Gastcollege e learning trends avans plus januari 2020
Prototype 2 docent
1. Log in met je HvA-id
gebruikersnaam: devilee_b
wachtwoord: ……..
OK
2. HOE WERKT HET?
ma:
In deze feedbackapplicatie plaats je opmerkingen bij het werk dat
4/3 agenda
studenten hebben ingeleverd.
Geef de studenten globale feedback: het is niet de bedoeling dat je alle 12.00u-14.00u: spreekuur R03
fouten markeert.
14.00u-15.00u: Skype-afspraken R03
Geef bij de globale feedback wel een voorbeeld. Dit kun je doen door de
tekst te arceren. Dit zorgt ervoor dat er een opmerking wordt geplaatst.
Het werkt bijna hetzelfde als de commentaarfunctie in Word.
De opmerkingen zijn verdeeld in twee soorten, ieder met een eigen kleur:
geel : inhoud en structuur
actielijst
rood: spelling en stijl.
Groep RV201A heeft de conceptversie
van het projectrapport R03 geüpload.
Bij iedere opmerking geef je de student ook een tip om de fout te
verbeteren of het werk aan te passen. Groep RV203B wil een Skype- afspraak
maken.
Aan de hand van de beoordelingscriteria van het rapport is een aantal
standaardopmerkingen aangemaakt. Ook staat een aantal standaardtips Groep Rv203C heeft zich aangemeld
klaar, die studenten kunnen gebruiken om hun werk te verbetern voor het spreekuur R03.
Geef aan op welk tijdstip je het spreekuur
Gebruik de volgende iconen gebruiken bij de opmerkingen:
f voor module R04 wilt plannen.
Dit is goed gedaan
Hier moet nog wat aan gebeuren
Hier ontbreekt de bronvermelding, of is de bron niet
juist vermeld. Het kan ook zijn dat de bron niet de
meest geschikte is voor de betreffende tekst.
3. Projectrapport
R03 R203A Geef globale feedback op de inhoud en structuur.
deadline deadline deadline
4/3 9/3 18/3
concept feedback rapport Er zijn relevante bronnen gevonden. Deze zijn goed verwerkt in
de analyse.
Doelgroep analyse
In dit hoofdstuk analyseren wij zowel de primaire doelgroep, kinderen uit groep vijf en zes van de basisschool, als de
secundaire doelgroep. Dit zijn de desbetreffende leerkrachten. Schrijf een eigen opmerking
Primaire doelgroep Arceer het deel van de tekst dat hiervan een voorbeeld is.
De primaire doelgroep voor dit project zijn kinderen van acht t/m tien jaar in groep vijf en zes van de basisschool.
Op deze leeftijd zijn kinderen erg gevoelig voor iets moeten doen wat ze niet willen, en bang om uit de toon vallen.
Kinderen die veel worden gepest, zijn vaak net even anders als anderen kinderen. Een gekke naam, dik zijn, rare
kleren aanhebben, het is vaak de oorzaak van veel kinderzorgen. Kinderen die vaak worden gepest, blijken zich Geef een aanwijzing, hoe dit (nog) beter kan.
daarnaast ook niet goed te kunnen verweren. Het is alsof ze dat niet goed hebben geleerd. Het weren leer je onder
meer van je leeftijdsgenoten, in de ‘peergroup’.
Voor kinderen in deze leeftijd is het belangrijk zich te kunnen meten, ze willen voortdurend met elkaar wedijveren.
Soms kunnen ze niet tegen hun verlies. Een gevoel van de wereld aankunnen, gecombineerd met een gezonde dosis
incasseringsvermogen, leidt tot competentie. Competentie is het gevoel dat je de uitdagingen die je in het leven In de bronnenlijst van de artikelen wordt verwezen naar meer
tegenkomt aankunt.
De leeftijdsgroep van het kind wordt steeds belangrijker. Niet alleen vanwege het ontwikkelen van competentie, literatuur over dit onderwerp.
maar ook wat betreft het aanleren van vaardigheden. Ook de normen en waarden worden in deze fase niet meer
uitsluitend van de ouders overgenomen, maar vooral van de leeftijdsgenoten. Daarnaast zijn voor het oudere
basisschoolkind idolen zoals popsterren, voetballers en dergelijke de bron van allerlei opvattingen over goed en
kwaad.
