1. Rubric eindopdracht l eerarrangement 1 Herkansing
N a a m d e e l n e m e r : H e n k M a s s i n k B e o o r d e l i n g : 6 , 9
O p m e r k i n g e n :
Met veel plezier heb ik je paper gelezen. Je hebt een wiskundige vertaling van de kans op succes weten te maken waardoor het nu mogelijk
wordt om de motivatie van een student ‘uit te rekenen’. Dat uitrekenen op zich is maar een manier om de motivatie in kaart te brengen maar het
mooie is dat door een frequent gebruik van de ‘kos waarde’ ook de ontwikkeling van de motivatie kunt zien. Na het toelichten van de kos-
waarde pas je deze toe op de cursus Fluid Dynamics. Door de bril van de kos-waarde laat je zien welke verbeterpunten er nog mogelijk zijn bij
deze cursus.
Het zou mooi zijn als je eerste advies, daadwerkelijk experimenteren met de kos-waarde uitgevoerd zou kunnen worden. Ik ben door jou paper
erg benieuwd geworden naar het werken met de kos-waarde en de mogelijke resultaten die dit zou kunnen hebben. Kortom een onderwerp dat
nog veel ontwikkelingspotentieel heeft.
Nog een paar kleine aandachtspunten: je noemt in je paper de kracht en zwakte van het model maar licht dit niet verder toe. Ik ben erg
benieuwd waarom het ‘gericht zijn op het micro-niveau’ een zwakte is. Dit zelfde geldt voor de adviezen op korte termijn. Waarom peertutoring
bijvoorbeeld? Hier was het mooie geweest als je lezer meer mee had genomen en de adviezen ook van theoretische onderbouwing had
voorzien. Dat doe je gelukkig wel met de adviezen met betrekking tot het gebruik van de kos-waarde. Als laatste geef je een aantal keer een
lange opsomming met interventies en effectgroottes. In de toelichting komen niet alle aspecten van de opsomming aan de orde. Probeer
kritisch te zijn met betrekking tot de informatie die nodig hebt om je paper te schrijven en probeer overige informatie zo veel mogelijk weg te
laten. Dat helpt de lezer bij het interpreteren van de informatie. Al met al een interessant paper en een hele mooie verbetering van de eerste
versie.
Iris Bouman
2. Onderdeel Goed Voldoende Matig Onvoldoende
Analysemodel
(30 punten)
(10 punten)
De drie of meer opgenomen
begrippen zijn expliciet met
elkaar in verband gebracht. De
verbanden zijn aannemelijk
gemaakt aan de hand van een
theoretische onderbouwing.
(7 punten)
Er zijn minimaal 3 begrippen gebruikt
in het analysemodel die relevant zijn
voor leren en ontwikkelen.
De drie in het analysemodel
opgenomen begrippen zijn afgeleid
uit de literatuur op basis van meer
dan één theoretische bron en zijn
expliciet gedefinieerd.
(4 punten)
Er is in het model een enkel begrip
gebruikt dat niet met een
theoretische bron is onderbouwd
en/of onderbouwd met bron(nen)
waarvan de relevantie twijfelachtig
is.
En/of
Bij een enkel begrip ontbreekt een
definitie of de definitie is
onvoldoende geëxpliciteerd.
(0 punten)
Er zijn in het model meerdere
begrippen gebruikt die niet met
een theoretische bron(nen) zijn
onderbouwd en/of onderbouwd
zijn met bron(nen) die niet
relevant zijn.
En/of
Bij meerdere begrippen ontbreekt
een definitie of zijn de begrippen
onvoldoende geëxpliciteerd.
(5 punten)
De keuze voor juist dit model is
en de begrippen daaruit zijn
afgezet tegen andere bestaande
modellen, waarbij expliciet wordt
verantwoord wat het
gepresenteerde model toevoegt.
(3 punten)
De keuze voor juist dit model en de
begrippen daaruit is expliciet
beargumenteerd,
(1 punt)
De keuze voor juist dit model en
deze begrippen is niet overal
expliciet beargumenteerd.
(0 punten)
De keuze voor juist dit model en
deze begrippen is niet expliciet
beargumenteerd.
(5 punten)
Zowel de kracht van het model
als de zwakte ervan zijn
beschreven en aannemelijk
gemaakt in de context van de
eigen organisatie en de
bruikbaarheid ervan voor andere
onderwijsorganisaties.
(3 punten)
Zowel de kracht van het model als de
zwakte ervan zijn beschreven en
aannemelijk gemaakt in de context
van de eigen organisatie.
