegte, het domein van
de overledene. Het kubusvolume, staat in dienst van deze leegte en zorgt ervoor dat deze blijft
functioneren, zonder direct invloed uit te oefenen hierop. Door de spiegels om de kubus, wordt
50
51. men continu geconfronteerd met zichzelf, wat de structuur van de kubus en de chaos eromheen
versterkt. De leegte wordt duidelijk zichtbaar door de ruimte eromheen te gebruiken. Door de
leegte waarin tijdens de dienst het subject aanwezig is te spiegelen aan het gesloten volume wordt
het subject, de overledene, opgehemeld.
Het glas heeft een enorme invloed op het gebruik van het gebouw doordat de grens tussen binnen
en buiten in twijfel komt. De veranderingen in de directe omgeving van het gebouw hebben invloed
op de gebeurtenissen binnen in het gebouw.
De waarde van de ervaring van het gebouw, komt vooral terug in de beleving van de verschillende
ruimten.
Wanneer men de parkeergarage inrijdt, ervaart men dat er veel daglicht binnenvalt, wat ongewoon
is voor een parkeergarage. Wanneer men vanuit de parkeergarage de ontvangstruimte benaderd,
komt men onder een enorme kubus de ruimte binnen, wat een bedrukkend en imposant gevoel
geeft en waar je geconfronteerd wordt met jezelf. De kubus is volledig bespiegeld en hangt letterlijk
boven je.
De kubus bevat veel functies, die betrekking hebben op al het gestructureerde dat zich afspeelt
binnen het gebouw. In de kubus bevinden zich; kantoren voor personeel, keuken, magazijn,
verzorgkamer, koelingen, garage voor de lijkauto, goederen aflossing, de koffieruimte en de
trappenhal voor de personeelsruimten. Net tegen de kubus, aan de chaoszijde, bevinden zich: de
toiletten en het crematorium. Dit omdat deze noch binnen de structuur, noch binnen de chaos
thuishoren; ze liggen tussenbeide.
Aan de andere zijde, het verst van de chaos verwijdert, liggen de graven in het mergel. Ze liggen
uit het gebouw, omdat ze niet bij ‘de wereld van het subject’ horen en zijn gestructureerd, omdat
deze ‘subjecten’ geen chaos meer hebben.
51
53. gevoel van het onwerkelijke op de
eigenschappen van de ruimte.”
54. Uitvaartdienst
Als de nabestaanden gaan beginnen aan de dienst, betreedt men de hellingbaan op de begane grond,
waarboven zich de leegte van vier verdiepingen bevindt en gaat men naar de eerste verdieping.
Op de eerste verdieping kan men plaats nemen op de banken, waar de dienst zal plaatsvinden. De
sprekers staan op de tweede verdieping en kijken over de mensen uit.
Na besluit van de dienst, loopt men door naar de derde verdieping, waar men de muziekruimte
betreedt. In deze ruimte, zal men het idee hebben dat de muziek uit de leegte komt, en zich niet
afspeelt in de muziekruimte zelf. Echter, wanneer men dan weer uit de muziekruimte komt, is het
doodstil, en zal men alleen het geluid horen van het water dat over de toilet- en crematoriumwand
glijdt.
Aan het eind van dit ritueel zullen de nabestaanden van de overledene, dat gedurende de dienst
geleidelijk mee omhoog stijgt, begeleiden naar het crematorium of de begraafplaats. Om aan de
andere kant van het crematorium te kunnen komen, is men verplicht om door de crematieovens
heen te lopen. Op deze manier zijn de nabestaanden gelijk aan de overleden persoon, en is de
overledene gelijk aan de nabestaanden.
Aangekomen bij de begraafplaats, is het graf geopend en wordt men gestuurd door het licht van
flakkerende kaarsen in het graf. Bij deze kaarsen, kan de kist, of urn worden bijgezet en zal door
middel van het sluiten van een zware deur het graf afgesloten worden. Door het sluiten van de deur
is het ritueel beëindigd.
54
55. Functionering
Bij de functionering moet in acht genomen worden dat er een volledig nieuwe manier is ontwikkeld
voor het beleven van een uitvaartdienst, crematie en koffietafel.
De functie is gerelateerd aan drie verschillende soorten routing (subject, nabestaanden en toeristen)
en wegen van beleving binnen het gebouw. De functionering hangt nauw samen met de conceptuele
uitwerking. De beleving van de nabestaande speelt binnen de architectuur een belangrijke rol.
Hierbij spelen de eigenschappen van ‘glas’ en ‘emotie’ een grote rol.
Het uitvaartcentrum heeft een zeer complex programma; er is onder andere rekening gehouden
met de aanrijdroute voor de lijkwagen (welke niet zichtbaar mag zijn voor de buitenwereld), het
koelen van de lijken en het verzorgen van het lijk in de verzorgkamer.
De toeristen die langs het gebouw aflopen, mogen ook geen invloed uitoefenen op de dienst die
zich in het uitvaartcentrum afspeelt, deze dienen dus gescheiden te blijven.