In de peergroup gaan jongens met jongens om en meisjes met meisjes. Meisjes en jongens hebben vrij weinig
belangstelling voor elkaar, behalve dat ze elkaar wel veel plagen. (Sociaal verhaal, 2009)
Hieronder vind je een aantal standaardopmerkingen. Ze zijn samengesteld op
Sinds de jaren ’80 ontstaat in West-Europa steeds meer aandacht voor jeugdinformatie.Verschillende factoren liggen basis van de leerdoelen en beoordelinsgcriteria van deze module, in
aan de oorsprong van dit nieuwe denken.
Ten eerste is de maatschappij geëvolueerd naar een kennis- en informatiemaatschappij. Nieuwe samenspraak met een aantal docenten.
informatietechnologieën en communicatietechnieken worden geïntroduceerd waardoor informatie snel en in grote
aantallen kan worden verspreid. Jonge mensen groeien op in een gemedialiseerde samenleving, waar ze dagelijks
overspoeld worden met informatie. Deze maatschappij heeft zeker zijn voordelen aangezien informatie toegankelijk
wordt voor grote groepen.
Deze standaardopmerkingen, kun je gebruiken om het werk van de studenten
De informatiemaatschappij heeft echter ook haar keerzijde. Bepaalde groepen kinderen, tieners en jongeren worde te becommentariëren.
van het enorme informatieaanbod uitgesloten. Er is sprake van ‘informatie-rijken’ en ‘informatie-armen’. De kloof
tussen de ‘weters’ en ‘niet-weters’ blijft groeien.
Een tweede aspect dat maakt dat de aandacht voor jeugdinformatie groeide is het maatschappelijk Bij de standaardopmerkingen zijn ook standaardtips geformuleerd .
individualiseringsproces. In vergelijking met vroegere generaties wordt er nu veel meer beroep gedaan op de
individuele identiteit van kinderen, tieners en jongeren. De dominerende rol van ouders over hun kinderen neemt af
en kinderen, tieners en jongeren beslissen meer en meer voor zichzelf. Hierbij wordt raad of advies gevraagd aan de
ouders, maar er wordt niet in hun plaats beslist. (Wikipedia, 2010)
Kies voor een standaardopmerking met tip.
Mediagebruik van de primaire doelgroep
Het mediagebruik van kinderen en jongeren is de laatste decennia drastisch veranderd. In 1989 waren er drie tv-
zenders die kinderprogramma's aanboden in Nederland. Nu zijn er dagelijks op zo'n twintig tv-zenders ongeveer
300 uur aan kinderprogramma's te zien. Tegenwoordig hebben jongeren ook toegang tot de media via computers,
laptops, smartphones, tablets, mp3-spelers en games. (Telegraaf, 2011) Standaardopmerkingen analyse
41 procent van tien- en elfjarigen is dagelijks op Hyves te vinden. 33 procent van de achtjjarigen heeft al meer dan
vijftig Hyvesvriendjes (Mijn Kind Online). Al vanaf dat kinderen in groep 3 zitten en kunnen lezen en schrijven,
kunnen ze een Hyvesprofiel bijhouden. Hoe ouder ze worden, hoe vaker ze gaan inloggen en hoe meer vriendjes ze
krijgen. Meisjes zijn actiever op Hyves, en hebben gemiddeld ook meer vriendjes. Belangrijk op Hyves vinden
jongeren: contact houden met beste vrienden, krabbels, smilies gebruiken, foto's plaatsen en bekijken en respect Standaardopmerkingen vraagstelling
krijgen of geven. (Bright, 2009)
Standaardopmerkingen opbouw conclusie
4. Standaardopmerkingen analyse Standaardtips
Er wordt geen verband gelegd tussen de verschillende Probeer duidelijk te maken hoe de informatie zich tot elkaar
aangehaalde bronnen. verhoudt. Gebruik woorden die hier uitdrukking aan geven zoals
echter, maar en juist.
Hier wordt een duidelijk verband gelegd tussen de verschillende
bronnen.
Hier wordt iets veronderstelt dat niet blijkt uit het onderzoek. Veronderstellingen moeten voortkomen uit de informatie van één of
meerdere bronnen.
Hier wordt goed uitgelegd uit welke bronnen deze
veronderstelling voortkomt.