(1 punt)
De kracht van het model als de
zwakte ervan zijn niet geheel
volledig beschreven en/of
aannemelijk gemaakt.
(0 punten)
Een beschrijving van de kracht
en/of de zwakte van het model
ontbreken en/of niet of nauwelijks
aannemelijk gemaakt.
3. Onderdeel Goed Voldoende Matig Onvoldoende
(10 punten)
De samenhang tussen de
analyses van de drie groepen is
expliciet uitgewerkt en
aannemelijk gemaakt.
(7 punten)
Voor de drie in de opdracht
beschreven doelgroepen is een
analyse gemaakt, volledig volgens
het gebruikte model en met de focus
op het thema: zin in leren.
(4 punten)
De analyse van een doelgroep is
niet volledig uitgevoerd volgens het
model.
De focus ligt niet geheel op het
thema: zin in leren.
(0 punten)
De analyse van een of meer
doelgroepen ontbreekt en/of is
niet of nauwelijks uitgevoerd
volgens het model
De focus ligt niet of nauwelijks op
het thema: zin in leren
Adviezen
(30 punten)
(20) punten
In de advisering is een
onderbouwd onderscheid
gemaakt tussenadviezen op de
kortere termijn (≤1 jaar) en de
langere termijn (>1 jaar).
Tevens is er in de adviezen een
onderbouwde prioritering
aangebracht.
(14 punten)
Voor elk advies is een logische en
expliciete theoretische onderbouwing
gegeven, die volledig beredeneerd is
vanuit de belangen van de
adviesontvanger(s).
(8 punten)
Voor vrijwel elk advies is een
theoretische onderbouwing
gegeven en/of vertoont een enkele
lacune.
En/of
Een enkel advies is niet
beredeneerd vanuit de belangen
van de adviesontvanger(s).
(0 punten)
Bij meerdere adviezen ontbreekt
de theoretische onderbouwing en
vertoont deze meerdere lacunes.
En/of
De adviezen zijn vooral
beredeneerd vanuit de optiek van
de adviseur.
(10 punten)
De interpretatieruimte die
overblijft tussen de analyse en
de gegeven adviezen is
expliciet benoemd en er wordt
bij aangegeven met welke
onzekerheden rekening
gehouden moet worden.
(7 punten)
De adviezen zijn volledig logisch en
duidelijk aan de analyse gekoppeld.
Deze koppeling is eenduidig, d.w.z.
er is weinig interpretatieruimte over.
(4 punten)
Een enkel advies is niet helemaal
logisch of duidelijk aan de analyse
gekoppeld.
En/of
Er is niet overal sprake van
eenduidigheid, d.w.z. er blijft enige
interpretatieruimte over.
(0 punten)
De gemaakte adviezen zijn niet of
nauwelijks aan de analyse
gekoppeld.
En/of
Er is niet of nauwelijks sprake van
eenduidigheid, d.w.z. dat er teveel
interpretatieruimte overblijft.
4. Onderdeel Goed Voldoende Matig Onvoldoende
Peer review
(10 punten)
(10 punten)
De goede punten en de
verbeterpunten zijn voorzien van
een relevante en expliciete
theoretische onderbouwing en
van een beargumenteerde
prioritering.
(7 punten)
De goede punten en de
verbeterpunten zijn voorzien van een
relevante en expliciete theoretische
onderbouwing.
(4 punten)
De goede punten en de
verbeterpunten zijn voorzien van
een overwegend relevante
theoretische onderbouwing, maar
er zijn aandachtspunten.
(0 punten)
De goede punten en de
verbeterpunten zijn niet overal
voorzien van een theoretische
onderbouwing of de theoretische
onderbouwing is niet relevant
en/of geëxpliciteerd.
Reflectie op de
peer review
(10 punten)
(10 punten)
Er is concreet aangegeven
welke lering uit de peer review is
getrokken, wat wordt
overgenomen en wat niet en
die lering is in verband gebracht
met de rollen en/of de
competenties en prestatie-
indicatoren uit de MLI
(7 punten)
Er is concreet aangegeven welke
lering uit de peerreview is getrokken
en wat wordt overgenomen en wat
niet.
(4 punten)
Op een enkel punt ontbreekt de
concretisering van de lering die uit
de peer review is getrokken en wat
wordt overgenomen en wat niet..
(0 punten)
Er is te weinig concreet
aangegeven welke lering uit de
peer review is getrokken.
55/8 = 6,9