Nabestaanden die een overledene willen verzorgen, moeten altijd ontvangbaar zijn, dus krijgen
ook een eigen toegang tot het gebouw, welke een eventuele dienst niet zal verstoren.
Andere nabestaanden, die naar een 24-uurs-opbaarruimten willen, waar ze heen moeten kunnen
gaan wanneer ze maar willen, mogen geen invloed uitoefenen op de eventuele dienst, dus moeten
ook langs het gebouw af lopen. Hiervoor bestaat op de locatie al een geweldige
wandelroute, waar de nabestaanden gebruik van kunnen maken. Men loopt over een flauwe
helling rondom de kloof achter het gebouw, waar men uiteindelijk via een snede in de berg aan de
55
56.
57.
58. achterzijde van de opbaarruimte uitkomt. Hier kan men de betreffende opbaarruimte betreden.
Binnen het gesloten volume zijn alle ruimten gesitueerd die nodig zijn om de overledene en de
dienst te ondersteunen. Voor het personeel dat het gebouw zal gaan laten functioneren, is
een kantoor met kantine nodig. Het keukenpersoneel, zal een keuken nodig hebben voor het
voorbereiden van broodjes en dergelijke voor de koffietafel en een magazijn, waar men goederen
kan opslaan. Het houden van de dienst, dient in een onafhankelijke ruimte te
gebeuren, waar men geen last mag hebben van de overige functies binnen het gebouw. De
ontvangstruimte en het crematorium, dienen wel bereikbaar te zijn vanuit de dienstruimte.
58
59. Routing overledene
De overledenen komen met de lijkwagen via een lange gang door de groeve rechtstreeks binnen
in de structuur. Hier worden ze gekoeld en later in de verzorgruimte verzorgt en opgemaakt door
personeel en eventueel nabestaanden.
Via een gang richting de opbaarruimten verlaat de overledene de structuur en wordt opgebaard in
een afgesloten ruimte buiten “de wereld”. Deze route is voor de nabestaanden niet toegankelijk,
maar alleen voor het personeel van het uitvaartcentrum. Via de wandeling achter het uitvaartcentrum
zijn de opbaarruimten 24 uur per dag te bereiken en kan een bezoek gebracht worden aan de
overledenen.
Tijdens de dienst zal de overledene door een waterwand vanuit de structuur de chaos binnenkomen
en in contact komen met zijn nabestaanden. Op dit moment is het gehele gebouw al afgestemd
op de overledene. In de enorme dienstruimte wordt een dienst geven gericht aan de overledene.
Via een lift, gekoppeld aan de fiberglasskabels, zal de overledene uiteindelijk aankomen bij het
crematorium. Daar zullen de overledene en de nabestaanden door de ovens richting de koffieruimte
gaan. Er is altijd minimaal één oven niet in gebruik, omdat hier de nabestaanden doorheen moeten
kunnen lopen. Alle installaties in het gebouw zijn aangesloten op deze ovens en het zal merkbaar
zijn dat er een crematie plaats vind. Het gaat meer ventileren, er komt meer geluid binnen het
gebouw en het wordt lichter.
Via de koffieruimte zal het subject ‘zijn wereld’ verlaten en bijgezet of begraven worden in de
graven- of urnenwand.
59
60.
61.
62. Routing nabestaande
De nabestaande ervaart het gebouw als een gruwelijke ervaring. Het afscheid nemen van een
naaste liefde geeft de plek waar dit gebeurd een enorme herinnering. Door deze ervaring komen de
nabestaanden in een chaotische wereld terecht tijdens het bijwonen van de dienst. Doordat deze
dienst niet zoals een gebruikelijke uitvaart geschied wordt de dienst een onvertrouwde beleving
terwijl juist bij het afscheid nemen van een nabestaande en het tonen van emotie terug willen keren
naar de meest vertrouwde omgeving. Voor de nabestaande is dit uitvaartcentrum geen gebouw om
langer in te verblijven maar een plek die een enorme herinnering achterlaat door de opeenvolging
van chaotische ervaringen.
Routing personeel
Het personeel werkt in de gesloten kubus en staat volledig in dienst van het subject. Voor de
nabestaanden in de dienstruimte zijn de werkzaamheden van deze personen niet direct zichtbaar.
Ze ‘bedienen’ het gebouw met de bijbehorende functies. Het personeel komt minimaal buiten de
structuur. Vanuit de trappenhal en de lift kunnen ze alle ruimtes binnen de structuur eenvoudig
bedienen zodat de routing voor het personeel zo efficiënt mogelijk is.
62
63. Materialisatie
Het materiaalgebruik binnen het uitvaartcentrum, is enorm eenduidig. Er wordt alleen glas toegepast;
transparant-,translucent-, spiegelend- en fiberglass. De gevels en spanten bestaan volledig uit
transparant glas, zodat men overal het gebouw in kan kijken, en de structuur kan aanschouwen.
De vloeren en hellingbanen, zijn allen van translucent glas gemaakt. Hierdoor kan men de silhouetten
zien van de personen die zich boven bevinden. Je kunt er echter niet door naar beneden kijken.