De gebruikte bronnen worden niet vermeld.
5. preview student
Projectrapport
R03 R203A
deadline deadline deadline
4/3 9/3 18/3
concept feedback rapport De probleemstelling In het boek Wat is Onderzoek wordt
moet in vragende duidelijk uitgelegd hoe een
Doelgroep analyse vorm. probleemstelling geformuleerd moet
In dit hoofdstuk analyseren wij zowel de primaire doelgroep, kinderen uit groep vijf en zes van de basisschool, als de
secundaire doelgroep. Dit zijn de desbetreffende leerkrachten. worden.
Primaire doelgroep
De primaire doelgroep voor dit project zijn kinderen van acht t/m tien jaar in groep vijf en zes van de basisschool.
Op deze leeftijd zijn kinderen erg gevoelig voor iets moeten doen wat ze niet willen, en bang om uit de toon
vallen. Kinderen die veel worden gepest, zijn vaak net even anders als anderen kinderen. Een gekke naam, dik zijn,
Dit is een goed De verschillende bronnen worden met
rare kleren aanhebben, het is vaak de oorzaak van veel kinderzorgen. Kinderen die vaak worden gepest, blijken zich
daarnaast ook niet goed te kunnen verweren. Het is alsof ze dat niet goed hebben geleerd. Het weren leer je onder
voorbeeld van het elkaar in verband gebracht. Het is
meer van je leeftijdsgenoten, in de ‘peergroup’.
Voor kinderen in deze leeftijd is het belangrijk zich te kunnen meten, ze willen voortdurend met elkaar wedijveren. gebruik van bronnen. duidelijk welke informatie van welke
Soms kunnen ze niet tegen hun verlies. Een gevoel van de wereld aankunnen, gecombineerd met een gezonde dosis
incasseringsvermogen, leidt tot competentie. Competentie is het gevoel dat je de uitdagingen die je in het leven bron komt.
tegenkomt aankunt.
De leeftijdsgroep van het kind wordt steeds belangrijker. Niet alleen vanwege het ontwikkelen van competentie,
maar ook wat betreft het aanleren van vaardigheden. Ook de normen en waarden worden in deze fase niet meer
uitsluitend van de ouders overgenomen, maar vooral van de leeftijdsgenoten. Daarnaast zijn voor het oudere
basisschoolkind idolen zoals popsterren, voetballers en dergelijke de bron van allerlei opvattingen over goed en
kwaad. Wikipedia is een startpunt voor
In de peergroup gaan jongens met jongens om en meisjes met meisjes. Meisjes en jongens hebben vrij weinig Gebruik Wikipedia
belangstelling voor elkaar, behalve dat ze elkaar wel veel plagen. (Sociaal verhaal, 2009) onderzoek om een globale indruk te
niet als enige bron
Sinds de jaren ’80 ontstaat in West-Europa steeds meer aandacht voor jeugdinformatie.Verschillende factoren liggen krijgen. Kijk vervolgens altijd of er
aan de oorsprong van dit nieuwe denken. hiervoor.
Ten eerste is de maatschappij geëvolueerd naar een kennis- en informatiemaatschappij. Nieuwe vakliteratuur of wetenschappelijke
informatietechnologieën en communicatietechnieken worden geïntroduceerd waardoor informatie snel en in grote
aantallen kan worden verspreid. Jonge mensen groeien op in een gemedialiseerde samenleving, waar ze dagelijks literatuur over iets te vinden is.
overspoeld worden met informatie. Deze maatschappij heeft zeker zijn voordelen aangezien informatie toegankelijk
wordt voor grote groepen.
De informatiemaatschappij heeft echter ook haar keerzijde. Bepaalde groepen kinderen, tieners en jongeren worde
van het enorme informatieaanbod uitgesloten. Er is sprake van ‘informatie-rijken’ en ‘informatie-armen’. De kloof
tussen de ‘weters’ en ‘niet-weters’ blijft groeien.
Een tweede aspect dat maakt dat de aandacht voor jeugdinformatie groeide is het maatschappelijk
individualiseringsproces. In vergelijking met vroegere generaties wordt er nu veel meer beroep gedaan op de
individuele identiteit van kinderen, tieners en jongeren. De dominerende rol van ouders over hun kinderen neemt
af en kinderen, tieners en jongeren beslissen meer en meer voor zichzelf. Hierbij wordt raad of advies gevraagd aan
de ouders, maar er wordt niet in hun plaats beslist. (Wikipedia, 2010)
Mediagebruik van de primaire doelgroep
Het mediagebruik van kinderen en jongeren is de laatste decennia drastisch veranderd. In 1989 waren er drie tv-
zenders die kinderprogramma's aanboden in Nederland. Nu zijn er dagelijks op zo'n twintig tv-zenders ongeveer
300 uur aan kinderprogramma's te zien. Tegenwoordig hebben jongeren ook toegang tot de media via computers,
laptops, smartphones, tablets, mp3-spelers en games. (Telegraaf, 2011)
41 procent van tien- en elfjarigen is dagelijks op Hyves te vinden. 33 procent van de achtjjarigen heeft al meer dan
vijftig Hyvesvriendjes (Mijn Kind Online). Al vanaf dat kinderen in groep 3 zitten en kunnen lezen en schrijven,
kunnen ze een Hyvesprofiel bijhouden. Hoe ouder ze worden, hoe vaker ze gaan inloggen en hoe meer vriendjes ze
krijgen. Meisjes zijn actiever op Hyves, en hebben gemiddeld ook meer vriendjes. Belangrijk op Hyves vinden
jongeren: contact houden met beste vrienden, krabbels, smilies gebruiken, foto's plaatsen en bekijken en respect
krijgen of geven. (Bright, 2009)
6. Projectrapport
R03 R203A Geef globale feedback op de spelling en stijl.
deadline deadline deadline
4/3 9/3 18/3
concept feedback rapport
De zinnen in zijn erg lang, dat leest niet prettig.
Doelgroep analyse
In dit hoofdstuk analyseren wij zowel de primaire doelgroep, kinderen uit groep vijf en zes van de basisschool, als de
secundaire doelgroep. Dit zijn de desbetreffende leerkrachten. Maak een eigen opmerking aan door de
Primaire doelgroep een deel van de tekst te arceren
De primaire doelgroep voor dit project zijn kinderen van acht t/m tien jaar in groep vijf en zes van de basisschool.
Op deze leeftijd zijn kinderen erg gevoelig voor iets moeten doen wat ze niet willen, en bang om uit de toon vallen.
Kinderen die veel worden gepest, zijn vaak net even anders als anderen kinderen. Een gekke naam, dik zijn, rare
kleren aanhebben, het is vaak de oorzaak van veel kinderzorgen. Kinderen die vaak worden gepest, blijken zich
daarnaast ook niet goed te kunnen verweren. Het is alsof ze dat niet goed hebben geleerd. Het weren leer je onder
meer van je leeftijdsgenoten, in de ‘peergroup’.
Geef een aanwijzing, hoe dit (nog) beter kan.
Voor kinderen in deze leeftijd is het belangrijk zich te kunnen meten, ze willen voortdurend met elkaar wedijveren.
Soms kunnen ze niet tegen hun verlies. Een gevoel van de wereld aankunnen, gecombineerd met een gezonde dosis
incasseringsvermogen, leidt tot competentie. Competentie is het gevoel dat je de uitdagingen die je in het leven
tegenkomt aankunt.
De leeftijdsgroep van het kind wordt steeds belangrijker. Niet alleen vanwege het ontwikkelen van competentie,
Schrijf korte zinnen.
maar ook wat betreft het aanleren van vaardigheden. Ook de normen en waarden worden in deze fase niet meer
uitsluitend van de ouders overgenomen, maar vooral van de leeftijdsgenoten. Daarnaast zijn voor het oudere
basisschoolkind idolen zoals popsterren, voetballers en dergelijke de bron van allerlei opvattingen over goed en
kwaad.
In de peergroup gaan jongens met jongens om en meisjes met meisjes. Meisjes en jongens hebben vrij weinig
belangstelling voor elkaar, behalve dat ze elkaar wel veel plagen. (Sociaal verhaal, 2009)
Sinds de jaren ’80 ontstaat in West-Europa steeds meer aandacht voor jeugdinformatie.Verschillende factoren liggen
aan de oorsprong van dit nieuwe denken.