Het voordeel van translucent glas ten opzichte van transparant glas, is dat het de directe doorkijk
weghaalt. Dit zorgt bij de ovens voor het ontstaan van een enorme twijfel.
Doordat de doorkijk onderbroken wordt blijven contouren en het licht zichtbaar en is dus duidelijk
zichtbaar dat er binnen de betreffende ruimte een crematie gaande is. Dit versterkt de twijfel die
heerst wat er daadwerkelijk binnen de oven gebeurt.
Het spiegelende glas hebben we rondom de gestructureerde kubus en op de lamellen van de
zonwering toegepast. Het wordt vooral om zijn reflectie toegepast, en zijn kracht om elementen
(bijvoorbeeld ruimten in de kubus) te verbergen. Door het ontstaan van de reflectie komen de
bezoekers direct in contact te staan met een kopie van de werkelijke wereld waarin men zich
bevindt.
De fiberglasskabels worden toegepast als constructieve elementen, omdat dit materiaal in staat is
om een enorme treksterkte op te nemen. Binnen het gehele gebouw zal dit op de kruispunten van
de structuur toegepast worden, wel of niet constructief.
63
64.
65.
66. Toegepaste glaseigenschappen
Draagconstructie: sgg CONTRAFLAM UV-bestendige,
brandwerende veiligheidsbeglazing klasse EI
memento: pagina 203
Vloerconstructie: sgg LITE FLOOR Beloopbare glazen vloeren en
traptreden. Met daarop translucente glasplaten
Memento: pagina 241
Gevels: sgg PLANISTAR Zonwerend en warmtereflecterend
gecoat glas voor dubbele beglazing
Memento: pagina 57
Muziekruimte sgg CLIMAPLUS SILENCE Warmtereflecterende beglazing met
extra geluidwering
Memento: pagina 121
66
67.
68.
69.
70. Ruimte nr Ruimte nr Ruimte nr
niveau -1 1e verdieping 2e verdieping
parkeren -1.0 aula dienstruimte 1.0 aula dienstruimte 1.0
entree -1.1 kantoor 1.1 keuken 2.0
entree -1.2 kantoor 1.2 magazijn 2.1
liftschacht -1.3 kantoor 1.3 personeelsgang 2.2
trappenhal -1.4 kantine 1.4 gang 2.3
urnenwand -1.5 personeelsgang 1.5 urnenwand 2.4
urnenwand -1.6 gang 1.6 urnenwand 2.5
urnenwand 1.7 urnenwand 2.6
Beganegrond 0.0 urnenwand 1.8 urnenwand 2.7
urnenwand 1.9 trappenhal 2.8
ontvangstruimte 0.0 urnenwand 1.10 lifthal 2.9
gang 0.1
urnenwand 0.2
urnenwand 0.3
urnenwand 0.4
urnenwand 0.5
70
71. Ruimte nr Ruimte nr Ruimte nr
3e verdieping 4e verdieping 5e verdieping
aula dienstruimte 1.0 aula/ dienstruimte 1.0 gang 5.1
muziekruimte 3.0 oven 4.0 urnenwand 5.2
verzogkamer 3.1 koffieruimte 4.1 urnenwand 5.3
koeling 3.2 trappenhal 2.8 urnenwand 5.4
parkeren lijkauto 3.3 lifthal 2.9 urnenwand 5.5
personeelsgang 3.4 gang 4.2
parkeren goederen 3.5 urnenwand 4.3
Heren toiletten 3.6 urnenwand 4.4
Dames toiletten 3.7 urnenwand 4.5
opbaarruimte 3.8 urnenwand 4.6
opbaarruimte 3.9
urnenwand 3.10
urnenwand 3.11
urnenwand 3.12
urnenwand 3.13
gang 3.14
gang 3.15
71
72. 3D details
Een volledig glazen gebouw heeft als gevolg dat er gedetailleerd moet worden met een minimum aan
tolerantie. Er moet duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen de verschillende constructieve
elementen waaruit het volledige gebouw is opgebouwd.
Doordat er gebruik gemaakt is van transparant, translucent en spiegelend glas is de situering van de
installaties beperkt. Er is zorgvuldig omgegaan met de situering van de installaties en de leidingen
in de constructie. Waar nodig is er altijd ruimte vrij gehouden voor leidingen en installaties.
In elk element van de constructie is glas toegepast met als gevolg dat de verbindingen daartussen
minimaal uitgevoerd zijn met het structural glazing systeem van Saint Gobain.
Er is gestreefd naar een opbouw volledig uit elementen die in de fabriek geprefabriceerd kunnen
worden en eenvoudig met elkaar verbonden kunnen worden.
In de detaillering komen de architectonische concepten, de constructieve opbouw en de bouwfysische
eigenschappen samen en maken het gebouw tot een functionele ruimte. De detaillering zorgt
ervoor dat elke gewenste beleving van een betreffende ruimte gerealiseerd kan worden.
72