Ten eerste is de maatschappij geëvolueerd naar een kennis- en informatiemaatschappij. Nieuwe
informatietechnologieën en communicatietechnieken worden geïntroduceerd waardoor informatie snel en in grote
aantallen kan worden verspreid. Jonge mensen groeien op in een gemedialiseerde samenleving, waar ze dagelijks
overspoeld worden met informatie. Deze maatschappij heeft zeker zijn voordelen aangezien informatie toegankelijk
wordt voor grote groepen.
De informatiemaatschappij heeft echter ook haar keerzijde. Bepaalde groepen kinderen, tieners en jongeren worde
van het enorme informatieaanbod uitgesloten. Er is sprake van ‘informatie-rijken’ en ‘informatie-armen’. De kloof
tussen de ‘weters’ en ‘niet-weters’ blijft groeien.
Een tweede aspect dat maakt dat de aandacht voor jeugdinformatie groeide is het maatschappelijk
individualiseringsproces. In vergelijking met vroegere generaties wordt er nu veel meer beroep gedaan op de
individuele identiteit van kinderen, tieners en jongeren. De dominerende rol van ouders over hun kinderen neemt af
en kinderen, tieners en jongeren beslissen meer en meer voor zichzelf. Hierbij wordt raad of advies gevraagd aan de
ouders, maar er wordt niet in hun plaats beslist. (Wikipedia, 2010)
Kies voor een standaardopmerking met tip.
Mediagebruik van de primaire doelgroep
Het mediagebruik van kinderen en jongeren is de laatste decennia drastisch veranderd. In 1989 waren er drie tv-
zenders die kinderprogramma's aanboden in Nederland. Nu zijn er dagelijks op zo'n twintig tv-zenders ongeveer
300 uur aan kinderprogramma's te zien. Tegenwoordig hebben jongeren ook toegang tot de media via computers,
laptops, smartphones, tablets, mp3-spelers en games. (Telegraaf, 2011) standaardopmerkingen zinsopbouw
41 procent van tien- en elfjarigen is dagelijks op Hyves te vinden. 33 procent van de achtjjarigen heeft al meer dan
vijftig Hyvesvriendjes (Mijn Kind Online). Al vanaf dat kinderen in groep 3 zitten en kunnen lezen en schrijven,
kunnen ze een Hyvesprofiel bijhouden. Hoe ouder ze worden, hoe vaker ze gaan inloggen en hoe meer vriendjes ze standaardopmerkingen d-t fouten
krijgen. Meisjes zijn actiever op Hyves, en hebben gemiddeld ook meer vriendjes. Belangrijk op Hyves vinden
jongeren: contact houden met beste vrienden, krabbels, smilies gebruiken, foto's plaatsen en bekijken en respect
krijgen of geven. (Bright, 2009)
standaardopmerkingen congruentiefouten
7. standaardopmerkingen zinsopbouw standaardtips zinsopbouw
De zinnen in de tekst zijn erg lang, dat leest niet prettig. Schrijf korte zinnen. Vermijd het gebruik van lange bijzinnen.
Je schrijft korte en heldere zinnen, dat leest prettig
Je gebruikt de uitdrukking niet op de juiste manier. Zoek de uitdrukking op in een woordenboek of op onzetaal.nl en verbeter
deze.
Je gebruikt hier de juiste uitdrukking om je punt te duidelijk
te maken.
8. preview student
Projectrapport
R03 R203A
deadline deadline deadline
4/3 9/3 18/3
concept feedback rapport
De zinnen zijn erg Schrijf korte zinnen.
lang, dat leest niet
Inleiding prettig.
In dit hoofdstuk analyseren wij zowel de primaire doelgroep, kinderen uit groep vijf en zes van de basisschool, als de
secundaire doelgroep. Dit zijn de desbetreffende leerkrachten. De primaire doelgroep voor dit project zijn kinderen
van acht t/m tien jaar in groep vijf en zes van de basisschool.
Op deze leeftijd zijn kinderen erg gevoelig voor iets moeten doen wat ze niet willen, en bang om uit de toon
vallen. Kinderen die veel worden gepest, zijn vaak net even anders als anderen kinderen. Een gekke naam, dik zijn,
rare kleren aanhebben, het is vaak de oorzaak van veel kinderzorgen. Kinderen die vaak worden gepest, blijken zich
daarnaast ook niet goed te kunnen verweren. Het is alsof ze dat niet goed hebben geleerd. Het weren leer je onder
meer van je leeftijdsgenoten, in de ‘peergroup’.
Er staan d/t-fouten In het boek Vlekkeloos Nederlands
Kinderen
Voor kinderen in deze leeftijd is het belangrijk zich te kunnen meten, ze willen voortdurend met elkaar wedijveren. in de tekst. wordt duidelijk uitgelegd wanneer een
Soms kunnen ze niet tegen hun verlies. Een gevoel van de wereld aankunnen, gecombineerd met een gezonde dosis
incasseringsvermogen, leid tot competentie. Competentie is het gevoel dat je de uitdagingen die je in het leven
werkwoord met een t, een d of met dt
tegenkomt aankunt. wordt geschreven.
De leeftijdsgroep van het kind wordt steeds belangrijker. Niet alleen vanwege het ontwikkelen van competentie,
maar ook wat betreft het aanleren van vaardigheden. Ook de normen en waarden worden in deze fase niet meer
uitsluitend van de ouders overgenomen, maar vooral van de leeftijdsgenoten. Daarnaast zijn voor het oudere
basisschoolkind idolen zoals popsterren, voetballers en dergelijke de bron van allerlei opvattingen over goed en
kwaad.
In de peergroup gaan jongens met jongens om en meisjes met meisjes. Meisjes en jongens hebben vrij weinig
belangstelling voor elkaar, behalve dat ze elkaar wel veel plagen. (Sociaal verhaal, 2009)
Sinds de jaren ’80 ontstaat in West-Europa steeds meer aandacht voor jeugdinformatie.Verschillende factoren liggen
aan de oorsprong van dit nieuwe denken.
Ten eerste is de maatschappij geëvolueerd naar een kennis- en informatiemaatschappij. Nieuwe
informatietechnologieën en communicatietechnieken worden geïntroduceerd waardoor informatie snel en in grote
aantallen kan worden verspreid. Jonge mensen groeien op in een gemedialiseerde samenleving, waar ze dagelijks
overspoeld worden met informatie. Deze maatschappij heeft zeker zijn voordelen aangezien informatie toegankelijk
wordt voor grote groepen.
De informatiemaatschappij heeft echter ook haar keerzijde. Bepaalde groepen kinderen, tieners en jongeren worde
van het enorme informatieaanbod uitgesloten. Er is sprake van ‘informatie-rijken’ en ‘informatie-armen’. De kloof
tussen de ‘weters’ en ‘niet-weters’ blijft groeien.
Een tweede aspect dat maakt dat de aandacht voor jeugdinformatie groeide is het maatschappelijk
individualiseringsproces. In vergelijking met vroegere generaties wordt er nu veel meer beroep gedaan op de
individuele identiteit van kinderen, tieners en jongeren. De dominerende rol van ouders over hun kinderen neemt
af en kinderen, tieners en jongeren beslissen meer en meer voor zichzelf. Hierbij wordt raad of advies gevraagd aan
de ouders, maar er wordt niet in hun plaats beslist. (Wikipedia, 2010)
Mediagebruik van de primaire doelgroep
Het mediagebruik van kinderen en jongeren is de laatste decennia drastisch veranderd. In 1989 waren er drie tv-
zenders die kinderprogramma's aanboden in Nederland. Nu zijn er dagelijks op zo'n twintig tv-zenders ongeveer
300 uur aan kinderprogramma's te zien. Tegenwoordig hebben jongeren ook toegang tot de media via computers,
laptops, smartphones, tablets, mp3-spelers en games. (Telegraaf, 2011)
41 procent van tien- en elfjarigen is dagelijks op Hyves te vinden. 33 procent van de achtjjarigen heeft al meer dan
vijftig Hyvesvriendjes (Mijn Kind Online). Al vanaf dat kinderen in groep 3 zitten en kunnen lezen en schrijven,
kunnen ze een Hyvesprofiel bijhouden. Hoe ouder ze worden, hoe vaker ze gaan inloggen en hoe meer vriendjes ze
krijgen. Meisjes zijn actiever op Hyves, en hebben gemiddeld ook meer vriendjes. Belangrijk op Hyves vinden
jongeren: contact houden met beste vrienden, krabbels, smilies gebruiken, foto's plaatsen en bekijken en respect
krijgen of geven. (Bright, 2009)